levensberichten en herdenkingen 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "levensberichten en herdenkingen 2010"

Transcriptie

1 levensberichten en herdenkingen

2 2010 KNAW Sommige rechten zijn voorbehouden / Some rights reserved Voor deze uitgave zijn gebruiksrechten van toepassing zoals vastgelegd in de Creative Commons licentie. [Naamsvermelding 3.0 Nederland].Voor de volledige tekst van deze licentie zie by/3.0/nl/ koninklijke nederlandse akademie van wetenschappen Postbus 19121, 1000 GC Amsterdam T F E knaw@bureau.knaw.nl pdf beschikbaar op Opmaak en redactie: Ellen Bouma, Alkmaar isbn Het papier van deze uitgave voldoet aan iso-norm 9706 (1994) voor perma nent houdbaar papier. 2

3 Levensberichten en herdenkingen 2010 Amsterdam,

4 4

5 Inhoud Severin Amelinckx, Levensbericht door Jan Drenth 7 Herman van Genderen, Levensbericht door J.H. Koeman en A.S.J.P.A.M. van Miert 11 Pieter Gerbenzon, Levensbericht door R. Feenstra 21 Israel Gohberg, Levensbericht door Jaap Korevaar 29 Arthur Stanley Goldberger, Levenbericht door M.M.G. Fase 37 Clemens A.M. Haanen, Levensbericht door J.W.M. van der Meer en B. Löwenberg 47 Walter Haug, Levensbericht door W.P. Gerritsen 55 G.A.O.F.A. ridder van Hecke, Levensbericht door Walter van Gerven 61 Martin Hengel, Levensbericht door Pieter W. van der Horst 65 Willem Johan Kolff, Levensbericht door Jon J. van Rood 71 C.J. Lammers, Levensbericht door L. Laeyendecker 75 Claude Lévi-Strauss, Levensbericht door Birgit Meyer 83 Eduard Louis Mackor, Levensbericht door J.H. van der Waals 89 Enno Mandema, Levensbericht door D.S. Postma en E.G.E. de Vries 99 John Henry van der Meer, Levensbericht door Louis Peter Grijp 105 J.C. Sens, Levensbericht door Jos Engelen en Paul Kooijman 111 Hendrik Jan Vink, Levensbericht door C. Haas 115 Frank W. Walbank, Levensbericht door H.W. Pleket 121 Jan Adriaan Dingenis Zeevaart, Levensbericht door Maarten Koornneef 125 Register van namen 129 5

6 Severin Amelinckx 30 oktober februari

7 Levensbericht door Jan Drenth Severin Amelinckx is geboren in Willebroek, België en zijn wetenschappelijke carrière heeft zich voornamelijk in dat land afgespeeld. Dit begon aan de universiteit van Gent waar hij natuurkunde en wiskunde studeerde. Het gebied waartoe hij zich aangetrokken voelde was de structuur van materialen in de kristallijne toestand. Hij promoveerde in 1952 in Gent bij professor Dekeyser op een proefschrift getiteld: Waarnemingen in verband met de spiraalgroei van carborundum kristallen. Deze waarnemingen waren gedaan met een lichtmicroscoop. In die periode, begin zestiger jaren, kwamen steeds betere elektronenmicroscopen beschikbaar en Amelinckx begreep direct dat dit instrument van grote waarde zou zijn voor zijn studie van kristalstructuren. Hij gebruikte de elektronenmicroscoop voor transmissie maar ook voor diffractieopnamen. Bij de uitwerking van deze waarnemingen werd gebruik gemaakt van de gecompliceerde dynamische theorie van diffractie en transmissie van elektronen, door Amelinckx en medewerkers hiertoe ontwikkeld. Zijn boek The direct observation of dislocations in solids is een standaardwerk geworden op dit gebied. Dit heeft geleid tot een enorme productie van meer dan 1000 artikelen over dislocaties en andere defecten in kristallen van een groot scala aan materialen. De groei, maar vooral de mechanische en elektrische eigenschappen van kristallijne materialen, worden vooral bepaald door de defecten die daarin voorkomen en dus is zijn werk van grote betekenis gebleken voor de ontwikkeling en productie van vele industrieel belangrijke materialen, zoals halfgeleiders, keramische materialen en metaallegeringen. Op dit gebied heeft Amelinckx zich een grote internationale reputatie verworven en vele belangrijke onderscheidingen vielen hem ten deel. Amelinckx was in 1965 nauw betrokken bij de oprichting van het Rijksuniversitair Centrum in Antwerpen en heeft daar en aan vele buitenlandse universiteiten gedoceerd. Als docent en promotor was Amelinckx altijd vriendelijk en bereid tot concrete en duidelijke uitleg, tot herhalen indien nodig. Maar onder de doctoraalstudenten bestond één gouden regel: laat nooit je nieuwe resultaten s avonds op je bureau rondslingeren want als je dat deed riskeerde je dat er de volgende ochtend een met de hand geschreven artikel in de plaats lag waar je alleen nog maar wat punten en komma s en wat opmaak aan de figuren kon toevoegen. Sinds 1959 was hij eveneens verbonden aan het Studiecentrum voor Kernenergie te Mol (België), vanaf 1975 tot zijn pensionering in 1987 als algemeen 7

8 directeur. Hij was lid of erelid van verscheidene wetenschappelijke Academies, onder andere van de KNAW. Severin Amelinckx overleed op 22 februari 2007 na een lange en uiterst succesvolle carrière als docent en onderzoeker. Met dank aan professor Nick Schryers. 8

9 9

10 Herman van Genderen 16 oktober september

11 Levensbericht door J.H. Koeman en A.S.J.P.A.M. van Miert Op 16 september 2009 overleed Herman van Genderen, precies een maand voor het voltooien van zijn vierennegentigste levensjaar. Prof. dr.h.c. H. van Genderen was sinds 1977 lid van de KNAW. Relatief jong verloor hij zijn ouders, zijn moeder toen hij vijftien jaar oud was en zijn vader, die inmiddels naar Frankrijk was verhuisd, op zijn tweeëntwintigste. Hij was enig kind. Van groot belang voor zijn verdere ontwikkeling was het contact met de vader van zijn schoolvriendin Hetty Prins, die later zijn schoonvader zou worden. Hendrik Jacobus Prins was een prominent chemicus en wetenschapper, die als ondernemer in 1926 met enkele compagnons het eerste destructiebedrijf voor afgekeurd vee zou oprichten. Van Genderen schreef een biografie over zijn schoonvader in het boek Chemie achter de dijken dat in 2001 gezamenlijk door de KNAW en KNCV werd gepubliceerd ter herdenking van het feit dat van t Hoff 100 jaar eerder de allereerste Nobelprijs voor scheikunde had ontvangen. De chemie zou in de verdere loopbaan van Herman van Genderen steeds een belangrijke plaats blijven innemen maar toch koos hij voor zijn jeugdliefde, de biologie. Al vanaf zijn vroege jeugd toonde hij bijzondere belangstelling voor de natuur, hetgeen onder andere met zich bracht, dat hij met een aantal vrienden in 1931 een afdeling van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) oprichtte, onder andere tezamen met Victor Westhoff. Hij studeerde vervolgens biologie in Utrecht en deed afstudeervakken onder leiding van de plantenfysioloog Koningsberger, de dierfysioloog Jordan en de Delftse microbioloog Kluyver. Zijn tijd bij het RIV (nu RIVM) Van Genderen studeerde af in 1940 en trad datzelfde jaar in het huwelijk met Hetty Prins. Het echtpaar kreeg een zoon en twee dochters. De hoogleraar plantensystematiek Lanjouw attendeerde hem op een vacature bij het Rijks Instituut voor de Volksgezondheid (RIV nu RIVM), dat toen nog gevestigd was in Utrecht. Hij ging daar onmiddellijk op in en werd aangesteld als onderzoeker in de sector farmacologie en biologische toxicologie, waar het onderzoek voornamelijk gericht was op geneesmiddelen en voedingsbestanddelen. Van Genderen was waarschijnlijk de eerste wetenschapper in Nederland onder wiens leiding, eind jaren veertig, testmethoden werden ontwikkeld voor de detectie van bacteriële resistentie tegen antibiotica, waaronder testen op penicillineresistentie in klinische 11

12 isolaten afkomstig van tuberculose patiënten. Het geneesmiddelenonderzoek had verder betrekking op de standaardisatie van geneesmiddelen, waaronder Digitalis-producten, hormonen en vitaminen met behulp van proefdieren en orgaan preparaten. Overige thema s van onderzoek betroffen de toxische werking van voedingsmiddelenhulpstoffen, huid-desinfectiemiddelen en bestrijdingsmiddelen. Hij was ook nauw betrokken bij de ontwikkeling van een standaardtest voor het aantonen van pyrogene contaminanten in injectievloeistoffen (H.van Genderen, Pyrogens, their mechanism of action and a few remarks on testing procedures, Arch.Belg Med Soc, 17, 32, 1959). Het thema pyrogenen zou hij later weer opnemen in zijn universitaire onderzoeksprogramma. Van Genderen was, in de jaren vijftig begin jaren zestig, een van de eerste wetenschappers in het land die inzag dat de welvarende ontwikkelingen in de industrie, de landbouw en de samenleving een bedreiging van formaat waren voor de kwaliteit van het milieu en de gezondheid van de mens. In 1949 verkreeg hij een WHO-fellowship dat hem in staat stelde evaring op te doen bij de Food and Drug Administration (FDA) in Washington D.C. in de Verenigde Staten, dat in die periode een begin maakte met de ontwikkeling van toets- en evaluatie methoden voor een goede beoordeling van de toxiciteit van bestrijdingsmiddelen, voedseladditieven en contaminanten van industriële herkomst. Hij bracht tijdens zijn Amerikaanse reis ook enige tijd door in het Biochemistry Department van de Universiteit van St. Louis, teneinde zich te bekwamen in het gebruik van radioactieve tracers bij het biotransformatieonderzoek. Van Genderen was degene die de methoden voor de beoordeling van bestrijdingsmiddelen en andere stoffen in Nederland introduceerde. Mede door zijn inspanningen op dit terrein bij het RIV heeft de Voedingsraad in 1956, voor het eerst in Nederland, richtlijnen opgesteld voor de toevoeging van chemische hulpstoffen aan voedings- en genotmiddelen. Hij bleef werkzaam bij het RIV tot 1961, de latere jaren als hoofd van het farmacologisch-toxicologisch laboratorium. In 1961 werd hij benoemd tot hoogleraar in de Veterinaire Farmacologie en Biologische Toxicologie bij de Faculteit Diergeneeskunde van de Rijks Universiteit Utrecht en kreeg hij de leiding van het Instituut voor Veterinaire Farmacologie en Toxicologie. Jaren later zou hij ook een leeropdracht krijgen in de subfaculteit biologie. 12

13 De toxicologische poot van de leerstoel Dat het moment van zijn benoeming samen viel met het begin van de hausse van de stoffenproblematiek leidde er ook toe dat zijn hart in eerste instantie kwam te liggen bij de toxicologische component van de leerstoel. Van de 26 promovendi die hij begeleidde of medebegeleidde bewerkten er twintig een toxicologisch promotieonderzoek en slechts zes een onderzoek op farmacologisch terrein. Zijn oratie getiteld De toxicologische gesteldheid van het milieu uitgesproken op 24 juni 1963 kreeg veel belangstelling in de media en in de landelijke wetenschappelijke tijdschriften (o.a. integraal gepubliceerd in Medisch Contact,18 e jaargang, 1963, No s 31, 32, 33). In 1962 verscheen het boek Silent Spring van de Amerikaanse schrijfster Rachel Carson. De vraag was of ook in Nederland sprake zou kunnen zijn van de dramatische effecten van pesticiden op het milieu, zoals beschreven in het boek van Carson. Of moesten deze worden toegeschreven aan de grootschaligheid van de Amerikaanse landbouw. Teneinde deze vraag nader te onderzoeken belegde van Genderen op 26 oktober 1963 bij hem thuis in Hilversum een bijeenkomst waaraan werd deelgenomen door een aantal vertegenwoordigers van de belangrijkste onderzoeksinstellingen op milieugebied (Bijleveld, Hoekstra, Hoskam, Koeman, Kluyver, Mörzer Bruyns, Philippona, Rooth, Voûte, Voous,Wit, Zweeres). Ook in Nederland was grootschalige vogelsterfte waargenomen o.a. in 1960 en er waren aanwijzingen dat het gebruik van bepaalde bestrijdingsmiddelen daarvan de oorzaak vormde. Een oorzakelijk verband was echter nog niet aangetoond. Tijdens de bijeenkomst in Hilversum werd besloten de krachten te bundelen tot een nationale onderzoeksinspanning. Omdat geen der betrokken instituten in staat mocht worden geacht de organisatie in volle omvang op zich te nemen, stelde Voûte (toenmalig directeur van het Instituut voor Toegepast Biologisch Onderzoek in de Natuur, IT- BON) voor TNO te benaderen. Deze organisatie bleek bereid een overkoepelende rol te spelen en ongeveer een jaar later werd de Commissie TNO voor Onderzoek inzake Nevenwerkingen van Bestrijdingsmiddelen (CNB) officieel ingesteld, met Van Genderen als voorzitter. TNO stelde ook financiën beschikbaar voor het onderzoek. In de jaren die volgden werden naast bestrijdingsmiddelen ook andere milieucontaminanten in beschouwing genomen (o.a. PCB s, metalen en metaalverbindingen). Onder auspiciën van de CNB werden werkgroepen ingesteld op diverse deelgebieden waaronder een werkgroep Vogels en Zoogdieren, die zich over de fauna moest bekommeren. Van Genderen zette zelf een kleine onderzoeksgroep 13

14 op onder leiding van zijn medewerker Koeman en al snel kwam aan het licht dat bestrijdingsmiddelen in het begin van de jaren zestig ernstige schade veroorzaakten aan de wilde fauna (waaronder massale sterfte bij roof- en zeevogels). Het was niet alleen een gevolg van het landbouwkundig gebruik, ook industriële lozingen door met name fabrieken van Shell in Pernis veroorzaakten veel schade, zoals op vogelpopulaties in de Waddenzee. In de periode namen zowel de overheid als het bedrijfsleven ingrijpende maatregelen om deze schade terug te dringen. Koeman promoveerde in 1971 bij Van Genderen op een poefschrift getiteld: Het voorkomen en de toxicologische betekenis van chloorkoolwaterstoffen aan de Nederlandse kust in de periode van 1965 tot De werkgroepen Bodem en Water van de CNB hebben in belangrijke mate bijgedragen aan de ontwikkeling van methoden voor de beoordeling van de mate en ernst van de vervuiling van deze milieucompartimenten. De resultaten speelden later een rol bij de uitwerking van wet- en regelgeving in het kader van de beleidsontwikkelingen binnen diverse ministeries, onder andere VROM dat in 1982 werd ingesteld. De CNB werd in 1985 opgeheven omdat, zoals de voorzitter van de raad van bestuur van TNO met voldoening constateerde, de Commissie zichzelf op een zinvolle wijze overbodig had gemaakt. Van Genderen heeft deze periode altijd gezien als een van de belangrijkste in zijn loopbaan. Hij betoogde tijdens zijn inaugurele rede in 1963 met nadruk, dat de toxicologie niet alleen problemen in de toegepaste sfeer kent: de invloed van chemische verbindingen op het levende organisme en ook omgekeerd, de invloed van het organisme op deze verbindingen, is eveneens een zuiver wetenschappelijk vraagstuk en het is van groot belang, dat in deze tijd van aandrang voor toegepast onderzoek, tijd en geestelijke rust gereserveerd blijft voor het kunnen verrichten van zuiver wetenschappelijke onderzoekingen. Hij is dit adagium tijdens zijn verdere loopbaan trouw gebleven. Kenmerkend voor Van Genderen als toxicoloog was zijn brede aanpak. Voor hem een logisch gevolg van zijn keuze voor een multidisciplinair vakgebied, dat stoelt op de verworvenheden van talloze basisdisciplines, waaronder de biologie, chemie, geneeskunde, celbiologie etc. Terugkijkend op zijn wetenschappelijke loopbaan valt op dat hij, met een zekere overmoedigheid, nimmer aarzelde om nieuwe uitdagingen op de onderscheiden subdisciplinaire deelterreinen aan te gaan. Hij realiseerde zich daarbij terdege dat steeds opnieuw moest worden doorgedrongen tot het 14

15 state of the art niveau van de betrokken wetenschappelijke basisdisciplines teneinde in staat te zijn de primaire aangrijpingspunten van toxische stoffen en farmaca te bestuderen. Studenten moesten in die tijd als examenopdracht in ieder geval het boek Selective Toxicity van de Australische toxicoloog Adrien Albert onder de knie hebben (Londen: Methuen en Co, 1960). Onder zijn leiding zijn op tal van deelgebieden in de toxicologie trendsettende ontwikkelingen tot stand gekomen. Zijn wetenschappelijke inbreng kwam vooral tot uiting via de intensieve samenwerking en samenspraak met zijn medewerkers en promovendi. Maar ondanks zijn substantiële inbreng in het onderzoek trad hij zelden op als medeauteur van hun publicaties. Financiële steun van Shell stelde hem, kort na zijn benoeming, in staat geavanceerde neurofysiologische apparatuur aan te schaffen voor verfijnde metingen van electrofysiologische fenomenen, waaronder actiepotentialen in zintuigen en zenuwen, met het oogmerk de werkingsmechanismen van een aantal in die tijd belangrijke insecticiden te onderzoeken bij vertebraten. Zijn eerste promovendus op dit terrein, Van den Bercken, wist hiervan efficiënt gebruik te maken en promoveerde in 1972 op een proefschrift met als titel An electrophysiological investigation into the action of DDT, dieldrin and allethrin in the clawed toad, Xenopus laevis. Er zouden daarna meerdere kandidaten op dit thema promoveren waarbij Van den Bercken, inmiddels hoogleraar neurotoxicologie, spoedig eveneens als promotor zou fungeren. De rol van de biotransformatie bij de endogene metabole activering van stoffen was een thema dat al tijdens zijn tijd bij het RIVM zijn aandacht trok. De biochemicus Wit verhuisde met hem mee van het RIV naar de faculteit Diergeneeskunde en werd het eerste staflid van het instituut. Een spectaculaire biotransformatiestudie, indicatief voor de selectieve toxiciteit van bepaalde stoffen, betrof de endogene activering van het herbicide 2,6-dichloorbenzonitril. Acute doseringen bij konijnen veroorzaakten een fatale levernecrosis, terwijl subletale doseringen geen enkele effect lieten zien op het orgaan. De verklaring bleek te zijn dat boven een bepaalde drempeldosis in de lever fenolische metabolieten worden gevormd, die de oxydatieve fosforylering lokaal ontkoppelen (Wit en Van Genderen, Biochem. J., , 698; Van Genderen en Van Esch, Food Cosmetic Tox. 1968, 6, 261, samenwerking met RIV). Het biochemisch onderzoek evolueerde steeds meer in de richting van in vitro onderzoek met behulp van celkweeksystemen, met als belangrijke doelstelling het 15

16 bijdragen aan de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven. De onderzoeker Blaauboer (nu hoogleraar alternatieven voor dierproeven in Utrecht) zou hieraan later eveneens een belangrijke bijdrage gaan leveren. Een ander thema betrof de immunotoxicologie (o.a. Seinen, 1978, Immunotoxicity of alkytincompounds). Seinen werd in 1984 hoogleraar toxicologie in Utrecht. Promovendus Vos, werd een mondiale trendsetter op het terrein van de toxicologie van de PCB s en de immunotoxicologie (Toxicology of polychlorinated biphenyls (PCB s) and impurities, 1972). Vos werd later (toen inmiddels werkzaam bij het RIVM) hoogleraar toxicologische pathologie in de faculteit. Niet onvermeld mag blijven het, eveneens baanbrekend, werk, van de onderzoeker Könemann (Quantitative structure-activity relationships for kinetics and toxcity of aquatic pollutants and their mixtures, 1979), dat wereldwijd aandacht trok en veel navolging kreeg. Van trendsettende betekenis was ook het onderzoek naar de aromatische hydroxylering van chemische stoffen bij vogels en het onderzoek naar de inductie van leverporfyrie bij vogels onder invloed van bepaalde chloorkoolwaterstof verbindingen, waaronder hexachloorbenzeen (respectievelijk Leeuwangh, 1973, en Strik, 1973). Het onderdeel veterinaire farmacologie Volgens Van Genderen kan de grens tussen beide vakken (de farmacologie en biologische toxicologie) niet worden aangegeven, de problematiek is in principe dezelfde, het is meer het accentverschil. Bij de farmacologie ligt dat accent meer op het geneesmiddel in relatie tot de patiënt, mens of dier, terwijl dit bij de biologische toxicologie meer ligt op de schadelijke werking van chemische verbindingen op levende organismen in het algemeen. Een belangrijk gemeenschappelijk streven van beide vakgebieden vormt de opheldering van structuur-werkingsrelaties. Van Genderen heeft vanuit de faculteit wel eens het verwijt gekregen dat hij toch wel veel nadruk legde op de toxicologie en meer aandacht had voor de grote aantallen biologiestudenten die vanuit de subfaculteit biologie op hem afkwamen dan voor de veterinaire studenten uit de eigen faculteit. De biologiestudenten waren in de meerderheid. Echter, daarbij moet ook worden opgemerkt dat, zeker in die tijd, het curriculum diergeneeskunde studenten niet veel ruimte bood voor betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek. Van Genderen delegeerde het basisonderwijs in de veterinaire farmacologie (colleges, practica) al spoedig na zijn 16

17 benoeming aan een van zijn medewerkers, de veterinair Van Miert. In 1967 nam Herman van Genderen het initiatief voor een postdoctorale opleiding farmacologie, dit deed hij samen met de farmacologen David de Wied (Faculteit Geneeskunde) en Bob van Noordwijk (Subfaculteit Farmacie) teneinde o.a. te voorzien in de behoefte aan professioneel opgeleide farmacologen. De universiteit stelde daarvoor vijftien posten ter beschikking. Deze opleiding omvatte naast een promotieonderzoek in een van de samenwerkende laboratoria tevens onderzoekstages van drie maanden in de beide andere instituten. Via deze aio-opleiding avant la lettre zijn binnen het instituut tot 1989 dertien promovendi met succes opgeleid. De opleiding werd ook gevolgd door toxicologische promovendi, aangezien Van Genderen het van groot belang achtte dat ook toxicologen een goed inzicht hebben in de farmacokinetiek en -dynamiek van stoffen. Het thema koorts, waaraan hij gewerkt had in zijn RIV-tijd, kreeg ook aan de universiteit verder aandacht, dit naar aanleiding van een casus in de veterinaire beroepspraktijk. In 1963 constateerde aan aantal praktiserende dierenartsen bijverschijnselen bij runderen lijdende aan melkziekte, die behandeld waren met bepaalde commerciële infusievloeistoffen. Opvallend was een sterke leukopenie in het bloed van de patiënten. Van Genderen werd benaderd en hij dacht onmiddellijk aan de mogelijkheid van contaminatie van de infusievloeistoffen met pyrogenen. In deze vloeistoffen werd inderdaad de mogelijke bron van de pyrogene endotoxinen, Pseudomonas syxantha, aangetoond. Ook bleek dat nog weinig bekend was over de pyrogene werking van endotoxinen bij herkauwers. Van Genderen besloot tot een uitgebreid onderzoek met schapen en geiten als proefdieren. In 1970 promoveerde Van Miert op het proefschrift Motiliteitsremming van de netmaag en pens bij de kleine herkauwer tijdens de door bacterieel endotoxine (lipopolysaccharide) opgewekte koorts. Ook het promotieonderzoek van Frens (1971) en De Roij (1978) leverde belangrijke bijdragen aan het verkrijgen van inzicht in de thermoregulatie-mechanismen, die ten grondslag liggen aan het verschijnsel koorts bij herkauwers. Maatschappelijke advisering Van Genderen heeft een belangrijke rol gespeeld bij de advisering van de overheid in vrijwel alle gremia waarin de toxicologie van belang is, waaronder de Gezondheids- en Voedingsraad, de Adviescommissie Warenwet, de Technische Commissie Bodembescherming, de Centrale Raad voor de 17

18 Milieuhygiëne (CRMH), de eerder genoemde CNB en talloze ad-hoc-commissies in verband met affaires. Van Genderen trad dikwijls op als voorzitter van de commissies. Rustend KNAW-lid H.K.A. Visser (geneeskunde) maakte deel uit van een besloten forum dat in 1967 door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde werd ingesteld om de kalfsvleesaffaire te onderzoeken. Italië had de grenzen gesloten voor kalfsvlees uit Nederland en dat veroorzaakte grote commotie bij de Nederlandse vleesindustrie. Visser herinnert zich dat Van Genderen, die ook nu voorzitter was, zeer deskundig optrad en vervolgens kans zag de gemoederen in Rome te kalmeren. Zijn advieswerk liep door tot in zijn emeritaatsperiode. In 1985 verscheen het Advies inzake Uitgangspunten voor Normstelling van de Gezondheidsraad, een belangwekkend basisdocument waarin de inbreng van Van Genderen zeer duidelijk herkenbaar is. Hij werd bewonderd om het feit dat hij bereid was in een discussie werkelijk te luisteren. Herman van Genderen was een bescheiden mens, volgens sommigen soms te bescheiden. Kenmerkend voor hem was ook, dat hij nimmer chargeerde. Hij zag de problemen in proportie en aarzelde niet deze te relativeren onder omstandigheden waarin andere wetenschappers soms de neiging vertoonden problemen buitenproportioneel op te blazen. Toen door onderzoek in zijn instituut duidelijk werd dat lozingen van Shell ernstige vergiftigingen veroorzaakten bij vogels in de Waddenzee, richtte hij zich niet in eerste instantie tot de media, maar nam hij contact op met Dr H.G.S. van Raalte, hoofd van de Group Toxicology Division van Shell. Van Raalte, die groot respect had voor de deskundigheid van Van Genderen, raakte onmiddellijk overtuigd door de argumenten die Van Genderen te berde bracht. Het bedrijf heeft daarna vrijwel direct ingrijpende maatregelen getroffen en slot onder andere de telodrin-fabriek in september Via publicaties in nationale vaktijdschriften zoals het Chemisch weekblad, het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, en het Tijdschrift voor Diergeneeskunde heeft hij bijgedragen aan het uitdragen van zijn vakgebied en het versterken van de relaties met aanpalende disciplines. Ook heeft hij meegewerkt aan een aantal boeken, zoals Het Verstoorde Evenwicht, Oosthoek, (1970). Het verschijnen van de Chemisch-ecologische flora van Nederland en België (H. van Genderen, L.M. Schoonhoven en A. Fuchs, 1996, KNNV Uitgeverij) heeft hij zelf als een mooie afronding van zijn loopbaan beschouwd. Zijn levenslange interesse voor de wilde flora wordt in dit boek 18

19 op aantrekkelijke wijze geïntegreerd met zijn grote kennis van natuurlijke vergiften. Eerbewijzen Herman van Genderen ontving in 1972 eredoctoraat van de Universiteit van Hannover voor zijn verdiensten betreffende de toxicologische onderbouwing van normen ter bescherming van de consument tegen mogelijke schadelijke effecten van additieven en contaminanten (ere-promotor prof. dr. K. Kaemmerer, Institut für Pharmakologie, Toxikologie und Pharmazie der tierärtztlichen Hochschule). In 1977 werd hij verkozen tot lid van de KNAW. Op 12 september1980 werd hem de penning van het prof. dr. H. Schornagelfonds uitgereikt ter gelegenheid van de opening van het Hoofdgebouw Diergeneeskunde (Tijdschrift Diergeneeskunde 106, 88-89, 1981). Een maand later werd hij benoemd tot erelid van de European Association for Veterinary Pharmacology and Toxicology ( ). In 1981 werd hij benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Op 29 maart 1989 ontving hij de FEDERA-prijs (Federatie van Medisch Wetenschappelijke Verenigingen in Nederland). Met dank aan Hans van Genderen en Henk Visser. 19

20 Pieter Gerbenzon 20 juni september

21 Levensbericht door R. Feenstra Op 2 september 2009 overleed in Italië, in de nabijheid van zijn geliefd vakantieverblijf aan het Lago Maggiore, de rechtshistoricus Piet Gerbenzon, sinds 1977 lid van onze Akademie. Hij is 89 jaar oud geworden en heeft, na zijn vervroegd aftreden als hoogleraar rechtsgeschiedenis in Groningen in 1982, een teruggetrokken leven geleid. Eind 2006 verscheen hij ter gelegenheid van zijn gouden doctoraat nog eenmaal in een kring van leerlingen en vrienden, die geenszins alleen bestond uit rechtshistorici, maar ook uit Frisisten, neerlandici en codicologen. Pieter Gerbenzon werd op 20 juni 1920 geboren in Leeuwarden, als zoon van uit die stad afkomstige ouders; zijn vader was firmant van een familiezaak waar antiek en in eigen werkplaats gemaakte meubelen verkocht werden. Het gezin had het, tengevolge van de crisis van de dertiger jaren, niet breed en Piet kon niet zonder moeite rechten gaan studeren in Groningen. Hij wist via een examen een studiebeurs te verwerven van een van de traditionele Friese lenen (oude, uit kerkelijke beneficiën ontstane stichtingen). Reeds aan het begin van de Duitse bezetting moesten dergelijke stichtingen van hun stipendiaten ondertekening van een zgn. loyaliteitsverklaring eisen. Gerbenzon voldeed, na overleg, aan die eis; toen in 1943 van alle studenten ondertekening van zulk een verklaring werd geëist, tekende hij opnieuw. Na de oorlog werd hij daarom voor negen maanden van de studie uitgesloten. Pas begin 1947 deed hij zijn doctoraal examen in de rechten. Die vertraging van zijn studie was niet alleen aan de tekenkwestie te wijten. Op instigatie van J.H. van Meurs, hoogleraar Romeins en oudvaderlands recht, was hij na zijn kandidaatsexamen al colleges van de lector Fries, P. Sipma, gaan volgen om oudfriese rechtsbronnen te kunnen lezen. Deze zette hem reeds in de oorlog aan het werk om (fotokopieën van) handschriften van oudfriese juridische teksten te ontcijferen; Gerbenzon leerde van een archivaris paleografie en maakte toen al afschriften van teksten die hem later als grondslag voor zijn proefschrift en verdere publicaties zouden dienen. Toen hij na zijn doctoraal examen een baan zocht, kon hij op grond van deze activiteiten assistent van de hoogleraar Fries, J.H. Brouwer, worden (het eerste assistentschap dat in de toenmalige Groninger literaire faculteit verleend werd). Naar zijn eigen zeggen zat hij in de eerste jaren moederziel alleen op een instituut en kreeg hij van Brouwer alle vrijheid om te doen en te laten wat hij wilde. In 1950 wetenschappelijk ambtenaar geworden, verwierf hij eerst een beurs voor 21

22 een studieverblijf in Oxford, waar hij Friese handschriften bestudeerde en colleges van de grote paleograaf Kerr volgde, en kort daarna een ZWOstipendium voor een verblijf van enkele maanden in Parijs, vooral om de later door hem uitgegeven Friese Codex Parisiensis te onderzoeken. Al dat onderzoek was uiteraard gericht op een proefschrift, dat op grond van zijn universitaire opleiding in de juridische faculteit verdedigd diende te worden bij de opvolger van Van Meurs voor Oudvaderlands recht, P.W.A. Immink. Diens belangstelling ging grotendeels in andere richtingen dan de zijne; van stimulatie was weinig sprake en het is opvallend dat Gerbenzon in het voorwoord van zijn dissertatie eigenlijk alleen Brouwer bedankt, bijna als een tweede promotor (hetgeen deze formeel niet was). De promotie vond plaats op 18 december 1956; de titel van het werk luidt Excerpta legum, Onderzoekingen betreffende enkele Friese rechtsboeken uit de vijftiende eeuw. Van één van deze rechtsboeken had hij reeds twee jaar voor zijn promotie een tekstuitgave het licht doen zien: de reeds genoemde Codex Parisiensis (verschenen als deel 9 van de serie Oudfriese taal en rechtsbronnen, uitgegeven door zijn leermeester Sipma). Het eigenlijke karakter van het proefschrift is trouwens dat van een inleiding tot een tekstuitgave maar dan wel van een onvoorstelbare grondigheid; vrijwel op elke bladzijde wordt men getroffen door een grote kennis van zaken op allerlei gebied, ook buiten de rechtsgeschiedenis. Kort na zijn promotie kwam er verandering in zijn universitaire positie. Door het vertrek van Brouwer naar de Fryske Akademie in Leeuwarden (reeds in 1956) en diens opvolging door W.J. Buma, voordien bijzonder hoogleraar Friese taal- en letterkunde in Utrecht, ontstond een vacature voor deze laatstgenoemde leerstoel. Gerbenzon werd daarop benoemd, maar bleef wel ook in Groningen werkzaam, nu als wetenschappelijk hoofdambtenaar A. Hij oreerde in maart 1958 over Friese rechtstaal en vreemd recht. Met de laatste term wordt uiteraard op het in Friesland binnengedrongen canonieke en Romeinse recht gedoeld, later samen ook vaak als het geleerde recht aangeduid; het binnendringen zelf wordt meestal infiltratie en/of receptie genoemd. In verband met de receptie van canoniek en Romeins recht verdient het vermelding dat zich reeds in 1955 (op mijn initiatief) enkele geleerden juristen en historici verenigd hadden in een kleine werkgroep, die al spoedig met de inofficiële naam receptie-club werd aangeduid. Op een informele bijeenkomst van zes Nederlandse oprichters werd een eerste vergadering gepland waarop twee jonge onderzoekers bij de planning 22

23 zouden worden betrokken: de veelbelovende Belgische rechtshistoricus R.C. van Caenegem en de reeds door een publicatie op het betrokken gebied bekende Gerbenzon; deze laatste zou tevens de eerste spreekbeurt houden. Aldus geschiedde op 21 november In de eerste 25 jaar van dit Belgisch-Nederlandse samenwerkingsverband de club bestaat nog steeds heeft hij een prominente en inspirerende rol gespeeld, vooral door zijn grote kennis van het canonieke recht, waarvoor hij toen in Nederland de enige echt deskundige was. Het behoeft dan ook geen verwondering te wekken dat de Groninger juridische faculteit hem eind 1964 tot gewoon hoogleraar liet benoemen met de leeropdracht het oudfriese en het oud-canonieke recht (naast de leerstoel voor oudvaderlands recht die door Immink bekleed bleef). In juni 1965 hield hij zijn inaugurele rede over Emo van Huizinge, een vroege decretalist; het betreft een Fries die omstreeks het laatste decennium van de twaalfde eeuw Romeins en canoniek recht studeerde zowel in Bologna als in Oxford en vervolgens als abt van een Fries klooster een beroemde kroniek schreef. Nog geen vier maanden na deze oratie overleed Immink. Diens leerstoel oudvaderlands recht werd niet opnieuw bezet. De faculteit vroeg Gerbenzon het onderwijs in dit verplichte vak er maar bij te nemen, waar hij, na aarzeling, mee instemde; zijn leeropdracht werd uitgebreid met elementaire uitwendige Nederlandse rechtsgeschiedenis. Hij maakte van de nood een deugd en legde vanaf zijn eerste college in dat vak de grondslag voor een leerboek, dat hij in 1969 publiceerde: Voortgangh des rechtes, De ontwikkeling van het Nederlandse recht tegen de achtergrond van de Westeuropese cultuur (hij deed dit samen met N.E. Algra, een leerling van Immink, die weliswaar in het oudste Friese recht gespecialiseerd was maar in dit boek alleen de periode na 1795 voor zijn rekening nam). De conceptie van dit leerboek, dat tot 1987 zes drukken beleefde en ook buiten Groningen veel gebruikt werd, is zeer origineel: het tracht enerzijds de ontwikkeling van het recht in zijn geheel te schetsen (het stelt niet de geschiedenis van privaatrechtelijke instellingen of van staatsinstellingen op de voorgrond) maar voegt anderzijds, in kleinere letter, een aantal specimina van met veel zorg gekozen en zo nodig vertaalde teksten van bronnen toe. Gerbenzons didactische capaciteiten komen hier ten volle tot hun recht, evenals in enkele niet uitgegeven maar in eenvoudiger vorm vermenigvuldigde apparaten voor de studie van het oudfriese recht en van het oude canonieke recht, beide van een voorbeeldige precisie. 23

24 Zijn drie onderwijstaken vervulde hij met grote toewijding tot 1982, toen hij, op tweeënzestigjarige leeftijd, op eigen verzoek eervol ontslag kreeg. De belangrijkste van zijn nevenactiviteiten, het redacteurschap van het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis waartoe hij in 1966 geroepen was heeft hij in 1982 eveneens opgezegd. Hij wilde zich ongestoord aan wetenschappelijk werk kunnen wijden. Daarin is hij in ieder geval nog ruim tien jaar geslaagd. Het overlijden van zijn vrouw in oktober 1995 heeft hem bijzonder zwaar getroffen; zijn gezondheid liet toen ook enige tijd veel te wensen over. Hij verkocht zijn schitterende en zeer omvangrijke bibliotheek, waar hij spoedig veel spijt van had. Hij ging echter nog tot kort voor zijn overlijden door met het lezen en bespreken van oudfriese teksten met zijn twee getrouwste leerlingen; enkele resultaten daarvan zijn nog gepubliceerd. Het wetenschappelijk oeuvre dat Gerbenzon in al zijn werkzame jaren heeft voortgebracht is niet alleen zeer omvangrijk maar ook bijzonder indrukwekkend door zijn veelzijdigheid. Ik zal trachten er enkele lijnen in te trekken. Het ligt voor de hand daarbij uit te gaan van zijn proefschrift, dat ik al gekarakteriseerd heb als een inleiding tot tekstuitgaven van enkele Friese rechtsboeken uit de vijftiende eeuw. Gerbenzon had zich oorspronkelijk tot doel gesteld, in één studie alle bekende handschriften te onderzoeken van de verschillende redacties van een sterk romano-canonistisch getint Fries rechtsboek dat aan de rechtshistorici slechts bekend was in een slechte negentiende-eeuwse uitgave onder de titel Jurisprudentia Frisica van een gesystematiseerde versie in een handschrift dat Codex Roorda genoemd wordt. Deze opzet bleek echter in 1956 niet te verwezenlijken en hij beperkte zich toen voornamelijk tot een inleiding betreffende de eerste ongesystematiseerde redactie die in de zgn. Codex Aysma is overgeleverd. De uitgave van de tekst van dit handschrift zou hij later doen volgen; het duurde echter nog tot 1993 voordat deze editie (met een Duitse vertaling) in samenwerking met zijn collega W.J. Buma en zijn leerlinge Martina Tragter werkelijk tot stand kwam. Intussen had hij wel, in 1989, een zeer uitvoerige studie over de Codex Roorda het licht doen zien en, in 1990, een grondig Engels artikel over canoniek en Romeins recht in de reeds vóór zijn proefschrift door hem uitgegeven Codex Parisiensis. Eén belangrijk element van de Codex Aysma, de oudfriese rechtscatechismus Haet is riocht (Wat is recht?), had hij reeds in 1971 weten te identificeren als grotendeels gebaseerd op een bekende canoniekrechtelijke bron uit het jaar 1169, een summa van het Decretum 24

25 van Gratianus doorgaans Summa Coloniensis genoemd geschreven door een Keulse geestelijke die later bekend is geworden als Bertram van Metz. Het proefschrift van 1956 blijft intussen nog steeds een onmisbaar standaardwerk, zoals blijkt uit een zeer recente studie van H.D. Meijering over het oudfriese recht in de vijftiende en zestiende eeuw. Op het gebied van het canonieke recht heeft Gerbenzon verschillende andere studies gepubliceerd. Deze betreffen onder andere enkele canonisten afkomstig uit het diocees Utrecht en een tekstuitgave van pleidooien in vroeg dertiende-eeuwse processen voor een kerkelijk gerecht in Noord-Frankrijk (de oudste van dit soort die bekend zijn; de uitgave ervan was aan hem gesuggereerd door de bekende canonist Stephan Kuttner). In dit kader zijn ook te plaatsen een artikel over het patronaatsrecht over kerken en prebenden in Friesland en de uitgave van een vijftiende-eeuws testament, dat de stichtingsakte voor een bekend Fries leen (zie boven) bevat. De receptie van het Romeinse recht in Friesland is door Gerbenzon ook buiten de in zijn proefschrift besproken rechtsboeken behandeld in een zeer vernieuwende studie uit 1959, waarin hij de invoering van dit recht van boven af, dwz. door de Saksische machthebber, van stap tot stap volgt en dateert. In een veel algemener kader dan het Friese brengt hij in 1972 de invloed van het Romeinse recht in de Nederlanden ter sprake in een origineel artikel over Veranderingen in het recht en de rechtswetenschap bij de overgang van de Middeleeuwen naar de Nieuwe Tijd. Een typisch oude Friese instelling als de asega wordt in 1973 door hem in een internationaal kader geplaatst naast de Oudsaksische eosago en de Oudduitse esago. Naast het Friese recht heeft Gerbenzon in een aantal publicaties ook de nodige aandacht besteed aan het recht van de twee andere noordelijke provincies: Groningen en Drenthe. Voor het Groninger recht zijn o.a. te noemen zijn studies over de Groninger jurist Johan van Julsingha (1967), over geannoteerde Groninger landrechten (1977), over Ommelander Dijk- en Zijlrechten (1980) en de Costumen van Westerwolde (1987). Wat Drenthe betreft publiceerde hij, met twee leerlingen, nog in 2003 de resultaten van reeds veel eerder verricht archiefonderzoek, waarmee, in tegenstelling tot een heersende opvatting, kon worden aangetoond dat in deze provincie wel degelijk reeds in de zeventiende en achttiende eeuw receptie van Romeins recht heeft plaatsgevonden. 25

26 Op Friesland en Groningen had zijn enige mededeling in onze Akademie (in december 1984 gehouden en in 1985 zwaar gedocumenteerd gepubliceerd) betrekking: Opmerkingen over de vervolging van tovenaars en tovernaarsen in Groningen en Friesland in de zestiende eeuw. In kortere vorm stelde hij dit onderwerp aan de orde in de in 1987 verschenen bundel Nederland betoverd. In een interview in 2001 heeft hij zichzelf een rasuitgever genoemd. Hij had plezier in teksten lezen (en verbeteren). Het verwondert dan ook niet dat hij in 1960 kritiek uitoefende op sommige regels van het Historisch Genootschap, hetgeen tot gevolg had dat hij bij een volgende redactie van die regels een plaats in de daartoe benoemde commissie kreeg. Op het terrein van de codicologie heeft hij ook zijn sporen verdiend, met name door zijn publicatie Membra disiecta (1981), waarin men buitengewoon waardevolle informatie vindt voor het identificeren van uit hun verband gerukte fragmenten van handschriften (in het bijzonder op juridisch gebied). Het is mij niet mogelijk een eigen oordeel te geven over een aantal publicaties op het gebied van de Friese taal- en letterkunde die hij in Utrecht en in Groningen tot stand bracht in het kader van door hem gevormde werkgroepen; men signaleert mij o.a. Rudolfsboekmateriaal (1961), Fryske stikken út Codex Furmerius (1968) en Friese brieven uit de vijftiende en zestiende eeuw (1967). Het bijzonder omvangrijk en veelzijdig oeuvre van Gerbenzon zal ongetwijfeld nog lange tijd een aparte plaats innemen in het arsenaal van rechtshistorici en Frisisten. Degenen die hem gekend hebben als leermeester, als vakgenoot en als vriend zullen zich hem blijven herinneren als iemand die wellicht niet voor iedereen gemakkelijk was in de omgang maar die, zelf uiterst kritisch aangelegd, ook altijd voor kritiek openstond en steeds bereid was anderen in de rijkdom van zijn kennis te laten delen. 1 1 Bij het voorbereiden van deze herdenking heb ik van verschillende zijden hulp ondervonden; mijn dank gaat in het bijzonder uit naar Mevr. mr. B.S. Hempenius van Dijk en Dr. Oebele Vries. Voor verdere documentatie, in het bijzonder van bibliografische aard, verwijs ik naar een uitvoeriger In memoriam dat ik in het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis (aflevering 3/4 van 2010) hoop te publiceren. Bij G s vijftigste verjaardag in 1970 deden enkele leerlingen en vrienden verschijnen: Wrotterslean, Bibliografie van de geschriften van Prof. Mr. P. Gerbenzon, verzorgd door C.J. van Heel (et alii) (147 genummerde exemplaren); in 2001 verscheen een uitvoerig interview met hem in Pro Memorie, Bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 3 (2001), p

27 27

28 Israel Gohberg 23 augustus oktober

29 Levensbericht door Jaap Korevaar Israel Gohberg, buitenlands lid van onze Akademie sinds 1985, overleed op 12 oktober 2009 te Ra anana (Israël) in de leeftijd van 81 jaar. Hij heeft in zijn leven veel moeilijkheden overwonnen. Door omstandigheden bracht hij een groot deel van zijn leven door in de Sovjet-Unie. Daar kreeg hij voortdurend te maken met discriminatie, die hij op bewonderenswaardige manier wist te overkomen. Hij slaagde er in om van Kishinev in de Sovjet-Republiek Moldavië een belangrijk centrum van Functionaalanalyse te maken. In 1974 emigreerde hij naar Israël, waar hij hoogleraar werd aan de Universiteit van Tel Aviv. Gohberg ontwikkelde zich tot een internationale autoriteit op het gebied van operatorentheorie en singuliere integraalvergelijkingen. Hij inspireerde onderzoeksgroepen aan diverse universiteiten, waaronder de Vrije Universiteit te Amsterdam. De jaren voor 1974 Israel Gohberg werd geboren op 23 augustus 1928 te Tarutino in Bessarabië, een gebied met een aanzienlijke joodse minderheid. Bessarabië heeft een bewogen geschiedenis. Lang onder Turkse overheersing, werd Bessarabië in de negentiende eeuw een deel van Tsaristisch Rusland, maar in 1918 kwam het onder de jurisdictie van Roemenië. Als neveneffect van het beruchte niet-aanvalspact tussen Duitsland en de Sovjet-Unie van 1939 werd Bessarabië in 1940 een deel van de Sovjet-Republiek Moldavië. Enkele maanden later, op Israels twaalfde verjaardag, werd zijn vader Tsudik gearresteerd en weggevoerd naar de Gulag, waar hij omgekomen is. Zijn vrouw Clara en de kinderen Izja en Fanja bleven echter jarenlang in het onzekere over zijn lot. Bij de Duitse inval in de Sovjet-Unie van 1941 en de Roemeense inval in Moldavië moesten zij vluchten. Na een lange zwerftocht kwamen zij terecht in de Sovjet-Republiek Kirgizië, in een klein dorp bij de hoofdstad Frunze. Hier vond moeder Clara een schamel bestaan als kraamverpleegster. Israel ging naar de middelbare school, waar hij een stimulerende wiskundeleraar trof, en daarna naar het staats-pedagogisch instituut in Frunze. Aangemoedigd door zijn docenten koos hij vervolgens voor een studie wiskunde, waarvoor hij in 1948 terugging naar Moldavië. Aan de universiteit van Kishinev maakte Gohberg kennis met moderne onderwerpen. Daaronder waren integraalvergelijkingen en operatorentheorie, die de hoofdrol zouden spelen in zijn werk. Zijn vroege resultaten over Fredholm operatoren en index kregen aandacht van onder meer A.N. Kolmogorov in Moskou, en zij verschenen in goede tijdschriften. Gohberg 29

30 maakte contact met de veelzijdige joodse wiskundige Mark G. Krein in Odessa, onder meer expert op het gebied van operatorentheorie. Krein was niet lang daarvoor ontslagen door de universiteit, maar had een baan gevonden als hoogleraar mechanica bij een technisch instituut van de marine. Gohberg wilde graag bij hem gaan werken, maar het instituut mocht geen joodse studenten aannemen. Niettemin begon er een intensieve samenwerking met Krein, die belangrijke publicaties zou opleveren. Na het behalen van de master s graad in Kishinev moest Gohberg les gaan geven aan een kweekschool voor onderwijzers, en later aan een pedagogisch instituut. Daar kon hij ook (uit de verte gesteund door Krein) werken aan een dissertatie, die hij in het voorjaar van 1954 in Leningrad voltooide. Hij kreeg daarna een betere baan, en kon zijn moeder en zuster helpen om uit Kirgizië terug te keren naar Moldavië. Het was ook belangrijk voor hem, dat hij in 1956 kon deelnemen aan een grote conferentie over Functionaalanalyse in Moskou, georganiseerd door de vooraanstaande wiskundige I.M. Gelfand. Kort daarna trouwde Gohberg met Bella Jakovlevna, een vriendin van zijn zuster. Zij was bijna afgestudeerd in de medicijnen, en heeft hem zijn gehele leven, later ook als arts, trouw ter zijde gestaan. In 1959 ging Gohberg werken als wiskundig onderzoeker aan de pas opgerichte Moldavische Academie van Wetenschappen. Daar werd hij al gauw hoofd van een nieuwe afdeling, Functionaalanalyse. De samenwerking met Krein in Odessa was intussen geïntensiveerd. We noemen het grote gemeenschappelijke artikel van 1958 over stelsels van Wiener-Hopf integraalvergelijkingen. Het was de bedoeling van Krein en Gohberg om te komen tot een omvattend boek over operatorentheorie. Dat project verliep echter moeizaam, omdat Krein zeer hoge eisen stelde aan inhoud en expositie. Hij wilde steeds de nieuwste resultaten opnemen, ook als daarvan alleen nog maar aankondigingen waren verschenen. Het ontwikkelen van bewijzen kostte veel tijd. Over de voortgang van het werk vertelde Israel graag de volgende anekdote. Een kennis vroeg hem: Hoe staat het met het boek? Nou, zei Israel, het is voor 85% klaar. Maar waarom kijk je dan zo somber? Wel, gisteren was het voor 95% af. Het werden ten slotte twee delen, de toonaangevende boeken van Gohberg en Krein over niet-zelfgeadjungeerde operatoren en Volterra operatoren. Zij verschenen in 1965 en 1967, al spoedig daarna ook in Amerika. Als een van de uitgenodigde sprekers op het grote vierjaarlijkse internationale wiskundecongres, dat in 1966 te Moskou plaatsvond, rapporteerde Krein uitvoerig over het gezamenlijke werk. 30

31 Inmiddels had Gohberg zijn tweede dissertatie voltooid, voor het grote doctoraat. Na aanvankelijke bezwaren tegen nog een joodse candidaat, liet de universiteit van Moskou hem tot de verdediging toe (1964). In de volgende jaren maakte Gohberg van het afgelegen Kishinev een belangrijk centrum voor analyse, in het bijzonder de operatorentheorie en haar toepassingen. Hier ontwikkelde hij zijn factorisatiestellingen voor operatorfuncties, die van belang bleken in de astrofysica. De theorie werd verder uitgewerkt met zijn leerling J. Leiterer uit de DDR. Met I.A. Feldman ontwikkelde hij een methode voor numerieke oplossingen. Samen met N.Ja. Krupnik werkte hij aan singuliere integraal-operatoren. Wel waren er problemen. Vanuit Moskou kwamen er grote bezwaren tegen de aanstelling van joodse promovendi. Het bezoeken van buitenlandse congressen (zelfs in Oost-Europa) was voor joodse wetenschappers bijna onmogelijk. Erkenning in de vorm van een Academielidmaatschap was vrijwel uitgesloten. De Staats-Academies van Wetenschappen speelden een bijzondere rol in de Sovjet-Unie. Academieleden genoten bepaalde voorrechten, ook financiële. Aan de top stond de centrale Academie in Moskou, die alle benoemingen moest goedkeuren. Tussen 1968 en 1984 werd geen enkel joods wiskundige benoemd tot gewoon lid van de centrale Academie; het duurde tot 1984 voor de eminente wiskundige Gelfand zo n benoeming kreeg. Over de Oekraïense Academie zei men gekscherend, dat deze wel de beste moest zijn van de hele wereld, omdat Krein er alleen maar corresponderend lid van was. Gohberg werd in 1970 na wat strubbelingen corresponderend lid van de Moldavische Academie, maar een benoeming tot gewoon lid werd door Moskou tegengehouden. Emigratie Het is geen wonder dat Gohberg serieus ging denken over emigratie. Er waren familieleden in Israël, onder andere op een kibboets. Na een moeilijk jaar als refusenik in de Sovjet-Unie kon hij in 1974 emigreren. Hij werd benoemd tot hoogleraar aan de Universiteit van Tel Aviv, waar hij al spoedig een speciale leerstoel kreeg in analyse en operatorentheorie. Nu kon Gohberg zijn vleugels uitslaan. Hij ontwikkelde een uitgebreid internationaal netwerk van vooraanstaande medewerkers en co-auteurs. Al snel werd hij een geregelde bezoeker van diverse universiteiten, waaronder de Universiteit van Maryland in College Park, de Universiteit van New York te Stony Brook, en de Vrije Universiteit in Amsterdam. Hier had hij van 1983 tot 1998 een vaste positie als hoogleraar in deeltijd, en 31

32 ontwikkelde hij een zeer succesvolle samenwerking met M.A. Kaashoek. (Kaashoek is een leerling van ons vroegere Akademielid A.C. Zaanen, en werd Gohbergs leidende coauteur.) De genoemde periode in Gohbergs leven wordt ook gekenmerkt door intensieve contacten met ingenieurs, met name uit de elektrotechniek en de regeltheorie. Jarenlang was Gohberg lid van de stuurgroep die leiding geeft aan de tweejarige internationale workshops op het gebied van de Mathematische Theorie van Netwerken en Systemen (MTNS). De contacten met ingenieurs inspireerden ook zijn belangstelling voor computational aspects, hetgeen in zijn latere levensfase leidde tot belangrijke publicaties op het gebied van de numerieke analyse en numerieke lineaire algebra. De beroemde Gohberg- Semencul formule voor de inverse van een Toeplitz-matrix uit 1972 had inmiddels een plaats gekregen in het bredere kader van de theorie van gestructureerde matrices. Gohbergs wiskundige werk uit de jaren na 1974 is zeer omvangrijk. Twee grote thema s komen naar voren. Het eerste betreft een systematische analyse van matrix- en operatorveeltermen, rationale matrix functies en analytische operatorfuncties in termen van bijbehorende spectrale data zoals nulpunten en polen, nulfuncties en poolfuncties e.d. Dit thema was enerzijds geïnspireerd door de spectraalanalyse van niet-zelfgeadjungeerde operatoren, met name de theorie van karakteristieke operatorfuncties, en werd anderzijds gekenmerkt door een systematisch gebruik van technieken uit de mathematische systeemtheorie, zoals die door Kalman waren ontwikkeld in de jaren zestig. Deze symbiose leidde tot een groot aantal publicaties en al spoedig tot een drietal boeken, waarvan het eerste Minimal factorization of matrix and operator functions in 1979 verscheen met H. Bart en M.A. Kaashoek als co-auteurs. Dit boek luidde een nieuwe relatie in tussen lineaire algebra en operatorentheorie en stond aan het begin van diverse belangrijke toepassingen, o.a. op inverse problemen voor kanonieke differentiaalvergelijkingen en inverterings-problemen voor convolutie-vergelijkingen, zoals die bijvoorbeeld verschijnen in de mathematische fysica. Deze en andere toepassingen werden in de loop der jaren door Gohberg systematisch ontwikkeld in samenwerking met diverse co-auteurs. Het tweede grote thema betreft interpolatie-, uitbreidings- en completerings-problemen. In termen van operatoren gaat het dan om de reconstructie van operatoren op basis van partiële gegevens. Samen met H. Dym, M.A. Kaashoek en H.J. Woerdeman ontwikkelde hij de zogenaamde bandmethode. Hiermee werden de klassieke interpolatie- 32

Pieter Gerbenzon. 20 juni 1920 2 september 2009

Pieter Gerbenzon. 20 juni 1920 2 september 2009 Pieter Gerbenzon 20 juni 1920 2 september 2009 20 Levensbericht door R. Feenstra Op 2 september 2009 overleed in Italië, in de nabijheid van zijn geliefd vakantieverblijf aan het Lago Maggiore, de rechtshistoricus

Nadere informatie

Herman van Genderen. 16 oktober september 2009

Herman van Genderen. 16 oktober september 2009 Herman van Genderen 16 oktober 1915 16 september 2009 10 Levensbericht door J.H. Koeman en A.S.J.P.A.M. van Miert Op 16 september 2009 overleed Herman van Genderen, precies een maand voor het voltooien

Nadere informatie

Israel Gohberg. 23 augustus oktober 2009

Israel Gohberg. 23 augustus oktober 2009 Israel Gohberg 23 augustus 1928 12 oktober 2009 28 Levensbericht door Jaap Korevaar Israel Gohberg, buitenlands lid van onze Akademie sinds 1985, overleed op 12 oktober 2009 te Ra anana (Israël) in de

Nadere informatie

V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart 2013. Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf

V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart 2013. Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart 2013 Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf Herdenking Dr. P.H. (Pieter) Kooijmans (1933-2013) Op 13 februari jongstleden

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: J.W.F. Beks &, Levensbericht H.G.J.M. Kuijpers, in: Levensberichten en herdenkingen, 1992, Amsterdam, pp. 39-42 This

Nadere informatie

Conrad Friederich Albert Bruijning. 10 november 1919 30 januari 2004

Conrad Friederich Albert Bruijning. 10 november 1919 30 januari 2004 Conrad Friederich Albert Bruijning 10 november 1919 30 januari 2004 26 Levensbericht door A. J. van der Eb en J. Joosse 1 Op 30 januari 2004 overleed prof. dr. Conrad Friederich Albert Bruijning op 84-jarige

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: J.A.A. Ketelaar & G. Dijkstra, Levensbericht I.M. Kolthoff, in: Levensberichten en herdenkingen, 1997, Amsterdam, pp.

Nadere informatie

2001 heden Opleider Inwendige Geneeskunde AMC 2005 heden Voorzitter Consilium Interne Geneeskunde

2001 heden Opleider Inwendige Geneeskunde AMC 2005 heden Voorzitter Consilium Interne Geneeskunde Toespraak ter gelegenheid van de uitreiking van een Koninklijke Onderscheiding, aan de heer professor doctor P. Speelman, op vrijdag 18 maart 2011, uitgesproken door de burgemeester van Soest, de heer

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: A.C. Zaanen, Levensbericht W. van der Woude, in: Jaarboek, 1974, Amsterdam, pp. 196-198 This PDF was made on 24 September

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: J.W.F. Beks, Levensbericht W.J.H. Nauta, in: Levensberichten en herdenkingen, 1997, Amsterdam, pp. 27-30 This PDF was

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: J.W.F. Beks, Levensbericht H. Verbiest, in: Levensberichten en herdenkingen, 1999, Amsterdam, pp. 47-50 This PDF was

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: A.J. van der Eb, Levensbericht G.A. van Arkel, in: Levensberichten en herdenkingen, 1996, Amsterdam, pp. 7-10 This PDF

Nadere informatie

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid History Christiane Simone Stadie Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid Herinneringen van mijne academiereis in 1843 (Abraham Des Amorie van der Hoeven Jr.) Seminar paper Christiane

Nadere informatie

1. De klacht Klager heeft op [ ] bij de ombudsman W.I. [ ] een klacht ingediend tegen Beklaagde. De klacht laat zich als volgt samenvatten.

1. De klacht Klager heeft op [ ] bij de ombudsman W.I. [ ] een klacht ingediend tegen Beklaagde. De klacht laat zich als volgt samenvatten. 2015 VU Tegenwerking door achterhouden van data 1. De klacht Klager heeft op [ ] bij de ombudsman W.I. [ ] een klacht ingediend tegen Beklaagde. De klacht laat zich als volgt samenvatten. Beklaagde heeft

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: P.H.M. Lohman, Levensbericht F.H. Sobels, in: Levensberichten en herdenkingen, 1994, Amsterdam, pp. 93-96 This PDF was

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: P.J. Gaillard, Levensbericht S.E. de Jongh, in: Jaarboek, 1976, Amsterdam, pp. 200-202 This PDF was made on 24 September

Nadere informatie

Programma Akademiehoogleraren. Nederlands toponderzoek, nu en in de toekomst

Programma Akademiehoogleraren. Nederlands toponderzoek, nu en in de toekomst Programma Akademiehoogleraren Nederlands toponderzoek, nu en in de toekomst Loopbaanimpuls Om ook in de toekomst Nederlands toponderzoek te kunnen leveren, zullen universiteiten nieuw wetenschappelijk

Nadere informatie

gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak?

gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak? gebruik van niet-humane primaten (nhp) als proefdier nut en noodzaak? publiekssamenvatting 2014 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) Sommige rechten zijn voorbehouden / Some rights

Nadere informatie

Inventaris van het archief van D.P.D. Fabius

Inventaris van het archief van D.P.D. Fabius 90 Inventaris van het archief van D.P.D. Fabius Levensjaren 1851-1931 (1872-1929) Samengesteld door mw. mr. M.A. Urbanus-Kamper Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden)

Nadere informatie

Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius.

Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius. Dr. M. van Staveren. Nog een en ander over Mr. Jonannes Basius. Dr. M. van. Staveren. Met een weemoedig gevoel zet ik mij neer om een kort woord te schrijven tot nagedachtenis van den waardigen man, wiens

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: J. de Boer, Levensbericht A.M.J.F. Michels, in: Jaarboek, 1969-1970, Amsterdam, pp. 265-267 This PDF was made on 24 September

Nadere informatie

Pieter de Haan. 4 november oktober 2005

Pieter de Haan. 4 november oktober 2005 Pieter de Haan 4 november 1927 7 oktober 2005 26 Levensbericht door Michiel Scheltema Pieter de Haan is in de wereld van het recht een markante verschijning geweest. Hij genoot groot gezag, hij had een

Nadere informatie

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht Vragen stellen bij schijnbare vanzelfsprekendheden is een basisvoorwaarde voor wetenschappelijk

Nadere informatie

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1 2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1! " #$% & #& '$' '& + ()" *% $, $ -% 1 H. Jagersma en M. Vervenne, Inleiding in het Oude Testament, Kampen, 1992. J. Bowker, Het verhaal

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: J. Hanrath, Levensbericht P. Serton, in: Jaarboek, 1963-1964, Amsterdam, pp. 490-493 This PDF was made on 24 September

Nadere informatie

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica

Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica 1 Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica januari 2007 Kruislaan 404 1098 SM Amsterdam Nadere invulling Benoemings- en Bevorderingseisen Wetenschappelijk Personeel Inleiding Vanaf 1

Nadere informatie

Archief van de Universiteit van Amsterdam; Commissie Wetenschappelijke Staf

Archief van de Universiteit van Amsterdam; Commissie Wetenschappelijke Staf Archief van de Universiteit van Amsterdam; Commissie Wetenschappelijke Staf Algemene kenmerken Toegangsnummer: 570 Periode: 1948-1965 Archiefvormer Universiteit van Amsterdam; commissie van indeling van

Nadere informatie

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis Voor promovendi en Research Masters 2012 2013 Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1 1. De Onderzoekschool Politieke Geschiedenis De Onderzoekschool Politieke

Nadere informatie

Onderwijs 2011-2012. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1

Onderwijs 2011-2012. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1 Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 2011-2012 Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1 1. Inleiding en samenvatting De Onderzoekschool Politieke Geschiedenis (OPG) biedt in het academisch

Nadere informatie

Mak de gesjiechte van ós sjtreek lebendig. Jaarverslag Sjtichting Genealogiek Sjènne 2009

Mak de gesjiechte van ós sjtreek lebendig. Jaarverslag Sjtichting Genealogiek Sjènne 2009 Mak de gesjiechte van ós sjtreek lebendig Jaarverslag Sjtichting Genealogiek Sjènne 2009 Inhoud Voorwoord pag. 3 Voortgang De Bokkerijders met de dode hand, een nieuwe visie pag. 4 Website www.sjtigs.eu

Nadere informatie

Gymnasium. Op het Hondsrug College. Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst!

Gymnasium. Op het Hondsrug College. Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst! Gymnasium Op het Hondsrug College Het Hondsrug College, een slimme start voor je toekomst! Gymnasium Hondsrug Het Gymnasium Hondsrug is een afdeling van het Hondsrug College. Het is onderdeel van het vwo,

Nadere informatie

Irma Steenbeek VERSTAG

Irma Steenbeek VERSTAG Irma Steenbeek VERSTAG Colofon Eindredactie Joost Pool Redactie Boris Goddijn Vormgeving Pien Vermazeren Fotografie Boris Goddijn Beeldbewerking Pien Vermazeren Copyright en disclaimer Het overnemen van

Nadere informatie

SERIE LEVENSBESCHRIJVINGEN NR. 2 G.H. VEENSTRA

SERIE LEVENSBESCHRIJVINGEN NR. 2 G.H. VEENSTRA SERIE LEVENSBESCHRIJVINGEN NR. 2 G.H. VEENSTRA Wim de Kam. 15 In het tweede deel van deze serie thans een aanzet tot een levensbeschrijving van de heer G.H.Veenstra. Ik noem het een aanzet omdat er nog

Nadere informatie

FORMATION-RELAIS. 1996-2015 C P F B H o g e r o n d e r w i j s v o o r s o c i a l e p r o m o t i e, v e r b o n d e n a a n d e U C L 26/03/2015

FORMATION-RELAIS. 1996-2015 C P F B H o g e r o n d e r w i j s v o o r s o c i a l e p r o m o t i e, v e r b o n d e n a a n d e U C L 26/03/2015 JE HOGERE STUDIES ONDERBREKEN OM DE 1996-2015 C P F B H o g e r o n d e r w i j s v o o r s o c i a l e p r o m o t i e, v e r b o n d e n a a n d e U C L TIJD TE NEMEN VOOR EEN HERORIËNTERING EN EEN HERONTDEKKING

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: F.K. Ligtenberg, Levensbericht J.P. Mazure, in: Levensberichten en herdenkingen, 1992, Amsterdam, pp. 43-46 This PDF

Nadere informatie

Werken aan scheikunde

Werken aan scheikunde Werken aan scheikunde 24 memoires van hen die de Nederlandse Chemie deze eeuw groot hebben gemaakt Uitgegeven door Delftse Universitaire Pers in 1993. (Copyright 1993 by Delft University Pers). Met toestemming

Nadere informatie

Een nieuw boek van Ter Palen!

Een nieuw boek van Ter Palen! Een nieuw boek van Ter Palen! In bedrijf : Ter Palen beschrijft industrieel verleden Het is al een tijdje geleden, maar we hebben voor u weer een publicatie klaar: In bedrijf. Onze ondervoorzitter dompelde

Nadere informatie

DR. W.F. VAN GUNSTEREN, 1908-2000

DR. W.F. VAN GUNSTEREN, 1908-2000 DR. W.F. VAN GUNSTEREN, 1908-2000 DOOR U. TUKKER Op 3 november 2000 overleed op 92-jarige leeftijd in Zwitserland dr. Willem Frederik van Gunsteren. Wanneer men zijn leven bestudeert, komt men tot de ontdekking

Nadere informatie

Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven

Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven 1892-1978 86 Prof. dr. D. H. Th. Vollenhoven 6 juni 1978 overleed Dirk Hendrik Theodoor Vollenhoven in de leeftijd van 86 jaar. Hij was vanaf 1926 hoogleraar in de wijsbegeerte

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: S.R. de Groot, Levensbericht J.D. van der Waals Jr, in: Jaarboek, 1971, Amsterdam, pp. 105-106 This PDF was made on 24

Nadere informatie

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem Het overlijden van een broer of zus is een ingrijpende gebeurtenis. Toch wordt het onderwerp in de rouwliteratuur doodgezwegen. Tot verbazing van Minke Weggemans. De pastoraal therapeute schreef er daarom

Nadere informatie

Kennis en Intuïtie in de Geneeskunde

Kennis en Intuïtie in de Geneeskunde Symposium Kennis en Intuïtie in de Geneeskunde Donderdag 21 oktober Illustratie: Annemiek Tuinhof de Moed In de geneeskunde speelt wetenschap een grote rol. Het draait daarbij vanzelfsprekend om theorie

Nadere informatie

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson De Jefferson Bijbel Thomas Jefferson Vertaald en ingeleid door: Sadije Bunjaku & Thomas Heij Inhoud Inleiding 1. De geheime Bijbel van Thomas Jefferson 2. De filosofische president Het leven van Thomas

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

N e d e r l a n d s c e n t r u m v o o r. Naturalis, Zoölogisch Museum Amsterdam en Nationaal Herbarium Nederland bundelen hun krachten

N e d e r l a n d s c e n t r u m v o o r. Naturalis, Zoölogisch Museum Amsterdam en Nationaal Herbarium Nederland bundelen hun krachten N e d e r l a n d s c e n t r u m v o o r biodiversiteitonderzoek NCB Naturalis, Zoölogisch Museum Amsterdam en Nationaal Herbarium Nederland bundelen hun krachten Nederlands Centrum voor Biodiversiteitonderzoek

Nadere informatie

DR. LETTEPLEIN, GENOEMD NAAR WIE?

DR. LETTEPLEIN, GENOEMD NAAR WIE? DR. LETTEPLEIN, GENOEMD NAAR WIE? Wie de Hessenweg afrijdt richting Bilthoven, komt aan het eind daarvan op het Dr. Letteplein, een driehoekig plein dat aan de noordzijde wordt afgesloten door een karakteristieke

Nadere informatie

INHOUD. Voorwoord...4. Samenvatting...5. ESRB Jaarverslag 2011 Inhoud

INHOUD. Voorwoord...4. Samenvatting...5. ESRB Jaarverslag 2011 Inhoud Jaarverslag 2011 Jaarverslag 2011 INHOUD Voorwoord...4 Samenvatting...5 ESRB Jaarverslag 2011 Inhoud 3 Voorwoord Mario Draghi Voorzitter van het Europees Comité voor Systeemrisico s Het doet mij veel plezier

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: H. Brinkman, Levensbericht H. de Vries, in: Jaarboek, 1960-1961, Amsterdam, pp. 298-301 This PDF was made on 24 September

Nadere informatie

1. Over Stichting Martin Luther Heritage Foundation

1. Over Stichting Martin Luther Heritage Foundation Beleidsplan 2017-2019 1. Over Stichting Martin Luther Heritage Foundation Theoloog Maarten Luther (1483-1546) is een van de belangrijkste reformatoren en grondlegger van het protestantisme. Door zijn toedoen

Nadere informatie

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE

ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE ELSEVIER HULP BIJ STUDIEKEUZE Naam:... Klas:... Stap : Wat Kan ik? Voor welke vakken haal(de) je de hoogste cijfers op school? Aardrijkskunde Algemene natuurwetenschappen Bewegen, sport en maatschappij

Nadere informatie

Van dier op mens in vroeger tijden. Floor Haalboom, historica 12 juni 2014 Julius Centrum UMC Utrecht & Descartes Centrum Universiteit Utrecht

Van dier op mens in vroeger tijden. Floor Haalboom, historica 12 juni 2014 Julius Centrum UMC Utrecht & Descartes Centrum Universiteit Utrecht Van dier op mens in vroeger tijden Floor Haalboom, historica 12 juni 2014 Julius Centrum UMC Utrecht & Descartes Centrum Universiteit Utrecht Disclosure belangen Floor Haalboom (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Prof. Dr. Ton Hol, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (voorzitter) Prof. Dr. em. Léon de Caluwé (VU) (tevens consultant) Dr.

Nadere informatie

Anti-misselijkheids medicijn helpt cellen met de ziekte van Huntington (ZvH) mutatie gezond te blijven op een verrassende manier

Anti-misselijkheids medicijn helpt cellen met de ziekte van Huntington (ZvH) mutatie gezond te blijven op een verrassende manier Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Anti-misselijkheids medicijn helpt cellen met de ziekte van Huntington

Nadere informatie

RIKILT Institute of Food Safety

RIKILT Institute of Food Safety RIKILT Institute of Food Safety In het kort Referentie instituut Metingen & Advies Onderzoek RIKILT Institute of Food Safety RIKILT Institute of Food Safety is onderdeel van de internationale kennisorganisatie

Nadere informatie

Appendix 5. Curriculum vitae

Appendix 5. Curriculum vitae Appendix 5 Curriculum vitae Reinout Cornelus Andreas Schellekens werd geboren op 30 november 1970 te Rotterdam als oudste zoon van Andreas Petrus Maria Schellekens en Theodora Allegonda Maria Catharina

Nadere informatie

Bètadag 2015. Bèta In Leiden

Bètadag 2015. Bèta In Leiden + Bètadag 2015 + Bèta In Leiden In samenwerking met de landelijke stichting bètadag organiseert Universiteit Leiden dit jaar de bètadag. Een Hele dag vol activiteiten zodat scholieren kunnen ervaren hoe

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

narratieve zorg Elder empowering the elderly

narratieve zorg Elder empowering the elderly narratieve zorg Elder empowering the elderly huisbezoek 1: KENNISMAKING - 2 - KENNISMAKING - huisbezoek 1- a kennismaking huisbezoek 1: KENNISMAKING a vertrouwelijkheid individueel in teamverband naar

Nadere informatie

LAUDATIO. LJ. Vandewiele

LAUDATIO. LJ. Vandewiele LAUDATIO 59 LJ. Vandewiele Als collega proximus heb ik de eer, mede in naam van de dekaan van de Fakulteit van de Farmaceutische Wetenschappen Prof. Dr. A. De Leenheer, hier Prof. Dr. H.A. Bosman-Jelgersma

Nadere informatie

UGent wordt peter van 8 graven van oudprofessoren op de Westerbegraafplaats

UGent wordt peter van 8 graven van oudprofessoren op de Westerbegraafplaats UGent wordt peter van 8 graven van oudprofessoren op de Westerbegraafplaats De Universiteit Gent ondertekent op 20 juni 2018 op de Westerbegraafplaats een overeenkomst met de Stad Gent voor het onderhoud

Nadere informatie

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon 070-3905578 -------- fax 070-3905171 Beschikking A. - B.

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon 070-3905578 -------- fax 070-3905171 Beschikking A. - B. Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk -------- Beschikking A. - B. 1.1 Bij brief van 6 juni 2000 heeft de heer A. (hierna A.) aan de Raad van Toezicht (hierna de Raad) verzocht om een oordeel te geven over een

Nadere informatie

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb hoofdstuk 8 Kernovertuigingen Kernovertuigingen zijn vaste gedachten en ideeën die we over onszelf hebben. Ze helpen ons te voorspellen wat er gaat gebeuren en te begrijpen hoe de wereld in elkaar zit.

Nadere informatie

WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico.

WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico. STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD 0-0 WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.be www.shn.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel van het

Nadere informatie

Verslag van uitgeoefende activiteiten in 2013. Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut

Verslag van uitgeoefende activiteiten in 2013. Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut Verslag van uitgeoefende activiteiten in 2013 Stichting Vrienden van het Hubrecht Instituut 1 UITNODIGING Dromen worden waarheid Conferentie 2013 Donateurs bedankt voor uw giften in 2013. 2 Hubrecht Instituut

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: R. Kaptein, Levensbericht M.F. Perutz, in: Levensberichten en herdenkingen, 2004, Amsterdam, pp. 72-75 This PDF was made

Nadere informatie

ONDERWIJSRAAD. Eerste Afdeling O.R. 162 H.O. s-gravenhage,zfjuli I960.

ONDERWIJSRAAD. Eerste Afdeling O.R. 162 H.O. s-gravenhage,zfjuli I960. ONDERWIJSRAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 125 'S-GRAVENHAGE Eerste Afdeling OR 162 HO Voorstel tot wijziging van hot Koninklijk besluit van 29 februari 1932, Staatsblad 66, ter uitvoering van artikel

Nadere informatie

Frankenstein. Mary Shelley

Frankenstein. Mary Shelley Frankenstein Frankenstein maakt deel uit van de reeks Wereldverhalen van Uitgeverij Eenvoudig Communiceren. Wereldverhalen is een serie beroemde verhalen. Uitgeverij Eenvoudig Communiceren Postbus 10208

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: J. Joosse, Levensbericht B.V. Scharrer, in: Levensberichten en herdenkingen, 1997, Amsterdam, pp. 41-44 This PDF was

Nadere informatie

Verhaal van verandering

Verhaal van verandering Belgische Ashoka Fellow Ashoka : Kun je ons iets vertellen over je familie en waar je bent opgegroeid? Ingrid : Ik ben opgegroeid in Antwerpen, een belangrijke stad in Vlaanderen, België. Ik heb een oudere

Nadere informatie

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten

Leraar in onderzoek. Exacte Wetenschappen. Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten Exacte Wetenschappen Leraar in onderzoek Onderzoeksprogramma voor wis- en natuurkundedocenten Den Haag, mei 2010 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Inhoud 1 Inleiding 3 2 Doel 4 3

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

Jan de Laat OVERSTAG

Jan de Laat OVERSTAG Jan de Laat VERSTAG Colofon Eindredactie Joost Pool Redactie Boris Goddijn Vormgeving Pien Vermazeren Fotografie Boris Goddijn Beeldbewerking Pien Vermazeren Copyright en disclaimer Het overnemen van teksten

Nadere informatie

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007 logoocw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk VO/OK/2003/53723 Uw kenmerk Onderwerp tweede fase havo/vwo 1.Inleiding In het algemeen

Nadere informatie

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur Actuele relatie met O&O (specifieke opleidingen etc.) De collectie Engelse taal en cultuur richt zich met name op de studenten, docenten en onderzoekers

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Nederlands Genootschap voor Nieuwgriekse Studies (NGNS) Dutch Society for Modern Greek Studies. Beleidsplan

Nederlands Genootschap voor Nieuwgriekse Studies (NGNS) Dutch Society for Modern Greek Studies. Beleidsplan 1 Nederlands Genootschap voor Nieuwgriekse Studies (NGNS) Dutch Society for Modern Greek Studies Beleidsplan 2017-2021 2 Inleiding De doelstelling van de vereniging Nederlands Genootschap voor Nieuwgriekse

Nadere informatie

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D

RESEARCH CONTENT. Loïs Vehof GAR1D RESEARCH CONTENT Loïs Vehof GAR1D INHOUD Inleiding ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ blz. 2 Methode -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

WAT ANDEREN DOEM. NAERDINCKLANT 9 november 1983 Lezing door dr.ir. T. van Tol: Nederzettingsgeschiedenis van Laren.

WAT ANDEREN DOEM. NAERDINCKLANT 9 november 1983 Lezing door dr.ir. T. van Tol: Nederzettingsgeschiedenis van Laren. WAT ANDEREN DOEM NAERDINCKLANT 9 november 1983 Lezing door dr.ir. T. van Tol: Nederzettingsgeschiedenis van Laren. Plaats : De Vaart, Hilversum, aanvang 20.00 uur. 25 januari 1984 Lezing, samen met "Albertus

Nadere informatie

Mondelinge geschiedenis en architectuur Een voorstel voor format diepte-interview Centrum Vlaamse Architectuurarchieven _ draft 28 april 2010

Mondelinge geschiedenis en architectuur Een voorstel voor format diepte-interview Centrum Vlaamse Architectuurarchieven _ draft 28 april 2010 Mondelinge geschiedenis en architectuur Een voorstel voor format diepte-interview Centrum Vlaamse Architectuurarchieven _ draft 28 april 2010 THEMA S - Identificatie - Opleiding - Opdrachtgevers - Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen

Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen Chris Visscher Hoogleraar jeugdsport, met specifieke accenten op talentontwikkeling en op sport en school Rijksuniversiteit Groningen Als hij bij Studio Sport FC Groningen en Heerenveen tegen elkaar ziet

Nadere informatie

Canonvensters Michiel de Ruyter

Canonvensters Michiel de Ruyter ARGUS CLOU GESCHIEDENIS LESSUGGESTIE GROEP 8 Canonvensters Michiel de Ruyter Michiel Adriaanszoon de Ruyter werd op 23 maart 1607 geboren in Vlissingen. Zijn ouders waren niet rijk. Michiel was een stout

Nadere informatie

75 JAAR MLA Een leven lang

75 JAAR MLA Een leven lang 75 JAAR MLA Een leven lang voorwoord D e eerste leerlingen van het Montessori Lyceum Amsterdam het waren er maar vijftien zouden nu de gezegende leeftijd van 87 jaar hebben bereikt. We zijn ze ter gelegenheid

Nadere informatie

Natalia Tsvetkova. Samenvatting

Natalia Tsvetkova. Samenvatting Natalia Tsvetkova De hervorming van Duitse universiteiten tijdens de Koude Oorlog: De mislukking van het culturele imperialisme van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie Samenvatting Mijn onderzoek reconstrueert

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Stolker vergelijkt in dit opzicht de rechtenstudie met andere studies. Neem medicijnen. Die gaan al in hun eerste jaar naar de snijzaal, krijgen regel

Stolker vergelijkt in dit opzicht de rechtenstudie met andere studies. Neem medicijnen. Die gaan al in hun eerste jaar naar de snijzaal, krijgen regel 70.20.10 In Ars Aequi van januari 2013 stond een interessant artikel over de rechtenstudie van prof. mr. Carel Stolker. Hij schreef daarin onder andere over een net begonnen advocaat in Amerika. Die kreeg

Nadere informatie

Documentaire ruilverkaveling en streekverbetering groot succes

Documentaire ruilverkaveling en streekverbetering groot succes Documentaire ruilverkaveling en streekverbetering groot succes Op 4 november jl. was de première van de documentaire over de ruilverkaveling en streekverbetering die rond 1960 heeft plaatsgevonden in polder

Nadere informatie

Het Onderzoek. Laura Koopman Groep 7 woensdag 5 maart 2014 HET ONDERZOEK

Het Onderzoek. Laura Koopman Groep 7 woensdag 5 maart 2014 HET ONDERZOEK Het Onderzoek Laura Koopman Groep 7 woensdag 5 maart 2014 HET ONDERZOEK Inhoud In deze hoofdstukken is mijn werkstuk verdeeld: 1.Christiaan Huygens blz: 4 2.Antonie van Leeuwenhoek blz: 6 3.De beschrijving

Nadere informatie

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang.

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang. Griekse en Latijnse taal en cultuur Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang. Griekse en Latijnse taal en cultuur In de bachelor Griekse en Latijnse taal en cultuur word je opgeleid

Nadere informatie

Plaatsingslijst van het archief G.J. Sizoo

Plaatsingslijst van het archief G.J. Sizoo 525 Plaatsingslijst van het archief G.J. Sizoo (1920-1994) Samengesteld door drs. A.C. Flipse en mw. drs.i. Kiel Hartog Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme (1800-heden) Vrije

Nadere informatie

Monitor Haagse Lerarenbeurs. peildatum januari 2015

Monitor Haagse Lerarenbeurs. peildatum januari 2015 Monitor Haagse Lerarenbeurs peildatum januari 2015 Den Haag, april 2015 1 Introductie In december 2011 deed De Rode Loper onderzoek naar het percentage onbevoegd gegeven lessen in de Haagse regio. 1 Uit

Nadere informatie

g r a d u a t e s c h o o l UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK

g r a d u a t e s c h o o l UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK g r a d u a t e s c h o o l UNIVERSITEIT VOOR HUMANISTIEK De Graduate School van de Universiteit voor Humanistiek (UvH) biedt een vierjarige promotieopleiding, die uitmondt in een wetenschappelijk proefschrift

Nadere informatie

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent

NTERVIEW. In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze. Doen waar je goed in bent NTERVIEW In Bedrijf.Bite Coaching, loopbaan & studiekeuze Doen waar je goed in bent Ieder mens moet regelmatig keuzes maken. Dat begint al met de keuze voor een bepaalde school, een studie of een opleiding.

Nadere informatie

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW) Citation: H.D. Kloosterman, Levensbericht J. Hadamard, in: Jaarboek, 1963-1964, Amsterdam, pp. 413-416 This PDF was made on 24

Nadere informatie

Dankwoord (Acknowledgements)

Dankwoord (Acknowledgements) Dankwoord (Acknowledgements) Dankwoord (Acknowledgements) 245 Het heeft even geduurd maar daar ligt hij dan eindelijk, de gedrukte versie van mijn proefschrift! Ik kan me nog als de dag van gisteren herinneren

Nadere informatie

VIJFTIG JAAR SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID IN NEDERLAND

VIJFTIG JAAR SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID IN NEDERLAND Voorwoord en Inleiding Dr. Ir. H. Koopmans VIJFTIG JAAR SCHEIKUNDIGE NIJVERHEID IN NEDERLAND Uitgegeven ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van het Hoogewerff-Fonds UITGEVERIJ WALTMAN DELFT - 1967

Nadere informatie

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO Dit portret gaat over H., een vrouw die met een evoluerende spierziekte nog lang voor de klas heeft gestaan in het lager

Nadere informatie

Daar mogen jullie niet naar kijken!

Daar mogen jullie niet naar kijken! Daar mogen jullie niet naar kijken! Serie: Verhalen kind in oorlog Tekst: Meike Jongejan Onderzoek: Mariska de Boer en Hans Groeneweg Redactie: Jan van Zijverden Vormgeving: Richard Bos 2015, Fries Verzetsmuseum,

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,

Nadere informatie