Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie"

Transcriptie

1 Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie VEILIGHEID & STRATEGIE Nr 120 SÉCURITÉ & STRATÉGIE Juni 2015 Civiel gebruik van kernenergie en militaire proliferatie: actoren en belangen. Kapitein-commandant van het vliegwezen Bart Smedts Vorser bij het Studiecentrum voor Veiligheid en Defensie

2

3

4

5

6

7 Een elektronische versie van dit document is beschikbaar en kan gedownload worden van onze website De in dit document geuite standpunten vallen uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de auteur en geven niet noodzakelijkerwijs het officiële standpunt van het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, het Ministerie van Landsverdediging of van de Belgische regering weer. Vragen, commentaren of opmerkingen met betrekking tot dit document kunnen gestuurd worden naar volgend adres: Directeur van het Studiecentrum voor Veiligheid en Defensie Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie Renaissancelaan, Brussel Of elektronisch naar:

8

9 ISSN: Civiel gebruik van kernenergie en militaire proliferatie: actoren en belangen. Kapitein-commandant van het vliegwezen Bart Smedts Vorser bij het Studiecentrum voor Veiligheid en Defensie Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie Studiecentrum voor Veiligheid en Strategie Renaissancelaan Brussel

10

11

12

13 Executive Summary The future of nuclear power is still a matter of debate that extends beyond economical arguments and technical feasibility: a combination of economic, technological, but also (geo-) political arguments are to be considered. The trend to purchase commercial off the shelf equipment in the nuclear field, increases de facto the dependency from private companies, manufacturers and innovators in that domain. Politically and economically, the tendency to reduce nuclear power after the Fukushima disaster in the West is counterbalanced by increased demand from emerging countries and equally in some Middle Eastern countries: it is however questionable whether it is wise to install nuclear energy in countries with an unstable geostrategic environment when alternative solutions are possible in both traditional and renewable forms. The choice to sell the technology in those instances is often gain-driven but also holds political bargain. Indeed, the case study of Iran demonstrates that political and geostrategic reasons are not negligible in the debate. The huge investments for new power plants constitute a burden which at first sight seems unbearable even for Western economies unless smaller scale projects are considered in the future and/or a stable economic environment can be guaranteed to potential investors. However, considered over the entire operational time of a nuclear power plant, this is not the case. The political dimension stresses the importance of supranational organisations in the debate. The EU holds a guiding and supporting role for the regulation of nuclear power. Both the nature of the dual use material as well as the actors involved within the EU (nuclear weapon states) complicate even more the inextricable link between the commercial and non-commercial nuclear roles. NATO holds on to the non-conventional role for the time being. Turkey, a NATO country bordering the Middle-East, is just one example of difficult times to come in the negotiations for a Weapons of Mass Destruction Free Zone in the area. The agenda of the Review Conference of the Nuclear Non-Proliferation Treaty will therefore very soon be supplemented by concrete operational verification issues in that region. The nuclear sector in Belgium still holds an important potential for the years to come: our country is still dependent on the output of endogen nuclear i

14 capacity. With or without nuclear future in the long run, huge investments will be needed, for example in distribution networks, even with renewable resources. At best our country could exploit the resources and know how at its disposal which will both be needed domestically or abroad. The presence or withdrawal of a non-conventional NATO arsenal should not be a unilateral decision in any country of the alliance but it could be decided not to be forced to purchase a very specific capacity only to be able to support a nonconventional role: an alternative could be to constitute a multilateral force to that specific aim. As far as the position of Belgium s government on nonproliferation and disarmament is concerned, the Charter of the United Nations as well as NATO s strategic concept remain the main guidelines. The views expressed are only those of the author and do not necessarily reflect the views of Belgian Defence or the Royal Higher Institute for Defence. ii

15 Inhoudstafel Executive summary i Inhoudstafel iii Lijst van afkortingen 1 Inleiding 3 DEEL 1: CIVIELE TOEPASSINGEN OF MEER? INLEIDING TERMIJNEN EN KOSTEN: DE IMPLICATIES WELKE TOEKOMST VOOR KERNENERGIE MILITAIRE TOEPASSINGEN OF CIVIELE AFGELEIDEN DEELBESLUIT 55 DEEL 2: SUPRANATIONALE STANDPUNTEN INLEIDING DE EU TURKIJE AAN DE GRENZEN VAN DE NAVO DE VERENIGDE NATIES EN DE MENWFZ DEELBESLUIT 86 DEEL 3: BELANGEN IN BELGIË EN AANBEVELINGEN BELGIË AANBEVELINGEN DEELBESLUIT 100 ALGEMEEN BESLUIT 103 BIJLAGEN 109 BIJLAGE 1: NUCLEAIRE BIJDRAGE AAN DE TOTALE ENERGIEPRODUCTIE 110 BIJLAGE 2: CIP/ICT RICHTLIJNEN EN REFERENTIES 111 BIBLIOGRAFIE 113 iii

16 iv

17 Lijst van afkortingen AL CBRN CBRN CoE CGNPG CNNC CPPNM EDF ENISA EU Euratom IAEA IPPAS IUEC MENWFZ MESP NAM MOX NGSS OIC TENEX VS Arabische Liga Chemisch Biologisch Radiologisch Nucleair CBRN Centres of Excellence China Guangdong Nuclear Power Group China National Nuclear Corporation Convention on the Physical Protection of Nuclear Material Electricité de France European Network and Information Security Agency Europese Unie European Atomic Energy Community International Atomic Energy Agency International Physical Protection Advisory Service International Uranium Enrichment Center Middle East Nuclear Weapon Free Zone Multilateral Enrichment Sanctuary Project Non-Aligned Movement Metaaloxide van uranium Next Generation Surveillance System Organization for Islamic Cooperation Techsnabexport Verenigde Staten 1

18 2

19 Inleiding Vandaag is de toekomst van kernenergie nog altijd onderwerp van debat waarvan de relevante argumenten verder reiken dan de economische haalbaarheid: zowel technologische, economische, als geopolitieke argumenten hebben hun plaats. Op technologisch vlak zijn veiligheid, betrouwbaarheid en opgebouwde expertise cruciaal. Politiek en economisch wordt de Westerse tendens om kernenergie terug te dringen gecompenseerd door de vraag van groeilanden. Op economisch vlak werd aangetoond dat politieke beslissingen van Japan na de ramp van Fukushima niet de economisch beste bleken op langere termijn: de sluiting van kerncentrales heeft het land voor 90% afhankelijk gemaakt van import van fossiele brandstoffen. Van 2010 naar 2013 kon men hierdoor een stijging van 30% van de tarieven voor de bedrijven van elektriciteit vaststellen terwijl het handelsoverschot van 2010 er in 2013 volledig moest aan geloven en de uitstoot van CO 2 in die periode met meer dan 6% steeg. Met dit voorbeeld in de achtergrond moeten we ons de vraag stellen waar we naartoe willen met onze nucleaire expertise en infrastructuur. Maar we zullen merken dat een dergelijke civiele benadering niet altijd volstaat in de verklaring van de keuzes: naast de economische argumenten is er vaak een politiek argumentarium dat bepalend is en een dimensie verder kan reiken dan de uitsluitend civiele toepassing van de technologie. Daarom moet men zich de vraag stellen of de toegenomen interesse van landen uit het Midden-Oosten voor de technologie enigszins te rijmen valt met de instabiele situatie in of in de buurt van die landen: het potentieel van andere dan civiele toepassingen dient ernstig genomen te worden en mogelijk kunnen andere vormen van energieopwekking daarom meer gepast lijken om aan de noden te voldoen van landen die in die regio hun energieproductie willen opdrijven. Door die politieke dimensie van het kernenergiedebat, is de positie van supranationale actoren een belangrijke parameter voor de schatting van de rol die de technologie in de toekomst nog te spelen zal hebben. De EU heeft vooral een commercieel sturende en ondersteunende rol maar daarnaast moet de uitbating van kernenergie, hoewel een nationale aangelegenheid, passen binnen het non-proliferatie kader van de EU. Voor dit niet-commerciële luik speelt de EU vooral de rol van facilitator voor andere fora, te weten de NAVO, de VN, de Europese Raad. Maar zowel de aard van het materiaal voor tweeërlei gebruik als ook de betrokken actoren binnen de EU (kernwapenstaten) vormen een onontwarbare schakel tussen de commerciële en de niet-commerciële rol

20 van de nucleaire sector. Die dualiteit tussen het commerciële gewin en politieke motieven wordt ook in andere fora teruggevonden: zo kan de risicodeling van bondgenoten van de NAVO zorgen voor een niet conventioneel takenpakket en tegelijk de commerciële exploitatie van nieuwe nucleaire sites nastreven. Turkije, als bondgenoot van de NAVO en als kandidaat lidstaat van de EU, is in dat geval. Het land is de uitgelezen test-case van civiele en militaire nucleaire opties. Uit de motivatie van Turkije leert men dat doorslaggevende criteria enerzijds de energetische onafhankelijkheid en anderzijds de veiligheidsgarantie zijn. In de schoot van de Verenigde Naties wil men uitgaan van de bestaande expertise van het internationaal atoomagentschap en andere fora om de controle op het non-proliferatieregime mogelijk te maken en te versterken: civiele actoren onder toezicht van een internationale overheid willen commerciële winst boeken maar dit beleid valt niet noodzakelijk te rijmen met de belangen van staten die vanuit militair-strategisch oogpunt het evenwicht trachten te vrijwaren binnen hun invloedssfeer. Ook vanuit dat aandachtspunt waar, binnen het kader van de onderhandelingen over een verdrag over een zone vrij van massavernietigingswapens, deze aspecten uitkristalliseren. De agenda van de herzieningsconferentie van het nonproliferatieverdrag wordt daarom binnenkort aangevuld door zeer concrete operationele verificatie-vraagstukken in die regio. Voor België is nog steeds een belangrijk potentieel aanwezig in de nucleaire sector. Niet alleen door de bestaande nucleaire infrastructuur (commerciële reactoren, onderzoeksreactoren en -centra) maar ook door zijn ervaring is ook in de toekomst nog steeds toegang tot exploitatiemogelijkheden en technologische verbeteringen. Daarnaast zal men in ons land moeten investeren in transmissielijnen die moeten toelaten om kernenergiegegenereerde elektriciteit, maar ook de door alternatieve energiebronnen opgewekte energie te verdelen. We weten dat civiele nucleaire capaciteit en een daaraan aangepast distributienet in groeilanden onmisbare onderdelen vormen van economische groei. In de feiten stellen we vast dat ons land vandaag afhankelijk is van de output van onze eigen kernreactoren. Investeren in een distributienet dat flexibel genoeg is om de constante output van kerncentrales op te vangen en tegelijkertijd ook in staat is om de variabele output van alternatieve energiebronnen te herverdelen zal ook voor ons land op korte termijn aan de orde zijn. We zullen bovendien nog decennia leven met kernenergie en nucleair afval en er zowel de exploitatie als de proliferatieresistentie moeten van handhaven en verbeteren: opslag, beveiliging en nabehandeling van brandstof is de enige optie. Exploitatie van de energie in dat proces zou daarom een rationele conclusie kunnen zijn. Beleidsmatig zal men zich de volgende essentiële vragen moeten stellen: wil men optimale efficiëntie van decennia lange projecten bereiken en de nodige commerciële stabiliteit genereren die bij investeerders de motivatie kan creëren om in ons 4

21 land de commerciële capaciteit te handhaven en te exploiteren? En ten slotte zijn we op militair vlak bereid om de risicodeling van de bondgenoten te onderschrijven en nucleaire capaciteit te onderhouden, te steunen en vectoren te onderhouden die de inzet ervan mogelijk maken? Zoals we zullen merken behelzen de antwoorden zowel civiele als militaire belangen. De standpunten van de auteur geven niet noodzakelijk de standpunten van Defensie of het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie weer. 5

22 6

23 Deel 1 Civiele toepassingen of meer? 7

24 1.1. Inleiding Nucleaire technologie is van alle energievormen diegene die de meeste argwaan wekt: vooreerst omwille van de catastrofale gevolgen van een oncontroleerbare ramp zoals in Fukushima enerzijds en anderzijds omwille van de mogelijke afwending van delen van het programma voor militaire toepassingen. Wanneer die technologie bovendien in een onstabiele regio wordt aangewend of landen in een dergelijke regio de wens uiten om die technologie te bemachtigen of te gebruiken, wordt bijkomende ongerustheid gewekt van de internationale gemeenschap maar ook van sommige leveranciers van civiele technologie die hun marktmonopolie niet willen zien verloren gaan. In dit deel gaan we na of de nucleaire uitdoving, zoals die in het Westen werd aangekondigd na de ramp van Fukushima, een realiteit is waar we rekening mee moeten houden op wereldvlak, dan wel een Westerse reactie op een catastrofe die geen rekening houdt met de realiteit en de noden van andere werelddelen. Het zal daarom noodzakelijk zijn om de economische haalbaarheid van deze energievorm te onderzoeken om een idee te hebben van zijn belang in de toekomst. Of is er meer? Naast de civiele afgeleiden zijn er mogelijke militaire toepassingen waardoor de beslissing om deze energievorm af te schaffen of te behouden de louter economische evaluatie overstijgt: de case-studie van Iran illustreert dit. En dus is het mogelijk om de Westerse controverse met andere visies te verrijken en alle relevante parameters in beschouwing te nemen, los van emotionele reacties te wijten aan het doemscenario van Fukushima. De voorzorgmaatregelen na dat ongeval hebben in Europa, zoals in de rest van de wereld gezorgd voor een grote terughoudendheid ten opzichte van kernenergie. In Duitsland heeft het zelfs een radicale aanpak gegenereerd om de kernenergie definitief te weren, terwijl in Frankrijk het nog voor jaren de belangrijkste vorm van energieopwekking zal blijven. De snelle afschrijving van de technologie, zal mogelijk een toegenomen afhankelijkheid genereren voor de import van energie. De kans dat de uitstoot van broeikasgassen bovendien zal toenemen, vergroot ook om twee redenen: vooreerst is er niet voldoende marge om de vrijgekomen deel volledig door alternatieve bronnen op te vangen. Bovendien zal zelfs het gebruik van de duurdere nieuwere technologie voor filtratie, afvang en opvang van koolstof houdende gassen niet voldoende kunnen compenseren voor de verhoogde uitstoot, in het bijzonder indien we in Europa energie invoeren vanuit landen die nog niet gebonden zijn door de Europese norm van 20% hernieuwbare energie tegen De balans van dit alles is dat een doordachte strategie op 8

25 langere termijn de voordelen en nadelen moet overwegen: tijd en kost zijn hiervoor twee te onderzoeken parameters die we in het volgende hoofdstuk willen bespreken. Het bestaan van materiaal van tweeërlei gebruik in het domein van nucleaire technologie heeft het altijd bijzonder moeilijk gemaakt om een duidelijke lijn te trekken tussen exclusief civiele en mogelijk militaire toepassingen. Nochtans werd een poging gedaan om de doelstellingen met betrekking tot nucleaire technologie in het non-proliferatieverdrag vast te leggen: non-proliferatie, het onvervreemdbaar recht op vreedzaam gebruik van de technologie en ten slotte ontwapening, vormen de drie steunpilaren van dat verdrag. Deze worden verwoord in respectievelijk artikels I 1, IV 2 en VI 3 van het verdrag. De interpretatie ervan is niet uniform met als gevolg dat zowel in civiele als in militaire toepassingen een of andere vorm van proliferatie merkbaar is geweest sinds het in voegen treden van het verdrag (1970). In wat verder volgt zullen we met horizontale proliferatie doelen op het toenemend aantal actoren in het bezit van een technologie, terwijl we met verticale proliferatie wijzen op het feit dat het aantal onderdelen (wapens in geval van militaire toepassingen, materiaal en installaties in geval van civiele toepassingen) van één actor toeneemt. De zeer algemene bewoordingen van het verdrag zijn vaak moeilijk afdwingbaar gebleken maar we zullen verder in dit deel merken dat niet alleen het juridische kader, maar ook harde valuta de grenzen bepalen van de middelen van de internationale gemeenschap om proliferatie in te dijken. Het bekendste voorbeeld van een proliferatienetwerk van militaire technologie werd in 2003 blootgelegd: de Pakistaanse bedenker 1 Each nuclear-weapon State Party to the Treaty undertakes not to transfer to any recipient whatsoever nuclear weapons or other nuclear explosive devices or control over such weapons or explosive devices directly, or indirectly; and not in any way to assist, encourage, or induce any non-nuclear-weapon State to manufacture or otherwise acquire nuclear weapons or other nuclear explosive devices, or control over such weapons or explosive devices Nothing in this Treaty shall be interpreted as affecting the inalienable right of all the Parties to the Treaty to develop research, production and use of nuclear energy for peaceful purposes without discrimination and in conformity with Articles I and II of this Treaty. 2. All the Parties to the Treaty undertake to facilitate, and have the right to participate in, the fullest possible exchange of equipment, materials and scientific and technological information for the peaceful uses of nuclear energy. Parties to the Treaty in a position to do so shall also co-operate in contributing alone or together with other States or international organizations to the further development of the applications of nuclear energy for peaceful purposes, especially in the territories of non-nuclearweapon States Party to the Treaty, with due consideration for the needs of the developing areas of the world. 3 Each of the Parties to the Treaty undertakes to pursue negotiations in good faith on effective measures relating to cessation of the nuclear arms race at an early date and to nuclear disarmament, and on a treaty on general and complete disarmament under strict and effective international control. 9

26 ervan, A.Q.Khan, studeerde af aan de TU Delft (1967) en de KU Leuven (1972). Het netwerk opereerde tussen 1982 en 2002 en onderhandelde tussen o.m. Noord-Korea, Pakistan, Libië, Irak en Iran. Nucleaire technologie en materieel daarvoor noodzakelijk werden aangebracht langs verschillende smokkelroutes via land-, zee- en luchttransport. Vooral overheden waren de eindgebruiker van dit netwerk en het bestaan ervan heeft de tekortkomingen van bestaande verdragen voor de transfer van technologie aan het licht gebracht. Door de onduidelijke bewoordingen van het verdrag en het initiële afwezigheid van vrijwaringsovereenkomsten (safeguards agreements) of additioneel protocol was het een niet-kernwapenland bijvoorbeeld niet verboden een ander niet-kernwapenland bij te staan in het vervaardigen of verkrijgen van technologie en materieel van tweeërlei gebruik. Vanuit de aard van het materieel kan immers niet altijd een duidelijke grens worden getrokken tussen een civiel en een militair programma: een duidelijke overgang van het eerste naar het tweede is het gebruik van explosieven en onderzoek naar de simultane ontsteking ervan. Enkel een militaire finaliteit kan dergelijke testen uitleggen en dit is nog een van de twistpunten die door Iran nog moeten worden verduidelijkt met betrekking tot hun lopend programma. Vertrekkend van rationele argumenten die mogelijk een civiel nucleair programma zouden kunnen staven, gaan we na of andere, bijvoorbeeld politieke motivaties aan de basis kunnen liggen van een dergelijke keuze. Wanneer die technologie bovendien in een moeilijke geostrategische regio gelokaliseerd is of die regio betrokken is in de nucleaire handel, -productie of - industrie, wordt de argwaan er alleen maar groter op. We vinden in het Midden-Oosten voorbeelden van landen die in het nucleaire een noodzakelijke economische rol zien (bijvoorbeeld Jordanië) en anderzijds zij die er louter een geostrategisch motief in vinden (zoals Saoedi-Arabië). Vanuit louter economisch overwegingen zouden vandaag in het Midden-Oosten andere dan nucleaire energie (gas- en zonne-energie) in de meerderheid van de gevallen (bijvoorbeeld voor Saoedi-Arabië) veel meer return on investment bieden (Von Hippel, 2010). De beschikbaarheid van een civiel nucleair programma laat echter toe om ook aan die bron een politieke lading te geven. Alleen door het tweeërlei gebruik van de technologie is er steeds een uitweg mogelijk naar militaire toepassingen indien de politiek het beslist of de veiligheidsperceptie ertoe nopen. 10

27 1.2. Termijnen en kosten: de implicaties Met betrekking tot de parameter termijnen (of tijd) die men in rekening moet brengen voor het overschakelen van de nucleaire technologie naar andere vormen, dient men vanuit de cijfergegevens enkele gevolgen te distilleren. Voor het cijfermateriaal geeft bijlage één een overzicht van de bijdragen aan nucleaire energie-output na het drama van Fukushima. Als onmiddellijke reactie op dit ongeval stelt men vast dat de verlaging van het gegenereerd vermogen niet uniform verdeeld is: in absolute cijfers is dat slechts vast te stellen in Japan en westerse landen (World Nuclear Association, 2013). Nieuwe groeipolen hebben echter allen een toename van het vermogen gegenereerd (Brazilië, India, China, Rusland). West-Europa mag dan in absolute cijfers als reactie op dat drama inderdaad een verminderde nucleaire output genereren, tegelijkertijd stelt men vast dat de landen die grenzen aan de EU zoals ook de jongste leden ervan, een toename hebben gerealiseerd van hun nucleaire output (Tsjechië, Oekraïne), mogelijk als compensatie voor het verlies. Daarbij stelt men ook vast dat de ouderdom van de bestaande centrales een bijzonder asymmetrische distributie vertoont (zie figuur 1). Figuur 1: Ouderdomsverdeling van reactoren (IAEA, 2013). Het grootste aantal bestaande reactoren is immers 25 jaar en ouder wat voor de continuïteit van de infrastructuur geen goede vooruitzichten geeft. In vele landen van Europa is het reactorenpark aan vernieuwing toe wil men in de toekomst nog gebruik maken van die technologie. Laat nu net die investering in reactoren en bijhorende infrastructuur de grootste kost uitmaken van deze technologie. 11

28 Met betrekking tot de parameter kosten: de productiekost bepalen voor elektriciteit afkomstig van kernenergie blijkt een bijzonder complex vraagstuk. Op het eerste gezicht zou men kunnen denken dat men wel de inventaris kan maken van alle kosten die er betrekking op hebben. In de praktijk ziet men dat de producenten hoofdzakelijk drie parameters worden weerhouden om de productiekost in te schatten: de constructiekost, de kapitaalkost en de productiedensiteitskost. Constructiekost behelst uiteraard de kost van de aanbouw van een reactor. Prospectie daaromtrent is niet vanzelfsprekend omdat men niet met zekerheid kan schatten wat de kost zal zijn van het hele project op het einde van de rit. Vergelijking moet zich dan ook laten becijferen door gebruik van een gemeenschappelijke vergelijkingsbasis. Met andere woorden moet de referentiewaarde meegegeven worden zoals de waarde van een munt in een gekozen basisjaar; indien men verschillende energiebronnen vergelijkt op eenzelfde ogenblik dan is de waarde van de gebruikte munt de meest voor de hand liggende referentie. Kapitaalkost is sinds de laatste crisis en de marktliberalisering een fluctuerend begrip geworden: de monopolie-positie van de energiebedrijven en de gehanteerde politiek lieten een doorrekening van het risico van de investering naar verbruikers toe: zoals de burgers de kosten hebben betaald voor het overeind houden van de banken tijdens de crisis, zo ging men voor de toekenning van de investeringskredieten voor een nieuwe centrale ook van uit dat indien de investering te groot zou zijn voor de terugverdieneffecten, het tekort door de gebruikers gefinancierd kon worden. Sindsdien zijn de mentaliteiten gewijzigd en hebben kredietverleners niet meer de vrijgevigheid indien er geen monopolie of staatsgarantie voorhanden blijkt. Een soms nog gehanteerde methode voor vergelijking is de prijs te verrekenen die een centrale zou kosten indien ze over één nacht zou gebouwd worden (overnight cost). Het verschil met de uiteindelijke kost is dan te wijten aan de financiering van het kapitaal. De densiteitskost ten slotte is deze kost die gegenereerd wordt door een productie van hoeveelheid energie die lager is dan de vooropgestelde technische capaciteit van de installatie zou toelaten. In de praktijk geeft men de afwijking van de ideale werking weer door de verhouding van het werkelijk geproduceerd vermogen ten opzichte van het theoretische vooropgestelde vermogen. Indien in ideale omstandigheden een densiteit van 100% zou moeten bereikt worden, is dat in de praktijk niet hoger dan 85%. De kost van de overige 15% dient bijgevolg als rechtstreekse verliespost in rekening gebracht te worden. Hoewel dit laatste een niet rechtstreeks becijferd gegeven is, nemen producenten aan dat deze drie elementen zowat 70 procent van de productiekost bepalen en daarmee en goed beeld scheppen van de prijs per KWh geproduceerde elektriciteit (Schneider, 2013; p.35). Een aantal 12

29 belangrijke factoren worden door deze benadering niet in rekening gebracht zoals daar zijn: - infrastructuurkost voor distributie en aanvoer: niet enkel de aanbouw van een kernreactor is in rekening te brengen maar ook de voor beschikbaarheid en de distributie van de elektriciteit noodzakelijke infrastructuur. - brandstofgebruik: het gebruik van brandstofstaven zal in grote mate zowel de complexiteit van de bepaling van de productiekost bepalen. De technologische keuze om eenmalig gebruik te voorzien dan wel het hergebruik mits recyclage van de brandstof heeft grote gevolgen voor kostberekening: niet alleen wordt in deze benadering de output van een reactor de input van een ander (verwerkings) proces maar bovendien heeft die output geen gestandaardiseerde marktwaarde waardoor de berekening, als ze al mogelijk is, ruime foutenmarges genereert. In het verlengde van deze problematiek zal ook de verwerking/opslag na het laatste proces andere technieken vergen en dus andere kosten genereren. Het niet herbruikbaar restafval zal uiteraard ook bijdragen tot een additionele afvoer en stockagekost. - ontmanteling: de kost die gepaard gaat met de opruiming en ontmanteling van de site wordt vaak geschat in hetzelfde denkschema als voor de constructie van de reactor. Ontmanteling kan echter decennia later dan de constructie gepland zijn en dus in een totaal ander conjunctuur. Kostenschatting in een dergelijke conjunctuur is niet per definitie vergelijkbaar met de beginvoorwaarden van het project. - indirecte gevolgen: kernenergie blijft een van de opties om energie te produceren zonder uitstoot van broeikasgassen. Naast het gebruik van alternatieve energiebronnen (waaronder wind en zonne-energie) enerzijds en de opslag van koolstof anderzijds, blijft dit vooralsnog een van de enige technieken die het pallet van beschikbare middelen voor de beheersing van de gevolgen van klimaatverandering bepalen. Zou deze optie vanuit principiële overwegingen worden geschrapt, dan moeten de kosten als gevolg van die opwarming ten gevolge van de verhoogde fractie broeikasgassen in rekening worden gebracht. Het gebruik van deze techniek dienen dergelijke kosten bijgevolg in krediet te worden verrekend. Deze argumenten in rekening gebracht, moet men trachten op een of andere manier de productiekosten voor kernenergie te vergelijken met andere energiebronnen indien men tot een kostenbatenanalyse wil kunnen overgaan. 13

30 Figuur twee illustreert de evolutietendens hoe in de Verenigde Staten de kosten van verschillende energie producerende sectoren zich tot elkaar verhouden. Figuur 2: Productiekost nucleaire energie (WNA, 2013). Voor de beschouwde productiekost werd ook onderhoud en normaal operationeel gebruik in rekening genomen. Investeringen werden in deze figuur niet meegerekend, deze post komt later aan bod. Het punt is wel dat men tot de vaststelling komt dat de productiekost van kernenergie tamelijk stabiel blijft over twee decennia, wat helemaal niet het geval is voor olie of zelfs gas. Dit is uiteraard te verklaren door de hoge speculatieve waarde van deze bronnen die onderhevig zijn aan geopolitieke instabiliteit. Dit laatste is bij kernenergie minder uitgesproken aangezien de bezitters en verdelers ervan, de permanente leden van de VN-veiligheidsraad, een quasi monopolie positie bezitten van zowel reactortechnologie als brandstof. Uiteraard moeten we ook rekening houden met de zware kosten bij investering inherent aan ieder techniek maar in het bijzonder voor het onderwerp dat ons hier aanbelangt. De uitbating van een kernreactor is typisch een activiteit die omwille van de zware initiële investering over een lange periode (zoals blijkt uit figuur twee) operationeel moet kunnen blijven en daarom is precies die stabiele productiekost zo belangrijk. De investering voor een reactor mag dan wel hoog lijken, daarbij moet men nog de bijhorende infrastructuur voorzien en het netwerk dat zal toelaten om de geproduceerde output te verdelen. Bij alternatieve bronnen zoals windenergie is dat niet anders en nochtans betreft het een energieproductie die niet echt beschreven kan worden als stabiel noch gegarandeerd (Smedts, 2011). Hoewel de nucleaire optie in vele studies als duurder kan beschouwd worden dan de traditionele opties van kolen en gas, blijft het in verhouding een goedkopere optie dan 14

31 alternatieve energiebronnen als windenergie en hydrokracht. De term relatief is niet lukraak gekozen aangezien de kostenberekening afhankelijk is van de plaats in de wereld waar de energieproductie wordt beschouwd: regio s met een rijke gas- of oliereserve zullen bijvoorbeeld veel minder moeten investeren voor het genereren van energie uit die bronnen. Figuur drie illustreert dit en geeft een overzicht van de belangrijkste zones en de respectieve kost die met iedere energiebron uit dat land overeenkomt. Figuur 3: Vergelijkende kost van kolen, gas en nucleair in USD/MWh (IAE, 2010; respectievelijk 5% en 10% discount rate). De schatting dateert uit 2010 en kan daarom geen absolute geactualiseerde vergelijking weerstaan. De twee weergegeven gevallen die betrekking hebben op de kostenmeerwaarde voor hetzelfde jaar toont dat al aan: de mediaan verschilt in sommige gevallen 30% voor die vormen van 15

32 energie die de zwaarste investeringen vergen (hoofdzakelijk windenergie, gevolgd door kernenergie en vervolgens andere vormen) terwijl fossiele brandstoffen wat dat betreft de kleinste variatie vertonen. De algemene tendens blijft echter bewaard: alle beschikbare vormen zijn in Europa het duurste, terwijl Azië en het Midden-Oosten voor fossiele brandstoffen de goedkoopste blijken. Dit verhindert niet dat een spreiding mogelijk blijft binnen een regio. Zo is in het Midden-Oosten een onderscheid tussen de landen dat aan meerdere factoren te wijten is. Volgens Tynan en Stephenson kan men voor het modelleren van dat onderscheid enkele referenties gebruiken als Saoedi-Arabië, Egypte en Turkije (Tynan en Stephenson, 2010), waaronder de overige landen van de regio kunnen worden verdeeld. Zo staat Saoedi-Arabië volgens de auteurs model voor landen als Libië en de Verenigde Arabische Emiraten: het zijn landen met grote reserves aan fossiele brandstoffen en een groeiende nood aan energie dat voor een deel aangewend dient te worden voor ontzilting. Egypte staat volgens hen model voor Algerije, Marokko, Tunesië, en Jemen door een lagere beschikbare reserve fossiele brandstof en een lagere kredietwaardigheid. Turkije heeft een eerder westers imago in de rij: het beschikt over weinig of geen reserve maar een sterke economie die voor een groter deel dan in andere landen gedragen wordt door andere dan fossiele brandstof. Als gevolg van die onderlinge verschillen in één regio, in casu het Midden-Oosten, ontstaat een merkbaar verschil in de kosten voor exploitatie van de beschikbare energiebronnen. Als gevolg daarvan kan men factoren identificeren die de relatieve kost zullen bepalen: dezelfde auteurs identificeren capaciteit, kost, energieveiligheid en milieu. Met capaciteit doelt men op de balans tussen de reeds beschikbare hoeveelheid enerzijds en anderzijds de te importeren hoeveelheid. De auteurs maken echter geen onderscheid tussen het feit of de import te wijten is aan een primaire noodzaak aan invoer dan wel het gevolg van een commerciële strategie die ervoor kiest om andere vormen uitsluitend voor export te reserverenen. Het mag duidelijk zijn dat dit verschil als gevolg kan hebben dat tijdelijke prijsstijgingen in het tweede geval kunnen opgevangen worden door aanpassing van de strategie, terwijl dat in het eerste geval geen enkele marge zou laten. Een tweede factor is de materiële verschillen in de exploitatie van de verschillende vormen die ervoor zorgt dat de kost inherent aan ieder techniek verschilt: dit werd hiervoor grafisch toegelicht. Vervolgens is de energieveiligheid een belangrijke factor in de bepaling van de kost: de hoeveelheid reserves maar ook hun beschikbaarheid spelen hierin een belangrijke rol. Voornoemde factoren waren ook vroeger de belangrijkste determinanten van prijs en/of kost. De laatste jaren beginnen ook de gevolgen van klimaatverandering doorgerekend te worden naar bronnen de een versterkende feedback kunnen genereren. 16

33 Naast de realiseerbaarheid door de kosten zijn er bijkomende elementen die in beschouwing dienen genomen te worden. In landen waar deze technologie al decennia wordt uitgebaat stoot men toch nog op protest van de publieke opinie enerzijds en anderzijds op moeilijkheden die inherent zijn aan het beleid en regelgeving. Een noodzakelijke voorwaarde voor de uitwerking van deze capaciteit in nieuwe landen is het bestaan van regulerende kwaliteit, efficiëntie van beleid en controle van de corruptie: en toch ziet men dat indien aan die vereisten wordt voldaan projecten uitlopen in hun tijdschema, over de kostenschattingen schieten, of zelfs de commerciële uitbating in vraag gesteld wordt en de overheid uiteindelijk moet deelnemen in de participaties. De efficiëntie coördinatie tussen de publieke en private sector is geen evidentie voor een langlopend project als een kernreactor: aan de kant van de overheid is een dergelijke continuïteit gehypothekeerd door de visie die vaak één legislatuur niet overschrijdt. Van de kant van de private partners is een dergelijk project enkel te kaderen binnen een snelle terugwinst van investeringen en een maximale return. Het uitbouwen van een duurzame politiek die kadert binnen internationale voorschriften en regels die de veilige exploitatie van die technologie garanderen staan daar vaak lijnrecht tegenover. Het drama in Fukushima (Japan) heeft bovendien aangewezen dat private partners niet in staat zijn om grootschalige incidenten alleen te beheersen en dat winstmarges vaak ten kosten gaan aan bijkomende veiligheidsaspecten. In het kader van wat eerder met betrekking tot kost werd besproken, kunnen we ons toch ook vragen stellen met betrekking tot de opportuniteit en de mogelijkheid tot veilige uitbating van nucleaire technologie in het Midden-Oosten. De ervaring heeft aangetoond dat problemen zich voordeden in de westerse landen. Wat kan men verwachten in landen die, volgens studies helemaal niet zo goed scoren op gebied van beleidsefficiëntie, kwalitatieve regelgeving en controle en/of bestrijding van corruptie? Dit laatste kan een ernstige hindernis zijn voor een project van de schaal van een nieuwe reactor en de bijhorende infrastructuur, dat altijd meer corruptiegevoelig is dan een kleinschalig lokaal project dat beperkt is in de tijd. Zowel de kost als voormelde bijkomende regulatie maken het voor Saoedi-Arabië bijvoorbeeld geen winstgevende activiteit om de technologie te gebruiken. Volgens het internationaal energieagentschap zou gas tegen 2030 de dominante energiebron moeten zijn in dat land (Tynan, 2010). Deze vorm is zo goedkoop dat het zelfs niet rendabel meer is voor export enerzijds en anderzijds ook in dat geval geen return kan genereren die hoog genoeg zou zijn om de kosten te dekken die gepaard gaan met opwekking van kernenergie. Toekomen aan de groeiende energiebehoefte wil het land met gas realiseren, wat een economische rendabele optie is. Maar daarnaast vasthouden aan de nucleaire optie heeft duidelijk andere motivaties dan het strategische economische en die moet dan gezocht worden in een strategische politieke context. 17

34 Naast Saoedi-Arabië is er ook voor Egypte een economisch meer rendabel alternatief te vinden in gaswinning wat in Turkije bijvoorbeeld niet het geval is. Beide landen hebben echter een geostrategische ligging die een bijkomende inschatting vereist van het energetisch probleem van het land. Diversificatie is in beide gevallen een motivatie om te kunnen bijdragen aan de duurzaamheid van de energiereserves en de in voldoende mate de beschikbaarheid ervan te garanderen. Beide landen hebben bovendien een niet te verwaarlozen rol als doorvoerland. De geografische ligging maakt er een verplicht passagepunt voor doorvoer van energie van. In dat opzicht kan men begrijpen dat men de louter economische meerwaarde moet wegen aan de hand van de strategische waarde die men aan de regio geeft. Het feit dat men een verplicht doorvoerpunt heeft kan een belang genereren dat een louter civiele aanwending van de nucleaire technologie overstijgt. In dat opzicht zal het noodzakelijk zijn te beseffen dat in laatst noemde landen een niet te verwaarlozen risico bestaat voor militaire toepassingen, of minstens open opties van dubbel gebruik zoals we die de laatste decennia in Iran hebben zien toepassen. Men zal in de toekomst voor de landen van het Midden-Oosten steeds de volgende afwegingen moeten maken. Vooreerst moet men zich op ieder evaluatiemoment afvragen of de op dat moment alternatieve vormen van energieopwekking economisch het meest optimale rendement genereren met andere woorden of de investeringen van het moment een return op lange termijn (voor het geval van kernenergie) verrechtvaardigen. Daarnaast moet men kunnen evalueren of het gekozen pallet niet de beschikbaarheid van energie in gevaar brengt. Ten slotte dient men ook in beschouwing te nemen of het feit van een gevoelige technologie in een onstabiele regio in werking te stellen niet het gevaar inhoudt om ook militair doeleinden te dienen of het door de inherente gevoeligheid en instabiliteit de civiele infrastructuur niet het doelwit zou kunnen worden van militaire operaties in de regio vandaag of in de toekomst. De stabiliteit van een land en zijn regio zijn dus onmiskenbaar parameters die zullen tellen in de evaluatie over de opportuniteit van nucleaire technologie. Zowel fysieke veiligheidsoverwegingen zoals de ramp in Fukushima als de potentiële gevoeligheid voor directe (toepassing van de technologie) of indirecte (aanvallen op civiele doelwitten) militaire aanwendingen enerzijds en anderzijds de hoge investeringen in de beginfase van een dergelijk project, zouden de aanzet kunnen zijn om een vernieuwingsfase in het onderzoek en fielding van nieuwe, meer kleinschalige en meer proliferatieresistente vormen van kernenergie. Deze zou bovendien in een financieel moeilijkere conjunctuur beter te dragen zijn. 18

35 1.3. Welke toekomst voor kernenergie? We hebben in voorgaande hoofdstukken vastgesteld dat tegengestelde dynamieken de toekomst van kernenergie zullen bepalen. In Europese landen met een lange traditie/ervaring in de materie is men geneigd een phase-out in te lassen terwijl nieuwe groeipolen inzien dat ze het aanbod van kernenergie nodig hebben willen ze in staat zijn om de groei van hun markt aan te houden enerzijds en de uitstoot van broeikasgassen te beperken anderzijds. Bovendien hebben we gezien dat de keuze om nucleaire energie in het beschikbare pallet te voorzien de zuiver rationele beschouwing van energetische behoeften overschrijdt en aangevuld dient te worden met geostrategische beschouwingen die het louter civiel gebruik overstijgen. Het gebruik van civiel capaciteit moet ook in die zin beschouwd worden: exploitatie van civiele capaciteit kan immers in geproduceerde splijtstoffen voor militaire doeleinden bruikbare grondstoffen als plutonium produceren. In het licht van voorgaande vaststellingen moet men zich enkele vragen stellen voor de EU, de nieuwe kandidaat-gebruikers en de grote groeipolen. Vooreerst moet men zich terecht de vraag stellen of men zich in Europa überhaupt kan veroorloven om deze energiebron af te schrijven. Het voorbeeld van Duitsland met een volledige phase-out en een reeds ingeperkte subsidie voor alternatieve bronnen is veelzeggend. Tegelijkertijd moet men zich afvragen of men in de nieuwe kandidaten in soms onstabiele regio s het risico kan nemen dat deze technologie wordt aangewend, wetende dat men de omstandigheden van het gebruik in de toekomst in deze regio s op lange termijn niet onomstootbaar kan vastleggen of zelfs voorzien. Ten slotte moet men zich afvragen of een voorziene groei ook gepaard kan gaan met de noodzakelijke veiligheidsvereisten. Welke is dus vooreerst de toekomst in Europa van deze exploitatie? We merken dat de planning of de aanbouw van nieuwe centrales niet noodzakelijk gericht is op de Europese markt die wel de oudste centrales in werking heeft: zoals figuur vier het aangeeft zijn de nieuw geplande installaties of deze die reeds in aanbouw zijn gelokaliseerd in de nieuwe groeipolen China, Rusland en India. Maar ook in de Verenigde Staten en Frankrijk maakt men nog steeds een pragmatische inschatting van de rol die het nucleaire kan vervullen in het beschikbare pallet: het feit dat nieuw polen de technologie aantrekken is trouwens ook een voordeel voor de landen die de ervaring genieten en deze ervaring en kennis kunnen laten verzilveren in het buitenland of laten renderen 19

36 binnen eigen grenzen. Zoals uiteengezet gaat Frankrijk nog enkele jaren verder met de exploitatie van wat ze als een kroonjuweel beschouwt van nationale kunde. Figuur 4: Reactoren in aanbouw per land (Nuclear Energy Institute, 2013). Legende: Blauw: reactoren in aanbouw (71) Groen: bestelde of geplande reactoren verwacht in kritische operatie binnen 8-10 jaar (167) De rest van Europa komt niet in het lijstje voor en zal bijgevolg de komende jaren met oudere infrastructuur verder werken: de leeftijdscurve in acht genomen en de gemiddelde levensduur van 40 jaren, moet nochtans een groot gedeelte van het beschikbare park vervangen worden wil men er in de toekomst gebruik van willen maken. De vraag kan men dus herformuleren naar een vraag in welke mate die wil nog aanwezig is, rekening houdend met de objectieve noden van de beschikbare bronnen en de mogelijkheden die het nucleaire daarin te bieden heeft. Het eerste gedeelte van de vraag, de aanwezigheid van wil, wordt voor een deel bepaald door de politieke agenda die ook vaak door de noden op korte termijn wordt gestuurd. We weten dat de organisatie van het beschikbare energetische pallet voor de toekomst, zoals vele andere grootschalige uitdagingen, het typische mandaatstermijn overschrijdt. Projecties in dat verband hebben vaak tegenstrijdige resultaten: in de VS zijn verschillende projecties horizon 2040 door verschillende organisaties uitgevoerd (IHS Global Insight, National Renewable Energy Laboratory, ICF International): waar de ene een lichte stijging voorziet, wordt die tegengesproken door een andere studie. Wel schijnt men het eens te zijn over 20

37 de gevolgen van afschrijving van infrastructuur waardoor niet tijdige vervanging automatisch zou leiden tot een vermindering van het door kernenergie gegenereerd vermogen met 5% (berekend uit cijfers van gecompileerde data gegeven in US Energy Information Agency, 2013, p.99). Voor het tweede gedeelte van de herformuleerde vraagstelling namelijk de beschikbaarheid van de energiebronnen en de rol die het nucleair daarin te spelen heeft in de toekomst geeft figuur vijf enkele mogelijke tendensen tot Figuur 5: De verdeling van alternatief energetisch vermogen (US Energy Information Administration, 2013). Legende: Geel: zonne-energie, Blauw: wind-energie, Groen: biomassa, Bruin: geothermische energie, Paars: hydrokracht. De zwarte stippellijn geeft de bijdrage van kernenergie als ook de evolutie tot 2040 in totale generatie van elektrisch vermogen voor de Verenigde Staten (VS). De gecombineerde gegevens van figuur vijf tonen een tendens die aan zonne-energie en windenergie een steeds belangrijkere plaats geven in het beschikbare pallet van hernieuwbare bronnen. We weten uit wat voorafging dat gas in de traditionele energievormen een steeds meer belangrijke plaats zal innemen. De figuur toont aan dat het gegenereerd vermogen van kernenergie tegen horizon 2040 steeds zal toenemen in om het even welk bestudeerd economische scenario (lage, middelmatige of hoge economische groei). Bovendien leert de figuur ons dat het patroon gegenereerd vermogen van die 21

38 exploitatie niet alleen stijgt maar bovendien gelijk welke andere vorm van alternatieve energieproductie overstijgt. Kernenergie neemt hiertussen een bijzondere plaats in: uit wat voorafging weten we dat wat we in de westerse wereld opgeven aan capaciteit voor een groot deel wordt gecompenseerd door een toegenomen vraag van nieuwe groeilanden en landen in het Midden-Oosten. De noodzakelijke vereisten van financiering en minimale beschikbare netwerkcapaciteit levert immers de volgende lijst van landen die daarvoor in aanmerking komen: Tabel 1 4 : Landen met combinatie van nucleaire interesse, economische en infrastructurele draagkracht (Von Hippel, 2010; p.13). Land BBP (miljard USD 08) Netwerkcapaciteit (GWe) Algerije Wit-Rusland 60 6 Chili Colombia Egypte Griekenland Indonesië Israël Italië Kazakhstan Koeweit Maleisië Peru Filipijnen Polen Saoedi-Arabië Singapore Thailand Turkije Verenigde Arabische Emiraten Venezuela Vietnam In de oorspronkelijke lijst werden ook Syrië en Libië in de lijst hernomen maar de veiligheidssituatie in deze landen sluit de nucleaire optie uit. 22

39 Iran is niet opgenomen in deze lijst hoewel het ook de middelen heeft om bijkomende reactoren te bouwen en in 2014 blijkbaar ook plannen heeft om daarvoor met Rusland in zee te gaan. Alleen zal het afhangen van het verdere verloop van de onderhandelingen met de internationale gemeenschap met betrekking tot de openheid van de controles en verifieerbaarheid van het vreedzame karakter van het programma. Meer dan dubbel zoveel landen tonen interesse en dus potentiële groei in de markt van deze energievorm. Enkel voormelde zijn in staat om deze ook economisch tot uitvoering te brengen en de infrastructurele gevolgen te dragen met name het uitbouwen van of een bestaand distributienetwerk. Twee bemerkingen zijn in dit verband belangrijk. Vooreerst is er ook in Westerse landen nieuwer investering nodig, niet enkel in geval van nieuwe centrales maar vooral voor de vernieuwing van distributienetwerken. Vooral de transitie naar slimme netwerken voor optimale exploitatie van alternatieve en hernieuwbare energiebronnen, vereist een nieuw net dat in het Westen aan vervanging toe is. Hiermee kan een argument worden gemoduleerd dat enkel in verband wordt gebracht met kernenergie te weten dat de exploitatie ervan enkel mogelijk zou zijn mits zware investeringskosten. Voor alle andere vormen zal immers op korte termijn voor voormelde reden grote investering vereist zijn. Een tweede bemerking die deze lijst onmiddellijk oproept is de reële draagkracht van landen die de theoretische uitvoeringscapaciteit hebben: hiervoor zijn verschillende factoren belangrijk met name de steun die een land door partnerschappen kan genieten (zoals Griekenland met de EU), geostrategische overwegingen (zoals de onstabiele regio van het Midden-Oosten), overheidsbetrouwbaarheid (stabiele regeringen en corruptiebestendigheid). We kunnen dus concluderen dat deze lijst een maximaal mogelijke verdeling geeft van landen die eventueel in aanmerking komen maar dat die enkel een theoretisch beeld verschaft van de groots mogelijke vijver waarin kan worden gevist. In de praktijk zullen voormelde factoren de lijst nog verkorten, soms op een zeer volatiele manier. Een allesomvattende manier om alle risico s uit te sluiten is onbestaande.tenzij men inderdaad kernenergie bant. Deze optie geeft nochtans niet de garantie dat ook de militaire toepassingen ervan aan banden worden gelegd. Als gevolg zou de beweging in het Westen om de kerncentrales aan banden te leggen invloed moeten hebben op afgeleide producten zoals brandstof en materiaal voor de constructie en exploitatie van aanrijkingsfaciliteiten. Wat dat betreft zien we een tendens die de afbouw tegenspreekt: zo worden aanrijkingsfaciliteiten van bestaande grote consortia, zoals het Brits-Duits-Nederlands consortium Urenco, in het Verenigd Koninkrijk, Duistland, en Nederland uitgebreid. In kernwapenstaten worden zelfs nieuwe aangebouwd (Frankrijk, de Verenigde Staten, Rusland en China). Bovendien ziet men nieuwe aanrijkingsfaciliteiten uit de grond reizen in niet kernwapenstaten die het non-proliferatieverdrag hebben ondertekend, verdrag 23

40 dat trouwens in geen enkel opzicht contradictorisch is met het vreedzaam bezit van die technologie: de bekendste en meest spraakmakende ervan vindt men in Iran, maar ook in India, Brazilië en er zijn zelfs voorstellen om nieuwe faciliteiten te bouwen in Argentinië en Zuid-Afrika. In de feiten zien we dus een commerciële uitbating die niet dezelfde tendens vertoont dan wat de ramp van Fukushima sinds 2011 aan wantrouwen heeft doen groeien. De toename van de verkoop en uitbreiding door westerse landen heeft duidelijk andere doeleinden dan alleen endogene energieproductie. Australië is een voorbeeld van samenwerking met India. Het continent heeft 40% van de uraniumreserves in bezit en wil dat commercieel exploiteren maar daarenboven ook de expertise uitbouwen op vlak van radio-isotopen en nucleaire veiligheid (security) die voornamelijk exportgericht is. Verkoop van nucleaire technologie, ook aan landen die het non-proliferatieverdrag niet ondertekenden hoeft trouwens niet noodzakelijk op andere dan vreedzame doeleinden te wijzen maar afhankelijk van de eindgebruiker wordt ook dat met een geostrategische leesbril ingevuld. Het vermoeden dat de technologie ook een mogelijkheid geeft om geostrategische evenwichten opnieuw in vraag te stellen heeft tot de idee geleid dat aanrijkingsfaciliteiten geen deel zouden moeten uitmaken van een nationaal patrimonium (maar eerder moeten gedenationaliseerd worden). Zoals we verder zullen bespreken is aanrijking in Iran van bij aanvang aanleiding geweest tot wantrouwen van en ten opzichte van het Westen. Omgekeerd, bood de mogelijkheid om aanrijking stop te zetten in ruil voor een gegarandeerde levering van nucleaire brandstof door het Westen geen geruststelling voor Iran dat hierin een permanente bedreiging zag voor de aanvoer van nucleaire brandstof. Aanrijking is lang het privilege geweest van kernwapenstaten. Het wederzijdse wantrouwen wegnemen tussen nucleaire brandstof producerende landen enerzijds en hun afnemers anderzijds en tegelijk niemand het voordeel geven van een hypothetische geostrategische hefboom, kan enkel met een gedenationaliseerde instelling die verantwoordelijk zou zijn voor de productie en de verdeling van kernbrandstof. In 2004 werd dat idee grondig onderzocht op vraag van directeur El Baradei van het Internationaal Atoomagentschap (International Atomic Energy Agency IAEA). Vier multinationale aanrijkingsfaciliteiten bestonden toen reeds: Eurodif in Frankrijk en drie Urenco sites in respectievelijk Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De bedoeling mag dan al in de richting zijn gegaan van een multinationale operatie zonder winners of verliezers, we merken dat in de praktijk nationale belangen de bovenhand hebben gekregen: in het Eurodifproject maakte Iran deel uit van de landen die zouden genieten van de wetenschappelijke kennis, verworven bij de aanrijking van verarmd uranium (samen met Spanje, Italië en België): terwijl Frankrijk de noodzakelijke infrastructuur zou bouwen, mochten voormelde landen deelnemen aan en investeren in het project en in ruil voor investering voordeel halen uit de 24

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Nucleair Materiaal onschadelijk maken

Nucleair Materiaal onschadelijk maken Nucleair Materiaal onschadelijk maken Frodo Klaassen Kivi Symposium 24 maart 2014 klaassen@nrg.eu Inleiding Wat is nucleair materiaal? Hoeveel materiaal is er op de wereld? Afbreken en onschadelijk maken

Nadere informatie

Windenergie goedkoper dan kernenergie!

Windenergie goedkoper dan kernenergie! Go Wind - Stop nuclear Briefing 1 26 june 2002 Windenergie goedkoper dan kernenergie! Electrabel geeft verkeerde informatie over kostprijs van kernenergie en windenergie. Electrabel beweert dat windenergie

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

De aanname van een verbodsverdrag inzake nucleaire wapens een historisch antwoord op onmetelijke humanitaire gevolgen

De aanname van een verbodsverdrag inzake nucleaire wapens een historisch antwoord op onmetelijke humanitaire gevolgen De aanname van een verbodsverdrag inzake nucleaire wapens een historisch antwoord op onmetelijke humanitaire gevolgen Studiecentrum voor Militair Recht en Oorlogsrecht KMS, 24 april 2018 Laura De Grève

Nadere informatie

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Open klimaatlezingen 2009 Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen. Hans Bruyninckx De eerste stappen in internationaal klimaatbeleid 1979: 1ste World Climate Conference

Nadere informatie

Samenvatting voor beleidsmakers

Samenvatting voor beleidsmakers Road book towards a nuclear-free Belgium. How to phase out nuclear electricity production in Belgium? rapport door Alex Polfliet, Zero Emissions Solutions, in opdracht van Greenpeace Belgium Samenvatting

Nadere informatie

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort

Prof. Jos Uyttenhove. E21UKort Historisch perspectief 1945-1970 Keerpunten in de jaren 70 oliecrisis en milieu Tsjernobyl (1986) ramp door menselijke fouten Kyoto protocol (1997) (CO 2 en global warming problematiek) Start alternatieven

Nadere informatie

STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING TEGEN 2030 ADDENDUM

STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING TEGEN 2030 ADDENDUM STUDIE OVER DE PERSPECTIEVEN VAN ELEKTRICITEITSBEVOORRADING TEGEN 2030 ADDENDUM Januari 2015 2 De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zuid-Korea-Nederland 1 1. Goederenexport van Zuid-Korea naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zuid-Koreaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro). Bron: International

Nadere informatie

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven

Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven Europa: Uitdagingen? Prof. Hylke Vandenbussche Departement Economie- International Trade 26 April 2018 Leuven America First! Wat is het potentiële banenverlies voor België en Europa? VIVES discussion paper

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019

Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019 Handels- en investeringscijfers China-Nederland februari 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Beijing West treinstation, China Wat kunt u verwachten bij

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019 Handels- en investeringscijfers Zuid-Afrika-Nederland mei 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dan Pretoria, Zuid -Afrika Wat kunt u verwachten bij deze

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019 Handels- en investeringscijfers Brazilië-Nederland mei 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Thaysey Pixabay, Brazilië Wat kunt u verwachten bij deze handelscijfers:

Nadere informatie

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia

INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE. Studie in opdracht van Fevia INSCHATTING VAN DE IMPACT VAN DE KILOMETERHEFFING VOOR VRACHTVERVOER OP DE VOEDINGSINDUSTRIE Studie in opdracht van Fevia Inhoudstafel Algemene context transport voeding Enquête voedingsindustrie Directe

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1 1. Goederenexport van de Verenigde Arabische Emiraten naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners van de Verenigde Arabische

Nadere informatie

De toekomst voorbereiden

De toekomst voorbereiden Het milieu beschermen. Afdrukken dit document alleen indien nodig De toekomst voorbereiden Partner in duurzaam vertrouwen SPIE is Europees leider wat betreft diensten in de domeinen van elektriciteit,

Nadere informatie

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu Beleggen in de toekomst de kansen van beleggen in klimaat en milieu Angst voor de gevolgen? Stijging van de zeespiegel Hollandse Delta, 6 miljoen Randstedelingen op de vlucht. Bedreiging van het Eco-systeem

Nadere informatie

Kernenergie in de Belgische energiemix

Kernenergie in de Belgische energiemix Kernenergie in de Belgische energiemix 1. Bevoorradingszekerheid De energie-afhankelijkheid van België is hoger dan het Europees gemiddelde. Zo bedroeg het percentage energie-afhankelijkheid van België

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 100

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1983 Nr. 100 56 (1974) Nr. 3 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1983 Nr. 100 A. TITEL Verdrag inzake een gedragscode voor lijnvaartconferences, met bijlage; Genève, 6 april 1974 B. TEKST De Engelse

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Commissie van advies voor de niet-verspreiding van kernwapens

Jaarverslag 2012 Commissie van advies voor de niet-verspreiding van kernwapens Jaarverslag 2012 Commissie van advies voor de niet-verspreiding van kernwapens Jaarverslag 2012 Commissie van advies voor de niet-verspreiding van kernwapens 2 Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O.,

Nadere informatie

Men gebruikt steeds meer windenergie in Nederland. Er wordt steeds meer windenergie gebruikt in Nederland.

Men gebruikt steeds meer windenergie in Nederland. Er wordt steeds meer windenergie gebruikt in Nederland. Herhalingsoefeningen De sprong, thema 8 Vocabulaire Oefening 1 Vul het goede woord in. Verander de vorm als dat nodig is. Kies uit: bewegen, bijdragen aan, biologisch, duurzaam, energiebronnen, energierekening,

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019

Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019 Handels- en investeringscijfers België-Nederland juni 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. David Mark via Pixabay - brouwerij, België Wat kunt u verwachten

Nadere informatie

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s In een globaliserende economie moeten regio s en ondernemingen internationaal concurreren. Internationalisatie draagt bij tot de economische

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland 1 1. Goederenexport van Australië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Australische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

FACTSHEET FRESH VEGETABLES

FACTSHEET FRESH VEGETABLES miljoen dollar cq. 1000 ton Factsheet verse groenten januari 2016 FACTSHEET FRESH VEGETABLES Fruit&VegetableFacts; JanKeesBoon; +31654687684; fruitvegfacts@gmail.com WERELDHANDEL VERSE GROENTEN IN 2015

Nadere informatie

Financiering van groene energie & energie efficiënte projecten

Financiering van groene energie & energie efficiënte projecten 5/07/2016 Stroomversnelling Vlaanderen 16 juni 2016 Financiering van groene energie & energie efficiënte projecten En de link met duurzame economie ir Vincent WIRTZ Account Manager Renewable Energy M +32

Nadere informatie

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Impact en disseminatie Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven Wie is wie? Voorstel rondje Wat hoop je te leren? Heb je iets te delen? Wat zegt de Programma Gids? WHAT DO IMPACT AND SUSTAINABILITY MEAN? Impact

Nadere informatie

Visie op Windenergie en solar Update 2014

Visie op Windenergie en solar Update 2014 Visie op Windenergie en solar Update 2014 De vooruitzichten voor hernieuwbare energie zijn gunstig Succes hangt sterk af van de beschikbaarheid van subsidies Naast kansen in Nederland kan de sector profiteren

Nadere informatie

Statistiek internationale kinderontvoering 2008

Statistiek internationale kinderontvoering 2008 Statistiek internationale kinderontvoering 8 Cijfers 8 Aantal zaken: Aantal betrokken kinderen: Aantal afgeronde zaken : Aantal kinderen in afgeronde zaken: Inkomende zaken: 59 76 44 57 Verzoeken teruggeleiding?

Nadere informatie

Statistiek internationale kinderontvoering 2008

Statistiek internationale kinderontvoering 2008 Cijfers 8 Statistiek internationale kinderontvoering 8 Aantal zaken: Aantal betrokken kinderen: Aantal afgeronde zaken : Aantal kinderen in afgeronde zaken: Inkomende zaken: 59 76 44 57 Verzoeken teruggeleiding

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Spanje-Nederland 1 1. Goederenexport van Spanje naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Spaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019

Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019 Handels- en investeringscijfers Denemarken-Nederland april 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Nyhavn in Kopenhagen, Denemarken Wat kunt u verwachten bij

Nadere informatie

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO)

Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van onderhandelingen (art. 26 OESO) Uitwisseling van bankinlichtingen Kalender van (art. 26 OESO) 9/06/2009 I. Nieuwe overeenkomsten die een bepaling bevatten die voorziet in de uitwisseling van bankinlichtingen Brunei 30/04/09 Nieuwe Overeenkomst.

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland 1 1. Goederenexport van Canada naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Canadese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers België-Nederland 1 1. Goederenexport van België naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Belgische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Olie crisis? 24 juni 2014

Olie crisis? 24 juni 2014 24 juni 2014 Olie crisis? De prijs van olie heeft invloed op financiële markten. Een stijgende olieprijs verhoogt de inflatie en heeft een remmend effect op de economische groei. In de jaren 2006-2011

Nadere informatie

Press release Statistics Netherlands

Press release Statistics Netherlands Press release PR00-277 8-12-2000 9:30 AM Inflation rate in November levelling out Consumer prices in November were up 3.0% on November last year. The inflation rate is therefore 0.1% lower than last month,

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019

Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019 Handels- en investeringscijfers Canada-Nederland maart 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Skyline Calgary, Canada Wat kunt u verwachten bij deze handelscijfers:

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Luxemburg-Nederland 1 1. Goederenexport van Luxemburg naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Luxemburgse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zweden-Nederland 1 1. Goederenexport van Zweden naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zweedse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst Vereniging voor Zonnekrachtcentrales 30 nov. 2012 Energietransitie te belangrijk! Kohnstammhuis

Verslag bijeenkomst Vereniging voor Zonnekrachtcentrales 30 nov. 2012 Energietransitie te belangrijk! Kohnstammhuis Verslag bijeenkomst Vereniging voor Zonnekrachtcentrales 30 nov. 2012 Energietransitie te belangrijk! Kohnstammhuis Global Energy Assessment Naar Een Duurzame Toekomst samenvatting van de lezing van Wim

Nadere informatie

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Referentiescenario De WETO-studie (World Energy, Technology and climate policy Outlook 2030) bevat een referentiescenario

Nadere informatie

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les.

Overzicht lessenserie Energietransitie. Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 1 Lessen Energietransitie - Thema s en onderwerpen per les. 2 Colofon Dit is een uitgave van Quintel Intelligence in samenwerking met GasTerra en Uitleg & Tekst Meer informatie Kijk voor meer informatie

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Libië-Nederland 1 1. Goederenexport van Libië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Libische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Zwitserland-Nederland 1 1. Goederenexport van Zwitserland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Zwitserse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

De toekomst van energie

De toekomst van energie De toekomst van energie Duurzame Energie door Redactie ElectricityMatters 15-08-2017 Dat ons wereldwijde energiesysteem niet duurzaam is, blijkt duidelijk uit onze steeds schaarsere hulpbronnen, de regelmatig

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Pakistan-Nederland 1 1. Goederenexport van Pakistan naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Pakistaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam

Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam Afnemend aardolieaanbod voor 2020? De Rode Hoed, 20 januari 2007, Amsterdam Het aardolietijdperk 1 vat = 159 liter Peak oil drijvende kracht in energiebeleid? Verwachtingen productie goedkope aardolie

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Mexico-Nederland 1 1. Goederenexport van Mexico naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Mexicaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1 1. Goederenexport van Tunesië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Tunesische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Uitwegen voor de moeilijke situatie van NL (industriële) WKK

Uitwegen voor de moeilijke situatie van NL (industriële) WKK Uitwegen voor de moeilijke situatie van NL (industriële) WKK Kees den Blanken Cogen Nederland Driebergen, Dinsdag 3 juni 2014 Kees.denblanken@cogen.nl Renewables genereren alle stroom (in Nederland in

Nadere informatie

Come home or go global, stupid

Come home or go global, stupid Come home or go global, stupid Een nieuwe toekomst voor de Noord Atlantische Verdragsorganisatie?! Drs. S.N. Mengelberg 1 De NAVO is een puur militaire organisatie! 2 De NAVO is niet langer de hoeksteen

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ierland-Nederland 1 1. Goederenexport van Ierland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Ierse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese. Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland mei 2019 Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland mei 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Rijstvelden in de provincie Hà Giang, Vietnam - Pixabay Wat kunt

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Marokko-Nederland 1 1. Goederenexport van Marokko naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Marokkaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019

Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019 Handels- en investeringscijfers Australië-Nederland mei 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Orange Opera House Wat kunt u verwachten bij deze handelscijfers:

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Ivoorkust-Nederland 1 1. Goederenexport van Ivoorkust naar andere landen Tabel 1: Voornaamste exportpartners Ivoorkust (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Israël-Nederland 1 1. Goederenexport van Israël naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Israëlische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Verenigd Koninkrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van het Verenigd Koninkrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Britse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Duitsland-Nederland 1 1. Goederenexport van Duitsland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Duitse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Italië-Nederland 1 1. Goederenexport van Italië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Italiaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Frankrijk-Nederland 1 1. Goederenexport van Frankrijk naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Franse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Windows Server 2003 EoS. GGZ Nederland

Windows Server 2003 EoS. GGZ Nederland Windows Server 2003 EoS GGZ Nederland Inleiding Inleiding Op 14 juli 2015 gaat Windows Server 2003 uit Extended Support. Dat betekent dat er geen nieuwe updates, patches of security releases worden uitgebracht.

Nadere informatie

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

General info on using shopping carts with Ingenico epayments Inhoudsopgave 1. Disclaimer 2. What is a PSPID? 3. What is an API user? How is it different from other users? 4. What is an operation code? And should I choose "Authorisation" or "Sale"? 5. What is an

Nadere informatie

Insights Energiebranche

Insights Energiebranche Insights Energiebranche Naar aanleiding van de nucleaire ramp in Fukushima heeft de Duitse politiek besloten vaart te zetten achter het afbouwen van kernenergie. Een transitie naar duurzame energie is

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Portugal-Nederland 1 1. Goederenexport van Portugal naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Portugese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Bulgarije-Nederland 1 1. Goederenexport van Bulgarije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Bulgaarse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Hongarije-Nederland 1 1. Goederenexport van Hongarije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Hongaarse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Indonesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Indonesië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Indonesië-Nederland 1 1. Goederenexport van Indonesië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Indonesische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030 IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Vietnam-Nederland 1 1. Goederenexport van Vietnam naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Vietnamese exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Estland-Nederland 1 1. Goederenexport van Estland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Estse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Kroatië-Nederland 1 1. Goederenexport van Kroatië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Kroatische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Hongkong-Nederland 1 1. Goederenexport van Hongkong naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Hongkongse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012

Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen september 2012 Studie Onthaalcapaciteit decentrale productie in Vlaanderen 2011-2020 10 september 2012 Agenda Doelstelling en algemene context Methodologie PV WKK Wind Resultaten Aansluiting Transformatiecapaciteit Capaciteit

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019

Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019 Handels- en investeringscijfers Kenia-Nederland juli 2019 Dit overzicht is gemaakt in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. David Mark via Pixabay Nairobi, Kenia Wat kunt u verwachten bij

Nadere informatie

FOSSIELE BRANDSTOFFEN

FOSSIELE BRANDSTOFFEN FOSSIELE BRANDSTOFFEN De toekomst van fossiele energiebronnen W.J. Lenstra Inleiding Fossiele energiebronnen hebben sinds het begin van de industriele revolutie een doorslaggevende rol gespeeld in onze

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Colombia-Nederland 1 1. Goederenexport van Colombia naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Colombiaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Turkije-Nederland 1 1. Goederenexport van Turkije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Turkse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Tunesië-Nederland 1 1. Goederenexport van Tunesië naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Tunesische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Cleantech Markt Nederland 2008

Cleantech Markt Nederland 2008 Cleantech Markt Nederland 2008 Baken Adviesgroep November 2008 Laurens van Graafeiland 06 285 65 175 1 Definitie en drivers van cleantech 1.1. Inleiding Cleantech is een nieuwe markt. Sinds 2000 heeft

Nadere informatie

Waterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie

Waterstof. Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie Waterstof Hoe het kleinste element in het periodiek systeem een grote drijvende kracht vormt voor de energie- en chemische industrie transitie Jörg Gigler & Marcel Weeda TKI Nieuw Gas Waterstofbijeenkomst

Nadere informatie

Duurzame energie in balans

Duurzame energie in balans Duurzame energie in balans Duurzame energie produceren en leveren binnen Colruyt Group I. Globale energievraag staat onder druk II. Bewuste keuze van Colruyt Group III. Wat doet WE- Power? I. Globale energievraag

Nadere informatie

Technische Briefing. Overzicht Nucleair Park. 11 januari 2016

Technische Briefing. Overzicht Nucleair Park. 11 januari 2016 Technische Briefing Overzicht Nucleair Park 11 januari 2016 Overzicht van het nucleair park Doel 1 15 februari 2015: volgens de wet van 2003 wordt de elektriciteitsproductie na 40 jaar uitbating stop gezet

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Rusland-Nederland 1 1. Goederenexport van Rusland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Russische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso,

Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Prioriteiten op energiegebied voor Europa Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 22 mei 2013 Nieuwe omstandigheden op de wereldwijde energiemarkt

Nadere informatie

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken

Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken Veranderingen in de internationale positie van Nederlandse banken De Nederlandse bancaire vorderingen 1 op het buitenland zijn onder invloed van de economische crisis en het uiteenvallen van ABN AMRO tussen

Nadere informatie

Green Coal from torrefied Biomass: een tweede generatie hoogwaardig en groen alternatief voor steenkool

Green Coal from torrefied Biomass: een tweede generatie hoogwaardig en groen alternatief voor steenkool Resultaten en bevindingen van project Green Coal from torrefied Biomass: een tweede generatie hoogwaardig en groen alternatief voor steenkool Dit rapport is onderdeel van de projectencatalogus energie-innovatie.

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Benin-Nederland 1 1. Goederenexport van Benin naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Beninse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Slowakije-Nederland 1 1. Goederenexport van Slowakije naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Slowaakse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Nigeria-Nederland 1 1. Goederenexport van Nigeria naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Nigeriaanse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

De weg naar warmte-krachtkoppeling (wkk)

De weg naar warmte-krachtkoppeling (wkk) De weg naar warmte-krachtkoppeling (wkk) De controle nemen over uw energie Productreeks September 2017 De kracht van warmte-krachtkoppeling Veerkracht verbeteren Met ENER-G warmte-krachtkoppeling (wkk)

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Egypte-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Egypte-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Egypte-Nederland 1 1. Goederenexport van Egypte naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Egyptische exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Noorwegen-Nederland 1 1. Goederenexport van Noorwegen naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Noorse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Griekenland-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Griekenland-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Griekenland-Nederland 1 1. Goederenexport van Griekenland naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Griekse exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE

Nadere informatie

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Lieven Van Lieshout Econext 8 april 203 Uitdagingen van het energiebeleid Bron: IEA, WEO 202 2 Uitdagingen van het energiebeleid Bron : EC, Impact

Nadere informatie

Handels- en investeringscijfers Polen-Nederland 1

Handels- en investeringscijfers Polen-Nederland 1 Handels- en investeringscijfers Polen-Nederland 1 1. Goederenexport van Polen naar andere landen Tabel 1: Voornaamste Polen exportpartners (bedragen x 1.000 euro) IMPORTERENDE LANDEN WAARDE EXPORT IN 2015

Nadere informatie

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16

EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, Korte uitleg over de bijeenkomsten. KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 Korte uitleg over de bijeenkomsten KIVI-E/USI energynl2050 UvU 13 /10/16 EnergyNL2050, een serie van 4 bijeenkomsten, 2016-2017 (1) Organisatie: KIVI

Nadere informatie