Verantwoordingsdocument Forensische Zorg 2013

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verantwoordingsdocument Forensische Zorg 2013"

Transcriptie

1 Verantwoordingsdocument Forensische Zorg 2013 Voorgenomen besluiten voor de forensische zorg in strafrechtelijk kader voor het jaar Augustus 2012

2

3 Inhoud Vooraf 4 Inleiding 5 Beleidsregels en nadere regels FZ Prestaties en tarieven FZ Bijlage 1: Concept beleidsregel BR/FZ-0001 Overgang naar DBBC-bekostiging in de forensische zorg 10 Bijlage 2: Concept beleidsregel BR/FZ-0002 DBBC-tarifering behandeling en verblijf in de forensische zorg 16 Bijlage 3: Concept beleidsregel BR/FZ-0003 ZZP-tarifering en tarieven extramurale parameters in de forensische zorg 25 Bijlage 4: Concept beleidsregel BR/FZ-0004 Overige producten forensische zorg in strafrechtelijk kader 31 Bijlage 5: Concept beleidsregel BR/FZ-0005 Tarifering onderlinge dienstverlening forensische zorg in strafrechtelijk kader 35 Bijlage 6: Concept beleidsregel BR/FZ-0006 Tarieven normatieve huisvestingscomponent forensische zorg 39 Bijlage 7: Concept regeling NR/FZ-001 Declaratiebepalingen DBBC s FZ 45 Bijlage 8: Concept regeling NR/FZ-002 Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ 53 Bijlage 9: Concept regeling NR/FZ-003 Verplichte aanlevering minimale dataset FZ 59 Bijlage 10: Concept regeling NR/FZ-004 Instructie DBBCregistratie FZ 69 Bijlage 11: Prestaties en tarieven DBBC s FZ 74 Bijlage 12: Prestaties en tarieven ZZP s en extramurale parameters FZ 75 Bijlage 13: Prestaties en tarieven overige producten FZ 76 Bijlage 14: Voorhangbrief inzake invoering van prestatiebekostiging in de forensische zorg 77 3

4 Vooraf In dit verantwoordingsdocument staan de voorgenomen besluiten voor de forensische zorg in strafrechtelijk kader (hierna FZ) voor het jaar De NZa heeft voorgenomen besluiten genomen over de beleidsregels, nadere regels, prestaties en tarieven voor de FZ. Formele vaststelling van deze voorgenomen besluiten zal volgen nadat de noodzakelijke aanwijzing is verkregen. 4

5 Inleiding Met dit verantwoordingsdocument willen wij u informeren over de taken en bevoegdheden van de NZa voor de FZ. Tevens informeert de NZa u over de beleidsregels en nadere regels FZ 2013 en de prestaties en tarieven 2013, die als voorgenomen besluit door de NZa zijn vastgesteld. Met de informatie uit het verantwoordingsdocument FZ 2013 kunnen zorgaanbieders en de zorgverzekeraar (lees DForZo) alvast starten met het inkoopproces Taken en bevoegdheden NZa vanaf 1 april 2012 Tot 1 april 2012 had de NZa in de FZ een adviesrol voor prestaties en tarieven. De NZa adviseerde het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) over de prestaties en tarieven, waarna het ministerie van VenJ de tarieven voor FZ vaststelde. Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa in de FZ veranderd. Vanaf 1 april is de NZa kortgezegd verantwoordelijk voor: - Het vaststellen van prestaties en tarieven voor de FZ. - Het vaststellen van beleidsregels en nadere regels voor de FZ. - Toezicht houden op FZ zorgaanbieders en zorginkoper. De NZa is hiermee formeel regulator en onafhankelijk toezichthouder voor de FZ. Met de inwerkingtreding van de Wet Forensische Zorg verkrijgt de NZa ook handhavende bevoegdheden. Voorgenomen besluiten Vanaf 1 april is de NZa verantwoordelijk voor het vaststellen van prestaties en tarieven in de FZ. Deze nieuwe taak moet geformaliseerd worden met een aanwijzing. De aanwijzing voor onze nieuwe bevoegdheden in de FZ is nog niet afgegeven. Wij kunnen de prestaties en tarieven dus ook nog niet definitief vaststellen. Naar aanleiding van de Voorhangbrief voor invoering DBBC-bekostiging d.d. 14 juni 2012, waarin ook staat opgenomen dat de NZa prestaties, tarieven en (beleids)regels voor de FZ zal vaststellen, zijn Kamervragen gesteld. De behandeling van deze Kamervragen vindt pas na de verkiezingen plaats. De aanwijzing kan op dit moment dus niet worden afgegeven. Wij willen het inkoopproces niet vertragen en willen u ook duidelijkheid geven. Daarom hebben wij voorgenomen besluiten genomen over de beleidsregels, nadere regels, prestaties en tarieven. Zodra er een definitieve aanwijzing is, stellen wij alle beleidsregels en nadere regels definitief vast. Dit is naar verwachting in het eind derde/ begin vierde kwartaal

6 Disclaimer De voorgenomen besluiten hebben wij gebaseerd op de inhoud uit de Voorhangbrief. Formele vaststelling van deze voorgenomen besluiten zal volgen nadat de aanwijzing is verkregen. Als de koers van de aanwijzing niet wijzigt ten opzichte van de Voorhangbrief, dan stellen wij, zodra we de aanwijzing hebben, de beleidsregels, nadere regels, prestaties en tarieven vast. Als de inhoud van de aanwijzing afwijkt van de inhoud van de Voorhangbrief kan dit betekenen dat de definitieve besluitvorming afwijkt van deze voorgenomen besluiten. Wij passen dan de beleidsregels, nadere regels, prestaties en tarieven aan de inhoud van de aanwijzing aan. 6

7 Beleidsregels en nadere regels FZ 2013 De beleidsregels en nadere regels (zie bijlagen 1 tot en met 10) heeft de NZa op 14 augustus 2012 vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van VWS, in samenspraak met de Minister van VenJ, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze beleidsregels en nadere regels kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Zodra de NZa de aanwijzing heeft ontvangen, zal indien nodig de inhoud van de regels in overeenstemming met de inhoud van de aanwijzing worden gebracht en zullen de beleidsregels en nadere regels een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van de beleidsregels en nadere regels is voorzien per 1 januari Hieronder staan de beleidsregels en nadere regels genoemd die de NZa voorlopig heeft vastgesteld. Deze regels sluiten aan bij de nieuwe taken en bevoegdheden van de NZa voor de FZ. Voor de inhoud van de regels is aangesloten bij de Voorhangbrief (zie bijlage 14). Zo is bijvoorbeeld uitgegaan van invoering DBBC-bekostiging per 1 januari 2013, met een transitiemodel en invoering van de NHC-tarieven, ook per 1 januari 2013 en met een transitiemodel. In de bijlagen kunt u de volledige tekst van de beleidsregels en nadere regels vinden. 1. BR/FZ-0001 Beleidsregel Overgang naar DBBC-bekostiging in de forensische zorg Volgens de Voorhangbrief zal per 2013 prestatiebekostiging in de FZ worden ingevoerd met een transitieperiode van twee jaar. Met deze beleidsregel leggen wij vast hoe de transitie van budgettering in de forensische zorg naar DBBC-bekostiging plaatsvindt. De beleidsregel beschrijft de werking van het transitiemodel dat zorginkoper en zorginstellingen uitvoeren. 2. BR/FZ-0002 Beleidsregel DBBC-tarifering behandeling en verblijf in de forensische zorg In deze beleidsregel staat het beleid dat wordt gehanteerd bij het vaststellen van prestatiebeschrijvingen en tarieven voor behandeling en verblijf in DBBC s. De DBBC-prestaties staan in de bijlage van deze beleidsregel. 3. BR/FZ-0003 Beleidsregel ZZP-tarifering en extramurale parameters in de forensische zorg Met deze beleidsregel wordt het beleid vastgesteld dat wordt gehanteerd bij het vaststellen van prestatiebeschrijvingen en tarieven voor zorgzwaartepakketten (ZZP s) en extramurale parameters (in het kader van de functie begeleiding en verblijf zonder behandeling). De prestaties staan in de bijlage van deze beleidsregel. 4. BR/FZ-0004 Beleidsregel Overige producten forensische zorg Met deze beleidsregel wordt de wijze, waarop de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid tot het vaststellen van prestatiebeschrijvingen en tarieven voor de zogenaamde overige producten, vastgelegd. Overige producten betreffen vormen van zorg die onder de reikwijdte van de Wmg vallen, maar die zich (nog) niet lenen voor onderbrenging in de reguliere DBBC-productstructuur. Voor de FZ zal er één overig product zijn, namelijk een toeslag voor Extreem Vlucht- en Beheersgevaarlijkcliënten. 7

8 5. BR/FZ-0005 Beleidsregel Tarifering onderlinge dienstverlening forensische zorg Met deze beleidsregel wordt het beleid vastgesteld dat wordt gehanteerd bij het vaststellen van een prestatiebeschrijving en tarieven inzake onderlinge dienstverlening tussen zorgaanbieders. Onderlinge dienstverlening is zorg als bedoeld in artikel 1, Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van de beschrijving van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van forensische zorg in strafrechtelijk kader. 6. BR/FZ-0006 Beleidsregel Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) forensische zorg Per 2013 zal de NHC in de FZ worden ingevoerd. Dit zal gebeuren door middel van een overgangstraject (transitiemodel). In deze beleidsregel staat het beleid dat wordt gehanteerd bij het vaststellen van prestatiebeschrijvingen en tarieven voor het NHC-deel van de verblijfstarieven. Het overgangstraject (transitiemodel) voor de invoering van de NHC beschrijven wij in een aparte beleidsregel. Deze volgt nog. 7. NR/FZ-001 Regeling Declaratiebepalingen DBBC s FZ Het doel van deze regeling is regels te stellen die in acht moeten worden genomen bij het declareren van DBBC-tarieven. 8. NR/FZ-002 Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ Het doel van deze regeling is het specificeren van voorschiften voor de declaratie van ZZP s en extramurale parameters FZ. 9. NR/FZ-003 Regeling verplichte aanlevering minimale dataset FZ Deze regeling beschrijft de voorwaarden voor de verplichte aanlevering minimale dataset in de FZ. 10. NR/FZ-004 Regeling Instructie DBBC-registratie Deze regeling schrijft de zorgaanbieder verplicht voor welke gegevens op welke wijze moeten worden vastgelegd in het kader van de toepassing van DBBC s in de FZ. De spelregels DBBC-registratie voor de FZ zijn een bijlage van deze nadere regel. 8

9 Prestaties en tarieven FZ 2013 Naast bovengenoemde regels bevat dit document ook de tarieflijsten voor de forensische zorg in 2013, eveneens in de vorm van een voorgenomen besluit (bijlagen 11 tot en met 13). Voor de prestaties en tarieven geldt dezelfde disclaimer als bij de beleidsregels en nadere regels (zie tekstkader bladzijde 6). Op 8 juni 2012 heeft de NZa de release DBBC Forensische Zorg 2013 (RF13a) van DBC Onderhoud (DBC-O) ontvangen. De belangrijkste wijzigingen in deze release hebben betrekking op het forensisch psychiatrisch toezicht (fpt); de normatieve huisvestigingscomponent (NHC) en de productprijzen voor de DBBC's. De release RF13a voldoet aan de criteria uit het toetsingskader BR/CU Herstelrelease RF13b De NZa heeft DBC-O verzocht een aantal aanpassingen te verwerken in een herstelrelease RF13b. Deze wordt naar verwachting op 28 september 2012 aan de NZa voorgelegd. Half oktober vindt de (voorgenomen) besluitvorming plaats over de herstelrelease RF13b met daarin de technische uitwerking voor dagbesteding en de NHC-registratieregels. Wij verwachten naar aanleiding van RF13b geen gewijzigd tariefbesluit. Forensisch Psychiatrisch Toezicht Ingeval van een time-out binnen het forensische psychiatrisch toezicht kunnen de DBBC-activiteiten en verblijfsdagen door de zorgaanbieder worden gefactureerd. De DBBC-systematiek beoogt bekostiging op basis van werkelijke kosten. Het factureren van DBBC-activiteiten en verblijfsdagen, in tegenstelling tot het declareren van het dagtarief, doet recht aan de werkelijk gemaakte kosten in het forensisch psychiatrisch toezicht voor TBS-cliënten. Dagbesteding Dagbesteding wordt een aparte deelprestatie. Dit maakt het voor zorgaanbieders en de verzekeraar mogelijk om te onderhandelen over een tarief dat rekening houdt met de vormgeving van dagbesteding binnen de instelling. Normatieve huisvestingscomponent forensische zorg Een vaste opslag op de deelprestaties verblijf wordt toegevoegd als vergoeding voor kapitaallasten. Dit is conform het NZa-advies Normatieve huisvestingscomponent forensische zorg aan VenJ. Procentuele opslag voor kapitaallasten behandeling en dagbesteding Een procentuele opslag voor kapitaallasten wordt toegevoegd voor zowel behandeling als dagbesteding als vergoeding voor kapitaallasten. Dit is conform het NZa-advies 'Implementatie DBBC-bekostiging forensische zorg' aan VenJ. 9

10 Bijlage 1: Concept beleidsregel BR/FZ Overgang naar DBBC-bekostiging in de forensische zorg Kenmerk BR/FZ-0001 DISCLAIMER Deze beleidsregel is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze beleidsregel kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze beleidsregel een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze beleidsregel is voorzien per 1 januari CONCEPT BELEIDSREGEL BR/FZ-0001 OVERGANG NAAR DBBC-BEKOSTIGING IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Ingevolge artikel 59, onderdeel a, van de Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie (VenJ) met brief van [DATUM], kenmerk [KENMERK], ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing 1 op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op forensische zorg in strafrechtelijk kader (hierna ook aangeduid als FZ) als omschreven in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg 2 die wordt geleverd door een zorgaanbieder die forensische zorg in stand houdt, dan wel verleent. 2. Doel van de beleidsregel Met deze beleidsregel wordt vastgelegd op welke wijze de transitie van budgetbekostiging in de forensische zorg naar DBBC-bekostiging plaatsvindt. De beleidsregel beschrijft daarmee de werking van het transitiemodel dat van toepassing is op de zorgverzekeraar en de zorgaanbieders. 1 Daar waar in het vervolg van deze beleidsregel wordt gesproken over de aanwijzing van de Minister van VWS, dan wel de aanwijzing, wordt telkens gedoeld op de aanwijzing van de Minister van VWS in overeenstemming met de Minister van VenJ. 2 Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 10

11 3. Afbakening DBBC s Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC s en de ZZP s/extramurale parameters geldt het volgende: Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is. De ZZP s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: Ambulante begeleiding (extramurale parameters); Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). Deze beleidsregel heeft alleen betrekking op DBBC s. 4. Begripsbepalingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: 4.1 Zorgaanbieder De rechtspersoon die een zorginstelling forensische zorg in stand houdt of een natuurlijke persoon die forensische zorg verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling forensische zorg vormen, en die krachtens een overeenkomst forensische zorg verlenen Zorgverzekeraar Waar in deze nadere regel gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie Forensische Zorg (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de forensische zorg is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van forensische zorg. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit forensische zorg DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar. 4.3 DBBC Diagnose behandeling beveiliging combinatie (DBBC) typeert het geheel van activiteiten van zorgaanbieders voortvloeiend uit de strafrechtelijke titel welke een cliënt opgelegd krijgt. 4.4 Budgetomzet (jaar t) De budgetomzet in jaar t is gelijk aan de werkelijke budgetomzet (dus het vastgestelde budget na vaststelling van de nacalculatie en inclusief de definitieve index van jaar t). Omdat het hier alleen om de functie behandeling met/zonder verblijf gaat, moeten de volgende budgetonderdelen niet worden meegerekend in de budgetomzet: - de budgetparameters m.b.t. de functie begeleiding; - de budgetparameters m.b.t. verblijf zonder behandeling; - de budgetparameters m.b.t. de gehandicaptenzorg; - de kapitaallasten in het budget m.b.t. de functie verblijf. Eventuele bestaande en toekomstige tenders (inclusief kapitaallasten) worden ook niet meegerekend in de budgetomzet. 4.5 DBBC omzet (jaar t) 3 Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg. 11

12 De DBBC omzet in jaar t is gelijk aan (de afgesloten en/of gefactureerde DBBC omzet in jaar t) 4 (Onderhandenwerk per 31 december van jaar t- 1) + (onderhandenwerk per 31 december van jaar t). Voor de berekening van de transitieomzet moet de NHC omzet van de DBBC s met verblijf buiten beschouwing worden gelaten. Eventuele bestaande en toekomstige tenders (inclusief kapitaallasten) worden ook niet meegerekend in de DBBC omzet. 4.6 Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) omzet (jaar t) De NHC omzet in jaar t is gelijk aan de NHC opbrengst van de DBBC s met verblijf. De NHC omzet is te berekenen door de aantallen per verblijfssoorten te vermenigvuldigen met de bijbehorende NHC opslag. 4.7 Transitieperiode De transitieperiode is de periode waarin wordt overgegaan van bekostiging op basis van budgetparameters naar volledige bekostiging op basis van DBBC s. Aan het einde van de transitieperiode vindt zowel de bekostiging als de financiering in de FZ plaats op basis van DBBC s. Op dit moment vindt de bekostiging van de functie behandeling met/zonder verblijf in de FZ plaats op basis van budgetparameters. Met de invoering van de DBBC s per 1 januari 2011 vindt de financiering van de budgetten plaats op basis van de facturering van DBBC s. De transitieperiode voor de overgang naar volledige DBBC bekostiging is 2 jaar en beslaat de kalenderjaren 2013 en Transitieomzet (jaar t) De transitieomzet is gelijk aan de maximaal toelaatbare omzet voor het betreffende jaar tijdens de transitieperiode. Dit is de maximale omzet die een instelling mag houden in jaar t. De transitieomzet bestaat voor een deel uit de budgetomzet en voor een deel uit de DBBC omzet, afhankelijk van het geldende garantiepercentage. De berekening van de transitieomzet wordt toegelicht in artikel 4 van deze beleidsregel. 4.9 Garantiepercentage/ mate van afbouw budgettering Het garantiepercentage geeft aan in welke mate de budgetomzet meetelt in de transitieomzet (hierna ook α). Het garantiepercentage neemt jaarlijks af tijdens de transitieperiode. De garantiepercentages zijn als volgt vooraf vastgesteld: - Jaar 1 (2013): α = 95% (mate van afbouw budget is 5%) - Jaar 2 (2014): α = 70% (mate van afbouw budget is 30%) - Jaar 3 (2015): α = 0% (mate van afbouw is budget 100%, volledige DBBC bekostiging) Eenmalige verrekening tijdens transitieperiode in jaar t De eenmalige verrekening tijdens de transitieperiode is gelijk aan het verschil tussen de reeds ontvangen bedragen in DBBC s en de transitieomzet. Het verschil wordt onderling verrekend tussen zorgverzekeraar en de zorgaanbieder. De berekening van de eenmalige verrekening wordt toegelicht in artikel 4 van deze beleidsregel. 5. De werking van het transitiemodel DBBC s De transitieomzet wordt na afloop van een jaar t als volgt berekend: Transitieomzet (t)= α *[Budgetomzet (t)] +(1- α)*[dbbc omzet (t)] Hierbij is: α = garantiepercentage, waarbij (1- α) de mate van afbouw is. 4 Hierbij worden afgesloten DBBC s die nog niet gefactureerd zijn, gerekend tot de gefactureerde DBBC omzet. 12

13 α neemt jaarlijks af. De transitieperiode is vastgesteld op twee jaar en voor de vastgestelde garantiepercentages geldt de volgende berekening: Transitieomzet (t1)= 0.95 * [Budgetomzet (t1)] *[DBBC omzet (t1)] Transitieomzet (t2)= 0.70 * [Budgetomzet (t2)] *[DBBC omzet (t2)] Om het jaar af te kunnen ronden, wordt de eenmalige verrekening tijdens de transitieperiode als volgt berekend: Eenmalige verrekening (t) = Transitieomzet (t) DBBC omzet (t) Een positieve eenmalige verrekening zorgt voor een geldstroom van zorgverzekeraar naar zorgaanbieder. Een negatieve eenmalige verrekening zorgt voor een geldstroom van de zorgaanbieder naar de zorgverzekeraar. De wijze waarop deze transactie plaatsvindt, dienen zorgverzekeraar en zorgaanbieder onderling overeen te komen. 6. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari Ingevolge artikel 20, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wmg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Overgang naar DBBC-bekostiging in de forensische zorg. Zie bijgevoegde toelichting 13

14 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels forensische zorg' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de forensische zorg. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels forensische zorg die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels forensische zorg van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels forensische zorg' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Artikelsgewijs Artikel 1 Met forensische zorg wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van forensische zorg zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel forensische zorg die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term forensische zorg zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze beleidsregel heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Artikel 4 De bestaande en toekomstige tenders (inclusief kapitaallasten) uitgegeven door het ministerie van VenJ moeten in de berekening van het transitiebedrag niet worden meegenomen. 14

15 Artikel 6 Zodra de transitieperiode is afgelopen, zal ook deze beleidsregel beëindigd worden. Het moment hiertoe wordt definitief bepaald na de evaluatie van de transitieperiode in

16 Bijlage 2: Concept beleidsregel BR/FZ DBBC-tarifering behandeling en verblijf in de forensische zorg Kenmerk BR/FZ-0002 DISCLAIMER Deze beleidsregel is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze beleidsregel kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze beleidsregel een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze beleidsregel is voorzien per 1 januari CONCEPT BELEIDSREGEL BR/FZ-0002 DBBC-TARIFERING BEHANDELING EN VERBLIJF IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Ingevolge artikel 59, onderdeel a, van de Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie (VenJ) met brief van [DATUM], kenmerk [KENMERK], ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing 5 op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op forensische zorg in strafrechtelijk kader (hierna ook aangeduid als FZ) als omschreven in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg 6 die wordt geleverd door een zorgaanbieder die forensische zorg in stand houdt, dan wel verleent. 2. Doel van de beleidsregel Met deze beleidsregel wordt vastgelegd op welke wijze prestatiebeschrijvingen en tarieven voor behandeling en verblijf in DBBC s in het kader van de forensische zorg worden vastgesteld. 5 Daar waar in het vervolg van deze beleidsregel wordt gesproken over de aanwijzing van de Minister van VWS, dan wel de aanwijzing, wordt telkens gedoeld op de aanwijzing van de Minister van VWS in overeenstemming met de Minister van VenJ. 6 Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 16

17 3. Afbakening DBBC s Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC s en de ZZP s/extramurale parameters geldt het volgende: Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is. De ZZP s /extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: Ambulante begeleiding (extramurale parameters); Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). Deze beleidsregel heeft betrekking op de tarifering van de DBBC s voor de FZ. De tarifering van de ZZP s en de extramurale parameters FZ staat beschreven in de Beleidsregel ZZP-tarifering tarieven extramurale parameters in de forensische zorg. 4. Begripsbepalingen In het vervolg van deze beleidsregel wordt verstaan onder: 4.1 Zorgaanbieder De rechtspersoon die een zorginstelling forensische zorg in stand houdt of een natuurlijke persoon die forensische zorg verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling forensische zorg vormen, en die krachtens een overeenkomst forensische zorg verlenen. 7 Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, eerste lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die een administratie voert als bedoeld in artikel 44, van de Wmg. Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, tweede lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die ten behoeve van de zorgaanbieder gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt, alsmede op de groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien zorgaanbieders daartoe behoren. 4.2 Zorgverzekeraar Waar in deze nadere regel gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie Forensische Zorg (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de forensische zorg is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van forensische zorg. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit forensische zorg DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar. 5. Prestatiebeschrijvingen De prestaties en bijbehorende prestatiebeschrijvingen van behandeling en verblijf in de FZ worden ontleend aan de productstructuur, zoals deze is vastgesteld door de NZa. Een overzicht van de prestaties op basis van de productstructuur is bij deze beleidsregel gevoegd als bijlage 1. 7 Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg. 17

18 6. Tariefsoort Ingevolge de aanwijzing van de Minister van VWS van XX 2012 zijn de op grond van deze beleidsregel vastgestelde tarieven voor behandeling en verblijf in de FZ maximumtarieven, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, van de Wmg. 7. Vaststelling van de hoogte van het tarief Op grond van deze beleidsregel kunnen prestatiebeschrijvingen bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder d, Wmg en tarieven bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, Wmg, zowel op aanvraag als ambtshalve (artikel 52, respectievelijk 53, Wmg) door de NZa worden vastgesteld. Bij de vaststelling van de hoogte van een op aanvraag dan wel ambtshalve vast te stellen tarief hanteert de NZa de navolgende werkwijze. 7.1 Hoogte van het tarief De bedragen van de productstructuur worden waar mogelijk opgebouwd uit de kostprijzen van de onderliggende activiteiten en verrichtingen. De kostprijs per activiteit en product wordt vastgesteld op basis van de principes zoals deze zijn opgenomen in het voor de FZ van toepassing zijnde kostprijsmodel zoals dat door de NZa in (beleids)regels zal worden vastgesteld. 7.2 Jaarlijkse indexatie De tarieven worden in beginsel jaarlijks geïndexeerd. Voor wat betreft de loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt verband met de CAO-afspraken. Voor wat betreft de materiële kosten wordt aangesloten bij de prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB). Het tarief wordt vastgesteld op basis van een voorcalculatie voor jaar t en de definitieve indices van jaar t-1. De op het tarief toe te passen index is het gewogen gemiddelde van de loon- en materiële indices waarbij wordt uitgegaan van een aandeel van 85% loonkosten en 15% materiële kosten. 7.3 Toetsingskader Met het oog op de toekomstige tariefvaststelling kan de NZa besluiten tot het houden van een kostprijsonderzoek. De NZa heeft voor het beoordelen van kostprijsonderzoeken criteria vastgelegd in een afzonderlijke beleidsregel (beleidsregel Toetsingskader beoordeling Productstructuur DBC-systematiek ). Deze beleidsregel is ook op de forensische zorg van toepassing. 8. De tariefaanvraag Binnen de FZ worden tarieven vastgesteld op basis van de geldende productstructuur. De NZa zal in beginsel geen tarieven vaststellen die daarvan afwijken. Verzoeken tot vaststelling van nieuwe tarieven en/of prestaties worden enkel in behandeling genomen indien de aanvraag behalve door de aanvragende zorgaanbieder mede is ondertekende door de zorgverzekeraar. Voorts bevat de aanvraag een voorstel voor het in rekening te brengen tarief en de periode waarvoor dat tarief zal gelden (artikel 54, lid 1, Wmg). Wanneer aan deze vereisten niet is voldaan wordt aanvrager(s) met verwijzing naar artikel 4:5 van de Awb in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen vier weken te herstellen dan 18

19 wel aan te vullen. Wanneer de aanvraag niet binnen die termijn wordt hersteld, zal deze door de NZa niet in behandeling worden genomen. Bij de beoordeling van aanvragen tot tariefvaststelling in afwijking van de geldende productstructuur geldt dat aan de navolgende criteria behoort te worden voldaan: het tarief betreft een noodzakelijke aanvulling op de huidige productstructuur; de noodzaak van het vaststellen van het nieuwe tarief moet algemeen binnen de sector en met name de beroepsgroep zijn aanvaard; uit de aanvraag blijkt dat het verzoek wordt ondersteund door zorgverzekeraar en de representatieve belangenorganisaties; het verzoek is in overeenstemming met de geldende aanwijzing(en) van de Minister van VWS. 9. De tariefvaststelling 9.1 Algemeen Uitgangspunt is dat de tarieven jaarlijks met ingang van de 1 e dag van het kalenderjaar ambtshalve door de NZa conform de geldende productstructuur worden vastgesteld. 9.2 Tariefvaststelling forensische zorg Voor zorgaanbieders is het volgende van belang: Bij tussentijdse wijziging van het tarief vanwege gegrondverklaring van een bezwaar of beroep of vanwege een herzieningsverzoek, hanteert de NZa de volgende werkwijze. Allereerst wordt het nieuw vast te stellen tarief per jaar berekend. Daarna wordt vastgesteld met ingang van welke datum het nieuwe tarief kan worden gedeclareerd voor DBBC s die met ingang van die genoemde datum zijn geopend. Het dan geldende tarief wordt vastgesteld door de optelling van het nieuwe tarief en een vast bedrag (compensatiebedrag) ter dekking van het verschil tussen de eerder gedeclareerde bedragen en het nieuwe tarief (dat bedrag kan zowel positief als negatief zijn). Dit compensatiebedrag wordt in beginsel enkel in het lopende kalenderjaar toegepast, tenzij de vaststelling van het nieuwe tarief plaatsvindt in een later kalenderjaar of dit tot onaanvaardbare schommelingen in de hoogte van het te declareren tarief leidt. In die gevallen kan het compensatiebedrag ook in het navolgende jaar worden toegepast. In alle gevallen waarbij sprake is van een tijdelijke compensatie, wordt in de tariefbeschikking de tariefopbouw gespecificeerd weergegeven. Tariefwijzigingen ten gevolge van een kostenonderzoek zullen enkel per eerstkomende reguliere tariefvaststelling, dus per 1 e dag van het eerstvolgende kalenderjaar, worden doorgevoerd. 10. Declaratiecodes Voor declaratie van DBBC-tarieven gelden declaratiecodes. Deze declaratiecodes zijn te downloaden van de website van de NZa: Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari

20 Ingevolge artikel 20, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wmg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel DBBC-tarifering behandeling en verblijf in de forensische zorg. Zie bijgevoegde toelichting 20

21 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels forensische zorg' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de forensische zorg. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels forensische zorg die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels forensische zorg van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels forensische zorg' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Artikelsgewijs Artikel 1 Met forensische zorg wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van forensische zorg zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel forensische zorg die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term forensische zorg zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze beleidsregel heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Artikel 6 In artikel 6 is een verwijzing opgenomen naar de beleidsregel Toetsingskader beoordeling Productstructuur DBC Systematiek. 21

22 Bijlage 1 Productstructuur behandeling Code Omschrijving 000 Geen behandeling 001 Indirect - vanaf 1 tot 50 minuten 002 Indirect - vanaf 50 tot 100 minuten 014 Indirect - vanaf 100 minuten 007 Diagnostiek - vanaf 1 tot 100 minuten 008 Diagnostiek - vanaf 100 tot 200 minuten 009 Diagnostiek - vanaf 200 tot 400 minuten 010 Diagnostiek - vanaf 400 tot 800 minuten 015 Diagnostiek - vanaf 800 minuten 027 Behandeling kort - vanaf 1 tot 100 minuten 028 Behandeling kort - vanaf 100 tot 200 minuten 029 Behandeling kort - vanaf 200 tot 400 minuten 016 Behandeling kort - vanaf 400 minuten 041 Stoornis kindertijd - vanaf 250 tot 800 minuten 042 Stoornis kindertijd - vanaf 800 tot 1800 minuten 043 Stoornis kindertijd - vanaf 1800 tot 3000 minuten 044 Stoornis kindertijd - vanaf 3000 tot 6000 minuten 045 Stoornis kindertijd - vanaf 6000 tot minuten 046 Stoornis kindertijd - vanaf tot minuten 047 Stoornis kindertijd - vanaf tot minuten 048 Stoornis kindertijd - vanaf tot minuten 049 Stoornis kindertijd - vanaf minuten 086 Schizofrenie - vanaf 250 tot 800 minuten 087 Schizofrenie - vanaf 800 tot 1800 minuten 088 Schizofrenie - vanaf 1800 tot 3000 minuten 089 Schizofrenie - vanaf 3000 tot 6000 minuten 090 Schizofrenie - vanaf 6000 tot minuten 091 Schizofrenie - vanaf tot minuten 092 Schizofrenie - vanaf tot minuten 093 Schizofrenie - vanaf tot minuten 094 Schizofrenie - vanaf minuten 230 Misbruik of verwaarlozing - vanaf 250 tot 800 minuten 231 Misbruik of verwaarlozing - vanaf 800 tot 1800 minuten 232 Misbruik of verwaarlozing - vanaf 1800 tot 3000 minuten 233 Misbruik of verwaarlozing - vanaf 3000 tot 6000 minuten 234 Misbruik of verwaarlozing - vanaf 6000 tot minuten 235 Misbruik of verwaarlozing - vanaf tot minuten 236 Misbruik of verwaarlozing - vanaf tot minuten 237 Misbruik of verwaarlozing - vanaf tot minuten 238 Misbruik of verwaarlozing - vanaf minuten 22

23 Code Omschrijving 158 Restgroep diagnoses - vanaf 250 tot 800 minuten 159 Restgroep diagnoses - vanaf 800 tot 1800 minuten 160 Restgroep diagnoses - vanaf 1800 tot 3000 minuten 161 Restgroep diagnoses - vanaf 3000 tot 6000 minuten 162 Restgroep diagnoses - vanaf 6000 tot minuten 163 Restgroep diagnoses - vanaf tot minuten 164 Restgroep diagnoses - vanaf tot minuten 165 Restgroep diagnoses - vanaf tot minuten 166 Restgroep diagnoses - vanaf minuten 140 Seksuele stoornis - vanaf 250 tot 800 minuten 141 Seksuele stoornis - vanaf 800 tot 1800 minuten 142 Seksuele stoornis - vanaf 1800 tot 3000 minuten 143 Seksuele stoornis - vanaf 3000 tot 6000 minuten 144 Seksuele stoornis - vanaf 6000 tot minuten 145 Seksuele stoornis - vanaf tot minuten 146 Seksuele stoornis - vanaf tot minuten 147 Seksuele stoornis - vanaf tot minuten 148 Seksuele stoornis - vanaf minuten 149 Impulsbeheersing - vanaf 250 tot 800 minuten 150 Impulsbeheersing - vanaf 800 tot 1800 minuten 151 Impulsbeheersing - vanaf 1800 tot 3000 minuten 152 Impulsbeheersing - vanaf 3000 tot 6000 minuten 153 Impulsbeheersing - vanaf 6000 tot minuten 154 Impulsbeheersing - vanaf tot minuten 155 Impulsbeheersing - vanaf tot minuten 156 Impulsbeheersing - vanaf tot minuten 157 Impulsbeheersing - vanaf minuten 203 Aan een middel - vanaf 250 tot 800 minuten 204 Aan een middel - vanaf 800 tot 1800 minuten 205 Aan een middel - vanaf 1800 tot 3000 minuten 206 Aan een middel - vanaf 3000 tot 6000 minuten 207 Aan een middel - vanaf 6000 tot minuten 208 Aan een middel - vanaf tot minuten 209 Aan een middel - vanaf tot minuten 210 Aan een middel - vanaf tot minuten 211 Aan een middel - vanaf minuten 212 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf 250 tot 800 minuten 213 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf 800 tot 1800 minuten 214 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf 1800 tot 3000 minuten 215 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf 3000 tot 6000 minuten 216 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf 6000 tot minuten 217 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf tot minuten 218 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf tot minuten 219 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf tot minuten 220 Persoonlijkheidsstoornissen - vanaf minuten 23

24 Deelprestaties verblijf (24 uurs verblijf) Omschrijving Verblijfssoort A1 (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau laag) Verblijfssoort A2 (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau gemiddeld) Verblijfssoort A2 SGLVG+ (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau gemiddeld, opslag SGLVG+) Verblijfssoort A3 (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau hoog) Verblijfssoort A4 (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau zeer hoog) Verblijfssoort B1 (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau laag) Verblijfssoort B2 (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau gemiddeld) Verblijfssoort B2 SGLVG+ (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau gemiddeld, opslag SGLVG+) Verblijfssoort B3 (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau hoog) Verblijfssoort B4 (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau zeer hoog) Verblijfssoort C1 (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau laag) Verblijfssoort C2 (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau gemiddeld) Verblijfssoort C2 SGLVG+ (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau gemiddeld, opslag SGLVG+) Verblijfssoort C3 (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau hoog) Verblijfssoort C4 (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau zeer hoog) Overige deelprestaties ECT FPT Methadon Dagbesteding 24

25 Bijlage 3: Concept beleidsregel BR/FZ ZZP-tarifering en tarieven extramurale parameters in de forensische zorg Kenmerk BR/FZ-0003 DISCLAIMER Deze beleidsregel is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze beleidsregel kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze beleidsregel een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze beleidsregel is voorzien per 1 januari CONCEPT BELEIDSREGEL BR/FZ-0003 ZZP-TARIFERING EN TARIEVEN EXTRAMURALE PARAMETERS IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Ingevolge artikel 59, onderdeel a, van de Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie (VenJ) met brief van [DATUM], kenmerk [KENMERK], ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing 8 op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op forensische zorg in strafrechtelijk kader (hierna ook aangeduid als FZ) als omschreven in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg 9 die wordt geleverd door een zorgaanbieder die forensische zorg in stand houdt, dan wel verleent. 2. Doel van de beleidsregel Met deze beleidsregel wordt de wijze vastgelegd, waarop een prestatiebeschrijving en tarieven voor Zorgzwaartepakketten (ZZP s) en Extramurale parameters (in het kader van de functie begeleiding en verblijf zonder behandeling) in de FZ worden vastgesteld. 8 Daar waar in het vervolg van deze beleidsregel wordt gesproken over de aanwijzing van de Minister van VWS, dan wel de aanwijzing, wordt telkens gedoeld op de aanwijzing van de Minister van VWS in overeenstemming met de Minister van VenJ. 9 Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 25

26 3. Afbakening ZZP s Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van VenJ naast de DBBCsystematiek ook ZZP s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC s en de ZZP s/extramurale parameters geldt het volgende: Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is. De ZZP s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: Ambulante begeleiding (extramurale parameters); Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). Deze beleidsregel heeft uitsluitend betrekking op de tarifering van de ZZP s en de extramurale parameters voor de FZ. De tarifering van de DBBC s staat beschreven in de Beleidsregel DBBC-tarifering behandeling en verblijf in de forensische zorg. 4. Prestatiebeschijvingen extramurale parameters FZ Voor de functie begeleiding zonder behandeling in de FZ gelden de extramurale parameters uit de AWBZ. Dit betreft alleen de prestaties zoals bijgevoegd in bijlage Prestatiebeschrijvingen ZZP s FZ Voor de functie verblijf met begeleiding zonder behandeling, en de specifieke zorg voor de verstandelijk gehandicapten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek gelden in de FZ de ZZP s. Voor de ZZP s FZ worden de prestaties uit de AWBZ gehanteerd. Dit betreft alleen de ZZP prestaties zoals bijgevoegd in bijlage 1. Voor de begripsbepaling van deze ZZP s wordt verwezen naar de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten. 6. Tariefsoort Ingevolge de aanwijzing van de Minister van VWS van XX 2012 zijn de op grond van deze beleidsregel vastgestelde tarieven voor ZZP s en extramurale parameters maximumtarieven, als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, van de Wmg. 7. Vaststelling van de hoogte van het tarief Op grond van deze beleidsregel kunnen prestatiebeschrijvingen bedoeld in artikel 50, eerste lid, onder d, Wmg en tarieven bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, Wmg, zowel op aanvraag als ambtshalve (artikel 52, respectievelijk 53, Wmg) door de NZa worden vastgesteld. Voor de procedure van de vaststelling van de hoogte van een ZZP tarief of extramuraal parametertarief, en bijbehorende prestatiebeschrijvingen, verwijst deze beleidsregel naar de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen 26

27 en tarieven zorgzwaartepakketten en de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven extramurale zorg. De extramurale tarieven worden in beginsel jaarlijks geïndexeerd. Voor wat betreft de loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt verband met de CAO-afspraken. Voor wat betreft de materiële kosten wordt aangesloten bij de prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB). De op het extramurale tarief toe te passen index is het gewogen gemiddelde van de loon- en materiële indices waarbij wordt uitgegaan van een aandeel van 80% loonkosten en 20% materiële kosten. Voor de indexering van de ZZP s wordt verwezen naar de beleidsregel Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten. 8. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari Ingevolge artikel 20, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wmg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel ZZPtarifering en tarieven extramurale parameters in de forensische zorg. Zie bijgevoegde toelichting 27

28 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels forensische zorg' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de forensische zorg. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels forensische zorg die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels forensische zorg van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels forensische zorg' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Artikelsgewijs Artikel 1 Met forensische zorg wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van forensische zorg zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel forensische zorg die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term forensische zorg zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze beleidsregel heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Artikel 3 Wanneer worden de begeleidingsactiviteiten tot de DBBC gerekend? Begeleidings- en dagbestedingsactiviteiten die onlosmakelijk onderdeel van de psychiatrische behandeling zijn, worden gerekend tot de psychiatrische zorg (behandeling). Hiervan is sprake wanneer deze activiteiten voortvloeien uit het behandelplan, noodzakelijk zijn om het behandeldoel te bereiken, 28

29 worden aangestuurd door de behandelaar en er terugkoppeling plaatsvindt naar de behandelaar. Voor het uitvoeren van deze activiteiten is deskundigheid op het niveau van een behandelaar (medisch, paramedisch, gedragswetenschappelijk, vaktherapeut e.d.) nodig. Wanneer worden de begeleidingsactiviteiten niet tot de DBBC gerekend? Begeleiding, wel of niet in combinatie met verblijf, die gericht is op het bevorderen, het behouden van of het compenseren van de zelfredzaamheid van de cliënt worden tot de ZZP- dan wel extramurale systematiek gerekend. Voor forensische begeleiding is géén specifieke deskundigheid vereist op het niveau van de behandelaar, er ligt geen medisch behandelplan aan ten grondslag en er is ook geen directe terugkoppeling naar de behandelaar nodig. Artikel 4 De prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP s staan voor het jaar 2013 beschreven in beleidsregel CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven zorgzwaartepakketten. De prestatiebeschrijvingen en tarieven voor extramurale zorg 2013, staan beschreven in beleidsregel CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven extramurale zorg

30 Bijlage 1 Prestatiebeschrijvingen extramurale parameters FZ: Code Omschrijving Eenheid H300 Begeleiding Per uur H150 Begeleiding extra Per uur H152 Begeleiding speciaal 1 (nah) Per uur H153 Gespecialiseerde begeleiding (psy) Per uur F125 Dagactiviteiten (educatief, recreatief en Per uur arbeidsmatig) H811 Dagbesteding VG licht Per dagdeel H812 Dagbesteding VG midden Per dagdeel H813 Dagbesteding VG zwaar Per dagdeel Prestatiebeschrijvingen ZZP s FZ: ZZP-cliënten die verblijven vanwege ondersteunende begeleiding (GGZ- C): Code Omschrijving Eenheid Z310 1GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag Z320 2GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag Z330 3GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag Z340 4GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag Z350 5GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag Z360 6GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag Z311 1GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag Z321 2GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag Z331 3GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag Z341 4GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag Z351 5GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag Z361 6GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag ZZP-cliënten die verblijven in de Gehandicaptenzorg (GHZ). Verstandelijk Gehandicapt (VG) (wel toegelaten voor behandeling (BH)): Code Omschrijving Eenheid Z414 1VG (excl. dagbesteding) Per dag Z424 2VG (excl. dagbesteding) Per dag Z432 3VG (excl. dagbesteding) Per dag Z442 4VG (excl. dagbesteding) Per dag Z456 5VG (excl. dagbesteding) Per dag Z462 6VG (excl. dagbesteding) Per dag Z472 7VG (excl. dagbesteding) Per dag Z415 1VG (incl. dagbesteding) Per dag Z425 2VG (incl. dagbesteding) Per dag Z433 3VG (incl. dagbesteding) Per dag Z443 4VG (incl. dagbesteding) Per dag Z457 5VG (incl. dagbesteding) Per dag Z463 6VG (incl. dagbesteding) Per dag Z473 7VG (incl. dagbesteding) Per dag 30

31 Bijlage 4: Concept beleidsregel BR/FZ Overige producten forensische zorg in strafrechtelijk kader Kenmerk BR/FZ-0004 DISCLAIMER Deze beleidsregel is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze beleidsregel kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze beleidsregel een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze beleidsregel is voorzien per 1 januari CONCEPT BELEIDSREGEL BR/FZ-0004 OVERIGE PRODUCTEN FORENSISCHE ZORG IN STRAFRECHTELIJK KADER Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Ingevolge artikel 59, onderdeel a, van de Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie (VenJ) met brief van [DATUM], kenmerk [KENMERK], ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing 10 op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op forensische zorg in strafrechtelijk kader (hierna ook aangeduid als FZ) als omschreven in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg 11 die wordt geleverd door een zorgaanbieder die forensische zorg in stand houdt, dan wel verleent. 2. Doel van de beleidsregel Met deze beleidsregel wordt het beleid vastgelegd op welke wijze de NZa gebruik maakt van haar bevoegdheid tot het vaststellen van prestatiebeschrijvingen en tarieven voor de zogenaamde overige producten forensische zorg in strafrechtelijk kader. 10 Daar waar in het vervolg van deze beleidsregel wordt gesproken over de aanwijzing van de Minister van VWS, dan wel de aanwijzing, wordt telkens gedoeld op de aanwijzing van de Minister van VWS in overeenstemming met de Minister van VenJ. 11 Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 31

32 3. Begripsbepalingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: 3.1 Overige producten Overige producten betreffen vormen van zorg die onder de reikwijdte van de Wmg vallen, maar die zich (nog) niet lenen voor onderbrenging in de reguliere DBBC-productstructuur. 4. Prestatiebeschrijving De overige producten, genoemd in deze beleidsregel, betreffen alle prestaties voor forensische zorg in strafrechtelijk kader die geen onderdeel zijn van de geldende productstructuur, maar die wel onder de reikwijdte van het begrip zorg van de Wmg vallen en waarvoor op grond van een besluit/aanwijzing van de Minister van VWS een tarief in rekening mag worden gebracht. De besluitvorming over deze soort prestaties vindt enkel ambtshalve plaats na aanwijzing daartoe van de Minister. Een overzicht van de prestaties is bij deze beleidsregel gevoegd als bijlage Tariefsoort 5.1 Tariefsoort Ingevolge de aanwijzing van de Minister van VWS van XX 2012 gelden de op grond van deze beleidsregel vastgestelde tarieven voor de overige producten als maximumtarieven. 5.2 Jaarlijkse indexatie De tarieven worden in beginsel jaarlijks geïndexeerd. Voor wat betreft de loonkosten wordt de index vastgesteld door het Ministerie van VWS. Deze index houdt verband met de CAO-afspraken. Voor wat betreft de materiële kosten wordt aangesloten bij het prijsindexcijfer particuliere consumptie uit het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB). Het tarief wordt vastgesteld op basis van een voorcalculatie voor jaar t en de definitieve indices van jaar t-1. De op het tarief toe te passen index is het gewogen gemiddelde van de loon- en materiële indices waarbij wordt uitgegaan van een aandeel van 85% loonkosten en 15% materiële kosten. 6. Overige producten 6.1 EVBG-cliënten EVBG-cliënten zijn extreem vlucht- en beheersgevaarlijke (EVBG) TBScliënten waarbij extra zorg en beveiliging noodzakelijk is. Voor EVBG-cliënten, zoals in dit artikel omschreven, geldt een maximumtarief per cliënt per dag (zie bijlage 1, voor prestatieomschrijving). 7. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari

33 Ingevolge artikel 20, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wmg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Overige producten forensische zorg in strafrechtelijk kader. Zie bijgevoegde toelichting 33

34 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels forensische zorg' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de forensische zorg. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels forensische zorg die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels forensische zorg van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels forensische zorg' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Artikelsgewijs Artikel 1 Met forensische zorg wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van forensische zorg zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel forensische zorg die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term forensische zorg zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze beleidsregel heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op forensische zorg in een strafrechtelijk kader. BIJLAGE 1 OVERZICHT PRESTATIES OVERIGE PRODUCTEN Code Omschrijving Toeslag EVBG (extreem vlucht- en beheersgevaarlijk) per cliënt per dag, als genoemd in artikel 6.1 van de beleidsregel Overige producten forensische zorg in strafrechtelijk kader. 34

35 Bijlage 5: Concept beleidsregel BR/FZ Tarifering onderlinge dienstverlening forensische zorg in strafrechtelijk kader Kenmerk BR/FZ-0005 DISCLAIMER Deze beleidsregel is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze beleidsregel kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze beleidsregel een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze beleidsregel is voorzien per 1 januari CONCEPT BELEIDSREGEL BR/FZ-0005 TARIFERING ONDERLINGE DIENSTVERLENING FORENSISCHE ZORG IN STRAFRECHTELIJK KADER Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Ingevolge artikel 59, onderdeel a, van de Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie (VenJ) met brief van [DATUM], kenmerk [KENMERK], ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing 12 op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op forensische zorg in strafrechtelijk kader (hierna ook aangeduid als FZ) als omschreven in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg 13 die wordt geleverd door een zorgaanbieder die forensische zorg in stand houdt, dan wel verleent. 2. Doel van de beleidsregel Met deze beleidsregel wordt het beleid vastgesteld dat wordt gehanteerd bij het vaststellen van een prestatiebeschrijving en tarieven inzake onderlinge dienstverlening tussen zorgaanbieders, ten aanzien van 12 Daar waar in het vervolg van deze beleidsregel wordt gesproken over de aanwijzing van de Minister van VWS, dan wel de aanwijzing, wordt telkens gedoeld op de aanwijzing van de Minister van VWS in overeenstemming met de Minister van VenJ. 13 Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 35

36 werkzaamheden op het gebied van forensische zorg in strafrechtelijk kader. 3. Begripsbepalingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: 3.1 Zorgaanbieder De rechtspersoon die een zorginstelling forensische zorg in stand houdt of een natuurlijke persoon die forensische zorg verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling forensische zorg vormen, en die krachtens een overeenkomst forensische zorg verlenen Onderlinge dienstverlening De zorg als bedoeld in artikel 1 Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van de beschrijving van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van forensische zorg in strafrechtelijk kader. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als uitvoerende zorgaanbieder. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de opdrachtgevende zorgaanbieder. 4. Prestatie en tarief 4.1 Prestatiebeschrijving Voor onderlinge dienstverlening geldt de prestatie onderlinge dienstverlening. 4.2 Tarief Voor zorg die in het kader van de prestatiebeschrijving onderlinge dienstverlening wordt verricht, geldt een vrij tarief op grond van art. 50 eerste lid onderdeel a Wmg. 5. Overig Als sprake is van onderlinge dienstverlening brengt de uitvoerende zorgaanbieder de kosten in rekening aan de opdrachtgevende zorgaanbieder. 6. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari Ingevolge artikel 20, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wmg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Tarifering onderlinge dienstverlening forensische zorg in strafrechtelijk kader. Zie bijgevoegde toelichting 14 Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg. 36

37 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels forensische zorg' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de forensische zorg. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels forensische zorg die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels forensische zorg van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels forensische zorg' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Artikelsgewijs Artikel 1 Met forensische zorg wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van forensische zorg zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel forensische zorg die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term forensische zorg zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze beleidsregel heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Artikel Prestatiebeschrijving Omdat de uitvoerende zorgaanbieder zorg levert als bedoeld in artikel 1 Wmg, dient er voor deze zorg een prestatiebeschrijving te zijn vastgesteld. De huidige wet- en regelgeving staan niet toe dat de vaststelling van prestatiebeschrijvingen aan partijen zelf wordt overgelaten. Daarom heeft de NZa in deze beleidsregel ambtshalve bepaald dat voor de prestatie onderlinge dienstverlening de 37

38 prestatiebeschrijving onderlinge dienstverlening moet worden gehanteerd. Dit sluit echter niet uit dat de betrokken zorgaanbieders in aanvulling op deze prestatiebeschrijving nog nader specificeren op welke werkzaamheden de onderlinge dienstverlening betrekking heeft, eventueel op basis van onderling gemaakte afspraken. De (deel)prestatie die door de uitvoerende zorgaanbieder wordt geleverd, dient te worden geregistreerd op de DBBC/ZZP/extramurale parameter die door de opdrachtgevende zorgaanbieder (als hoofdprestatie) is geopend. Het is de uitvoerende zorgaanbieder dus niet toegestaan om een afzonderlijke DBBC/ZZP/extramurale parameter te openen voor een prestatie die hij/zij in het kader van onderlinge dienstverlening verricht. De uitvoerende zorgaanbieder declareert de prestatie onderlinge dienstverlening, voorzien van een korte beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden, aan de opdrachtgevende zorgaanbieder. In enkele gevallen kan het voorkomen dat er een DBBC is geopend en er in het kader van onderlinge dienstverlening gebruik wordt gemaakt van ZZP-zorg. Als onderlinge dienstverlening echter plaats vindt in het kader van een DBBC, heeft dit enkel betrekking op DBBC-zorg. Hetzelfde geldt voor ZZP s en de extramurale parameters. Het is dus niet toegestaan om voor onderlinge dienstverlening in het kader van een DBBC, prestaties en tarieven ten aanzien van ZZP-zorg in rekening te brengen. 4.2 Tarief De opdrachtgevende zorgaanbieder kan een prestatie geheel of gedeeltelijk laten uitvoeren door de uitvoerende zorgaanbieder. Dat deel of geheel dat uitgevoerd wordt door de uitvoerende zorgaanbieder is onderlinge dienstverlening. Voor onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief, de opdrachtgevende en uitvoerende zorgaanbieder kunnen hiervoor zelf een tariefafspraak maken. Artikel 5 Wanneer sprake is van onderlinge dienstverlening, brengt de zorgaanbieder die de prestatie uitvoert de kosten in rekening aan de zorgaanbieder die de prestatie bij de uitvoerder heeft aangevraagd. 38

39 Bijlage 6: Concept beleidsregel BR/FZ Tarieven normatieve huisvestingscomponent forensische zorg Kenmerk BR/FZ-0006 DISCLAIMER Deze beleidsregel is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze beleidsregel kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze beleidsregel een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze beleidsregel is voorzien per 1 januari CONCEPT BELEIDSREGEL BR/FZ-0006 TARIEVEN NORMATIEVE HUISVESTINGSCOMPONENT FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen voor forensische zorg vast te stellen. Ingevolge artikel 52, aanhef en onderdeel e, Wmg, worden tarieven en prestatiebeschrijvingen die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld. Ingevolge artikel 59, onderdeel a, Wmg heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met brief van 12 juli 2011, kenmerk MC-U , ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op forensische zorg in strafrechtelijk kader (hierna ook aangeduid als FZ) als omschreven in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg 15, welke wordt geleverd door: Forensisch Psychiatrische Afdelingen (FPA); Forensisch Psychiatrische Klinieken (FPK); Forensisch Psychiatrische Centra (FPC). 2. Doel van de beleidsregel Doel van deze beleidsregel is inzicht te verschaffen in de opbouw en de hoogte van de normatieve huisvestingscomponent (NHC) voor de in artikel 1 genoemde aanbieders van forensische zorg. 15 Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 39

40 3. Begripsbepalingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: 3.1 Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) een productiegebonden normatieve vergoeding voor (vervangende) nieuwbouw en instandhouding. Deze vergoeding bestaat uit een geïndexeerde jaarlijkse bijdrage die voldoende is om de navolgende lasten te dekken over de gehele levenscyclus van een nieuwbouw voorziening: Rentelasten Afschrijvingskosten Instandhoudingkosten De NHC tarieven zijn per beveiligingsniveau van de verblijfscategorieën berekend aan de hand van vastgestelde investeringsnormen en een bezettingspercentage per verblijfscategorie van de DBBC productstructuur voor verblijf. In de NHC is geen vergoeding opgenomen voor investeringen in medische en overige inventarissen en in computerapparatuur en -programmatuur. 4. Prijspeil De in deze beleidsregel vermelde bedragen van de tarieven NHC 2013 zijn inclusief de definitieve index De in deze beleidsregel vermelde investeringsbedragen zijn op prijspeil Investeringsbedragen voor de NHC FZ 5.1 Het investeringsbedrag per plaats per beveiligingsniveau Per plaats per beveiligingsniveau (prestaties van de productstructuur voor verblijf) gelden de volgende genormeerde investeringsbedragen: Beveiligingsniveau Investeringsbedrag SGLVG Uitgangspunten NHC Op grond van de investeringsbedragen zijn de NHC-tarieven berekend waarbij de NZa, gegeven de door de Minister van VWS op 12 juli 2011 verstrekte aanwijzing, is uitgegaan van de volgende uitgangspunten: 6.1 Looptijd Ten aanzien van de normering van het investeringspatroon van de zorgaanbieder, is gekozen voor een looptijd van 30 jaar zonder renovatie. 6.2 Rente Voor de rente is uitgegaan van een percentage van 5,0% over de volledige looptijd zonder renovatie. 6.3 Bouwtijd Voor de bouwtijd van een nieuwbouwvoorziening is van het volgende aantal maanden uitgegaan: Niveau 1: 18 maanden. 40

41 Niveaus 2 tot en met 4: 24 maanden. 6.4 Jaarlijkse instandhouding Voor de jaarlijkse instandhouding is een percentage van 0,8% van de nieuwbouwwaarde opgenomen op jaarbasis in het tarief. 6.5 Bezettingspercentage Voor het bezettingspercentage per verblijfscategorie worden de volgende percentages gehanteerd: Niveau 1: 88%. Niveaus 2 tot en met 4: 94%. 6.6 Tariefcorrectie met bezettingspercentage Het tarief wordt gecorrigeerd met het bezettingspercentage. De correctie is de uitkomst van het verschil tussen de maximale bezetting van 100% minus de hiervoor genoemde bezettingspercentages. De correctie bedraagt voor: Niveau 1: 12%. Niveaus 2 tot en met 4: 6%. De correctie van het bezettingspercentage wordt berekend over de kapitaallastencomponent van de NHC, exclusief de kosten voor jaarlijkse instandhouding. 6.7 Netto Contante Waarde De investering wordt omgerekend naar een netto contante waarde. 6.8 Grond, interimhuisvesting en terreinvoorzieningen Voor deze drie onderdelen geldt één component. Hierbij is de gemiddelde grondprijs in Nederland 16 gehanteerd, waaraan een component van 10% van de gemiddelde grondprijs is toegevoegd. 6.9 Indexering De NHC wordt gedurende de overgangsperiode van 2013 tot 2018 jaarlijks geïndexeerd met 2,5% NHC-onderhoud In 2017 worden de NHC parameters rente en indexering geëvalueerd. Een nadere beschrijving van het onderhoud van de NHC zal worden vastgelegd in een daartoe op te stellen onderhoudsplan Investeringen in medische en overige inventarissen en in computerapparatuur en -programmatuur De investeringsbedragen en NHC-tarieven zijn exclusief vergoeding voor investeringen in medische en overige inventarissen en in computerapparatuur en -programmatuur. 7. Tariefsoort De NHC is, als onderdeel van het DBBC-tarief voor verblijf, een maximum tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, Wmg. Hierop geldt een uitzondering voor aanbieders waarop de overgangsregeling van toepassing is, zoals vastgelegd in de beleidsregel Invoering NHC in de forensische zorg. Voor deze aanbieders is de NHC gedurende de overgangsperiode, welke loopt van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2017, een vast tarief, als bedoeld in artikel 50, eerste 16 Jaarbeeld Bouwkosten zorgsector, kostenontwikkelingen van gebouwen in de zorg, juni 2010, TNO. 41

42 lid, onderdeel b, Wmg, als onderdeel van het met verzekeraars overeengekomen DBBC-tarief voor verblijf. 8. NHC-tarieven 8.1. NHC tarieven FZ Per verblijfscategorie gelden op basis van de investeringsbedragen en de in artikel 6 aangegeven parameterwaarden de navolgende NHC s: Beveiligingsniveau NHC per verpleegdag 1 32, ,27 Toeslag SGLVG+ 19, , ,76 De toeslag SGLVG+ kan door aanbieders die daarvoor in aanmerking komen (zie ook DBBC-spelregels) en die dat met de zorginkoper van het ministerie van VenJ zijn overeengekomen, worden gedeclareerd als deelprestatie per dag in aanvulling op het aantal overeengekomen verblijfsdagen in beveiligingsniveau 2. De hoogte van de toeslag ( 19,31) is afgeleid van het tarief (NHC) per dag voor SGLVG+ ( 59,58) minus het tarief (NHC) van beveiligingsniveau 2 ( 40,27). 9. Declaratie Declaratie vindt plaats op basis van de voor alle in artikel 1 genoemde zorgaanbieders geldende tariefbeschikking voor de DBBCproductstructuur van de forensische zorg en met inachtneming van de regeling Declaratiebepalingen DBBC s forensische zorg. 10. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en vervalt met ingang van 1 januari Ingevolge artikel 20, tweede lid, aanhef en onder b, van de Wmg zal van de vaststelling van deze beleidsregel mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) forensische zorg. Zie bijgevoegde toelichting 42

43 Toelichting Algemeen In de DBBC-productstructuur voor verblijf van de forensische zorg in strafrechtelijk kader is tot 2013 geen bedrag opgenomen voor kapitaallasten vanwege verblijf van een cliënt. Met de aanwijzing van 12 juli 2011 aan de NZa heeft de minister van VWS bepaald dat de NHC zal gelden voor de AWBZ, de gehele GGZ en de forensische zorg. Deze NHC vergoedt de kapitaallasten (rente en afschrijvingen of daaraan gelijkgesteld huur). Voor de langdurende GGZ is de NHC ingevoerd per 1 januari Voor de curatieve GGZ zal de NHC, gekoppeld aan de sinds 1 januari 2012 verbeterde productstructuur voor verblijf, worden ingevoerd per 1 januari Voor de forensische zorg zal de NHC eveneens per 1 januari 2013 worden ingevoerd. Vanaf 2013 zal in de productstructuur voor verblijf door middel van de NHC dus wel een vergoeding voor de kapitaallasten zijn verwerkt. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels forensische zorg' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de forensische zorg. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels forensische zorg die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels forensische zorg van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels forensische zorg' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Artikelsgewijs Artikel 5 Bij de bepaling van de investeringsbedragen van de NHC is uitgegaan van: de prestatie-eisen voor nieuwbouw AWBZ-voorzieningen, Bouwcollege, februari 2007; de Bouwkostennota, Bouwcollege, laatstelijk verschenen in 2008; de publicatie Bouwkosten Zorgsector 2010 van TNO. Per beveiligingsniveau van de verblijfscategorieën van de productstructuur voor verblijf is bepaald welke investeringsbedragen benodigd zijn voor nieuwbouw van FZ-voorzieningen. De investeringsbedragen zijn gebaseerd op de gebouwbehoefte gekoppeld aan de zorgvraag die naar voren komt uit het plaatsingsbesluit dat geldt voor de cliënt. De investeringsbedragen zijn zo opgebouwd dat voor alle verblijfscategorieën een zelfde basis investeringsniveau geldt. Naast deze basis zijn er componenten aan het investeringsbedrag toegevoegd. Deze componenten hebben betrekking op extra investeringskosten voor aanpassing van het gebouw die verband houden met het vereiste beveiligingsniveau. 43

44 Bij de totstandkoming van de NHC-tarieven heeft de NZa zich laten bijstaan door het Centrum Zorg en Bouw, onderdeel van TNO, dat over specifieke expertise beschikt op het gebied van bekostiging van zorggerelateerde bouwkundige voorzieningen. Artikel 6.5 De bezettingspercentages zijn gebaseerd op gegevens die beschikbaar zijn gekomen in het kostprijsonderzoek voor de productstructuur voor verblijf en nadere analyse van een referentiegroep. Artikel 9 Voor de indeling van de huisvesting is uitgegaan van de verschillende indicaties in de forensische zorg. Vervolgens is aangenomen dat er een logische relatie bestaat tussen indicatiestelling, de plaatsing, de zorglevering en de uiteindelijke gefactureerde DBBC, inclusief NHC. De voor dit vraagstuk relevante DBBC-spelregels spreken van de vergoeding van feitelijk geleverde zorg. De NZa gaat ervan uit dat de feitelijk geleverde zorg vrijwel altijd gelijk is aan de indicatie. Hieraan wordt grotendeels voldaan. De geprotocolleerde plaatsingsregels van het ministerie van VenJ borgen dat de plaatsingsbesluiten passen bij de zorgvraag/indicatie van een patiënt en dat oneigenlijke afwegingen geen rol spelen. De uitvoering hiervan wordt bovendien gemonitord met prestatie-indicatoren. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat een patiënt om zorginhoudelijke, of andere zwaarwegende redenen in huisvesting met een hoger beveiligingsniveau wordt geplaatst dan geïndiceerd. In een dergelijk geval dient niet de geïndiceerde, maar de daadwerkelijke plaatsing en de daaraan verbonden NHC te worden vergoed. 44

45 Bijlage 7: Concept regeling NR/FZ-001 Declaratiebepalingen DBBC s FZ DISCLAIMER Kenmerk NR/FZ Deze regeling is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze regeling kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze regeling een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze regeling is voorzien per 1 januari Concept Regeling Declaratiebepalingen DBBC s FZ, NR/FZ-001 Ingevolge artikel 37 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels over de wijze waarop het declaratieverkeer van DBBC s in de forensische zorg dient plaats te vinden: 1. Reikwijdte Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg 17, die forensische zorg in strafrechtelijk kader, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Interimbesluit forensische zorg, verlenen. 2. Doel van de regeling Deze regeling beoogt het stellen van regels die in acht moeten worden genomen bij het declareren van DBBC-tarieven. 3. Afbakening DBBC s Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP s en extramurale parameters voor de forensische zorg (FZ) ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC s en de ZZP s/extramurale parameters geldt het volgende: Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is. De ZZP s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: Ambulante begeleiding (extramurale parameters); Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); 17 Interimbesluit forensische zorg(stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 45

46 Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). 4. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 4.1 Zorgaanbieder De rechtspersoon die een zorginstelling FZ in stand houdt of een natuurlijke persoon die FZ verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling FZ vormen, en die krachtens een overeenkomst FZ verlenen. 18 Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, eerste lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die een administratie voert als bedoeld in artikel 44, van de Wmg. Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, tweede lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die ten behoeve van de zorgaanbieder gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt, alsmede op de groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien zorgaanbieders daartoe behoren. 4.2 Zorgverzekeraar Waar in deze nadere regel gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie FZ (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de FZ is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van FZ. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit FZ DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar. 4.3 DBBC Diagnose behandeling beveiliging combinatie (DBBC) typeert het geheel van prestaties van zorgaanbieders voortvloeiend uit de strafrechtelijke titel welke een cliënt opgelegd krijgt. 4.4 DBBC-traject Een DBBC duurt maximaal 365 dagen. Duurt het zorgtraject langer dan 365 dagen, dan wordt dit vervolgtraject getypeerd met een vervolg- DBBC. Derhalve is een DBBC altijd gerelateerd aan een bepaalde periode binnen een zorgtraject, het zogenoemde DBBC-traject. 4.5 DBBC-dataset De dataset bevat de gegevens waarmee een DBBC getypeerd kan worden. De onderdelen van de DBBC-dataset zijn: startdatum, medisch inhoudelijke informatie (zorgtype, diagnoseclassificatie en productgroepcodes voor behandeling), de verblijfssoorten en einddatum. 4.6 DBBC-prestatiecode De twaalfcijferige code, die het afgesloten en gevalideerde DBBC-traject beschrijft. 4.7 Productstructuur en productgroepen voor behandeling en verblijfssoorten 18 Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg. 46

47 De productstructuur bestaat uit productgroepen voor behandeling en daarnaast worden er verblijfssoorten onderscheiden. Aan de productgroepen voor behandeling en de verblijfssoorten zijn codes en tarieven gekoppeld. 4.8 DBBC-tarief Het DBBC-tarief bestaat uit de combinatie van het bedrag dat is gekoppeld aan de productgroep voor behandeling en de bedragen die gekoppeld zijn aan de verblijfssoorten (en het aantal dagen per verblijfssoort) volgens de productstructuur DBBC FZ. Indien geen sprake is van verblijf, bestaat het DBBC-tarief uitsluitend uit het bedrag dat is gekoppeld aan de productgroep voor behandeling. Indien geen behandeling is geleverd, maar alleen verblijf dan bestaat het DBBC-tarief uit het bedrag(en) dat is gekoppeld aan de verblijfssoorten. Het tarief is gebaseerd op de volledige kostprijs van de verleende zorg, inclusief de normatieve huisvestingscomponent (NHC). 4.9 Declaratiecode De zescijferige code waaraan het bedrag van het DBBC-tarief is gekoppeld AGB-code Algemeen GegevensBeheer-Zorverleners is een database waarin gegevens van zorgverleners in Nederland zijn geregistreerd. Het bestand bevat ook gegevens die van belang zijn voor het communicatie- en declaratieproces tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar Overige producten Overige producten betreffen vormen van zorg die onder de reikwijdte van de Wmg vallen, maar die zich (nog) niet lenen voor onderbrenging in de reguliere DBBC-productstructuur Verblijfssoorten De verblijfssoorten zijn opgebouwd uit een combinatie van de intensiteit van het verblijf en het niveau van beveiliging Onderlinge dienstverlening Zorg als bedoeld in artikel 1 Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van de beschrijving van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van FZ in strafrechtelijk kader. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als uitvoerende zorgaanbieder. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de opdrachtgevende zorgaanbieder Forensisch Psychiatrisch Toezicht Forensisch Psychiatrisch Toezicht (fpt) is een instrument om TBS-cliënten (terbeschikkingstelling) op een verantwoorde manier terug te laten keren in de samenleving. Wanneer de cliënt tijdelijk wordt teruggeplaatst in een forensisch psychiatrisch centrum tijdens een fase van fpt, wordt er gesproken over een time-out. 5. Declaratiebepalingen Voor de DBBC-tarieven gelden prestatiebeschrijvingen met landelijke tarieven voorzien van een declaratiecode zoals vastgelegd in de Beleidsregel DBBC-tarifering behandeling en verblijf in de forensische zorg. De zorgaanbieder declareert het met het ministerie van VenJ overeengekomen DBBC-tarief. Voor een algemene toelichting op de DBBC-registratie wordt verwezen naar de Regeling Instructie DBBC- 47

48 registratie FZ, die van toepassing was op het moment van openen van de DBBC. Alleen afgesloten DBBC s die volgens deze regeling zijn getypeerd en zijn gevalideerd kunnen worden gedeclareerd. 5.1 Moment van declaratie Declaratie van een DBBC-tarief vindt plaats wanneer de DBBC is afgesloten en gevalideerd. In de Spelregels DBBC-registratie FZ worden de voorwaarden genoemd om een DBBC af te sluiten. 5.2 Te declareren DBBC-tarief Het DBBC-tarief kan in rekening worden gebracht voor alle DBBC s die zijn afgesloten en zijn gevalideerd door de zorgaanbieder door middel van een validatiemodule. Het DBBC-tarief dat wordt gedeclareerd is het tarief dat van toepassing was op het moment van openen van de DBBC. 5.3 DBBC Validatie Zorgaanbieders zijn ten behoeve van de registratie en declaratie van DBBC's gehouden in hun registratie en declaratiesoftware een validatiemodule op te nemen. Deze dient als instrument om de betrouwbaarheid van DBBC's te toetsen en de juistheid van de registratie te verifiëren. 5.4 Declaratie DBBC tarief Het DBBC-tarief wordt gedeclareerd bij de zorgverzekeraar. Om voor bekostiging in aanmerking te komen dient sprake te zijn van een strafrechtelijke zorgtitel en een plaatsingsbesluit welke ten grondslag ligt aan de toekenning van zorg. In geval van misdrijven tegen de veiligheid van de Staat, conform artikel 96 van het Wetboek van Strafrecht, is geen sprake van een indicatiestelling FZ. Dan volstaat een Bevel Observatie getekend door de Rechter-commissaris als bekostigingsgrondslag. 5.5 Onderlinge dienstverlening Indien sprake is van onderlinge dienstverlening mag de uitvoerende zorgaanbieder geen DBBC en ook geen overig of ondersteunend product, (behorend bij het DBBC-traject) bij de zorgverzekeraar in rekening brengen. Voor meer informatie over onderlinge dienstverlening wordt verwezen naar de beleidsregel Tarifering onderlinge dienstverlening forensische zorg in strafrechtelijk kader. 5.6 Parallelle DBBC's Binnen de FZ kunnen meerdere DBBC's voor dezelfde cliënt voorkomen (maximaal 3). Voor de wijze waarop dient te worden omgegaan met parallelle DBBC's, wordt verwezen naar de Spelregels DBBC-registratie FZ. 5.7 Forensisch psychiatrisch toezicht De deelprestatie forensisch psychiatrisch toezicht (fpt) kan worden gedeclareerd wanneer de cliënt tijdens de fpt-fases niet verblijft bij de zorgaanbieder. Bij een time-out tijdens fpt, in elk van de fpt-fases transmuraal verlof, proefverlof en voorwaardelijke beëindiging, kan de zorgaanbieder DBBC s openen voor de verblijfsdagen en de ambulante behandeling. Voor de wijze waarop dient te worden omgegaan met dit type DBBC's, wordt verwezen naar de Spelregels DBBC-registratie FZ. Tijdens een time-out wordt geen deelprestatie fpt gefactureerd. 6. Overige producten De overige producten hebben geen relatie met het DBBC-traject van een cliënt. De integrale tarieven voor de overige producten kunnen daarom afzonderlijk gedeclareerd worden bij de zorgverzekeraar. Voor meer 48

49 informatie over overige producten wordt verwezen naar de beleidsregel Overige producten forensische zorg in strafrechtelijk kader. 7. Gegevens op de factuur Elke factuur dient naast de gebruikelijke informatie de volgende gegevens te bevatten: DBBC-traject startdatum; DBBC-traject einddatum; Strafrechtelijke zorgtitel; Startdatum strafrechtelijke zorgtitel; Einddatum strafrechtelijke zorgtitel; DBBC-Declaratiecode; Gedeclareerde prijs; AGB-code; DBBC-prestatiecode; SKN; Plaatsingsbesluitnummer; Verblijfssoorten. 8. Inwerkingtreding en citeerregel Deze regeling treedt in werking op 1 januari Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst. Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Declaratiebepalingen DBBC s FZ', NR/FZ-001. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit, mr. drs. T.W. Langejan voorzitter Raad van Bestuur Zie bijgevoegde toelichting 49

50 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels FZ' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de FZ. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels FZ die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels FZ van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels FZ' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Wettelijke grondslagen Op grond van artikel 37 Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) kan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) regels stellen inhoudende aan wie, door wie of op welke wijze, onder welke voorwaarden of met inachtneming van welke voorschriften of beperkingen een tarief in rekening wordt gebracht. Het gaat daarbij, kortweg, om declaratie- en/of factureringsvoorschriften. Artikelsgewijs Artikel 1 Met FZ wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van FZ zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel FZ die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term FZ zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze regeling heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op FZ in een strafrechtelijk kader. 50

51 Artikel 3 Deze regeling bevat uitsluitend declaratiebepalingen met betrekking tot DBBC s voor de FZ. Declaratiebepalingen met betrekking tot prestaties ZZP s en extramurale parameters voor de FZ zijn vastgelegd in de Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters. Artikel DBBC-dataset Aan een DBBC-dataset is de hoeveelheid ingezette activiteiten en verrichtingen gekoppeld op basis waarvan door de validatiemodule de productgroep(code) voor behandeling en de verblijfssoorten worden bepaald. Vanuit de productgroepcode voor behandeling wordt de bijbehorende prestatiecode afgeleid, waaraan een declaratiecode wordt toegevoegd. Aan de verblijfssoorten wordt direct een tarief gekoppeld Forensisch Psychiatrisch Toezicht Tijdens de fasen transmuraal verlof, proefverlof of voorwaardelijke beëindiging verblijft de cliënt buiten het FPC (Forensisch Psychiatrisch Centrum) en wordt op afstand begeleid voor een goede terugkeer in de samenleving. Het toezicht tijdens deze fasen geschiedt in de vorm van de fpt, uitgevoerd door de reclassering. Artikel 7 DBBC-traject startdatum Bij initiële DBBC's is dit de datum waarop het eerste (direct of indirect) cliëntgebonden contact plaatsvindt. Bij vervolg DBBC's is dit de startdatum van de vervolg DBBC. De openingsdatum van de vervolg DBBC volgt op de sluitingsdatum van de voorgaande DBBC. Deze mag niet op dezelfde dag zijn als de sluitdatum van de eerdere DBBC. DBBC-traject einddatum De DBBC wordt afgesloten zodra de laatste activiteit (direct of indirect cliëntgebonden) voor een cliënt is geleverd, of wanneer de strafrechtelijke zorgtitel is afgelopen. Daarnaast geldt dat een DBBC nooit langer kan openstaan dan 365 dagen. Dit betekent dat de DBBC in ieder geval 365 dagen na de startdatum gesloten dient te worden. Strafrechtelijke zorgtitel Voor de vermelding van de strafrechtelijke zorgtitel zie de toelichting onder DBBC-prestatiecode. Startdatum strafrechtelijke zorgtitel De datum waarop de strafrechtelijke zorgtitel start, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ. Einddatum strafrechtelijke zorgtitel De werkelijke datum waarop de strafrechtelijke zorgtitel, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ, is/ wordt beëindigd. Deze datum dient verplicht te worden opgenomen als de datum bekend is. De datum kan in de toekomst liggen. DBBC-Declaratiecode De declaratiecode is de 6 cijferige code die gekoppeld is aan de productgroepen voor behandeling en de verblijfssoorten. De declaratiecode kan ook gekoppeld zijn aan een overig product. Aan de declaratiecode is het tarief gekoppeld. Het betreffende tarief staat in een tariefsbeschikking. 51

52 Gedeclareerde prijs Op de factuur wordt het afgesproken DBBC-tarief afzonderlijk vermeld. Het te betalen bedrag wordt rekenkundig afgerond op twee decimalen, zijnde eurocenten. AGB-code De AGB-code bestaat uit 8 posities waarbij de eerste 2 posities de zorgverlenerssoort en de laatste 6 posities (unieke zorgverlenersnummer binnen de zorgverlenerssoort) het specifieke nummer aangeven. DBBC-prestatiecode De specificatie van het geleverde zorgproduct. De DBBC-prestatiecode wordt afgeleid van de gevalideerde DBBC-dataset. Deze code bestaat uit 12 alfanumerieke posities en wordt als volgt gevuld; zorgtype (= strafrechtelijke zorgtitel, drie posities), diagnoseclassificatie (drie posities), de verblijfssoorten worden niet via de prestatiecode vermeld daarom worden drie posities altijd gevuld met 000 en de productgroep voor behandeling van de DBBC-dataset (drie posities, in deze volgorde). De diagnose-informatie op de factuur dient zich te beperken tot de diagnose hoofdgroepen in uitsluitend de langdurende of intensieve behandelgroepen overeenkomstig de productstructuur DBBC. Voor de behandelgroepen: indirecte tijd, diagnostiek en kortdurend is vermelding van diagnose-informatie op de factuur niet toegestaan. SKN SKN staat voor strafrechtketennummer en is van belang bij de betrouwbare vaststelling van de identiteit van verdachten en veroordeelden in de strafrechtketen. Het SKN wordt bij de facturatie van FZ gemeld door zorgaanbieders bij de zorgverzekeraar. Op deze wijze kan de zorgverzekeraar controleren in hoeverre de zorg rechtmatig verleend is. De zorgaanbieder ontvangt het SKN van de indicerende/verwijzende organisatie. Plaatsingsbesluitnummer Het plaatsingsbesluitnummer is een uniek nummer dat aan het plaatsingsbesluit gekoppeld is. Dit nummer krijgt de zorgaanbieder van de plaatsende instantie (met uitzondering van de Forensisch Psychiatrische Centra (FPC s), voorheen TBS-instellingen). Het nummer is van belang om voor het ministerie van VenJ de keten tussen indicatie, plaatsing en geleverde zorg inzichtelijk te krijgen. Met het plaatsingsbesluitnummer kan het ministerie nagaan of de zorgaanbieder een verzoek tot zorg heeft ontvangen/ gekregen. De specificaties van het plaatsingsbesluitnummer zijn als volgt: De vorm is negen tekens alfanumeriek; De plaatsingsbesluitnummers staan in de webapplicatie Informatievoorziening FZ (Ifzo); Als er een plaatsingsbesluitnummer is aangeleverd aan de zorgaanbieder dan is het invullen ervan op de DBBC factuur verplicht; Het plaatsingsbesluitnummer wordt beheerd door het ministerie van VenJ. Verblijfssoorten De verblijfssoorten zijn opgebouwd uit een combinatie van de intensiteit van het verblijf en het niveau van beveiliging. De verblijfssoorten worden per dag afgerekend en in combinatie met de productgroep voor behandeling afgerekend. Op de factuur wordt per type verblijfssoort het aantal dagen voor de betreffende verblijfssoort vermeld. 52

53 Bijlage 8: Concept regeling NR/FZ-002 Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ Kenmerk NR/FZ DISCLAIMER Deze regeling is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze regeling kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze regeling een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze regeling is voorzien per 1 januari Concept Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, NR/FZ-002 Ingevolge artikel 37 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels over de wijze waarop het declaratieverkeer van prestaties ZZP s en extramurale parameters in de forensische zorg dient plaats te vinden: 1. Reikwijdte Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg 19, die forensische zorg in strafrechtelijk kader, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Interimbesluit forensische zorg, verlenen. 2. Doel van de regeling Deze regeling beoogt het stellen van beperkingen, voorwaarden en voorschiften voor de declaratie van prestaties ZZP s en extramurale parameters in de forensische zorg (FZ). 3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC s en de ZZP s/extramurale parameters geldt het volgende: Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is. De ZZP s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: 19 Interimbesluit forensische zorg(stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 53

54 Ambulante begeleiding (extramurale parameters); Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). 4. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 4.1 Zorgaanbieder De rechtspersoon die een zorginstelling FZ in stand houdt of een natuurlijke persoon die FZ verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling FZ vormen, en die krachtens een overeenkomst FZ verlenen. 20 Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, eerste lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die een administratie voert als bedoeld in artikel 44, van de Wmg. Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, tweede lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die ten behoeve van de zorgaanbieder gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt, alsmede op de groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien zorgaanbieders daartoe behoren. 4.2 Zorgverzekeraar Waar in deze regeling gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie FZ (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de FZ is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van FZ. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit FZ DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar. 4.3 ZZP Als zorgzwaartepakket wordt aangemerkt de ZZP s als in de beleidsregel ZZP-tarifering en tarieven extramurale parameters in de forensische zorg vastgestelde prestaties ZZP s. 4.4 Extramurale parameters Als extramurale parameters wordt aangemerkt de prestaties extramurale parameters als in de beleidsregel ZZP-tarifering en tarieven extramurale parameters in de forensische zorg vastgestelde prestaties extramurale parameters. 4.5 Declaratie De tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar overeengekomen wijze waarop de door de zorgaanbieder verrichte of te verrichten zorgprestatie bij de zorgverzekeraar in rekening wordt gebracht. 4.6 Declaratieperiode Een periode van vier weken of een kalendermaand waarover de zorgaanbieders de geleverde zorg declareren, overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraken met de zorgverzekeraar. 4.7 Onderlinge dienstverlening 20 Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg. 54

55 Zorg als bedoeld in artikel 1 Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van de beschrijving van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van FZ in strafrechtelijk kader. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als uitvoerende zorgaanbieder. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de opdrachtgevende zorgaanbieder. 5. Declaratiebepalingen Zorgaanbieders specificeren de declaratie als volgt: 1. Zorgaanbieders maken bij registratie duidelijk zichtbaar welke prestaties zijn geleverd. De registratie van intramurale prestaties, dagbesteding prestaties en extramurale prestaties, vindt plaats op totaalniveau per prestatie. Dit houdt in dat de registratie bestaat uit een overzicht van het aantal geleverde eenheden per prestatie per registratieperiode. 2. Indien sprake is van extramurale parameters gedurende een deel van een uur, wordt het in rekening te brengen tarief naar evenredigheid berekend. Voorzover de zorgverzekeraar en zorgaanbieders geen bestendige gedragslijn hebben over de afronding van de geleverde prestatie, wordt de zorg afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf minuten. 6. Declaratie afwezigheidsdagen Zorgaanbieders declareren de prestaties voorzover deze daadwerkelijk zijn geleverd, met uitzondering van het volgende: Voor cliënten die zijn aangewezen op VG ZZP 1 tot en met VG ZZP 7 of GGZ ZZP C1 tot en met GGZ ZZP C6 geldt: Gedurende tijdelijke afwezigheid van een cliënt declareert de zorgaanbieder tegen het afgesproken tarief dat tevens gedeclareerd wordt bij aanwezigheid in de instelling. De zorgaanbieder declareert met ingang van de eerste dag van afwezigheid van de cliënt, maximaal 49 dagen per keer het ZZP dat de cliënt tot afwezigheid kreeg geleverd. Te beginnen op de eerste dag na vertrek uit de instelling. In het geval van een ziekenhuisopname geldt een maximum van 7 dagen. 7. Onderlinge dienstverlening Indien sprake is van onderlinge dienstverlening mag de uitvoerende zorgaanbieder geen ZZP en ook geen extramurale prestatie bij de zorgverzekeraar in rekening brengen. Voor meer informatie over onderlinge dienstverlening wordt verwezen naar de beleidsregel Tarifering onderlinge dienstverlening forensische zorg. 8. Inwerkingtreding en citeerregel Deze regeling treedt in werking op 1 januari Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst. Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ', NR/FZ

56 de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit mr. drs. T.W. Langejan voorzitter Raad van Bestuur 56

57 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels FZ' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de FZ. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels FZ die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels FZ van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels FZ' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Wettelijke grondslagen Op grond van artikel 37 Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) kan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) regels stellen inhoudende aan wie, door wie of op welke wijze, onder welke voorwaarden of met inachtneming van welke voorschriften of beperkingen een tarief in rekening wordt gebracht. Het gaat daarbij, kortweg, om declaratie- en/of factureringsvoorschriften. Artikelsgewijs Artikel 1 Met FZ wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van FZ zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel FZ die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term FZ zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze regeling heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op FZ in een strafrechtelijk kader. 57

58 Artikel 3 Deze regeling bevat uitsluitend declaratiebepalingen met betrekking tot prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ. De declaratiebepalingen van de DBBC s voor de FZ staan beschreven in de regeling Declaratiebepalingen DBBC s FZ. 58

59 Bijlage 9: Concept regeling NR/FZ-003 Verplichte aanlevering minimale dataset FZ DISCLAIMER Kenmerk NR/FZ Deze regeling is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze regeling kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze regeling een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze regeling is voorzien per 1 januari Concept Regeling verplichte aanlevering minimale dataset FZ, NR/FZ-003 gevolge artikel 62 juncto 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels over de wijze waarop de verplichte aanlevering minimale dataset in de forensische zorg dient plaats te vinden: 1. Reikwijdte Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg 21, die forensische zorg in strafrechtelijk kader, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Interimbesluit forensische zorg, verlenen. 2. Doel van de regeling Deze regeling beoogt het stellen van voorwaarden voor de verplichte aanlevering minimale dataset in de forensische zorg (FZ). De verstrekking van de in artikel 5 bedoelde minimale dataset (MDS) gegevens door de in artikel 1 van deze regeling genoemde zorgaanbieders geschiedt ten behoeve van: a. de uitvoering van de wettelijke taken met betrekking tot het onderhoud van de tot het DBBC-systeem deeluitmakende prestatiebeschrijvingen en tarieven, teneinde de publieke belangen van de zorg te borgen. Hieronder medebegrepen de Wmg-taken op het gebied van tarifering. b. het verstrekken van informatie aan het Ministerie van VenJ en het Ministerie van VWS over de ontwikkeling van de bekostiging en financiering van de FZ in strafrechtelijk kader. c. het monitoren en analyseren van marktontwikkelingen en zo nodig ingrijpen op grond van wettelijke taken of de Minister van VenJ en/of 21 Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 59

60 de Minister van VWS adviseren nadere maatregelen te treffen in die deelsectoren van de FZ. 3. Afbakening DBBC s Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie naast de DBBC-systematiek ook ZZP s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC s en de ZZP s/extramurale parameters geldt het volgende: Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is. De ZZP s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: Ambulante begeleiding (extramurale parameters); Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). 4. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 4.1 Zorgaanbieder De rechtspersoon die een zorginstelling FZ in stand houdt of een natuurlijke persoon die FZ verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling FZ vormen, en die krachtens een overeenkomst FZ verlenen. 22 Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, eerste lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die een administratie voert als bedoeld in artikel 44, van de Wmg. Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, tweede lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die ten behoeve van de zorgaanbieder gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt, alsmede op de groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien zorgaanbieders daartoe behoren. 4.2 Zorgverzekeraar Waar in deze regeling gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie FZ (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de FZ is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van FZ. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit FZ DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar. 4.3 DBBC Diagnose behandeling beveiliging combinatie (DBBC) typeert het geheel van prestaties van zorgaanbieders voortvloeiend uit de strafrechtelijke zorgtitel welke een cliënt opgelegd krijgt. 4.4 DBBC-traject Een DBBC duurt maximaal 365 dagen. Duurt het zorgtraject langer dan 365 dagen, dan wordt dit vervolgtraject getypeerd met een vervolg- 22 Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg. 60

61 DBBC. Derhalve is een DBBC altijd gerelateerd aan een bepaalde periode binnen een zorgtraject, het zogenoemde DBBC-traject. 4.6 AGB-code Algemeen GegevensBeheer-Zorverleners is een database waarin gegevens van zorgverleners in Nederland zijn geregistreerd. Het bestand bevat ook gegevens die van belang zijn voor het communicatie- en declaratieproces tussen zorgverlener en zorgverzekeraar. 4.7 MDS (Minimale Dataset) Dataset van gegevens als bedoeld in artikel 5 van deze regeling. 4.8 DIS (DBBC Informatiesysteem) Onafhankelijke afdeling binnen Stichting DBC-Onderhoud, die diensten aanbiedt om aanlevering van de MDS mogelijk te maken, te weten verzameling, opslag en uitlevering van gegevens. 4.9 ZorgTTP ZorgTTP is een onafhankelijke organisatie die werkzaam is als 'Trusted Third Party' op het gebied van zorg en welzijn. ZorgTTP verzorgt pseudonimisering van de MDS-gegevensstroom. 5. Minimale dataset FZ De minimale dataset FZ omvat de in de navolgende tabel vermelde gegevens over alle in een kalendermaand gedeclareerde prestaties. Identificerende persoonsgegevens als bedoeld in artikel 60, tweede lid van de Wmg worden gepseudonimiseerd aangeleverd. Unieke identificatie zorgaanbieder (AGB-code) Unieke identificatie zorgverzekeraar (UZOVI-code) Cliënt Cliëntgegevens die gepseudonimiseerd worden: Strafrechtketennummer (SKN) Burgerservicenummer Naam cliënt Adres cliënt Cliëntgegevens die niet gepseudonimiseerd worden: Geboortejaar Geslacht 4-cijfers postcode Landcode Productie per cliënt Zorgtrajectnummer Begin- en einddatum indicatie Code Indicatie Begin- en einddatum plaatsingsbesluit Code Plaatsing Begin- en einddatum zorgtraject Circuit Begin- en einddatum strafrechtelijke titel Zorgtype Gevaar Diagnoseprofiel Aard delict Begin- en einddatum DBBC-traject 61

62 Verwijzer Afsluitreden DBBC In rekening gebrachte prijs Gedeclareerde prijs DBBC Geleverd Zorgprofiel Activiteiten en verrichtingen Datum activiteiten en verrichtingen Beroep behandelaar Cliëntgebonden productie buiten DBBC systematiek Beroep behandelaar Verrichtingen Datum verrichting Gedeclareerde prijs Kostprijsgegevens Start- en einddatum prijsperiode Kostprijs bouwstenen 6. Maandelijkse aanlevering MDS 1. Zorgaanbieders verstrekken eenmaal per maand elektronisch de MDS zoals genoemd in artikel 5. De levering hiervan vindt uiterlijk voor het einde van de opvolgende maand plaats. 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel is een zorgaanbieder van wie de jaarlijkse omzet niet meer bedraagt dan per jaar, danwel die jaarlijks gemiddeld minder dan 200 DBBC s registreert, kan op diens verzoek in de gelegenheid worden gesteld de elektronische MDS eenmaal per kwartaal aan te leveren. De levering geschiedt in dat geval uiterlijk voor het eerste kwartaal op 30 april, voor het tweede kwartaal op 31 juli, voor het derde kwartaal op 31 oktober en voor het vierde kwartaal op 31 januari van het opvolgende jaar. 3. In afwijking van lid 1 van dit artikel is een zorgaanbieder van wie de jaarlijkse omzet niet meer bedraagt dan per jaar, danwel die jaarlijks gemiddeld minder dan 50 DBBC s registreert, kan op diens verzoek in de gelegenheid worden gesteld de elektronische MDS eenmaal per half jaar aan te leveren. De levering geschiedt in dat geval uiterlijk op 31 juli en 31 januari van het opvolgende jaar. 4. Aanlevering vindt plaats aan DIS na pseudonimisering door gebruikmaking van de software van ZorgTTP. De gegevens worden aangeleverd aan DIS en worden vervolgens aan de NZa beschikbaar gesteld. 5. Voor aanlevering aan DIS via ZorgTTP wordt gebruik gemaakt van de meest recente aanleverspecificatie met de daarin opgenomen technische vereisten. Deze aanleverspecificatie ligt vanaf de datum van inwerkingtreding van deze regeling bij de NZa ter inzage. Op verzoek van een belanghebbende wordt dit format toegezonden. Het format kan worden geraadpleegd op 6. Mutaties en aanvullingen op de MDS-informatie van productie afgesloten in enig jaar (t) worden uiterlijk op 30 september van het daaropvolgende jaar (t+1) aangeleverd bij DIS als onderdeel van de reguliere maandelijkse gegevenslevering. 62

63 7. Getrouwe aanlevering MDS Door de feitelijke verstrekking verklaart de zorgaanbieder alle gegevens volledig en naar waarheid te hebben ingevuld. 8. Inwerkingtreding en citeerregel Deze regeling treedt in werking op 1 januari Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst. Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling verplichte aanlevering minimale dataset FZ', NR/FZ-003. de Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit mr. drs. T.W. Langejan voorzitter Raad van Bestuur Zie bijgevoegde toelichting 63

64 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels FZ' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de FZ. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels FZ die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels FZ van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels FZ' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Het laten functioneren van de DBBC-systematiek in de FZ en het uitvoeren van de wettelijke taken door de NZa vergt een betrouwbare, volledige en tijdige informatiestroom. De FZ-aanbieders hebben in het kader van beperking van administratieve lasten en uit oogpunt van doelmatigheid behoefte aan centrale aanlevering, verwerking en doorlevering van de DBBC-informatie. De minimale dataset FZ (MDS FZ) die vanuit dit gezichtspunt is ontwikkeld, is uitgewerkt in het document 'DIS FZ gegevensaanlevering'. Dit document is beschikbaar op en ligt ter inzage bij de NZa. Voorliggende regeling onder de naam 'Regeling verplichte aanlevering minimale dataset FZ (MDS FZ) Nederlandse Zorgautoriteit' (hierna: de regeling) beperkt zich inhoudelijk tot een deelverzameling van de MDS, die de NZa nodig heeft om haar wettelijke taken te kunnen uitvoeren. In deze regeling wordt procedureel en inhoudelijk geregeld welke zorgaanbieders periodiek een zogenoemde minimale dataset, ontdaan van persoonsidentificerende kenmerken, dienen te leveren aan een derde, het DBC Informatiesysteem (DIS). Het DIS levert de MDSgegevens door aan de NZa. Belang van MDS De MDS-gegevens zijn nodig voor de uitoefening van de NZa-taken publiek onderhoud van DBBC-prestatiebeschrijvingen en DBBCtarieven, monitoring van marktontwikkelingen en interventie en voor advisering van VenJ en VWS. Op grond van de Wmg is de NZa niet 64

65 beperkt in het gebruik van de dataset voor andere in deze toelichting niet genoemde taken. Het ontbreken van een specifieke doelbinding binnen de Wmg voorkomt dat de NZa de MDS-informatie voor andere taken opnieuw bij zorgaanbieders moet opvragen. Onder de taak publiek onderhoud van DBBC-prestatiebeschrijvingen en DBBC-tarieven wordt verstaan de uitvoering van een deel van de NZa taken met betrekking tot het (tarief)onderhoud van het DBBCsysteem, teneinde de publieke belangen van de zorg te borgen. Onder de taak monitoring van marktontwikkelingen en interventie wordt verstaan het monitoren en analyseren van prijs- en volumeontwikkelingen en zo nodig ingrijpen op grond van taken en bevoegdheden in de Wmg. Datakwaliteit Datakwaliteit is de verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. Vanwege het belang van de MDS data richt DIS kwaliteitsprocessen in waarmee zorgaanbieders inzicht krijgen in de kwaliteit van de MDSleveringen en deze daadwerkelijk kunnen verbeteren. Vertrouwelijkheid, privacy en mededingingsaspecten De MDS bevat informatie met een vertrouwelijk karakter. Daarom wordt de MDS via een technische versleuteling ontdaan van kenmerken die herleidbaarheid naar de persoon mogelijk maken. Dit houdt in dat de naam van de cliënt en zijn burgerservicenummer onherkenbaar worden gemaakt. Bovendien wordt de registratie van de postcode beperkt tot enkel de eerste vier cijfers. Door deze versleuteling is het geheel van gegevens niet langer herleidbaar tot de persoon. Ook bevat de MDS productiegegevens die als bedrijfsvertrouwelijk kunnen worden aangemerkt, afhankelijk van het aggregatieniveau en de wijze waarop ze gepresenteerd worden. DIS en de NZa hanteren daarom rond DIS zorgvuldige procedures bij ontvangst, verwerking en eventuele doorlevering van de MDS-gegevens. De NMa heeft het kader voor uitwisseling van gegevens uitgewerkt in de Richtsnoeren samenwerking ondernemingen. Deze richtsnoeren zijn te vinden op de website van de NMa ( Per informatieverzoek moet bekeken worden of er sprake is van gevoelige informatie. De beoordeling is in eerste instantie aan de verzoekende partijen en in tweede instantie (mochten er discussies ontstaan) aan de NMa. De DIS is bekend met deze richtsnoeren en zal verzoekers in voorkomende gevallen hierover informeren. Artikelsgewijs Artikel 1 Met FZ wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van FZ zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel FZ die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term FZ zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze regeling heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op FZ in een strafrechtelijk kader. 65

66 Artikel 3 Deze regeling bevat uitsluitend de verplichte aanlevering van de MDSgegevens voor de DBBC s FZ. Artikel 5 AGB-code De AGB-code bestaat uit 8 posities waarbij de eerste 2 posities de zorgverlenerssoort en de laatste 6 posities (unieke zorgverlenersnummer binnen de zorgverlenerssoort) het specifieke nummer aangeven. Deze code dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. UZOVI-code De Unieke ZorgVerzekeraarsIndentificatie (UZOVI) is een identificatie van de zorgverzekeraars in Nederland. Deze code dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. SKN SKN staat voor strafrechtketennummer en is van belang bij de betrouwbare vaststelling van de identiteit van verdachten en veroordeelden in de strafrechtketen. Het SKN wordt bij de facturatie van FZ gemeld door zorgaanbieders bij de zorgverzekeraar. Op deze wijze kan de zorgverzekeraar controleren in hoeverre de zorg rechtmatig verleend is. De zorgaanbieder ontvangt het SKN van de indicerende/verwijzende organisatie. Zorgtrajectnummer Dit betreft het ordernummer uit de DBBC-registratie. Dit nummer dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Begin- en einddatum indicatie De begin- en einddatum van de gestelde indicatie. Deze data dienen (indien aanwezig) verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Code Indicatie Conform codelijst indicaties. Deze code dient (indien aanwezig) verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Begin- en einddatum plaatsingsbesluit Begin- en einddatum van het gestelde plaatsingsbesluit. Deze data dienen (indien aanwezig) verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Code plaatsing Conform codelijst plaatsing. Deze code dient (indien aanwezig) verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Begin- en einddatum zorgtraject De begindatum van een zorgtraject is de datum van de eerste aanmelding. De einddatum is variabel. De begindatum dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ, de einddatum optioneel. 66

67 Circuit Het circuit geeft de doelgroep van de op genezing gerichte geestelijke gezondheidszorg aan, waaronder volwassenen, ouderen, kinderen en jeugd en verslavingszorg. Het circuit dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Begin- en einddatum strafrechtelijke zorgtitel De begindatum waarop de strafrechtelijk zorgtitel start, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ. De einddatum is de werkelijke datum waarop de strafrechtelijke zorgtitel, die ten grondslag ligt aan de geleverde FZ, is/ wordt beëindigd. De begindatum dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Zorgtype De strafrechtelijke titel conform de codelijst DBBC s. Het zorgtype dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Gevaar Het element aard en mate van gevaar wordt in drie categorieën getypeerd, namelijk Acuut fysiek gevaar, Vluchtgevaar en Recidive gevaar. Gevaar maakt in de eindsituatie onderdeel uit van het indicatiebesluit voor de cliënt. Het gevaar dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Diagnoseprofiel Conform codelijst DBBC s. Het diagnoseprofiel dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Aard delict Conform codelijst DBBC s. Het aard delict dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Begindatum DBBC-traject Bij initiële DBBC's is dit de datum waarop het eerste (direct of indirect) cliëntgebonden contact plaatsvindt. Bij vervolg DBBC's is dit de startdatum van de vervolg DBBC. De openingsdatum van de vervolg DBBC volgt op de sluitingsdatum van de voorgaande DBBC. Deze mag niet op dezelfde dag zijn als de sluitdatum van de eerdere DBBC. De begindatum dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Einddatum DBBC-traject De DBBC wordt afgesloten zodra de laatste activiteit (direct of indirect cliëntgebonden) voor een cliënt is geleverd, of wanneer de forensische zorgtitel is afgelopen. Daarnaast geldt dat een DBBC nooit langer kan openstaan dan 365 dagen. Dit betekent dat de DBBC in ieder geval 365 dagen na de startdatum gesloten dient te worden. De einddatum dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Afsluitreden DBBC Conform codelijst DBBC s. De afsluitreden dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. 67

68 Gedeclareerde prijs Prijs van het DBBC-traject of overige cliëntgebonden productie zoals deze op de factuur staat welke is verstuurd de zorgverzekeraar. De gedeclareerde prijs dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Geleverd zorgprofiel Lijst met alle per cliënt uitgevoerde en geregistreerde zorgactiviteiten zoals deze binnen een DBBC-traject plaatsvinden. Ook zorgactiviteiten binnen het DBBC-traject uitgevoerd door andere zorgaanbieders in het kader van onderlinge dienstverlening zijn onderdeel van het geleverde zorgprofiel van een DBBC-traject. Het geleverd zorgprofiel dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. Cliëntgebonden productie buiten DBBC-systematiek Cliëntgebonden productie buiten de DBBC-systematiek: De producten die geen deel uitmaken van het geleverde zorgprofiel van een DBBC en apart worden gedeclareerd. De cliëntgebonden productie buiten de DBBCsystematiek dient verplicht ingevuld te worden bij de aanlevering van de MDS FZ. 68

69 Bijlage 10: Concept regeling NR/FZ-004 Instructie DBBC-registratie FZ DISCLAIMER Kenmerk NR/FZ Deze regeling is op 14 augustus 2012 door de NZa vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in samenspraak met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze regeling kunnen aan de inhoud ervan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zal deze regeling een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van deze regeling is voorzien per 1 januari Concept Regeling Instructie DBBC-registratie FZ, NR/FZ-004 Ingevolge artikel 36, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels over de wijze waarop registratie van DBBC s in de forensische zorg dient plaats te vinden: 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg 23, die forensische zorg in strafrechtelijk kader, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het Interimbesluit forensische zorg, verlenen. 2. Doel van de regeling Deze regeling beoogt de zorgaanbieder voor te schrijven welke gegevens op welke wijze verplicht moeten worden vastgelegd in het kader van de toepassing van DBBC s in de forensische zorg (FZ). 3. Afbakening DBBC s Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC s en de ZZP s/extramurale parameters geldt het volgende: Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is. De ZZP s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen: Ambulante begeleiding (extramurale parameters); Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP s); Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP s). 23 Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134). 69

70 4. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: 4.1 Zorgaanbieder De rechtspersoon die een zorginstelling FZ in stand houdt of een natuurlijke persoon die FZ verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling FZ vormen, en die krachtens een overeenkomst FZ verlenen. 24 Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, eerste lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die een administratie voert als bedoeld in artikel 44, van de Wmg. Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge artikel 62, tweede lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die ten behoeve van de zorgaanbieder gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt, alsmede op de groep in de zin van artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien zorgaanbieders daartoe behoren. 4.2 Zorgverzekeraar Waar in deze regeling gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie FZ (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de FZ is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van FZ. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit FZ DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar. 4.3 DBBC Diagnose behandeling beveiliging combinatie (DBBC) typeert het geheel van prestaties van zorgaanbieders voortvloeiend uit de strafrechtelijke titel welke een cliënt opgelegd krijgt. 5. Instructie DBBC-registratie 1. De zorgaanbieder voert een DBBC-registratie voor alle aan cliënten verleende FZ als bedoeld in artikel 1 van deze regeling waarop de DBBC-systematiek van toepassing is. Deze registratie dient te voldoen aan de door de NZa vastgestelde Instructie DBBCregistratie. 2. De in het eerste lid, tweede volzin, genoemde Instructie DBBCregistratie is vastgesteld in het document Spelregels DBBCregistratie FZ 25. Dit document is te downloaden van de website van de NZa ( 6. Inwerkingtreding en citeerregel Deze regeling treedt in werking op 1 januari Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg zal deze regeling in de Staatscourant worden geplaatst. Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling Instructie DBBCregistratie FZ', NR/FZ-004. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit 24 Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg. 25 Uitgegeven door DBC-Onderhoud en vastgesteld door de NZa. 70

71 mr. drs. T.W. Langejan voorzitter Raad van Bestuur Zie bijgevoegde toelichting 71

72 Toelichting Algemeen Op grond van het op 27 maart 2012 gewijzigde Interimbesluit forensische zorg is met ingang van 1 april 2012 de rol van de NZa ten aanzien van de forensische zorg in strafrechtelijk kader veranderd. Waar de NZa voorheen alleen een adviserende rol had, heeft de NZa de rol als regulator en als onafhankelijke toezichthouder erbij gekregen. Met de inwerkintreding van de Wet forensische zorg zullen daarnaast de handhavende bevoegdheden van de NZa, welke zijn neergelegd in Hoofdstuk 6 van de Wmg, op de forensische zorg van toepassing zijn. Aanleiding voor de nieuwe bevoegdheden is de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die het Ministerie van VenJ ten aanzien van de forensische zorg tot dusverre had. Het ministerie was namelijk verantwoordelijk voor de inkoop, de indicatiestelling en de plaatsing van de forensische zorg in een strafrechtelijk kader. Door de NZa regulerende, toezichthoudende en in de toekomst ook handhavende bevoegdheden toe te kennen, wordt beoogd meer evenwicht te brengen in deze zorgmarkt. Het Ministerie van VenJ stelt zelf jaarlijks de zogenaamde 'Uitvoeringsregels FZ' vast. Hierin treft men een mix aan van beleid en algemeen verbindende voorschriften op het gehele terrein van de FZ. Voor een deel van dat beleidsterrein, met bijbehorende algemeen verbindende voorschriften, heeft - zoals reeds opgemerkt - de NZa sinds 1 april 2012 exclusieve bevoegdheden verworven. Niet uit te sluiten valt, dat de beleidsregels en nadere regels van de NZa, die per 1 januari 2013 in werking treden, overlap vertonen met of zelfs tegenstrijdigheden zullen bevatten ten opzichte van de Uitvoeringsregels FZ die voor 2013 door het Ministerie van VenJ zijn vastgesteld. In gevallen waarin daadwerkelijk van tegenstrijdigheid sprake is, gaan de beleidsregels en nadere regels van de NZa vóór de Uitvoeringsregels FZ van het Ministerie van VenJ. Ratio hierachter is, dat - indien zich een situatie van tegenstrijdigheid voordoet - in de 'Uitvoeringsregels FZ' beleid en/of algemeen verbindende voorschriften zijn opgenomen die betrekking hebben op aangelegenheden waarvoor het Ministerie van VenJ niet langer bevoegd is. Deze regeling schrijft de zorgaanbieder voor welke gegevens op welke wijze moeten worden vastgelegd in het kader van de toepassing van de DBBC's in de FZ. De instructie waaraan de DBBC-registratie moet voldoen wordt gewijzigd per 1 januari Van toepassing zijn per die datum de Spelregels DBBC-registratie FZ 26. Dit document is te downloaden van de website van de NZa ( Artikelsgewijs Artikel 1 Met FZ wordt alle geestelijke gezondheidszorg (waaronder verslavingszorg) en verstandelijk gehandicaptenzorg aan mensen met een strafrechtelijke titel bedoeld (exclusief jeugdstrafrecht). Er kan ook sprake zijn van FZ zonder strafrechtelijk kader. Hiermee wordt de zorg bedoeld die gegeven wordt voorafgaand aan een (mogelijke) veroordeling dan wel FZ die wordt gecontinueerd nadat de strafrechtelijke titel is vervallen. Deze vorm van zorg wordt met de enigszins verwarrende term FZ zonder strafrechtelijk kader aangeduid en valt binnen de reguliere GGZ. Deze regeling heeft, conform artikel 2 van het Interimbesluit, uitsluitend betrekking op FZ in een strafrechtelijk kader. 26 Uitgegeven door DBC-Onderhoud en vastgesteld door de NZa. 72

73 Artikel 3 Deze bevat uitsluitend de instructie DBBC-registratie voor de FZ. 73

74 Bijlage 11: Prestaties en tarieven DBBC s FZ PRESTATIES EN TARIEVEN DBBC S FORENSISCHE ZORG DISCLAIMER Onderstaande prestaties (DBBC s) en bijbehorende tarieven voor de forensische zorg zijn door de NZa op 14 augustus 2012 voorlopig vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze prestaties en tarieven kunnen hieraan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zullen deze prestaties en tarieven, als onderdeel van een beschikking als bedoeld in artikel 50, eerste lid, Wmg, een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van die beschikking is voorzien per 1 januari TARIEFSOORT Onderstaande tarieven, met uitzondering van het tarief voor onderlinge dienstverlening 27, zijn maximumtarieven als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, Wmg. Voor de deelprestaties voor verblijf in de FZ geldt dat het bijbehorende tarief een component voor zorg en een component voor de NHC bevat. Voor de zorgcomponent geldt een maximumtarief. De NHC-component is voor FZ-zorgaanbieders niet onderhandelbaar en betreft dus een vast bedrag. Voor niet-gebudgetteerde FZ-zorgaanbieders is de NHCcomponent een maximumtarief. In deze prestatie- en tarieflijst worden beide componenten weergegeven. Het uiteindelijk in rekening te brengen, integrale tarief bestaat derhalve uit de som van de zorgcomponent en de NHC-component. Deelprestaties Behandeling Bijzondere productgroepen Geen behandeling Tarief 000 Geen behandeling 0,00 Indirecte tijd 001 Indirect - vanaf 1 tot 50 minuten 36, Indirect - vanaf 50 tot 100 minuten 109, Indirect - vanaf 100 minuten 218,33 Diagnostiek 007 Diagnostiek - vanaf 1 tot 100 minuten 101, Diagnostiek - vanaf 100 tot 200 minuten 228, Diagnostiek - vanaf 200 tot 400 minuten 452, Diagnostiek - vanaf 400 tot 800 minuten 809,18 27 Voor onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, Wmg. 74

75 015 Diagnostiek - vanaf 800 minuten 1.423,33 Productgroepen Behandeling Kort 027 Behandeling kort - vanaf 1 tot 100 minuten 85, Behandeling kort - vanaf 100 tot 200 minuten 221, Behandeling kort - vanaf 200 tot 400 minuten 439, Behandeling kort - vanaf 400 minuten 855,10 Productgroepen Langdurende of intensieve behandeling Stoornis kindertijd 041 Stoornis kindertijd vanaf 250 tot 800 minuten Stoornis kindertijd vanaf 800 tot minuten 1.895, Stoornis kindertijd vanaf tot minuten 3.530, Stoornis kindertijd vanaf tot minuten 6.244, Stoornis kindertijd vanaf tot minuten , Stoornis kindertijd vanaf tot minuten , Stoornis kindertijd vanaf tot minuten , Stoornis kindertijd vanaf tot minuten , Stoornis kindertijd vanaf minuten ,61 Schizofrenie 086 Schizofrenie vanaf 250 tot 800 minuten 947, Schizofrenie vanaf 800 tot minuten 1.996, Schizofrenie vanaf tot minuten 3.686, Schizofrenie vanaf tot minuten 6.812, Schizofrenie vanaf tot minuten , Schizofrenie vanaf tot minuten , Schizofrenie vanaf tot minuten , Schizofrenie vanaf tot minuten , Schizofrenie vanaf minuten ,18 Misbruik of verwaarlozing 230 Misbruik of verwaarlozing vanaf 250 tot 800 minuten 966, Misbruik of verwaarlozing vanaf 800 tot minuten 2.025, Misbruik of verwaarlozing vanaf tot minuten 3.710, Misbruik of verwaarlozing vanaf tot minuten 6.344, Misbruik of verwaarlozing vanaf tot minuten , Misbruik of verwaarlozing vanaf tot minuten , Misbruik of verwaarlozing vanaf tot minuten , Misbruik of verwaarlozing vanaf tot minuten , Misbruik of verwaarlozing vanaf minuten ,96 Restgroep diagnoses 158 Restgroep diagnoses vanaf 250 tot 800 minuten 917, Restgroep diagnoses vanaf 800 tot minuten 1.949, Restgroep diagnoses vanaf tot minuten 3.611, Restgroep diagnoses vanaf tot minuten 6.285, Restgroep diagnoses vanaf tot minuten , Restgroep diagnoses vanaf tot minuten , Restgroep diagnoses vanaf tot minuten , Restgroep diagnoses vanaf tot minuten , Restgroep diagnoses vanaf minuten ,16 Seksuele stoornis 140 Seksuele stoornis vanaf 250 tot 800 minuten 979, Seksuele stoornis vanaf 800 tot minuten 1.986, Seksuele stoornis vanaf tot minuten 3.852, Seksuele stoornis vanaf tot minuten 6.283, Seksuele stoornis vanaf tot minuten , Seksuele stoornis vanaf tot minuten ,78 75

76 146 Seksuele stoornis vanaf tot minuten , Seksuele stoornis vanaf tot minuten , Seksuele stoornis vanaf minuten ,16 Impulsbeheersing 149 Impulsbeheersing vanaf 250 tot 800 minuten 895, Impulsbeheersing vanaf 800 tot minuten 1.864, Impulsbeheersing vanaf tot minuten 3.460, Impulsbeheersing vanaf tot minuten 5.729, Impulsbeheersing vanaf tot minuten , Impulsbeheersing vanaf tot minuten , Impulsbeheersing vanaf tot minuten , Impulsbeheersing vanaf tot minuten , Impulsbeheersing vanaf minuten ,72 Aan een middel 203 Aan een middel vanaf 250 tot 800 minuten 805, Aan een middel vanaf 800 tot minuten 1.641, Aan een middel vanaf tot minuten 3.097, Aan een middel vanaf tot minuten 5.679, Aan een middel vanaf tot minuten , Aan een middel vanaf tot minuten , Aan een middel vanaf tot minuten , Aan een middel vanaf tot minuten , Aan een middel vanaf minuten ,15 Persoonlijkheidsstoornissen 212 Persoonlijkheidsstoornissen vanaf 250 tot 800 minuten 938, Persoonlijkheidsstoornissen vanaf 800 tot minuten 1.933, Persoonlijkheidsstoornissen vanaf tot minuten 3.538, Persoonlijkheidsstoornissen vanaf tot minuten 6.214, Persoonlijkheidsstoornissen vanaf tot minuten , Persoonlijkheidsstoornissen vanaf tot minuten , Persoonlijkheidsstoornissen vanaf tot minuten , Persoonlijkheidsstoornissen vanaf tot minuten , Persoonlijkheidsstoornissen vanaf minuten ,42 Deelprestaties verblijf FZ (24 uurs verblijf) Tarief Component zorg Component verblijf Verblijfssoort A1 (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau laag) 267,08 234,13 32,95 Verblijfssoort A2 (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau gemiddeld) 277,14 236,87 40,27 Verblijfssoort A2 SGLVG+ (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau 296,45 236,87 59,58 gemiddeld, opslag SGLVG+) Verblijfssoort A3 (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau hoog) 292,71 239,62 53,09 Verblijfssoort A4 (verblijfsintensiteit laag, beveiligingsniveau zeer hoog) 309,88 245,12 64,76 Verblijfssoort B1 (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau laag) 358,38 325,43 32,95 Verblijfssoort B2 (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau 368,44 328,17 40,27 gemiddeld) Verblijfssoort B2 SGLVG+ (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau 387,75 328,17 59,58 gemiddeld, opslag SGLVG+) Verblijfssoort B3 (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau hoog) 384,01 330,92 53,09 Verblijfssoort B4 (verblijfsintensiteit gemiddeld, beveiligingsniveau zeer 401,18 336,42 64,76 hoog) Verblijfssoort C1 (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau laag) 506,03 473,08 32,95 Verblijfssoort C2 (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau gemiddeld) 516,10 475,83 40,27 Verblijfssoort C2 SGLVG+ (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau 535,41 475,83 59,58 gemiddeld, opslag SGLVG+) Verblijfssoort C3 (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau hoog) 531,67 478,58 53,09 Verblijfssoort C4 (verblijfsintensiteit hoog, beveiligingsniveau zeer hoog) 548,77 484,01 64,76 76

77 Overige deelprestaties Tarief ECT 185,71 FPT 51,15 Methadon 18,64 Dagbesteding 49,45 Onderlinge dienstverlening Prestatiebeschrijving De zorg als bedoeld in artikel 1, Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van de beschrijving van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van forensische zorg in strafrechtelijk kader. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als uitvoerende zorgaanbieder. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de opdrachtgevende zorgaanbieder. De (deel)prestatie die door de uitvoerende zorgaanbieder wordt geleverd, dient te worden geregistreerd op de DBBC die door de opdrachtgevende zorgaanbieder (als hoofdprestatie) is geopend. Het is de uitvoerende zorgaanbieder dus niet toegestaan om een afzonderlijke DBBC te openen voor een prestatie die hij/zij in het kader van onderlinge dienstverlening verricht. De uitvoerende zorgaanbieder declareert de prestatie onderlinge dienstverlening, voorzien van een korte beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden, aan de opdrachtgevende zorgaanbieder. Tariefsoort Voor zorg die in het kader van de prestatiebeschrijving onderlinge dienstverlening wordt verleend, geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van de Wmg. 77

78 Bijlage 12: Prestaties en tarieven ZZP s en extramurale parameters FZ PRESTATIES EN TARIEVEN ZZP S EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ DISCLAIMER Onderstaande prestaties (ZZP s en extramurale parameters) en bijbehorende tarieven voor de forensische zorg zijn door de NZa op 14 augustus 2012 voorlopig vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze prestaties en tarieven kunnen hieraan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zullen deze prestaties en tarieven, als onderdeel van een beschikking als bedoeld in artikel 50, eerste lid, Wmg, een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van die beschikking is voorzien per 1 januari TARIEFSOORT Onderstaande tarieven, met uitzondering van het tarief voor onderlinge dienstverlening 28, zijn maximumtarieven als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, Wmg. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP s FZ: ZZP-cliënten die verblijven vanwege ondersteunende begeleiding (GGZ- C): Code Omschrijving Eenheid Totaalwaarde Z310 1GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag 60,42 Z320 2GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag 97,71 Z330 3GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag 107,84 Z340 4GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag 130,01 Z350 5GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag 141,76 Z360 6GGZ C (excl. dagbesteding) Per dag 178,85 Z311 1GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag 84,45 Z321 2GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag 119,57 Z331 3GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag 132,43 Z341 4GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag 155,94 Z351 5GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag 168,17 Z361 6GGZ C (incl. dagbesteding) Per dag 205,90 ZZP-cliënten die die verblijven in de Gehandicaptenzorg (GHZ). Verstandelijk Gehandicapt (VG) (wel toegelaten voor behandeling (BH)): Code Omschrijving Eenheid Totaalwaarde Z414 1VG (excl. dagbesteding) Per dag 64,81 28 Voor onderlinge dienstverlening geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, Wmg. 78

79 Z424 2VG (excl. dagbesteding) Per dag 81,51 Z432 3VG (excl. dagbesteding) Per dag 111,16 Z442 4VG (excl. dagbesteding) Per dag 125,81 Z456 5VG (excl. dagbesteding) Per dag 153,11 Z462 6VG (excl. dagbesteding) Per dag 147,16 Z472 7VG (excl. dagbesteding) Per dag 189,19 Z415 1VG (incl. dagbesteding) Per dag 99,41 Z425 2VG (incl. dagbesteding) Per dag 116,12 Z433 3VG (incl. dagbesteding) Per dag 145,78 Z443 4VG (incl. dagbesteding) Per dag 160,42 Z457 5VG (incl. dagbesteding) Per dag 200,46 Z463 6VG (incl. dagbesteding) Per dag 194,50 Z473 7VG (incl. dagbesteding) Per dag 269,24 Prestatiebeschrijvingen extramurale parameters FZ: Code Omschrijving Tarief basis ( ) Tarief module beschikbaarheid Tarief module cliëntkenmerk Totaalwaarde per uur ( ) H300 Begeleiding 53,29 n.v.t. n.v.t. 53,29 H150 Begeleiding extra 53,29 3,79 n.v.t. 57,08 H152 Begeleiding 53,29 n.v.t. 33,93 87,22 speciaal 1 (nah) H153 Gespecialiseerde begeleiding (psy) 53,29 n.v.t. 39,44 92,73 Code Omschrijving Eenheid Totaalwaarde F125 Dagactiviteit (begeleiding) LZA Per uur 10,66 H811 Dagbesteding VG licht Per dag 37,27 H812 Dagbesteding VG midden Per dag 47,18 H813 Dagbesteding VG zwaar Per dag 72,59 Onderlinge dienstverlening Prestatiebeschrijving De zorg als bedoeld in artikel 1, Wmg, die door een zorgaanbieder wordt verleend als onderdeel van de beschrijving van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie op het gebied van forensische zorg in strafrechtelijk kader. De eerstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als uitvoerende zorgaanbieder. De laatstgenoemde zorgaanbieder wordt in dit kader aangeduid als de opdrachtgevende zorgaanbieder. De (deel)prestatie die door de uitvoerende zorgaanbieder wordt geleverd, dient te worden geregistreerd op de ZZP/extramurale parameter die door de opdrachtgevende zorgaanbieder (als hoofdprestatie) is geopend. Het is de uitvoerende zorgaanbieder dus niet toegestaan om een afzonderlijke ZZP/extramurale parameter te openen voor een prestatie die hij/zij in het kader van onderlinge dienstverlening verricht. De uitvoerende zorgaanbieder declareert de prestatie onderlinge dienstverlening, voorzien van een korte beschrijving van de uitgevoerde werkzaamheden, aan de opdrachtgevende zorgaanbieder. Tariefsoort Voor zorg die in het kader van de prestatiebeschrijving onderlinge dienstverlening wordt verleend, geldt een vrij tarief als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel a, van de Wmg. 79

80 Bijlage 13: Prestaties en tarieven overige producten FZ PRESTATIES EN TARIEVEN OVERIGE PRODUCTEN FZ DISCLAIMER Onderstaande prestaties (overige producten) en bijbehorende tarieven voor de forensische zorg zijn door de NZa op 14 augustus 2012 voorlopig vastgesteld onder voorbehoud van een door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie, te ontvangen aanwijzing als bedoeld in artikel 7 van de Wmg. Door het voorlopige karakter van deze prestaties en tarieven kunnen hieraan geen rechten worden ontleend. Eerst nadat de NZa genoemde aanwijzing heeft ontvangen, zullen deze prestaties en tarieven, als onderdeel van een beschikking als bedoeld in artikel 50, eerste lid, Wmg, een definitieve status krijgen. De inwerkingtreding van die beschikking is voorzien per 1 januari TARIEFSOORT Onderstaande tarieven zijn maximumtarieven als bedoeld in artikel 50, eerste lid, onderdeel c, Wmg. Overige producten Tarief Opslag EVBG 190,97 80

81 Bijlage 14: Voorhangbrief inzake invoering van prestatiebekostiging in de forensische zorg 81

82 82

83 83

84 84

BELEIDSREGEL BR/FZ-0001

BELEIDSREGEL BR/FZ-0001 BELEIDSREGEL OVERGANG NAAR DBBC-BEKOSTIGING IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding

Nadere informatie

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen. REGELING Regeling Verplichte aanlevering budget- en DBBC omzet Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende regeling

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003

BELEIDSREGEL BR/FZ-0003 BELEIDSREGEL ZZP-TARIFERING EN TARIEVEN EXTRAMURALE PARAMETERS IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0010

BELEIDSREGEL BR/FZ-0010 BELEIDSREGEL PRESTATIES EN TARIEVEN ZZP S EN EXTRAMURALE PARAMETERS FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/CU-5047 BELEIDSREGEL DBC-TARIFERING BEHANDELING EN VERBLIJF IN DE CURATIEVE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1 REGELING Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende

Nadere informatie

Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, NR/FZ-002

Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, NR/FZ-002 Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ, Ingevolge de artikelen 36, 37 en 38, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ REGELING Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ Ingevolge de artikelen 36, 37 en 38, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), TARIEFBESCHIKKING FORENSISCHE ZORG Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding TB/REG-17601-01 27 juni 2016 1 januari 2017 Volgnr. Geldig tot en met 01 31 december 2017 De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), TARIEFBESCHIKKING FORENSISCHE ZORG Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding 24 november 2017 1 januari 2018 Volgnr. Geldig tot en met 01 31 december 2018 De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van de paragrafen 4.2 en 4.4 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), TARIEFBESCHIKKING FORENSISCHE ZORG Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding 30 juni 2017 1 januari 2018 Volgnr. Geldig tot en met 01 31 december 2018 De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming

Nadere informatie

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ

3. Afbakening prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ REGELING NR/FZ 0011 Regeling Declaratiebepalingen prestaties ZZP s en extramurale parameters FZ Ingevolge de artikelen 36, 37 en 38, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36714 3 juli 2018 Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg REGELING NR/REG-1913 Vastgesteld

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0009

BELEIDSREGEL BR/FZ-0009 BELEIDSREGEL PRESTATIES EN TARIEVEN DBBC S FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding

Nadere informatie

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Kenmerk

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Kenmerk Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ 2015-2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ 2015-2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz 2015-2017 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 8 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 8 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c Bijlage 8 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Indexatie Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0006

BELEIDSREGEL BR/FZ-0006 BELEIDSREGEL TARIEVEN NORMATIEVE HUISVESTINGSCOMPONENT FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit

Nadere informatie

Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013

Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013 Uitvoeringsregels Forensische Zorg DBBC s 2013 Versie 1.0 Datum 19 februari 2013 Status Vastgesteld Colofon Afzendgegevens Directie Forensische Zorg Stafbureau Schedeldoekshaven 101 2511 EM Den Haag Postbus

Nadere informatie

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ

TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ Kenmerk Datum vaststelling Datum inwerkingtreding Geldig tot en met TB/FZ-0003 6 november 2012 1 januari 2013 31 december 2013 De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5069. Extramurale curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU-5069. Extramurale curatieve GGZ BELEIDSREGEL Extramurale curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0007

BELEIDSREGEL BR/FZ-0007 BELEIDSREGEL BR/FZ-0007 INVOERING NORMATIEVE HUISVESTINGSCOMPONENT (NHC) FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ 0017

BELEIDSREGEL BR/FZ 0017 BELEIDSREGEL BR/FZ 0017 OVERGANG NAAR DBBC-BEKOSTIGING IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit

Nadere informatie

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg BELEIDSREGEL Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg Ingevolge artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg)

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-535

NADERE REGEL NR/CU-535 NADERE REGEL Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Gelet op de artikelen 62 en 68, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 10 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 10 bij circulaire Care/Wlz/15/07c Bijlage 10 bij circulaire Care/Wlz/15/07c BELEIDSREGEL Indexatie Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ januari september 2014 n.v.t.

Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ januari september 2014 n.v.t. TARIEFBESCHIKKING ZZP s EN EXTRAMURALE PARAMETERS FZ Nummer Datum ingang Datum vaststelling Datum verzending TB/FZ-0006 1 januari 2014 10 september 2014 n.v.t. Volgnr. Geldig tot Behandeld door 01 1 januari

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

BELEIDSREGEL BR/CU-5039 BELEIDSREGEL BR/CU-5039 Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-558

NADERE REGEL NR/CU-558 NADERE REGEL Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Gelet op de artikelen 62 en 68, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Zolang de eindcalculatie voor jaar t nog niet bekend is wordt de door de

Zolang de eindcalculatie voor jaar t nog niet bekend is wordt de door de BELEIDSREGEL Indexatie AWBZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ BELEIDSREGEL Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5035. Extramurale zorg GGZ Zvw

BELEIDSREGEL BR/CU-5035. Extramurale zorg GGZ Zvw BELEIDSREGEL BR/CU-5035 Extramurale zorg GGZ Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels. Bijlage 6 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten Wlz 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

BELEIDSREGEL BR/CU-5060 BELEIDSREGEL Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c

BELEIDSREGEL CA-BR-1508. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c Bijlage 11 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale GGZ Zvw

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale GGZ Zvw BELEIDSREGEL Extramurale GGZ Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013 BELEIDSREGEL BR/CU-5098 Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ BELEIDSREGEL Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25539 20 augustus 2015 Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Vastgesteld op 11

Nadere informatie

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg BELEIDSREGEL Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 398 Vaststelling van een Wet forensische zorg en daarmee verband houdende wijzigingen in diverse andere wetten (Wet forensische zorg) A BRIEF

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg. Bijlage 23 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg AWBZ Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

BELEIDSREGEL BR/CU-5059 BELEIDSREGEL Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

BELEIDSREGEL BR/CU-5094 BELEIDSREGEL Dyslexiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling.

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg Gelet op de artikelen: - 35, zevende lid, - 36, eerste en derde lid, - 37, - 62, - 68, - 76, tweede lid, van de Wet marktordening

Nadere informatie

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken. Bijlage 19 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt

Nadere informatie

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg. Bijlage 19 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c REGELING Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, eerste lid en artikel 38 derde lid van de Wet marktordening

Nadere informatie

Intramurale curatieve GGZ: loon- en materiële kosten

Intramurale curatieve GGZ: loon- en materiële kosten BELEIDSREGEL Intramurale curatieve GGZ: loon- en materiële Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg

BELEIDSREGEL CA Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg AWBZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5052

BELEIDSREGEL BR/CU-5052 BELEIDSREGEL BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

b. het vaststellen van enkele prestatiebeschrijvingen en tarieven voor tweedelijns curatieve GGZ.

b. het vaststellen van enkele prestatiebeschrijvingen en tarieven voor tweedelijns curatieve GGZ. BELEIDSREGEL BR/ Overige producten curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

BELEIDSREGEL BR/CU-5119 BELEIDSREGEL Eenmalige verrekening overgangsregeling kapitaallasten kind en jeugd Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

BELEIDSREGEL CA-300-536. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013 BELEIDSREGEL Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), maakt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz. Grondslag

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz. Grondslag BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven zzp-meerzorg Wlz Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 137 2 januari 2015 Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz 16 december 2014 REGELING CA-NR-1551a Ingevolge

Nadere informatie

Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz

Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz BELEIDSREGEL Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt

Nadere informatie

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken. Bijlage 7 bij circulaire Care/Wlz/15/14c BELEIDSREGEL Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte aanlevering minimale dataset forensische zorg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verplichte aanlevering minimale dataset forensische zorg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 49975 6 september 2018 Verplichte aanlevering minimale dataset forensische zorg REGELING NR/REG-1813a Vastgesteld op 21

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-BR-1608a. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 3 bij circulaire Care/Wlz/15/14c

BELEIDSREGEL CA-BR-1608a. Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg. Bijlage 3 bij circulaire Care/Wlz/15/14c Bijlage 3 bij circulaire Care/Wlz/15/14c BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZPmeerzorg Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg BELEIDSREGEL Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure 088 770 8 770 info@nza.nl CI/15/23c 0133088/0188695

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure 088 770 8 770 info@nza.nl CI/15/23c 0133088/0188695 Aan het bestuur van: GGZ Nederland (GGZN); Vereniging Gehandicapten Nederland (VGN) Gevangeniswezen (GW) Directie Forensische Zorg (DForZo), Ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) Newtonlaan 1-41

Nadere informatie

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

3. Definities Voor de omschrijvingen van de verschillende budgetparameters en doelgroepen wordt verwezen naar de Beleidsregel definities GGZ.

3. Definities Voor de omschrijvingen van de verschillende budgetparameters en doelgroepen wordt verwezen naar de Beleidsregel definities GGZ. BELEIDSREGEL Extramurale zorg GGZ Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met

Nadere informatie

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

BELEIDSREGEL AL/BR-0040 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5066

BELEIDSREGEL BR/CU-5066 BELEIDSREGEL Afschrijvingskosten dubieuze debiteuren curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

3.1 Externe cliënt Een externe cliënt is een cliënt die niet bij de AWBZ-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.

3.1 Externe cliënt Een externe cliënt is een cliënt die niet bij de AWBZ-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft. Bijlage 9 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL AWBZ-zorgaanbieders met tandartspraktijk Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017 NADERE REGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017 Gelet op de artikelen 36, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Bijlage 16 bij circulaire Care/AWBZ/14/04c BELEIDSREGEL Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

BELEIDSREGEL AL/BR-0021 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg

Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg BELEIDSREGEL Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten BELEIDSREGEL Beleidsregel overige geneeskundige zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten

4.1 Geneeskundige zorg in het kader van individuele zorg bij tuberculose en infectieziekten BELEIDSREGEL Beleidsregel overige geneeskundige zorg Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg BELEIDSREGEL Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, sub b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

BELEIDSREGEL CA-300-583. Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18868 9 juli 2015 Administratie- en declaratievoorschriften ZZP-meerzorg Wlz REGELING CA-NR-1651 Vastgesteld op 30 juni

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20070 12 april 2018 Informatieverstrekking voorheen gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde ggz Nadere regel

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Bijlage 15 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP-meerzorg Wlz. Bijlage 24 bij circulaire Care/Wlz/16/11c

BELEIDSREGEL BR/REG Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP-meerzorg Wlz. Bijlage 24 bij circulaire Care/Wlz/16/11c Bijlage 24 bij circulaire Care/Wlz/16/11c BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen en tarieven ZZP-meerzorg Wlz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28493 6 juni 2016 Informatieverstrekking voorheen gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde ggz Regeling NR/CU-571

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA Aanvaardbare kosten AWBZ 2012

BELEIDSREGEL CA Aanvaardbare kosten AWBZ 2012 BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2012 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis

BELEIDSREGEL CA-300-523. Volledig Pakket Thuis BELEIDSREGEL Volledig Pakket Thuis Op grond van artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren. REGELING Informatieverstrekking geriatrische revalidatiezorg Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37 lid 1 onder d, 39 lid 2 en de artikelen 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft

Nadere informatie

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren.

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren. REGELING Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op: de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg); de beleidsregel Dyslexiezorg, kenmerk BR/CU-5076; de regeling Declaratiebepalingen

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), TARIEFBESCHIKKING OVERIGE PRODUCTEN curatieve GGZ Nummer Datum inwerkingtreding Datum vaststelling Datum verzending -01 1 januari 2013 4 september 2012 n.v.t. Volgnr. Geldig tot Behandeld door 1 Onbepaald

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5036. Intramurale GGZ Zvw: loon- en materiële kosten

BELEIDSREGEL BR/CU-5036. Intramurale GGZ Zvw: loon- en materiële kosten BELEIDSREGEL BR/CU-5036 Intramurale GGZ Zvw: loon- en materiële Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot

Nadere informatie

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden. BELEIDSREGEL Aanvaardbare kosten AWBZ 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg; STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27141 16 mei 2018 Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 april 2018, kenmerk

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CI-1058a

BELEIDSREGEL CI-1058a BELEIDSREGEL CI-1058a Overige producten geestelijke gezondheidszorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf.

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf. Bijlage 5 bij circulaire Care/Wlz/15/14c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf.

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf. Bijlage 19 bij circulaire Care/Wlz/15/07c BELEIDSREGEL Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie