Schoonmaken van de woonomgeving

Transcriptie

1 Schoonmaken van de woonomgeving

2 > Inhoud > Cursus: Een schoonmaakwijzer maken 5 > Tekstbron: Schoonmaken en op orde houden van de woonomgeving 33 > Project: Schoonmaken en het milieu 49 > Training: Schoonmaken van de woonomgeving 59 > BPV: Schoonmaken 63 > Beoordelingslijsten 67 Colofon Uitgeverij Edu Actief b.v. Meppel Postbus KB Meppel Tel.: Fax: info@edu-actief.nl Internet: Auteurs Ingrid Staal en Gerda Verhey Titel Schoonmaken van de woonomgeving Vormgeving Binnenwerk: DBD design/ruurd de Boer, omslag: Tekst in Beeld/Hubi de Gast ISBN Copyright 2014 Uitgeverij Edu Actief b.v. Derde druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912.

3 cursus: Een schoonmaakwijzer maken

4

5 > Een schoonmaakwijzer maken Inleiding Als helpende zul je vaak huishoudelijke werkzaamheden verrichten. Het is belangrijk dat je dan op de hoogte bent van verschillende manieren van schoonmaken, van verschillende schoonmaakmiddelen en -materialen. Veel mensen hebben een eigen manier van schoonmaken. In deze opdracht gaan we verschillende soorten schoonmaakmiddelen en -materialen behandelen. Casus Mevrouw Kolenbrander is 82 jaar en woont in woon- en zorgcentrum Het Veenpark. Ze woont in een aanleunwoning en krijgt twee keer in de week huishoudelijke hulp. Zelf kan ze de afwas nog doen en verder doet de helpende alles voor mevrouw. Omdat er verschillende helpenden bij mevrouw komen om haar bij het huishouden te helpen, ligt er een schoonmaakwijzer. Zorgdossier Mevrouw Kolenbrander 82 jaar Houdt van tv kijken, praatje maken, boek lezen. Huidige situatie Door haar ouderdom is mevrouw niet meer in staat om de huishouding te doen. Hiervoor komt twee keer in de week een helpende. Beroepsproduct Het maken van een schoonmaakwijzer met informatie over verschillende schoonmaakmiddelen en -materialen. Doelstellingen Je kunt benoemen hoe schoonmaakmiddelen gebruikt moeten worden. Je kunt benoemen hoe schoonmaakmaterialen gebruikt moeten worden. Je kunt de informatie op de etiketten van het schoonmaakmiddel lezen. Je kunt de verschillende schoonmaakmiddelen in de juiste categorie plaatsen. Je kunt benoemen hoe je in de juiste volgorde moet schoonmaken. Je kunt benoemen hoe je een microvezeldoek moet gebruiken. Beoordelingscriteria Gebruikt de juiste schoonmaakmaterialen en schoonmaakmiddelen om de woonomgeving schoon te houden. Onderhoudt de schoonmaakmaterialen op de juiste manier. Kan kostenbewust omgaan met de materialen en middelen die gebruikt worden voor het schoonhouden van de woonomgeving. Kan volgens instructies, richtlijnen, voorschriften en protocollen op de juiste manier met oog voor de veiligheid van de zorgvrager de woonomgeving schoon houden. Uitgeverij Edu Actief b.v. 7

6 > Voorbereiding Opdracht 1: Middelen en materialen Om goed te kunnen schoonmaken, heb je verschillende soorten schoonmaakmiddelen en -materialen nodig. Noem vijf verschillende soorten schoonmaakmiddelen: 1. Tekstbron 2. Materialen en schoonmaakmiddelen Noem vijf verschillende schoonmaakmaterialen: Opdracht 2: Schoonmaakmethoden Maak onderstaande zinnen af. 1. Als er losliggend vuil ligt, ga je het. Tekstbron: 1. Verschillende schoonmaakmethoden 2. Tegelvloeren kun je. 3. Gebruik je een stofzuiger, dan ben je aan het. 4. Bij het gebruik van een gebruik je geen schoonmaakmiddel. 5. Wanneer er vuil vast aan de oppervlakte zit, kun je het best. 6. Bij het moppen van de vloer ga je. 7. geeft een beter resultaat dan droog schoonmaken. 8 Een schoonmaakwijzer maken

7 Opdracht 3: Schoonmaken Maak de onderstaande zinnen af. 1. Een andere manier van schoonmaken is schoonmaken met een 2. worden gebruikt om vuil te verwijderen. 3. Bij het schoonmaken werk je van naar 4. producten zijn producten die veel zuurstof bevatten. 5. In de moet ook staan waarvoor het schoonmaakmiddel gebruikt mag worden en hoe het gebruikt moet worden. Opdracht 4: Schoonmaakwerkzaamheden Je kunt op verschillende manieren schoonmaken: droog, klamvochtig en nat. Noem vier manieren van droog schoonmaken Wat is het voordeel van klamvochtig schoonmaken? Waarom kunnen tegelvloeren en stenen vloeren natter schoongemaakt worden? Geef in je antwoord het verschil aan met een houten vloer. Uitgeverij Edu Actief b.v. 9

8 Opdracht 5: Schoonmaakmaterialen Zoek tien verschillende plaatjes van schoonmaakmaterialen, plak de plaatjes in de vakjes en schrijf de naam eronder. (Gebruik hiervoor eventueel een apart A4 tje.) Tekstbron: 2. Materialen en schoonmaakmiddelen Afwasborstel Afwasteil Wc-borstel Spons Raamtrekker Ragebol Stoffer en blik Mop Microvezeldoek Veger Opdracht 6: Eigen huis schoonmaken Stel je voor dat je in huis je eigen kamer moet opruimen en schoonmaken. Benoem tien verschillende schoonmaakmaterialen en schoonmaakmiddelen die je denkt te gaan gebruiken. Zet achter elk schoonmaakmateriaal en schoonmaakmiddelen waarvoor je het gaat gebruiken. Schoonmaakmateriaal of schoonmaakmiddel Waarvoor je het gebruikt Een schoonmaakwijzer maken

9 10. Opdracht 7: Vroeger en nu Het huishouden is tegenwoordig makkelijker en sneller dan vroeger (voor 1900). Denk maar eens aan de wasmachine, die er toen nog niet was. Noteer vijf huishoudelijke apparaten en zet erachter of die apparaten er vroeger ook al waren Zoek op internet naar vijf plaatjes van huishoudelijke apparaten van vroeger en print die plaatjes. Plak de plaatjes op een A4'tje en vraag aan medestudenten of die weten wat voor huishoudelijke apparaten het zijn. Opdracht 8:Wie doet wat in het huishouden? Vul vier namen van jullie gezinsleden (als het er minder zijn, vul je alleen die namen in) in op de stippellijnen. Zet achter elke huishoudelijke activiteit één of meer kruisjes. Uitgeverij Edu Actief b.v. 11

10 Schoonmaakactiviteit Wie doet dit bij jou thuis? Afwassen Vloer dweilen/moppen Bed verschonen Koelkast schoonmaken Stofzuigen Planten water geven Ramen wassen Kamer opruimen Boodschappen doen Toilet schoonmaken Badkamer schoonmaken Eten koken Beantwoord nu de volgende vragen: Wie doet het meest in de huishouding? Vind je dat jij meer kunt doen in de huishouding? Waarom wel of niet? Bespreek de uitkomsten met een andere student. Opdracht 9: Schoonmaakfrequentie Bij het schoonmaken zijn er verschillende werkzaamheden. De ene werkzaamheid moet vaker gebeuren dan de andere. Tekstbron: 3. Werkvolgorde Vul de volgende werkzaamheden in de juiste kolom in. Noteer achter de werkzaamheden de letter D als die dagelijks moeten gebeuren, een W als ze wekelijks moeten gebeuren en een M als ze maandelijks moeten gebeuren. 12 Een schoonmaakwijzer maken

11 bed verschonen slaapkamer schoonmaken toilet schoonmaken ramen wassen rommel opruimen moppen van de keukenvloer stofzuigen bed opmaken koelkast schoonmaken planten water geven Werkzaamheden die regelmatig moeten gebeuren Werkzaamheden die minder vaak moeten gebeuren Opdracht 10: Huishoudelijke taken Schrijf vijf voorbeelden op van huishoudelijke taken die elke dag moeten gebeuren Uitgeverij Edu Actief b.v. 13

12 Schrijf vijf voorbeelden op van huishoudelijke taken die één keer per week moeten gebeuren Schrijf vijf voorbeelden op van huishoudelijke taken die maandelijks of periodiek moeten gebeuren Welke taken vind je leuk en welke minder leuk? Geef dit met een smiley aan achter elk voorbeeld. Opdracht 11: Schoonmaakmiddel Schoonmaakmiddelen kun je in verschillende categorieën indelen. Zoek op internet naar zes verschillende soorten schoonmaakmiddelen. Vul de gevonden schoonmaakmiddelen in het onderstaande schema in. In de eerste kolom vul je een schoonmaakmiddel in en daarachter zet je een kruisje in de juiste kolom Product Reinigingsmiddel Onderhoudsmiddel Desinfecteermiddel Speciaal middel 14 Een schoonmaakwijzer maken

13 Opdracht 12: Woordzoeker Zoek de onderstaande woorden op in de woordzoeker. Afstoffen Ergonomisch Microvezeldoek Schoonmaken Afvoerputje Kalkoplosser Milieu Stofdoek Allesreiniger Klamvochtig Organismen Stofzak Ammonia Licht Reinigen Toiletpot Bacteriën Lucht Schimmels Voedingsstoffen Dekbed Mondstukken Schoonmaakplan Water Dekens W A T E R K E O D F O T S O N E I Y L F E X N L N E G I N I E R J S A M M O N I A D E B K E D G R E G I N I E R S E L L A F B O R L S C H O O N M A A K P L A N N U O R G A N I S M E N H J C O S C H O O N M A K E N F L N T M L H S V A F V O E R P U T J E I S T I E T O I L E T P O T T R S J K A Z F O T S N E K E D Y I C D S L E M M I H C S S U R R E H N K A L K O P L O S S E R N N I V O E D I N G S S T O F F E N N H D P O D K L A M V O C H T I G E Z N E F F O T S F A T H C I L N E K K U T S D N O M I L I E U P N M I C R O V E Z E L D O E K Enkele woorden zijn vetgedrukt. Zoek hiervan de betekenis op. Uitgeverij Edu Actief b.v. 15

14 Opdracht 13: Stap voor stap schoonmaken Schoonmaken doe je in een bepaalde volgorde. Kijk naar de foto s en noteer de juiste volgorde met daarachter de uitleg. Foto 1: moppen. Foto 2: nat schoonmaken. Foto 3: stofzuigen. Foto 4: van boven naar beneden werken. Foto 5: van buiten naar binnen werken. Foto 6: droog schoonmaken. Volgorde Waarom Opdracht 14: Eenvoudig schoonmaakplan Als je zelfstandig of met een gezin woont, moet je je eigen huishouden doen. Hiervoor maak je een schoonmaakplan. Houd bij het invullen van het schoonmaakplan rekening met de volgende drie punten: 1. Verdeel de werkzaamheden over de zeven dagen van de week en maak een schema of een soort huishoudkalender. 16 Een schoonmaakwijzer maken

15 2. Verzin tien huishoudelijke karweitjes die gedaan moeten worden. Wanneer doe je die? Elke dag? Misschien wel een paar keer per dag! Een paar keer per week? Eén keer in de maand? Eén keer per drie maanden? (Denk aan het frequentieschema.) Schrijf ze in je schema. Een voorbeeld is hieronder weergegeven. 3. Zorg dat in ieder geval afwassen, koken en de wc schoonmaken in je schema staan. Dinsdag Vrijdag Maandag Woensdag Donderdag Zaterdag Zondag Slaapkamer Stoffen Eventueel moppen Luchten Luchten Luchten Luchten Luchten Bed verschonen Luchten Luchten Woonkamer Toilet Keuken Uitgeverij Edu Actief b.v. 17