Toevallige ontmoetingen met onbekenden in Amsterdam

Transcriptie

1 Toevallige ontmoetingen met onbekenden in Amsterdam Project: 7097 In opdracht van Stichting Paradiso Drs. Jolijn Broekhuizen Dr. Esther Jakobs Weesperstraat 79 Postbus VN Amsterdam 1000 AR Amsterdam Telefoon Fax Amsterdam, augustus 2007

2 Inhoud Inleiding 3 1 Contact leggen met onbekenden op straat 5 2 Leuke ontmoeting in het afgelopen jaar Meest voorkomende locaties Meest voorkomende situaties 10 3 Factoren die het contact met onbekenden beïnvloeden Gemakkelijk contact leggen Meer behoefte aan contact met onbekenden Contact met de buren Uithuizigheid Vervoersmiddelen in Amsterdam Potentie voor ontmoetingen met onbekenden Verschillende factoren met elkaar vergeleken 19 4 Enkele opvallende stadsdelen Stadsdeel Centrum Stadsdeel Osdorp Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer 22 5 Onderlinge verbanden Aandeel allochtonen en behoefte aan inter-etnisch contact Contact met onbekenden en kenmerken stadsdelen 24 Bijlage 1 25 Bijlage

3 Inleiding In september 2006 werd op initiatief van Paradiso de manifestatie Liefde in de stad georganiseerd. Het instituut Liefde in de Stad probeert op onorthodoxe wijze de liefde in de stad te bevorderen. In 2006 gebeurde dit onder meer door middel van performances en installaties die de liefde in de stad ten goede moesten komen. Een deel van de activiteiten vond plaats in de openbare ruimte. In 2007 organiseert Paradiso opnieuw een manifestatie, wederom deels door middel van kunst in de openbare ruimte. Het is de bedoeling dat de manifestatie een luchtig, origineel en creatief karakter krijgt, maar er zullen ook serieuze elementen aan bod komen. In dit kader is er aan de van de gemeente Amsterdam (O+S) gevraagd om onderzoek te doen naar de ontmoetingskans met onbekenden in Amsterdam. Een onderzoek naar ontmoetingen met onbekenden in Amsterdam sluit aan bij het thema liefde in de stad omdat uit deze ontmoetingen een sterker gevoel van solidariteit en cohesie onder de inwoners kan ontstaan. De gedachte hierachter is dat mensen zich prettig en thuis voelen in de stad, wanneer ze zo nu en dan op straat een leuk contact met een onbekende hebben. Ook kunnen deze ontmoetingen ervoor zorgen dat er nieuwe vriendschappen of misschien zelfs relaties ontstaan en leiden deze contacten er soms toe dat men meer buiten de eigen wereld treedt, zich mengt in nieuwe netwerken. De volgende vragen staan in het onderzoek centraal: 1. Hoe vaak komt men (toevallig) met onbekenden in contact? 2. Met wie en waar gebeurt dit meestal? 3. Welke factoren zorgen ervoor dat sommige mensen vaker ontmoetingen hebben met onbekenden in Amsterdam dan anderen? Het onderzoek is uitgevoerd onder de leden van het online panel van O+S 1. Van dat panel zijn in totaal Amsterdammers lid, die hebben aangegeven met enige regelmaat mee te werken aan onderzoek over Amsterdam. Van deze Amsterdammers hebben er de vragenlijst van dit onderzoek ingevuld. 1 Dit panel is geen precieze aftekening van de Amsterdamse bevolking. Daarom wordt er in dit rapport gesproken van respondenten of panelleden in plaats van over Amsterdammers. 3

4 4

5 1 Contact leggen met onbekenden op straat Van de panelleden heeft 18% zelden of nooit contact met mensen op straat die hij of zij niet kent, 50% heeft dat soms en 31% regelmatig of vaak. Respondenten uit de stadsdelen Centrum, Oud-West en ZuiderAmstel hebben relatief vaak contact met onbekenden, inwoners van Osdorp juist minder vaak (zie tabel 1). Tabel 1 Respondenten die veel contact hebben met onbekenden op straat, per stadsdeel, augustus 2007 % regelmatig of vaak contact met onbekenden 1 Centrum 39 2 ZuiderAmstel 38 3 Oud-West 38 4 Bos en Lommer 37 5 Oud-Zuid 35 6 Slotervaart 31 7 Amsterdam-Noord 30 8 Zuidoost 29 9 Oost/Watergraafsmeer De Baarsjes Geuzenveld-Slotermeer Westerpark Zeeburg Osdorp totaal 31 Panelleden uit éénoudergezinnen hebben vaker contact met onbekenden dan panelleden uit een andere type huishouden (50% vaak of regelmatig tegen 31% totaal). Van de panelleden die alleen wonen heeft 29% vaak of regelmatig ontmoetingen met onbekenden. Of men wel of geen kinderen heeft blijkt de frequentie van ontmoetingen met onbekenden niet te beïnvloeden. Vrouwelijke respondenten hebben vaker toevallige ontmoetingen met onbekenden dan mannelijke respondenten (37% regelmatig of vaak tegen 25%). Panelleden die een hoger inkomen hebben ontmoeten minder vaak onbekenden op straat dan panelleden met een lager inkomen. De grens ligt hierbij op een inkomen van euro per maand. Van de respondenten die meer dan euro per maand verdienen hebben er tussen de 28 en 30% regelmatig of vaak contact met onbekenden, van de respondenten met een maandsalaris onder de euro 36 tot 37%. Leeftijd blijkt licht van invloed te zijn op de 5

6 frequentie van ontmoetingen met vreemden. Oudere respondenten hebben iets vaker contact met onbekenden op straat dan jongeren. De respondenten hebben het meest vaak toevallige ontmoetingen met buurtbewoners (71%; zie tabel 2) 2. Ook ontstaat er regelmatig contact met toeristen, winkeliers en medereizigers in het OV (tussen de 31 en 39%). Slechts 9% van de respondenten heeft het meest vaak contact mannen/vrouwen die hij/zij aantrekkelijk vindt. Contact met daklozen en GVB personeel komt echter nog minder vaak voor (5 en 4%). Tabel 2 Top 10 mensen waarmee men toevallige ontmoetingen op straat heeft en de waardering van dit contact, augustus 2007 gemiddelde % contact waardering (1-10) 1 buurtbewoners toeristen/dagjesmensen winkeliers medereizigers in het OV kinderen ouderen medeweggebruikers horecapersoneel (over iets anders dan het noodzakelijke) mensen die hun hond uitlaten mannen/vrouwen die ik aantrekkelijk vind (flirten) Respondenten uit de verschillende stadsdelen hebben in verschillende mate contact met bepaalde groepen onbekenden. Zo hebben respondenten uit Zeeburg en Oud-Zuid vaker contact met onbekenden voor een flirt, dan bijvoorbeeld respondenten uit Bos en Lommer of ZuiderAmstel (15 en 14% tegen beide 5%). Uit een extra analyse blijkt dat er tussen het aandeel respondenten dat vaak flirt in een stadsdeel en het aandeel alleenstaanden in een stadsdeel een vrij sterke relatie bestaat (Pearson Correlatie 3.40 p=.16). Hoe meer alleenstaanden er in een stadsdeel wonen, hoe vaker flirten de respondenten uit dat stadsdeel 4. Panelleden uit de stadsdelen Centrum en de Baarsjes hebben vaker contact met toeristen (57 en 46% tegen 38% gemiddeld). Toevallige ontmoetingen met ouderen hebben vooral de respondenten die in de stadsdelen Geuzenveld-Slotermeer en Slotervaart wonen (31 en 32% tegen 17% totaal). De contactfrequentie met kinderen op straat is het laagst voor respondenten die in de stadsdelen Centrum en Westerpark wonen en het hoogst voor inwoners van Bos en Lommer (11 en 10% tegen 32%). Vooral 2 De respondenten mochten maximaal 3 groepen onbekenden kiezen waarmee ze het meest vaak op straat contact hebben. 3 Een Pearson Correlatie is maximaal 1 (100% samenhang). 4 Door het kleine aantal waarnemingen (N=14), is de kans groter dat er geen significante correlatie wordt gevonden (een p-waarde van onder de.05). De p-waarde is inderdaad.16, waardoor het verband niet significant wordt genoemd; er bestaat 16% kans dat de relatie tussen alleenstaanden en flirten op toeval berust. 6

7 panelleden uit Zeeburg, Bos en Lommer, Amsterdam Noord en Zuidoost hebben vaak ontmoetingen met medereizigers in het openbaar vervoer (44, 39, 44 en 40 tegen 31% gemiddeld). Dit is juist minder het geval bij respondenten uit Osdorp (19%). Respondenten uit de Baarsjes hebben zelden contact met hondenuitlaters, respondenten uit Zuidoost hebben dit juist wel vaak (respectievelijk 1 en 18%). Vooral panelleden uit de stadsdelen Centrum, Oud-West en de Baarsjes hebben vaak contact met andere weggebruikers (20, 18, 18% tegen 14% gemiddeld) en tenslotte hebben respondenten uit Zeeburg en de Baarsjes vaker dan de andere respondenten ontmoetingen met horecapersoneel die verder gaan dan het gebruikelijke contact (beide 19% tegenover 11% totaal; tabel 3). Tabel 3 Contact met groepen onbekenden op straat in Amsterdam, naar stadsdeel, augustus 2007 % flirten % daklozen % toeristederen % ou- % kinderen % reizigers % hond- % weggebrubewo- % buurtuitlaters kers ners % winkeliers % horeca pers. % GVB Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel totaal De ontmoetingen met buurtbewoners worden gemiddeld het meest gewaardeerd (gemiddeld een 7.5), de ontmoetingen met medeweggebruikers en mensen die hun hond uit laten (beide een 5.3; zie tabel 2) en met daklozen (4.8, staat niet in de tabel) het minst. Opvallend, is dat flirtende mensen slechts een 6.6 als waardering krijgen. Wanneer nader naar de cijfers wordt gekeken, blijkt dat het niet het geval is dat sommigen heel positief zijn over flirten en anderen juist niet van deze contacten gediend zijn, dan zouden namelijk vooral de cijfers 1-3 en 8-10 het meeste gekozen zijn. De cijfers die wel het meeste gegeven zijn, zijn een 5 (11%), een 7 (21%), een 8 (21%) en een 9 (12%). Ontmoetingen met daklozen, medeweggebruikers en hondenuitlaters worden door de respondenten vaker onvoldoende gewaardeerd dan ontmoetingen met andere groepen. 59% van de respondenten geeft de contacten met daklozen een onvoldoende (een 5 of lager), 52% de medeweggebruikers en 49% de hondenuitlaters. Ook ontmoetingen met 7

8 GVB-personeel, mannen/vrouwen die de respondent aantrekkelijk vindt, medereizigers in het OV, horecapersoneel, toeristen, kinderen en ouderen worden regelmatig negatief beoordeeld door de respondenten (21-34% geeft die ontmoetingen een onvoldoende; tabel 4). Tabel 4 Top 10 van contact met onbekenden op straat met een negatieve waardering, augustus 2007 % onvoldoende waardering (1-5) 1 daklozen 59 2 medeweggebruikers 52 3 hondenuitlaters 49 4 GVB personeel 34 5 mannen/vrouwen die ik aantrekkelijk vind (flirten) 28 6 medereizigers OV 27 7 horecapersoneel 27 8 toeristen/dagjesmensen 25 9 kinderen ouderen 21 8

9 2 Leuke ontmoeting in het afgelopen jaar Het panel is gevraagd om één leuke ontmoeting met een onbekende in het afgelopen jaar te beschrijven. Hierbij is ook gevraagd aan te geven waar in Amsterdam deze ontmoeting heeft plaatsgevonden. De antwoorden op deze laatste vraag variëren nogal. Sommige respondenten noemen een straatnaam, anderen een stadsdeel en weer anderen een locatie, zoals in het zwembad, op het station, etc. Zover mogelijk zijn de genoemde locaties herleid tot een stadsdeel. Hieruit blijkt dat je voor leuke ontmoetingen verreweg het beste terecht kan in het stadsdeel Centrum (39%). Het stadsdeel Centrum wordt op grote afstand gevolgd door de stadsdelen Oud-Zuid (17%), Oost/Watergraafsmeer (8%) en Oud-West (5%; zie ook het kaartje die wordt nog toegevoegd). Tabel 5 Top 10 meest genoemde locaties voor een leuke ontmoeting met een onbekende, augustus 2007 aantal keer genoemd % van alle genoemde locaties 1 in de eigen straat of buurt in het openbaar vervoer in het café of op het terras in het Vondelpark of Westerpark in het centrum in de supermarkt op de Prinsengracht op de markt (Albert Cuyp en Dappermarkt) op de Dam Noord Meest voorkomende locaties Enkele locaties worden opmerkelijk vaak genoemd. Leuke ontmoetingen met onbekenden vinden het meest plaats in de eigen woonbuurt (97 keer genoemd 5 ) Ook in het openbaar vervoer 6 maakt men veel kans op contact met een onbekende (74 keer genoemd). 5 Behalve opmerkingen als in mijn buurt zijn hier ook buurten meegeteld wanneer ze hetzelfde zijn als de woonbuurt. Hierdoor kan er wel overlap plaatsvinden tussen de verschillende categorieën in tabel 2. Zo kan iemand een onbekende op de Prinsengracht ontmoet hebben (hiervoor wordt hij opgenomen bij de 8 e optie: Op de Prinsengracht ), maar tevens in de woonbuurt waar de Prinsengracht zich bevindt wonen (A06), waardoor hij ook wordt opgenomen bij in de eigen straat of buurt. 58 maal vond de ontmoeting in de eigen buurt plaats, zonder dat ze als antwoord in de eigen buurt beantwoord hebben, 39 keer antwoordde men wel: in mijn eigen buurt, in mijn straat, voor de deur o.i.d. 6 Op het (centraal) station, in de bus, tram, trein, metro, op de pont etc. 9

10 Hetzelfde geldt voor in cafés en op terrassen en in de verschillende parken (beide 27 keer). Verder worden het centrum, de supermarkt, verschillende markten (Dappermarkt, Albert Cuyp), de Prinsengracht, de Dam, de Amstel en stadsdeel Amsterdam Noord vaak genoemd. 2.2 Meest voorkomende situaties Veel leuke ontmoetingen vinden plaats met toeristen (80 keer genoemd, 15%; tabel 6). Vaak ontstaan deze doordat de respondenten de toeristen de weg wijzen of doordat ze geïnteresseerd zijn in het huis van de respondent. Zo schetst een panellid: Amerikaanse toeristen stonden naar ons huis te kijken. Ik heb ze uitgenodigd om ook een oud huis van binnen te zien. Was grappig en leuk en uitgewisseld. Een Italiaanse familie die de Gaasperplas camping zocht. Zij konden geen Engels en ik geen Italiaans. Toen heb ik mijn auto gepakt en ben voor ze uit gereden. Bij de camping werd ik bijna dood geknuffeld en met kussen bedankt, geweldig. Ook ontstaan veel leuke contacten doordat men iemand helpt op straat (69 keer genoemd, 13%). Hierbij enkele voorbeelden: Fietsend over de Prinsengracht "belde" ik een paar toeristen opzij met mijn nieuwe fietsbel. Een andere jonge vrouw die naast mij fietste zei dat ze baalde dat zij geen bel had. Stomtoevallig had ik een nog bel in mijn handtas (wou ik iemand kado doen) en die heb ik toen aan haar gegeven. We hebben nog een praatje gemaakt en vervolgden allebei bellend onze weg. Een man die van achter het centraal station naar de voorkant moest maar niet kon lopen en z n rollator was vergeten. Heb m achterop de fiets gezet en door het station heen gerend. Hij vond dat erg leuk. Tabel 6 Top 10 meest genoemde situaties waarin men contact legt met een onbekende, augustus 2007 aantal keer genoemd % van alle genoemde situaties 1 toerist de weg wijzen/een leuk praatje maken met een toerist iemand op straat ergens mee helpen ook een (hond/kind/tas van het merk etc.) zomaar een praatje met een buurtgenoot een compliment van iemand op straat krijgen zomaar een praatje met een andere OV reiziger flirten zomaar een praatje met een winkelier gedeelde smart (regen/tramvertraging etc.) zomaar een praatje met een dakloze

11 Een mevrouw bij de Dirk van den Broek zag dat ik geen 50 cent los in mijn portemonnee had (en ik stond met 3 kinderen daar). Zij gaf spontaan mij haar karretje en we praatten wat. Daarna heb ik het karretje weer aan iemand anders gegeven. Er komen ook geregeld leuke ontmoetingen tot stand door een gelijkenis, bijvoorbeeld doordat men ook een hond of een kind heeft, of doordat hij/zij ook een tas van een bepaalde designer heeft (48 keer genoemd, 9%). Zo vertelt een panellid: Door onze hond ontmoet je regelmatig mensen. Vooral ouderen vinden haar erg leuk. Een Heidewachtel zag je vroeger meer dan tegenwoordig en dat vertederd ze denk ik. Altijd wel een praatje. 38 keer worden leuke ontmoetingen met buren beschreven (7%). Een voorbeeld hiervan: Dagelijks ontmoet ik op mijn route naar de school van de kinderen, leuke vriendelijke mensen die hun hond uitlaten of op weg naar hun werk zijn. Het maakt de dagelijkse beslommeringen heel gezellig! Het gevolg is, dat de kinderen wel eens te laat op school komen, omdat mama haar pas aangeroerde contacten heftig onderhoudt (vindt zij gezellig) en zo haar hand dagelijks de nodige begroetingen toe wuift. Ik kan van al die ontmoetingen niet een speciaal benoemen; elk contact is bijzonder en uniek in de situatie zoals deze ontstaat. Ach, een Amsterdamse in hart en nieren zullen wij maar zeggen... Ook het uitdelen van complimenten is vaak een aanleiding voor een leuk contact (34 keer genoemd, 6%). Zo schetst een respondent: Ik liep langs een mevrouw en zij gaf mij een compliment, waarna we even van gedachten wisselden over vriendelijkheid op straat. Er worden ook geregeld leuke contacten gelegd met reizigers in het openbaar vervoer (28 keer, 5%). Zo vertelt een moeder: Mijn zoontje van 6 zat in de tram tegenover een jongetje van zijn leeftijd. Hij vroeg aan dat jongetje of hij zijn tanden al aan het wisselen was. Dat jongetje was met zijn vader en wij glimlachten af en toe naar elkaar vanwege het gesprek tussen de twee jongetjes. Ook andere mensen in de tram zaten te genieten. De panelleden noemen 22 keer een leuke flirtontmoeting. Zo vertelt een respondent: Een flirt op de fiets met een fietsende dame waardoor wij beiden ten val kwamen.. Ook met winkeliers worden soms leuke praatjes gemaakt (17 keer, 3%). Zo vertelt een panellid bijvoorbeeld: De slager, die me de derde keer dat ik hem zie rondleidt door zijn werkruimte en langs de apparaten daarin 11

12 Wanneer respondenten dezelfde smart hebben, bijvoorbeeld vertraging in de metro of een harde regenbui, dan ontstaan er ook wel eens leuke ontmoetingen. Een respondent schetst het volgende: Als er iets mis is met het openbaar vervoer wordt het al gauw feest in een Amsterdamse tram. Tenslotte geven 14 respondenten aan, dat ze in het afgelopen jaar een leuke ontmoeting met een dakloze hebben gehad. Een voorbeeld hiervan: Dakloze die kleding aan had die wij aan de opvang hadden gegeven! 12

13 3 Factoren die het contact met onbekenden beïnvloeden Er kunnen verschillende factoren zijn die beïnvloeden waarom de ene respondent vaker dan de andere respondent contact heeft met onbekenden op straat. Er wordt in dit onderzoek naar zes mogelijke factoren gekeken. 1. Hoe gemakkelijk is men in het leggen van contact met onbekenden? 2. Heeft men behoefte aan meer contact met onbekenden? 3. Heeft men goed contact met de buren? 4. In hoeverre is men uithuizig (is men weg van huis voor andere zaken dan werk? 5. Met welk vervoersmiddel verplaatst men zich door Amsterdam? 6. Hoe hoog schat men de potentie tot het in contact komen met onbekenden in? 3.1 Gemakkelijk contact leggen Er zijn de respondenten vijf stellingen voorgelegd waarmee vastgesteld kan worden hoe gemakkelijk men contact legt met onbekenden: ik maak gemakkelijk contact met onbekenden (58% mee eens), ik word regelmatig door onbekenden op straat aangesproken (43% mee eens), ik denk dat andere mensen echt niet op een praatje met mij zitten te wachten (16% mee eens) ik maak moeilijk contact met iemand die ik niet (zo goed) ken (19% mee eens) en als ik contact heb met iemand die ik niet (zo goed) ken, ligt het initiatief meestal bij mij' (23% mee eens). Vooral panelleden uit de stadsdelen Centrum, Zuidoost en ZuiderAmstel maken vaak makkelijk contact met onbekenden (64-67% tegen 58% gemiddeld). In de stadsdelen Amsterdam-Noord en Geuzenveld-Slotermeer rapporteren de respondenten dit juist minder vaak (47 en 45%). Vooral respondenten uit stadsdeel Centrum worden regelmatig door onbekenden aangesproken (52%), respondenten uit Geuzenveld-Slotermeer juist niet (18%). Er zijn ook vrij grote verschillen tussen de respondenten uit de verschillende stadsdelen over de stelling: ik denk dat andere mensen echt niet op een praatje met mij zitten te wachten. Zo is slechts 9% van de respondenten uit Oud-West, 11% van de respondenten uit Centrum en 13% uit Westerpark het eens met deze stelling, terwijl meer dan een kwart van de panelleden uit Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp en Slotervaart denken dat andere mensen geen behoefte hebben aan een praatje met hen (respectievelijk 26, 34 en 26%). Panelleden uit Geuzenveld-Slotermeer maken vaker moeilijk contact met onbekenden dan de andere panelleden (29 tegen 19% gemiddeld), panelleden uit Bos en Lommer juist iets minder vaak (12 tegen 19% gemiddeld), 13

14 In stadsdeel Centrum hebben de respondenten het meest het gevoel dat het initiatief tot contact van henzelf kwam (43%), in de Baarsjes denken de respondenten dat juist minder vaak (18%). Aan de hand van de vijf stellingen die hiervoor beschreven zijn, is een maat vastgesteld waaruit naar voren komt hoe gemakkelijk men contact legt met onbekenden 7. 41% van de respondenten scoort positief op deze maat, wat wil zeggen dat zij het gemakkelijk vinden om contact met vreemden te maken. Dit geldt vooral voor inwoners van de stadsdelen Centrum, Oud-West, Zuidoost en ZuiderAmstel (43-50% positief). Respondenten uit Amsterdam Noord en uit Geuzenveld-Slotermeer scoren juist minder vaak positief op de ontmoetingsmaat (33 en 27% positief). Er is geen verschil in de score op de ontmoetingsmaat tussen respondenten met een verschillende leeftijd of met een verschillend inkomen. Vrouwen scoren wel vaker positief op de maat dan mannen (48 tegen 34%). Zij zeggen dus makkelijker in contact te komen met onbekenden op straat. Eerder bleek al dat vrouwen ook daadwerkelijk vaker dat soort ontmoetingen hebben dan mannen. Er blijkt ook, niet verrassend, een (sterke) samenhang te zijn tussen het gemakkelijk contact kunnen maken met onbekenden en het daadwerkelijk contact hebben met onbekenden Meer behoefte aan contact met onbekenden Er is de respondenten gevraagd of ze meer ontmoetingen zouden willen met mensen die ze niet (zo goed) kennen en met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond. 43% zou wel meer ontmoetingen met onbekenden willen hebben (16% niet, 53% neutraal) en 46% zou wel meer ontmoetingen willen hebben met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond (13% niet, 24% neutraal). Er zijn dus iets meer respondenten die met beide groepen nauwelijks of niet meer contact willen dan respondenten die juist meer contact willen. Vooral inwoners van Geuzenveld-Slotermeer willen meer toevallige ontmoetingen met onbekenden (55%), inwoners van Amsterdam-Noord juist wat minder vaak (27%). Wat betreft de inter-etnische contacten, hebben bewoners van Bos en Lommer vaker behoefte aan meer contact (59%), bewoners van Osdorp en Zuidoost juist minder vaak (39 en 38%). Vrouwen geven minder vaak aan dat ze wel meer contact willen met mensen die ze niet (zo goed) kennen dan mannen (39 tegen 47%). Verder zeggen respondenten onder de 40 jaar vaker dan respondenten boven de 40 jaar dat ze meer contacten met onbekenden en meer contact met mensen van een andere etnisch-culturele achtergrond willen hebben 7 De derde en vierde stelling zijn omgecodeerd omdat ze negatief geformuleerd zijn. Cronbach s alfa van de schaal met deze vijf stellingen is.74. Een gemiddelde score van 3.5 of meer staat voor gemakkelijk contact maken (likert schaal 1-5). 8 Pearson correlatie is.51 (p<.01). 14

15 (49 en 52 tegen 41 en 44%). Er is geen verschil in de behoefte aan contact tussen respondenten met een verschillend inkomen. Respondenten die zeggen dat ze wel meer contact met onbekenden zouden willen hebben, hebben op dit moment niet vaker of minder vaak ontmoetingen met onbekenden dan andere respondenten 9. Maar, panelleden die aangeven dat ze meer contact willen hebben met mensen van een andere etnisch-culturele achtergrond hebben op dit moment wel vaker contact met onbekenden op straat (35 tegen 27% regelmatig of vaak contact). 3.3 Contact met de buren Om de mate van contact met de buren te meten, is de respondenten gevraagd in hoeverre ze het eens zijn met de stellingen: ik verzorg de planten en/of huisdieren van mijn buren als ze op vakantie zijn en ik ken meerdere buren van naam. 57% van de respondenten zegt de planten en/of huisdieren van de buren te verzorgen als ze op vakantie zijn en 87% zegt meerdere buren van naam te kennen. Dit beide is bij bewoners van de Baarsjes minder dan gemiddeld het geval (42 en 77%). In de stadsdelen Amsterdam-Noord en Zeeburg verzorgt men iets vaker de plantjes/huisdieren (65 en 64% tegen 57% gemiddeld), in de stadsdelen Centrum en ZuiderAmstel kent men vaker de namen van meerdere buren (94 en 92 tegen 87% totaal). Panelleden met een hoger inkomen verzorgen veel vaker de plantjes/huisdieren en kennen vaker meerdere buren van naam dan panelleden met een lager inkomen. 62% van de respondenten in de hoogste inkomenscategorie (hoger dan euro per maand) verzorgt de plantjes/ huisdieren van de buren en 91% kent de namen van meerdere buren, tegen respectievelijk 40 en 77% van de respondenten uit de laagste inkomenscategorie (lager dan 700 euro per maand). Er zijn ook verschillen tussen respondenten van verschillende leeftijden. Oudere panelleden verzorgen vaker de plantjes/huisdieren van de buren en kennen vaker meerdere buren van naam dan de jongere panelleden. Vrouwen hebben ook meer contact met de buren dan mannen, al zijn de verschillen niet zo groot: 60 tegen 54% verzorgt plantjes/huisdieren en 89 tegen 86% kent meerdere namen van buren. Tenslotte komen er nog enkele verschillen in contact met de buren naar voren tussen panelleden uit verschillende typen huishoudens. Gezinnen met kinderen en samenwonende stellen verzorgen vaker de plantjes/huisdieren en kennen vaker meerdere buren van naam dan alleenwonenden (58-61% tegen 48% en 88-91% tegen 84%). 3.4 Uithuizigheid De meeste panelleden zijn vaak uithuizig (weg van huis voor andere zaken dan werk): 72% van hen zegt regelmatig of vaak weg te zijn. Respondenten uit de stadsdelen Westerpark en Zeeburg zijn iets vaker uithuizig dan de andere respondenten (79 en 82% regelmatig of vaak uithuizig), panelleden uit Oud-West, Geuzenveld-Slotermeer en Zuidoost iets minder vaak (65, 64 en 60%). 9 Er is dus geen verband tussen vaak toevallige ontmoetingen hebben en meer van dat soort ontmoetingen willen. 15

16 Er is geen verschil in de mate van uithuizigheid tussen respondenten met een verschillende huishoudsamenstelling (bijvoorbeeld tussen samenwonenden of alleenwonenden). En ook de hoogte van het inkomen of het hebben van kinderen heeft geen invloed op de mate van uithuizigheid. Leeftijd en geslacht hebben echter wel een invloed op de uithuizigheid. Naarmate respondenten ouder worden, zijn ze, niet verrassend, steeds minder uithuizig. Het percentage dat uithuizig is loopt terug van 87 naar 60% (van de leeftijdscategorie t/m 18 jaar naar de categorie 60 jaar en ouder). Vrouwen blijken verder meer uithuizig te zijn dan mannen (75 tegen 68% is vaak uit huis). Panelleden die vaker uit het huis zijn, komen, niet verrassend, vaker in contact met onbekenden op straat, dan panelleden die minder uithuizig zijn (35% tegen 22% regelmatig of vaak). Uithuizige respondenten hebben vooral vaker toevallige ontmoetingen met toeristen (42 tegen 31%), weggebruikers (16 tegen 11%), buurtbewoners (76 tegen 68%) en zelfs bijna dubbel zo vaak met horecapersoneel (13 tegen 7%; tabel 7). Tabel 7 Contact met groepen onbekenden op straat in Amsterdam, naar uithuizigheid, augustus 2007 % flirten % daklozen % toeristederen % ou- % kinderen % reizigers % hond- % weggebrubewo- % buurtuitlaters kers ners % winkeliers % horeca pers. % GVB niet vaak uithuizig vaak uithuizig totaal Vervoersmiddelen in Amsterdam De respondenten bewegen zich op de fiets door Amsterdam (65%), maar ook met de auto (9%), met het OV (13%) of lopend (10%). In Amsterdam-Noord, Osdorp en Zuidoost fietsen de inwoners beduidend minder vaak dan in de andere stadsdelen (33 tot 35%). Dit wordt vermoedelijk veroorzaakt doordat deze stadsdelen zich verder van het stadscentrum bevinden. In deze stadsdelen wordt vaker de auto gebruikt dan in de andere stadsdelen (21, 28 en 23%). In Geuzenveld-Slotermeer en Zuidoost wordt vaker dan in andere wijken met het openbaar vervoer gereisd (31 en 32% tegen 13% totaal) en in het Centrum loopt men juist vaker (18 tegen 10% totaal). Respondenten met kinderen bewegen zich vaker op de fiets door Amsterdam dan stellen zonder kinderen en alleenwonenden (beide 73% tegen 60 en 62%). In een huishouden met twee of meer volwassenen met kinderen wordt minder vaak het openbaar vervoer gebruikt (8 tegen 13% totaal). Panelleden zonder kinderen gaan vaker lopend door Amsterdam dan ouders met kinderen (12 tegen 6%). Respondenten met een hoger inkomen gaan vaker met het openbaar vervoer en de auto, terwijl respondenten met lagere inkomens juist vaker lopen en fietsen. Vrouwelijke panelleden fietsen vaker dan de man door Amsterdam, de man loopt vaker en rijdt vaker met de auto. Hoe ouder de respondenten worden, des te minder vaak verplaatsen ze zich door Amsterdam met de 16

17 fiets. Naarmate ze ouder worden, gaan ze vaker lopend, met de auto of met het openbaar vervoer. Vooral panelleden die meestal lopend door Amsterdam bewegen, komen vaak/regelmatig in contact met onbekenden op straat (40% regelmatig/vaak tegen 31% allen). De ontmoetingskans is kleiner voor mensen die met de auto en het openbaar vervoer door Amsterdam reizen (22 en 25% regelmatig/vaak contact). Dit laatste is verrassend, omdat we eerder gezien hebben dat medereizigers in het openbaar vervoer de vierde positie innemen van groepen onbekenden met wie men op straat meestal toevallig contact heeft. En ook bij de leukste ontmoetingen wordt het openbaar vervoer vaak als ontmoetingsplek genoemd. Uit een extra analyse blijkt, dat 54% van de mensen die meestal met het openbaar vervoer reizen, medereizigers noemt wanneer gevraagd wordt met wat voor onbekenden zij in contact komen. Dit percentage ligt een stuk lager voor mensen die zich meestal op een andere wijze door Amsterdam vervoeren (29% en lager). Dat de totale ontmoetingsfrequentie met vreemden bij openbaar vervoerreizigers dan toch lager ligt dan voor diegenen die meestal lopen, komt doordat de ov-reizigers minder in contact komen met andere groepen onbekenden, namelijk: mensen waarmee ze flirten, buurtbewoners, daklozen en hondenuitlaters. 3.6 Potentie voor ontmoetingen met onbekenden De panelleden geven de stad een 7.4 (op een schaal van 1 tot 10) voor de potentie die het bezit voor ontmoetingen met onbekenden. Dit cijfer ligt lager voor de buurt waarin zij wonen (6.8). De potentie tot contact met onbekenden in de eigen buurt wordt dus lager geschat dan de potentie tot contact in de hele stad. Inwoners van het stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer geven lagere rapportcijfers voor de potentie voor ontmoetingen met onbekenden in heel Amsterdam en in de eigen buurt dan de andere inwoners. In het stadsdeel Centrum wordt deze potentie juist groter beoordeeld (tabel 8). De verschillen tussen het rapportcijfer voor heel Amsterdam en het rapportcijfer voor de eigen buurt zijn het kleinst in de stadsdelen Centrum, Westerpark, Oud-West en Oud- Zuid. Dit komt doordat respondenten uit deze stadsdelen hun woonbuurt een hoger cijfer geven dan respondenten uit andere stadsdelen. Zij verwachten niet dat de kans op contact met onbekenden in de rest van Amsterdam groter is dan in hun eigen woonbuurt. 17

18 Tabel 8 Rapportcijfer voor de potentie voor ontmoetingen met onbekenden in Amsterdam en in de buurt, per stadsdeel. rapportcijfer heel Amsterdam rapportcijfer buurt Centrum Oost/Watergraafsmeer Oud-West Zeeburg Zuidoost Amsterdam-Noord Oud-Zuid Bos en Lommer Westerpark ZuiderAmstel Slotervaart De Baarsjes Osdorp Geuzenveld-Slotermeer totaal Respondenten die alleen wonen, geven een iets lager rapportcijfer voor de potentie om in Amsterdam of in de eigen buurt onbekenden te ontmoeten, dan de respondenten die een andere huishoudsamenstelling hebben (7.2 en 6.5 tegen 7.4 en 6.8 gemiddeld) en panelleden die een kind hebben, geven iets vaker een hoger rapportcijfer voor de ontmoetingskans met onbekenden dan gemiddeld (7.6 en 6.9). Respondenten uit de hoogste en laagste inkomensklasse (meer dan euro en minder dan 700 euro per maand) geven een hoger cijfer dan de andere respondenten voor de ontmoetingspotentie met vreemden in de stad en in de eigen buurt (7.6, 7.7 en beide 7.1 tegen 7.4 en 6.8). Dit is opmerkelijk omdat we eerder gezien hebben dat respondenten die meer dan euro verdienen veel minder vaak contact hebben met onbekenden op straat dan respondenten die minder verdienen. De respondenten uit de hoogste inkomenscategorie schatten de potentie tot contact dus hoog, maar hebben zelf niet daadwerkelijk meer contact. Vrouwen schatten beide ontmoetingskansen hoger in dan mannen (7.5 voor de stad en 7.0 voor de eigen buurt tegen 7.3 en 6.6). Dit is overeenkomstig het gegeven dat ze ook vaker contact hebben met onbekenden. Respondenten van verschillende leeftijden zien ongeveer evenveel potentie tot het ontmoeten van vreemden in Amsterdam en de eigen buurt. Respondenten die hogere cijfers voor de potentie tot ontmoetingen met onbekenden geven, zeggen ook vaker dat ze gemakkelijk contact leggen met onbekenden en ze doen dit ook daadwerkelijk vaker Pearson correlaties tussen de.26 en.31 (p<.01). 18

19 3.7 Verschillende factoren met elkaar vergeleken Hiervoor is nagegaan welke groepen respondenten vaker contact met onbekenden op straat hebben dan anderen. Hieruit is bijvoorbeeld naar voren gekomen dat respondenten die gemakkelijker contact met anderen leggen en die de potentie tot contact hoger schatten, vaker contact met onbekenden hebben. Er wordt nu gekeken welke van deze factoren het meest het contact met onbekenden beïnvloedt 11. Hierbij wordt ook gekeken naar enige achtergrondkenmerken die ook reeds aan bod zijn gekomen, zoals stadsdeel, huishoudsamenstelling, sekse, inkomen en leeftijd. 35% van het contact met onbekenden op straat valt te verklaren door de factoren die in het regressiemodel zijn opgenomen. De belangrijkste factor is het gemakkelijk leggen van contact. Panelleden die zeggen dat ze gemakkelijk contact leggen, doen dit ook daadwerkelijk vaker 12. De rapportcijfers die gegeven zijn aan de potentie die de stad en woonbuurt hebben voor contact met vreemden spelen ook een rol. Hoe hoger de potentie wordt geschat, hoe meer contact er ook daadwerkelijk is 13. Ook de mate van uithuizigheid is van invloed op de contactfrequentie met onbekenden. Respondenten die vaker uithuizig zijn, ontmoeten vaker onbekenden op straat 14. Het inkomen speelt ook een belangrijke rol. Hoe hoger het inkomen, des te minder contact men met onbekenden op straat heeft 15. Tenslotte is er nog een klein effect van leeftijd op de ontmoetingsfrequentie. Respondenten die ouder zijn, ontmoeten iets vaker vreemden op straat 16. Het meest gebruikte vervoersmiddel, contact met de buren, geslacht, het wel of niet een kind hebben en het wel of niet meer contact met onbekenden willen hebben, zijn alle niet van invloed op de mate van contact met onbekenden. Er blijken verder ook geen significante verschillen te zijn tussen respondenten die in de verschillende stadsdelen wonen. Het lijkt erop dat de verschillen tussen de stadsdelen die in hoofdstuk 1 naar voren zijn gekomen, worden wegverklaard door de andere factoren in het model. 11 Er kan strikt gezien niets over causaliteit gezegd worden. 12 Bèta.44, p< Bèta s.15 en.08, p<.05. Het is ook mogelijk dat Amsterdammers die veel contact hebben met onbekenden op straat daardoor zeggen dat er veel potentie is tot dat soort contacten en dat ze daarom ook vinden dat ze die contacten gemakkelijk maken. 14 Bèta.07, p< Bèta -.11, p< Bèta.06, p<

20 20

21 4 Enkele opvallende stadsdelen In de voorafgaande hoofdstukken kwamen er enkele stadsdelen naar voren die afwijken van de andere stadsdelen: Centrum, Osdorp en Geuzenveld-Slotermeer. Op deze stadsdelen zal in dit hoofdstuk wat dieper in worden gegaan. 4.1 Stadsdeel Centrum Van panelleden die in stadsdeel Centrum wonen, is in het voorafgaande gebleken dat ze vaker contact leggen met onbekenden dan de andere panelleden (39 tegen 31% totaal). Hier zijn met gebruik van de analyse in hoofdstuk 3 meerdere redenen voor te vinden. Zo leggen respondenten uit stadsdeel Centrum bijvoorbeeld gemakkelijker contact met onbekenden (82 tegen 73%) en ze willen ook vaker contact met mensen van een andere etnisch-culturele achtergrond (54 tegen 46%). Respondenten uit stadsdeel Centrum schatten de potentie tot contact met onbekenden in de stad en in de eigen buurt hoger dan de andere respondenten (7.8 en 7.6 tegen 7.4 en 6.7). Verder fietsen en lopen ze vaker en reizen ze juist minder vaak met de auto of het openbaar vervoer door Amsterdam dan de andere respondenten. Al deze factoren stimuleren dus de contactfrequentie met onbekenden. Tabel 9 Overzicht van kenmerken van de stadsdelen uit dit onderzoek, augustus % contact % gemakkelijk contact leggen rapportcijfer buurt % meer contact willen met onbekenden % regelmatig of vaak uithuizig % plantjes/ huisdieren verzorgen % meerdere namen van buren kennen Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel totaal

22 De enige factor in stadsdeel Centrum die juist een negatieve invloed heeft op contact met onbekenden op straat, is dat de panelleden van Centrum een wat hoger inkomen hebben dan de andere panelleden. Deze enkele factor kan echter klaarblijkelijk niet op tegen alle hiervoor opgesomde factoren die juist een positieve invloed hebben op ontmoetingen met onbekenden. 4.2 Stadsdeel Osdorp Panelleden van stadsdeel Osdorp hebben in vergelijking met de andere panelleden minder vaak contact met onbekenden op straat. Er zijn verschillende redenen hiervoor te vinden. Zo leggen panelleden uit Osdorp minder gemakkelijk contact met onbekenden dan de andere panelleden (36 tegen 41% totaal gemakkelijk contact) en ze schatten de potentie tot contact, vooral in de buurt, lager in (6.0 tegen 6.8). Hun inkomen is hoger en er hebben meer mannen dan vrouwen uit Osdorp aan het onderzoek meegewerkt. Tenslotte gaan mensen uit Osdorp vaker met de auto op weg, dan fietsend of lopend. 4.3 Stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer Respondenten uit stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer willen het meest van alle respondenten meer contact met onbekenden (55 tegen 43% gemiddeld). Contact leggen gaat hun vaak minder goed af: 27% legt gemakkelijk contact tegen 41% totaal en 26% van hen heeft geregeld contact met onbekenden op straat tegen 31% totaal. Ze schatten de potentie tot contact in de buurt laag in (5.7 tegen 6.8 totaal), zijn minder dan gemiddeld uithuizig (64 tegen 72% totaal) en verzorgen minder dan de andere respondenten de plantjes/ huisdieren van buren als die op vakantie zijn (46 tegen 57% totaal). In vergelijking met de andere respondenten hebben de respondenten uit Geuzenveld- Slotermeer minder sociale contacten, contacten waar ze juist wel behoefte aan blijken te hebben. 22

23 5 Onderlinge verbanden In dit hoofdstuk worden enkele extra analyses beschreven van reeds bij O+S bekende data (bijvoorbeeld afkomstig uit Amsterdam in cijfers 2006 of uit Stadsdelen in cijfers 2006 ). Zo wordt er gekeken of men in stadsdelen met een groter aandeel allochtone inwoners juist meer of minder behoefte heeft aan contact met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond en wordt er ingegaan op verbanden tussen kenmerken van stadsdelen (zoals de objectieve veiligheid of het aantal musea in een stadsdeel) en de mate van contact met onbekenden. 5.1 Aandeel allochtonen en behoefte aan inter-etnisch contact In Zuidoost wonen relatief de meeste niet-westerse allochtone inwoners (63%) en de respondenten van dit stadsdeel hebben de minste behoefte aan contact met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond (38%). In stadsdeel Centrum wonen de minste allochtonen (14%) en daar is juist wel behoefte aan inter-etnische contacten (54%; tabel 10). Tussen beide factoren blijkt dan ook een negatief verband te bestaan (-.37, Pearson correlatie). In stadsdelen waar er meer allochtone inwoners zijn, is er minder behoefte aan contact met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond 17. Tabel 10 Aandeel niet-westerse allochtonen en behoefte aan meer inter-etnisch contact, per stadsdeel % behoefte aan meer % niet-westerse allochtonen 1 jan interetnisch-cultureel contact Zuidoost Geuzenveld-Slotermeer Bos en Lommer Zeeburg Osdorp Slotervaart De Baarsjes Amsterdam-Noord Oost/Watergraafsmeer Westerpark Oud-West Oud-Zuid Centrum ZuiderAmstel totaal Er is echter geen sprake van een significante correlatie (p=.17), wat mogelijk veroorzaakt wordt door het geringe aantal waarnemingen (het betreft een vergelijking op stadsdeelniveau, waarvan er 14 in dit onderzoek zijn opgenomen). Er blijft dus 17% kans dat het gevonden verband op toeval berust. 23

24 5.2 Contact met onbekenden en kenmerken stadsdelen Verschillende kenmerken van stadsdelen zijn in combinatie gebracht met de mate van contact met onbekenden 18. De waardering van de woonbuurt en het aandeel nietwesterse allochtonen hangen sterk samen met de mate van contact met onbekenden op straat. In stadsdelen waar er meer waardering van de woonbuurt is, zeggen de respondenten vaker dat ze contact met onbekenden op straat hebben. In stadsdelen waar het aandeel niet-westerse allochtonen groter is, zeggen de respondenten minder vaak contact met onbekenden te hebben (tabel 11). Ook is er een relatie tussen het aantal horecagelegenheden, musea en supermarkten in een stadsdeel en het contact hebben met onbekenden op straat in dat stadsdeel. Hoe meer horeca, musea en supermarkten er zijn in het stadsdeel, hoe meer contact met onbekenden op straat (tabel 12) 19. Tabel 11 Correlatie tussen contact met onbekenden en andere kenmerken stadsdelen aandeel niet- aantal horecagelegenhedewoonbuurt waarderingwesterse aantal allochtonen musea contact met correlatie onbekenden p-waarde aantal supermarkten Er is geen relatie tussen de subjectieve en objectieve veiligheid in een stadsdeel en de mate waarin men onbekenden op straat ontmoet. Ook de groenvoorziening en de wegen/spoor/tram/metrobanen in een stadsdeel houden geen verband met het ontmoeten van onbekenden op straat (tabel 11). 18 Hierbij geldt wederom dat het aantal waarnemingen klein is (N=14), waardoor de kans dat het gevonden verband niet significant is (p<.05) groter is. 19 Al de hiervoor geschetste verbanden zijn door het beperkte aantal waarnemingen net niet significant (p<.05), dus er kan niet uitgesloten worden dat de bevindingen op toeval berusten. 24

25 Bijlage 1 Tabel 1 Contact met onbekenden op straat in Amsterdam, naar stadsdeel, augustus 2007 % vaak % regelmatig % soms % zelden of nooit % weet ik niet totaal Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel totaal bron: O+S Tabel 2 Contact met onbekenden op straat in Amsterdam, naar huishoudsamenstelling, augustus 2007 % zelden of % weet ik % vaak % regelmatig % soms nooit niet totaal twee volwassen met kinderen twee volwassenen zonder kinderen één volwassene met kinderen alleen wonend totaal bron: O+S Tabel 3 Contact met onbekenden op straat in Amsterdam, naar sekse, augustus 2007 % vaak % regelmatig % soms % zelden of nooit % weet ik niet totaal man vrouw totaal bron: O+S 25

26 Tabel 4 Contact met onbekenden op straat in Amsterdam, naar inkomenscategorie, augustus 2007 % vaak % regelmatig % soms % zelden of nooit % weet ik niet totaal <700 euro p.m euro p.m euro p.m euro p.m euro p.m >3201 euro p.m totaal bron: O+S Tabel 5 Contact met onbekenden op straat in Amsterdam, naar leeftijdcategorie, augustus 2007 % vaak % regelmatig % soms % zelden of nooit % weet ik niet totaal jaar jaar jaar jaar jaar of ouder totaal bron: O+S Tabel 6 Contact met groepen onbekenden op straat in Amsterdam, naar stadsdeel, augustus 2007 % flirten % daklozen % toeristederen % ou- % kinderen % reizigers % hond- % weggebrubewo- % buurtuitlaters kers ners % winkeliers % horeca pers. % GVB Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel totaal

27 bron: O+S Tabel 7 Index voor gemakkelijk contact maken met onbekenden op straat in Amsterdam, naar stadsdeel, augustus 2007 % niet gemakkelijk contact leggen % gemakkelijk contact leggen totaal Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel totaal bron: O+S Tabel 8 Index voor gemakkelijk contact maken met onbekenden op straat in Amsterdam, naar huishoudsamenstelling, augustus 2007 % niet gemakkelijk % gemakkelijk contact leggen contact leggen totaal twee volwassen met kinderen twee volwassenen zonder kinderen één volwassene met kinderen alleen wonend totaal bron: O+S Tabel 9 Index voor gemakkelijk contact maken met onbekenden op straat in Amsterdam, naar sekse, augustus 2007 % niet gemakkelijk contact leggen % gemakkelijk contact leggen totaal man vrouw totaal bron: O+S 27

28 Tabel 10 Index voor gemakkelijk contact maken met onbekenden op straat in Amsterdam, naar inkomenscategorie, augustus 2007 % niet gemakkelijk contact leggen % gemakkelijk contact leggen totaal <700 euro p.m euro p.m euro p.m euro p.m euro p.m >3201 euro p.m totaal bron: O+S Tabel 11 Index voor gemakkelijk contact maken met onbekenden op straat in Amsterdam, naar leeftijdcategorie, augustus 2007 % niet gemakkelijk contact leggen % gemakkelijk contact leggen totaal jaar jaar jaar jaar jaar of ouder totaal bron: O+S Tabel 12 Meer contact willen met onbekenden of met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond, naar stadsdeel, augustus 2007 % niet meer contact willen met onbekenden % wel meer contact willen met onbekenden % niet meer inter etnisch-cultureel contact willen % wel meer inter etnisch-cultureel contact willen Centrum Westerpark Oud-West Zeeburg Bos en Lommer De Baarsjes Amsterdam-Noord Geuzenveld-Slotermeer Osdorp Slotervaart Zuidoost Oost/Watergraafsmeer Oud-Zuid ZuiderAmstel totaal bron: O+S 28

29 Tabel 13 Meer contact willen met onbekenden of met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond, naar huishoudsamenstelling, augustus 2007 % niet meer contact willen met onbekenden % wel meer contact willen met onbekenden % niet meer inter etnisch-cultureel contact willen % wel meer inter etnisch-cultureel contact willen twee volwassen met kinderen twee volwassenen zonder kinderen één volwassene met kinderen alleen wonend totaal bron: O+S Tabel 14 Meer contact willen met onbekenden of met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond, naar sekse, augustus 2007 % niet meer contact % wel meer contact % niet meer inter % wel meer inter willen met onbekenden willen met onbekenden etnisch-cultureel contact willen etnisch-cultureel contact willen man vrouw totaal bron: O+S Tabel 15 Meer contact willen met onbekenden of met mensen met een andere etnisch-culturele achtergrond, naar inkomenscategorie, augustus 2007 % niet meer contact willen met onbekenden % wel meer contact willen met onbekenden % niet meer inter etnisch-cultureel contact willen % wel meer inter etnisch-cultureel contact willen <700 euro p.m euro p.m euro p.m euro p.m euro p.m >3201 euro p.m totaal bron: O+S 29