B&W-Aanbiedingsformulier

Transcriptie

1 Circulatiebesluit B&W.nr d.d B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp Erratum op voorstel raadsvoorstel Naar een (ver)nieuw(d) aanbestedings- en toewijzingsmodel Hulp bij het Huishouden in Leiden BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. In te stemmen met bijgaand erratum op raadsvoorstel Naar een (ver)nieuw(d) aanbestedings- en toewijzingsmodel Hulp bij het Huishouden in Leiden 2. De Raad voor te stellen het technisch erratum te betrekken bij het behandelen van bovengenoemd voorstel. Samenvatting Het Leidse college komt met een extra variant voor het aanbieden van hulp bij het huishouden. Dit `Leidse Model combineert de voordelen van het Dynamisch Selectiemodel (DSM) (zoals bijvoorbeeld geen wachtlijsten meer en snelle levertijden) met de voordelen van het Convenantmodel (geen gedwongen wisseling van aanbieder en langere verbintenis tussen bestaande cliënten en aanbieders). Het Leidse model wordt met een voorkeur aan de gemeenteraad voorgelegd.

2 ERRATUM Nr. : Naar een (ver)nieuw(d) aanbestedings- en toewijzingsmodel Hulp bij het Huishouden in Leiden Leiden, 12 april Naar aanleiding van de gestelde vragen tijdens de informatieve bijeenkomst van de commissie Onderwijs en Samenleving van 24 maart jongstleden en de beantwoording van de gestelde technische vragen, heeft het college nagedacht over een extra variant. Hierbij is gezocht naar een model dat tegemoet komt aan een aantal aspecten van het Convenantmodel. De hoofdlijnen van bovengenoemde variant worden voordelen van het DSM zoals bijvoorbeeld geen wachtlijsten meer en snelle levertijden, gecombineerd met de voordelen van het Convenantmodel (geen gedwongen wisseling van aanbieder en langere verbintenis tussen bestaande cliënten en aanbieders). Dit kan indien gewenst ook worden aangevuld met de vorm van light aanbesteden (technisch genoemd de 2B procedure), die gebruikt wordt bij het Convenantmodel. Deze variant zit zowel inhoudelijk als financieel tussen het aangepaste DSM 2012 en Convenantmodel in. Vanaf dit moment wordt voor de duidelijkheid gesproken over het Leidse model. Kern van het Leidse model: alle bestaande cliënten die graag bij hun aanbieder blijven, kunnen dat ook doen voor de duur van de raamovereenkomst (of convenant) tussen gemeente en de aanbieder. alleen voor cliënten die voor het eerst hulp bij het huishouden aanvragen bij de gemeente, die dus nog geen aanbieder en vaste hulp hebben, vindt er nog een selectie plaats via het DSM. Hieronder worden contouren en de voor- en nadelen van het Leids model uitgewerkt. In de financiële doorrekening is uitgegaan van het vormgeven van deze tussenvariant via de 2A-procedure, indien er gekozen wordt voor de invulling via een light -aanbesteding (2B procedure) is een raming niet goed te maken, maar zullen de kosten verder in de richting gaan van die van het Convenantmodel. Contouren van het Leidse model De contouren van dit Leidse model zijn: Voor alle bestaande cliënten gaat een soort bijzondere regeling gelden, zoals die nu alleen geldt voor bestaande cliënten ouder dan 85 jaar of met categorie B hulp. Dit zou betekenen dat alle bestaande cliënten die graag bij hun aanbieder willen blijven, dat ook kunnen doen. Indien het wordt uitgevoerd via de 2A-procedure, krijgen de aanbieders per cliënt het bijbehorende huidige tarief voort gekomen uit het DSM plus een jaarlijkse indexering. Indien de 2B-procedure wordt gevolgd, kan het tarief voor bestaande cliënten mogelijk anders (hoger) liggen. Bestaande cliënten kunnen dan voor de looptijd van de raamovereenkomst (of convenant) bij hun aanbieder blijven;

3 Er vindt alleen nog een selectie plaats bij cliënten die voor het eerst hulp bij het huishouden aanvragen bij de gemeente. Bij hen is het krijgen van de voorkeursaanbieder niet volledig gegarandeerd, hier selecteert de gemeente nog steeds op DSM-achtige wijze de aanbieder. Het is goed om u te realiseren dat voor deze groep cliënten geldt dat zij nog geen aanbieder en vaste hulp hebben, waaraan zij gehecht zijn; De nieuwe cliënten worden bijvoorbeeld voor 1 jaar toegewezen en kunnen na dat jaar beslissen: o of ze de komende jaren willen blijven bij de aanbieder waar ze het eerste jaar zaten (voor de aanbieder geldt dan dezelfde voorwaarde als genoemd bij de bijzondere regeling, het doorzetten van het huidige tarief bij de betreffende cliënt plus een indexering); o of ze willen switchen naar een andere aanbieder. In dat geval vindt de selectie opnieuw plaats via het systeem en kan de betreffende cliënt de nieuwe aanbieder weer een jaar uitproberen. Ditzelfde staat open voor bestaande cliënten die willen switchen. Bij het Leidse model kan ook via de 2B-procedure ( light aanbesteden) worden ingekocht Hierdoor ontstaat nog meer ruimte voor dialoog met aanbieders over de eisen in het bestek en meer ruimte qua looptijd en vorm van de overeenkomst. Er kan tevens gedacht worden aan het scheppen van de mogelijkheid om als aanbieder voor categorie A en B of alleen voor categorie B (en hun bestaande cliënten met A-hulp) in te schrijven. Indien voor het Leidse model gekozen zou worden, zal het duidelijk zijn dat de geschetste contouren tijdens het aankomende inkooptraject in praktisch opzicht verder uitgewerkt zullen moeten worden. Inhoudelijke uitgangspunten van het Leidse model Bestaande cliënten houden hun aanbieder en hulp voor de duur van de overeenkomst tussen aanbieder en gemeenten (bij een overeenkomst via 2A: maximaal 4 jaar. Bij een overeenkomst via 2B, kan dat ook nog langer bijvoorbeeld 5, 6 of 7 jaar). Nieuwe cliënten kunnen na het eerste (proef)jaar gegarandeerd blijven bij de aanbieder die in eerste instantie door de gemeente is geselecteerd. Aanbieders zijn voor langere tijd gegarandeerd van het leveren van hulp bij het huishouden bij hun bestaande cliënten; De samenwerking met de regio (mits aanbesteed via 2A-procedure blijft) blijft mogelijk omdat we qua systematiek voor de inkoop en contractmonitoring van hulp bij het huishouden dicht bij de regio blijven. In financieel opzicht is het Leidse model (doorgerekend op basis van aanbesteding via 2A) duurder dan het aangepaste DSM 2012 maar goedkoper dan het Convenantmodel. Financiële gevolgen van het Leidse model In financieel zou het Leidse model er ten opzichte van aangepast DSM 2012 en Convenantmodel als volgt uitzien (waarbij ten opzichte van de notitie van 11 maart jl. een extra jaar, 2015, in het onderstaande overzicht is toegevoegd). Raming uitgaven HbhH in natura per model (x 1000) Raming ontwikkeling budget HbhH komende jaren (met 1 procent index) I. b) DSM 2012 verder aangepast het Leids model* II. a) Convenantmodel

4 * uitgaande van contracten op basis van 2A-aanbesteden, waarbij de bestaande 17 aanbieders (nagenoeg) allemaal blijven deelnemen en dat bij bestaande cliënten het bestaande tarief voort gekomen uit het DSM wordt geprolongeerd. Voor het Leids model is in de komende jaren ten opzichte van de raming budget HbhH voor de komende jaren, extra benodigd: 2013: : : Bovenstaande leidt tot de volgende wijzigingen in het raadsvoorstel RV Naar een (ver)nieuw(d) aanbestedings- en toewijzingsmodel Hulp bij het Huishouden in Leiden. 1. De tekst onder Overwegingen luidend: Er is onderzoek gedaan naar diverse modellen voor de inkoop van hulp bij het huishouden in Nederland. De alternatieven voor het huidige Dynamisch Selectiemodel (DSM) voldoen beter aan de eisen uit het collegeprogramma, maar hebben grote en nadelige financiële gevolgen. Een uitgebreidere toelichting treft u aan in de bijgevoegde notitie Opties aanbestedings- en toewijzingsmodel Hulp bij het Huishouden in Leiden per Gelet op de huidige bezuinigingstaakstellingen, die de gemeente al heeft en de extra kosten die de vergrijzing in de nabije toekomst met zich zal brengen, stelt het College voor te volstaan met een verdere aanpassing van het huidige model voor 2012, waarin beter dan tot nu toe wordt voldaan aan de wens tot grotere gewicht aan de voorkeur van de cliënt, een vergroting van de continuïteit van geleverde hulp en het tegengaan van te verregaande prijsconcurrentie. Te vervangen door: Er is onderzoek gedaan naar diverse modellen voor de inkoop van hulp bij het huishouden in Nederland. Een uitgebreidere toelichting treft u aan in de bijgevoegde notitie Opties aanbestedingsen toewijzingsmodel Hulp bij het Huishouden in Leiden per Naast de daarin genoemde 4 varianten, is er inmiddels sprake van een vijfde variant met als werktitel het Leids model. In het Leidse model worden voordelen van het DSM zoals bijvoorbeeld geen wachtlijsten meer en snelle levertijden, gecombineerd met de voordelen van het Convenantmodel (geen gedwongen wisseling van aanbieder en langere verbintenis tussen bestaande cliënten en aanbieders). Dit kan indien gewenst ook worden aangevuld met de vorm van light aanbesteden (technisch genoemd de 2B procedure), die gebruikt wordt bij het Convenantmodel. Deze variant zit zowel inhoudelijk als financieel tussen het aangepaste DSM 2012 en Convenantmodel in. Vanaf dit moment wordt voor de duidelijkheid gesproken over het Leidse model. Kern van het Leidse model: alle bestaande cliënten die graag bij hun aanbieder blijven, kunnen dat ook doen voor de duur van de raamovereenkomst (of convenant) tussen gemeente en de aanbieder. alleen voor cliënten die voor het eerst hulp bij het huishouden aanvragen bij de gemeente, die dus nog geen aanbieder en vaste hulp hebben, vindt er nog een selectie plaats via het DSM. Voorgesteld wordt om het gezien de voordelen die deze gecombineerde variant oplevert, te kiezen voor het Leidse Model.

5 2. Besluitpunt 2 luidend: kennis te nemen van de vier opties voor een inkoopmodel in Leiden met ingang van 2012, namelijk: a) het voortzetten van het DSM 2011 zonder verdere aanpassingen; b) het komen tot een DSM 2012 aangepaste stijl door middel van het doorvoeren van een viertal extra aanpassingen gericht op een groter gewicht van de cliëntvoorkeur en op meer continuïteit in de hulpverlening; c) het invoeren van een nieuw model, het zogeheten Convenantmodel, waarbij via een lichte versie van aanbesteden, met de gekozen leveranciers wordt onderhandeld over een convenant met een lange looptijd, waarin de kwaliteitseisen zijn opgenomen en de toewijzing van een cliënt aan een leverancier plaatsvindt op basis van de voorkeur van de cliënt en deze toewijzing een net zo lange duur heeft als de termijn van de indicatie; d) het invoeren van een nieuw model, het Catalogusmodel, waarbij de cliënt zelf een keuze maakt uit een ranglijst van leveranciers, die is gebaseerd op de prijs voortkomend uit een aanbesteding en actuele kwaliteit(saspecten). te vervangen door: kennis te nemen van de vijf opties voor een inkoopmodel in Leiden met ingang van 2012, namelijk: a) het voortzetten van het DSM 2011 zonder verdere aanpassingen; b) het komen tot een DSM 2012 aangepaste stijl door middel van het doorvoeren van een viertal extra aanpassingen gericht op een groter gewicht van de cliëntvoorkeur en op meer continuïteit in de hulpverlening; c) het invoeren van een nieuw model, het zogeheten Convenantmodel, waarbij via een lichte versie van aanbesteden, met de gekozen leveranciers wordt onderhandeld over een convenant met een lange looptijd, waarin de kwaliteitseisen zijn opgenomen en de toewijzing van een cliënt aan een leverancier plaatsvindt op basis van de voorkeur van de cliënt en deze toewijzing een net zo lange duur heeft als de termijn van de indicatie; d) het invoeren van een nieuw model, het Catalogusmodel, waarbij de cliënt zelf een keuze maakt uit een ranglijst van leveranciers, die is gebaseerd op de prijs voortkomend uit een aanbesteding en actuele kwaliteit(saspecten). e) het invoeren van het Leidse model waarin i) alle bestaande cliënten die graag bij hun aanbieder blijven, dat ook kunnen doen voor de duur van de raamovereenkomst (of convenant) tussen gemeente en de aanbieder. ii) alleen voor cliënten die voor het eerst hulp bij het huishouden aanvragen bij de gemeente, die dus nog geen aanbieder en vaste hulp hebben, er nog een selectie plaatsvindt via het DSM. 3. Besluitpunt 3 luidend: te constateren dat een keuze voor één van de twee alternatieve modellen, het Convenant- en Catalogusmodel, meer recht doet aan het Collegeprogramma dan een DSM 2012 aangepaste stijl, waarbij het Convenantmodel vanwege de keuzevrijheid voor de cliënt, de verbinding met zorg en de langdurige verbintenis die wordt aangegaan tussen gemeente en aanbieders en tussen aanbieders en cliënten, het meest past bij het Collegeprogramma; te laten vervallen en de overige besluitpunten te vernummeren.

6 4. Besluitpunt 4 luidend: te constateren dat de twee DSM-opties, het DSM 2011 zonder verdere aanpassingen en een DSM 2012 aangepaste stijl, beide binnen de financiële kaders van de gemeentebegroting vallen en dat de twee opties voor een nieuw model buiten de financiële kaders van de gemeentebegroting vallen ( , in en in ). Bij een eventuele keuze voor een alternatief model zou door een structurele onderschrijding op het budget voor de andere individuele voorzieningen (hulpmiddelen, vervoer en woningaanpassingen) wel binnen het Wmo-budget aan dekking kunnen worden gevonden. te vervangen door het nieuwe besluitpunt 3: te constateren dat de twee DSM-opties, het DSM 2011 zonder verdere aanpassingen en een DSM 2012 aangepaste stijl, beide binnen de financiële kaders van de gemeentebegroting vallen en dat de twee opties voor een nieuw model buiten de financiële kaders van de gemeentebegroting vallen ( , in en in ). Bij een eventuele keuze voor een alternatief model zou door een structurele onderschrijding op het budget voor de andere individuele voorzieningen (hulpmiddelen, vervoer en woningaanpassingen) wel binnen het Wmo-budget aan dekking kunnen worden gevonden. Voor het Leids model (mits aanbesteed via de 2a procedure) is in de komende jaren ten opzichte van de raming budget HbhH voor de komende jaren, slechts een beperkt extra budget nodig: ( , , ). 5. Besluitpunt 8 luidend: te kiezen voor een DSM 2012 aangepaste stijl door middel van het doorvoeren van een viertal extra aanpassingen gericht op een groter gewicht van de cliëntvoorkeur en op meer continuïteit in de hulpverlening. te vervangen door het nieuwe besluitpunt 7: te kiezen voor het Leidse model waarin de voordelen van het DSM zoals bijvoorbeeld geen wachtlijsten meer en snelle levertijden worden gecombineerd met de voordelen van het Convenantmodel (geen gedwongen wisseling van aanbieder en langere verbintenis tussen bestaande cliënten en aanbieders). Dit kan indien gewenst ook worden aangevuld met de vorm van light aanbesteden (technisch genoemd de 2B procedure), die gebruikt wordt bij het Convenantmodel. 6. Een besluitpunt 8 toe te voegen luidend: Het college opdracht te geven, in de notitie opties aanbestedings- en toewijzingsmodel Hulp bij het Huishouden in Leiden per 2012 het Leids model toe te voegen.