Flexibel huisvesten en Kostenempirie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Flexibel huisvesten en Kostenempirie"

Transcriptie

1 Flexibel huisvesten en Kostenempirie Casus Rijkshuisvesting Karel Dekker, Evi De Bruyne, Anca Gosselink, Wim Pullen en Pieter le Roux Center for People and Buildings mei 2011

2 colofon Dit onderzoek is uitgevoerd door: Center for People and Buildings Onderzoeksteam CfPB Evi De Bruyne Karel Dekker Anca Gosselink Wim Pullen Pieter le Roux Stichting Kenniscentrum Center for People and Buildings Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. De stichting Kenniscentrum Center for People and Buildings is in 2001 opgericht met steun van de founding partners Rijksgebouwendienst, TU Delft en de ABNAmroBank. Anno 2011 zijn de TU Delft, de Belastingdienst, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en het Ministerie van Defensie. belangrijke partners van het CfPB Kluyverweg HT Delft T: +31 (0) E: info@cfpb.nl W:

3 Inhoudsopgave Samenvatting 6 1 Inleiding 1.1 Context en vraagstelling Waarom dit rapport? Leeswijzer 14 2 De betekenis van de flexfactor 2.1 PACT model gereedmaken voor berekeningen Vertaling van FNO naar BVO Invloed van flexfactor op werkplekkenmix Invloed van thuiswerken op werkplekkenmix Conclusies 23 3 Evaluatie gebruik en beleving 3.1 Onderzoeksresultaten CfPB Conclusies 27 4 Kwalitatieve uitgangspunten en kosten 4.1 PARAP gereedmaken voor berekeningen FWR Bepalen basiskwaliteiten en voorzieningen Berekenen theoretische nieuwbouw varianten Bestaande voorraad Voorbeeldprojecten Conclusies 47 5 Methodische en politieke reflectie 5.1 Methodische aspecten Bestuurlijke aspecten Bestuurbaarheid van het beleid 52 6 Bijlagen 4 flexibel huisvesten en kostenempirie

4 5 flexibel huisvesten en kostenempirie

5 Samenvatting In de nota Compacte Rijksdienst kondigt het Kabinet aan over te gaan tot een concentratie van kantorenlocaties. Deze maatregel past in een beleid voor een rijksbrede infrastructuur voor de bedrijfsvoering. Uitgangspunt is de huisvestingsnorm voor de flexfactor (werkplek/fte) die op het niveau van gehele Kantoorgebouwenvoorraad geldt: 0,9 werkplek/fte. Het streven is gericht op 0,7 werkplek per fte. De Rijksgebouwendienst voert een onderzoek uit naar de haalbaarheid van de ambitie van norm 0,7 werkplek per fte. Het kenniscentrum Center for People and Buildings (CfPB) doet onderzoek naar de relatie tussen mens, werk en werkomgeving. In zeer kort tijdsbestek is een onderbouwend onderzoek gedaan naar kwalitatieve en kwantitatieve effecten van deze hogere ambitie. Een dergelijke casestudy heeft een wetenschappelijk belang want het past bij een generieke onderzoeksaanpak waarin de vastgoedeffecten, de sociaalpsychologische en organisatorische alsmede economische effecten van veranderende arbeid in ruimte en tijd verkend en gemodelleerd wordt. In deze rapportage wordt ingegaan op dit CfPB onderzoek. In het eerste deel van het onderzoek zijn de effecten bestudeerd van de verhoging van de ambitie (naar 0,7 werkplek per fte) op de samenstelling van de werkplekkenmix en de ondersteunende plekken. Dit is gedaan met behulp van het reken en redeneermodel PACT, toegepast op een tweetal cases van rijksgebouwen in Den Haag, te weten het gebouw Rijnstraat 8 en het gebouw de Resident (Castalia). Bij het invoeren van activiteitgerelateerd werken en een lagere flexfactor is het nodig dat de gefaciliteerde plekken in een gebouw in verhouding zijn met de activiteiten die er plaatsvinden, zowel in aantal als in type. De verhoudingen van de verschillende typen verschuiven naarmate men meer flexibiliteit invoert. Naar verhouding daalt dan het aantal werkplekken en neemt het aandeel in de totale oppervlakte (en aantal ruimtes) van de faciliteiten en de overlegplekken toe. De open gesloten verhouding is sterk afhankelijk van de keuze van de toe te passen typen plekken. Als het activiteitenpatroon stabiel blijft, zal deze in verhouding niet sterk verschuiven bij een verandering van 0,9 naar 0,7. Onderzocht is wat de effecten zijn van een toenemende afwezigheid ten gevolge van o.a. meer thuiswerken. Aangetoond wordt welke activiteiten geschikt zijn voor het doen van thuiswerk en op welke wijze er sturing aan kan worden gegeven. De consequenties worden duidelijk en te zien is dat er in dat geval minder concentratieplekken nodig zijn op kantoor en er relatief meer ontmoetings en vergaderruimte nodig is. In het tweede deel Evaluatie van gebruik en beleving behandelt de sociaalpsychologische en organisatorische effecten van de verhoging van de ambitie 6 flexibel huisvesten en kostenempirie

6 (naar 0,7 werkplek per fte) op basis van aanwezige kennis binnen het CfPB. Onderzocht is welke effecten van meer flexibel werken en de vermindering van het aantal werkplekken per persoon kunnen worden ontleend aan het jarenlange onderzoek van het Center naar de relatie tussen mens, werk en werkomgeving. De resultaten uit dit deel van het onderzoek laten zien dat vooral vier werkomgevingsaspecten van belang zijn voor een positieve beleving van de werkomgeving en de gepercipieerde productiviteit van medewerkers. Deze aspecten zijn: De functionaliteit en comfort van de werkomgeving; Hoeveelheid, functionaliteit en diversiteit van ruimten; Concentratiemogelijkheden; Communicatiemogelijkheden en sociale interactie. De eerste twee aspecten gelden in het algemeen. Bij de twee laatste is voor beantwoording van de vraag waar de nadruk op komt te liggen, vooral de te bereiken doelstelling van belang. Welke productiviteit is het meest gewenst, de individuele of die van het team of van de gehele organisatie? Het derde deel van het onderzoek gaat over de kwantificering van de economische effecten in theorie en bij een tweetal cases bij een verloop van de flexfactor van 1,1 naar 0,9 en verder naar 0,7. Dit is gedaan met behulp van het reken en redeneermodel PARAP. Als eerste is onderzocht wat bij een theoretische benadering van nieuwbouwsituaties de integrale effecten op de jaarkosten zijn van variaties van genoemde verlaging van de ratio werkplek per fte en de vermindering van het kantooroppervlak per persoon. Aangetoond wordt dat de verschuivingen niet alleen bij de gebouwgebonden investeringen en jaarkosten ontstaan, doch vooral bij de kosten voor het interieur, uitrusting en ICT. Verder wordt aangetoond dat de effectiviteit het sterkst toeneemt bij de verandering van de flexfactor van 1,1 met vaste werkplekken naar 0,9 met flexibele werkplekken. De volgende stap naar een verlaging van de flexfactor naar 0,7 geeft per persoon nog steeds besparingen, maar in mindere mate. De toepassing van de berekeningen op de twee cases, Rijnstraat 8 en De Resident (Castalia) laten zien dat het van essentieel belang is aan te sluiten bij natuurlijke ingreepmomenten. Bij de Rijnstraat 8 komt dat goed uit maar bij Castalia is het nu te vroeg en daardoor economisch onaantrekkelijk om grote ingrepen te doen om de 0,7 ambitie waar te maken. Interessant is een alternatief dat is uitgewerkt om te werken in twee fasen. Eerst de verlaging van de flexfactor volgens de ambitie van FWR tot 0,7 met een bescheiden toename van de capaciteit van het gebouw (+30%), doch te wachten op een natuurlijk ingreepmoment met het verder verlagen van het aantal m2 BVO per persoon en het doen van investeringen die het mogelijk maken een grotere capaciteit (+57%) van het gebouw te bereiken. Deze investeringen hebben vooral ook te maken met het voldoen aan veiligheids en gezondheidseisen, zoals die o.a. geregeld zijn in het bouwbesluit. In het vierde deel worden enkele reflecties gegeven die van belang zijn bij de interpretatie van de gegevens uit dit onderzoek. De belangrijkste opmerkingen zijn: De onzekerheden in de uitkomsten vanwege het puur theoretisch karakter van de gebouwmodellen van PARAP en dus de afwijking van de werkelijkheid; 7 flexibel huisvesten en kostenempirie

7 Het ongewenst zijn van het trekken van conclusies voor de gehele voorraad rijksgebouwen op basis van deze beperkte berekeningen met twee cases; Onzekerheden over de strategische keuzes voor het handhaven dan wel afstoten van delen van de voorraad in de komende 10 jaar; Onzekerheden over de mate van bereidheid van de departementale organisaties om de toch grote veranderingen in de wijze van werken en samenwerken te implementeren; Onzekerheden over de politiek bestuurlijke gevolgen van strategische keuzes mede in het licht van het zgn. Bestuursakkoord. Het te snel conclusies trekken over de te verwachten besparingen als niet tevens het geheel van de integrale kosten worden beschouwd; Het aangeven van de noodzaak voor een aanvulling op het FWR programma waarin de kwaliteit en kostennormering moet worden uitgewerkt. 8 flexibel huisvesten en kostenempirie

8 9 flexibel huisvesten en kostenempirie

9 1 Inleiding 1.1 Context en vraagstelling Compacte rijksdienst In de nota Compacte Rijksdienst 1 kondigt het Kabinet aan over te gaan tot een concentratie van kantorenlocaties. Deze maatregel past in een beleid voor een rijksbrede infrastructuur voor de bedrijfsvoering. Uitgangspunt is de huisvestingsnorm die op het niveau van gehele Kantoorgebouwenvoorraad geldt: 0,9 werkplek/fte. Het streven is gericht op 0,7 werkplek per fte. Het kabinet kondigt een onderzoek aan naar de haalbaarheid van de ambitie van norm 0,7 werkplek per fte. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de Rijksgebouwendienst. In het programma Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR) is een redenering uitgewerkt over rijkshuisvesting vanuit de organisatiedoelen en ambities. Dit heeft geresulteerd in een ruimtelijke normstelling voor werkplekken. In de besluitvormingsnota zijn deze normen waaronder de hierboven aangehaalde ratio van 0.9 werkplek /fte gesteld op het niveau van de hele voorraad Rijkskantoren. Voor een organisatieonderdeel kan op basis van het onderliggende onderzoeksrapport (CfPB, 2011) worden uitgerekend hoeveel werkplekken een organisatie kan gaan gebruiken. Slechts in zeer beperkte mate is in genoemd onderzoek aangegeven wat de consequenties van de normstelling voor de gebouwen zijn. Daarom heeft het onderhavige rapport een andere invalshoek. Wat zijn de effecten voor de gebouwen? De vraagstelling luidt: Welke empirische en methodische inbreng over de kostenconsequenties van de invoering van een norm 0,7 werkplek per fte voor de voorraad rijkskantoren kan het CfPB vanuit zijn onderzoek en expertise leveren? 1 en publicaties/jaarplannen/2011/02/14/uitvoeringsprogramma compacterijksdienst.html, (laatst bezocht nop 6 mei 2011) 10 flexibel huisvesten en kostenempirie

10 1.1.2 Analyse van de vraagstelling Schema 1 Begrippen en definities What if? Kunnen we op basis van de werkplek per fte norm zeggen wat de bergingscapaciteit van gebouwen is en welke de gevolgen van eventuele technische aanpassing van die gebouwen zijn? Als de bergingcapaciteit van gebouwen omhoog gaat, gaan er meer mensen gebruik maken van de beschikbare ruimte. Wat gebeurt er dan: functioneel, sociaalpsychologisch, organisatorisch, technisch en economisch? Bij dit laatste onderwerp willen we aankomen, want dat geeft antwoord over de kostenconsequenties. Niettemin blijft er sprake van een multi dimensionaal systeem waarin de variabelen een sterke wisselwerking over en weer hebben. De beantwoording van deze what if? vraag heeft het karakter van een methodisch empirische reflectie gekregen, en is uitgevoerd in zeer korte tijd. Deze aanpak heeft twee gevolgen: 1 De verantwoording: we leggen uit hoe en waarnaar we gekeken hebben en wat de resultaten zijn. 2 De risico s: we geven aan dat de korte doorlooptijd van het onderzoek beperkingen oplevert. We concentreren ons op een resultaat dat bestaat uit bruikbare informatie, die methodisch betrouwbaar en valide is, maar die geen enkele budgettaire berekening voor de hele Rijkskantorenvoorraad enigszins rechtvaardigt. Uitleg van begrippen en definities Voor definities van bv het begrip werkplek verwijzen van naar de Onderzoeksrapportage Kaderstelling Fysieke Werkomgeving Rijk, Corporate Standard Fysieke Werkomgeving Rijk 2011, (CfPB, 2011). Bij het duiden van consequenties worden vijf begrippen gehanteerd: Functioneel Sociaalpsychologisch Een andere werkplek ratio past bij het FWR uitgangspunt van een activiteitgerelateerde werkwijze annex huisvesting. Zo een huisvesting heeft een mix van werkplekken die gekenmerkt wordt door hoeveelheid, diversiteit en functionaliteit van werkplekken. Een andere werkplekken mix en een andere manier van gebruik van de werkomgeving (bv thuiswerken) heeft gevolgen voor de individuele medewerker. Kunnen we op basis van onderzoek en beschikbare kennis aangeven wat de sociaal psychologische gevolgen voor de medewerker zijn. Bijv. Condities voor motivatie, arbeidsproductiviteit, welzijn en gezondheid. 11 flexibel huisvesten en kostenempirie

11 Organisatorisch Technisch kwalitatief Economisch Een andere werkplekkenmix en een andere manier van gebruik van de werkomgeving (bv thuiswerken) heeft gevolgen voor de organisatie. Kunnen we op basis van onderzoek en beschikbare kennis aangeven wat de organisatorische gevolgen zijn. Bijv. sociale cohesie, medewerkertevredenheid, kennisdeling en ontwikkeling. Een andere werkplekkenmix heeft gevolgen voor gebouwindeling (Inbouw) en ondersteunende techniek (Drager, dragerinstallaties, dragerverkaveling). Om hiermee te rekenen zijn uitgangspunten voor kwaliteit 1 gekozen. Kosten consequenties van ingrepen zijn uitgedrukt in jaarkosten en geordend in ratio s: jaarkosten per m 2 BVO, jaarkosten per fte, jaarkosten per werkplek. Er worden geen absolute getallen genoemd maar verschillen ten opzicht van een traditionele situatie van 1,1 werkplek/fte en 25,3 m 2 BVO. 1 Er is rekening gehouden met het Bouwbesluit 2003, zie Er is geen rekening gehouden met de voorgenomen wijziging van het Bouwbesluit per 1 januari 2012 (zie bouwbesluit vanaf 2012) 12 flexibel huisvesten en kostenempirie

12 Onze aanpak Stel er is een kantoorgebouw. Dat heeft een indeling: een hal, een trappenhuis, toiletten, een kantine, liften, koffiecorners/pantries, werkplekken soms open, soms afgesloten kamers, vergaderkamers en zalen. De mix van werkplekken verandert. Hoe redeneren wij? Schema 2 Redeneerlijn van dit onderzoek Er is een stelsel ruimtenormen ontwikkeld in het programma Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR) Wat gebeurt er met gebouwen, met mensen, met kosten als we met de normen tot het ambitie niveau (0,7 werkplek/fte) gaan? gebouwmodel werkplekken gang Trappenhuis, Toiletten Liften werkplekken Ad Vraag 1 Ad Vraag 3 1. Welke veranderingen in het gedeelte van het gebouw met de werkplekken vinden plaats als onder invloed van de verandering in de ratio werkplek/fte het activiteitgerelateerd werken wordt doorgevoerd? We bepalen het antwoord met het instrument PACT (Plekken en Activiteiten). We krijgen zicht op een andere mix van werkplekken die in een afwisseling van grote en kleine, open en gesloten werkplekken voor zullen komen. Er vinden kleine ingrepen in het gebouw plaats 2a. Deze veranderingen hebben gevolgen voor mensen; kunnen zich nog goed concentreren, hebben ze voldoende verschillende plekken tot hun beschikking? Onder welke condities kan ik, kan mijn team het werk goed doen? 2b. Deze veranderingen hebben gevolgen voor de organisatie; wat gebeurt er met de sociale cohesie als mensen vaker thuis of elders werken en elkaar minder vaak zien. Hoe zit het met toevallige ontmoetingen waardoor vaak creatieve ideeen tot stand komen We bepalen het antwoord met kennis die voortkomt uit zgn. WODI onderzoek. De literatuurreferenties worden vermeld We stellen extra vragen die nog zelden of niet gesteld zijn, waar dus ook nog geen antwoorden op zijn 3. Als er door de toepassing van de norm (zie vraag 1) meer mensen in het gebouw komen, welke consequenties heeft dat voor wachttijden voor toiletten, liften etc. In welke mate moet die capaciteit worden aangepast? Wat zijn de technisch/ kwalitatieve gevolgen? We bepalen het antwoord met het instrument PARAP. We krijgen zicht op een andere mix van alle gebouwfuncties door ene theoretisch gebouw te onwerpen. PARAP biedt die mogelijkheid; omdat alle gebouwfuncties in een model zijn samengebracht en wiskundig zijn gerelateerd: ruimtelijk, bouwkundig en installatietechnisch 4. Nu we dit allemaal weten kunnen we rekenen aan en redeneren over de economische gevolgen: - micro: over kostenratio s - macro: over boek- en marktwaarde en rijksbeleid We bepalen het antwoord met het instrument PARAP. In verschillende modelstudies worden echte gebouwen vergeleken met een referentiegebouw; We gebruiken literatuur om macroeffecten te duiden 13 flexibel huisvesten en kostenempirie

13 1.2 Waarom dit rapport? Naar evidence based aanpak Het onderzoek over Evidence Based Design richt zich op het bijeenbrengen en inzetten van de best beschikbare kennis voor huisvestingsontwerpen. Er is zeer beperkte kennis over samenhang tussen arbeid, ruimte en tijdpatronen voor flexibele arbeid c.q. activiteitgerichte huisvestingsvormen (CfPB, 2011) Wetenschappelijk belang Het voorspellen van effecten van huisvestingsbeleid staat in de kinderschoenen. De in Nederland ontwikkelde ruimtenormering is vooruitstrevend en uniek 1. De beschrijving van modellen en daaraan ten grondslag liggende relaties tussen variabelen is daarom essentieel. Er is gebruik gemaakt van modellen PARAP( ) en PACT 3. Het onderhavige onderzoek kan ondanks de korte tijd waarin de mechanismen zijn opgeschreven en waarin effecten zijn verkend als een belangrijke bouwsteen worden beschouwd. Het is daarom van belang om deze onderzoeksrapportage te gebruiken voor een artikel voor de wetenschappelijke en vakliteratuur. 1.3 Leeswijzer Hoofdstuk 2 bouwt de redenering op over de flexfactor, dat is de ratio werkplek per fte en de normgetallen die daarbij gehanteerd worden. Hoofdstuk 3 heet Evaluatie van gebruik en beleving en behandelt de sociaal psychologische en organisatorische effecten. Hoofdstuk 4 gaat in op de kwalitatieve uitgangspunten en de kostengevolgen. Hoofdstuk 5 is een reflectie met aandacht voor risico s en politiek bestuurlijk implicaties. 1 Zie presentatie W.R. Pullen bij afsluiting FWR programma, 19 april Gerritse, K. W.R. Pullen. P.C. Le Roux en S. Bijleveld (2008) Het PARAP levensduurkostenmodel, In: Real Estate Magazine, (58) pp Zie pact/ 14 flexibel huisvesten en kostenempirie

14 15 flexibel huisvesten en kostenempirie

15 2 De betekenis van de flexfactor De flexfactor wordt gedefinieerd als het aantal werkplekken per fte. (BZK, 2011). De ambitie om naar een flexfactor van 0,7 te gaan houdt een reductie in ten opzichte van de huidige flexfactoren in overheidsgebouwen. Om de invloed van het invoeren van de flexfactor norm van 0,7 op de plekkenmix, activiteitgerelateerd werken en afwezigheid/thuiswerken te illustreren werden berekeningen gemaakt van twee gebouwen te Den Haag (Rijnstraat 8 en de Resident, gebouwdeel Castalia). Deze berekeningen zijn uitgevoerd met het PACT model en worden samen met andere theoretische beschouwingen, in deze paragraaf verder beschreven. 2.1 PACT model gereedmaken voor berekeningen PACT 1 is een rekenmodel waarin verschillende (werk)plekken (P) die in de huisvesting voorkomen en activiteiten (ACT) van medewerkers met elkaar in verband worden gebracht. Voor de berekeningen, beschreven in dit onderzoek werden bepaalde gegevens in de generieke versie van PACT ingevoerd: Schema 3 Overzicht PACT berekeningen Rijnstraat De Resident (Castalia) 2 Algemeen uitgangspunt Hypothetische toekomstige situatie Benadering huidige situatie Aantal fte. voor berekening 1000 (1,1 medewerkers per fte.) 1850 (1,1 medewerkers per fte.) Keuze van de te berekenen plekken Analoog keuze binnen onderzoek Rijkskantoren Basismix 3 11 typen plekken + vergadercentrum Specificaties van plekken en faciliteiten Te faciliteren activiteiten medewerkers Maximaal afgestemd op de bepalingen van de rapportage van de FWR (Analoog keuze binnen onderzoek Rijkskantoren Basismix ) Basisactiviteitenprofiel FWR (Analoog keuze binnen onderzoek Rijkskantoren Basismix ) Gekende gegevens overgenomen huidige situatie Basisactiviteitenprofiel FWR 1 Rekenmodel PACT Generiek (2010). 2 Gegevens overgenomen uit per ontvangen document van de Rijksgebouwendienst. 3 De Bruyne en A..Gosselink. (2011), Rijkskantoren Basismix,Rapportage, Rapportage van de studie naar de ontwikkeling van specificaties voor de ruimtelijke inrichting van rijkskantoren: een basismix. (versie 27 april 2011) 16 flexibel huisvesten en kostenempirie

16 Toegepaste scenario s Flexfactor 0,9 ( BASIS ) en 0,7 (FWR Ambitie) 0,75 (FWR Ambitie) = BASIS, 10% thuiswerken als beleidsuitgangspunt, gedeeltelijk thuiswerk en volledig thuiswerk Voor een meer gedetailleerd beeld van het komen tot een basisplekkenmix en de mix zelf wordt verwezen naar de het onderzoek van De Bruyne en Gosselink (2011) 2.2 Vertaling van FNO naar BVO In BZK 2011 is het volgende gesteld over de normering van het BVO: De norm voor vloeroppervlakte op voorraadniveau is vastgesteld op 27 m² BVO per fte (ICBR, augustus 2009). In december 2010 is de norm voor het aantal werkplekken per fte verminderd van 1,1 naar 0,9. Impliciet streven van deze norm was om op voorraadniveau naar minder m2 per fte te gaan. Het handhaven van de norm van 27m2 BVO per fte leidt bij een verdere neerwaartse bijstelling van de flexfactor naar 0,7 echter tot de uitkomst dat er per werkplek steeds meer vierkante meters zouden mogen worden gebruikt. Dit is een ongewenst gevolg. Om toch op voorraadniveau te kunnen sturen kan het aantal BVO s per fte als te hanteren eenheid door de inkoper van gebouwen (i.c. de Rgd) worden toegepast. Om de ambitie van minder m² te realiseren is het noodzakelijk om de norm van m²/fte opnieuw vast te stellen. Die noodzaak is aanwezig omdat realisatie op gebouwniveau plaatsvindt. De som van alle ingrepen per gebouw is de winst voor de voorraad gebouwen. De norm van 27 m² BVO per fte gekoppeld aan 1,1 werkplek per fte, is omgerekend 24,5 m² per werkplek (27/1,1). Redenerend vanuit 24,5m 2 BVO per werkplek en een flexfactor van 0,9 werkplek per fte wordt de nieuwe norm dan 22 m² BVO per fte (0,9*24,5). De onderbouwing van deze norm is de vertaling van de ruimtebehoefte bij een flexfactor van 0,9 werkplek per fte in het Functioneel Nuttig Oppervlak van 10,5 m² per fte via een ontwerpmarge van 8% naar het Nuttig Oppervlak van 11,3 m² per fte. Om naar de norm voor de 22 m² BVO per fte te komen moet er rekening gehouden worden met horizontale en verticale verkeersoppervlakte, de installatietechnische oppervlakte en de constructieoppervlakten. De definities van gebouwoppervlakten zijn weergegeven in NEN 2580 (NEN 2007). Het theoretische gebouwmodel van PARAP bepaalt deze oppervlakten geometrisch mathematisch, waarbij ook rekening wordt gehouden met het aantal verdiepingen. 17 flexibel huisvesten en kostenempirie

17 2.3 Invloed van flexfactor op werkplekkenmix De plekkenmix refereert naar keuze van de soorten plekken en de aantallen waarin die in het gebouw gefaciliteerd zullen worden. Er worden steeds verschillende soorten plekken ingericht. Binnen het begrip plekkenmix kunnen we denken aan zowel de keuze van de in te richten plekken, hun eigenschappen en de aantallen die benodigd zijn voor een bepaald aantal fte. Daarmee is de relatie gelegd met de flexfactor: werkplekken/fte. De keuze van de plekken en hun specificaties is sterk afhankelijk van het pand en de benodigde functionaliteiten voor de te verrichten werkzaamheden (en uiteraard standaarden zoals de NEN normen). Een aantal bepalingen van deze plekken zijn beschreven in de rapportage van de FWR (CfPB, 2011). Vanuit het uitgangspunt activiteitgerelateerd werken, is het evident dat er een passende werkplek moet zijn voor elk type activiteit die in de werkprocessen van de organisatie op kantoor zal of moet plaatsvinden. Het aantal plekken dat ingericht dient te worden, is rechtstreeks afhankelijk van de werkzaamheden die op kantoor (gaan) plaatsvinden. Om dit na te gaan, geven we deze werkzaamheden weer in activiteitenprofielen die als basis voor berekening gelden in het PACT model. De verhouding van activiteiten die de medewerkers aangeven uit te voeren, leiden tot een aantal plekken van diverse typen die deze activiteiten kunnen accommoderen en/of die ervoor geschikt zijn. Met andere woorden: de activiteiten die gefaciliteerd dienen te worden (in een bepaalde hoeveelheid) worden in PACT in verband gebracht met de geschiktheid van de berekende plekken voor bepaalde activiteiten. Meer concreet kunnen we berekeningen maken van het voorbeeld het gebouw Rijnstraat 8. Onderstaande grafiek geeft de verhoudingspercentages weer binnen de berekende resultaten bij een aantal fte van 1000, waarbij BASIS een flexfactor heeft van 0,9 en bij FWR Ambitie een flexfactor van 0,7. Zowel bij de benodigde oppervlakte als bij het aantal ruimten zien we dat naar verhouding het aandeel van de werkplekken het meest afneemt en wordt gecompenseerd door een toename van het aandeel van overlegplekken en faciliteiten. 18 flexibel huisvesten en kostenempirie

18 Schema 4 Verhoudingspercentages soorten plekken voor berekencasus Rijnstraat 10 0 % 90% 15% 18 % 0% 0% 17% 21% Faciliteit Overlegplek Werkplek 80% 70% 10 % 12 % 46% 52% 60% 50% 40% 75% 70% 4% 5% 83% 79% 30% 20% 50% 43% 10 % 0% BASIS FWR AMBITIE BASIS FWR AMBITIE BASIS FWR AMBITIE Aantal ruimten afgerond naar boven Totaal oppervlakte nodig Aantal werkplekken In functie van de korrelgrootte van het gebouw is het ook interessant de opengesloten verhouding binnen de werkruimten te vergelijken. Onderstaande grafiek geeft een beeld van deze verhoudingen. Het is zo dat de flexfactor geen rechtstreeks gevolg heeft voor deze verhoudingen omdat deze in principe door het activiteitenprofiel wordt bepaald. Als er echter door het invoeren van activiteitgerelateerd werken of een lagere flexfactor (bijv. van 0,9 naar 0,7) een verschuiving in het gedrag en dus ook in de activiteiten 1 plaatsvindt, is dit wel van invloed op de bepaling van het aantal benodigde plekken alsook op de open dicht verhouding en dus de gemiddelde grootte van ruimtes (In PARAP wordt dit de korrelgrootte genoemd). 1 Bijvoorbeeld het meer overleggen als men op kantoor is kan een vraag creëren naar meer overlegruimtes. 19 flexibel huisvesten en kostenempirie

19 Schema 5 Verhoudingen in open, halfopen en gesloten ruimten 100% GESLOTEN HALFOPEN 90% 24% 20% 26% OPEN 80% 70% 18% 60% 31% 22% 50% 40% 30% 20% 45% 61% 53% 10% 0% Aantal ruimten afgerond naar boven Totaal oppervlakte nodig Aantal werkplekken Invloed van activiteitgerelateerd werken Zoals hiervoor beschreven is er, logischerwijs, een verband tussen het aantal en typen plekken dat men zal inrichten en de activiteiten die op kantoor plaatsvinden. Elke activiteit dient in de mate dat hij voorkomt te worden gefaciliteerd. Eerder, bij het gebruik van vaste plekken, was het zo dat alle activiteiten die een medewerker uitvoert op één plek gebeuren (met uitzondering van overleg en faciliteiten). Hierbij wordt dus het aantal werkplekken voorzien op 100% van de werktijd en komen daar extra plekken voor overleg en andere activiteiten bij. Dit wordt in onderstaande figuur weergegeven in de uiterst linkse balk (variant A ). Het is echter ook mogelijk aan te nemen dat een medewerker enerzijds maar op één plek tegelijkertijd aanwezig kan zijn en dat hij of zij deze plek kiest aan de hand van de activiteiten die men wil verrichten. Hierdoor gebeurt geen bijtelling voor overleg meer, maar worden het benodigd aantal plekken rechtstreeks gekoppeld aan de activiteiten die medewerkers uitvoeren, en het feit dat ze op elk ogenblik slechts één plek bezetten. Dit leidt er toe dat door het invoeren van activiteitgerelateerd werken er minder plekken nodig zijn voor evenveel medewerkers of fte ( D in onderstaande figuur). Naast de keuze voor vaste plekken dan wel activiteitengebonden plekken is ook de invloed van de aftrek voor afwezigheid van invloed op de flexfactor. De invloed van de afwezigheid (in PACT geoperationaliseerd als enerzijds ziekte en verlof en anderzijds buitenactiviteiten ), wordt verder in de tekst beschreven. Deze aftrek kan gecombineerd worden met de A variant (zie B en C ; oftewel gedeelde werkplek) of met de activiteitgerelateerde ( D ) variant (zie E en F ). We noemen dit de benuttingsvariant. 20 flexibel huisvesten en kostenempirie

20 Schema 6 Benuttingsvarianten % ziekte en verlof buiten activiteiten thuis werken als beleidsoptie thuis organisatie opgave op andere locatie bezoek klant % ziekte en verlof overleg met klanten communicatie overleg 2-4p overleg 5-8p overleg 9-12p overleg 13-16p overleg >16p overleg met klanten communicatie overleg 2-4p overleg 5-8p overleg 9-12p overleg 13-16p overleg >16p overleg met klanten communicatie overleg 2-4p overleg 5-8p overleg 9-12p overleg 13-16p overleg >16p % ziekte en verlof buiten activiteiten thuis werken als beleidsoptie thuis organisatie opgave op andere locatie bezoek klant % ziekte en verlof % ziekte en verlof administratie buiten activiteiten % ziekte en verlof overleg met klanten buiten activiteiten algemeen bureauwerk thuis werken als beleidsoptie thuis werken als beleidsoptie thuis organisatie opgave buiten activiteiten buiten activiteiten interactief bureauwerk thuis organisatie opgave communicatie thuis werken als beleidsoptie op andere locatie thuis werken als beleidsoptie archiveren en documentverzorgen op andere locatie overleg 2-4p thuis organisatie opgave bezoek klant thuis organisatie opgave bezoek klant concentratie op andere locatie overleg 5-8p op andere locatie ongestoord bureauwerk overleg 9-12p administratie bezoek klant overleg met klanten bezoek klant telefoneren overleg 13-16p algemeen bureauwerk lezen overleg >16p overleg met klanten interactief bureauwerk administratie communicatie overig archiveren en documentverzorgen algemeen bureauwerk overleg 2-4p communicatie overige activiteiten interactief bureauwerk concentratie administratie overleg 5-8p overleg 2-4p ongestoord bureauwerk archiveren en documentverzorgen algemeen bureauwerk overleg 9-12p overleg 5-8p telefoneren concentratie overleg 13-16p interactief bureauwerk overleg 9-12p lezen ongestoord bureauwerk overleg >16p archiveren en documentverzorgen overleg 13-16p overig telefoneren overleg >16p concentratie overige activiteiten lezen ongestoord bureauwerk administratie overig algemeen bureauwerk administratie telefoneren overige activiteiten interactief bureauwerk algemeen bureauwerk lezen archiveren en documentverzorgen interactief bureauwerk overig archiveren en documentverzorgen overige activiteiten concentratie ongestoord bureauwerk concentratie telefoneren ongestoord bureauwerk lezen telefoneren overig lezen overige activiteiten overig A B C D E overige activiteiten F werkplek De gekozen benuttingsvariant heeft uiteraard een gevolg op de uitkomsten en daarmee samenhangende flexfactor. Het oranje deel van de balk (het aandeel activiteiten die op een basiswerkplek plaatsvindt) wordt kleiner (m.a.w. de flexfactor wordt lager) in verhouding tot het aantal berekende werkplekken (zwarte kaders). Het meenemen van communicatieactiviteiten, overleg met klanten en afwezigheid voor berekening van werkplekken, leidt ook tot een lagere flexfactor. De concrete flexfactor zal afhankelijk zijn van de omvang van de percentages voor de verschillende activiteiten in het activiteitenprofiel. 2.4 Invloed van thuiswerken op werkplekkenmix Zoals hierboven beschreven, is de mate waarin men rekening houdt met een aftrek voor afwezigheid een belangrijke beïnvloedende factor op de flexfactor. Deze afwezigheid omvat een aantal elementen; afwezigheid door ziekte en verlof, buitenactiviteiten of onderweg zijn en ook thuiswerken. Binnen het rekenmodel PACT is thuiswerken in het bijzonder nog meer gespecificeerd. Het model laat verschillende berekeningsopties hiervoor toe. Het is mogelijk thuiswerken als beleidsuitgangspunt mee te nemen (bijvoorbeeld een halve dag per week(10%) of een dag (20%)) of een berekening te maken van de geschikte activiteiten voor thuiswerk 1. Dit laatste element is verder mogelijk te beperken door aan te geven in hoeverre het model dient rekening te houden met deze aftrek. Bijvoorbeeld: 50% van de activiteiten in het profiel zijn activiteiten die thuis zouden uitgevoerd kunnen 1 In de basissetting van PACT zijn deze activiteiten: algemeen bureauwerk, ongestoord bureauwerk, telefoneren en lezen. 21 flexibel huisvesten en kostenempirie

21 worden, maar dit is behoorlijk hoog, dus beleidsmatig beperk ik de aftrek van deze activiteiten in het doorrekenen van het aantal plekken tot 20%. Om de invloed van deze afwezigheid te verduidelijken zijn er berekeningen uitgevoerd met de beschikbare gegevens van het gebouw De Resident (Castalia) in Den Haag. In de figuur hieronder wordt de invloed van het in meer of mindere mate invoeren van thuiswerken weergegeven op de verhouding van werkplekken en overlegplekken. Als er meer thuisgewerkt wordt, kan men zien dat er naar verhouding meer overlegfaciliteiten geboden moeten worden op kantoor ten opzichte van de werkplekken. In de beschreven berekeningen werden 4vier opties naast elkaar gezet. BASIS ; activiteitgerelateerd werken maar geen aftrek van afwezigheid noch thuiswerken, 10% thuiswerken ; in deze optie is aangegeven dat er als beleidsbeslissing 10% thuis gewerkt zal worden, gedeeltelijk thuiswerk ; in deze optie wordt een deel van de activiteiten die effectief geschikt zijn om thuis uit te voeren in rekening gebracht (20% van de activiteiten geschikt voor thuiswerk in totaal 46% van de activiteiten) wordt effectief thuis gewerkt volledig thuiswerk ; aftrek van alle activiteiten die geschikt zijn voor thuiswerk (46% van de activiteiten). Schema 7 Aftrek van thuiswerk voor berekencase Castalia 100% 90% 15% 17% 20% 16% 18% 22% Overlegplek Werkplek 80% 32% 34% 32% 35% 41% 70% 58% 60% 50% 40% 85% 83% 80% 84% 82% 78% 30% 68% 66% 68% 65% 59% 20% 42% 10% 0% BASIS 10% thuiswerk gedeeltel. thuiswerk voll. thuiswerk BASIS 10% thuiswerk gedeeltel. thuiswerk voll. thuiswerk BASIS 10% thuiswerk gedeeltel. thuiswerk voll. thuiswerk Aantal ruimten afgerond naar boven Totaal oppervlakte nodig Aantal werkplekken De invloed van thuiswerken op het bepalen van de benodigde plekkenmix kan dus op verschillende manieren plaatsvinden. Enerzijds door een verschuiving in de activiteiten die op kantoor gebeuren (omdat activiteiten die thuis kunnen 22 flexibel huisvesten en kostenempirie

22 plaatsvinden niet meer of in mindere mate op de kantoorvloer gefaciliteerd hoeven te worden), anderzijds in de invloed van het afwezig zijn zelf, en daardoor een vermindering van het benodigde aantal plekken. Het lijkt evenwel duidelijk dat er een grens zit aan het aftrekken van afwezigheid: onder andere door een stijging in de hoeveelheid thuiswerken zal het contact tussen collega s minder worden. Vooral het informele ontmoeten, het elkaar op de gang toevallig tegen het lijf lopen is hiervan het grootste slachtoffer. Deze contacten, zowel informeel als formeel en tevens niet werkgerelateerd, zijn van belang voor het sociaal welbevinden van de medewerkers, de organisatiegebondenheid alsook de samenwerking (zie meer in hoofdstuk 3). 2.5 Conclusies Activiteitengericht huisvesten houdt een rechtstreekse koppeling in tussen de activiteiten (en de verhoudingen waarin ze voorkomen) en de plekken die gefaciliteerd zullen worden. In voorgaande paragraaf werden hier enkele kanttekeningen bij geplaatst, geïllustreerd met berekeningen van voorbeeldcases. Voor de berekeningen werd de generieke versie van het PACT model gebruikt. Eerst en vooral zijn de uitgangspunten van de FWR hier in maximale mate in overgenomen. Daarnaast werden er enkele case specifieke uitgangspunten gehanteerd. Voor de berekeningen van het gebouw Rijnstraat 8 is uitgegaan van een toekomstige situatie op een populatie van 1000 fte. Dit sluit aan op het eerder CfPB onderzoek (De Bruyne, Gosselink 2011). Voor de case van de Resident (Castalia) is getracht de actuele situatie zo veel mogelijk na te bootsen. Het streven naar een flexfactor van 0,7 heeft uiteraard ook zijn gevolgen voor het aantal BVO. De norm van het aantal BVO per fte moet daarbij opnieuw gedefinieerd worden. Bij het invoeren van activiteitgerelateerd werken en een lagere flexfactor is het nodig dat de gefaciliteerde plekken in een gebouw in verhouding zijn met de activiteiten die er plaatsvinden, zowel in aantal als in type. De verhoudingen van de verschillende typen verschuiven naarmate men meer flexibiliteit invoert. Naar verhouding daalt dan het aantal werkplekken en neemt het aandeel in de totale oppervlakte (en aantal ruimtes) van de faciliteiten en de overlegplekken toe. De open gesloten verhouding is sterk afhankelijk van de keuze van de toe te passen typen plekken. Als het activiteitenpatroon stabiel blijft, zal deze in verhouding niet sterk verschuiven bij een verandering van 0,9 naar 0,7. De aftrek van de afwezigheid omvat diverse elementen, het delen van plekken (of ook de afwezigheid door deeltijds werken), de aftrek van ziekte en verlof en de aftrek van andere werkactiviteiten die niet op kantoor plaatsvinden (maar bijvoorbeeld bij de klant of thuis). Het is belangrijk van deze aftrek te beseffen dat het te sterk aftrekken een invloed kan hebben op de werkzaamheden in het kantoor, omdat bijvoorbeeld contactmomenten minder worden. 23 flexibel huisvesten en kostenempirie

23 3 Evaluatie gebruik en beleving Binnen het Rijk wordt het mogelijk maken van tijd en plaatsonafhankelijk werken bespreekbaar gemaakt als een voorwaarde voor een meer efficiënte bedrijfsvoering. Voor het behalen van besparingen moeten werkplekken meer intensief gebruikt worden (minder leegstaande bureaus en kamers). In het vorige hoofdstuk is aandacht gegeven aan varianten voor de benutting van kantoorgebouwen. Elke varianten vereist eigen sociaalpsychologische en organisatorische condities maar genereert ook effecten in beide domeinen als geen goede voorbereiding heeft plaatsgevonden. Aan de hand van CfPB onderzoeksresultaten wordt in dit hoofdstuk een beschouwing gehouden over gebruik en beleving. De vraag bij de ambitie naar 0,7 werkplek per fte is wat de concrete effecten zijn voor medewerkers van het intensiveren van gebruik van de werkomgeving? En wat zijn de effecten ervan voor medewerkertevredenheid, efficiency van werkprocessen en productiviteit? 3.1 Onderzoeksresultaten CfPB Het CfPB stelt jaarlijks een (on)tevredenheidsindicator samen op basis van haar WODI database 1. Deze indicator toont de gemiddelde (on)tevredenheid met de werkomgeving en kan als richtlijn dienen voor monitoring. Er zijn aparte indicatoren voor drie typen kantoren: een traditioneel kamerkantoor met vaste werkplekken en kantoren met verschillende soorten ruimten en plekken (combikantoor) met vast gebruik of flexibel gebruik van werkplekken. Schema 8 toont de percentages tevredenheid maar in de indicator zijn natuurlijk ook de percentages ontevredenheid en neutraal te zien 2. 1 Door inzet van het in 2003 ontwikkelde Werkomgevingsdiagnose instrument (WODI) is inmiddels een database met bijna respondenten beschikbaar met gegevens over beleving van en tevredenheid met de werkomgeving. 2 Brunia, S. Maarleveld, M, Been, I de, en Beijer, M (2011). De beleving in kaart gebracht: de CfPB indicator 2011, CfPB.. I n Facility Management Magazine, 187, pp flexibel huisvesten en kostenempirie

24 Schema 8 WODI tevredenheidsindicator (Werkomgevings )aspecten CfPB Indicator: tevredenheid (%)(2011) Indicator tevredenheid traditionele kantoren (%) Indicator tevredenheid combikantoren met vast plekgebruik (%) Indicator tevredenheid combikantoren met flexibel plekgebruik (%) Organisatie Inhoud en complexiteit van het werk Inbreng van ideeën over de werkomgeving Bereikbaarheid van het gebouw Architectuur en uitstraling van het gebouw Indeling van het gehele gebouw Hoeveelheid, functionaliteit en diversiteit van ruimten Ligging van de ruimten t.o.v. elkaar Openheid en transparantie van de werkomgeving Functionaliteit en comfort van de werkplek Sfeer en uitstraling van het interieur Privacy Concentratiemogelijkheden Communicatiemogelijkheden en sociale interactie Archief en opslagmogelijkheden ICT en ondersteunende ICT voorzieningen Faciliteiten en beheer van de faciliteiten Binnenklimaat Verlichting Akoestiek Mogelijkheden tot werken buiten het eigen kantoor Indicator (op basis van 67 case studies in 56 gebouwen) en de tevredenheidsindicatoren voor drie verschillende kantoortypen. De indicatoren geven per werkomgevingaspect de gemiddelde percentages tevreden respondenten. In groen de hoogste waardering. De indicator toont dat verschillende doelstellingen beter bereikt worden in een verschillend type gebouw. Met de FWR wil het rijk samenwerking en kennisuitwisseling stimuleren. Dat gaat beter in combikantoren waar communicatie en sociale interactie meer gewaardeerd worden dan in traditionele kamerkantoren waar medewerkers meer tevreden zijn over de concentratiemogelijkheden. Concentratie is een belangrijk aspect bij de ervaring van individuele productiviteit. In recent onderzoek van CfPB is een poging gedaan om correlaties tussen bepaalde aspecten van de werkomgeving en de gepercipieerde productiviteit (als maatstaf voor de positieve effecten van de ondersteuning van de werkomgeving aan de uit te voeren werkzaamheden) aan te duiden. Ondersteuning van de werkomgeving aan gepercipieerde individuele productiviteit is de belangrijkste indicator voor de bijdrage aan de totale productiviteitsbeleving, gevolgd door ondersteuning van de 25 flexibel huisvesten en kostenempirie

25 werkomgeving aan organisatorische en teamproductiviteit. In het onderzoek zijn er duidelijke verschillen in aspecten die afzonderlijk bijdragen aan individuele, team en organisatorische productiviteit. Een goed functionerende werkomgeving is niet eenduidig te duiden. De vraag is dus waar de organisatie haar accent wil leggen met de doelstellingen voor de werkomgeving. De belangrijkste voorspellers zijn weergegeven in de volgende tabellen. Voor vergelijking is de beleving van de overeenkomstige werkomgevingsaspecten (in%) in de CfPB (on)tevredenheidsindicator weergegeven. Schema 9 Werkomgevingsaspecten totale productiviteit Orde van belang (Werkomgevings )aspecten CfPB Indicator: tevredenheid (%)(2011) 1 Concentratiemogelijkheden 41 2 Functionaliteit en comfort van de werkplek 58 3 Hoeveelheid, functionaliteit en diversiteit van ruimten 45 4 Privacy 38 Werkomgevingsaspecten die bijdragen aan de positieve waardering van de invloed van de werkomgeving op de gepercipieerde totale productiviteit. Schema 10 Werkomgevingsaspecten individuele productiviteit Orde van belang (Werkomgevings )aspecten CfPB Indicator: tevredenheid (%)(2011) 1 Concentratiemogelijkheden 41 2 Functionaliteit en comfort van de werkplek 58 3 Inbreng van ideeën over de werkomgeving 43 4 Sfeer en uitstraling van het interieur 52 Werkomgevingsaspecten die bijdragen aan de positieve waardering van de invloed van de werkomgeving op de gepercipieerde individuele productiviteit. Schema 11 Werkomgevingsaspecten team productiviteit Orde van belang (Werkomgevings )aspecten CfPB Indicator: tevredenheid (%)(2011) 1 Communicatiemogelijkheden en sociale interactie 71 2 Concentratiemogelijkheden 41 3 Organisatie 65 4 Hoeveelheid, functionaliteit en diversiteit van ruimten 45 Aspecten die bijdragen aan de positieve waardering van de invloed van de werkomgeving op de gepercipieerde teamproductiviteit. Schema 12 Werkomgevingsaspecten organisatie productiviteit Orde van belang (Werkomgevings )aspecten CfPB Indicator: tevredenheid (%)(2011) 1 Akoestiek 46 2 Concentratiemogelijkheden 41 2 Inbreng van ideeën over de werkomgeving 43 3 Communicatiemogelijkheden en sociale interactie 71 Werkomgevingsaspecten die bijdragen aan de positieve waardering van de invloed van de werkomgeving op de gepercipieerde organisatorische productiviteit. 26 flexibel huisvesten en kostenempirie

26 Naast conclusies van het onderzoek naar de ondersteuning van de werkomgeving aan individuele, team en organisatorische productiviteit, is er ook gekeken naar het belang van de werkomgevingsaspecten bij ondersteuning van bepaalde typen werkprocessen. In de onderstaande tabellen worden deze gegevens weergegeven. Schema 13 Werkomgevingsaspecten (Werkomgevings )aspecten Werkprocessen Hoeveelheid, functionaliteit en diversiteit van ruimten Concentratiemogelijkhed en Functionaliteit en comfort van de werkplek Organisatie Werk bestaande uit relatief veel overleg 1e 2e Werk dat vraagt om veel leeswerk en concentratie 2e 1e Bureauwerk waarbij interactie met collega s gewenst of 1e 2e Algemene bureauwerk 1e 2 e Werkomgevingsaspecten die bijdragen aan de positieve waardering van de invloed van de werkomgeving op de bepaalde werkprocessen. 3.2 Conclusies De resultaten uit onderzoek laten zien dat vooral vier werkomgevingsaspecten van belang zijn voor een positieve beleving van de werkomgeving en de gepercipieerde productiviteit van medewerkers. Deze aspecten zijn: De functionaliteit en comfort van de werkomgeving; Hoeveelheid, functionaliteit en diversiteit van ruimten; Concentratiemogelijkheden; Communicatiemogelijkheden en sociale interactie. De eerste twee aspecten gelden in het algemeen. Bij de twee laatste is voor beantwoording van de vraag waar de nadruk op komt te liggen, vooral de te bereiken doelstelling van belang. Welke productiviteit is het meest gewenst, de individuele of die van het team of van de gehele organisatie? Belangrijk voor deze studie is de bovenvermelde conclusies gebaseerd zijn op case studies met een flexfactor van 0,9 werkplek per fte. Een verdere verlaging van de flexfactor naar 0,7 werkplek per fte vraagt om een zorgvuldige reflectie van de mogelijke gevolgen en afbreukrisico s betreffende de effecten ervan op de beleving van medewerkers. Een belangrijke vraag wat de sociaalpsychologische effecten van 27 flexibel huisvesten en kostenempirie

27 een flexfactor van 0,7 kunnen zijn. In dit verband heeft onderzoek 1 aangeduid dat het gevoel van drukte (de zogenaamde crowding effect) ertoe kan leiden dat medewerkers zich niet in staat voelen om geconcentreerd te kunnen werken. Hoewel de mogelijkheden voor communicatie en sociale interactie bijdragen tot een positieve beleving van de gepercipieerde team en organisatorische productiviteit, bestaat het risico dat een overmaat van interactie en afleiding leiden tot een negatieve beleving van de gepercipieerde individuele productiviteit (Haynes, 2007). Als medewerkers het gevoel hebben dat de werkomgeving te druk is, of dat ze er niet voldoende geconcentreerd kunnen werken, bestaat het risico dat mensen de werkomgeving gaan mijden en het liefst thuis of elders willen werken met de verwachte negatieve gevolgen voor samenwerking. Daardoor vermindert sociale interactie tussen medewerkers. Uit de onderzoeken is gebleken dat communicatie tussen medewerkers gerelateerd is aan de ruimtelijke kwaliteiten en de indeling van de werkomgeving. Een hoge mate van afzondering / sociale isolatie in de werkomgeving heeft dus een negatief effect op de mate en kwaliteit van de communicatie. Uit de berekeningen met de Quick Scan Bezettingsgraad 2 met een flexfactor van 0,7 blijkt dat er op bepaalde dagen een erg hoge bezetting van de werk en overlegplekken voor kan komen. Onvoldoende mogelijkheden voor teams om elkaar te ontmoeten, leidt tot negatieve effecten voor teamcommunicatie en de effectieve afhandeling van werkzaamheden en kennisuitwisseling. 1 Been, I., de en Beijer, M. (2011). TITEL The effect of office type on employee satisfaction and perceived productivity. In voorbereiding voor publicatie in The Journal of Environmental Psychology. 2 CfPB Quick Scan Bezettingsgraad, d.d flexibel huisvesten en kostenempirie

28 29 flexibel huisvesten en kostenempirie

29 4 Kwalitatieve uitgangspunten en kosten In dit hoofdstuk berekenen we aan de hand van een referentiegebouw een aantal verbouwvarianten. Het doel is om effecten te laten zien van uiteenlopende flexfactoren op jaarkosten per m 2 BVO, per fte en per werkplek. Dit laatste doen we niet in absolute maar in relatieve zin. 4.1 PARAP gereedmaken voor berekeningen FWR Het PARAP model is op een groot aantal punten in overeenstemming gebracht met de uitgangspunten van FWR. Daarnaast is het model geschikt gemaakt om gecombineerd te worden met de Quick Scan Renovatie. 1 De exploitatieopzet is aangepast aan de verschillende keuzen voor al dan niet flexwerken. Er zijn aanpassingen gedaan in het meubileringsmodel vanwege het andere gebruik, indien dit bij flexwerken logisch is. Voor het ICT model zijn aanpassingen gedaan voor het plaats en tijdonafhankelijk werken. Als voorbeeld is gekeken naar het DigiJust 6.0 systeem 2. Er is voor gezorgd dat voor de bepaling van de kantooroppervlakte een synchronisatie is ontstaan met de PACT berekeningen. 4.2 Bepalen basiskwaliteiten en voorzieningen Voor de bouwkundige en installatiekwaliteit is uitgegaan van de gekozen kwaliteiten binnen PARAP voor een hoofdkantoor (PARAP, ). Voor de kwaliteit van de facilitaire voorzieningen is uitsluitend gekeken naar de noodzakelijke kwaliteiten ten behoeve van flexibel werken als dat de keuze is. 4.3 Berekenen theoretische nieuwbouw varianten Uitgangspunten voor berekening varianten Voor de theoretische nieuwbouwvarianten is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: 1 Dekker, K., H. Gerritse en W.R. Pullen, (2006), PARAP Levensduurkosten, Definitiestudie, Delft, Center for People and Buildings 2 Zie 3 PARAP levensduurkostenmodel, handleiding en verantwoording, Delft, Center for People and Buildings 2008, pp 68 ev 30 flexibel huisvesten en kostenempirie

Ruimte voor de Rechterlijke Organisatie Breda

Ruimte voor de Rechterlijke Organisatie Breda Ruimte voor de Rechterlijke Organisatie Breda Naar een passende en geschikte werkomgeving; een onderzoek over specificaties voor diversiteit en functionaliteit van ruimten Evi De Bruyne, Sandra Brunia

Nadere informatie

Ruimtenormen voor vergaderen

Ruimtenormen voor vergaderen Ruimtenormen voor vergaderen Onderzoek naar de bepaling van normen voor vergaderplekken en vergadercentra voor de FWR Evi De Bruyne Center for People and Buildings mei 2013 colofon Onderzoeker CfPB Evi

Nadere informatie

PACT Plekken & ACTiviteiten

PACT Plekken & ACTiviteiten PACT Plekken & ACTiviteiten Anca Gosselink Evi De Bruyne Sandra Brunia Marion Beijer Karel Dekker 15 juni 2010 Programma van vandaag 15:00 uur Welkom 15:10 uur Wat is PACT? 15:30 uur Toepassing van PACT

Nadere informatie

De beleving en het gebruik van zes Kadasterlocaties

De beleving en het gebruik van zes Kadasterlocaties De beleving en het gebruik van zes Kadasterlocaties Dataverzameling Samenvatting van de resultaten Iris de Been MSc Marion Beijer MSc Sandra Brunia MSc Center for People and Buildings Delft, januari 2010

Nadere informatie

Sandra Brunia Evi De Bruyne Marion Beijer Anca Gosselink

Sandra Brunia Evi De Bruyne Marion Beijer Anca Gosselink Bouwstenen voor Organisatiegerichte Huisvesting van de Belastingdienst Sandra Brunia Evi De Bruyne Marion Beijer Anca Gosselink Inhoudsopgave 0 Inleiding 1 0.1 Waarom dit boekje? 1 0.2 Totstandkoming 1

Nadere informatie

Een gebouw voor rijksambtenaren

Een gebouw voor rijksambtenaren Een gebouw voor rijksambtenaren Rapportage van de studie naar de ontwikkeling van specificaties voor de ruimtelijke inrichting van rijkskantoren: een basismix Evi De Bruyne en Anca Gosselink Center for

Nadere informatie

Indicator meet tevredenheid

Indicator meet tevredenheid HUISVESTING INDICATOR Benchmarken op waardering huisvesting Indicator meet Om adequaat te kunnen sturen op de huisvesting heeft een organisatie goede informatie nodig. Onderzoeksresultaten over gebruik

Nadere informatie

Rust en ruimte op de werkplek

Rust en ruimte op de werkplek Rust en ruimte op de werkplek Regiobijeenkomst over Rust en Ruimte Iris de Been 7 december 2011 2 Drie centrale vragen 1. Hoe belangrijk zijn Rust en Ruimte op de werkvloer? 2. Hoe verhouden Rust en Ruimte

Nadere informatie

WELKOM! WORKSHOP OHNW2016 Investeren in de werkomgeving, wat levert dat nu écht op? Inleiding door: Wim Pullen

WELKOM! WORKSHOP OHNW2016 Investeren in de werkomgeving, wat levert dat nu écht op? Inleiding door: Wim Pullen WELKOM! WORKSHOP OHNW2016 Investeren in de werkomgeving, wat levert dat nu écht op? Inleiding door: Wim Pullen ,want de eigenaar beslist Het moet lonen om te investeren Waarvoor, voor wie moet het lonen?

Nadere informatie

Spelen voor een gedragen huisvesting

Spelen voor een gedragen huisvesting Spelen voor een gedragen huisvesting Het werkplekspel - Rapportage TU Delft, bibliotheek Sandra Brunia Marion Beijer Dit onderzoek is uitgevoerd door: Sandra Brunia MSc Marion Beijer MSc Center for People

Nadere informatie

BELEVING EN TRENDS IN DE WERKOMGEVING Presentatie stakeholdersbijeenkomst revisie NPR 1813

BELEVING EN TRENDS IN DE WERKOMGEVING Presentatie stakeholdersbijeenkomst revisie NPR 1813 BELEVING EN TRENDS IN DE WERKOMGEVING Presentatie stakeholdersbijeenkomst revisie NPR 1813 Anca Gosselink 6 november 2014 0 INHOUD Kantoren door de jaren heen Beleving Functionaliteit en comfort van de

Nadere informatie

TRENDS IN WERKPLEKBELEVING

TRENDS IN WERKPLEKBELEVING TRENDS IN WERKPLEKBELEVING Een analyse van de CfPB Indicatoren 2007-2014 Cellenkantoren met vast gebruik van werkplekken Vast werkplekgebruik Combikantoren met vast gebruik van werkplekken Gesloten omgeving

Nadere informatie

WS 5 Werkplek en productiviteit: feiten en mythes. Sprekers: Iris de Been, Fien Thoolen WELKOM!

WS 5 Werkplek en productiviteit: feiten en mythes. Sprekers: Iris de Been, Fien Thoolen WELKOM! WS 5 Werkplek en productiviteit: feiten en mythes. Sprekers: Iris de Been, Fien Thoolen WELKOM! WERKPLEK EN PRODUCTIVITEIT: FEITEN EN MYTHES Iris de Been Fien Thoolen 3 december 2015 CENTER FOR PEOPLE

Nadere informatie

Het nieuwe werken en flexibiliteit

Het nieuwe werken en flexibiliteit Het nieuwe werken en flexibiliteit Het nieuwe werken, flexibiliteit en voorzieningen Anneke Mezger (Royal HaskoningDHV), Claudine van Vlimmeren (Philips) Theo van der Voordt (TU Delft) Programma Het nieuwe

Nadere informatie

Bezettingsgraadmeting Ministerie van LNV Directie Regionale Zaken - West

Bezettingsgraadmeting Ministerie van LNV Directie Regionale Zaken - West Bezettingsgraadmeting Ministerie van LNV Directie Regionale Zaken - West Sandra Brunia MSc Center for People and Buildings Delft, september 2009 Dit rapport is geschreven door: S. Brunia MSc Met medewerking

Nadere informatie

GELUID ONDER CONTROLE PRESENTATIE ERGO DIRECT - 22 MEI 2015

GELUID ONDER CONTROLE PRESENTATIE ERGO DIRECT - 22 MEI 2015 GELUID ONDER CONTROLE PRESENTATIE ERGO DIRECT - 22 MEI 2015 Rekening houden met akoestiek Waarom? Net als licht, lucht en warmte is akoestiek onderdeel van bouwfysica Bouwfysica wordt in ontwerp geregeld'

Nadere informatie

Van B tot Z De beleving van de huisvesting van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag geëvalueerd

Van B tot Z De beleving van de huisvesting van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag geëvalueerd Van B tot Z De beleving van de huisvesting van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag geëvalueerd L. Groot, ir. L.E.M. Mascini & ir. L. Volker Center for People and Buildings, Delft - februari

Nadere informatie

Minder verhuisbewegingen wordt ook gewenst door de directeuren en medewerkers, maar de

Minder verhuisbewegingen wordt ook gewenst door de directeuren en medewerkers, maar de Renovatie en innovatie? Een onderzoek naar het gebruik en de beleving van twee Haagse locaties van het ministerie van LNV Auteurs: M. Maarleveld, D.J.M. van der Voordt Center for People and Buildings Samenvatting

Nadere informatie

Verhalen, feiten en bewijzen

Verhalen, feiten en bewijzen Verhalen, feiten en bewijzen over Evidence Based Werkplekmanagement 1e Lustrum Symposium Center for People and Buildings Delft, 19 september 2006 Volkskrant 15 september VERHALEN 1 Volkskrant 15 september

Nadere informatie

Samenvatting Doel en werkwijze Respondenten

Samenvatting Doel en werkwijze Respondenten Sporen naar de nieuwe huisvesting Een onderzoek naar het gebruik en beleving van drie locaties van de belastingdienst-oost. Auteurs: L. Groot, A.M. Hartjes, M. Maarleveld Center for People and Buildings,

Nadere informatie

Vaste ankers in de huisvestingsstrategie van bedrijven. VOGON symposium 2011 Wim Pullen Center for People and Buildings 11 november 2011

Vaste ankers in de huisvestingsstrategie van bedrijven. VOGON symposium 2011 Wim Pullen Center for People and Buildings 11 november 2011 Vaste ankers in de huisvestingsstrategie van bedrijven VOGON symposium 2011 Wim Pullen Center for People and Buildings 11 november 2011 2 3 Uit de symposium flyer 4 Blik op huisvestingsstrategie van bedrijven

Nadere informatie

Exploitatie van huisvesting

Exploitatie van huisvesting Syllabus Exploitatie van huisvesting Een inspirerende bundeling van theorie en praktijk, tips en ervaringen, kansen en bedreigingen. Inclusief artikelen over investeringen versus exploitatiekosten, vastgoedmanagement

Nadere informatie

Rechtbank Rotterdam 03 december 2015

Rechtbank Rotterdam 03 december 2015 Rijksvastgoedbedrijf Ministerie van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties Beeldkwaliteit Rechtbank Rotterdam 03 december 2015 Inleiding In dit beeldkwaliteitplan worden de ambities voor de verschijning

Nadere informatie

Werkomgeving: breinbreker of tevredenheidsgenerator? Op zoek naar data. Arbeidssatisfactie & Arbeidsproductiviteit

Werkomgeving: breinbreker of tevredenheidsgenerator? Op zoek naar data. Arbeidssatisfactie & Arbeidsproductiviteit Werkomgeving: breinbreker of tevredenheidsgenerator? Theo van der Voordt en Iris de Been Kenniswerkers ontlenen hun motivatie en plezier in het werk vooral aan interessant werk met waardevolle resultaten,

Nadere informatie

DE FYSIEKE WERKOMGEVING RIJK EERSTE ERVARINGEN EN LESSEN

DE FYSIEKE WERKOMGEVING RIJK EERSTE ERVARINGEN EN LESSEN DE FYSIEKE WERKOMGEVING RIJK EERSTE ERVARINGEN EN LESSEN Flexibele kantooromgeving en TPAW in de praktijk April 2016 Iris de Been Anne Marie Buis Dorieke den Hollander Fien Thoolen Colofon Dit onderzoek

Nadere informatie

De verbinding gelegd

De verbinding gelegd De verbinding gelegd Evaluatieonderzoek naar de activiteitgerelateerde werkomgeving van de Staforganisatie Dienstverlening BelastingTelefoon Sandra Brunia MSc Iris de Been MSc Center for People and Buildings

Nadere informatie

Organisatiegericht huisvesten

Organisatiegericht huisvesten Organisatiegericht huisvesten Ervaringen van de Belastingdienst Hans Pieter Stekelenburg Belastingdienst/Centrum voor facilitaire dienstverlening 19 september 2006 Onderwerpen Inleiding Organisatiegericht

Nadere informatie

VEILIGHEIDSREGIO > HNW > HUISVESTINGSLASTEN. Besparingen op huisvestingslasten ten gevolge van het nieuwe werken 02-04-15

VEILIGHEIDSREGIO > HNW > HUISVESTINGSLASTEN. Besparingen op huisvestingslasten ten gevolge van het nieuwe werken 02-04-15 VEILIGHEIDSREGIO > HNW > HUISVESTINGSLASTEN Besparingen op huisvestingslasten ten gevolge van het nieuwe werken AGENDA Inleiding Bezuiniging Huisvesting VR Het Nieuwe Werken Huisvestingslasten Besparing

Nadere informatie

Op weg naar Ortelius. Samenvatting op hoofdlijnen

Op weg naar Ortelius. Samenvatting op hoofdlijnen Op weg naar Ortelius Zoeken naar de elementen voor een nieuw huisvestingsconcept. Samenvatting op hoofdlijnen W. van der Klooster Drs. A. Hartjes Delft, november 2007 Dit onderzoek is uitgevoerd door:

Nadere informatie

Welkom Werkgeversontbijt Bereikbaar Haaglanden

Welkom Werkgeversontbijt Bereikbaar Haaglanden Welkom Werkgeversontbijt Bereikbaar Haaglanden Volg ons op @mobmakhaagland #BereikbaarHGL Astrid Homan Mobiliteitsmakelaar Haaglanden 1 Nieuwe partners Welkom 2 Pitch Martin Jansen Toogethr BEDRIJFSVOORDELEN

Nadere informatie

Partnership in de zorg: voor- en nadelen van een joint venture Tom Fransen en Erik Vrijhoeven

Partnership in de zorg: voor- en nadelen van een joint venture Tom Fransen en Erik Vrijhoeven Partnership in de zorg: voor- en nadelen van een joint venture Tom Fransen en Erik Vrijhoeven Congres 2011 Samenwerken aan FM www.factomagazine.nl Koploper & doorpakker UVIT HNW in Arnhem 2 Wat is Het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Ruimtenormen voor vergaderen

Ruimtenormen voor vergaderen Ruimtenormen voor vergaderen Onderzoek naar de bepaling van normen voor vergaderplekken en vergadercentra voor de FWR Evi De Bruyne Center for People and Buildings mei 2013 colofon Onderzoeker CfPB Evi

Nadere informatie

Werken in de Fysieke Werkomgeving Rijk

Werken in de Fysieke Werkomgeving Rijk Werken in de Fysieke Werkomgeving Rijk Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR) Vanaf 2020 werken alle rijksmedewerkers in een rijkskantoor dat volledig of gedeeltelijk volgens de FWR-kaders is ingericht. Kantoren

Nadere informatie

Verschillen Oude t.o.v. Nieuwe verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Borne Uit: Adviesrapport / Saxion.

Verschillen Oude t.o.v. Nieuwe verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Borne Uit: Adviesrapport / Saxion. Verschillen Oude t.o.v. Nieuwe verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Borne Uit: Adviesrapport / Saxion. 2.1 De verordening Zoals in de Inleiding van dit onderzoek al is vermeld is bij

Nadere informatie

vooral ook het management en HRM bij betrokken hoog op de agenda, omdat ze op zoek zijn

vooral ook het management en HRM bij betrokken hoog op de agenda, omdat ze op zoek zijn goed werken Ons nieuwe kantoor wordt een inspirerende ontmoetingsplek, waarbij we tijden plaatsonafhankelijk werken Klaas Bakker, Manager Facilities en Real Estate TenneT TSO B.V. Het nieuwe werken start

Nadere informatie

Activity wizard. Kennis over activiteitenpatronen van medewerkers. Marion Beijer. Center for People and Buildings 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20%

Activity wizard. Kennis over activiteitenpatronen van medewerkers. Marion Beijer. Center for People and Buildings 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% Activity wizard Kennis over activiteitenpatronen van medewerkers 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Profiel Marion Beijer Center for People and Buildings Maart 2011 colofon Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Over de informatie en participatie tijdens de voorbereiding en implementatie van het concept is de meerderheid tevreden. Tweederde is goed bekend met

Over de informatie en participatie tijdens de voorbereiding en implementatie van het concept is de meerderheid tevreden. Tweederde is goed bekend met Flexen in Forum Flex Een onderzoek naar de beleving van een innovatief kantoorconcept voor het Centrum voor Facilitaire Dienstverlening van de Belastingsdienst in Utrecht Auteurs: L. Volker, D.J.M. van

Nadere informatie

Research & Development. Pieter C. le Roux, Wim Pullen en Kees Gerritse

Research & Development. Pieter C. le Roux, Wim Pullen en Kees Gerritse Pieter C. le Roux, Wim Pullen en Kees Gerritse PARAP-levensduurkostenmodel (2) Onderbouwing van besluitvorming in een businesscase Het vorig artikel over het PARAP-levensduurkostenmodel door Gerritse et

Nadere informatie

Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR)

Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR) Factsheet Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR) 1. Afbakening, reikwijdte werking, samenhang Dit factsheet heeft betrekking op de kaders en normen voor rijkskantoren. Het behandelt de essentie van de Fysieke

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Kwaliteit en financiële prestaties van intramuraal vastgoed van VVT-organisaties. Onderzoek AAG en TU Delft

Kwaliteit en financiële prestaties van intramuraal vastgoed van VVT-organisaties. Onderzoek AAG en TU Delft Kwaliteit en financiële prestaties van intramuraal vastgoed van VVT-organisaties Onderzoek AAG en TU Delft September 2017 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Respondenten 4 3. Kwaliteitsaspecten 6 4. Investeringsintentie

Nadere informatie

PRESTATIEMETING VAN DE

PRESTATIEMETING VAN DE WERKOMGEVINGLeentje Volker en Theo van der Voordt BESLISSEN OP BASIS VAN GEGEVENS PRESTATIEMETING VAN DE Aan de overstap naar een innovatief kantoorconcept liggen vaak ambitieuze doelstellingen ten grondslag.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Haaglanden en Rijn Gouwe De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio en datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

UTS REALISEERT 75% REDUCTIE IN 11 JAAR MEDE DOOR SLIMME LOGISTIEK UTS DUURZAAMHEIDSVERSLAG UTS op weg naar een circulaire & inclusieve economie

UTS REALISEERT 75% REDUCTIE IN 11 JAAR MEDE DOOR SLIMME LOGISTIEK UTS DUURZAAMHEIDSVERSLAG UTS op weg naar een circulaire & inclusieve economie UTS REALISEERT 75% REDUCTIE IN 11 JAAR MEDE DOOR SLIMME LOGISTIEK UTS DUURZAAMHEIDSVERSLAG 2018 UTS op weg naar een circulaire & inclusieve economie DE ONTWIKKELING NAAR EEN STEVIGE BASIS VOOR EEN CIRCULAIRE

Nadere informatie

Rapportage Portfolioscan voor

Rapportage Portfolioscan voor Rapportage Portfolioscan voor in samenwerking met Datum: 9 oktober 2018 Besproken met: deelnemers ronde tafel Opgesteld door: John Langelaar Inleiding Binnen uw organisatie is de Ruysdael Portfolioscan

Nadere informatie

Handleiding. Haalbaarheidsanalyse. Technische informatie. - Internet Explorer vanaf versie 8. - Mozilla Firefox vanaf versie 13

Handleiding. Haalbaarheidsanalyse. Technische informatie. - Internet Explorer vanaf versie 8. - Mozilla Firefox vanaf versie 13 Handleiding Haalbaarheidsanalyse Technische informatie De door Vermogensdidact geleverde tools werken correct onder Windows met de browsers: - Internet Explorer vanaf versie 8 - Mozilla Firefox vanaf versie

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken bij SSR. 1 oktober 2013, Sarike Verbiest & Merle Blok

Het Nieuwe Werken bij SSR. 1 oktober 2013, Sarike Verbiest & Merle Blok Het Nieuwe Werken bij SSR 1 oktober 2013, & Merle Blok Inhoud 3-4 Toelichting op TNO onderzoek 5 Wat is HNW? 6 7 Steekproef 8-9 Conclusies 10-27 In hoeverre maken medewerkers gebruik van HNW mogelijkheden?

Nadere informatie

Habit@: de maat genomen

Habit@: de maat genomen Habit@: de maat genomen Een onderzoek naar het gebruik en de beleving van de huisvesting van Waterschap Rivierenland Drs. M. Maarleveld Drs. I. van Wagtendonk Delft, juni 2007 Dit onderzoek is uitgevoerd

Nadere informatie

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs

Handreiking. Schoolondersteuningsprofiel. Passenderwijs Handreiking Schoolondersteuningsprofiel Passenderwijs Het schoolondersteuningsprofiel is met de komst van passend onderwijs als verplicht document voor elke basisschool ingevoerd. In dit document beschrijft

Nadere informatie

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis?

Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? Wat vinden uw cliënten van de zorg thuis? onderzoek naar ervaringen met de zorg Opdrachtgever: dr. D.H.M. Frijters D.J. Homberg, MSc dr. H.C.M. Kamphuis drs. S.J.W. de Kroon drs. J.J.A. Stavenuiter drs.

Nadere informatie

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN 6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN INLEIDING Het Nieuwe Werken is in de afgelopen jaren op vele plekken geïntroduceerd om slimmer om te gaan met de beschikbare middelen binnen organisaties

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken is voor iedereen

Het Nieuwe Werken is voor iedereen Het Nieuwe Werken is voor iedereen Lessen uit 10 Best Practices 2010 Corporate Facility Partners Het Nieuwe Werken inhoud Korte Introductie Het Nieuwe Werken is voor iedereen Gefaseerde aanpak van Het

Nadere informatie

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen.

Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Inclusief IEDEREEN! Hoe het vertrouwen van de burger in de overheid te herstellen. Anita Hütten / T ik BV, Veghel 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen

Nadere informatie

Inconsistenties in KPMG onderzoek en rapportage

Inconsistenties in KPMG onderzoek en rapportage Inconsistenties in KPMG onderzoek en rapportage KPMG maakt in haar beoordeling van de financiele functie een onderscheid in: 1. Transactieverwerking 2. Rapportage en control 3. Beleidsondersteuning De

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1 VOORSTEL NIEUW DOMEIN A VAARDIGHEDEN 1.1 Doel en inhoud Dit domein omvat algemene en vakspecifieke vaardigheden die verkaveld zijn in de subdomeinen A1

Nadere informatie

Cognitieve prestaties in de werkomgeving. Atze Boerstra Kasper Janssen Wim Pullen

Cognitieve prestaties in de werkomgeving. Atze Boerstra Kasper Janssen Wim Pullen Cognitieve prestaties in de werkomgeving Atze Boerstra Kasper Janssen Wim Pullen Hebt u al zo n spiegel? Zo werkt het www.semeoticons.eu Gezondheid & vitaliteit zijn hot Het Nieuwe Werken was hot Waar

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zuid- en Oost-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Zuid- en Oost-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten

Nadere informatie

KANTOREN VERKOOP.NL. Grotestraat 341 WAALWIJK HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP VOOR MEER INFORMATIE BEL +31 (0)33 763 08 32.

KANTOREN VERKOOP.NL. Grotestraat 341 WAALWIJK HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP VOOR MEER INFORMATIE BEL +31 (0)33 763 08 32. Grotestraat 341 WAALWIJK HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP augustus 2013 Grotestraat 341, WAALWIJK Kwaliteiten Circa 2 minuten van rijksweg A12 Herontwikkelingspotentie Flexibel indeelbare vloeren

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht

De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Utrecht De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

SOM= Effectief en plezierig werken

SOM= Effectief en plezierig werken SOM= Effectief en plezierig werken 1 VRAGEN AAN U: Wordt in uw organisatie de werkplek effectief gebruikt? Zitten de collega s met een glimlach achter hun bureau? Vindt er bij u veel samenwerking tussen

Nadere informatie

EEN NIEUW TIJDPERK IN HET BEHEER VAN RUIMTES EN WERKPLEKKEN. Building intelligence

EEN NIEUW TIJDPERK IN HET BEHEER VAN RUIMTES EN WERKPLEKKEN. Building intelligence EEN NIEUW TIJDPERK IN HET BEHEER VAN RUIMTES EN WERKPLEKKEN Building intelligence ROOM MANAGEMENT HAALT MAXIMAAL RENDEMENT UIT ALLE RUIMTES BrightBooking Room Management is een online platform, waarmee

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Zeeland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling

De wijk nemen. Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties en overheid Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling De wijk nemen Een subtiel samenspel van burgers, maatschappelijke organisaties

Nadere informatie

KANTOREN VERKOOP.NL. Blekerssingel 1-5 AMERSFOORT HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP VOOR MEER INFORMATIE BEL +31 (0)33 763 08 32.

KANTOREN VERKOOP.NL. Blekerssingel 1-5 AMERSFOORT HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP VOOR MEER INFORMATIE BEL +31 (0)33 763 08 32. Blekerssingel 1-5 AMERSFOORT HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP augustus 2014 BLEKERSSINGEL 1-5, AMERSFOORT Kwaliteiten Volledige bezetting (single tenant) Langdurig verhuurd (6 jaar) Flexibel indeelbare

Nadere informatie

Evaluatie Werk en Onderwijsomgeving WSD-complex Februari 2014 Conclusies en een overzicht van de Resultaten Totaal en per gebouw

Evaluatie Werk en Onderwijsomgeving WSD-complex Februari 2014 Conclusies en een overzicht van de Resultaten Totaal en per gebouw Evaluatie Werk en Onderwijsomgeving WSD-complex Februari 2014 Conclusies en een overzicht van de Resultaten Totaal en per gebouw Yolanda Ikiz i.s.m. M. Aarts en C. Koetsier Faculteit Geesteswetenschappen

Nadere informatie

How to present online information to older cancer patients N. Bol

How to present online information to older cancer patients N. Bol How to present online information to older cancer patients N. Bol Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Dutch summary (Nederlandse samenvatting) Goede informatievoorziening is essentieel voor effectieve

Nadere informatie

Samenwerken in de werkomgeving. Voorstel voor een interactieve studie met praktische resultaten 2010-2011

Samenwerken in de werkomgeving. Voorstel voor een interactieve studie met praktische resultaten 2010-2011 Samenwerken in de werkomgeving Voorstel voor een interactieve studie met praktische resultaten 2010-2011 De uitdaging Samenwerking bestaat uit communicatie en concentratie. Het is een uitdaging om deze

Nadere informatie

Van meten tot weten. Totaaloplossingen voor werkplek en ruimtemanagement

Van meten tot weten. Totaaloplossingen voor werkplek en ruimtemanagement Van meten tot weten Totaaloplossingen voor werkplek en ruimtemanagement werkplekbezettings- en ruimtebenuttings Detectie In traditionele kantoor- en schoolomgevingen, waar iedereen een eigen werkplek of

Nadere informatie

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE

Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Workspace Design Onderzoeksopzet voor SOZAWE Datum: 16 december 2010 Ir. Jan Gerard Hoendervanger Docent-onderzoeker Lectoraat Vastgoed Kenniscentrum Gebiedsontwikkeling NoorderRuimte Hanzehogeschool Groningen

Nadere informatie

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Financiën helder en op orde

b Kerntaak gekoppeld aan het werkprogramma van het college Financiën helder en op orde gemeente Eindhoven Inboeknummer 12bst01585 Dossiernummer 12.38.651 18 september 2012 Commissienotitie Betreft startnotitie over Sturen met normen: domein 'flexibiliteit'. Inleiding Op 28 augustus is in

Nadere informatie

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar. Sweelinck & De Boer B.V., Den Haag 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm

Nadere informatie

Klantonderzoek: statistiek!

Klantonderzoek: statistiek! Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van

Nadere informatie

Opbouw van onderzoek & analyse

Opbouw van onderzoek & analyse Opbouw van onderzoek & analyse Aanpak De aanpak is pragmatisch en gericht op het analyseren en inventariseren van de kenmerken van de organisatie van werken, zonder dat de dagelijkse gang van zaken verstoord

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken, een haalbaar doel voor uw organisatie. Congres Over Het Nieuwe Werken, 18 november 2009

Het Nieuwe Werken, een haalbaar doel voor uw organisatie. Congres Over Het Nieuwe Werken, 18 november 2009 Het Nieuwe Werken, een haalbaar doel voor uw organisatie Congres Over Het Nieuwe Werken, 18 november 2009 even voorstellen Experts Jeroen Freijser MBA (manager Facility Management KPN) Anneke de Graaf

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Noord-Gelderland De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Noord-Gelderland datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken 111

Het Nieuwe Werken 111 Het Nieuwe Werken 111 Inleiding Het Nieuwe Werken De laatste jaren heeft Het Nieuwe Werken zich sterk ontwikkeld en veel bekendheid gekregen. Maatschappelijke ontwikkelingen als files, de balans tussen

Nadere informatie

KANTOREN VERKOOP.NL. Luifelstede 42-56 NIEUWEGEIN HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP VOOR MEER INFORMATIE BEL +31 (0)33 763 08 32.

KANTOREN VERKOOP.NL. Luifelstede 42-56 NIEUWEGEIN HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP VOOR MEER INFORMATIE BEL +31 (0)33 763 08 32. Luifelstede 42-56 NIEUWEGEIN HET ONLINE PLATFORM VOOR KANTORENVERKOOP augustus 2014 LUIFELSTEDE 42-56, NIEUWEGEIN Kwaliteiten Gelegen tegenover Sint Antonius ziekenhuis Op loopafstand van stadscentrum

Nadere informatie

Benodigde formatie Stichting Geynwijs Een toelichting op de berekening

Benodigde formatie Stichting Geynwijs Een toelichting op de berekening Benodigde formatie Stichting Geynwijs Een toelichting op de berekening 26 september 2017 Angela Liebregts MSc. Benodigde formatie Stichting Geynwijs Een toelichting op de berekening Inhoud Pagina 1. Toelichting

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Drenthe / Overijssel De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio Drenthe / Overijssel datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

Scenario s samenwerking in de regio

Scenario s samenwerking in de regio Scenario s samenwerking in de regio Opmerkingen vooraf: * Drie varianten naast elkaar gezet; 1. Gemeente blijft zelfstandig verder gaan; 2. Samenwerking BCH met 3D brede blik (dus vizier is vanuit gehele

Nadere informatie

IB-Governance bij de Rijksdienst. Complex en goed geregeld

IB-Governance bij de Rijksdienst. Complex en goed geregeld IB-Governance bij de Rijksdienst Complex en goed geregeld Even voorstellen Carl Adamse Even voorstellen Frank Heijligers Bestaat de Rijksdienst Ministeriële verantwoordelijkheid Grondwet art. 44 lid 1

Nadere informatie

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn

Quick scan programmabegroting. Bestuurlijk rapport. Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn Quick scan programmabegroting 2016-2019 Bestuurlijk rapport Goede aansluiting om te sturen en te controleren Rekenkamercommissie Alphen aan den Rijn 1 juni 2016 1 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders

Nadere informatie

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode

Zero Based Begroten. De andere kant van de kaasschaafmethode Zero Based Begroten De andere kant van de kaasschaafmethode Je moet de tijd nemen voor Zero Based Begroten, en je moet lef hebben Zero Based begroten legt een duidelijke relatie tussen de doelstellingen,

Nadere informatie

Briefadvies NVWA. 21 januari 2019

Briefadvies NVWA. 21 januari 2019 Briefadvies NVWA 21 januari 2019 Colofon ABDTOPConsult Muzenstraat 97 2511 WB DEN HAAG www.abdtopconsult.nl Hans van der Vlist ABDTOPConsult Dichtbij en onafhankelijk De consultants van ABDTOPConsult zijn

Nadere informatie

In 8 stappen naar bedrijfskundig FM. Van FM-specialist tot strategisch businesspartner

In 8 stappen naar bedrijfskundig FM. Van FM-specialist tot strategisch businesspartner In 8 stappen naar bedrijfskundig FM Van FM-specialist tot strategisch businesspartner Inhoud STAP 1. Maak een businessplan voor FM STAP 2. Zorg voor een optimale werkomgeving STAP 3. Zorg voor een flexibele

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

kantoorgebouw Arnhem deel de Toren

kantoorgebouw Arnhem deel de Toren kantoorgebouw Arnhem deel de Toren Proefproject opname volgens NEN 8021:2013 3-2-2014 Humac BV, info@humac.nl, 0636124040 1 Doel van de 8021-opname Het is een snelle en betrouwbare toets om te bepalen

Nadere informatie

Naar een duurzame school - een stappenplan - Kennis en regie schoolbesturen sleutelfactoren

Naar een duurzame school - een stappenplan - Kennis en regie schoolbesturen sleutelfactoren White Paper Naar een duurzame school - een stappenplan - Kennis en regie schoolbesturen sleutelfactoren Door: Jeroen Nollet Escoplan Barrel Ripper Matrix Onderwijshuisvesting Wim Fieggen Instituut Voor

Nadere informatie

Notitie: Business case de plaatsing van de Bloemendaalse servers. Concept: 25 april 2012 Bedrijfsbureau : Jan van de Straat Corsanummer:

Notitie: Business case de plaatsing van de Bloemendaalse servers. Concept: 25 april 2012 Bedrijfsbureau : Jan van de Straat Corsanummer: Notitie: Business case de plaatsing van de Bloemendaalse servers. Concept: 25 april 2012 Bedrijfsbureau : Jan van de Straat Corsanummer: 2012059072 Achtergronden: De achterliggende gedachte van deze notitie

Nadere informatie

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 Sparrenheuvel, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Zevende ronde ICT Benchmark Gemeenten 2011 3 1.2 Waarom

Nadere informatie

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten

April Effecten van salderen tussen handhavingspunten April 2006 Effecten van salderen tussen handhavingspunten Effecten van salderen tussen handhavingspunten Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart

Nadere informatie

Manifest onze manier van werken

Manifest onze manier van werken 6-11-2008 12:23 Manifest onze manier van werken De gemeente Lelystad ontwikkelt op dit moment de visie op haar toekomstige manier van werken. Hoe het stadhuis er na de renovatie uit komt te zien en ingedeeld

Nadere informatie

De Academische Werkplek

De Academische Werkplek De Academische Werkplek Proceedings van het Center for People and Buildings Sandra Brunia, Fien Thoolen, Marion Beijer, Jaap Hanekamp colofon Deze Proceedings is opgesteld door: Sandra Brunia MSc Fien

Nadere informatie

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation

Samenvatting. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Monitor Mediation Samenvatting Aanleiding Mediation is een vorm van geschilbeslechting waarbij een onafhankelijke neutrale derde, de mediator, partijen begeleidt om tot een oplossing te komen van hun onderlinge conflict.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond

De arbeidsmarkt voor leraren po Regio Rotterdam / Rijnmond De arbeidsmarkt voor leraren po 2015-2020 Regio / datum 16 maart 2015 auteurs dr. Hendri Adriaens dr.ir. Peter Fontein drs. Marcia den Uijl CentERdata, Tilburg, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit

Nadere informatie

Rechtbank Maastricht NOTITIE. 1. Inleiding. Gemeente Maastricht

Rechtbank Maastricht NOTITIE. 1. Inleiding. Gemeente Maastricht NOTITIE Rechtbank Maastricht Aan: T.a.v. Gemeente Maastricht Fred Sijben Van: Aeisso Boelman en Iris van Donselaar Datum: 29 september 2015 Onderwerp: Second opinion business case rechtbank Maastricht

Nadere informatie

Business case Digikoppeling

Business case Digikoppeling Business case Digikoppeling Versie 1.0 Datum 02/06/2014 Status Definitief Van toepassing op Digikoppeling versies: 1.0, 1.1, 2.0, 3.0 Colofon Logius Servicecentrum: Postbus 96810 2509 JE Den Haag t. 0900

Nadere informatie