Inhoud 1 Doel en uitgangspunten 2 Toetsing in grote lijnen 3 Kleine bouwwerken 4 Gebiedscriteria 5 Algemene criteria 6 Excessencriteria

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoud 1 Doel en uitgangspunten 2 Toetsing in grote lijnen 3 Kleine bouwwerken 4 Gebiedscriteria 5 Algemene criteria 6 Excessencriteria"

Transcriptie

1

2 1

3 Inhoud 1 Doel en uitgangspunten 4 Leeswijzer 4 Stroomschema 5 2 Toetsing in grote lijnen 8 Toelichting bij het stroomschema 8 Welstandstoets 9 Welstandscriteria 9 Monumenten en welstandstoetsing 10 Beeldkwaliteitsplannen 10 Toetsing en advisering 11 3 Kleine bouwwerken 14 Criteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken 14 1 Aan- en uitbouwen 17 2 Bijgebouwen en overkappingen 18 3 Dakkapellen 19 4 Dakopbouw 20 5 Kozijn- en gevelwijzigingen 22 6 Erf- of perceelsafscheiding 23 7 Zonnepanelen en collectoren 24 8 Spriet, staaf- en schotelantennes25 9 Rolhekken, luiken en rolluiken 26 4 Gebiedscriteria 28 Landelijke linten 30 Stedelijke en dorpse linten 34 Traditionele woningbouw 38 Centrum 42 Fronten 46 Hoofdroutes 50 5 Algemene criteria 52 6 Excessencriteria 56 7 Achtergronden welstandsnota 60 Actualisering 60 Ambitie 60 Relatie met overig beleid Toelichting bij toetsingsproces 64 Bijlage A: Welstandsgebiedenkaart 66 Bijlage B: Beeldkwaliteitsplannen 72 Bijlage C: Begrippenlijst 74 Bijlage D: Toetslijsten 82 2

4 3

5 1 Doel en uitgangspunten Deze welstandsnota heeft als doel een bijdrage te leveren aan het behoud en de versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde omgeving. Dit doen we door middel van transparante, objectieve en daarmee voor iedereen begrijpelijke criteria waar bouwplannen aan worden getoetst. Daarnaast geeft deze nota inzicht in de achtergronden van deze criteria en in de procedures die daarbij gevolgd worden. Hiermee streven we naar welstandsbeleid dat bestuurlijk en maatschappelijk breed gedragen wordt en dat vooral gezien moet worden als een stimulans en inspiratiebron voor goede architectuur, nadrukkelijk niet een instrument om alles te verbieden. We verwachten dat dit leidt tot passende ontwerpen in de leefomgeving. Voor wie is deze welstandsnota bedoeld? Deze nota is bedoeld om de Waalwijkse inwoners, architecten en andere opdrachtgevers te informeren over criteria die de gemeente hanteert bij de welstandsbeoordeling van bouwplannen. De gemeenteraad stelt deze nota vast. Het college van burgermeester en wethouders besluit aan de hand van de ambtelijke adviezen of van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK, de oorspronkelijke welstandscommissie) of een plan voldoet aan redelijke eisen van welstand. Samen verantwoordelijk Het welstandsbeleid van de gemeente Waalwijk is opgesteld vanuit de overtuiging dat de lokale overheid samen met haar inwoners verantwoordelijk is voor het behoud en de ontwikkeling van een aantrekkelijke gebouwde omgeving. Dit betekent dat de verschijningsvorm van een bouwwerk geen zaak is van een eigenaar alleen; elke voorbijganger wordt ermee geconfronteerd, of hij nu wil of niet. Het welstandstoezicht beweegt zich dus op het grensvlak van private en collectieve belangen. Bij het opstellen van welstandsbeleid moet er een afweging gemaakt worden tussen individuele vrijheid en algemeen belang. De individuele vrijheid gaat tot daar waar een ander er last van heeft of tot waar het algemene belang er onder lijdt. Conserverend en vernieuwend Het welstandsbeleid richt zich in hoofdzaak op het beschermen van belangrijke bestaande karakteristieken van een gebied. Daarmee richt het beleid zich op de zorg dat nieuwe ontwikkelingen daar verantwoord op aansluiten en voortbouwen. Behoud van bestaande kwaliteiten hoeft niet te betekenen dat alles gelijk moet zijn aan de bestaande omgeving. Voor een levensvatbare toekomst van de gebouwde omgeving is het noodzakelijk dat er ook ruimte is voor creatieve bouwideeën, die wellicht anders zijn dan wat er ter plekke gebruikelijk is. Hierbij staat steeds een zorgvuldige afstemming op de bestaande omgeving voorop. Van groot belang is daarbij dat iedereen de waardevolle karakteristieken van het gebied kan herkennen. Bij het ontwerpen van nieuwe gebouwen of aanpassingen van bestaande bouwwerken moet daarmee dus rekening worden gehouden. Leeswijzer De welstandsnota is opgedeeld in informatie voor het gebruik, achtergrondinformatie en de bijlagen. Om snel aan de slag te kunnen met een concrete bouwaanvraag begint u met hoofdstuk 2 Toetsing in grote lijnen. In de bijlage A is de kaart opgenomen die u kunt raadplegen voor de welstandstoets. 4

6 Informatie voor gebruik Hoofdstuk 2: Toetsing in grote lijnen geeft een korte beschrijving van alles wat komt kijken bij de welstandstoets. Hoofdstuk 3: Kleine bouwwerken laat een overzicht zien van de criteria voor kleine bouwwerken. Hoofdstuk 4: Gebiedscriteria omvat alle gebiedsbeschrijvingen met de daarbij behorende criteria. Hoofdstuk 5: Algemene criteria beschrijft de criteria die bij elk bouwplan van toepassing zijn. Hoofdstuk 6: Excessencriteria beschrijft wanneer iets als een exces wordt beschouwd. plan kan de aanvrager de stappen uit het stroomschema hiernaast doorlopen. In hoofdstuk 2 wordt de welstandstoets en het welstandsproces op hoofdlijnen verder toegelicht. Achtergrondinformatie Hoofdstuk 7: Achtergronden welstandsnota gaat over de totstandkoming van de welstandsnota, de ambitie van de gemeente en de relatie met overig beleid. Hoofdstuk 8: Toelichting bij toetsingsproces licht onderdelen uit het proces van toetsing en advisering nader toe. Bijlagen Bijlagen A: Welstandsgebiedenkaart bevat een kaart waarop is aangegeven welke gebieden welstandsplichtig zijn en welke gebiedsbeschrijvingen en gebiedscriteria waar van toepassing zijn. Bijlage B: Beeldkwaliteitsplannen bevat kaarten waarop is aangegeven welke beeldkwaliteitsplannen in de gemeente van kracht zijn. Bijlage C: Begrippenlijst geeft uitleg van de begrippen die in deze nota worden gehanteerd. Bijlage D: Toetslijsten bevat voor veel voorkomende kleine bouwwerken per bouwwerk een lijst met criteria waarmee in de praktijk getoetst kan worden. Stroomschema Op de pagina hiernaast is het stroomschema weergegeven voor de gemeentelijke afhandeling in het kader van het welstandsbeleid. Om te bepalen wat van toepassing is voor een specifiek 5

7 6

8 7

9 2 Toetsing in grote lijnen In het vorige hoofdstuk is het stroomschema weergegeven voor de gemeentelijke afhandeling van een aanvraag in het kader van het welstandsbeleid. Het schema beschrijft in het kort welke stappen van belang zijn bij het aanvragen van een welstandsadvies. In dit hoofdstuk wordt de welstandstoets en het welstandsproces op hoofdlijnen verder toegelicht. de architectonische vormgeving van het bouwwerk. Wanneer een bouwwerk niet in het bestemmingsplan past moet eerst beoordeeld worden of de gemeente bereid is mee te werken aan een wijziging van het bestemmingsplan. Een welstandstoets of advies kan dan nog niet worden gevraagd, omdat andere redenen dan welstand doorslaggevend kunnen zijn om af te zien van medewerking. Toelichting bij het stroomschema Vergunningvrij bouwen Om te kunnen bouwen of verbouwen is meestal een vergunning nodig. Het Rijk heeft echter een aantal situaties aangegeven waar geen omgevingsvergunning voor aangevraagd hoeft te worden. Bijvoorbeeld bij gewoon onderhoud zoals schilderwerk of gevelonderhoud of voor een kleine dakkapel aan de achterkant van een woning. Met het introduceren van vergunningsvrije bouwwerken wil de wetgever eigenaren van woningen en panden meer vrijheid geven voor aanpassingen van hun woning. Alleen aan de achterkant en zijkant van woningen zijn bepaalde bouwwerken vergunningvrij. Achterliggende gedachte hiervan is dat de voorkant van woningen uit oogpunt van het gemeenschappelijk belang kwetsbaarder is. Zijerven die grenzen aan de openbare ruimte worden daarbij ook tot de voorkant gerekend. Overigens moet elk bouwwerk wel aan de regels uit het Bouwbesluit en het burenrecht uit het Burgerlijk Wetboek voldoen. Meer informatie hierover vindt u op of op Bestemmingsplan In een bestemmingsplan is geregeld wat je mag bouwen en hoe je gronden mag gebruiken voor andere doelen dan bouwen. De welstandsnota is een apart toetsingskader en doet uitspraken over Monumenten Monumenten maken een belangrijk onderdeel uit van het Waalwijkse culturele erfgoed. Ze zijn om verschillende redenen zo waardevol dat ze een beschermde status hebben. Ze geven de gemeente Waalwijk karakter en identiteit en zijn daarom van belang voor het omgevingsbeeld. Monumenten worden beschermd door de Monumentenwet, de Erfgoedverordening van de gemeente Waalwijk en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Daaruit volgen richtlijnen en eisen ter bescherming van het monument. Een geplande aan- of verbouw van een monument wordt eerst aan deze richtlijnen getoetst, daarna pas aan de criteria in deze welstandsnota. Relatie met overig beleid De welstandsnota staat niet op zich zelf. In de welstandsnota wordt slechts de verschijningsvorm van bebouwing geregeld. Allerlei aspecten van ruimtelijke kwaliteit kunnen ook door middel van andere instrumenten worden vastgelegd, vaak op verschillende momenten. Het bestemmingsplan en het monumentenbeleid zijn daar een voorbeeld van. In hoofdstuk 8 is een uitgebreider overzicht opgenomen van de instrumenten die bijdragen aan de ruimtelijke kwaliteit. 8

10 Welstandstoets De welstandstoets is opgebouwd uit twee onderdelen: het welstandsniveau en de welstandscriteria. Het welstandsniveau bepaalt hoe streng of hoe soepel er getoetst wordt. De welstandscriteria bepalen op welke onderdelen een bouwplan getoetst wordt. Welstandsniveaus Op basis van gebiedskenmerken en waarden worden er twee welstandsniveaus onderscheiden. Op de kaart in bijlage A staat vermeld voor welk gebied welk welstandsniveau geldt. Voor gebieden die bijzondere waarden hebben of een grotere bijdrage leveren aan de beleving van het ruimtelijke beeld geldt dat ze welstandsplichtig zijn. Voor gebieden die weinig invloed hebben op de publieke beleving van het ruimtelijk beeld, wordt een welstandsvrij regime ingevoerd. Voor het grootste deel van de gemeente Waalwijk geldt dit welstandsvrije regime. De toetsing wordt als volgt afgestemd op het welstandsniveau: Welstandsplichtig Een (verbouw-) plan leidt tot een positief welstandsadvies als het plan leidt tot een goede (of verrijkende) inpassing in de omgeving in deze gebieden. De hierna volgende gebieden zijn als welstandsplichtig aangemerkt: Landelijke linten; Stedelijke en dorpse linten; Traditionele woningbouw gebieden; Centrum; Fronten; Hoofdroutes. Bovenstaande gebieden kunnen elkaar overlappen. Een groot deel van deze gebieden heeft betrekking op cultuurhistorisch waardevolle gebieden voor de gemeente Waalwijk. In welstandsplichtige gebieden is bij plannen met betrekking tot veel voorkomende kleine bouwwerken een ambtelijke toets in principe voldoende. Bij grotere plannen vraagt het college een onafhankelijk advies van de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK). Welstandsvrij Volledig welstandsvrije gebieden betreft het grootste gedeelte van het grondgebied van de gemeente Waalwijk. Daarnaast geldt voor (een gedeelte van) achtererfgebieden eveneens een welstandsvrij regime (zie hoofdstuk 3). Een aanvraag voor een omgevingsvergunning binnen deze gebieden wordt niet getoetst aan welstandscriteria. Dat een gebied welstandsvrij is wil overigens niet zeggen dat er geen omgevingsvergunning nodig is om te kunnen bouwen. Welstandscriteria Toetsing en advisering vinden plaats aan de hand van de criteria. De gemeente Waalwijk maakt onderscheid in criteria voor kleine bouwwerken en gebiedscriteria. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de algemene criteria en de criteria voor de excessenregeling. Hieronder leest u meer over deze criteria. Criteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken Bij veel voorkomende kleine bouwwerken wordt een eenvoudige toets toegepast. Voor deze bouwwerken heeft de gemeente specifieke criteria opgesteld. Als het bouwwerk voldoet aan de criteria, dan krijgt u een positief welstandsadvies. Als het bouwwerk niet voldoet aan de criteria of bij twijfel zal alsnog een nadere toets of advisering nodig zijn door de welstandscommissie. De criteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken zijn opgenomen in hoofdstuk 3. Gebiedscriteria Voor bouwplannen die niet vallen onder de categorie veel voorkomende kleine bouwwerken zijn gebiedscriteria van 9

11 toepassing. Deze criteria zijn ontleend aan de ruimtelijke kenmerken en karakteristieken van de verschillende herkenbare gebiedseenheden binnen de gemeente. Deze karakteristieken zijn het resultaat van bijvoorbeeld wordingsgeschiedenis, stedenbouwkundige, landschappelijke en architectonische vormgeving. De gebiedscriteria zijn daarnaast gevormd uit de ambitie die de gemeente heeft voor deze gebieden. De gebiedsbeschrijvingen en gebiedscriteria zijn opgenomen in hoofdstuk 3. U leest meer over de ambitie van de gemeente in hoofdstuk 7. Algemene criteria De algemene criteria zijn criteria die bij elk bouwplan van toepassing zijn. Deze criteria richten zich op het vakmanschap van de ontwerper en de expressie van het bouwplan. Het gaat dan om de basiselementen van het bouwen zoals: klopt de vormgeving met de functie en het gebruik van het gebouw, levert het bouwwerk een positieve bijdrage aan de kwaliteit van de openbare ruimte, is er gekozen voor een begrijpelijke bouwstijl, is het een samenhangend gebouw en kloppen maat- en schaalverhoudingen. Deze criteria vormen altijd het eerste uitgangspunt voor een welstandsbeoordeling, maar dienen, in combinatie met de gebiedsbeschrijvingen, ook als inspiratiebron voor ontwerpers en opdrachtgevers. In bijzondere situaties kan ervoor gekozen worden om alleen aan de algemene criteria te toetsen. Ook kunnen de algemene criteria gebruikt worden als er sprake is van een architectonische ontwerp dat niet past binnen de specifieke welstandscriteria in deze nota, maar wel een positieve bijdrage levert aan de ruimtelijke kwaliteit. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een gebouw, waarvan de vormgeving afwijkt van de omgeving, maar die wel een bijzonder fraaie aanvulling vormt op de omgeving. Expressie en architectonisch vakmanschap worden belangrijker naarmate een bouwwerk zich sterker van de omgeving onderscheidt. De algemene criteria zijn verwoord in hoofdstuk 5. Criteria voor de excessenregeling Een bouwwerk dat in dusdanig negatieve zin afwijkt van haar omgeving, noemen we een exces. Het betreft een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen duidelijk is. Burgemeester en wethouders kunnen de eigenaar van dat bouwwerk (of degene die uit ander hoofde bevoegd is) vragen de ernstige strijd met redelijke eisen van welstand op te heffen. De Commissie Ruimtelijke Kwaliteit adviseert het college op verzoek. De excessenregeling vindt u in hoofdstuk 6. Monumenten en welstandstoetsing Voor omgevingsvergunningplichtige bouwplannen met betrekking tot rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten geldt altijd een welstandstoets, ook als het object ligt in een welstandsvrij gebied. Het welstandstoezicht richt zich daarbij niet alleen op het monumentale object zoals dat is beschreven in de monumentenregisters, maar ook op het bij een monument behorende erf. Indien het specifieke object ligt in een welstandsplichtig gebied, dan vormt de redengevende beschrijving van het pand in combinatie met de gebiedsgerichte criteria (zie hoofdstuk 4) het toetsingskader. Indien het specifieke object ligt in een welstandsvrij gebied, dan vormt de redengevende beschrijving van het pand in combinatie met de algemene welstandscriteria (zie hoofdstuk 5) het toetsingskader. Indien er geen redengevende beschrijving aanwezig is, wordt het toetsingskader gevormd door de gebiedsgerichte criteria (indien sprake is van een gebied waarvoor een welstandstoets geldt) òf de algemene welstandscriteria (indien sprake is van een welstandsvrij gebied). Beeldkwaliteitsplannen Naast de welstandsnota kan de gemeenteraad beeldkwaliteitsplannen voor specifieke ontwikkelingen vaststellen. Het gaat dan om nieuwe 10

12 ontwikkelingen of transformaties die zodanig van schaal zijn dat ze niet meer aansluiten bij de oorspronkelijke situatie. Er ontstaan dan nieuwe waarden en karakteristieken. In beeldkwaliteitsplannen worden meer specifieke, ontwikkelingsgerichte criteria voor toetsing opgenomen. Het beeldkwaliteitsplan vormt dan het beleids- en toetsingskader, ook als het afwijkend is van deze nota. Beeldkwaliteitsplannen waarvan de ontwikkeling is afgerond komen te vervallen. Bij ontwikkelingen die nog niet zijn afgerond is het beeldkwaliteitsplan nog geldend. Een overzicht van de geldende beeldkwaliteitsplannen vindt u in bijlage B. naar criteria en een weergave van de planbeoordeling. De uitkomsten kunnen zijn: Akkoord: het ingediende plan voldoet, eventueel in afwijking van beschreven criteria. Beoordeling aan de algemene criteria moet dan wel gemotiveerd worden. Niet akkoord: het ingediende plan voldoet niet en dient te worden aangepast. Een aanvraag kan worden aangehouden als nadere informatie nodig is om het plan daadwerkelijk te kunnen beoordelen. Het plan wordt dan pas behandeld, wanneer alle benodigde stukken bij de ambtelijke toetser of CRK aanwezig zijn. Toetsing en advisering Werkwijze Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Burgemeester en wethouders worden bij hun beoordeling van bouwplannen geadviseerd door een ambtelijk toetser of de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (CRK). De CRK is een onafhankelijke commissie van deskundigen: ze zijn werkzaam in, of hebben anderszins kennis of raakvlakken met, de architectuur, landschap, stedenbouw en cultuurhistorie. De commissie adviseert vooral over het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk, zowel op zichzelf als in verband met zijn omgeving. Haar adviezen zijn openbaar. Jaarlijks verschijnt er een verslag van haar werkzaamheden. Planbeoordeling Toetsing of advisering vindt in principe plaats binnen de daarvoor geldende wettelijke termijnen van de omgevingsvergunning. Resultaten van toetsing en advisering worden schriftelijk vastgelegd. Afhankelijk van het specifieke geval kan dit met een akkoord stempel en een advies zonder verdere toelichting, dan wel een uitgebreidere beschrijving van het plan, verwijzing Vooroverleg Een initiatiefnemer kan het bouwplan ook in een vroeg stadium informeel aan de CRK of ambtelijke toetser voorleggen. Dit kan door het indienen van een verzoek om vooroverleg met de CRK of door een afspraak te maken via het Klantcontactcentrum van de gemeente ( ). Het gaat dan om plannen die nog niet tot in detail zijn uitgewerkt. Dit vooroverleg is bedoeld om de mening van de CRK of ambtelijke toetser te peilen en om samen de mogelijkheden of eventuele aanpassingen te bespreken. Advisering naar aanleiding van een vooroverleg wordt altijd schriftelijk vastgelegd. Indieningsvereisten In de ministeriele regeling omgevingsrecht is aangegeven welke gegevens moeten worden aangeleverd bij een aanvraag om een omgevingsvergunning. Informatie hierover is te vinden op of Het staat u vrij om meer gegevens aan te leveren, als u van mening bent dat het uw plan beter toelicht. 11

13 12

14 13

15 3 Kleine bouwwerken Criteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken Veel voorkomende kleine bouwwerken die omgevingsvergunningplichtig zijn kunnen eenvoudig aan welstand worden getoetst middels een ambtelijke toets. Hiertoe heeft de gemeente criteria opgesteld voor deze bouwwerken. Dit is een vereenvoudigde welstandstoets (zie bijlage D voor de toetslijsten). Indien het bouwwerk voldoet aan de geformuleerde criteria, volgt een positief advies. Wanneer het plan niet voldoet wil dat niet zeggen dat het plan welstandshalve niet voldoet. Het bouwplan dient dan voorgelegd te worden aan de commissie. Dit geldt ook bij twijfel. Hier wordt dan getoetst aan de hand van de gebiedsgerichte, objectgerichte en/of de algemene welstandscriteria. Het gaat om de volgende bouwwerken: - Aan- of uitbouwen - Bijgebouwen en overkappingen - Dakkapellen - Dakopbouwen - Kozijn- en gevelwijzigingen - Erf- of perceelsafscheidingen - Zonnepanelen en -collectoren - Spriet-, staaf- en schotelantennes - Rolhekken, luiken en rolluiken Indien het een bouwplan betreft bij een beschermd monument of in een beschermd stads- of dorpsgezicht zal altijd advies gevraagd worden aan de welstandscommissie. Dit geld ook wanneer het gaat om kleine bouwwerken die omgevingsvergunningplichtig zijn, maar die niet in deze lijst voorkomen, bijvoorbeeld dakterrassen, een bouwwerk geen gebouw zijnde, sporten speeltoestellen, etc. Voor- en achterkant In het verlengde van de systematiek van het Besluit omgevingsrecht (BOR) wordt bij de ambtelijke toetscriteria onderscheid gemaakt in de voor- en de achterkant van een bouwwerk. Het feit of een voorkant (gevel, erf en dakvlak) of een achterkant (gevel, erf en dakvlak) van een bouwwerk betreft wordt bepaald door de ligging in of direct grenzend aan het voor- of achtererfgebied. Hierna volgend wordt voor twee verschillende situaties toegelicht welk deel van het kavel als voor- of achtererfgebied gezien wordt. De eerste uitleg gaat over eenvoudige rechthoekige verkavelingen en de tweede over kavels aan complexe schuine en/of bochtige wegen en openbaar toegankelijk gebied. Voor- en achtererfgebied, eenvoudige rechthoekige verkaveling Het achtererfgebied is een deel van het erf en begint achter een denkbeeldige lijn. Deze lijn doorkruist de woning op 1 meter achter de voorkant van de woning en loopt van daaruit evenwijdig met het openbaar toegankelijk gebied. In hoeksituaties loopt de lijn evenwijdig mee met het openbaar toegankelijk gebied aan de zijkant van het erf. Het erf loodrecht achter de woning is altijd achtererfgebied. Het erf aan de zijkant is dat alleen als naast het erf geen openbaar toegankelijk gebied ligt. Voor- en achtererfgebied, complexe verkaveling Het achtererfgebied is een deel van het erf en begint achter een denkbeeldige lijn. Deze lijn doorkruist de woning op 1 meter achter de voorkant van de woning en loopt van daaruit evenwijdig met het openbaar toegankelijk gebied. De lijn kan de woning niet nogmaals kruisen en ook niet in het gebied achter de woning komen (zoals te zien is bij kavels 4, 9, 10, 11, en 14). Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat het deel van het erf loodrecht achter de woning altijd tot het achtererfgebied behoort. Door de schuine of bochtige wegen, vaarwater of ander openbaar gebied, kunnen delen van het erf aan de zijkant al dan niet tot het achtererf 14

16 behoren (zoals bij kavels 8, 10, 13 14, 15, 25 en 26). Dat is geheel afhankelijk van de loop van het openbaar toegankelijk gebied. Bij het begrip openbaar toegankelijk gebied wordt uitgegaan van hetgeen daaronder in het normale spraakgebruik wordt verstaan, zoals wegen (nader verklaard in de Wegenverkeerswet), pleinen, parken, plantsoenen, openbaar vaarwater en dergelijke die het gehele jaar (of een groot deel van het jaar) voor het publiek toegankelijk zijn. Fiets- en voetpaden die uitsluitend worden gebruikt voor de ontsluiting van percelen (en dus niet voor doorgaand verkeer), vallen niet onder het openbaar toegankelijk gebied. Bron: Rijksoverheid Bron: Rijksoverheid Zijgevel en erf in achtererfgebied gekeerd naar openbaar toegankelijk gebied Algemeen geldt dat het welstandsbeleid onafhankelijk is opgesteld van wat vergunningvrij is of wat niet. Het beleid heeft namelijk tot doel een bepaalde mate van ruimtelijke kwaliteit te bereiken. De zijgevels en zijerven die gekeerd zijn naar het openbaar toegankelijk gebied dragen in belangrijke mate bij aan de beleving van de openbare ruimte. Vandaar dat de criteria voor kleine bouwwerken voor de zijkanten die onder het achtererfgebied vallen dat gekeerd is naar openbaar toegankelijk gebied, in deze welstandsnota gelijk worden behandeld als zijkanten die onder het voorerfgebied vallen. Indien de zijgevel direct grenst aan het achtererfgebied of het zijerf valt binnen het achtererfgebied dat gekeerd is naar openbaar toegankelijk gebied zijn in principe alleen welstandscriteria van toepassing indien er vergunnningplichtige bouwwerken worden opgericht. Echter kunnen vergunningvrije bouwwerken ook vrijwillig getoetst laten worden aan de criteria voor kleine bouwwerken. Vergunningvrije bouwwerken die voldoen aan de criteria voor kleine bouwwerken zijn namelijk nooit een exces. 15

17 Welstandsvrij gedeelte van achterkant niet gekeerd naar openbaar toegankelijk gebied Nieuw te realiseren veel voorkomende kleine bouwwerken zijn welstandsvrij als deze zich bevinden: - aan de achterkant (gevel, erf, dakvlak) van een bestaand hoofdgebouw aan de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde kant; - tussen het verlengde van de bestaande zijgevels; - tot ten hoogste het bestaande hoogste punt van het bestaande hoofdgebouw. Wijze van meten Tenzij anders aangegeven worden de afstanden loodrecht gemeten. De genoemde maten gelden voor de buitenzijde van het bouwwerk. 16

18 1 Aan- en uitbouwen Beleidsintentie Een aan- of uitbouw is een grondgebonden toevoeging van één bouwlaag aan een gevel van een gebouw. Als de aan- of uitbouw zichtbaar is van uit de openbare ruimte, zijn ze voor het straatbeeld mede bepalend. Het heeft de voorkeur om in gebieden naar samenhang te streven middels gelijkvormige exemplaren die passen bij het karakter van de straat en de gebouwen. Belangrijk is dat de contour van en het silhouet van het oorspronkelijke hoofdgebouw of bouwblok zichtbaar blijven en dat de aan- of uitbouw qua uitstraling en volume ondergeschikt is aan het oorspronkelijke gebouw. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; - in maat, schaal en verschijningsvorm ondergeschikt aan het hoofdgebouw; - geen secundaire aan- of uitbouw (aanbouw aan aanbouw). Plaatsing - direct aan de oorspronkelijke voor- of zijgevel; - afstand van de aan- of uitbouw tot voorgevel minimaal 1 m; - afstand van de aan- of uitbouw aan zijgevel tot zijerfgrens minimaal 1 m en minimaal 1 m achter de voorgevel. Vorm - plat afgedekt; - rechthoekige hoofdvorm; - vormgegeven in één bouwlaag; - gevelindeling evenwichtig en afgestemd op het hoofdgebouw; - indeling en profielen van kozijnen gelijk aan die van de gevelramen en kozijnen van hoofdgebouw; - geen overmaat aan detaillering, dus bescheiden overstek, boeiboord en ornamenten (bescheiden is maximaal 0,15 m.). Maatvoering - hoogte niet hoger dan vloer eerste bouwlaag plus 0,3 m en minimaal 0,3 m onder de dakvoet; - diepte aan de voorgevel maximaal 1 m, aan de zijgevel maximaal 3 m. Detaillering - zorgvuldig en afgestemd op het hoofdgebouw; - bescheiden dakranddetaillering. Materiaal en - overeenkomstig het hoofdgebouw. Kleur 17

19 2 Bijgebouwen en overkappingen Beleidsintentie Een bijgebouw of overkapping is een grondgebonden gebouw van één bouwlaag. Een bijgebouw staat los op het erf van het hoofdgebouw en is meestal bedoeld als schuur, tuinhuis of garage. De overkapping staat los op het erf of tegen het hoofdgebouw aan en is meestal bedoeld als carport of luifel boven een deur of raampartij. Als het bijgebouw of de overkapping zichtbaar is vanuit de openbare ruimte, zijn ze voor het straatbeeld mede bepalend. Het heeft de voorkeur om in gebieden maar samenhang te streven middels gelijkvormige exemplaren die passen bij het karakter van de straat en de gebouwen. Bijgebouwen moeten passen bij en qua uitstraling en volume ondergeschikt zijn aan het oorspronkelijke hoofdgebouw. Ondergeschiktheid kan verkregen worden met een bescheiden uiterlijk, bijvoorbeeld doordat materialen, (gedekte) kleuren en (een eenvoudige) kapvorm zijn afgestemd op die van het hoofdgebouw. Een belangrijk kenmerk hierbij voor een overkapping is de transparantie, waarbij de wanden niet zijn dichtgezet. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; - in maat, schaal en verschijningsvorm ondergeschikt aan het hoofdgebouw; - geen secundaire aan- of uitbouw (aanbouw aan aanbouw); Plaatsing - geen bijgebouw of overkapping op het voorerf; - 3 m terug van de voorgevelrooilijn en 3 m van de weg of openbaar groen. Vorm - plat afgedekt of een van het hoofdgebouw afgeleide eenduidige kapvorm, - helling en nokrichting; - rechthoekige hoofdvorm; - vormgegeven in één bouwlaag; - overkapping vrijstaand of met maximaal twee zijden tegen gevels hoofdgebouw en minimaal aan twee zijden open; - gevelindeling evenwichtig en afgestemd op het hoofdgebouw. Maatvoering - goothoogte maximaal 3 m, gemeten vanaf het aansluitende terrein; - overkappingen: minimaal 0,3 m onder de gootlijn. Detaillering - zorgvuldig en afgestemd op het hoofdgebouw. Materiaal - overeenkomstig het hoofdgebouw. Kleur - overeenkomstig het hoofdgebouw of in een gedekte kleurstelling. 18

20 3 Dakkapellen Beleidsintentie Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakkapellen zijn in het algemeen een ondergeschikte toevoeging aan een dakvlak. Desondanks zijn dakkapellen, als ze zichtbaar zijn vanuit de openbare ruimte, voor het straatbeeld zeer bepalend. Bij meerdere dakkapellen op één doorgaand dakvlak streeft de gemeente naar een herhaling van uniforme exemplaren en een regelmatige rangschikking op een horizontale lijn. Herhaling binnen een blok (van dezelfde architectuur/bouwstijl) kan rust en samenhang brengen. Over het algemeen zijn de criteria gericht op behoud van dakvlak rondom de dakkapel. Deze criteria komen aan de orde als het bouwplan niet vergunningsvrij is. Het bestemmingsplan en de beleidsregels voor afwijking van het bestemmingsplan treden in eerste instantie regelend op voor wat betreft situering en maximale afmetingen. Indien voor een dakkapel een vergunde trendsetter, zoals eerder beschreven, beschikbaar is, moet deze gevolgd worden. In andere gevallen voldoet een dakkapel aan redelijke eisen van welstand als deze voldoet aan de door de gemeente vastgestelde objectgerichte welstandscriteria. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; - de dakkapel is gelijkvormig aan eerder geplaatste en vergunde dakkapellen op het betreffende dakvlak van het bouwblok (trendsetter); - de dakkapel is een ondergeschikte toevoeging aan het hoofdgebouw. Plaatsing - onderzijde meer dan 0,5 m en niet meer dan 1 m boven de dakvoet; - bovenzijde meer dan 0,5 m onder de daknok; - de afstand meer dan 0,75 m tot het midden dan de woningscheidende bouwmuren of de eindgevel en bij vrijstaande en twee-onder-één-kapwoningen meer dan 1,5 m tot de eindgevel (bij hoekkepers aan de bovenkant en bij kilkepers aan de onderkant van het kozijn van de dakkapel gemeten); - één per dakvlak; - geen dakkapel op een wolfseind; - geen dakkapellen boven elkaar; - geen dakkapellen op het bovenste deel van een hoogopgaand dakvlak; - geen dakkapellen op bijgebouwen. Vorm - plat afgedekt of in aansluiting op de stijlkenmerken van het gebouw een aangekapte dakkapel; - zijwanden ondoorzichtig en rechtopgaand; - oversteken maximaal 0,1 m; - boeiboord maximaal 0,25 m; - geen borstwering; - indeling evenwichtig en afgestemd op het hoofdgebouw. Maatvoering - niet meer dan 40% van de breedte van het voordakvlak en niet meer dan 50% van het zijdakvlak, tot een maximum van 3,60 m per dakkapel; 19

21 - hoogte minder dan 1,5 m, gemeten vanaf de voet van de dakkapel tot bovenzijde boeiboord of daktrim; - niet meer dan 50% van de oppervlakte van het dakvlak gebruikt voor dakkapellen en andere dakdoorbrekingen gezamenlijk. Detaillering - zorgvuldig en afgestemd op het hoofdgebouw. Materiaal - overeenkomstig het hoofdgebouw. - zijwangen in een donkere kleur; Kleur - donkere kleuren; 20

22 4 Dakopbouwen Beleidsintentie Een dakopbouw is een verdieping op een gebouw waarbij een nieuwe ruimte ontstaat of een bestaande ruimte wordt vergroot. Het doel van een dakopbouw is het bruikbaar woonoppervlak te vergroten en de lichttoetreding te verbeteren. Als dakopbouwen zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, zijn ze voor het straatbeeld mede bepalend. Met het plaatsen van een dakopbouw op of in de kap verandert het profiel van de woning: de nok- of gootlijn wordt (plaatselijk) verschoven. Bij woningen met een zadeldak is een enkelzijdige nokverhoging aan de achterzijde het uitgangspunt. Op platte daken ligt de dakopbouw bij voorkeur terug ten opzichte van de voorgevellijn of loopt hier schuin van weg. Uitgangspunt is dat een negatieve invloed op het gebouw, bouwblok en straatbeeld wordt voorkomen. In dat kader is een dakopbouw op een topgevel niet toegestaan. Bij meerdere dakopbouwen op één doorgaand dakvlak streeft de gemeente naar samenhang door een herhaling van uniforme exemplaren en een regelmatige rangschikking op een horizontale lijn. Herhaling brengt bij seriematige woningbouw rust en samenhang in een rij. Door nokverhogingen over de gehele woningbreedte toe te passen, kunnen deze aan elkaar gekoppeld worden zodat uiteindelijk over een hele rij een nieuwe aangesloten nok kan ontstaan. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; - de dakopbouw is bij seriematige woningbouw gelijkvormig aan eerder geplaatste en vergunde dakopbouwen op het betreffende dakvlak van het bouwblok. Plaatsing - één dakopbouw per woning; - op een samenhangende rijwoningen (en 2-onder-1 kap en vrijstaand) met een zadeldak aan de achterzijde van de woning. - niet toegestaan bij een topgevel. Vormgeving en Maatvoering op een zadeldak Vormgeving en Maatvoering op een plat dak - alleen enkelzijdige nokverhogingen toepassen over de gehele breedte van de woning met een hellingshoek gelijk aan bestaande dak; - de nok met hoogstens 0,80 m verhogen; - indeling evenwichtig en afgestemd op het hoofdgebouw. - dakopbouwen terugliggend (minimaal 1 m t.o.v. de dakrand) op bebouwing toepassen met behoud van de collectieve gootlijn; - totale hoogte van een plat afgedekte dakopbouw is niet hoger dan de daaronder gelegen verdieping en maximaal 3,5 m. Detaillering - nokverhogingen in stijl en afwerking gelijk aan het hoofdgebouw; - schuine daken dekken met pannen; - overige dakopbouwen in stijl en afwerking terughoudend uitvoeren en afstemmen op het hoofdgebouw. Materiaal en Kleur - nokverhogingen in materiaal en kleur gelijk aan het hoofdgebouw; - overige dakopbouwen in materiaal en kleur afgestemd op het hoofdgebouw of gedekte kleuren. 21

23 5 Kozijn- en gevelwijzigingen Beleidsintentie Van een kozijn- of gevelwijziging is sprake bij het veranderen of verplaatsen van een kozijn, kozijninvulling, luik of gevelpaneel. Omdat de opbouw en indeling van de gevel een belangrijk onderdeel is van de architectonische vormgeving van het gebouw en/of de straatwand moeten ook de kozijn- of gevelwijzigingen zorgvuldig ingepast worden. In principe mag de samenhang en de ritmiek in de straatwanden niet worden verstoord door incidentele kozijn- of gevelwijzigingen. Een kozijnof gevelwijziging in de voorgevel of zijgevel als deze gekeerd is naar de weg of het openbaar groen vraagt om een zorgvuldige vormgeving. Een kozijn- of gevelwijziging moet passen bij het karakter van het hoofdgebouw en de karakteristiek van de omgeving. De gevel van de begane grond en de verdieping(en) moet een samenhangend geheel vormen. Een naoorlogse woning vraag bijvoorbeeld om andere vormgeving dan een historisch pand uit de jaren 30 of de 19 e eeuw. Indien een kozijn conform de oorspronkelijke indeling, uitstraling en detaillering vervangen of vernieuwd wordt, bestaan er vanuit welstandsoverwegingen geen bezwaren. Een kozijn- of gevelwijziging is niet in strijd met redelijke eisen van welstand als aan onderstaande sneltoetscriteria wordt voldaan. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; - samenhang straatwand behouden. Plaatsing - in de voorgevel van een woning of woongebouw of een naar de weg of openbaar groen gekeerde zijgevel. Vorm - oorspronkelijke verhouding qua indeling, detaillering van de kozijnen en ramen blijven behouden, indien dit de historisch correcte indeling is; - diepte van negge gelijk aan bestaande situatie. Maatvoering - profielmaten gelijk of nagenoeg gelijk aan bestaande kozijnonderdelen. Detaillering - zorgvuldig en afgestemd op het hoofdgebouw. Materiaal en Kleur - overeenkomstig met de reeds aanwezige of oorspronkelijke materialen en kleuren van het hoofdgebouw. 22

24 6 Erf- of perceelsafscheiding Beleidsintentie Een erf- en perceelsafscheiding is een bouwwerk, bedoeld om het erf/perceel af te bakenen van een ander perceel, buurerf of openbaar toegankelijk gebied. Erf- en perceelsafscheidingen aan de openbare weg zijn van grote invloed op de ruimtelijke kwaliteit. De gemeente streeft ernaar een rommelige indruk door een te grote verscheidenheid aan erfafscheidingen te voorkomen. Erfafscheidingen moeten daarom op een zorgvuldige en professionele manier worden geplaatst en worden gemaakt van duurzame materialen. Een lange, gesloten, slecht onderhouden schutting kan het gevoel oproepen van verloedering en sociale onveiligheid. Begroeide hekwerken en beplantingen hebben een open en vriendelijke uitstraling. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; Plaatsing - haaks op de gevellijn of evenwijdig aan de zijdelingse perceelsgrens. Vorm - enkelvoudige, rechte vormgeving (geen toogvormen of diagonaal aangebrachte delen); - horizontale of verticale geleding; - in één lijn en horizontaal; - geen diversiteit aan vormgevingsprincipes binnen erf- of perceelsafscheiding. Maatvoering - hoogte maximaal 1 m gemeten vanaf het aansluitend terrein, als erfafscheiding wordt geplaatst voor de voorgevellijn of het verlengde daarvan; - hoogte maximaal 2 m als wordt geplaatst achter de voorgevellijn of het verlengde daarvan; Detaillering - zorgvuldig en afgestemd op het hoofdgebouw. Materiaal en Kleur - Terughoudend materiaal- en kleurgebruik; vermijden van contrast met bebouwing in omgeving. Geen felle contrasterende kleuren; 23

25 7 Zonnepanelen en collectoren Beleidsintentie Een zonnepaneel dient voor energieopwekking en een zonnecollector voor warmteopwekking. Deze voorzieningen worden in toenemende mate ontwikkeld en toegepast. Inmiddels is er zodanig ervaring mee opgedaan dat een zorgvuldige vormgeving en plaatsing mogelijk zijn. Zonnecollectoren of panelen die niet zichtbaar zijn vanaf het openbaar gebied hebben weinig ontsierende invloed. De situering van zonnepanelen of collectoren wordt echter bepaald door de optimale stand ten opzichte van de zon. Voorkeur van de gemeente voor situering aan de achterzijde kan daarom niet van doorslaggevende aard zijn bij de beoordeling van dergelijke bouwplannen. Alleen in beschermde stads- en dorpsgezichten en op monumenten is een alternatieve situering aan minder belangrijke zijden of op tuinbergingen een voor de hand liggend alternatief. Zonnecollectoren of -panelen kunnen in het ontwerp van een gebouw worden geïntegreerd. Als losse toevoeging kunnen ze echter storend werken. Bij meerdere collectoren/panelen op één doorgaand dakvlak streven naar herhaling van uniforme exemplaren en een regelmatige rangschikking op een horizontale lijn. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; Plaatsing - paneel/collector alleen op daken (niet aan gevels en wanden); - bij meerdere panelen/collectoren regelmatige rangschikking op horizontale of verticale lijn in een bepaalde ordening; - op schuine daken: geheel binnen het dakvlak en de hellingshoek gelijk aan de hellingshoek van het dakvlak; - op platte daken: geheel is gelegen binnen een hoek van 45 graden vanaf de dakrand. - op platte daken: geheel is gelegen binnen een hoek van 45 graden vanaf de dakrand. Vorm - paneel/collector integraal opgenomen in het ontwerp van het bouwwerk; - paneel/collector vormt een geheel met de installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit, zo niet dan is de installatie in het bouwwerk geplaatst. Maatvoering - hoogte maximaal 1 m gemeten vanaf het aansluitend terrein, als erfafscheiding wordt geplaatst voor de voorgevellijn of het verlengde daarvan; - hoogte maximaal 2 m als wordt geplaatst achter de voorgevellijn of het verlengde daarvan; Detaillering - zorgvuldig en afgestemd op het hoofdgebouw. Kleur - overeenkomstig met het achterliggende dakvlak of anders zwart, antraciet of donker grijs. 24

26 8 Spriet, staaf- en schotelantennes Beleidsintentie Het gaat hier om antennes die van wezenlijk belang zijn voor het kunnen zenden en/of ontvangen van radio-, televisie- en andere communicatiesignalen. Onder spriet- of staafantennemast worden niet begrepen calamiteitensirenes en antenneinstallaties ten behoeve van mobiele telefonie. Antennes kenmerken zich door een zeer eigen technische vormgeving die vooral aan de voorzijde storend kan zijn voor het straatbeeld. Plaatsing van antennes achter het hoofdgebouw, niet zichtbaar vanaf de weg of openbaar groen heeft de voorkeur. Antennes kunnen vrijstaand worden geplaatst of op/aan een bouwwerk worden aangebracht. Een antenne dient een ondergeschikt element te blijven ten opzichte van de omringende bebouwing. Als losse toevoeging kunnen ze storend werken op het uiterlijk van een gebouw. Met name de hoogte, de bouwkundige uitwerking en detaillering van antennes mogen geen zwaar stempel op de omgeving drukken. Een zorgvuldige plaatsbepaling kan een goed middel zijn om deze voorzieningen in te passen in de omgeving. Het heeft de voorkeur een antenne achter het hoofdgebouw en in ieder geval achter de voorgevellijn te plaatsen. Daarnaast is de maatvoering en een zorgvuldige kleurkeuze van belang. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; Plaatsing - antennes zijn achter de voorgevelroolijn geplaatst; - bij gestapelde woningbouw op het platte dak; - bij gestapelde woningbouw op of aan het balkon geplaatst binnen het verticale en horizontale vlak van het balkon en niet aan de gevel of een kozijn; - maximaal één spriet, staaf- of schotelantenne aan, op of bij een woning/pand. Vorm - paneel/collector integraal opgenomen in het ontwerp van het bouwwerk; - paneel/collector vormt een geheel met de installatie voor het opslaan van water of voor de opwekking van elektriciteit, zo niet dan is de installatie in het bouwwerk geplaatst. Maatvoering - hoogte spriet- of staafantenne bij plaatsing op erf maximaal 5 m; - hoogte spriet- of staafantenne bij plaatsing aan gevel maximaal 3 m vanaf het snijpunt met het aangrenzende dakvlak; - hoogte schotelantenne maximaal 3 m gemeten vanaf de voet van de antenne(drager) - doorsnede schotel maximaal 2 m. Vormgeving - antenne en bijbehorende voorzieningen (mast, bedrading, tuidraden etc.) als één geheel vormgegeven; - Indien zichtbaar vanaf de weg of het openbaar groen zo onzichtbaar mogelijk (een minimum aan dwarssprieten kan hiertoe bijdragen); - Beperken van aantal tuidraden. Bij bevestiging aan gevel geen tuidraden (stabiliteit wordt behaald uit de bevestiging aan de gevel). Materiaal en kleur - onopvallend en aanvaardbaar in relatie tot de omgeving, geen felle, contrasterende kleuren maar antraciet of donker grijs. 25

27 9 Rolhekken, luiken en rolluiken Beleidsintentie Rolhekken, luiken en rolluiken zijn voorzieningen om ruiten van gebouwen tegen inbraak en vandalisme te beschermen. Deze voorzieningen kunnen de omgeving echter ook een onherbergzaam aanzien geven, hetgeen verloedering juist in de hand werkt. Voor woningen is het toepassen van rolhekken, luiken en rolluiken vergunningvrij gesteld. Voor gebouwen anders dan woningen en woongebouwen echter niet. Wel kunnen bij nietwoningen rolhekken, luiken en rolluiken vergunningvrij aan de binnenzijde van de externe scheidingsconstructie worden geplaatst met voorwaarde dat deze 75% open zijn. Juist in winkelgebieden zijn de problemen met deze anti-inbraak en - vandalisme voorzieningen het grootst. De gemeente streeft er daarom naar dat rolhekken, luiken en rolluiken de uitstraling van een pand niet negatief beïnvloeden. Welstandscriteria Algemeen - de voorgaande beleidsintentie maakt deel uit van deze beoordelingscriteria; Hoofdvorm - aan de binnenzijde van de uitwendige scheidingsconstructie (pui), mits voor minimaal 70% bestaand uit doorkijkopeningen, ingetogen kleurgebruik of kleuren harmoniërend met interieur/gevel; - aan de buitengevel, mits: plaatsing aan de binnenzijde niet mogelijk is, voor minimaal 90% bestaand uit doorkijkopeningen, rolkasten, geleidingen en rolhekken in de gevel worden ingepast en ingetogen kleurgebruik of kleuren afstemmen met gevel. 26

28 27

29 4 Gebiedscriteria De gebiedsbeschrijvingen en de gebiedscriteria uit dit hoofdstuk vormen het toetsingskader voor de welstandsbeoordeling. Het gaat hierbij om bouwplannen binnen de welstandsplichtige gebieden in de gemeente Waalwijk zoals aangegeven op de welstandsgebiedenkaart in Bijlage A. Gebiedsindeling In deze nota zijn gebiedsgerichte welstandscriteria gekoppeld aan een specifieke gebiedsbeschrijving. Voor de welstandsplichtige gebieden binnen Waalwijk is er enerzijds een gebiedsindeling gemaakt op basis van gelijke of vergelijkbare ruimtelijke kenmerken. Anderzijds is er een indeling gemaakt op basis van de betekenis die bepaalde gebieden hebben voor de beleving van de ruimtelijke kwaliteit van Waalwijk en de ambitie van de gemeente met betrekking tot de ruimtelijke kwaliteit in deze gebieden. weg of fietsroute met een breedte van 50 meter aan weerskanten. Het gaat hier bij de gehanteerde maten in principe om de eerste tranche bebouwing vanaf de wegzijde. Afhankelijk van de mate van geslotenheid van deze bebouwing kunnen ook volgende tranches worden meegenomen, mits deze binnen de afgesproken zone ligt. Bij beoordeling hiervan gaat het om de zichtbaarheid vanaf de weg. Gebiedsoverlapping In een klein aantal gevallen overlappen gebieden met de gebiedszone voor hoofdroutes. Dit is op de welstandsgebiedenkaart (zie bijlage A) aangegeven. Dit dat geval zijn zowel de criteria voor het specifieke gebied als de gebiedszone van toepassing. Bij elke gebied wordt eerst een beschrijving en waardering gegeven van het gebied. Hier leest u meer over het ontstaan, de ruimtelijk structuur, de plaatsing van de bebouwing op het perceel, bouwmassa, vormgeving en het kleur- en materiaalgebruik. Vervolgens is de beleidsintentie geformuleerd. Hiermee wordt aangegeven wat de gemeente nastreeft met de gebiedscriteria die aansluitend worden geformuleerd. Gebiedszone Wanneer routes in ruimtelijk opzicht belangrijk zijn, soms belangrijker dan het gebied waar ze doorheen lopen, kunnen deze wegen een welstandsniveau worden toegekend. Door deze hoofdroutes een eigen welstandsplichtige gebiedszone te geven wordt bewust rekening gehouden met de waarneming van bouwwerken vanaf wegen en hun omgeving. Voor hoofdroutes is de gebiedszone opgebouwd uit een indicatieve lijn langs 28

30 29

31 Landelijke linten Gebiedsbeschrijving In de landelijke linten staat de bebouwing langs dijken en ontginningswegen en ligt meestal iets terug op ruime kavels. Rooilijnen volgen de weg of de verkaveling en verspringen. Veelal smalle, diepe percelen, waarbij de perceelsbreedte varieert. Tussen de bebouwing door is er zicht naar het landschap. Er is sprake van brede, groene profielen met ruime voortuinen. Erfafscheidingen zijn er in de vorm van een haag of hek. De bebouwing is individueel en afwisselend en wordt gekenmerkt door diversiteit in schaal: van kleinschalige boerderijen naar grootschalige landhuizen, (agrarische) bedrijfsgebouwen en een enkele kas. Er is een architectonische diversiteit onder andere door historische en nieuwe bebouwing. Hoofdgebouwen zijn met de voorzijde gericht op de weg. De bedrijfsgebouwen als schuren en kassen liggen meestal achter en soms naast de woongebouwen. Het erf voor het bedrijfsgedeelte is vaak verhard. Woningen hebben een eenvoudige tot gedifferentieerde opbouw bestaande uit een onderbouw van één tot anderhalve laag met kap. Op- en aanbouwen komen veel voor en deze zijn meestal ondergeschikt en opgenomen in de hoofdmassa. De gebouwen hebben een zorgvuldige detaillering. Gevels van woningen zijn veelal representatief met een verticale geleding en grote (staande) raampartijen. In het gevelvlak komen voornamelijk bij oudere panden baksteendetailleringen voor in de vorm van gemetselde lateien, vlechtwerk en andere patronen. Materialen zijn traditioneel. Gevels zijn uitgevoerd in overwegend gele en roodbruine bakstenen of in lichte tint gepleisterd. Er komen overwegend zadeldaken voor. Deze zijn gedekt met rode of gesmoorde pannen of riet. De gebruikte kleuren zijn terughoudend en in het algemeen traditioneel. Moderne bedrijfsgebouwen hebben een eenvoudige opbouw van één tot twee lagen met een zadeldak en zijn eenvoudiger gedetailleerd dan de woningen. Terughoudende materialen in combinatie met gedekte kleuren zorgen ervoor dat de gebouwen onnadrukkelijk in het landschap liggen en minder de aandacht trekken dan de woonbebouwing. De landelijke linten liggen grotendeels buiten de bebouwde kom, zoals aan de Waspiksedijk, Winterdijk, Vrouwkensvaartsestraat, Wendelnesseweg en Hogevaart. In het gebied komen diverse cultuurhistorisch waardevolle gebouwen als boerderijen voor. Waarde De waarde is vooral gelegen in de combinatie tussen de oorspronkelijke structuurelementen zoals polderwegen, waterlopen en de afwisselende lintbebouwing. De levendigheid van de linten wordt bepaald door de afwisselende bebouwing. Beleidsintentie Het beleid is gericht op het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke structuur en beeldkwaliteit. Criteria Algemeen De voorgaande gebiedsbeschrijving en beleidsintentie maken deel uit van deze beoordelingscriteria; De criteria gelden alleen indien het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet anders bepaalt; De bestaande en beoogde omgeving zijn het referentiepunt voor alle bouwwerken. Een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de stedenbouwkundige structuur en aansluiten bij de typologie van gebouwen, de detaillering, de 30

32 kleur en het materiaalgebruik ervan; In de structuur, de opbouw en de maatvoering van de bebouwing moet het oorspronkelijke ruimtelijke karakter, diversiteit en de historische ontwikkeling afleesbaar zijn. Zijgevels die duidelijk zichtbaar zijn vanaf de openbare weg moeten als voorgevel behandeld worden. Ligging Het hoofdgebouw is met de voorgevel gericht naar de weg; Voorgevelrooilijnen liggen parallel aan de weg bij rechte linten, bij oost-westelijke linten staat de bebouwing gedraaid ten opzichte van de weg (getrapte rooilijn); Bijgebouwen staan achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw; Een heldere ordening van verschillende gebouwen op het erf aanhouden; Doorzichten naar het achterliggende landschap handhaven en waar mogelijk versterken; Schaalvergroting door bijvoorbeeld samenvoeging of grote gebouwen is ongewenst; indien er sprake is van een sloot tussen kavel en rijbaan, dan wordt de bebouwing door bruggetjes ontsloten; erfafscheidingen in de vorm van een haag of hek; Massa Gebouwen zijn vrijstaand, individueel en afwisselend; Bebouwing voegt zich in maat en schaal naar omliggende bebouwing; Gebouwen hebben een eenvoudige hoofdvorm; Gebouwen bestaan uit een onderbouw van één tot anderhalve laag met voornamelijk een zadeldak; De kaprichting is afwisselend haaks op, of parallel aan de weg of het verkavelingspatroon; Op-, aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt vormgegeven als toegevoegd element of opgenomen in het hoofdgebouw; Bijgebouwen hebben een eenvoudige vorm en zijn in hoofdvorm en kap afgestemd op die van het hoofdgebouw; Architectonische uitwerking De architectonische uitwerking is zorgvuldig; Gevelindelingen zijn evenwichtig en samenhangend; Verticale geleding van de gevel; Grote gevelopeningen zijn staand. Gevelopeningen op de verdieping zijn niet groter dan die op de begane grond; Bijgebouwen zijn eenvoudiger maar net zo zorgvuldig gedetailleerd als het hoofdgebouw; Wijzigingen en toevoegingen zijn in stijl, maatvoering en afwerking zorgvuldig afgestemd op het hoofdgebouw; Bij splitsing van het pand blijft de oorspronkelijke gevelcompositie leidend; Bij verbouw en renovatie afstemmen op de richting en maatverhoudingen van bestaande gevelopeningen; Bij nieuwbouw rekening houden met de bebouwing in de omgeving voor wat betreft stijlkenmerken en materiaalkeuze; Materiaal en Kleur Het materiaalgebruik is traditioneel; Gevels zijn bij voorkeur gemetseld in gele of roodbruine baksteen; Hellende daken zijn gedekt met rode of donkere keramische pannen, of met riet. Het kleurgebruik is traditioneel (gedekte kleuren), terughoudend en in onderlinge overeenstemming; Aan- en bijgebouwen zijn in materiaal- en kleurgebruik afgestemd op het hoofdgebouw; 31

33 Bij verbouwing of renovatie dient men het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik tot uitgangspunt te nemen. 32

34 33

35 Stedelijke en dorpse linten Gebiedsbeschrijving De stedelijke en dorpse linten hebben overwegend een groen karakter met onderbroken straatwanden met individuele panden en korte rijen woningen. Er is sprake van enige functiemenging. Voortuinen komen vaak voor, met uitzondering van de meer stenige straten in de centra van de dorpen. In vergelijking met de landelijke linten is in deze linten meer sprake van herhaalde woningen zoals twee-ondereen-kapwoningen en korte rijen (arbeiders)woningen. Ook komen er diverse met groen omringde vrijstaande woningen, villa s en boerderijen voor. Kenmerkend is de nokrichting die op meerdere plekken evenwijdig aan de verkaveling is en daarmee onder een hoek met de straat staat. De rooilijn verspringt in deze gevallen meer dan elders in de linten. Er is een grote diversiteit aan architectuurstijlen en een zorgvuldige detaillering, variërend van sober tot rijk. Oude gevels hebben veel accenten, terwijl bij nieuwere panden de detaillering vaak sober is. Het materiaalen kleurgebruik zijn divers en terughoudend. Gevels zijn van baksteen, geverfd of gepleisterd in een lichte tint en de kap is veelal gedekt met keramische pannen. Kozijnen zijn gewoonlijk uitgevoerd in geschilderd hout. Bijgebouwen zijn van steen of hout. De begane grondlaag van bedrijven is vaak voorzien van panelen, afwijkende kleuren of reclame. De dorpse linten liggen verspreid over de gemeente en hebben zeer gevarieerde, kleinschalige bebouwing uit diverse periodes in een gegroeide en compacte structuur met als basis het individuele pand met een dorps karakter. Het gebied bestaat uit onder andere de bebouwing aan (een deel van) de Carmelietenstraat, Kerkstraat, het dorpsplein, de Raadhuisstraat en t Vaartje in Waspik; de Hoofdstraat en Schoolstraat in Capelle; de Heistraat in Nieuwe Vaart; de Raadhuisstraat, Van der Duinstraat en Kerkstraat in Capelle. Ook enkele dorpse linten in Waalwijk zoals de Besoyenstraat, Kerkstraat, Stationstraat en Baardwijksestraat maken deel uit van dit gebied. Uitzondering zijn de verspreid voorkomende complexmatige bebouwing zoals aan het dorpsplein in Waspik en het Raadhuisplein in Vrijhoeve. Deze zijn relatief groot en sober in uitwerking. In de complexen is de individuele woning onderdeel van het samenhangende geheel. De begane grondlaag kan een afwijkende functie hebben. Bijzondere elementen zijn gebouwen met bijzondere functie als kerken, bedrijven en een klooster. Ook de watertoren aan de Kloosterweg is bijzonder. Deze gebouwen vormen veelal van oudsher accenten door hun ligging in het stedelijk weefsel en de afwijking in massa, opbouw en vorm. Waarde De waarde van deze linten is vooral gelegen in het afwisselende beeld van de gegroeide structuur met variërende bebouwing aan overwegend stenige straten. Diverse panden zijn door hun vorm en positie cultuurhistorisch waardevol. Beleidsintentie Het beleid is gericht op het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke structuur en beeldkwaliteit. Criteria Algemeen De voorgaande gebiedsbeschrijving en beleidsintentie maken deel uit van deze beoordelingscriteria; De criteria gelden alleen indien het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet anders bepaalt; De bestaande en beoogde omgeving zijn het referentiepunt voor alle bouwwerken. Een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de stedenbouwkundige structuur en 34

36 Ligging aansluiten bij de typologie van gebouwen, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik ervan; Gebouwen zijn met de voor- of representatieve gevel gericht op de weg; Voorgevelrooilijnen liggen parallel aan de weg of liggen parallel aan het verkavelingspatroon; Voorgevelrooilijnen verspringen enigszins ten opzichte van elkaar; Aanbouwen en bijgebouwen liggen achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw; Massa De gebouwen zijn individueel en afwisselend; Bebouwing voegt zich in maat en schaal naar omliggende bebouwing; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdvolume; Panden hebben een opbouw van één tot twee lagen en zijn voorzien van een kap; De noklijn staat dwars op of loopt parallel aan de weg; Bij aanpassingen aan vrijstaande gebouwen moet de hoofdvorm van het gebouw duidelijk herkenbaar blijven; Architectonische uitwerking De architectonische uitwerking is gevarieerd en zorgvuldig; Zorgvuldige detaillering die het ontwerp ondersteunen; Gevelindelingen zijn evenwichtig en samenhangend; Wijzigingen en toevoegingen zijn in stijl, maatvoering en afwerking afgestemd op het hoofdvolume; Materiaal en Kleur Het materiaal- en kleurgebruik is traditioneel (gedekte kleuren) en terughoudend; Gevels zijn van baksteen, geverfd of gepleisterd in een lichte tint; Daken zijn veelal gedekt met keramische pannen; Kozijnen uitgevoerd in geschilderd hout vormen het uitgangspunt; Aan- en bijgebouwen zijn in materiaal- en kleurgebruik afgestemd op het hoofdgebouwen; Bij verbouwing of renovatie dient men het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik tot uitgangspunt te nemen. Voor nieuwbouw sluit deze aan bij het voorkomende materiaal- en kleurgebruik in de omgeving. Een afwijkende architectuur van een pand en daarmee ander materiaal- en kleurgebruik is in principe mogelijk mits dit een positieve toevoeging is aan de kwaliteit van het gebied. 35

37 36

38 37

39 Traditionele woningbouw Gebiedsbeschrijving In deze gebieden is traditionele woningbouw het overheersende bebouwingstype. De traditionele woningbouw, vooral gerealiseerd in de periode , heeft kenmerken van ambachtelijk bouwen en vormt een compositorisch geheel. Dit is zichtbaar in het gebruik en de samenhang van baksteen, hout en keramische dakpannen. Het gebied bestaat uit kleinschalige ambachtelijke arbeiderswoningen. Korte rijtjes met duidelijke koppen en verspringende gevels vormen een compositorisch geheel. Daarbij is er een beperkte herhaling van rijtjes/bebouwingseenheden. Er is sprake van één laag met zadeldak met nokrichting parallel aan de weg. De koppen van rijtjes en poortjes worden geaccentueerd door een nokrichting loodrecht op de weg. Het gaat om grondgebonden woningen met kleine voor- en achtertuinen. Er is een duidelijke relatie tussen alle gebouwde onderdelen op het erf. Dit komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in gemetselde tuinmuurtjes. De samenhang van dit bebouwingstype wordt daarnaast bepaald door details; fors kozijnhout, grote dakoversteken en een duidelijke mate van versiering (ornament). De voordeur in een gemetseld kader is hier een goed voorbeeld van. Er is sprake van horizontale geleding door een lage goot en horizontale raampartijen. Open gevels door grote ramen. Bijgebouwen zijn tegen de achterzijde van het hoofdgebouw en achter op het erf gebouwd. Veel al dan niet oorspronkelijke dakkapellen. Bebouwing is met de gevel gericht op de publieke ruimte, vooral ook bij hoekwoningen. Bijzondere ornamenten zoals rondgemetselde poortjes of afgewolfde dakkapellen zijn specifiek voor dit type. Waarde De waarde van deze gebieden is vooral gelegen in het compositorische geheel van de bebouwing. Diverse panden zijn door hun vorm en positie cultuurhistorisch waardevol. Beleidsintentie Het beleid is gericht op het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke structuur en beeldkwaliteit. Criteria Algemeen De voorgaande gebiedsbeschrijving en beleidsintentie maken deel uit van deze beoordelingscriteria; De criteria gelden alleen indien het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet anders bepaalt; De bestaande en beoogde omgeving zijn het referentiepunt voor alle bouwwerken. Een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de stedenbouwkundige structuur en aansluiten bij de typologie van gebouwen, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik ervan; Ligging Het hoofdgebouw is met de voorgevel gericht naar de weg; Voorgevelrooilijnen liggen parallel aan de weg; Bijgebouwen staan achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw; Massa Bebouwing voegt zich naar schaal en maat naar omliggende bebouwing; (beperkte herhaling van) rijtjes/bebouwingseenheden; Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt aan het hoofdvolume; Architectonische uitwerking Wijzigingen en toevoegingen zijn in stijl, maat en afwerking 38

40 zorgvuldig afgestemd op het hoofdgebouw; Gevelindelingen zijn evenwichtig en samenhangend; Horizontale geleding van de gevel; Open gevels door grote ramen; Accentuering van de kop; samenhang tussen alle gebouwde onderdelen op het erf; Bij verbouw en renovatie aansluiten bij de richting en maatverhoudingen van bestaande gevelopeningen; Bij nieuwbouw rekening houden met de bebouwing in de omgeving voor wat betreft stijlkenmerken; Materiaal en Kleur Het materiaal- en kleurgebruik is traditioneel; Gebruik van baksteen, hout en keramische dakpannen; Bij verbouwing of renovatie dient men het oorspronkelijk materiaalen kleurgebruik tot uitgangspunt te nemen. Bij nieuwbouw rekening houden met de bebouwing in de omgeving voor wat betreft materiaalkeuze. 39

41 40

42 41

43 Centrum Gebiedsbeschrijving Het centrum gebied heeft een stenig karakter en aaneengesloten straatwanden met individuele forse panden, hier en daar met een duidelijk historisch en statig karakter, en korte rijen woningen. Vrijstaande bebouwing staat dicht tegen elkaar, gescheiden door stegen. Het gebied heeft een stedelijk karakter, waarbij de Stationsstraat en een deel van de Grotestraat in Waalwijk een stedelijk winkelgebied vormen. Functiemenging komt ook in de rest van het gebied voor. De bebouwing staat in een rooilijn direct aan de weg, over het algemeen zonder voortuinen. De rooilijn van de bebouwing volgt de weg en heeft kleine verspringingen. Bij rijen is de rooilijn in samenhang. Bebouwing is bij voorkeur georiënteerd op de weg. De bebouwing is gevarieerd en heeft een individueel karakter, hoewel bij rijen herhaling voorkomt. Er komen grondgebonden woningen, appartementen, kantoren en winkels voor. De opbouw is eenvoudig tot gedifferentieerd en bestaat veelal uit één tot twee lagen met een kap. De nokrichting loopt evenwijdig aan of staat haaks op de weg. De bebouwing is met de gevel gericht op de openbare weg, zijgevels zijn gesloten. Bijgebouwen aan de achterzijde zijn niet zichtbaar. Verschillend eigendom is vaak afleesbaar in de gevel door gevarieerd materiaalgebruik. Verticale geleding van de gevel door staande ramen. Er is sprake van redelijk gesloten gevels, gevelopeningen zijn ondergeschikt aan het gesloten gevelbeeld. Gevels hebben meestal een traditionele opbouw van plint middendeel kroonlijst. Winkels en bedrijven hebben veelal een afwijkende begane grond. Er komen veel verschillende op- en aanbouwen voor. Het gebied heeft een grote diversiteit aan architectuurstijlen en een zorgvuldige detaillering van sober tot rijk. Oude gevels hebben veel accenten terwijl bij nieuwere panden de detaillering vaak sober is. Het materiaalen kleurgebruik zijn divers en terughoudend. Gevels zijn van baksteen, soms geverfd of gepleisterd in een lichte tint en de kap is veelal gedekt met keramische pannen. Kozijnen zijn gewoonlijk uitgevoerd in geschilderd houtwerk. De begane grondlaag van bedrijven en winkels is vaak voorzien van panelen, afwijkende kleuren of reclame. Bijzondere kernelementen zijn gebouwen met een bijzondere functie, zoals het raadhuis aan het Raadhuisplein. Deze gebouwen vormen accenten door hun ligging in het stedelijk weefsel en de afwijking in massa, opbouw en vorm. Waarde De waarde van het gebied is vooral gelegen in het afwisselende beeld van de gegroeide structuur met variërende bebouwing aan stenige straten. Diverse panden zijn door hun vorm en positie cultuurhistorisch waardevol. Beleidsintentie Het centrum van Waalwijk is belangrijk in de identiteit van Waalwijk. Het is het meest publieke en representatieve gebied van de gemeente. Er wordt gestreefd naar een bijzondere en hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit. Dit willen we bereiken door enerzijds te streven naar het behoud van de cultuurhistorisch waardevolle ruimtelijke structuur en beeldkwaliteit. Anderzijds, wordt in navolging van de structuurvisie en het coalitieakkoord ingezet op het versterken en stimuleren van de ruimtelijke kwaliteit van het centrum. In dit kader is besloten winkelcentrum de Els niet op te nemen op de welstandsgebiedenkaart om geen drempel op te leggen voor (kleinschalige) ontwikkelingen bij toch al een lastige ontwikkeling. Criteria Algemeen De voorgaande gebiedsbeschrijving en beleidsintentie maken deel uit van deze beoordelingscriteria; 42

44 De criteria gelden alleen indien het ter plaatse geldende bestemmingsplan niet anders bepaalt; De bestaande en beoogde omgeving zijn het referentiepunt voor alle bouwwerken. Een bouwkundige toevoeging of verandering moet passen in de stedenbouwkundige structuur en aansluiten bij de typologie van gebouwen, de detaillering, de kleur en het materiaalgebruik ervan; Nieuw- en verbouw in het centrum moet een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit en beleving van het centrum; Bij verbouwing of renovatie dient men het oorspronkelijke materiaal- en kleurgebruik tot uitgangspunt te nemen; Voor nieuwbouw sluit deze aan bij het voorkomende materiaal- en kleurgebruik in de omgeving; Een afwijkende architectuur van een pand en daarmee ander materiaal- en kleurgebruik is in principe mogelijk mits dit een positieve toevoeging is aan de kwaliteit van het gebied. Ligging De bebouwing staat in een rooilijn direct aan de weg, over het algemeen zonder voortuinen; Bebouwing is op de openbare ruimte georiënteerd (aan alle zijde waar het grenst aan de openbare ruimte); Massa De gebouwen zijn individueel en afwisselend; Bebouwing voegt zich in maat en schaal naar omliggende bebouwing; Op- aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt vormgegeven als toegevoegd element of opgenomen in het hoofdgebouw; Architectonische uitwerking Zorgvuldige detaillering; Verticale geleding van de gevel door staande ramen; Wijzigingen en toevoegingen zijn in stijl, maatvoering en afwerking afgestemd op het hoofdvolume; Materiaal en Kleur Het materiaal- en kleurgebruik zijn divers en terughoudend; Gevels zijn van baksteen, soms geverfd of gepleisterd in een lichte tint; Daken veelal gedekt met keramische pannen; 43

45 44

46 45

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 7 schotel-, spriet- en staafantennes 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 7 - schotel-, spriet- en staafantennes

Nadere informatie

criteria 2 dakkapellen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 2 dakkapellen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 2 dakkapellen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 2 - dakkapellen dorp stad & land Inleiding Deze notitie is een

Nadere informatie

Bij een zijerf grenzend aan de weg of openbaar groen overlapt de achterkant de voorkant. Bij twijfel of overlapping is de term voorkant bepalend.

Bij een zijerf grenzend aan de weg of openbaar groen overlapt de achterkant de voorkant. Bij twijfel of overlapping is de term voorkant bepalend. Sneltoetscriteria 1. Algemeen Voor kleinere bouwwerken gelden sneltoetscriteria. Anders dan bij de relatieve criteria voor aangewezen gebieden gaat het hier om vrijwel objectieve criteria die planindieners

Nadere informatie

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid

DAKKAPELLEN. Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid DAKKAPELLEN Beschrijving en uitgangspunten welstandsbeleid Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Dakkapellen

Nadere informatie

Omschrijving en uitgangspunten

Omschrijving en uitgangspunten 2.5 Dakkapellen Omschrijving en uitgangspunten Een dakkapel dient een bescheiden uitbouw in de kap te zijn, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbare oppervlak te vergroten. Dakkapellen

Nadere informatie

BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF

BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF SNELTOETSCRITERIA BIJGEBOUW OF OVERKAPPING OP ZIJ OF ACHTER ERF De afstand tot de voorgevel moet ongeveer 3m zijn. Indien het zij- en/of achtererf grenst aan de weg of een openbaar pad dan dient de afstand

Nadere informatie

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria

GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA Deel III: Ambtelijke toetsingscriteria telefoon fax email internet kvk Breda Compositie 5 stedenbouw bv Boschstraat 35-37 4811 GB Breda 076 5225262 076 5213812 info@c5s.nl www.c5s.nl 20083802 GEMEENTE ZUNDERT WELSTANDSNOTA 2014 Deel III: Ambtelijke

Nadere informatie

criteria 5 bijbehorende bouwwerken Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 5 bijbehorende bouwwerken Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 5 bijbehorende bouwwerken 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 5 - bijbehorende bouwwerken dorp stad & land Inleiding

Nadere informatie

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND

GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND GRONINGEN, EEN PRONKJUWEEL MET WELSTAND SNELTOETS- CRITERIA DAKKAPELLEN DEEL 4. VERSNELLING: DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAKKAPELLEN 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDINGEN ROND DAKTERRASSEN 3. DAKRAMEN EN ANDERE

Nadere informatie

Welstandscriteria projecten, relatie beeldkwaliteitplannen en welstandscriteria bestemmingsplannen

Welstandscriteria projecten, relatie beeldkwaliteitplannen en welstandscriteria bestemmingsplannen Hoofdstuk 4 Welstandscriteria projecten, relatie beeldkwaliteitplannen en welstandscriteria bestemmingsplannen De welstandsnota bevat geen welstandscriteria voor (her)ontwikkelingsprojecten die de bestaande

Nadere informatie

Sneltoetscriteria 2008

Sneltoetscriteria 2008 Aan- en uitbouwen Sneltoetscriteria 2008 Omschrijving en uitgangspunten Een aan- of uitbouw is een grondgebonden toevoeging van één bouwlaag aan een gevel van een gebouw. Voor wat betreft rooilijnen en

Nadere informatie

criteria 6 rolluiken, hekken en luiken Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 6 rolluiken, hekken en luiken Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 6 rolluiken, hekken en luiken 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 6 - rolluiken, hekken en luiken dorp stad & land

Nadere informatie

Voorbeeld sneltoetscriteria

Voorbeeld sneltoetscriteria Welstandsnota gemeente Dordrecht Voorbeeld sneltoetscriteria (algemeen en aan- en uitbouwen) 2. Sneltoetscriteria 2.1 Algemeen In dit hoofdstuk worden Sneltoetscriteria gegeven voor, aan- en uitbouwen,

Nadere informatie

Als aan deze criteria wordt voldaan, behoeft het bouwplan niet meer te worden voorgelegd aan de welstandscommissie.

Als aan deze criteria wordt voldaan, behoeft het bouwplan niet meer te worden voorgelegd aan de welstandscommissie. welstand voor lichte bouwvergunning Algemeen In de Woningwet is de bepaling opgenomen dat het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk of standplaats, zowel op zichzelf als in verband met de omgeving

Nadere informatie

4 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Woudenberg Deel B Hoofdstuk 4 Loketcriteria 17

4 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Woudenberg Deel B Hoofdstuk 4 Loketcriteria 17 4 Loketcriteria Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen waarin criteria zijn opgenomen die worden

Nadere informatie

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 1 kozijn- en gevelwijzigingen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 1 - kozijn- en gevelwijzigingen dorp stad & land

Nadere informatie

2 KLEINE BOUWPLANNEN CRITERIA

2 KLEINE BOUWPLANNEN CRITERIA 2 KLEINE BOUWPLANNEN CRITERIA 2.1 Inleiding Waarom criteria voor kleine bouwplannen De gemeente Smallingerland heeft voor veel voorkomende kleine bouwplannen, waarvoor een vergunning nodig is heldere en

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 1. DAK- KAPELLEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen worden afgehandeld

Nadere informatie

5 WELSTANDSCRITERIA. 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a

5 WELSTANDSCRITERIA. 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a 5 WELSTANDSCRITERIA 5.1 Loketcriteria (sneltoetscriteria) Zoals in deel A van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 4. ZONNEPANELEN EN -COLLECTOREN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015

Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Verslag ambtelijke welstandstoets van d.d. 20 mei 2015 Aanwezig : M. Kavsitli, M.Overbeeke, W. Crusio en J. van Bergen REGULIERE AANVRAGEN OMGEVINGSVERGUNNING 1. WABO/2015/80 Rabobank Bouwadres Lange Zelke

Nadere informatie

In geval van een beschermd monument of een beschermd stadsgezicht zal altijd de welstandscommissie om advies worden gevraagd.

In geval van een beschermd monument of een beschermd stadsgezicht zal altijd de welstandscommissie om advies worden gevraagd. 15 HOOFDSTUK 3 SNELTOETSCRITERIA Sneltoetscriteria Licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken zijn in strijd met redelijke eisen van de welstand als aan onderstaande sneltoetscriteria wordt voldaan. Wanneer

Nadere informatie

2 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Amersfoort maart 2008 H2 Loketcriteria

2 Loketcriteria. Welstandsnota gemeente Amersfoort maart 2008 H2 Loketcriteria 2 Loketcriteria Zoals in deel A van de bijlage van deze nota is uiteengezet, verplicht het nieuwe artikel 12a van de Woningwet de gemeenteraad om een welstandsnota vast te stellen, waarin criteria zijn

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN

DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN DE SNELTOETS- CRITERIA 2. DAKOPBOUWEN EN AFSCHEIDIN- GEN ROND DAKTERRASSEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen

Nadere informatie

Dakkapel. Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM

Dakkapel. Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM Dakkapel Voldoet uw bouwplan aan de vergunningvrije criteria op grond van de Woningwet? Zie ook folder van VROM ja nee U kunt direct gaan bouwen. De bouw moet veilig (bijv. stevige constructie) en gezond

Nadere informatie

Sneltoetscriteria. Voor veel voorkomende kleine bouwwerken Onderdeel van de welstandsnota van de gemeente Súdwest-Fryslân

Sneltoetscriteria. Voor veel voorkomende kleine bouwwerken Onderdeel van de welstandsnota van de gemeente Súdwest-Fryslân Sneltoetscriteria Voor veel voorkomende kleine bouwwerken Onderdeel van de welstandsnota van de gemeente Súdwest-Fryslân Vastgesteld door de gemeenteraad 10 september 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding...3

Nadere informatie

VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN

VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN 1. DAKKAPELLEN Datum: 25 februari 2004 In werking getreden: 22 april 2004 Inleiding: Een dakkapel is een uitspringend dakvenster, aangebracht op het

Nadere informatie

UITVOERINGSRICHTLIJNEN KLEINE BOUWWERKEN STRAATZIJDE

UITVOERINGSRICHTLIJNEN KLEINE BOUWWERKEN STRAATZIJDE UITVOERINGSRICHTLIJNEN KLEINE BOUWWERKEN STRAATZIJDE Vastgesteld: 7 mei 2013 1 UITVOERINGSRICHTLIJNEN KLEINE BOUWWERKEN STRAATZIJDE Met de Uitvoeringsrichtlijnen voor kleine bouwwerken aan de straatzijde

Nadere informatie

7 Objectgerichte criteria

7 Objectgerichte criteria HOOFDSTUK 7 OBJECTGERICHTE TOETSINGSCRITERIA Inleiding 7.1 Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen Het werken met gestandaardiseerde toetsingscriteria (sneltoetscriteria) voor kleinere

Nadere informatie

2.4 CRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE KLEINE BOUWPLANNEN

2.4 CRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE KLEINE BOUWPLANNEN 2.4 CRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE KLEINE BOUWPLANNEN In artikel 2.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht staat dat Burgemeester en Wethouders een aanvraag om vergunning moeten toetsen aan redelijke

Nadere informatie

criteria 3 erfafscheidingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon

criteria 3 erfafscheidingen Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon criteria 3 erfafscheidingen 2013 Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon 2 criteria 3 - erfafscheidingen dorp stad & land Inleiding Deze notitie

Nadere informatie

Criteria van gevallen waarbij wordt afgezien van preventief welstandstoezicht. Bijlage bij de Welstandsnota 2013

Criteria van gevallen waarbij wordt afgezien van preventief welstandstoezicht. Bijlage bij de Welstandsnota 2013 Criteria van gevallen waarbij wordt afgezien van preventief welstandstoezicht Bijlage bij de Welstandsnota 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Regels 4 Artikel 1 Algemene regels 4 1.1 Begrippen 4 1.2 Wijze van

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Bijlage Loketcriteria ideeën- en voorbeeldenboek

WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Bijlage Loketcriteria ideeën- en voorbeeldenboek WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Bijlage Loketcriteria ideeën- en voorbeeldenboek Roden/Assen Plannummer: 160.00.01.15.00 Vastgesteld: 18 december 2008 WELSTANDSNOTA NOORDENVELD 2008 Bijlage Loketcriteria

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 Sneltoetscriteria

Hoofdstuk 6 Sneltoetscriteria Hoofdstuk 6 Sneltoetscriteria HOOFDSTUK 6 Sneltoetscriteria Sneltoetscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen Algemeen In dit hoofdstuk worden sneltoetscriteria gegeven voor ondermeer aanen uitbouwen,

Nadere informatie

GEMEENTE HEERENVEEN SNEL- TOETSCRITERIA. voor veel voorkomende kleine bouwplannen

GEMEENTE HEERENVEEN SNEL- TOETSCRITERIA. voor veel voorkomende kleine bouwplannen 1 GEMEENTE HEERENVEEN SNEL- TOETSCRITERIA voor veel voorkomende kleine bouwplannen Voorwoord 2 Sneltoetscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen Voorliggende notitie is een notitie met welstandscriteria

Nadere informatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 4, Vorchten. 1. Beschrijving bestaande situatie Deelgebied 4, Vorchten 1. Beschrijving bestaande situatie der tijden zijn aanbouwen gerealiseerd, soms opvallend qua massa maar zodanig rekening houdend met de locatie en zichten dat zij geen afbreuk doen

Nadere informatie

Wanneer een bouwplan niet aan de loketcriteria voldoet of wanneer er sprake is van een bijzondere situatie, waarbij twijfel bestaat aan de

Wanneer een bouwplan niet aan de loketcriteria voldoet of wanneer er sprake is van een bijzondere situatie, waarbij twijfel bestaat aan de Welstandsnota gemeente 8 Loketcriteria Dit hoofdstuk behandelt gestandaardiseerde welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen. Deze criteria dienen als basis voor het gemeentelijk welstandsbeleid

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 8. ROLHEKKEN, LUIKEN EN ROLLUIKEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

Welstand. of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem?

Welstand. of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem? Welstand of welstandsvrij in de gemeente Gorinchem? Huidige beleid gehele grondgebied welstandsplichtig alle type bouwwerken welstandsplichtig iedere aanvraag voorleggen aan welstandscommissie Huidige

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie Deelgebied Naoorlogse woonwijken 5.4.8. Deelgebied Naoorlogse woonwijken Algemene kenmerken Het beeld van de naoorlogse woonwijken wordt hoofdzakelijk bepaald door woonblokken onder één kap met voortuin. De hoofdvorm bestaat uit woningen

Nadere informatie

Actualisatie Welstandsnota (Digitale versie = verkorte versie ten opzichte van analoge versie)

Actualisatie Welstandsnota (Digitale versie = verkorte versie ten opzichte van analoge versie) Actualisatie Welstandsnota (Digitale versie = verkorte versie ten opzichte van analoge versie) Welstandscriteria gebied 1 t/m 16 (als voorbeeld in deze versie alleen gebied 6) Pagina s met de definitieve

Nadere informatie

deel C Welstandsnota Baarle-Nassau sneltoetscriteria februari 2004 1

deel C Welstandsnota Baarle-Nassau sneltoetscriteria februari 2004 1 deel C sneltoetscriteria Welstandsnota Baarle-Nassau februari 2004 1 Voorwoord Voorliggende notitie biedt de gemeente gestandaardiseerde welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen, als

Nadere informatie

7 Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken

7 Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken 7 Welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwwerken 225 7.1 Toelichting Ten behoeve van de toetsing van de kleinere bouwplannen (1) zijn zogenaamde sneltoetscriteria geformuleerd. Het gaat hier

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie2016

Welstandsnota gemeente Zwartewaterland, versie2016 5.4.2. Deelgebied Polder Mastenbroek Algemene kenmerken Polder Mastenbroek is aangewezen als cultuurhistorisch waardevol gebied in de nota Belvedère. Het betreft een hartvormige polder tussen IJssel en

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 WELSTANDSCRITERIA OBJECTEN. bebouwing achterkant voorkant

Hoofdstuk 5 WELSTANDSCRITERIA OBJECTEN. bebouwing achterkant voorkant WELSTANDSCRITERIA OBJECTEN Hoofdstuk 5 De gemeente streeft ernaar veel voorkomende (kleine) objecten effectief te beoordelen om zo de burger tegemoet te komen. Het gaat daarbij om relatief eenvoudige en

Nadere informatie

Inleiding. Sneltoetscriteria. Welstandscriteria

Inleiding. Sneltoetscriteria. Welstandscriteria Sneltoetscriteria 1. Kozijn- of gevelwijzigingen 2. Dakkapellen 3. Dakterrassen 4. Zonnecollectoren en zonnepanelen 5. Erfafscheidingen 6. Rolhekken, luiken en rolluiken (bij niet woongebouwen) 7. Terrasschermen,

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013

Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Plek voor ideeën e Beeldkwaliteitsplan herziening Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Beeldkwaliteitsplan Prikwei West Herziening 025.76.02.11.05.00 15 oktober 2013 Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 9. ERF- EN PERCEEL- AFSCHEIDINGEN

DE SNELTOETS- CRITERIA 9. ERF- EN PERCEEL- AFSCHEIDINGEN DE SNELTOETS- CRITERIA 9. ERF- EN PERCEEL- AFSCHEIDINGEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

Bijlage bij RV 2003/11. De hieronder opgenomen richtlijnen zijn het kader voor de welstandstoetsing van aan- of uitbouwen.

Bijlage bij RV 2003/11. De hieronder opgenomen richtlijnen zijn het kader voor de welstandstoetsing van aan- of uitbouwen. 11 AAN- OF UITBOUWEN (op zij- of achtererf) BIJLAGE bij RV 11 Welstandsoverweging Het bestemmingsplan geeft slechts de plaats en de afmetingen aan van de bijgebouwen die mogen worden gebouwd. Ook het uiterlijk

Nadere informatie

Welstandsnota 2013 Gemeente Ede

Welstandsnota 2013 Gemeente Ede Welstandsnota 2013 Gemeente Ede Welstandsnota 2013 Gemeente Ede Colofon Document Welstandsnota 2013: gemeente Ede Datum 19 december 2013 (vaststelling gemeenteraad) Fotocollage voorzijde Een greep uit

Nadere informatie

ENKHUIZEN, BINNENSTAD EN ZONNECOLLECTOREN. Vereniging Oud Enkhuizen en Stichting Stadsherstel februari 2017

ENKHUIZEN, BINNENSTAD EN ZONNECOLLECTOREN. Vereniging Oud Enkhuizen en Stichting Stadsherstel februari 2017 1 ENKHUIZEN, BINNENSTAD EN ZONNECOLLECTOREN Vereniging Oud Enkhuizen en Stichting Stadsherstel februari 2017 Inhoud 1. inleiding 2. beschermd stadsgezicht 3. de Welstandsnota van Enkhuizen 4. geplaatste

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2

Beeldkwaliteitsplan. Denekamp 't Pierik fase 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp 't Pierik fase 2 Govert Flinckstraat 31 - postbus 1158-8001 BD Zwolle 038-4216800 13 november 2008 2 Beeldkwaliteitsplan Denekamp t Pierik fase 2 1. Inleiding 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 colofon SAB Arnhem B.V. Contactpersoon: Arjan van der Laan bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres:

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA NIEUWEGEIN 2010

WELSTANDSNOTA NIEUWEGEIN 2010 BIJLAGE D: ALGEMENE LOKETCRITERIA Raadsnummer 2010-045 INHOUDSOPGAVE 1. ALGEMENE UITGANGSPUNTEN 2 2. AAN- EN UITBOUWEN 3 3. BIJGEBOUWEN EN OVERKAPPINGEN 5 4. DAKKAPELLEN 7 5. KOZIJN EN GEVELWIJZIGINGEN

Nadere informatie

Dakkapellen. (op alle bestaande gebouwen)

Dakkapellen. (op alle bestaande gebouwen) Dakkapellen (op alle bestaande gebouwen) Omschrijving en uitgangspunten Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoetreding te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten.

Nadere informatie

Kozijn- of gevelwijziging

Kozijn- of gevelwijziging Kozijn- of gevelwijziging (aan bestaande woningen of woongebouwen of aan bijgebouwen bij bestaande woningen of woongebouwen) Omschrijving en uitgangspunten Van een kozijn- of gevelwijziging is sprake bij

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA GEMEENTEN HELDEN EN MEIJEL SNELTOETSCRITERIA

WELSTANDSNOTA GEMEENTEN HELDEN EN MEIJEL SNELTOETSCRITERIA WELSTANDSNOTA GEMEENTEN HELDEN EN MEIJEL SNELTOETSCRITERIA Welstandsnota Gemeenten Helden en Meijel Sneltoetscriteria Vastgesteld: 20 februari 2006 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 1.1 Algemeen 3 1.2 Toepassingen

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 6. KOZIJN- EN GEVEL- WIJZIGINGEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen

Nadere informatie

Bijlage bij Welstandsnota Diemen 2012, GR 07-06-2012, besluit nr.12-32 CONSEQUENTIES

Bijlage bij Welstandsnota Diemen 2012, GR 07-06-2012, besluit nr.12-32 CONSEQUENTIES CONSEQUENTIES Onderstaand zijn per thema het huidige beleid, het nieuwe beleid en de voordelen en nadelen worden weergegeven wat de consequenties zijn voor de aanpassing van het beleid. Hiermee kunt u

Nadere informatie

DAKKAPELLEN. k4-1. Ontwerpwelstandsparagraaf kleine plannen

DAKKAPELLEN. k4-1. Ontwerpwelstandsparagraaf kleine plannen DAKKAPELLEN Beschrijving en uitgangspunten Een dakkapel is een bescheiden uitbouw in de kap, bedoeld om de lichttoevoer te verbeteren en het bruikbaar woonoppervlak te vergroten. Voor dakkapellen worden

Nadere informatie

Landschappelijk Wonen Mussel

Landschappelijk Wonen Mussel gemeente Stadskanaal Landschappelijk Wonen Mussel Verkoopbrochure maart 2014 - kaveltekening en prijzen - bestemmingsplan - beeldkwaliteitsplan Leeswijzer Op bladzijde 3 en 4 vindt u de verkaveling en

Nadere informatie

Welstandsnota gemeente Cromstrijen

Welstandsnota gemeente Cromstrijen Welstandsnota gemeente Cromstrijen 130 6. Objectgerichte welstandscriteria 6.1 Toelichting In deze paragraaf worden de objectgerichte welstandscriteria genoemd voor bouwwerken die zo specifiek zijn dat

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad (afgevoerd van de agenda van de Politieke Avond van 24 januari 2007)

Voorstel aan de Raad (afgevoerd van de agenda van de Politieke Avond van 24 januari 2007) Voorstel aan de Raad (afgevoerd van de agenda van de Politieke Avond van 24 januari 2007) Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 24 januari 2007 / 45/2007 Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t.

Nadere informatie

KAVELPASPOORT WESTREENEN LOO KAVEL #2

KAVELPASPOORT WESTREENEN LOO KAVEL #2 KAVELPASPOORT KAVEL ALGEMEEN BESTEMMINGSPLAN Het bouwplan van uw woning wordt getoetst aan de hand van het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitplan. Daarnaast zijn er ook vergunningvrije bouwmogelijkheden.

Nadere informatie

Gemeente Heumen. Welstandsnota/ wijziging 2007

Gemeente Heumen. Welstandsnota/ wijziging 2007 Gemeente Heumen Welstandsnota/ wijziging 2007 Hoofdstuk 5/ Licht-vergunningsplichtige bouwwerken Standaard sneltoetscriteria, voor veel voorkomende kleine bouwplannen (versie oktober 2006) 5.1 Inleiding

Nadere informatie

Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht

Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht Kaderstellende notitie Zonne-energie in beschermd stads- en dorpsgezicht Aanleiding Amendement Ruimte voor zonne-energie Op 7 juni 2018 heeft de gemeenteraad een amendement aangenomen over Ruimte voor

Nadere informatie

Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005. 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35

Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005. 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35 Bijlage bij evaluatie van de Welstandsnota Hoogeveen 2005 1 Loketcriteria - aan- en bijgebouwen - dakkappellen 2 Aanpassingen gebiedskenmerken deelgebieden - aangepaste deelgebieden 7, 9, 11, 22, 35 3

Nadere informatie

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d

Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d Kavelpaspoort 22 kavels Harderweide d.d. 20-9-2017 Uitgangspunten bouwmogelijkheden gemeentelijke kavels: Hoofdgebouw dient gebouwd te worden in de voorgevelrooilijn (zie bijlage); De afstand tussen het

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK

DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK DE SNELTOETS- CRITERIA 3. DAGLICHT- VOORZIENINGEN IN EEN DAK Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk

Nadere informatie

AANGEPASTE TEKST WELSTANDSNOTA, DECEMBER 2005: WELSTAND DIEMEN

AANGEPASTE TEKST WELSTANDSNOTA, DECEMBER 2005: WELSTAND DIEMEN Sneltoetscriteria Voor veelvoorkomende kleine bouwplannen houden we de aanvraagprocedure graag zo eenvoudig en snel mogelijk. Daarom geldt hiervoor een ambtelijke sneltoets, op basis van sneltoetscriteria.

Nadere informatie

7. Bijlagen. Loketcriteria gemeente Stein (versie 01-01-2009) Visie Welstandbeleid rayon Beek-Meerssen-Stein-Schinnen

7. Bijlagen. Loketcriteria gemeente Stein (versie 01-01-2009) Visie Welstandbeleid rayon Beek-Meerssen-Stein-Schinnen 7. Bijlagen Loketcriteria gemeente Stein (versie 01-01-2009) Stichting Ruimtelijke Kwaliteit Limburg B - 7 Aan- en uitbouw 1. Het bouwwerk is te rangschikken in de categorie licht bouwvergunningsplichtig.

Nadere informatie

Objectcriteria welstandsnota 2 e wijziging

Objectcriteria welstandsnota 2 e wijziging Afdeling Veiligheid, Vergunningverlening en Handhaving Objectcriteria welstandsnota 2 e wijziging Vastgesteld. Gepubliceerd. Pagina 1 van 24 Pagina 2 van 24 December 2013 OBJECT December 2013 I. Criteria

Nadere informatie

LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN

LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN LOKETCRITERIA VOOR LICHTVERGUNNINGPLICHTIGE BOUWWERKEN 3. BIJGEBOUWEN Datum: 19 december 2003 In werking getreden: 22 april 2004 Inleiding: Bijgebouwen zoals schuurtjes, garages, dierenverblijven, tuinhuisjes

Nadere informatie

Gebied 12 Elst Centrum

Gebied 12 Elst Centrum Gebied 12 Elst Centrum het gebied is roodgekleurd op de kaart Welstandsnota Overbetuwe 2010, gebied 12 Elst centrum 131 Gebiedsbeschrijving Structuur Het centrum van Elst wordt gevormd door de licht gekromde

Nadere informatie

- 346 - Hoofdstuk 9 Sneltoetscriteria Voor veel voorkomende kleine bouwplannen

- 346 - Hoofdstuk 9 Sneltoetscriteria Voor veel voorkomende kleine bouwplannen - 346 - Hoofdstuk 9 Sneltoetscriteria Voor veel voorkomende kleine bouwplannen 9. Sneltoetscriteria 9.1. Toepassing In veruit de meeste gevallen komen mensen via de bouwvergunningsaanvraag of in het voortraject

Nadere informatie

DAKKAPELLEN IN DE OUDE KOM VAN VOLENDAM

DAKKAPELLEN IN DE OUDE KOM VAN VOLENDAM DAKKAPELLEN IN DE OUDE KOM VAN VOLENDAM WIJZIGING WELSTANDSCRITERIA Vastgesteld door de gemeenteraad op 25 september 2008 1 INHOUD Inhoud. Blz. 2 1 Bestaande criteria Blz. 3 1.1 Sneltoetscriteria voor

Nadere informatie

Welstandsnota Gemeente het Bildt 2015

Welstandsnota Gemeente het Bildt 2015 Welstandsnota Gemeente het Bildt 2015 Gemeente het Bildt Bezoekadres: Van Harenstraat 47 9076 BT St.-Annaparochie Postadres: Postbus 34 9076 ZN St.-Annaparochie Telefoon : 0518-409234. Fax : 0518-409250.

Nadere informatie

LINTBEBOUWING (sterke samenhang)

LINTBEBOUWING (sterke samenhang) 5 LINTBEBOUWING (sterke samenhang) Gebiedsbeschrijving In de na-oorlogse periode is op nieuwe plaatsen en in het verlengde van bestaande linten, nieuwe lintbebouwing gerealiseerd. Doordat deze linten in

Nadere informatie

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE 1 INLEIDING Aanleiding en doel... GEMEENTE WOENSDRECHT BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" BIJLAGE 5 bij de TOELICHTING BEELDKWALITEITSPLAN Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2 Ligging

Nadere informatie

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1.

Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1. Overzicht aanpassingen bestemmingsplan Twekkelerveld 2005, Olieslagweg 1. Blz.1 Er is een verzoek ingediend om op een perceel grond op de hoek van de Olieslagweg en de Hengelosestraat een bestaande vrijstaande

Nadere informatie

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen

Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen Beeldkwaliteitplan Heerenhage Heerenveen Team stedenbouw Ontwerp29112017 1 Inleiding Het bestaande complex van Heerenhage in wijk De Greiden in Heerenveen zal volledig herontwikkeld worden. De bestaande

Nadere informatie

De welstandscommissie kan in deze gevallen gemotiveerd adviseren. In al deze gevallen worden welstandsleges in rekening gebracht.

De welstandscommissie kan in deze gevallen gemotiveerd adviseren. In al deze gevallen worden welstandsleges in rekening gebracht. 6.1 Inleiding In deze paragraaf worden de objectgerichte welstandscriteria genoemd van veel voorkomende (kleine) bouwplannen die met een eigen serie objectcriteria kunnen worden getoetst aan redelijke

Nadere informatie

SPIJKVOORDERHOUT WONEN AAN DE OERDIJK Overzicht kavels

SPIJKVOORDERHOUT WONEN AAN DE OERDIJK Overzicht kavels Overzicht kavels Verkaveling: Oerdijk Koekkoekpad Cees Wilkeshuisstraat Pieter Stuitjesstraat Van Der Marcklaan Willem ten Entelstraat Van Der Marcklaan Deelgebieden: Kavels: opp: 220 772 m 2 224 657 m

Nadere informatie

DE SNELTOETS- CRITERIA

DE SNELTOETS- CRITERIA DE SNELTOETS- CRITERIA 7. ZONWERINGEN Veel aanvragen betreffen kleine veranderingen of toevoegingen aan de bestaande bebouwing. Om ervoor te zorgen dat deze ingrepen gemakkelijk kunnen worden afgehandeld

Nadere informatie

Nota uitgangspunten welstand

Nota uitgangspunten welstand Nota uitgangspunten welstand Vastgesteld d.d..... 2014 1 INHOUD 1. AANLEIDING... 3 2. VORM EN BRUIKBAARHEID VAN DE NOTA... 4 3. OBJECTGERICHTE CRITERIA VOOR VEEL VOORKOMENDE BOUWPLANNEN... 4 4. GEBIEDSGERICHTE

Nadere informatie

Welstandsnota 2013 Ontwerp B&W 280513

Welstandsnota 2013 Ontwerp B&W 280513 Welstandsnota 2013 Ontwerp B&W 280513 Inhoudsopgave 1. Inleiding en leeswijzer 2. Gebiedsindeling en welstandsniveaus 3. Welstandsluwe zone achterkanten 4. Sneltoetscriteria 1. Toepassing van sneltoetscriteria

Nadere informatie

DEEL 5 SNELTOETSCRITERIA. Inhoud: 5.0 Inleiding Lichtvergunningplichtig bouwen Sneltoetscriteria 8 V - 1

DEEL 5 SNELTOETSCRITERIA. Inhoud: 5.0 Inleiding Lichtvergunningplichtig bouwen Sneltoetscriteria 8 V - 1 DEEL 5 DEEL 5 SNELTOETSCRITERIA Inhoud: 5.0 Inleiding 2 5.1 Lichtvergunningplichtig bouwen 5 5.2 Sneltoetscriteria 8 V - 1 INLEIDING DEEL 5 5.0 Inleiding Om te kunnen bouwen, moet eerst een bouwvergunning

Nadere informatie

Begrippen: bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

Begrippen: bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde. Beleidsregels voor de toepassing van een omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2 Wabo. 1. Voor een toetsing van een aanvraag om een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Individuele woningbouw niveau 3

Individuele woningbouw niveau 3 Gebied 11: Canadalaan Individuele woningbouw niveau 3 Bebouwing De bebouwing in dit gebied dateert uit de jaren 70-80 en de oorspronkelijke functie is gelijk aan de huidige; te weten wonen. De bebouwing

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

14 Op de grond staand bouwwerk van beperkte omvang 24

14 Op de grond staand bouwwerk van beperkte omvang 24 Sneltoetscriteria welstand Inhoudsopgave Inleiding 2 1 Welstandstoezicht 3 2 Voor- en Achterkantbenadering 3 3 Uitgangspunten Welstandstoezicht 4 4 Aan- en Uitbouwen 5 5 Bijgebouwen en Overkappingen 8

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden

Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden Beeldkwaliteitsplan Kapelkesstraat 70-70a te Eijsden Inhoudsopgave - Inleiding - Doelstelling o Proces o Bestemmingsplan - Het plan o Beschrijving o Ambitie o Beeld o Gevelopbouw o Detaillering o Materialisering

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011

Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren 2 mei 2011 Beeldkwaliteitsplan De Poelakker Lunteren mei 0 Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren mei 0 N Beeldkwaliteitsplan De Poelakker, Lunteren mei 0 Inhoud Inleiding Stedenbouwkundige uitgangspunten Gebouwen

Nadere informatie

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten

Welstandsnota e Aanvulling. Gemeente Dronten Welstandsnota 2004 4 e Aanvulling Gemeente Dronten Inleiding In dit beleidsdocument is een nieuw gebied beschreven, bestaande uit drie deelgebieden, dat een aanvulling vormt op de Welstandsnota van de

Nadere informatie

Centrumgebieden, kernen, lintbebouwing

Centrumgebieden, kernen, lintbebouwing Centrumgebieden, kernen, lintbebouwing Hier geldt een regulier welstandsniveau, zier hiervoor de niveaukaart. Vergunningvrij? Voor een groot aantal ingrepen aan uw woning hoeft u geen omgevingsvergunning

Nadere informatie

Welstandsnota. Algemene criteria voor kleine, veel voorkomende bouwwerken

Welstandsnota. Algemene criteria voor kleine, veel voorkomende bouwwerken Welstandsnota Algemene criteria voor kleine, veel voorkomende bouwwerken Croonen Adviseurs b.v. strategie, ordening & vorm COLOFON Projectnummer: Word bestand: BOE01-HEL00010-03A WSN01-HEL00010-02B Datum:

Nadere informatie

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie

Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal. 1. Beschrijving bestaande situatie GELDERS GENOOTSCHAP Welstandsnota Heerde Deelgebied 5, bruggen Apeldoorns Kanaal 1. Beschrijving bestaande situatie In dit deelgebied komen zeven bruggen over het Apeldoorns Kanaal aan de orde. Bruggen

Nadere informatie

beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 21 september 2012

beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 21 september 2012 beeldkwaliteitsplan locatie ons belang Staphorst 21 september 2012 Inleiding In de Welstandsnota Staphorst is aangegeven dat er bij nieuwe ontwikkelingen (zowel uitbreidingen als inbreidingen) gelet moet

Nadere informatie