Inspectierapport. Kinderdagverblijf Snuffie (KDV) Gouden Leeuw KA AMSTERDAM ZUIDOOST Registratienummer:

Transcriptie

1 Inspectierapport Kinderdagverblijf Snuffie (KDV) Gouden Leeuw KA AMSTERDAM ZUIDOOST Registratienummer: Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum inspectie: Type onderzoek: Jaarlijks onderzoek Status: definitief Datum vaststellen inspectierapport: Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

2 Inhoudsopgave Het onderzoek Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Personeel en groepen Veiligheid en gezondheid Inspectie-items Gegevens voorziening Gegevens toezicht Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

3 Het onderzoek Onderzoeksopzet Op 10 maart 2015 is op grond van artikel 1.62, tweede lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen een onaangekondigd jaarlijks onderzoek uitgevoerd. In dit onderzoek zijn naar aanleiding van het risicoprofiel slechts een beperkt aantal kwaliteitseisen onderzocht, namelijk kwaliteitseisen op het gebied van het pedagogisch klimaat en de eisen aan het personeel en aan de beroepskracht-kind-ratio. Aanvullend zijn voor dit risicoprofiel eenmalig de eisen op het gebied van veiligheid en gezondheid beoordeeld, naar aanleiding van gemeentelijke afspraken. De kwaliteitseisen die zijn onderzocht staan achter in het rapport vermeld. Beschouwing Organisatie Snuffie is een kleinschalige organisatie die bestaat uit twee kleine vestigingen in Amsterdam. Deze bestaan beide uit één groep. Snuffie Lekstraat (Zuid) beschikt over tien kindplaatsen. Snuffie Gouden Leeuw (Zuid-Oost) beschikt over vijftien kindplaatsen. De houder is de leidinggevende. Zij is echter niet structureel in de kindercentra aanwezig. Beide vestigingen hebben een assistent-leidinggevende die verantwoordelijk is voor het aansturen van de beroepskrachten in de uitvoering van het beleid. Locatie Kinderdagverblijf Snuffie Gouden Leeuw is gevestigd in een flatgebouw in Amsterdam Zuidoost. Er is één groepsruimte, waardoor er een huiselijke sfeer heerst. Er werken al geruime tijd drie vaste beroepskrachten die de kinderen goed kennen en zeer betrokken zijn. Dit aantal is voldoende voor het aantal kinderen dat maximaal wordt opgevangen, er zijn geen vacatures. Bij ziekte, vakantie en verlof wordt er vrijwel altijd een beroepskracht ingezet van de eigen locatie of van de andere locatie van Snuffie. Indien dit niet mogelijk is wordt er een beroepskracht ingezet van het uitzendbureau. Eén van de vaste beroepskrachten is de assistent-leidinggevende. Zij is vijf dagen per week aanwezig en fungeert tevens als vertrouwenspersoon voor het personeel en de ouders van de andere locatie van Snuffie. De assistentleidinggevende van deze locatie is de vertrouwenspersoon voor het personeel en de ouders van de vestiging in Zuid. Een beroepskracht is de aandachtsfunctionaris kindermishandeling. Er is een oudercommissie ingesteld die bestaat uit drie leden. Op 27 maart 2015 heeft er een telefoongesprek plaatsgevonden met één van de leden. Hieruit blijkt dat de houder advies vraagt aan de oudercommissie over (voorgenomen) beleidswijzigingen. Er is bijvoorbeeld in het afgelopen jaar advies gevraagd over de tariefswijziging. Verder blijkt uit het gesprek dat het lid zeer tevreden is over de kwaliteit van de opvang. Zij benoemt bijvoorbeeld dat de beroepskrachten veel persoonlijke aandacht hebben voor de kinderen en niet alleen bezig zijn met verzorgende taken, maar ook met het stimuleren van de ontwikkeling van de kinderen. Ook is de ouder bijvoorbeeld tevreden over het beleid omtrent uitstapjes. Vrijwel dagelijks gaat het kinderdagverblijf ergens heen, zoals naar de markt of de kinderboerderij, en dit gebeurt volgens de ouder op een veilige manier. In het vorige jaarlijkse onderzoek is beoordeeld dat er niet aan alle eisen werd voldaan omtrent het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio en het vierogenprincipe. Deze overtredingen zijn hersteld. In het huidige onderzoek is een overtreding op het gebied van gezondheid geconstateerd. Aan de overige beoordeelde kwaliteitseisen is wel voldaan. Advies aan college van B&W De toezichthouder adviseert om vanwege de geconstateerde overtreding handhavend op te treden conform het handhavingsbeleid van de gemeente. Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

4 Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk Op het moment van het inspectiebezoek zijn er negen kinderen van nul tot vier jaar oud aanwezig met drie beroepskrachten en een vrijwilliger. Er is beoordeeld dat het personeel voldoende uitvoering geeft aan de vier pedagogische basisdoelen. Hieronder zijn enkele voorbeelden beschreven waarop dit oordeel is gebaseerd. Emotionele veiligheid De beroepskrachten hebben veel interactie met de kinderen. Wanneer de kinderen binnenkomen worden ze bijvoorbeeld uitgebreid begroet. Ook kennen de beroepskrachten de kinderen goed en in het contact met de kinderen wordt deze kennis gebruikt. Wanneer een beroepskracht na het verschonen een kind op de grond zet, vraagt zij bijvoorbeeld aan het kind of het kan laten zien hoe goed het kan lopen. Het kind heeft dit namelijk onlangs geleerd en het overige personeel juicht als het kind gaat lopen. Ook verwoorden de beroepskrachten in veel situaties hun gedrag. Wanneer een beroepskracht op de gang staat begint een kind bijvoorbeeld te huilen. De beroepskracht benoemt dat zij niet weggaat, maar de jassen gaat pakken. Het kind stopt vervolgens met huilen. Ook heerst er een ontspannen sfeer. Alle kinderen voelen zich zichtbaar op hun gemak en de beroepskrachten maken regelmatig grapjes. Wanneer een kind wordt verschoond grapt een beroepskracht bijvoorbeeld dat het kind een cadeautje heeft voor haar, waarbij zij wijst naar de luier. Uit deze voorbeelden blijkt dat de emotionele veiligheid voldoende wordt gewaarborgd. Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interacties. Zij begeleiden positieve interacties tussen de kinderen. Wanneer een kind met een puzzel speelt wordt een ander kind bijvoorbeeld gestimuleerd om mee te gaan spelen. Als het kind vervolgens niet helpt maar de puzzel stuk maakt, legt de beroepskracht uit dat dit niet aardig is en dat het niet mag. Ook zorgen de beroepskrachten dat de kinderen deel uitmaken van een groep. Zij activeren de betrokkenheid en deelname van alle kinderen aan het groepsgebeuren op een wijze die recht doet aan het individuele kind. Een jonge baby werd bijvoorbeeld eerst in de wipper en later op de schoot van de beroepskracht betrokken bij het moment waarop de andere kinderen fruit eten. Wanneer de groep naar de markt gaat, zitten de jongste kinderen in de bolderwagen en mogen de oudste kinderen (een gedeelte van) de route zelfstandig lopen. Op basis hiervan wordt geconcludeerd dat de ontwikkeling van de sociale competentie voldoende wordt gestimuleerd. Persoonlijke competentie Ookwordt de ontwikkeling van de persoonlijke competentie van de individuele kinderen gestimuleerd. Tijdens het inspectiebezoek worden er bijvoorbeeld twee kinderen op het potje gezet. De beroepskrachten hebben verklaard dat er regelmatig aandacht uitgaat naar het leren lopen en het zindelijk maken van de kinderen. Ook worden er activiteiten gedaan uit het voorschoolse educatieprogramma Puk & Ko, voor het stimuleren van onder andere de taalontwikkeling. Daarnaast krijgen de kinderen voldoende de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen. Zo bestaat het dagprogramma uit zowel activiteiten als vrij spel en is er tijdens het inspectiebezoek voldoende speelmateriaal beschikbaar dat de kinderen zelf kunnen pakken. Gebruikte bronnen: - Observatie tijdens de binnenkomst van de kinderen, het vrij spelen, het eten en het verschonen - Gesprekken met de beroepskrachten Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

5 Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat de personen die werkzaam zijn bij het kindercentrum beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag die voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd en op dat moment niet ouder is dan twee maanden. Deze steekproef omvat het personeel dat op de dag van het inspectiebezoek aanwezig is en de stagiairs waarvan de stage na het laatste inspectieonderzoek is aangevangen. Passende beroepskwalificatie De toezichthouder heeft op basis van een steekproef beoordeeld dat alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao Kinderopvang is opgenomen. Deze steekproef omvat de beroepskrachten die op de dag van het inspectiebezoek aanwezig zijn. Opvang in groepen Het kinderdagverblijf bestaat uit één verticale stamgroep met vijftien kindplaatsen. Ten tijde van het inspectiebezoek worden er dagelijks ten hoogste negen kinderen van nul tot vier jaar oud opgevangen. Op vrijdag is het kinderdagverblijf gesloten. Beroepskracht-kind-ratio Tijdens het inspectiebezoek worden er in eerste instantie negen kinderen opgevangen door drie beroepskrachten. Eén van de beroepskrachten heeft verklaard dat de kinderen later op de dag zullen worden opgevangen door twee van de drie aanwezige beroepskrachten. Met deze inzet wordt er voldaan aan de vereiste beroepskrachtkind-ratio. Op basis van een steekproef uit de presentielijsten van 2 tot en met 10 maart 2015 en de aanwezigheidsregistratie van het personeel constateert de toezichthouder dat er ook in deze periode voldoende beroepskrachten zijn ingezet voor het aantal op te vangen kinderen. De beroepskrachten hebben dagelijks de volgende werktijden: van 8.00 tot uur en van 9.30 tot uur. Er zijn twee diensten, omdat er ten tijde van het inspectiebezoek dagelijks maximaal negen kinderen worden opgevangen. De beroepskrachten hebben de mogelijkheid om dertig minuten te pauzeren. Er wordt met deze werktijden redelijkerwijs voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio. Het komt niet voor dat een beroepskracht alleen in het kindercentrum aanwezig is, wanneer er wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. De beroepskrachten hebben verklaard in het kindercentrum te pauzeren. Het komt voor dat het kindercentrum wordt geopend en afgesloten door één beroepskracht. In de ochtend is er vanaf het openen tot 9.30 uur een vrijwilliger aanwezig. Aan het einde van de dag is er een stagiaire aanwezig. Indien één van deze personen niet aanwezig kan zijn wordt ervoor gezorgd dat er aan het begin en einde van de dag niet wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio, door twee beroepskrachten in te zetten. Verder is er een achterwachtregeling ingesteld. Er zijn drie personen die binnen vijftien minuten bij het kinderdagverblijf kunnen zijn. De beroepskrachten zijn op de hoogte van de achterwachtregeling. Gebruik van de voorgeschreven voertaal Gedurende de hele opvang wordt door alle beroepskrachten Nederlands gesproken. Gebruikte bronnen: - Inspectiebezoek - Steekproef afschriften verklaringen omtrent het gedrag (ingezien op de locatie) - Steekproef afschriften beroepskwalificaties (ingezien op de locatie) - Gesprekken met de beroepskrachten - Gesprek met de vrijwilliger - 'Turflijst beroepskracht-kind-ratio' van 2 tot en met 10 maart 2015 (ontvangen op 12 maart 2015) Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

6 Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid In januari 2015 is er een risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid uitgevoerd. De maatregelen die de beroepskrachten dienen te nemen om de veiligheids- en gezondheidsrisico's te reduceren zijn onder andere hierin vastgelegd, evenals in werkinstructies en protocollen. Tijdens het inspectiebezoek is (de uitvoering van) het veiligheids- en gezondheidsbeleid beoordeeld op basis van speerpunten. Hierbij is met betrekking tot veiligheid gefocust op het reduceren van het risico op wiegendood, en met betrekking tot gezondheid op de hygiëne tijdens het verschonen. In het protocol 'wiegendood' en de richtlijnen 'veilig slapen' zijn de maatregelen beschreven die de beroepskrachten dienen te nemen om het risico op wiegendood te reduceren. Tijdens het inspectiebezoek blijkt dat er voldoende samenhang is tussen het risico en de maatregelen. De beroepskrachten voeren het plan van aanpak voldoende uit. Zo zijn zij ervan op de hoogte dat de gewenste temperatuur 18 graden Celsius is. Er hangt een thermometer om dit te controleren en tijdens het inspectiebezoek is continu het raam geopend om dit te waarborgen. Verder worden kinderen bijvoorbeeld alleen op de rug te slapen gelegd. Indien ouders wensen dat zij op de buik slapen dienen ouders hiervoor schriftelijk toestemming te geven. In de werkinstructie 'verschoonhygiëne' is beschreven dat men na ieder gebruik het verschoonkussen dient te reinigen met een mengsel van allesreiniger en water en dient af te nemen met een wegwerpdoekje of een katoenen doekje. Het katoenen doekje dient na iedere verschoonbeurt in de was te worden gedaan. Het verschoonkussen dient gedesinfecteerd te worden met alcohol na contact met bloed of bloederige diarree. Tijdens het inspectiebezoek blijkt echter dat de werkwijze in de praktijk hiervan verschilt. In eerste instantie wordt het verschoonkussen bespoten met allesreiniger en afgenomen met een microvezeldoekje. Dit microvezeldoekje hangt de beroepskracht aan de kraan en wordt gedurende de dag meerdere malen gebruikt, wat gezondheidsrisico's met zich meebrengt. Vervolgens wrijft de beroepskracht het kussen in met alcohol en een wegwerpdoekje, ook al is er geen sprake van bloed of bloederige diarree. Het verschoonkussen dient echter volgens de werkinstructie alléén met een desinfectant te worden gedesinfecteerd wanneer er aanraking met bloed (of bloederige diarree) is geweest. Uit het voorgaande blijkt dat in het plan van aanpak gezondheid niet de maatregelen zijn beschreven die worden genomen om de risico's te reduceren; de werkwijze met betrekking tot het verschonen in de praktijk wijkt af van de werkinstructie. Bovendien zijn de maatregelen in de praktijk niet afdoende om de gezondheidsrisico's te reduceren. De leidinggevende is in de gelegenheid gesteld dit binnen de onderzoekstermijn te herstellen. Zij heeft verklaard dat er met het team is besproken dat in plaats van het microvezeldoekje papier wordt gebruikt dat na iedere verschoonbeurt wordt weggegooid. Dit is beschreven in een gewijzigde werkinstructie die zij op 13 maart 2015 heeft toegestuurd. In de werkinstructie staat verder dat het verschoonkussen 'daarna indien nodig moet worden gedesinfecteerd'. Dit is echter onvoldoende, want hieruit kan niet worden opgemaakt wanneer desinfecteren nodig is en op welke wijze het verschoonkussen gedesinfecteerd dient te worden. Samenvattend: In het plan van aanpak geeft de houder onvoldoende aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico's. In de werkinstructies is onvoldoende beschreven welke maatregelen worden genomen tijdens het verschonen, in verband met het risico op de overdracht van ziektekiemen. In de werkinstructies is namelijk niet beschreven op welke momenten en op welke wijze het verschoonkussen gedesinfecteerd wordt. Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan: In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.50 lid 1 lid 2 sub a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen.) Gebruikte bronnen: - Werkinstructie 'verschoonhygiëne' - Protocol 'wiegendood' - Richtlijnen 'veilig slapen' - Inspectiebezoek - Gesprekken met de beroepskrachten - Telefoongesprek met de assistent-leidinggevende (d.d. 10 maart 2015) - Werkinstructie 'Hygiëne tijdens het verschonen' (ontvangen op 13 maart 2015) - Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid (d.d. januari 2015) Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

7 Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. A. De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. Of B. De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. Beroepskracht-kind-ratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is. Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze. De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten. Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kind-ratio. Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kind-ratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig. Gebruik van de voorgeschreven voertaal A. De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt. Of B. Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode. Veiligheid en gezondheid Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

8 Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie veiligheid op voor alle voor kinderen toegankelijke ruimtes in een kindercentrum, waaronder de buitenspeelruimte. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid. De houder stelt jaarlijks een risico-inventarisatie gezondheid op. In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid. Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

9 Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf Snuffie Vestigingsnummer : Website : Aantal kindplaatsen : 15 Gesubsidieerde voorschoolse opvang : Nee Gegevens houder Naam houder : Eveline Cynthia Elshot Adres houder : Geerdinkhof 673 Postcde en plaats : 1103 RN AMSTERDAM ZUIDOOST KvK nummer : Website : Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang Postadres : Postbus 2200 Postcode en plaats : 1000 CE AMSTERDAM Telefoonnummer : Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. G.M. van Duijvenbode, MSc Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam : Gemeente Amsterdam Postadres : Amstel 1 Postcode en plaats : 1011 PN AMSTERDAM Planning Datum inspectiebezoek : Opstellen concept inspectierapport : Zienswijze houder : Vaststellen inspectierapport : Verzenden inspectierapport naar houder : en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : gemeente Openbaar maken inspectierapport : Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10

10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Tijdens het inspectie bezoek werd er een kindje verschoond op het verschoonkussen. In het rapport wordt er gesproken over een dweiltje, maar in de praktijk was dit een microvezeldoekje. Het verschoonkussen werd op dat moment schoongemaakt met een microvezeldoekje en allesreiniger gemengd met water. Als extra hygiëne werd er ook nog gebruik gemaakt van alcohol, i.v.m. een heersende diarree golf. Ondanks dat er misschien geen diarree en/of poep op het verschoonkussen terecht gekomen is vinden wij het toch van belang om te letten op de extra hygiëne. Normaal gesproken gebruiken wij keukenpapier (deze staat op het verschoonkussen), maar op dat moment was deze niet voorhanden. Kinderdagverblijf Snuffie - Jaarlijks onderzoek /10