Budgettering vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie

1 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 21 July 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Budgettering Vooraf Activiteiten Stap1 Stap2 Stap3 Stap4 Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 Budgettering Vooraf Wat zijn volgens jou de voordelen van maandelijks budgetteren als scholier? Overleg je antwoord met een klasgenoot. Leerdoel Eten, drinken en een dak boven je hoofd. Hoeveel geld geef je daaraan uit? En hoeveel geld heb je dan nog over voor andere uitgaven? In deze opdracht gaan we het uitgavenpatroon van drie gezinnen met elkaar vergelijken: een gemiddeld gezin, een gezin met een laag inkomen en een gezin met een hoog inkomen. Daarna zoek je uit wat het kost om op kamers te wonen. Eindproduct Je maakt een item over de kosten die je krijgt als je op jezelf gaat wonen. Hiervoor stel je begrotingsadviezen op. Beoordeling Individuele beoordeling: Heb je je logboek juist ingevuld? Heb je een item gemaakt over een begroting opstellen waarin je duidelijke informatie geeft? De cirkeldiagrammen worden beoordeeld op de volgende punten: Zijn de juiste percentages ingetekend? Zijn de percentages op de juiste manier ingetekend? Kloppen de conclusies die zijn getrokken bij de informatie??aan het eind van de opdracht kunnen jullie: omschrijven wat in Nederland tot de basisbehoeften wordt gerekend; omschrijven waaraan het inkomen van de Nederlanders wordt besteed; een begroting opstellen; het verschil aangeven tussen dagelijkse uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven. Pagina 2

4 In deze opdracht ga je werken aan de volgende deelcompetenties: informatie halen uit grafieken en tabellen informatie uit artikelen halen berekeningen maken gegevens in een tabel, grafiek of diagram zetten conclusies trekken Activiteiten Stap Groepsgrootte Activiteit Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Alleen Alleen Alleen Alleen Kennisbanken over uitgaven en budgetteren bestuderen en oefeningen maken. Berekenen hoeveel procent van de totale uitgaven van een gemiddeld gezin aan bepaalde uitgavensoorten wordt uitgegeven. Cirkeldiagrammen van gegevens uit stap 2 maken en conclusies bij de cirkeldiagrammen trekken. Een begroting opstellen voor voor op kamers wonen of voor het wereldcafé en daarmee een eindproduct maken. Benodigdheden Geen bijzonderheden. Tijd Voor deze opdracht heb je onbepaalde tijd nodig. Stap1 Bestudeer van de kennisbank de volgende onderdelen: KB: Uitgaven KB: Budgetteren Maak nu de bijbehorende oefeningen: Pagina 3

5 Uitgaven kn.nu/x6e8u 1 van 16 Uitgaven verdeel je in dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven. Bekijk de onderstaande uitgaven en geef aan tot welke groep deze behoren. Huwelijksreis, computer, wasmachine a. Dagelijkse uitgaven b. Vaste uitgaven c. Incidentele uitgaven 2 van 16 Uitgaven verdeel je in dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven. Bekijk de onderstaande uitgaven en geef aan tot welke groep deze behoren. Kaas, kapper, groente a. Dagelijkse uitgaven b. Vaste uitgaven c. Incidentele uitgaven 3 van 16 Uitgaven verdeel je in dagelijkse uitgaven, vaste uitgaven en incidentele uitgaven. Bekijk de onderstaande uitgaven en geef aan tot welke groep deze behoren. Internetaansluiting, verzekering, huur a. Dagelijkse uitgaven b. Vaste uitgaven c. Incidentele uitgaven 4 van 16 Vink de producten aan die behoren tot de dagelijkse uitgaven. a. nieuwe auto b. champagne c. wasmiddel d. autoverzekering e. abonnement op de krant f. huis (huur/hypotheek) g. aanschaf computer h. brood i. rijst Pagina 4

6 5 van 16 Vink de producten aan die behoren tot de vaste uitgaven. a. nieuwe auto b. champagne c. wasmiddel d. autoverzekering e. abonnement op de krant f. huis (huur/hypotheek) g. aanschaf computer h. brood i. rijst 6 van 16 Vink de producten aan die behoren tot de incidentele uitgaven. a. nieuwe auto b. champagne c. wasmiddel d. autoverzekering e. abonnement op de krant f. huis (huur/hypotheek) g. aanschaf computer h. brood i. rijst 7 van 16 Je hebt een auto gekocht voor ,-. Over vier jaar wil je de auto inruilen voor een nieuwe auto. Je denkt dat je voor je oude auto 8.000,- terugkrijgt. Hoeveel bedraagt de afschrijving per jaar? De afschrijving per jaar is,- 8 van 16 Geef bij de onderstaande stelling aan of deze waar of niet waar. Boodschappen behoren tot de vaste lasten. 9 van 16 Pagina 5

7 Geef bij de onderstaande stelling aan of deze waar of niet waar. Anne geeft 390,- per maand uit aan boodschappen. 10 van 16 Geef bij de onderstaande stelling aan of deze waar of niet waar. Uitgaven voor gas, water en licht zijn vaste lasten. 11 van 16 Geef bij de onderstaande stelling aan of deze waar of niet waar. Verzekeringen zijn vaste lasten. 12 van 16 Geef bij de onderstaande stelling aan of deze waar of niet waar. Anne betaalt 13,50 per maand voor haar abonnement op de krant. 13 van 16 Je ziet hieronder een bedrag per week, maand of jaar. Kies uit de verschillende opties het bedrag dat gelijk is. 280,- per week Pagina 6

8 a ,- per jaar b ,- per jaar c. 44,33 per maand d. 40,- per maand 14 van 16 Je ziet hieronder een bedrag per week, maand of jaar. Kies uit de verschillende opties het bedrag dat gelijk is. 1300,- per maand a ,- per jaar b ,- per jaar c. 44,33 per maand d. 40,- per maand 15 van 16 Je ziet hieronder een bedrag per week, maand of jaar. Kies uit de verschillende opties het bedrag dat gelijk is. 10,- per week a ,- per jaar b ,- per jaar c. 44,33 per maand d. 40,- per maand 16 van 16 Je ziet hieronder een bedrag per week, maand of jaar. Kies uit de verschillende opties het bedrag dat gelijk is. 480,- per jaar a ,- per jaar b ,- per jaar c. 44,33 per maand d. 40,- per maand Budgetteren kn.nu/2b5lt 1 van 6 Vul de volgende woorden in de onderstaande tekst in: Pagina 7

9 uitgaven - begroting - geld - NIBUD - budget De hoeveelheid geld waarvan je rond moet komen, noem je je. Vaak is het handig een overzicht te maken van de inkomsten en de die je verwacht te doen. Zo'n overzicht noem je een. Niet iedereen kan goed met omgaan. Je kunt eventueel naar het voor hulp. 2 van 6 Lees de onderstaande bewering en geef aan of deze waar of niet waar is. Als je wilt sparen, moet je minder uitgeven dan je budget toelaat. 3 van 6 Lees de onderstaande bewering en geef aan of deze waar of niet waar is. Als je moet bezuinigen kun je dat het beste doen op de uitgaven aan primaire behoeften. 4 van 6 Bekijk de uitgaven van Anne. Anne geeft teveel geld uit. Op welke uitgaven kan Anne het gemakkelijkst bezuinigen? a. Gas, water, licht b. Huur c. Kleding d. Verzekeringen 5 van 6 Tom reserveert per maand 25,- om een nieuwe televisie te kopen. Hij verwacht dat de nieuwe televisie 1200,- gaat kosten. Over hoeveel jaar wil hij de televisie volgens zijn reserveringsplan kopen? Pagina 8

10 a. 4 jaar b. 5 jaar c. 6 jaar d. 7 jaar 6 van 6 Twee merken pindakaas worden met elkaar vergeleken? Welk merk is voordeliger? a. Merk A: de prijs per 100 gram is ongeveer 0,06 goedkoper b. Merk A: de prijs per 100 gram is 0,30 goedkoper c. Merk B: de prijs per 100 gram is ongeveer 0,06 goedkoper d. Merk B: de prijs per 100 gram is 0,30 goedkoper Stap2 Bekijk bron bestedingspatroon 1. Voor een gezin met een inkomen van ,- per jaar. Bestedingen Gemiddeld besteed bedrag in euro's Voeding ,6 Wonen Kleding en schoeisel Hygiene en geneeskundige verzorging Percentage van het totaal Pagina 9

11 Ontwikkeling, ontspanning en verkeer Overige bestedingen 500 Totaal Bereken hoeveel procent van de totale uitgaven van een gezin, uitgegeven wordt aan een bepaalde uitgavensoort. Dus: Hoeveel procent wordt uitgegeven aan wonen? Hoeveel procent van het totale inkomen wordt uitgegeven aan kleding en schoeisel? Etc. Stap3 Maak van de gegevens die je in stap 2 hebt verzameld drie cirkeldiagrammen. Teken deze in je logboek. Tip: Kijk voor meer informatie over het tekenen van een cirkeldiagram in de gereedschapskist. Gereedschapskist: Diagram maken Om een cirkeldiagram te maken ga je als volgt te werk: Open een werkblad in Excel. Vul in de vakjes het volgende in: Geen mening 2 0 Positief Negatief Pagina 10

12 Selecteer het geheel met de linkermuisknop Klik op het grafiek icoontje, een wizard opent Kies een grafiektype, in dit geval: cirkel Om een titel en de assen te benoemen kun je in de wizard op een van de tabbladen klikken Als de grafiek af is kun je door op de grafiek te klikken de opmaak aanpassen. Bestudeer de cirkeldiagrammen. Welke conclusies kun je trekken? Hulpvragen bij het trekken van conclusies: Wat zijn de grootste uitgavenposten voor een gezin? Zijn dit basisbehoeften of luxe behoeften? Waar gaan mensen meer geld aan uitgeven als ze meer geld te besteden hebben? Kun je dat verklaren? Verklaar waarom mensen met een hoog inkomen ook veel meer geld uitgeven aan voedsel. Schrijf deze conclusies op in je logboek. Stap4 Bekijk op de site scholieren.nibud.nl de informatie over op kamers wonen. Stel een begroting en begrotingstips op. Maak hiervan een item voor je eindproduct. (NB:voor het wereldcafé, stel je een begroting op voor het café zelf!) Idee: Schrijf een artikel voor jongeren die op kamers willen gaan wonen in de krant. Idee: Houd een interview voor je journaal met iemand die op kamers woont. Idee: Ontwerp een budgetspel. Idee: Maak een artikel met tips voor je website. Idee: Voor het wereldcafé mag je een begroting opstellen voor het café zelf. Pagina 11

13 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 July 2016 om 15:52 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2; Leerinhoud en Werk, welzijn en welvaart; Mens en maatschappij; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Pagina 12