Inrichting- en ontwikkelingsplan Natuur en Groen. Helmondse Golfclub Overbrug. april mei 2013
|
|
- Louisa Verhoeven
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Inrichting- en ontwikkelingsplan Natuur en Groen mei 2013 april 2015 Helmondse Golfclub Overbrug
2 Inrichting- en ontwikkelingsplan Natuur en Groen Helmondse Golfclub Overbrug Dit inrichtingsplan is opgesteld door Buiting Advies. Contactgegevens Buiting Advies Bezoekadres: Wilhelminaweg AB Dieren Postadres: postbus AB Dieren Telefoon:
3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Ligging plangebied Huidige en toekomstige course Landschap en abiotiek... 8 Geomorfologie... 9 Bodem Hoogte Grondwater Cultuurhistorie Archeologische waarden Bestaande natuur en groen op de Helmondse Golfbaan Grasland Water en oevers Maisakker Uitgangspunten voor de versterking van natuurwaarden Uitgangspunten voor de ontwikkeling en de versterking van vegetatie Uitgangspunten voor diersoorten Natuurdoeltypenkaart Lage beplanting Hoger opgaande beplanting Bescherming historische woonplaats
4 1. Inleiding De Helmondse Golfclub Overbrug heeft vergevorderde plannen tot uitbreiding van de golfbaan. Inmiddels is een akkerperceel ten noorden van de huidige baan aangekocht. Met de mogelijkheden die deze extra ruimte biedt is een nieuw golfontwerp gerealiseerd. In 2012 heeft Buiting Advies een uitgebreid natuuronderzoek uitgevoerd in en rond het uitbreidingsgebied. Het onderzoek had als doel de bestaande natuurwaarden en de potentiële natuurwaarden in kaart te brengen, zodat bij de toekomstige ontwikkeling met deze natuurwaarden rekening kan worden gehouden. In dit inrichting- en ontwikkelingsplan is weergegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan ontwikkeling en versterking van natuurwaarden en groenelementen op het golfterrein. 3
5 2. Ligging plangebied Golfclub Overbrug ligt in de provincie Noord-Brabant, in de gemeente Helmond. De golfbaan ligt ten noorden van de bebouwde kom van Helmond en ten zuiden van Aarle-Rixtel (afbeelding 1). In het westen grenst de baan aan halfopen landbouwgebied, met bosschages en bomenrijen terwijl de baan in het oosten wordt begrensd door de Kanaaldijk. Verder naar het oosten ligt een halfopen gebied met bosschages. Afbeelding 1. Ligging golfclub Overbrug 4
6 De golfclub wil naar het noorden toe uitbreiden. Er is een akkerperceel aangekocht ten behoeve van de uitbreiding van het terrein. Afbeelding 2. De akkerr d die wordt toegevoegd aan de golfbaan 5
7 3. Huidige en toekomstige course Afbeelding 3. Huidige baan 6
8 Afbeelding 4. Toekomstige baan 7
9 4. Landschap en abiotiek Op de huidige golfbaan is door grondverzet een glooiend landschap ontstaan met geleidelijke overgangen van hogere naar lagere terreindelen. Toch zijn op en rond de baan nog kenmerken aanwezig van het oudere cultuurhistorische landschap dat hier eerder aanwezig was. Het terrein kent natte en droge delen en in het terrein is ook een verschil in voedselrijkdom aanwezig. Bij de ontwikkeling van natuur en groen op het terrein wordt rekening gehouden met het oorspronkelijke landschap en met de aanwezige abiotische verschillen. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de archeologische waarden die in het gebied zijn aangetroffen, zodat bij de inrichting ook met deze waarden rekening kan worden gehouden. Afbeelding 4. Het huidige landschap wordt gekenmerkt door geleidelijke overgangen en glooiend reliëf 8
10 Geomorfologie Wanneer we de geomorfologie bekijken dan blijkt de golfbaan grotendeels op een dekzandrug te liggen die omsloten wordt door beekdalbodems (afbeelding 5). Afbeelding 5. Geomorfologie, met de contour van de golfbaan als blauwe lijn. Legenda: Geel:Dekzandruggen (met of zonder landbouwdek) Blauw: Beekdalbodem met veen Paars: bebouwing 9
11 Bodem De dekzandrug is ook op de bodemkaart herkenbaar (afbeelding 6). Op de dekzandrug hebben zich enkeerdgronden gevormd: zandgronden waarin door jaarlijkse bemesting een bruine, humusrijke bovenste bodemlaag is ontstaan. Door het oostelijk deel van het golfterrein loopt van noord naar zuid een beekdalbodem. Op de geomorfologische kaart komt deze slechts deels naar voren. De bodem is hier van nature natter en er is mogelijk veen in de grond aanwezig. Het zuid-oostelijke deel van de golfbaan bestaat weer uit enkeerdgrond. Afbeelding 6. Bodemkaart, met de contour van de golfbaan als blauwe lijn Legenda: Bruin: Hoge bruine enkeerdgronden. leemarm tot lemig fijn zand. Voedselrijk, vochtig tot droog. Groen: Madeveengrond op zand. Beekdallandschap, matig voedselrijk en vochtig tot nat. Geel: Zandgronden, voedselarm en vochtig tot droog 10
12 Hoogte Op de hoogtekaart is de dekzandrug in het westelijk deel van het terrein goed zichtbaar en is de insnijding van het beekdal zichtbaar, als noord-zuid lopende insnijding (afbeelding 7). Verder zijn de lager gelegen gronden ten noorden en ten oosten van de baan duidelijk te zien. Op afbeelding 7 is ook een hoogteprofiel weergegeven. Dit hoogteprofiel loop van west naar oost. Duidelijk is de zandrug zichtbaar. Deze heeft een hoogte van circa 16,7 meter boven NAP. Vervolgens doorsnijdt het profiel de al bestaande vijver, met een hoogte van circa 14,5 meter. De beekinsnijding ligt op circa 15 meter en de zandrug in het oosten heeft een hoogte van circa 16-16,5 meter. Het hoogteprofiel doorsnijdt tot slot de bestaande vijver in het westen met een hoogte van circa 15 meter. Afbeelding 7. Hoogtekaart met hoogteprofiel. De contour van de golfbaan is aangegeven als blauwe lijn. Hoe groener de kleur, hoe lager in het landschap gelegen. Aangegeven is verder een hoogteprofiel. De locatie van dit hoogteprofiel is de rode lijn op de kaart, van het westen naar de zuidoostelijke punt van de golfbaan. 11
13 Grondwater In het westelijk deel ligt het grondwater het diepst beneden het maaiveld. De hoogste grondwaterstanden liggen hier tenminste centimeter beneden het maaiveld en zakken in droge perioden weg tot meer dan 120 centimeter beneden het maaiveld. Het natst is de noord-zuid lopende insnijding van de beek, waar het grondwater in droge perioden wegzakt tot een diepte van centimeter en waar in natte perioden het grondwater binnen 40 centimeter van het maaiveld komt. In het oostelijk deel komt het grondwater in natte perioden ook binnen 40 centimeter van het maaiveld, maar hier zakt het in droge perioden weg tot beneden de 120 centimeter onder maaiveld. Dit deel ligt ook weer wat hoger in het landschap. Afbeelding 8. Kaart met grondwatertrappen Legenda: Geel: grondwatertrap VI, H L>120 Donkergroen: grondwatertrap V, H <40 L>120 Blauw: grondwatertrap II, H<40 L
14 Cultuurhistorie Op de topografische kaarten uit 1953 en (afbeelding 9) is te zien dat de hoger gelegen delen van de dekzandrug in het verleden als akkerbouwgrond werden gebruikt. De insnijding met het beekdal was in gebruik als grasland terwijl in het oosten van het gebied zowel grasland als bouwland aanwezig was. Afbeelding 9. Topografische kaart uit 1953 (links) en topografisch militaire kaart uit (rechts) met de contour van de golfbaan als blauwe lijn Archeologische waarden Tijdens archeologisch onderzoek op de voormalige maisakker, daar waar de baan wordt uitgebreid, zijn bewoningssporen uit de Romeinse tijd aangetroffen. Er bleken twee gebouwplattegronden aanwezig, in het noordelijk deel van de akker, afkomstig uit het midden van de Romeinse tijd ( na Christus). In het overige deel van de akker werden grondsporen aangetroffen die samenhangen met agrarisch gebruik van het gebied. 13
15 5. Bestaande natuur en groen op de Helmondse Golfbaan Bij de ontwikkeling van natuur en groen is naast het aanwezige landschap en de abiotiek ook rekening gehouden met de aanwezige natuurwaarden. Dit is enerzijds gedaan zodat deze natuurwaarden behouden kunnen worden en kunnen worden versterkt. Daarnaast geven de aanwezige vegetaties en aanwezige soorten een beeld van de mogelijkheden die er zijn om natuurwaarden te ontwikkelen. Grasland Rond de golfelementen van de bestaande golfbaan ligt de rough. In westelijk en middendeel van de baan bestaat de rough op veel plaatsen uit vrij schrale tot matig voedselrijke soortenarme struisgrasgraslanden op (vrij) droge zandgrond. Dit is goed te zien op afbeeldingen 10 en 11. In de vegetatie komen momenteel maar weinig soorten bloeiende kruiden voor, waaronder storingsoorten als Jakobskruiskruid en Canadese fijnstraal en verder enkele soorten, als wilde peen, die mogelijk zijn ingezaaid. Afbeelding 10. Homogeen struisgrasgrasland op vrij droge matig voedselarme bodem (bron foto: greenkeeper Helmondse Golfclub) 14
16 Afbeelding 11. Soortenarme struisgrasvegetatie met plaatselijk Jacobskruiskruid en wilde peen Water en oevers Op diverse plaatsen in het oostelijk deel van het golfterrein is water aanwezig in de vorm van vijvers of smalle watergangen. De begroeiing langs de oevers is op verschillende plekken rijk aan plantensoorten. Nabij de waterkant komt riet en grote waterweegbree voor en hoger op de oever groeien plaatselijk een groot aantal soorten die kenmerkend zijn voor het vegetatietype natte strooiselruigte, afbeelding 13. Lokaal zijn onder meer: moerasspirea, moerasandoorn, grote kattenstaart, koninginnekruid, wolfspoot, smeerwortel, kransmunt, viltige basterd wederik, echte koekoeksbloem, hoge cyperzegge, gevleugeld hertshooi, grasmuur, grote wederik, kluwenzuring, kruldistel en grote wederik aanwezig. Op andere plekken domineren vooral soorten van voedselrijkere, nitrofiele en vaak verstoorde omstandigheden, zoals grote brandnetel en kleefkruid ( afbeelding 12). Lokaal zijn in deze zone ook de plantensoorten bosbies en waterviolier aanwezig. Beide soorten duiden op de aanwezigheid van ijzerrijk kwelwater. Met name deze plekken bieden kansen voor de ontwikkeling van waardevolle vegetaties, met zeldzamere plantensoorten, doordat het kwelwater een bufferende werking heeft. Nog weer hoger op de oevers is op verschillende plekken struweel aanwezig. Hierin werden onder meer de soorten grauwe wilg, veldrus, moerasrolklaver, watertorkruid, watermunt, hop, zwarte els, kardinaalsmuts en knopig helmkruid aangetroffen. 15
17 Afbeelding 12. Rijke ruige oever. Afbeelding 13. Bloeiend koninginnenkruid. De bloemrijke oevers zijn aantrekkelijk voor insecten. 16
18 Maisakker In het zuidwestelijk deel van het plangebied ligt een maïsakker, afbeelding 14. Naast mais zijn hier weinig plantensoorten aanwezig. Waargenomen werden onder andere zwaluwtong, melganzenvoet, schijfkamille en greppelrus. Langs de akker komen voedsel en storingsoorten massaal voor, zoals braam (afbeelding 14). Afbeelding 14. Braam langs de maisakker. Ten zuiden van de akker ligt nog een bosje met ruigere vegetatie. In de boomlaag groeien grauwe wilg en populier. Daaronder komt een dichte laag van grote brandnetel voor (afbeelding 15). Afbeelding 15. Vegetatie gedomineerd door brandnetel, ten zuiden van de maisakker 17
19 6. Uitgangspunten voor de versterking van natuurwaarden Op basis van de aanwezige natuurwaarden en de abiotiek hebben we een aantal uitgangspunten geformuleerd voor de ontwikkeling en de versterking van de natuurwaarden op de baan. Uitgangspunten voor de ontwikkeling en de versterking van vegetatie Versterking van het natuurlijk karakter en de ecologische waarde van bossen en bosjes door het stimuleren van autochtone soorten, door de ontwikkeling van meer natuurlijke bosranden en door het zorgen voor meer oude bomen met holten en meer dood hout (waar mogelijk). Ontwikkeling van bloemrijke matig voedselrijke tot schrale graslanden op locaties waar nu de soortenarme struisgrasgraslanden aanwezig zijn. Met name op de delen die op de dekzandrug liggen kan een dergelijke vegetatie worden ontwikkeld. De vegetatie zoals aangetroffen in de wegberm van de Helmondse weg Aarle Rixtelse weg (afbeelding 16) direct naast het plangebied kan mede als referentie dienen. Hier zijn waardevolle schrale vegetaties aanwezig met soorten als gewoon struisgras, Sint-Janskruid, duizendblad, biggenkruid, klein streepzaad, smalle weegbree, schapezuring, fijn schapengras, zandblauwtje, klein vogelpootje, gewone rolklaver, kleine leeuwentand en reukgras. Afbeelding 16. Bloemrijk schraalgrasland langs de Helmondse weg. Ontwikkeling van soorten en- bloemrijke vegetaties van matig voedselarm nat grasland (Calthion). Door maaiveldverlaging in de vochtige, oostelijke delen van plangebied zijn dergelijke vegetaties met name langs plasjes te ontwikkelen. De vegetatie die nu op een enkele plek aanwezig is langs de randen van de poelen op de golfbaan, met soorten als veldrus, echte koekoeksbloem, moerasrolklaver, bosbies en gevleugeld hertshooi gelden als referentie. Door een gericht beheer van maaien en afvoeren zou de huidige vegetatie 18
20 kunnen worden versterkt en kan een dergelijke vegetatie zich ontwikkelen uit natte delen die momenteel ruiger zijn. Ontwikkeling c.q. behoud van riet/natte strooiselruigte op specifieke locaties. Versterking waterkwaliteit. De watergangen die op dit moment aanwezig zijn in het centrale deel van het onderzoeksgebied dienen op diverse locaties meer bezond te worden door gericht verwijderen van bomen/struiken of riet/ruigte. Dit biedt kansen voor diverse diersoorten (zie hieronder). Uitgangspunten voor diersoorten Vogels De ontwikkeling van meer natuurlijke bosranden, met een geleidelijke overgang van hoog naar laag, kan diverse vogelsoorten nieuwe leefruimte bieden. De overgangen bieden voedsel en dekking. Door in de mantel van de bosrand soorten als lijsterbes, vlier, meidoorn en gelderse roos aan te brengen wordt een aantrekkelijk leefgebied voor vogels gecreëerd. Deze struiksoorten zijn besdragend, wat aantrekkelijk is voor bijvoorbeeld lijsterachtigen als zanglijster, kramsvogel en koperwiek. Daarnaast trekken deze bloeiende soorten insecten aan, waar insecteneters als braamsluiper en zwartkop van kunnen profiteren. Andere kansen liggen er bij het beheer van bomen op en langs de baan. Door een goed boombeheer, waarbij soorten worden aangeplant die goed bij de standplaats passen en waarbij er voor wordt gezorgd dat bomen oud kunnen worden, ontstaat er ook voor vogelsoorten die gebonden zijn aan bomen met holten leefgebied. Denk hierbij aan soorten als boomklever, boomkruiper, spreeuw en holenduif. Vleermuizen Door ontwikkeling van meer natuurlijke bosranden, plasjes en soortenrijke vegetaties kan het terrein als foerageergebied aantrekkelijker worden voor vleermuizen, doordat deze landschapselementen insecten aantrekken. Soorten als gewone dwergvleermuis, watervleermuis en laatvlieger kunnen hiervan profiteren. Het aantal verblijfplaatsen voor vleermuizen kan worden vergroot door zorgvuldig beheer van bomen. Wanneer er meer bomen met holten komen op en rond de baan, betekent dit voor vleermuizen ook meer mogelijkheden om op de baan te verblijven. Vooral de watervleermuis, die al in kleine aantallen aanwezig is bij de baan, kan van deze ontwikkeling profiteren. Amfibieën Ten behoeve van de verbetering van kansen voor aanwezige amfibieënsoorten en mogelijke toekomstige vestiging van andere soorten dient voldoende kwalitatief geschikt habitat behouden en ontwikkeld te worden. Hierbij dient met het onderstaande rekening te worden gehouden: Voortplantingsbiotoop (plasjes) Zonbeschenen (niet te veel beschaduwd) Flauwe oevers op het zuiden geëxponeerd met lagere en opener vegetatie Voorkomen bladval van bomen in plasjes Voorkomen verzuring en stimuleren kwel Voorkomen van vis in de plasjes Elk jaar voldoende waterplanten in de plasjes (gefaseerd beheer) 19
21 Winterbiotoop Voldoende ruigte over laten staan in de winter Plaatselijk ontwikkelen van takkenrillen in nabije bosjes Dagvlinders Los van de specifieke eisen van kritischere dagvlinders geldt een aantal principes die bij de doorontwikkeling van het plangebied van belang zijn om een zo waardevol mogelijke vlinderfauna te ontwikkelen. Belangrijke algemenere habitateisen zijn: Aanwezigheid van veel bloeiende nectarplanten in de vliegperiode van vlinders (o.a. de in het gebied veel voorkomende koninginnenkruid en grote kattenstaart zijn van belang). Aanwezigheid van waardplanten op de juiste tijd en plaats. Een goed ontwikkelde vegetatiestructuur met afwisseling van hogere en lagere delen vegetatie en bij voorkeur plaatselijk een wat open structuur. Aanwezigheid van enkele bomen en struiken als structuurelementen Goed ontwikkelde overgangen tussen verschillende successie stadia (kruiden/ruigte, mantel/zoom met grillige lijnen voor veel verschillen in microklimaat en een grote lengte aan vegetatie gradiënten) Libellen Libellen kunnen nieuwe natuurgebiedjes sneller bereiken dan dagvlinders. Gezien de soortenrijkdom van de omgeving kunnen dan ook veel soorten het plangebied koloniseren. Het gebied, is evenals dat voor vlinders geldt, echter niet geschikt voor alle soorten en zal dat ook niet kunnen worden door de verschillende eisen die de soorten aan hun leefomgeving stellen. Rekening houdende met het karakter van het gebied zijn onderstaande algemene habitateisen voor libellen opgesteld: Behoud van een goede kwaliteit water Behoud van een zekere hoeveelheid waterplanten in de ondergedoken zone van de plasjes Behoud van de drijfbladzone in de plasjes indien aanwezig Behoud van voldoende oever/landplanten in het ondiepe water (zoals biezen, waarlangs libellenlarven kunnen uitsluipen) Een goed ontwikkelde vegetatiestructuur met afwisseling van hogere en lagere delen vegetatie 20
22 7. Natuurdoeltypenkaart Op basis van de uitgangspunten uit het vorige hoofdstuk is langs de golfelementen op de baan een meer natuurlijke inrichting ontworpen. Op de natuurdoeltypenkaart (afbeelding 20) staan de meer natuurlijke vegetaties aangegeven die op en rond de baan zullen ontstaan. In de tabel hieronder staat aangegeven wat de oppervlakte is van de vegetaties die worden ontwikkeld. Bij het type open water en oevervegetatie is uitgegaan van alleen de oppervlakte open water dat nieuw wordt ontwikkeld. De oppervlakte bestaand open water is daarbij niet meegenomen. Totaal wordt circa 2,95 hectare aan natuurlijke vegetaties ontwikkeld. Hieronder volgt een nadere toelichting bij de verschillende vegetatietypen die er komen. Tot slot wordt kort ingegaan op de wijze waarop wordt omgegaan met de woonplaats uit de Romeinse tijd die werd aangetroffen in het uitbreidingsgebied. Tabel 1. Oppervlakten van de te ontwikkelen vegetaties Vegetatie Oppervlakte (vierkante meters) Open water en oevervegetatie Natte strooiselruigte Bloemrijk nat grasland Bloemrijk schraal grasland Natuurlijke bosrand Overige opgaande beplanting 434 Totaal oppervlakte Lage beplanting Open water en oevervegetatie Op twee locaties wordt open water aangelegd. In het zuidelijk deel wordt de aanwezige poel vergroot door het afgraven van grond. Hierbij wordt het maaiveld met ongeveer een meter verlaagd. In het noordelijk deel van het plangebied op de voormalige maisakker wordt een nieuwe poel aangelegd. Voor de aanleg van de poel in het noordelijk deel wordt de bodem 1-2 meter ontgraven. De verwachting is dat dit voldoende is om er gedurende het hele jaar water te houden. Mocht dit niet het geval zijn dan wordt op de bodem van de poel een leemlaag aangebracht om het water vast te houden. De poel wordt niet voorzien van afvoer, dus vanuit de poel zal geen afvoer van water plaatsvinden. De oevervegetaties bestaan uit rietvegetaties, met soorten als riet, lisdodde en gele lis, zoals die nu ook al op de baan aanwezig zijn. De poelen worden in stand gehouden door ze in het najaar (oktobernovember) op te schonen en door de oevervegetatie te maaien. Door het beheer gefaseerd uit te voeren, waarbij delen van de poel en oever worden gespaard, blijft er voedsel en schuilgelegenheid voor dieren aanwezig. Natte strooiselruigte Op een aantal natte plekken, op de rand van hoog en laag water, wordt het vegetatietype natte strooiselruigte ontwikkeld. Het vegetatietype wordt 1 tot 2 meter hoog, en wordt alleen op die plekken ontwikkeld die buiten de slagzone van de golfholes liggen. Er wordt gestreefd naar een bloemrijke, soortenrijke vegetatie, met soorten als smeerwortel, moerasspirea, koninginnekruid, moerasandoorn en grote kattenstaart. Een dergelijke bloemrijke vegetatie is waardevol voor een groot aantal soorten insecten. Zij vinden hier hun voedsel en ook plekken om te overwinteren, doordat de vegetatie niet jaarlijks wordt gemaaid. Op de vele insecten komen weer andere insecten af, maar ook vogels en zoogdieren. 21
23 De vegetatie wordt ontwikkeld door een verschralingsbeheer, waarbij om de circa 2-3 jaar wordt gemaaid en waarbij het maaisel wordt afgevoerd. Zo nodig worden al bij de aanleg door het inbrengen van zaad de juiste plantensoorten ingebracht. Om de vegetatie in stand te houden is een extensief maaibeheer nodig, waarbij eens in de circa 3-4jaar wordt gemaaid. Geadviseerd wordt het beheer gefaseerd uit te voeren, waarbij delen van de vegetatie worden gemaaid en andere delen dat jaar blijven overstaan. De overstaande vegetatie vormt voedsel en schuilgelegenheid voor dieren als vogels en insecten. Bloemrijk nat grasland Dit type grasland wordt ontwikkeld op enkele locaties in het oostelijk deel van het plangebied. Omdat het hier om natter grasland gaat, kan dit type alleen worden ontwikkeld op locaties die niet snel door golfers zullen worden betreden. Locaties nabij holes zijn hierdoor minder geschikt. Het grasland is bloemrijk, met soorten als scherpe boterbloem, veldzuring, echte koekoeksbloem, moeraswalstro, moerasrolklaver, pinksterbloem en kale jonker. Om de vegetatie te ontwikkelen wordt de bodem plaatselijk verlaagd. De aanleg kan worden versneld door het inzaaien van de gewenste soorten. Het zaadmengsel dat hierbij wordt gebruikt kan het best afkomstig zijn uit natuurlijke plantengemeenschappen van Nederlandse en autochtone herkomst. De vegetatie kan langs watergangen ook worden ontwikkeld uit een vegetatie die nog ruiger is, door een intensiever beheer van maaien en afvoeren. De vegetatie wordt in stand gehouden door een verschralend beheer van maaien en afvoeren, waarbij de vegetatie tweemaal in het jaar wordt gemaaid. Geadviseerd wordt om het maaien gefaseerd te doen, waarbij jaarlijks circa 10-20% van de vegetatie wordt gespaard. In dit deel vinden insectensoorten schuilgelegenheid en voedsel. Bloemrijk schraal grasland Deze vegetatie wordt ontwikkeld op een aantal locaties in het westen van het plangebied. De bodem is hier zandig en de grondwaterstand is hier wat lager, waardoor er mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van wat droger, bloemrijk schraal grasland. Langs de nabij gelegen Helmondse weg is te zien hoe de vegetatie zich kan ontwikkelen wanneer er een verschralend beheer wordt gevoerd. De vegetatie is bloemrijk, met soorten als Sint- Janskruid, duizendblad, klein vogelpootje, biggenkruid, schapezuring en zandblauwtje. Het vormt een goed leefgebied voor insecten als vlinders en sprinkhanen. De vegetatie wordt ontwikkeld door een verschralend beheer van maaien en afvoeren, waarbij minimaal tweemaal in het jaar wordt gemaaid. De eerste maaibeurt gebeurt vanaf midden juni. Zo nodig worden de gewenste plantensoorten bij de aanleg ingebracht door zaaien, bijvoorbeeld met zaad afkomstig van de nabij gelegen bermen. Wanneer de omstandigheden eenmaal voedselarm zijn, is voor de instandhouding van de schrale vegetatie een extensief maaibeheer voldoende, waarbij eenmaal in het jaar wordt gemaaid, in de periode augustus-september. Geadviseerd wordt om het maaien gefaseerd te doen, waarbij jaarlijks circa 10-20% van de vegetatie wordt gespaard. In dit deel vinden insectensoorten schuilgelegenheid en voedsel. 22
24 Afbeelding 17. Voor de kleine vuurvlinder vormt schraal grasland met schapenzuring en bloeiende planten een aantrekkelijk leefgebied. Hoger opgaande beplanting Natuurlijke bosranden Onder natuurlijke omstandigheden gaan bossen geleidelijk via een struiklaag en ruigte vegetatie over in grasland. Een dergelijke struik/ruigte zone noemen we de mantel/zoom vegetatie waarbij struiken en jonge bomen de mantel vormen en relatief hoogopschietende kruiden de zoom (afbeelding 18). Een goed ontwikkelde mantel/zoomvegetatie is van grote waarde voor talloze plant en diersoorten. Zo vinden dagvlinders er voedsel, in de vorm van bloeiende planten, en vinden ze er mogelijkheden om eieren af te zetten. Ook voor vogels vormt het aantrekkelijk leefgebied, met plekken om te broeden en veel voedsel in de vorm van insecten en bessen. Bij de aanleg van de mantel worden de gewenste boom- en struiksoorten ingebracht door aanplant. Boomsoorten die op de zandrug van nature voorkomen zijn ruwe berk, zomereik en beuk. Struiksoorten die in de bosrand thuishoren zijn bijvoorbeeld lijsterbes, sporkehout, sleedoorn, braam en kamperfoelie. De mantelvegetatie wordt in stand gehouden door het terugzetten van de struikvormende soorten en het verwijderen van boomvormers uit deze zone. Dit beheer wordt gefaseerd uitgevoerd, waarbij delen eens in de vijf tot tien jaar worden behandeld. De zoom wordt ontwikkeld door een verschralend beheer van maaien en afvoeren, waarbij eens in de circa twee jaar wordt gemaaid. Op het moment dat het gewenste bloemrijke en kruidenrijke vegetatie is ontstaan wordt extensiever beheerd, waarbij delen eens in de 3-5 jaar worden gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd. Door het beheer gefaseerd uit te voeren blijft in de vegetatie voedsel en schuilgelegenheid voor insecten aanwezig. 23
25 Figuur 18. Schematische voorstelling van een mantel- en zoomvegetatie. De bovenste figuur geeft een dwarsdoorsnede. De onderste figuur geeft een bovenaanzicht van een grillige bosrand, met een mantel- en zoomvegetatie. Afbeelding 19. Een vlindersoort die zich goed thuis voelt in meer natuurlijke bosranden is het bont zandoogje 24
26 Overige opgaande beplanting; bomen en boomgroepen Op twee locaties langs de Aarle Rixtelseweg, daar waar door golfers richting de weg wordt gespeeld, wordt als afscherming opgaande beplanting van bomen of struiken aangelegd. Verder wordt op deze locaties de bodem verhoogd. Ook op andere delen van het terrein wordt opgaande beplanting aangebracht, in de vorm van boomgroepen en solitaire bomen. Deels betreft het bomen die bij de uitbreiding van de baan van andere locaties worden verwijderd en die worden herplant. Deze opgaande beplanting heeft een functie in het golfspel, in de vorm van afscherming van naburige holes. De exacte locatie van deze beplanting is in deze fase van planvorming nog niet duidelijk. Wel zal er zodanig gewerkt worden dat binnen het plangebied de totale oppervlakte opgaande beplanting van bomen en boomgroepen ten minste zo groot blijft als dat al aanwezig is voor de uitbreiding van de baan. Bescherming historische woonplaats Zoals beschreven in hoofdstuk 4 zijn in het noordelijk deel van het uitbreidingsgebied resten aangetroffen van een woonplaats uit de Romeinse tijd. De golfclub hecht sterk aan de bescherming van deze archeologische waarden. Om golfers en andere recreanten te informeren over de aanwezigheid van deze woonplaats wordt langs de baan een informatiepaneel geplaats met informatie over deze vindplaats. Bij de ontwikkeling van het gebied wordt verder op de volgende wijze rekening gehouden met de aangetroffen woonplaats: In het noordelijk deel van de voormalige maisakker vindt geen grondverzet plaats dieper dan 0,5 meter beneden maaiveld, conform de aanbevelingen en figuur 2 uit het rapport Archeologisch vooronderzoek, plangebied Aarle-Rixtelseweg te Kleine Overbrug (Raap, maart 2015). In het bestemmingsplan wordt voor dit deel een dubbele bestemming opgenomen, met naast golf ook een bestemming voor de bescherming van de archeologische waarden. 25
27 Afbeelding 20. Doeltypenkaart 26
28 Buiting Advies Wilhelminaweg BP Dieren
Bermenplan Assen. Definitief
Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595
Nadere informatieOevers 2x maaien Oever 2
Oevers 2x maaien Oever 2 De vegetatie is rijk aan diverse soorten kruiden, zoals kattenstaart, grote waterweegbree en zwanebloem en behoort tot het Watertorkruidverbond (Oenanthion aquaticae). De vegetatie
Nadere informatieNotitie. Inrichting bufferzone voor de Das. 1. Inleiding. 2. Das in het plangebied
ecogroen advies bv Postbus 625, 8000 AP Zwolle t:038 423 64 64 f:038 423 64 65 info@ecogroen.nl www.ecogroen.nl Notitie Inrichting bufferzone voor de Das Auteur: M.A. (Martin ) Heinen Project: 10-001 Datum:
Nadere informatieDossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:
Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.
Nadere informatieVIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.
2 VIER MODELLEN In dit hoofdstuk beschrijven we vier verschillende inrichtingsmodellen: Kleinschalig landschap, Moeraszone, Nat kralensnoer en Droog kralensnoer. In extra informatiepagina s geven we aan
Nadere informatieVeldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).
Bijenvraagbaak casus 1: Zoetermeer Westerpark Menno Reemer (EIS Kenniscentrum Insecten) & Robbert Snep (Alterra) 6 oktober 2014 Vraagsteller: Hendrik Baas (Gemeente Zoetermeer) Gebied: Zoetermeer, Westerpark,
Nadere informatieLandgoed Nabbegat inrichtingsschets
Landgoed Nabbegat inrichtingsschets Legenda inrichtingsschets Woningen Herbergier Laanbeplanting Bos Bossingels en kleinschalige bosjes Houtwal of houtsingel Watergang en poel Natuurlijk grasland Paden
Nadere informatieOeverplanten in Lelystad
Oeverplanten in Lelystad Inleiding Lelystad is rijk aan water. Binnen de bebouwde kom is een blauwe dooradering aanwezig van talloze wateren. Om de waterbergingscapaciteit te vergroten en de leefomgeving
Nadere informatieHerbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg
Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg Opdrachtgever: Firma Van de Wijgert Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl
Nadere informatieInheems zaaizaad. Gehakkelde aurelia op Knoopkruid
Inheems zaaizaad Inleiding Gebruik van zaaizaad om een bloemrijke flora te verkrijgen en om insecten als vlinders en bijen te bevoordelen is populair en wint steeds meer terrein. Daarbij wordt de ingeschatte
Nadere informatieLandschapsplan. BuroCollou Tuin-&Landschapsontwerp Looweg10Eibergen
Landschapsplan De plannen van de fam. Bauwhuis bieden veel kansen voor natuur en recreatie. Door de combinatie van deze twee functies ontstaat een nieuw landschap binnen de oude contouren, gebaseerd op
Nadere informatieveldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel
veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel Planten en beheer Deze gids is gemaakt voor afdeling Onderhoud van Waterschap De Dommel. Maar ook voor externe organisaties
Nadere informatieBESTUIVERS IN HET LANDSCHAP
BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP INTRODUCTIE Biodiversiteit: Biodiversiteit of biologische diversiteit is een graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem, bioom of een gehele planeet.
Nadere informatieNatuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap
Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap ONTWIKKELING NATUURZONE SPORTPARK ELSKENS OOSTERHOUT DATUM: augustus 2014, Landschapsplan en kwaliteitsinvestering Landschap kenmerk: ontwerp-bestemmingsplan
Nadere informatieBermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen
Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen 1. Inleiding In het dichtbebouwde Vlaanderen zijn bermen overal te vinden. Meestal vervullen ze een vrij belangrijke ecologische rol,
Nadere informatieProjectplan GOB. Datum: Oktober /16
Projectplan GOB Object: De Riggen Datum: Oktober 2015 1/16 Inleiding Aanvrager: Projectnaam: Voorgeschiedenis Stichting het Noordbrabants Landschap Perceel de Riggen - Pannenhoef Perceel was een oude boomkwekerij
Nadere informatieConcrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg
Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Maart 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl Pagina 1 Inhoudsopgave
Nadere informatiecolofon gemeente Wierden Afdeling Grondgebied Plantsoenlaan EC WIERDEN Nieuwland Advies Haagsteeg 4 Postbus 522, 6700 AM Wageningen
colofon opdrachtgever gemeente Wierden Afdeling Grondgebied Plantsoenlaan 1 7642 EC WIERDEN opdrachtnemer Nieuwland Advies Haagsteeg 4 Postbus 522, 6700 AM Wageningen telefoon: +31.(0)317.467.246 fax:
Nadere informatieDrasland. Groot Wilnis-Vinkeveen
Groot Wilnis-Vinkeveen Drasland in de Zouweboezem, provincie Zuid-Holland Bron: provincie Utrecht Drasland Drasland is niet bemest kruidenrijk hooiland dat maximaal 30 cm boven het oppervlaktewaterpeil
Nadere informatieVerplaatsing houtsingel
Ten behoeve van de herontwikkeling van locatie De Hokhorst in Renswoude moeten een watergang en een aangrenzende houtsingel ca. tien meter naar het oosten worden verplaatst. Om te voorkomen dat deze verplaatsing
Nadere informatieBos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer
Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer B Grauwe els 40% B Zwarte els 10% K Grassen (Henna, Witbol, Raaigras) 30% K Braam 30% K Koninginnekruid 10% K Grote brandnetel 10% K Moerasspirea 4% K Gewone
Nadere informatieWinterswijk Beerninkweg 2
Winterswijk Beerninkweg 2 Schetsmodel 21-09-2011 definitief colofon Opdrachtgever: WAM & VanDuren Bouwprojecten iov E. Wiechers Ontwerp: Bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres:
Nadere informatieGroenbeheer met oog voor bijen
Groenbeheer met oog voor bijen Voorbeelden van bijenvriendelijk beheer in openbaar groen toepasbaar in Groningen, Friesland en Drenthe Arie Koster Voor meer informatie voor ecologisch groenbeheer voor
Nadere informatieWetland. Groot Wilnis-Vinkeveen
Groot Wilnis-Vinkeveen Moeras met Lisdodde in de Krimpenerwaard Wetland Wetland is een mozaïek van open water, drijvende waterplanten, planten die met hun voeten in het water staan, riet dat in het water
Nadere informatieLandschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch
Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Aanleiding en ligging plangebied Dhr. van de Venne heeft aan de Hammerstraat enkele boogkassen liggen. Deze liggen er al 10 jaar en dienen te worden
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 is het basis-natuurgrasland. Het kan overal voorkomen op alle grondsoorten en bij alle grondwaterstanden, maar ziet er dan wel steeds anders uit.
Nadere informatieQUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM
QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM Colofon Opdrachtgever: Tulp-Bijl B.V. Titel: Quickscan Edeseweg 51 Wekerom Status: Definitief Datum: Februari 2013 Auteur(s): Ir. M. van Os Foto s: M. van Os Kaartmateriaal:
Nadere informatieInventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014
Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014 Stichting Landschapsbeheer Zeeland Lucien Calle Sandra Dobbelaar Alex Wieland 15 juli 2014 1 Inhoud Inleiding...
Nadere informatieNatuurontwikkelingsplan 2014
Natuurontwikkelingsplan 2014 Bestemmingsplan Prinsenlaan 80 Groenekan - toelichting, bijlage 2 Datum: 14 maart 2014 1. Huidige situatie Aanleiding Voorliggend natuurontwikkelingsplan vormt een nadere uitwerking
Nadere informatie6. Ontwerp. N 20m. Visualisatie bovenaanzicht
6. Ontwerp Visualisatie bovenaanzicht Het concept is vervolgens vertaald naar deze visualisatie. De voorgestelde beplantingen en materialen zijn uitgewerkt op pagina 20 en 21, aan de hand van enkele referenties.
Nadere informatieWERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.
WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. In onderstaande werkprotocollen geeft de tabel aan waneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de tabel wordt
Nadere informatieGROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM
GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM Groencompensatieplan Braamweg 1 Arnhem, i.o.v. Giesbers Arnhem 1 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Giesbers Arnhem is voornemens het plangebied De Verborgen
Nadere informatiemei 2018 The Links Valley Natuurgolfterrein The Links Valley
mei 2018 The Links Valley Natuurgolfterrein The Links Valley THE LINKS VALLEY, GOLFBAAN OF NATUURTERREIN? Het is lastig te zeggen of The Links Valley nu meer golfbaan is of natuurterrein. Feitelijk bestaat
Nadere informatiePVM AKKERRANDENMENGSELS MATERIALEN. Telefoon 0316-248099 Telefax 0316-248083
PVM EENJARIG MENGSEL KRUIDENRIJKE ZOOM/BLOEMRIJK GRASLAND NR. 1 Doelsoort : Planten die van nature in Nederland op kleigronden voorkomen (=inheemse flora). Mengsel : Meerjarig mengsel met plantensoorten
Nadere informatieGrasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4
Grasland en Heide Hoofdstuk 2.2 en 2.4 Planning Grasland Voedselweb opdracht Heide Voedselweb opdracht Grasland Grasland is een gebied van enige omvang met een vegetatie die gedomineerd wordt door grassen
Nadere informatieLandschapsplan Kerkdijk 6 te Vragender
Landschapsplan Kerkdijk 6 te Vragender Plan voor de landschappelijke inpassing van nieuwe functies Zelhem, mei 2011 Rapportnummer 1170 Projectnummer 1626 opdrachtgever René Plaggenburg Kerkdijk 6 7134
Nadere informatieAnalyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol
Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol Drs. Ing. L.M. Scholtens in opdracht van: Gemeente Emmen, Dienst Beleid Afdeling Fysiek Ruimtelijke Ontwikkeling December 2009 Het landschap
Nadere informatieOntwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland
Provincie Utrecht, afdeling FLO, team NEL, 5 februari 2015 Nat is zeer laagproductief hooiland op natte, onbemeste, basenrijke veen- en zandgrond dat gewoonlijk een keer per jaar worden gemaaid in de nazomer.
Nadere informatieEcologische vegetatiebeheer van bermen, taluds van watergangen en greppels. in Drenthe buiten de natuurgebieden
Ecologische vegetatiebeheer van bermen, taluds van watergangen en greppels in Drenthe buiten de natuurgebieden Voor meer informatie over ecologisch groenbeheer www.bijenhelpdesk.nl www.bijenbeheer.nl Arie
Nadere informatieHerinrichting van Eilandje langs de Damweg naar Oudewater
Herinrichting van Eilandje langs de Damweg naar Oudewater Nieuwe Natuur Riet ----- -----------------ijsvogelwand Amfibieënpoel---- --- houtwal Plas-dras vegetatie -- hut Composthoop ----------- ----struiken
Nadere informatieCollectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21
Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21 Dit document is een uitgave van Dienst Landelijk Gebied en Dienst Regelingen. De beschrijving heeft een informatieve functie en er kunnen
Nadere informatieBijen en Landschapsbeheer
Bijen en Landschapsbeheer Hoe maken we het landschap bijenvriendelijk Wat betekent dat voor de biodiversiteit en de kwaliteit van het landschap Een selectie van de mogelijkheden Arie Koster -- www.bijenhelpdesk.nl
Nadere informatieInpassingsplan Kavel B (zuidelijke kavel) Leiweg VM aanleg 3000 m 2 natuur
Inpassingsplan Kavel B (zuidelijke kavel) Leiweg 16-8-2018 VM aanleg 3000 m 2 natuur Bij de aanleg en onderhoud van het stuk natuur achter de woonbestemming gelegen op de locatie Leiweg ongenummerd perceel
Nadere informatieMeer dan gras. Terreinstudie in de Bourgoyen
Meer dan gras Terreinstudie in de Bourgoyen Stad Gent - Educatieve Diensten - Natuur- en Milieucentrum De Bourgoyen - 2018 Driepikkelstraat 32, 9030 Mariakerke - ( 09 226 15 01-7 bourgoyen.educatie@stad.gent
Nadere informatieWerkbladen landschapsstudie
Werkbladen landschapsstudie Naam: Start aan Noteer en duid aan op je kaart: Bos plantage - weide akker bebouwing Op welke hoogte ligt?. Op welke hoogte ligt het kruispunt?. Welk is het verschil tussen
Nadere informatieCompensatieplan Meerdink
Compensatieplan Meerdink Inleiding De heer Meerdink heeft het college van burgemeester en wethouders van Winterswijk gevraagd om de agrarische bestemming Meester Meinenweg 29 te wijzigen in de bestemming
Nadere informatieBureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode
Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode Natuurwaardenkaart Voor het inventariseren van de natuurwaarden van Heemstede zijn in het rapport Natuurwaardenkaart van Heemstede Waardering van
Nadere informatieJohan de Wittlaan 2 te Woerden
Johan de Wittlaan 2 te Woerden Actualisatie ecologisch onderzoek V. Nederpel R. de Beer 2012 Opdrachtgever Bolton Ontwikkeling Van der Goes en Groot ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Bovendijk 35-G
Nadere informatieM.E.R beoordelingsnotitie Ruimtelijk Plan Ullerberg
M.E.R beoordelingsnotitie Ruimtelijk Plan Ullerberg Opgesteld door ecologisch adviesbureau Buiting Advies 2011 Contactgegevens Buiting Advies Bezoekadres: Wilhelminaweg 64 6950 AB Dieren Postadres: postbus
Nadere informatie3-6. Locatie A (dhr. J. Bout) Toetsing aanpassingen Landgoed Pluimpot aan bestemmingsplan
Toetsing aanpassingen Landgoed Pluimpot aan bestemmingsplan Aanleiding Voor dit plan (de ingediende stukken waarop deze toetsing van toepassing is zijn als bijlage bijgevoegd) is een omgevingsvergunning
Nadere informatieNotitie. Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas)
Notitie Inventarisatie Rapunzelklokje op locatie Platveld 4 te Meijel (gemeente Peel en Maas) Door: G.M.T. Peeters Notitienummer: 174 Datum: 16 september 2011 In opdracht van: Aelmans Ruimtelijk Ordening
Nadere informatieConcrete begrenzing EHS en GHS binnen het terrein van Fujifilm Manufacturing Europe BV te Tilburg
Concrete begrenzing EHS en GHS binnen het terrein van Fujifilm Manufacturing Europe BV te Tilburg Opdrachtgever: gemeente Tilburg Juni 2009 Antonie van Diemenstraat 20 5018 CW Tilburg 013-5802237 Eac@home.nl
Nadere informatieLandschapsplan varkenshouderij Laarstraat
Landschapsplan varkenshouderij Laarstraat te Vethuizen Plan voor de landschappelijke inpassing van een op te richten varkenshouderij Zelhem, juni 2007 Rapportnummer 0744 Projectnummer 871 opdrachtgever
Nadere informatieGEMEENTE ASTEN. Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden
GEMEENTE ASTEN Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden Projectnr.122-029 / nov2016 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1.
Nadere informatieAdvies natuurontwikkeling Koppelboerweg 42 in Oldenzaal. briefnotitie
Advies natuurontwikkeling Koppelboerweg 42 in Oldenzaal briefnotitie Uitgevoerd door: Natuurbank Overijssel Opdrachtgever: J. Seijger Projectnummer en versie: 710, versie 1.1 Projectleider: Ing. P.Leemreise
Nadere informatieNotitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk
Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor
Nadere informatieNatuurtoets Kop Zuidas
Natuurtoets Kop Zuidas Planteam Groen, ecologie, stedelijke Recreatie en Water Maart 2009 Inhoud Samenvatting... 3 Inleiding... 3 Eerder onderzoek... 3 Begrenzing plangebied... 4 Beschrijving van het gebied...
Nadere informatieSummary and future On the basis of the flora survey of 1999 and 2004 is chosen for the areas which looks promising for the development of nature.
Summary and future On the basis of the flora survey of 1999 and 2004 is chosen for the areas which looks promising for the development of nature. As with previous surveys we used the Tansley method Results
Nadere informatieAanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev
Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen A&W-notitie 2588kev Opdrachtgever Gemeente Groningen Referentie Heijden, E. van der. Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2624. Altenburg
Nadere informatieNVWK geeft de erven vleugels. Het erf: inrichting en beheer
NVWK geeft de erven vleugels Het erf: inrichting en beheer Inhoud Het droomerf De plaats van het erf in het landschap Landschapselementen op het erf in relatie tot erfvogels Dromen. Mijn ideale droom erf.
Nadere informatieNATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK
NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF Inleiding 3 Ontwerp 5 Water 7 Randen en oevers 9 Eilanden 13 Verbindingen 17 Gebruik 21 Beplanting 25 I n h o u d NATTE ECOZONE SCHUYTGRAAF
Nadere informatie: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014
Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een
Nadere informatieOnderwerp. Datum : 19 maart 2015 Projectnummer : 211x07324
Onderwerp Inpassings- en beplantingsplan van parkeerplaats en bebouwing, en legaliseren bestaande bebouwing t.b.v. een seksinrichting aan de Roermondseweg 203 te Weert Datum : 19 maart 2015 Projectnummer
Nadere informatiereijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Helstraat 13, Reek.
Landschappelijk inpassingsplan Helstraat 13, Reek. Werkdocument: Landschappelijke inpassing vormverandering en uitbreiding van het bouwvlak. Opdrachtgever: Dhr. H.A.M. van Kuppenveld, Helstraat 13, 5375
Nadere informatieGemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer. De Schenkstrook ECOLOGISCHE VERBINDINGEN
Gemeente Den Haag Dienst Stadsbeheer De Schenkstrook ECOLOGISCHE VERBINDINGEN Stedelijke ecologische hoofdstructuur belangrijkste verbindingszones en stapstenen wenselijke verbindingszone belangrijkste
Nadere informatieDe patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen.
De patrijs, klant van de akkerrand. Achtergrondinformatie bij de lesbrief voor kinderen. Tekeningen Ciel Broeckx, juni 2010. 1 De Europese Unie heeft in 2002 afgesproken om het verlies aan biodiversiteit
Nadere informatieNatte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011
Overzicht situatie en maatregelen per perceel NNP Project: NNP = Perceel is op orde voor realisatie AmbitieNatuurbeheertype = AmbitieNatuurbeheertype is haalbaar door uitvoering maatregelen = AmbitieNatuurbeheertype
Nadere informatieQuick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst
Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling
Nadere informatieInrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2
Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen
Nadere informatieDe biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart
De biologische waarderingskaart en habitatkaart Hoe zou je dit beschrijven? Hoe beschrijven? Biotische beschrijving: welke plantensoorten staan er? Abiotische beschrijving: wat is het waterregime, bodemtype,
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 33 jrg6
SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg6 In plaats van te gaan kanovaren trokken Isabelle, Guido, Tineke, Ine, Gerard, Yvonne, Jan, Nicole, Pat en Suze onder leiding van Luc stroomopwaarts langs de oever van de Dommel.
Nadere informatieBEHEERPLAN BATENDIJK (ONG.) TE BORCULO
BEHEERPLAN BATENDIJK (ONG.) TE BORCULO Rapportage beheerplan Batendijk (ong.) te Borculo Opdrachtgever Bosch & van Rijn Groenmarktstraat 56 3521 AV Utrecht Rapportnummer 8015.004 Versienummer Status D1
Nadere informatiememo datum: 22 juli 2011
memo aan: van: Buro SRO Laneco datum: 22 juli 2011 betreft: 1 Inleiding Aan de Koterweg te Barneveld is de sloop van een voormalig kruisgebouw voorgenomen. In de plaats hiervan worden 17 zorgappartementen
Nadere informatieEcologische bij-structuur: het beheer
Ecologische bij-structuur: het beheer Bijvriendelijk beheer = ecologisch beheer Verschralingsbeheer Aanleg Beheer gras en kruidachtige vegetatie Beheer ruigtekruiden Beheer houtachtige vegetatie Beheer
Nadere informatieQuickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10
Quickscan natuuronderzoek ivm bestemmingsplan en ontwikkelingen Bellersweg 13 Hengelo Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 9 juli 2013 Rapportnummer 0128 Projectnummer 018 Opdrachtgever
Nadere informatieGagel-en wilgenstruwelen
Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken
Nadere informatieKavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha
Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de
Nadere informatieBeheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering
Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Natte dooradering 9 Poel en klein historisch water Poelen zijn natuurlijke of gegraven laagtes, gemaakt om over water voor vee te kunnen beschikken.
Nadere informatieCompensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015
Compensatieplan natuurcompensatie parkeren De Heimolen juli 2015 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Omschrijving verlies aan ecologische waarde. 3. Ruimtelijke begrenzing bestaand en de fysieke compensatie
Nadere informatieB i j l a g e 3 : G r o e n p l a n
B i j l a g e 3 : G r o e n p l a n Toelichting landschappelijke inpassing bedrijf Douma Staal, Sneek Inleiding Landschapsbeheer Friesland is gevraagd een ontwerp op te stellen voor de landschappelijke
Nadere informatieAmfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot
Amfibieën en poelen Gerlof Hoefsloot Inhoud presentatie Functie van een poel: vroeger en nu Hoe werkt een poel? Wat bepaalt een goede ecologische situatie Soorten amfibieën Beheer van amfibieënpoelen,
Nadere informatieKnelpunten van de Natuurzoom.
Knelpunten van de Natuurzoom. Deze knelpunten komen voort uit het eindrapport van oktober 2014 Uitvoeringsplan Natuurboog Amsterdam ZuidOost van Dienstlandelijk Gebied Ministerie van Economische Zaken.
Nadere informatieAanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur
Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto
Nadere informatie4.10. Landschappelijke inpassing, ruimtelijke kwaliteitsverbetering
4.10. Landschappelijke inpassing, ruimtelijke kwaliteitsverbetering De kwaliteitskaart geeft de te behouden, versterken en benutten karakteristieken en kwaliteiten van het gebied aan. Ruimtelijke kwaliteit
Nadere informatiefoto inzet: Staf de Roover
foto inzet: Staf de Roover 1 2 3 4 Het woord grasland doet veronderstellen dat grassen het grootste aandeel van de vegetatie moeten vormen. Veelal is dit zo, maar er zijn graslanden waarin andere dan grassen
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 25 jrg2
SLOBKOUSNIEUWS 25 jrg2 Dankzij de medewerking van bevoegd boswachter Vanessa Geenens bekwamen we de toelating van ANB om te gaan inventariseren in Lozerheide. Ze had me vorige week gemeld dat ze spijtig
Nadere informatiereijrink heijmans Landschappelijk inpassingsplan Gemertseweg 26, Beek en Donk Werkdocument: Uitbreiding agrarisch bouwblok.
Landschappelijk inpassingsplan Gemertseweg 26, Beek en Donk Werkdocument: Uitbreiding agrarisch bouwblok. Opdrachtgever: Dhr. G. J. Kouwenberg, Gemertseweg 26, 5741 PE Beek en Donk. Datum: 23-06-2014 08-09-2014
Nadere informatiePierikstraat 16 Gaanderen
Pierikstraat 16 Gaanderen Inrichtingsplan Pierikstraat 16 te Gaanderen Onderdeel van de bestemmingswijziging VOF Wisselink Loonbedrijf Colofon Hoog-Keppel : 7 juli 2014 Rapportnummer : 1414 Projectnummer
Nadere informatieNatuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013
Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013 Bureau Meervelt, Ecologisch onderzoek en advies Notitie flora en fauna Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013 Status: definitief, 14 oktober 2013
Nadere informatieBEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN
BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha
Nadere informatieHOLLE WEGEN. module 6
HOLLE WEGEN Hoofdstuk 2 Inhoudsopgave: algemeen definitie belang beheer beheer berm beheer schouder beheer wegdek Definitie? Hoofdstuk 2 Definitie? Definitie? topkam Belang? Hoofdstuk 2 Belang? Microklimaat:
Nadere informatieSLOBKOUSNIEUWS 26 jrg2
SLOBKOUSNIEUWS 26 jrg2 Met vriendelijke groeten Het wordt blijkbaar een gewoonte van de slobkousjes om te wachten tot ik er niet bij kan zijn om een record aantal waarnemingen te doen. Om nog wat zout
Nadere informatieLandschappelijk inpassingsplan Vliertwijksestraat 35, Rosmalen.
Landschappelijk inpassingsplan Vliertwijksestraat 35, Rosmalen. Werkdocument: Landschappelijke inpassing: bouwvlak en bestemmingswijziging. Opdrachtgever: Mvr. G. van Helvoirt, Dhr. H. van Helvoirt, Vliertwijksestraat
Nadere informatieOntwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012
Ontwikkeling Hollandse IJssel terreinen, Provincie Zuid-Holland 2012 R.J.S. Terlouw. bui-tegewoon, groenprojecten publicatie 2012-10. Ouderkerk aan den IJssel, 30 december 2012 Versie : Definitief. Auteur
Nadere informatieMemo Memo. Quickscan vleermuizen project Optimalisatie Watersysteem Lichtenvoorde
Memo Memo Staring Advies Jonker Emilweg 11 6997 CB Hoog-Keppel Telefoon: 0314-641910 E-mail: info@staringadvies.nl Aan: T.a.v.: Onderwerp: Waterschap Rijn en IJssel Dhr. T. Willink Quickscan vleermuizen
Nadere informatieAMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP
AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 KAMSALAMANDER De Achterhoek is één van de gebieden met de ruimste verspreiding van de kamsalamander in Nederland.
Nadere informatieMateriaal is gewonnen uit sloten en greppels langs de volgende wegen bij Arrierveld: Arrierveldweg, Noordelijke Dwarsweg, Dwarsweg en Boekweitakkers
16-12-03 Inventarisatie slootmateriaal Bokashikuilen Fix 8 december 2016 Materiaal is gewonnen uit sloten en greppels langs de volgende wegen bij Arrierveld: Arrierveldweg, Noordelijke Dwarsweg, Dwarsweg
Nadere informatieAMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP
AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 BOOMKIKKER De Achterhoek is voor de boomkikker momenteel het belangrijkste gebied in Nederland. In de jaren 80 van de
Nadere informatieAanvullend ecologisch onderzoek reconstructie N366 traject Veendam- Stadskanaal A&W-rapport 1939
Aanvullend ecologisch onderzoek reconstructie N366 traject Veendam- Stadskanaal A&W-rapport 1939 in opdracht van Aanvullend ecologisch onderzoek reconstructie N366 traject Veendam- Stadskanaal A&W-rapport
Nadere informatie