NOTA RECLAMEBELEID 2015

Transcriptie

1 NOTA RECLAMEBELEID 2015

2 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING Aanleiding Doel reclamebeleid Juridische status Afbakening Geldigheidsduur Leeswijzer 4 2. DEFINITIES Begrippen 5 3. CRITERIA VOOR RECLAME Toelichting Reclamecriteria Functioneel/technisch Reclamevormen die niet zijn toegestaan Verkeersveiligheid en hinder Geluid- en lichthinder Afstemming van de reclame in haar omgeving 8 4. AFWIJKEN VAN DE RECLAMECRITERIA 8 5. HANDHAVING Het integraal vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Marum Privaatrechtelijk handhaven Handelswijze ontoelaatbare reclame op gemeentegrond Handelswijze ontoelaatbare reclame op particuliere grond INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT 10 Bijlage 1: Stroomschema reclame-uitingen Bijlage 2: Huidige APV Bijlage 3: Wijziging APV Bijlage 4: Wijziging Legesverordening gemeente Marum 2015 Pagina 2

3 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding Reclame is het aanprijzen van of aandacht vestigen op goederen, diensten, activiteiten of namen. Reclame-uitingen kunnen zowel van commerciële als ideële aard zijn en voorkomen op borden, maar ook op bijvoorbeeld spandoeken, vlaggen, ramen of straatmeubilair. Ook voertuigen en aanhangers kunnen voor reclamedoeleinden worden gebruikt. Ook in de gemeente Marum is sprake van reclameuitingen: reclameborden, sandwichborden, gevelreclame, makelaarsborden en uitstallingen al dan niet hinderlijk geplaatst op de trottoir of weg. Reclame kan hinder en een visuele chaos veroorzaken. Reclame bepaalt voor een deel het aanzien en de beleving van een gebied. De vraag is welke kwaliteit de gemeente wil bereiken en/of behouden met betrekking tot de handelsreclame zichtbaar vanaf de openbare weg oftewel hoe blijft Marum levendig zonder dat het een rommeltje wordt? Voor de beantwoording van de bovenstaande vraag is eerst in 2013 de startnotitie Reclamebeleid gemeente Marum vastgesteld. Met deze startnotitie zijn de volgende kaders voor reclamebeleid bepaald: 1. reclame moet passen bij onze gemeente en doet geen afbreuk aan een groene, veilige en schone gemeente; 2. met reclamebeleid mag de last- en regeldruk niet onevenredig vergroot worden; 3. reclamebeleid verbetert de (interne en externe) communicatie, het geeft duidelijkheid en het bevordert de rechtszekerheid; 4. met reclamebeleid wordt de promotie van evenementen beter gefaciliteerd. Met de voorliggende Nota reclamebeleid gemeente Marum wordt invulling gegeven aan de vastgestelde Startnotitie reclamebeleid gemeente Marum. 1.2 Doel reclamebeleid Met het reclamebeleid geeft het college ruimte voor reclame waar dat kan, maar worden waar nodig ook grenzen gesteld om de kwaliteit van de omgeving te waarborgen. Op deze manier is er een balans tussen enerzijds een aantrekkelijke en veilige woon- en leefomgeving voor bewoners en bezoekers en anderzijds de economische belangen van bedrijven. Daarnaast geeft het college met deze beleidsnota invulling aan het Integraal vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Marum Juridische status De criteria in deze nota hebben de status van beleidsregels (artikel 4:81 Awb). In beginsel zijn alleen de reclame-uitingen toegestaan die voldoen aan het reclamebeleid. Als een reclame-uiting niet past binnen de criteria en er is geen omgevingsvergunning voor de activiteit reclame afgegeven, is plaatsing in principe niet toegestaan. 1.4 Afbakening 1. De nota geeft de kaders aan waarbinnen reclame in de gemeente Marum mogelijk moet zijn. 2. Het algemene uitgangspunt is: reclame-uitingen die aan de nota voldoen zijn omgevingsvergunningsvrij voor de activiteit reclame. 3. De nota stelt geen regels die in strijd zijn met artikel 7 van de Grondwet (vrijheid van meningsuiting). 4. De nota is alleen van toepassing op handelsreclame en dus niet op ideële reclame. 5. De nota heeft alleen betrekking op handelsreclame die zichtbaar is vanaf de weg. 6. De nota is niet van toepassing op bewegwijzering en/of objectbewijzering. 1.5 Geldigheidsduur Deze beleidsnota geldt voor onbepaalde tijd. Als de tijd of de omstandigheden het aangeven, kan dit beleid geëvalueerd en waar nodig aangepast worden. 3

4 1.6 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de begrippen in deze beleidsnota. In hoofdstuk 3 staan de criteria die gelden voor elk type reclame-uiting en gebied binnen de gemeente Marum. Hoofdstuk 4 beschrijft het afwijken van de reclamecriteria. Hoofdstuk 5 gaat in op het handhavend optreden tegen illegaal geplaatste reclame-uitingen en hoofdstuk 6 beschrijft de inwerkingtreding en het overgangsrecht. In bijlage 1 is een stroomschema voor reclame-uitingen opgenomen. Bijlage 2 geeft de bestaande voorschriften in de APV weer. Bijlage 3 bevat een voorstel voor de aanpassing van de APV en bijlage 4 bevat een voorstel voor de aanpassing van de Legesverordening Marum

5 2. DEFINITIES 2.1 Begrippen In deze beleidsnota wordt verstaan onder: 1. abri s: wacht- en schuilgelegenheid ten behoeve van passagiers van het openbare busvervoer. Hiernaast hebben de abri s een reclamefunctie via verlichte zij- en of achterwanden met reclamevlakken waarin verwisselbare reclameposters (al of niet roterend) worden aangebracht; 2. APV: Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Marum; 3. Awb: Algemene wet bestuursrecht; 4. bebouwde kom: de bebouwde kom als bedoel in artikel 1.1 onder d van de APV Marum; 5. bewegwijzering/objectbewijzering: borden die de route wijzen naar plaatsen, gebieden, terreinen, parken en objecten (zoals bedrijven, maatschappelijke instellingen/voorzieningen, openbare gelegenheden, culturele en recreatieve voorzieningen); 6. billboard: reclame op een groot bord (circa 8 m²) vaak geplaatst langs (in- en uitvals)wegen; 7. Bor: Besluit omgevingsrecht; 8. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren; 9. college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Marum; 10. driehoeksbord: reclamebord bestaande uit minimaal drie reclamevakken in een metalen frame, vaak geplaatst om een lichtmast; 11. evenement: evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de APV Marum; 12. handelsreclame: reclame waarbij een commercieel belang centraal staat bij het aanprijzen of aandacht vestigen; 13. ideële reclame: reclame waarbij een sociaal, maatschappelijk, religieus of politiek belang centraal staat bij het aanprijzen of aandacht vestigen en de statuten van de organisatie uitsluitsel geven of sprake is van ideële reclame; 14. lichtmastreclame: reclame al dan niet verlicht en bevestigd aan een lichtmast; 15. mobiele reclame/reclamevoertuig: reclame aan of op een voertuig of ander mobiel object dat op, aan of langs de weg is geparkeerd of zichtbaar is; 16. parkeren: parkeren als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV 1990); 17. permanente reclame: niet tijdelijke reclame; 18. reclame: iedere kennelijke vorm van aanprijzen of aandacht vestigen op goederen, diensten, activiteiten of namen, met inbegrip van bevestigings- en hulpconstructies en zichtbaar vanaf de weg; 5

6 19. reclamemast: reclame aan of op een vrijstaande vaak hoge en dus van grotere afstand zichtbare mast met rondom één of meer reclamevakken; 20. reclameobject: een object waarmee reclame wordt gemaakt; 21. reclamevitrine: een permanent dubbelzijdig reclamebord met verlichte wanden en reclamevlakken waarin verwisselbare reclameposters (al of niet roterend) worden aangebracht welke een concurrerende afmeting hebben als abrireclame; 22. sandwichbord: reclamebord bestaande uit maximaal twee reclamevlakken meestal aan elkaar en vaak om een lichtmast bevestigd; 23. sponsorovereenkomst: een overeenkomst tussen de gemeente en een bedrijf of instelling die een rotonde wil sponsoren. Het bedrijf of instelling wordt daarbij verantwoordelijk voor de groene inrichting en het onderhoud van het groen op de rotonde. Als tegenprestatie mag reclame voor het bedrijf of de instelling worden geplaatst; 24. tijdelijke reclame: borden, posters, vlaggen, wimpels of steiger- en spandoeken waarop reclame wordt gemaakt voor een bepaald (commercieel) evenement, openbare wedstrijd, manifestatie of tentoonstelling, opening van een bedrijf en verhuur of verkoop van onroerend goed of een bouwproject in de gemeente Marum; 25. uitstalling: los verplaatsbaar voorwerp, geplaatst voor een pand op een openbare plaats, dat een relatie heeft met de bedrijfsactiviteiten van de in dat pand gevestigde onderneming waaronder wordt verstaan: - voorwerpen en stoffen die behoren tot het reguliere assortiment van het bedrijf; - uitstallingsmateriaal (zoals rekken, stellages, kisten); - stoepborden; - decoratieve materialen (zoals bloembakken en banken); - speeltoestellen. 26. vlaggenmast: reclame met (kunst)stofachtige materialen aan een vrijstaande mast met één of meer reclamevakken en vaak met meer andere masten gegroepeerd; 27. voorzieningen van openbaar nut: bomen, groenvoorzieningen, haltepalen, kunstwerken, parkeermeters, speeltoestellen, trafohuisjes, schakelkasten, rotondes, bruggen, tunnels, viaducten, paden, wegen, trottoirs, (palen van) straatnaamborden, verkeersborden, verwijsborden of verkeerslichten en alle overige voorzieningen met een publieke functie; 28. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 29. weilandbord: reclame in het buitengebied welke is geplaatst op (private) gronden met een agrarische bestemming of natuurbestemming en die zichtbaar is vanaf de weg; 30. weg: alle voor het openbaar verkeer opstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten (artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994). Hiertoe worden dus ook gerekend trottoirs, voetpaden, voetgangersgebieden, rijwielpaden en parkeerplaatsen/-terreinen. 6

7 3. CRITERIA VOOR RECLAME 3.1 Toelichting In dit hoofdstuk zijn de richtlijnen voor reclame opgenomen die gelden voor elk type reclame-uiting en gebied binnen de gemeente Marum. Deze richtlijnen zijn het toetsingskader voor reclame in de gemeente Marum. Het algemene uitgangspunt is dat handelsreclame niet is toegestaan, tenzij het voldoet aan de criteria in deze beleidsnota. In het stroomschema in bijlage 1 is te lezen welk toetsingskader van toepassing is op de reclameuiting. De wetgever is niet geheel volledig in de definitie van bouwwerk. Via jurisprudentie wordt dit nader ingevuld. Wij sluiten zoveel mogelijk hierbij aan. Als voor de reclame-uiting een omgevingsvergunning activiteit bouwen moet worden aangevraagd, vindt onder meer toetsing plaats aan het bestemmingsplan, de bouwverordening en het bouwbesluit. Bij een monument moet altijd een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen en voor de activiteit veranderen van een monument worden aangevraagd. 3.2 Reclamecriteria Functioneel/technisch 1. reclame is alleen toegestaan als deze een functionele relatie heeft met de onroerende zaak (activiteiten in het pand of op het perceel) waarop of waaraan zij direct of indirect is bevestigd of op andere wijze aangebracht, met uitzondering van: reclame in bushokjes/abri s, plattegrondkasten en op informatieborden op de openbare grond; reclame op rotondes waarvoor een (sponsor)overeenkomst is gesloten met de gemeente, reclame op sportterreinen; tijdelijke reclame voor een bepaald (commercieel) evenement, openbare wedstrijd, manifestatie of tentoonstelling en opening van een bedrijf in de gemeente Marum; 2. verkoop vanuit een uitstalling is niet toegestaan; 3. reclame voor illegale activiteiten is niet toegestaan Reclamevormen die niet zijn toegestaan De volgende reclamevormen zijn niet toegestaan: 1. reclamemasten; 2. billboards; 3. driehoeks- en/of sandwichborden op de openbare grond buiten de daarvoor op grond van artikel 2.10 APV aangewezen plaatsen (lichtmasten) en overige lichtmastreclames; 4. reclamevitrines met uitzondering van een reclamevitrine onderdeel uitmakend van een abri; 5. reclames op rotondes met uitzondering van de reclames waarvoor een (sponsor)overeenkomst is gesloten met de gemeente; 6. mobiele reclames en reclamevoertuigen; 7. uitstallingen buiten de openingstijden van het bedrijf Verkeersveiligheid en hinder Reclame mag geen overlast of hinder veroorzaken voor derden en/of de veiligheid in gevaar brengen. Daarom gelden de volgende eisen: 1. reclame mag geen nadelige invloed hebben op het gebruik of staat van voorzieningen van openbaar nut; 2. reclame op of boven de weg mag de zichtbaarheid van verkeerslichten of andere verkeerstekens niet aantasten; 3. de reclame wordt zo geplaatst dat er geen hinder is voor minder validen (voertuigen), er is een vrije doorloopruimte van minimaal 1,5 meter; 4. uitstekende reclame aan de gevel wordt niet lager dan 2,30 m boven fietspad en trottoir geplaatst, gemeten vanaf de onderzijde van het reclameobject (i.v.m. doorloophoogte) en minimaal 0,60 m van de rijbaan; 7

8 5. reclame boven de rijbaan of boven de strook van 0,60 m vanaf de rijbaan, wordt niet lager dan 4,20 m geplaatst, gemeten vanaf de onderzijde van het reclameobject; 6. reclame langs de A7 is niet toegestaan met uitzondering van reclame die een functionele relatie heeft met de onroerende zaak waarop of waaraan zij direct of indirect is bevestigd of op andere wijze aangebracht; 7. reclame is voldoende stabiel en mag geen mechanisch bewegende delen bevatten; 8. reclame is zorgvuldig bevestigd; 9. reclame mag geen belemmering vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van een openbare plaats; 10. de sandwich- en/of driehoeksborden worden geplaatst rondom lichtmasten (dus niet rond verkeersborden, bomen, etc); 11. het uitzicht vanuit aangrenzende gebouwen mag door de reclame niet wordt belemmerd Geluid- en lichthinder Reclame mag geen geluid- en lichthinder veroorzaken voor omwonenden of voor de omgeving. Daarom gelden de volgende eisen: 1. reclame mag geen geluidhinder veroorzaken (artikel 4.5 APV Marum is van toepassing); 2. reclame mag niet verblinden; 3. reclame mag geen veranderlijk of intermitterend licht bevatten; 4. reclame mag geen reflecterende en/of fluorescerende kleuren bevatten; 5. het projecteren van lichtbeelden op gebouwen is niet toegestaan Afstemming van de reclame in haar omgeving 1. reclame is zorgvuldig vormgegeven, de afmetingen en kleuren zijn afgestemd op het karakter en uitstraling van de directe omgeving en/of de gevelopzet; 2. reclame heeft geen gelijkenis met verkeersborden en verkeerstekens; 3. LED-, LCD- en plasmaschermen tegen de gevel zijn niet toegestaan; 4. reclame op daken van woongebouwen is niet toegestaan; 5. de afmeting van de reclame is niet groter dan voor een goede leesbaarheid voor de situering noodzakelijk is; 6. reclame is niet in strijd met de goede zeden of de normen van de Reclamecodecommissie; 7. de eigenaar en/of beheerder van de betreffende reclame is verantwoordelijk voor het (goed) onderhouden van de reclameobjecten alsmede de directe omgeving ervan. Vernielde of beschadigde of onvoldoende onderhouden reclameobjecten dienen onmiddellijk hersteld of vervangen te worden. Reclame die onvoldoende is onderhouden, niet meer wordt gebruikt of zijn feitelijke betekenis heeft verloren, moet worden verwijderd. 4. AFWIJKEN VAN DE RECLAMECRITIRIA Het college moet handelen volgens de opgestelde beleidsregels, tenzij dat voor belanghebbenden gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot het doel van de beleidsregels. Deze afwijkingsbevoegdheid is gebaseerd op artikel 4:48 Awb. Afwijken van de reclamecriteria kan dus alleen in bijzondere gevallen. Per verzoek zullen de motieven moeten worden aangedragen die een bijzondere situatie rechtvaardigen. Afwijken van de criteria is mogelijk met een omgevingsvergunning voor de activiteit reclame. Dit vindt alleen plaats als nut en noodzaak in de aanvraag om een omgevingsvergunning is aangetoond en er geen andere reclamemogelijkheden, passend binnen de criteria in deze nota, toepasbaar zijn. Afwijken vindt uitsluitend plaats na een positief besluit van het college. 8

9 5. HANDHAVING De uitvoerbaarheid van deze beleidsregels staat of valt met de handhaving ervan. Als er door omstandigheden geen draagvlak is om de regels te handhaven, ontstaat willekeur en wordt het doel van de regels om de kwaliteit van de omgeving te waarborgen, verlaten. Daarom spant het college zich in voor de naleving van de regels in deze beleidsnota. De handhaving kent zijn grondslag in hoofdstuk 5 van de Wabo. Op grond van deze grondslag zijn op basis van de in het besluit omgevingsrecht opgenomen kwaliteitscriteria voor het handhavingsbeleid regels inzake het toezien op de naleving van voorschriften opgenomen in het Integraal vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Marum Het integraal vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Marum In het handhavingsbeleid is onder meer het volgende opgenomen: Taken Prioriteit Categorie Plaatsen reclame zonder of in Laag 2 afwijking van een omgevingsvergunning Strijdig gebruik bestemming: Hoog 1 verkeerd gebruik grond/erf Strijdig gebruik bestemming: illegale Gemiddeld 2 handelingen in het landelijk gebied Handelen zonder of in afwijking van Laag 2 de omgevingsvergunning: afwijken van bestemmingsplanregels (overig) Gebruik gemeentegrond zonder toestemming Gemiddeld 2 Toelichting categorie 1 Er wordt bij deze taken planmatig en actief toezicht gehouden en er wordt tevens actief gehandhaafd. Toelichting categorie 2 Er wordt bij deze taken actief toezicht gehouden op basis van vergunningen (bijvoorbeeld toezicht tijdens de bouw of tijdens een evenement) en reactief gehandhaafd (op basis van klachten en meldingen). In het handhavingsbeleid is het toezicht op zonder omgevingsvergunning geplaatste reclame laag geprioriteerd. Concreet betekent dit dat toezicht alleen in actie komt als er klachten of meldingen worden ontvangen. Indien de reclame in strijd met de bestemming van de grond is geplaatst, is het toezicht hoog geprioriteerd. 5.2 Privaatrechtelijk handhaven Privaatrechtelijk handhaven is slechts mogelijk als er private belangen van de gemeente op het spel staan. Voor het plaatsen van reclame op gemeentegrond is toestemming van de eigenaar (= de gemeente) nodig. Indien reclame zonder toestemming van de gemeente op gemeentegrond is geplaatst, kan de gemeente gebruik maken van de uitoefening van haar eigendomsrecht en derhalve de geplaatste reclame zelf verwijderen. Privaatrechtelijke handhaving kan bijvoorbeeld worden toegepast wanneer in een gemeentelijke groenstrook zonder de vereiste toestemming reclame is geplaatst. Hiermee wordt een onrechtmatige daad jegens de gemeente begaan. Ook bij privaatrechtelijke handhaving dienen de algemene beginselen van behoorlijk bestuur in acht te worden genomen. 9

10 5.3 Handelswijze ontoelaatbare reclame op gemeentegrond. Voor reclame die zonder privaatrechtelijke toestemming op gemeentegrond is geplaatst en welke niet in overeenstemming is met de criteria in deze nota wordt de volgende handelswijze toegepast: 1. Bij overtreding kan het college een last onder bestuursdwang toepassen in de vorm van het (laten) verwijderen van de reclame. 2. Indien het college voornemens is de reclame te verwijderen, zal het college daaraan uitvoering geven door de reclame weg te nemen na de overtreder daarvan in kennis te hebben gesteld. 3. De verwijdering vindt plaats tenminste twee dagen nadat de overtreder schriftelijk daarvan in kennis is gesteld. Tijdens deze termijn heeft de overtreder de gelegenheid zelf een einde te maken aan de overtreding. 4. De verwijderde reclame wordt gedurende één week opgeslagen. Tijdens deze periode heeft de overtreder de gelegenheid de reclame op te halen hetgeen mogelijk is na betaling van de gemaakte kosten met een minimum van 250 (Leidraad inzake dwangsomhoogte en invordering verbeurde dwangsommen gemeente Marum). 5. Indien de reclame niet binnen de gestelde termijn van één week is opgehaald en de kosten van de uitoefening van bestuursdwang met een minimum van 250 daarbij niet zijn vergoed, vervalt het eigendom van de reclame aan de gemeente 6. De kosten van de uitoefening van bestuursdwang met een minimum van 250 worden op de overtreder verhaald. 5.4 Handelswijze ontoelaatbare reclame op particuliere grond Voor de aanpak van reclame op particuliere gronden welke niet in overeenstemming is met de criteria in deze nota wordt aangesloten bij hetgeen in het integraal vergunningen-, toezicht- en handhavingsbeleid gemeente Marum is opgenomen. 6. INWERKINGTREDING EN OVERGANGSRECHT Dit reclamebeleid treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking, voor zover en voor zolang geen strijd met de APV bestaat. Ten tijde van vaststelling van deze nota worden bestaande reclamevormen op grond van het overgangsrecht toegestaan. Dit met uitzondering van excessen. Als exces worden in ieder geval aangemerkt: - reclame langs de A7 en een weilandbord die geen functionele relatie heeft met de onroerende zaak waarop of waaraan zij direct of indirect is bevestigd of op andere wijze aangebracht; - mobiele reclame/reclamevoertuigen; - reclame op gemeentegrond waarvoor geen privaatrechtelijke toestemming is verleend en welke niet in overeenstemming is met de criteria in deze nota; - reclame voor illegale activiteiten. Bij vernieuwing van de reclame wordt getoetst aan de criteria in dit beleid. Reclame die na de inwerkingtreding van het beleid wordt geplaatst (nieuwe situaties), moeten voldoen aan de criteria in dit beleid. 10

11 Bijlage 1: STROOMSCHEMA RECLAME-UITINGEN Voldoet het aan de reclamecriteria (3.2)? Nee Is er sprake van een bijzondere situatie (4)? Ja Nee Ja Reclame is niet toegestaan Geen omgevingsvergunning activiteit reclame nodig Omgevingsvergunning activiteit reclame aanvragen Is het een bouwwerk? Nee Geen omgevingsvergunning activiteit bouwen nodig Ja Is het bouwwerk omgevingsvergunningsvrij voor de activiteit bouwen? Ja Nee Omgevingsvergunning activiteit bouwen aanvragen Omgevingsvergunning strijd met de regels ruimtelijke ordening aanvragen Ja Is het bouwwerk in strijd met de regels in het bestemmingsplan? Geen omgevingsvergunning strijd met de regels ruimtelijke ordening nodig Nee 11

12 BIJLAGE 2: Huidige APV Artikel 1.1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder: h. handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen. Artikel 2:10 Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie 1. Het is verboden de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als: a. het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; b. het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand. 2. Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen en uitstallingen. 3. Het bevoegd bestuursorgaan kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 4. Het bevoegde gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor her in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 5. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor: a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24; b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5: Het verbod in het eerste lid van dit artikel geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet of het Provinciaal wegenreglement. Artikel 4:15 Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame Het is verboden op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren door middel van een opschrift, aankondiging of afbeelding waardoor het verkeer in gevaar wordt gebracht of ernstige hinder ontstaat voor de omgeving. Artikel 4:16 Vergunningsplicht lichtreclame (gereserveerd) Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat is voorzien van een aanduiding van handelsreclame, op de weg te parkeren met het kennelijk doel om daarmee handelsreclame te maken. 2. Het college kan van dit verbod ontheffing verlenen. 12

13 BIJLAGE 3: Wijziging APV Artikel 4:15 Vergunningplicht handelsreclame => artikel gewijzigd 1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op of aan een onroerende zaak handelsreclame te maken of te voeren met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die vanaf de weg zichtbaar is. 2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor handelsreclame die op grond van de Nota reclamebeleid gemeente Marum 2015 (omgevingsvergunningsvrij) is toegestaan. 3. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan worden geweigerd wegens strijd met de toetsingscriteria in de Nota reclamebeleid gemeente Marum 2015 en/of de weigeringsgronden genoemd in artikel 1:8. 13

14 BIJLAGE 4: Wijziging Legesverordening gemeente Marum 2015 Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning a Reclamevergunning Indien de aanvraag omgevingsvergunning betrekking heeft op het voeren van reclame, waarvoor op grond van een bepaling in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief 150,- 14