Voortzettingsvereisten bij bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de fiscale wetgeving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voortzettingsvereisten bij bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de fiscale wetgeving"

Transcriptie

1 Voortzettingsvereisten bij bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de fiscale wetgeving Behoort een homogene regeling met betrekking tot de voortzettingsvereisten bij bedrijfsopvolgingsfaciliteiten tot de mogelijkheden? Nancy van den Boomen December 2008 Faculteiten der Rechtsgeleerdheid: Universiteit van Tilburg Radboud Universiteit Nijmegen

2

3 Voortzettingsvereisten bij bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de fiscale wetgeving Behoort een homogene regeling met betrekking tot de voortzettingsvereisten bij bedrijfsopvolgingsfaciliteiten tot de mogelijkheden? Opleidingen: Master Fiscaal Recht Master Notarieel Recht Faculteit der Rechtsgeleerdheid Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit van Tilburg Radboud Universiteit Nijmegen Auteur: Nancy van den Boomen Nancy van den Boomen Wilgenlaan 9 Wilgenlaan KK Diessen 5087 KK Diessen Tel: Tel: ANR: S ANR: S Examencommissie: Mr. M.J. Hoogeveen Prof. Mr. F.W.J.M. Schols Prof. Mr. I.J.F.A. van Vijfeijken Datum: December 2008 December 2008

4

5 Voorwoord Na acht jaar studeren is de tijd gekomen om mijn laatste studie af te ronden. Mijn avontuur als student begon in 2000 aan de Fontys Hogeschool te Eindhoven. Na vier jaar hard werken, behaalde ik daar mijn Bachelordiploma Fiscale Economie. Ik had gedurende mijn studietijd in Eindhoven en met name tijdens mijn stages al meteen door, dat deze opleiding niet mijn laatste zou zijn. Na de HEAO ben ik in 2004 dan ook begonnen met de studie Fiscaal Recht. Eerst diende ik een eenjarig schakelprogramma te doorlopen, waarna ik met de Masteropleiding kon beginnen. Alles ging voorspoedig en binnen twee jaar had ik al mijn vakken gehaald en stond mijn scriptie op het programma. Het schrijven van de scriptie werd echter op een laag pitje gezet omdat ik in 2006 begon met de studie Notarieel Recht. Tijdens de studie Fiscaal Recht was namelijk mijn interesse gewekt op het gebied van het personen- en familierecht en daar wilde ik meer van weten. Na het behalen van alle vakken van Notarieel Recht (binnen ongeveer één jaar) kon ik uiteindelijk doorgaan met het schrijven van de scriptie. Dit bleek voor mij niet zo eenvoudig te zijn. Ik heb vele dagen en avonden achter de laptop gezeten zonder enig resultaat. Echter dankzij de steun van mijn vriend, mijn familie, mijn vrienden en mijn scriptiebegeleidster, heb ik nu mijn langverwachte scriptie klaar. Bij het schrijven van mijn scriptie ben ik vanuit de Universiteit van Tilburg bijgestaan door mevrouw Hoogeveen. Zij heeft mij veel geleerd over het onderwerp en advies gegeven over het schrijven van een scriptie. Ik wil haar dan ook hartelijk bedanken voor alle moeite en tijd die zij in mij gestoken heeft. Een bedankje is tevens op zijn plaats voor mevrouw van Vijfeijken die een tweetal maanden voor mevrouw Hoogeveen waargenomen heeft. Ook wil ik mijn vriend bedanken voor alle steun en aanmoedigingen. Tenslotte nog een laatste dankwoord aan mijn ouders. Zonder hen was deze scriptie niet tot stand gekomen. Zij hebben altijd in mij geloofd. Voor u ligt uiteindelijk de scriptie met als onderwerp Voortzettingsvereisten bij bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de fiscale wetgeving. Het is een onderwerp waarover al veel geschreven is, maar nog lang niet uitputtend. De scriptie is bedoeld om inzicht te geven in de huidige fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. Omdat het een actueel onderwerp is, zal uw interesse waarschijnlijk snel gewekt zijn. Ik wens u dan ook veel leesplezier. Nancy van den Boomen Diessen, december 2008

6 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding Probleemstelling Opzet en afbakening Relevantie 3 Hoofdstuk 2 Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2.1 Inleiding Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor te betalen inkomstenbelasting Bij leven in de winstsfeer a Inleiding b Doorschuiffaciliteit in de Wet IB 2001 (art Wet IB 2001) c Uitstelregeling in de IW 1990 (art. 25 lid 18 en lid 19 IW) Bij overlijden in de winstsfeer a Inleiding b Doorschuiffaciliteit in de Wet IB 2001 (art Wet IB 2001) c Uitstelregeling in de IW 1990 (ar. 25 lid 17 IW) Bij leven in de aanmerkelijkbelangsfeer a Inleiding b Uitstelregeling in de IW 1990 (art. 25 lid 9 IW) Bij overlijden in de aanmerkelijkbelangsfeer a Inleiding b Doorschuiffaciliteit in de Wet IB 2001 (art Wet IB 2001) Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor te betalen schenkings- of successierechten Bij leven en overlijden in de winst- en aanmerkelijkbelangsfeer a Inleiding b Uit- en afstelregeling in de SW (Art. 35c lid 1 en lid 2 SW juncto art lid 11en art. 35c lid 3 SW juncto art. 25 lid 12 IW) Schema bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 13 Hoofdstuk 3 Kwaliteitseisen aan de voortzetter 3.1 Inleiding Kwaliteitseisen aan de voortzetters in de winstsfeer Bij leven Bij overlijden Kwaliteitseisen aan de voortzetters in de aanmerkelijkbelangsfeer Bij leven Bij overlijden 21

7 3.4 Vergelijking van de kwaliteitseisen aan de voortzetters Inleiding Verschillen met betrekking tot de winstsfeer Verschillen met betrekking tot de aanmerkelijkbelangsfeer Verschillen met betrekking tot de winst- en aanmerkelijkbelangsfeer Verklaringen voor de opgesomde verschillen in de winstsfeer Verklaringen voor de opgesomde verschillen in de aanmerkelijkbelangsfeer Verklaringen voor de opgesomde verschillen tussen de winst- en aanmerkelijkbelangsfeer Aanbevelingen met betrekking tot de kwaliteitseisen aan de voortzetter Aanbevelingen in de winstsfeer Aanbevelingen in de aanmerkelijkbelangsfeer Aanbevelingen in de winst- en aanmerkelijkbelangsfeer Hoofdstuk 4 Kwalitatieve invulling van het voortzettingsvereiste 4.1. Inleiding Kwalitatieve invulling van het voortzettingsvereiste in de winstsfeer Bij leven Bij overlijden Kwalitatieve invulling van het voortzettingsvereiste in de aanmerkelijkbelangsfeer Bij leven Bij overlijden Vergelijking van de kwalitatieve invullingen van het voortzettingsvereiste Inleiding Verschillen met betrekking tot de winstsfeer Verschillen met betrekking tot de aanmerkelijkbelangsfeer Verklaringen voor de opgesomde verschillen in de winstsfeer Verklaringen voor de opgesomde verschillen in de aanmerkelijkbelangsfeer Aanbevelingen met betrekking tot de kwaliteitseisen aan de voortzetter Aanbevelingen in de winstsfeer Aanbevelingen in de aanmerkelijkbelangsfeer. 40 Hoofdstuk 5 Voortzettingstermijnen 5.1 Inleiding Voortzettingstermijnen in de winstsfeer Bij leven Bij overlijden Voortzettingstermijnen in de aanmerkelijkbelangsfeer Bij leven Bij overlijden 44

8 5.4 Vergelijking van de voortzettingstermijnen Inleiding Verschillen met betrekking tot de winstsfeer- en aanmerkelijkbelangsfeer Verklaringen voor de opgesomde verschillen in de winst- en aanmerkelijkbelangsfeer Aanbevelingen met betrekking tot de voortzettingstermijnen Aanbevelingen in de winst- en aanmerkelijkbelangsfeer. 47 Hoofdstuk 6 Samenvatting en Conclusie 6.1 Inleiding Samenvatting; kwaliteitseisen aan de voortzetter Samenvatting; kwalitatieve invulling van het voortzettingsvereiste Samenvatting; voortzettingstermijnen Algehele conclusie.. 51 Literatuurlijst Boeken en tijdschriften.... Internetsites..... Kamerstukken.. Besluiten.. Jurisprudentie

9 Inleiding Hoofdstuk Inleiding De verwachting bestaat dat binnen nu en 2013 maar liefst (familie)bedrijven te maken krijgen met een bedrijfsoverdracht. 1 Het groeiende aantal bedrijfsoverdrachten kent een drietal redenen. 2 Ten eerste is de vergrijzing een belangrijke oorzaak. De generatie van de babyboom raakt op leeftijd waarbij aan een overdracht van het bedrijf gedacht moet worden. Ten tweede is de huidige jonge generatie ondernemers niet vergroeid met hun bedrijf. Ze zien het bedrijf niet meer als levenswerk, maar meer als een deel van het ondernemersleven. Na de onderneming te hebben opgebouwd en eventueel uitgebouwd, komt de drive voor de ondernemer te vervallen en wordt gezocht naar nieuwe uitdagingen. Resultaat hiervan is dat de onderneming te koop wordt aangeboden, waardoor het aantal bedrijfsoverdrachten stijgt. De derde en tevens laatste reden voor het toenemende aantal bedrijfsoverdrachten, is de toename van grensoverschrijdende overnames. Hierbij moet vooral gedacht worden aan bedrijfsoverdrachten vanuit België en Duitsland. Een bedrijfsoverdracht is in deze dagen een complexe materie. Zowel juridische, fiscale, financiële als psychologische problemen kunnen ervoor zorgen dat de bedrijfsoverdracht op een mislukking uitloopt. Om zoveel mogelijk de fiscale en financiële knelpunten te beperken, kent de belastingwetgeving een aantal bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. Daarbij wordt (meestal) als uitgangspunt genomen dat het betalen van belasting geen beletsel mag vormen een geslaagde bedrijfsoverdracht. 3 De continuïteit van de onderneming staat centraal. De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten zijn versnipperd terug te vinden in de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet IB 2001), de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (VPB), de Wet op de belastingen van Rechtsverkeer (BRV), de Wet op de omzetbelasting 1968 (Wet OB), de Successiewet 1956 (SW) en de Invorderingswet 1990 (IW). Hierbij hebben de faciliteiten verschillende, generieke karakters. Zo bestaan er doorschuifregelingen, uitstelregelingen en afstelregelingen. Voor toepassing van elke van deze faciliteiten geeft de wet een aantal voorwaarden. Eén voorwaarde die vrijwel voor alle faciliteiten geldt, is dat de verkrijger de onderneming dient voort te zetten. Wordt de onderneming immers niet voortgezet, dan is er ook geen reden voor toepassing van een bedrijfsopvolgingsfaciliteit. 1 Jan van Wijngaarden, De valkuilen bij bedrijfsoverdracht,esj Corporate Finance Minister van Financiën, Bedrijfsoverdracht: continuïteit door fiscaliteit, 12 juli 2004, 1, inleiding

10 1.2 Probleemstelling Op het eerste gezicht lijkt het voortzettingsvereiste een bepaling die in alle bedrijfsopvolgingsfaciliteiten een gelijke betekenis heeft. Bij nader onderzoek blijkt dit echter niet het geval. Dit feit heeft mijn aandacht getrokken. In deze scriptie zal bekeken worden of de verschillen tussen de voortzettingsvereiste te rechtvaardigen zijn. Dit wordt gedaan aan de hand van een drietal invalshoeken. Aan bod komen de vereisten met betrekking tot de voortzetter, de voortzettingstermijn en de kwalitatieve invulling van het voortzettingsvereiste. Gekeken zal worden of de verschillen verklaard kunnen worden aan de hand van de ratio van de faciliteit, de aard van de faciliteit of de aard van de heffing. Bij de zoektocht naar de verklaringen wordt gebruik gemaakt van de volgende probleemstelling: Eén voorwaarde die bij toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten zowel in de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956, als de Invorderingswet 1990 wordt gesteld, is dat de verkrijger de onderneming dient voort te zetten. Dit voortzettingsvereiste is in de fiscale heffingen verschillend ingevuld. Is deze differentiatie te verklaren vanuit de aard van de faciliteit, de aard van de heffingen of vanuit de verschillende winstsferen (IB-winst of AB)? Zijn de gevonden differentiaties vervolgens te rechtvaardigen en kan uiteindelijk tot een meer homogene regeling gekomen worden? Om tot een juiste eindconclusie te komen kunnen de volgende deelvragen gesteld worden: - Welke bedrijfsopvolgingsfaciliteiten kent de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956 en de Invorderingswet 1990? Hoe luiden de voortzettingsvereisten hierbij? - Welke verschillende vereisten bestaan er met betrekking tot de kwaliteit van de voortzetter en zijn de eventueel gevonden verschillen te verklaren? - Welke verschillende vereisten bestaan er met betrekking tot de kwalitatieve invulling van het voortzettingsvereiste en zijn de eventueel gevonden verschillen te verklaren? - Welke verschillende vereisten bestaan er met betrekking tot de voortzettingstermijnen en zijn de eventueel gevonden verschillen te verklaren? - Is een homogene regeling met betrekking tot het voortzettingsvereiste mogelijk? 1.3 Opzet en afbakening De scriptie zal aan de hand van vorengenoemde deelvragen worden ingedeeld. Hoofdstuk 2 zal een beschrijving geven van de verschillende bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. Hierbij worden de faciliteiten niet volledig uitgewerkt, maar zullen alleen de hoofdbestanddelen besproken worden. De hoofdstukken 3 t/m 5 gaan vervolgens in op de verschillende invalshoeken van het - 2 -

11 voortzettingsvereiste. Achtereenvolgens komen aan bod: de vereisten met betrekking tot de voortzetter, de kwalitatieve invulling van het voortzettingsvereiste en de voortzettingstermijn. Voor deze hoofdstukken geldt dat alle faciliteiten zowel in de winst- als de aanmerkelijkbelangsfeer aan bod komen. Ten slotte geeft het afsluitende hoofdstuk (6) een samenvatting en conclusie. In de scriptie wordt alleen ingegaan op de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten die gelden voor natuurlijke personen, zodat ik geen aandacht besteed aan de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Wet op de vennootschapsbelasting De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten die hierdoor besproken zullen worden zijn de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956 en de Invorderingswet Relevantie Een bedrijfsoverdracht is vaak een langdurig en ingewikkeld proces. Niet alleen de fiscale wetgeving of de financiële zaken zijn belangrijk maar ook het emotionele proces achter de overdracht. Door al deze factoren schuiven de meeste ondernemers de bedrijfsoverdracht voor zich uit. Het is daarom belangrijk in de toekomst tot een doorzichtigere wetgeving te komen, waarbij meteen duidelijk is wat de wet van een ondernemer verlangt, en wat de wet een ondernemer te bieden heeft, zodat een bedrijfsoverdracht tijdig kan plaatsvinden. Deze scriptie, die slechts betrekking heeft op een klein onderdeel van de fiscale wetgeving, is bedoeld als aanzet tot een grotere doorzichtigheid van de wetgeving. Met een succesvolle, vlotte overdracht is immers iedereen gebaat

12 Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Hoofdstuk Inleiding Dit hoofdstuk zal een beschrijving geven van de verschillende bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Wet inkomstenbelasting 2001, de Invorderingswet 1990 en de Successiewet Daarbij wordt kort ingegaan op de ratio en de vereisten van de faciliteiten. Waar mogelijk wordt per paragraaf een indeling gemaakt van de faciliteiten in de winstsfeer bij leven en overlijden en de faciliteiten in de aanmerkelijkbelangsfeer bij leven en overlijden. De afsluitende paragaaf geeft een schema waarin alle vereisten weergegeven worden. 2.2 Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de te betalen inkomstenbelasting bij leven in de winstsfeer a Inleiding Indien een ondernemer zijn onderneming overdraagt door middel van koop of schenking, staakt hij zijn subjectieve onderneming. De staking heeft tot gevolg dat op grond van art. 3.8 Wet IB 2001 afgerekend dient te worden over de voordelen behaald met en bij het staken van de onderneming. Om te voorkomen dat over de stakingswinst (direct) moet worden afgerekend, kent zowel de Wet inkomstenbelasting 2001 als de Invorderingswet 1990 een bedrijfsopvolgingsfaciliteit. In de Wet inkomstenbelasting 2001 is een doorschuiffaciliteit opgenomen in art Wet IB 2001 ( b). De Invorderingswet 1990 geeft een uitstelregeling in art. 25 lid 18 en lid 19 IW ( c) b Doorschuiffaciliteit in de Wet IB 2001 (art Wet IB 2001) Doel van de faciliteit Bij verkoop van de onderneming vindt een afrekening plaats over de totaalwinst behaald tijdens het ondernemerschap van de overdrager. Deze afrekening kan op bezwaren stuiten. Om onder andere de financiële bezwaren te voorkomen heeft de wetgever een doorschuiffaciliteit in de wet opgenomen. In de Wet inkomstenbelasting 1964 was deze faciliteit te vinden in art. 17 Wet IB 2001 en kon de ouder de gehele onderneming overdragen aan zijn kinderen, pleegkinderen of kleinkinderen of hun echtgenoten dan wel zijn partner. In de loop van de tijd is de faciliteit verruimd en is het mogelijk geworden een zelfstandig gedeelte of een onderneming over te dragen aan een mede-ondernemer of - 4 -

13 werknemer die een zekere tijd (36 maanden) actief betrokken is geweest bij het drijven van de onderneming. 4 Door de verruiming van de faciliteit wordt de continuïteit van de onderneming verbeterd, levert de participatie van de overdrager in de onderneming gedurende de 36-maandentermijn een gunstig effect op voor de vermogenspositie van de onderneming en daarmee voor de latere startpositie van de voortzetter en zorgt de samenwerkingstermijn van 36 maanden voor een goede kennisoverdracht. 5 Vereisten aan de faciliteit Voor toepassing van de doorschuiffaciliteit is een aantal voorwaarden in art Wet IB 2001 opgenomen. Volgens art lid 1 Wet IB 2001 kan de overdracht plaatsvinden door een ondernemer of een medegerechtigde in de zin van art. 3.3 lid 1 onderdeel a Wet IB Voor de verkrijger is vereist dat hij mede-ondernemer moet zijn binnen een samenwerkingverband en gedurende 36 maanden winst uit die onderneming heeft gegenereerd. Hierbij wordt voor het begrip medeondernemer aangesloten bij de definitie zoals deze wordt weergegeven in art. 3.4 Wet IB Een overdracht aan een medegerechtigde binnen het samenwerkingverband kan hierdoor niet plaatsvinden. Naast de mede-ondernemer is het artikel ook van toepassing voor de werknemer die gedurende 36 maanden, voorafgaand aan het overdrachtsmoment, in dienst is geweest bij de onderneming. Voor zowel de mede-ondernemer als de werknemer geldt dat ze de onderneming moeten voortzetten. Indien de intentie bestaat om de onderneming te staken dan wel te liquideren dan wordt de faciliteit niet verleend. 8 Als de verkrijger de onderneming ten tijde van de overdracht immers niet voortzet, kan niet worden doorgeschoven en dient de overdrager conform de bedoeling van de wetgever alsnog af te rekenen. Ten slotte geldt dat zowel de overdrager als de verkrijger een schriftelijk verzoek tot toepassing van de faciliteit moeten indienen c Uitstelregeling in de IW 1990 (art. 25 lid 18 en lid 19 IW) Doel van de faciliteit Een bedrijfsoverdracht levert in de Wet inkomstenbelasting 2001 een staking op, met als gevolg dat er dient te worden afgerekend over de aanwezige stille en fiscale reserves. Omdat deze afrekening bij bedrijfsoverdrachten waarbij de koopsom geheel of gedeeltelijk onbetaald is gebleven voor fiscale belemmeringen kan zorgen, is met ingang van 1 januari 2005 een betalingsregeling opgenomen in art. 4 Per 1 januari 2005 is aan art lid 3 Wet IB 2001 een bepaling toegevoegd. Deze toevoeging bepaalt het niet van belang is of het niet overgedragen gedeelte nog een onderneming vormt. 5 Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 3, p Voor de overdrager is het voldoende indien hij medegerechtigde tot de onderneming is. In de parlementaire behandeling van de Wet ondernemingspakket 2001 is hiervan een voorbeeld gegeven. Zo kan een beherend vennoot van een commanditaire vennootschap een aantal jaren commanditaire vennoot worden en vervolgens met gebruikmaking van de doorschuiffaciliteit zijn onderneming overdragen aan een beherend vennoot van die commanditaire vennootschap, Kamerstukken 1999/2000, , nr. 3, p Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 3, p Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 6, p. 22. Zie ook de Hoge Raad ten aanzien van de toepassing van artikel 18 Wet IB 1964, HR 29 augustus 1997, BNB 1997/374 en voor de toepassing van de vrijstelling van artikel 15, lid 1, onderdeel e, BRV, welke toepassing werd geweigerd omdat van te voren al vaststond dat een deel van de onderneming zou worden overgedragen, HR 1 april 1981, BNB 1981/

14 25 lid 18 en lid 19 IW. 9 Met de uitstelregeling wordt beoogd de overdragende en de overnemende partij in staat te stellen de financiering van de koopsom eenvoudiger te kunnen realiseren. Hierdoor kan er en soepelere bedrijfsoverdracht tussen verschillende generaties tot stand worden gebracht. 10 Vereisten aan de faciliteit Als vereiste voor toepassing van de faciliteit van art. 25 lid 18 en lid 19 IW geldt ten eerste dat de overdrager zekerheid moet stellen ten opzichte van de fiscus. Daarnaast zal hij een afschrift van de verkoopovereenkomst moeten overleggen. Uit die overeenkomst moet blijken welk deel van de overdrachtsprijs schuldig is gebleven, wat de duur is van de aflossingsperiode en in welke termijnen de overdrachtsprijs wordt voldaan. 11 Voor de verkrijger is bepaald dat het een natuurlijk persoon moet zijn en dat hij de onderneming direct moet voortzetten. Doordat de onderneming moet worden voortgezet ten tijde van de overdracht wordt de verkrijger ondernemer dan wel medegerechtigde. 12 Als echter blijkt dat de verkrijger ten tijde van de overdracht de intentie heeft om de onderneming te staken dan wel te liquideren dan wordt de faciliteit niet verleend. Omdat het artikel werkt met een voortzettingstermijn geldt die voortzettingsvereiste gedurende het gehele uitstel. Het voortzettingsvereiste is echter niet geheel juist geformuleerd, waardoor het staken van de onderneming gedurende het uitstel niet leidt tot intrekking van de faciliteit. Zie meer hierover in Bij overlijden in de winstsfeer a Inleiding Het overlijden van de ondernemer heeft in de Wet inkomstenbelasting 2001 tot gevolg dat hij zijn subjectieve onderneming staakt. 13 Bij deze (fictieve) staking dient afgerekend te worden op grond van art Wet IB Er wordt hier gewerkt met een fictief stakingsbegrip omdat het overlijden van de ondernemer in eerste instantie geen realisatiemoment van de stakingswinst inhoudt. Bovendien zou de belastingclaim bij het overlijden van de ondernemer niet overgaan op de overnemer omdat deze de onderneming tegen de waarde in het economische verkeer waardeert. 14 De fictie zorgt ervoor dat onmiddellijk voorafgaand aan het overlijden van de ondernemer, het ondernemingsvermogen wordt overgedragen aan degene die het krachtens erfrecht toekomt. 15 Hierbij wordt het ondernemingsvermogen geacht te zijn gewaardeerd tegen de waarde in het economische verkeer. 16 Op deze manier rekent de erflater af over de behaalde stakingswinst. Om ervoor te zorgen dat de belastingclaim niet direct betaald hoeft te worden is er in de Wet inkomstenbelasting 2001 een 9 Kamerstukken II 2004/2005, , nr. 42, p. 2 en Kamerstukken I 2004/2005, , nr. C, p Art. 5b lid 1 Uitv. Reg. IW. 12 Kamerstukken I 2004/2005, , nr. C, p Ondernemer in de zin van art. 3.4 Wet IB 2001 dan wel medegerechtigde in de zin van art. 3.3 Wet IB HR 24 november 1943, B 7740 en HR 2 april 1947, B 8335, in deze arresten is bepaald dat bij het overlijden van een ondernemer geen afrekening van reserves kan plaatsvinden, indien de erfgenamen de verkregen activa en passiva op de openingsbalans voor de waarde in het economische verkeer mochten opnemen. 15 Kamerstukken II 1958/1959, 5380, nr. 3, p L.W. Sillevis, M.L.M. van Kempen, Cursus belastingrecht; Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2007/2008, p

15 doorschuiffaciliteit opgenomen in art Wet IB 2001 ( b). De Invorderingswet 1990 kent een uitstelregeling welke te vinden is in art. 25 lid 17 IW ( c) b Doorschuivingsfaciliteit in de Wet IB 2001(art Wet IB 2001) Doel van de faciliteit Art Wet IB 2001 is de opvolger van art. 15 lid 3 Wet IB In de Wet inkomstenbelasting 1964 is art. 15 lid 3 ingevoerd met als reden dat de afweging van de bezwaren van eindafrekening tegenover die, verbonden aan het systeem van continuatie van de oude boekwaarden, de regering tot de overtuiging heeft gebracht, dat aan dit laatste systeem althans een kans behoort te worden gegeven naast dat van onmiddellijke afrekening. 17 Er moest naast de normale eindafrekening een mogelijkheid gecreëerd worden waarbij de erfgenamen konden kiezen voor doorschuiving. Hierdoor zouden de financiële dilemma s voor de overdrager ontlopen worden en de continuïteit van de onderneming gewaarborgd. 18 Ondanks deze belangrijke redenen waren dit waarschijnlijk niet de oorspronkelijke grondslagen van art. 15 lid 3 Wet IB De reden voor de invoering moet vooral gezocht worden in het feit dat er een fictief staken bij overlijden was ingevoerd in art. 15 lid 1 Wet IB 1964 (het huidige art Wet IB). Dit fictief staken werd ingevoerd om een heffingslek te kunnen dichten, zodat de belastingclaim behouden bleef. Het was daarbij niet de bedoeling om de belastingclaim direct in handen te krijgen maar om de belastingclaim te kunnen behouden. 19 Vereisten aan de faciliteit Om gebruik te mogen maken van art Wet IB 2001 is een aantal voorwaarden opgenomen in het artikel. Lid 1 van art Wet IB 2001 geeft als eerste voorwaarde aan dat de vermogensbestanddelen krachtens erfrecht aan de verkrijger moeten toekomen. Een tweede voorwaarde geeft aan dat de verkrijgers de verkregen onderneming rechtstreeks dienen voort te zetten. De verkrijger dient na de overdracht de onderneming met de daarbij behorende risico s voor eigen rekening te drijven en verbonden te worden voor verbintenissen betreffende de onderneming. 20 Een voorgenomen intentie tot het staken of liquideren van de onderneming leidt ertoe dat de faciliteit niet wordt verleend. Ten slotte is vereist dat de verkrijgers (gezamenlijk) een verzoek tot doorschuiving indienen. 17 Kamerstukken II 1958/59, 5 380, nr. 3, p Kamerstukken II 1962/63, 5 380, nr. 19, p M.J. Hoogeveen, Schenken en vererven van ondernemingsvermogen (FED fiscale brochures), Deventer: FED 2004, p L.W. Sillevis, M.L.M. van Kempen, Cursus belastingrecht; Inkomstenbelasting, Kluwer: Deventer 2007/2008, p

16 2.2.2.c Uitstelregeling in de IW 1990 (art. 25 lid 17 IW) Doel van de faciliteit Het uitstel van betaling op grond van art. 25 lid 17 IW wordt verleend voor de belastingclaim betreffende de inkomstenbelasting, die kan worden toegerekend aan de winst die wordt gerealiseerd als gevolg van het overlijden van de ondernemer. Deze vorm van uitstel is in de wet gekomen door het vervallen van de bijzondere tarieven bij overlijden (20%) 21 en ter voorkoming van problemen die kunnen ontstaan bij het gelijktijdig moeten betalen van zowel inkomstenbelasting als successierechten. 22 Gezien bovenstaande ratio is geen sprake van een bedrijfsopvolgingsfaciliteit. De faciliteit zal dan ook niet verder behandeld worden Bij leven in de aanmerkelijkbelangsfeer a Inleiding Indien een aanmerkelijkbelangpakket wordt geschonken of verkocht tegen schuldigerkenning, is de overdrager hierover aanmerkelijkbelangheffing verschuldigd. 24 Onder de Wet inkomstenbelasting 2001 is een schenking of een verkoop tegen schuldigerkenning een vervreemding op grond van art onderdeel b Wet IB Art Wet IB 2001 bepaalt vervolgens hoe het vervreemdingsvoordeel berekend dient te worden. Omdat bij de schenking van aanmerkelijkbelangaandelen of de schuldigerkenning ervan een overdrachtsprijs ontbreekt, geeft art Wet IB 2001 aan dat bij het ontbreken van deze tegenprestatie de waarde in het economische verkeer aan de aanmerkelijkbelangaandelen toegekend moet worden. Om te voorkomen dat (direct) inkomstenbelasting betaald moet worden over de vervreemdingswinst kent de Invorderingswet 1990 een uitstelregeling in de vorm van art. 25 lid 9 IW ( b) b Uitstelregeling in de IW 1990 (art. 25 lid 9 IW) Doel van de faciliteit Art. 25 lid 9 IW heeft in 1997 een plaats in de wet gekregen. 25 De uitstelregeling geeft de mogelijkheid om de betaling van de aanmerkelijkbelangheffing te spreiden in tien jaarlijkse termijnen. De achterliggende gedachte van dit artikel is een beoogde familiaire bedrijfsoverdracht soepel te laten verlopen. 26 Bovendien wordt met de uitstelregeling voorkomen dat de aanmerkelijkbelanghouder in financiële problemen komt te verkeren omdat bij de schenking van de aanmerkelijkbelangaandelen of 21 Brief staatssecretaris van Financiën aan Tweede kamer 12 juli 2004, nr. WDB M. 22 Kamerstukken I 2001/2002, , nr. 122b, p Ook al is er geen sprake van een bedrijfsopvolgingsfaciliteit, de faciliteit kan wel bij een bedrijfsoverdracht gebruikt worden. 24 Waar in de navolgende paragrafen en hoofdstukken wordt gesproken over aanmerkelijkbelangaandelen, worden hieronder ook de winstbewijzen verstaan. 25 Ingevoerd bij de Wet van 13 december 1996, STB. 1996, Kamerstukken II 1995/1996, , nr. 3, p. 23 en p. 96. In de kamerstukken wordt nog gesproken over art. 25 lid 7 IW. De bepaling is nu te vinden in art. 25 lid 9 IW

17 bij verkoop tegen schuldigerkenning, geen contanten worden ontvangen waarmee hij de belastingclaim kan voldoen. 27 Vereisten aan de faciliteit Art. 25 lid 9 IW kent een zevental voorwaarden. Deze voorwaarden zijn terug te vinden in art. 25 lid 9 IW en in art. 3 Uitv. Reg. IW. Art 25 lid 9 IW geeft als eerste aan dat er sprake moet zijn van een schenking of het schuldig blijven van de overdrachtsprijs bij een vervreemding binnen de familiaire kring. Hierbij moet het gaan om een overdracht van ten minste 5% van het geplaatst aandelenkapitaal. Art. 3 Uitv. Reg. IW geeft hierbij aan dat de belastingschuld minimaal 2269 moet bedragen. Vervolgens is voor de bezittingen van de vennootschap bepaald dat deze in belangrijke mate, onmiddellijk of middellijk, niet mogen bestaan uit beleggingen. 28 Ten slotte geldt voor de overdrager de voorwaarde dat hij voldoende zekerheid moet stellen ten opzichte van de fiscus. Het uitstel van betaling geldt voor een periode van tien jaar. Zodra de aanmerkelijkbelangaandelen binnen deze periode worden vervreemd wordt het uitstel ingetrokken. Het staken van de materiële onderneming binnen de vennootschap leidt niet tot intrekking van de faciliteit. Meer hierover in Bij overlijden in de aanmerkelijkbelangsfeer a Inleiding Het overlijden van een aanmerkelijkbelanghouder levert in eerste instantie in de Wet inkomstenbelasting 2001 geen vervreemding op. De erflater heeft immers geen overeenkomst gesloten op grond waarvan hij de tot het aanmerkelijkbelang behorende aandelen, dan wel een gedeelte van de daarin besloten liggende rechten, uit zijn vermogen in dat van een ander laat overgaan. 29 Om dit heffingslek te voorkomen heeft de wetgever art lid 1 onderdeel e Wet IB 2001 ingevoerd. Op grond van dit artikel levert zowel de overgang krachtens erfrecht onder algemene titel, als de overgang krachtens erfrecht onder bijzondere titel, een fictieve vervreemding op. 30 Omdat bij de fictieve vervreemding geen sprake is van een financiële transactie kunnen er financiële problemen ontstaan. In verband hiermee voorziet de Wet inkomstenbelasting 2001 in een doorschuiffaciliteit. De doorschuiffaciliteit is te vinden in art Wet IB 2001 ( b). 27 Kamerstukken II 1995/1996, , nr. 3, p. 23 en Een onderneming mag voor maximaal 30% uit beleggingen bestaan. De 30%-regeling houdt een absolute grens in, wat aangeeft dat overschrijding van de 30% leidt tot verval van het gehele uitstel. 29 Kamerstukken II 1995/1996, , nr. 3, p Door het opnemen van de overgang krachtens erfrecht onder bijzondere titel is de verkrijging krachtens legaat eveneens aan te merken als een vervreemding. Kamerstukken II 1997/1998, , nr. 6, p

18 2.2.4.b Doorschuiffaciliteit in de Wet IB 2001 (art Wet IB 2001) Doel van de faciliteit Art Wet IB 2001 is een automatische wettelijke doorschuiffaciliteit. 31 Voor de overdrager blijft het op grond van art Wet IB 2001 echter wel mogelijk af te rekenen op verzoek. De wettelijke plicht van doorschuiven is historisch in de wet gegroeid. In de Wet inkomstenbelasting 1941 werd de belastingclaim voor het eerst doorgeschoven. Dit is niet als onbevredigend ervaren waardoor de regeling nog steeds in de wet is terug te vinden. 32 Vanwege het feit dat de continuïteit van de materiële onderneming niet als uitgangspunt geldt voor de faciliteit, kan niet van een bedrijfsopvolgingsfaciliteit gesproken worden. Dit zou tot gevolg hebben dat het artikel in de volgende hoofdstukken niet besproken zal worden. Omdat het artikel echter nog van betekenis is voor het vervolg van de scriptie (bijvoorbeeld in vergelijking met art. 25 lid 9 IW en art Wet IB 2001) wordt hierop een uitzondering gemaakt, en zal het artikel verder behandeld worden. Vereisten aan de faciliteit Een overgang of overdracht krachtens erfrecht is een fictieve vervreemding. Art Wet IB 2001 zorgt ervoor dat deze fictieve vervreemding wordt teruggenomen indien de verkrijger binnenlands belastingplichtige is en de aanmerkelijkbelangaandelen niet tot zijn ondernemings- of resultaatsvermogen gaan behoren. De doorschuiffaciliteit vindt eveneens toepassing indien er sprake is van een verdeling van een nalatenschap binnen twee jaar na het overlijden van de overdrager. Voor de verkrijger van de aanmerkelijkbelangaandelen geldt hierbij dat hij ten tijde van de overdracht aanmerkelijkbelanghouder moet worden. Wordt hij geen aanmerkelijkbelanghouder, dan wordt de faciliteit niet verleend Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor te betalen schenkings- of successierechten Bij leven en overlijden in de winstsfeer en aanmerkelijkbelangsfeer a Inleiding Zowel een schenking als een verkrijging krachtens erfrecht van een onderneming, dan wel van aanmerkelijkbelangaandelen, levert een belastbaar feit op in de Successiewet Successierechten worden op grond van art. 1 lid 1 onderdeel 1 SW geheven over hetgeen krachtens erfrecht wordt verkregen van iemand die bij zijn overlijden in Nederland woont. Schenkingsrechten worden geheven over de waarde van het verkregene van iemand die ten tijde van de schenking in Nederland woont De verkrijgingsprijs van de aanmerkelijkbelanghouder wordt doorgeschoven naar de verkrijger, waardoor de belastingclaim voor de fiscus behouden blijft. 32 Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 7, p Dit geldt overigens ook in de situatie waarin de verkrijger in het buitenland woont. Aan deze situatie besteed ik verder geen aandacht. 34 Art. 1 lid 1 onderdeel 3 SW

19 Om te voorkomen dat de belastingclaim de continuïteit van de onderneming in gevaar brengt, is een aantal faciliteiten in de Successiewet 1956 en Invorderingswet 1990 opgenomen. De faciliteiten zullen in de volgende subparagrafen besproken worden. Omdat de faciliteiten zowel in de winstsfeer, als in de aanmerkelijkbelangsfeer bij leven en overlijden met een gelijk doel in de wet zijn gekomen, wordt dit doel eenmalig besproken. Daarna zal een splitsing worden gemaakt betreffende de vereisten voor toepassing van de faciliteiten in de winst- en aanmerkelijkbelangsfeer b Uitstel- en afstelregeling in de SW (art. 35c lid 1 en lid 2 SW juncto art. 25 lid 11 IW en art. 35c lid 3 SW juncto art. 25 lid 12 IW en art. 25 lid 13 IW) Doel van de faciliteit Indien een verkrijger een onderneming, dan wel aanmerkelijkbelangaandelen krijgt geschonken of verkrijgt krachtens erfrecht, is hij schenkings- of successierechten verschuldigd. Deze belastingheffing kan de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen doordat op korte termijn liquiditeiten aan de onderneming dienen te worden onttrokken om de successie- of schenkingsrechten te kunnen betalen. 35 Vanwege deze eventuele belemmering heeft de wetgever een tweetal waardereducties en een drietal uitstelregelingen in de Successiewet 1956 en Invorderingswet 1990 opgenomen. 36 Zo kan een vermindering tot nihil na vijf jaar in combinatie met een renteloos uitstel van betaling worden gegeven of een rentedragend uitstel van betaling gedurende tien jaar. Door toepassing van de faciliteiten kan de continuïteit van de onderneming gewaarborgd blijven, waardoor de werkgelegenheid en de economische diversiteit blijft bestaan. Een van de drie uitstelregelingen (art. 25 lid 13 IW) betreft een uitstel dat wordt gegeven voor belastingaanslagen betreffende de schenkings- of successierechten die kunnen worden toegerekend aan een overbedelingsvordering die de belastingschuldige heeft verkregen op de medeverkrijger(s) die de onderneming van de erflater of de schenker gaat voortzetten. Dit is een bedrijfsopvolgingsfaciliteit die betrekking heeft op de niet-voortzetters zodat deze uitstelregeling verder niet behandeld zal worden. Vereisten aan de faciliteit in de winstsfeer Voor de verkrijging van een onderneming in de winstsfeer is het vereist dat de vermogensbestanddelen (gedeeltelijk) tot het vermogen van een ondernemer, als bedoeld in art. 3.4 Wet IB 2001 of van een medegerechtigde als bedoeld in art. 3.3 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001 gaan behoren. 37 Daarbij moet de verkrijger de verkregen onderneming gedurende vijf jaar rechtstreeks voortzetten en gedurende deze 35 Kamerstukken II 1997/1998, , nr. 3, p. 7 en kamerstukken II 2001/2002, , nr. 3, p. 3 en p. 47. In 2002 zijn de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten verhuist van de Invorderingswet 1990 naar de Successiewet Deze aanpassing heeft plaatsgevonden om de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten minder ingewikkeld te maken. Inhoudelijk is geen verschil beoogd. 36 Art. 35c lid 1 en lid 2 SW juncto art. 25 lid 11 IW, art. 35c lid 3 SW juncto art. 25 lid 12 IW en art. 25 lid 13 IW. 37 Art. 35b lid 2 onderdeel a Wet IB

20 periode winst uit de onderneming blijven genieten. 38 In art. 7d Uitv. Reg. SW is hierop een aantal uitzonderingen opgenomen. Het betreft hier situaties waar sprake is van ophouden winst te genieten, waarbij de faciliteiten toch niet worden ingetrokken. Zo eindigt de faciliteit niet indien de verkrijger gedurende de vijfjaarsperiode zijn ondernemerschap verliest wegens het overlijden. Op grond van art. 7d lid 7 Uitv. Reg. SW treden de erfgenamen in de plaats van de verkrijger. Art. 7d Uitv. Reg. SW geeft naast het overlijden van de verkrijger ook uitkomst voor de omzetting van een persoonlijke onderneming in een door een NV of BV gedreven onderneming. Deze omzetting leidt niet tot het vervallen van de faciliteiten indien de gerechtigheid tot het aandelenkapitaal bij de oprichters van de vennootschap geheel of nagenoeg geheel gelijk is gebleven. De verkregen aandelen treden in de plaats van het vermogen van de persoonlijke onderneming. Belangrijk is hierbij dat de vijfjaarstermijn door de opvolgers moet worden volbracht. Tenslotte geeft lid 5 van art. 7d Uitv. Reg. SW aan dat de staking van de onderneming als gevolg van overheidsingrijpen, niet leidt tot intrekking van de faciliteit. 39 Met de drie uitzonderingen is art. 7d Uitv. Reg. SW echter nog niet compleet. Zo wordt in art. 7d Uit. Reg. SW niet gesproken over een herziening bij de uitoefening van de wilsrechten door een kind. Bij de uitoefening van het wilsrecht door een kind houdt de ouder op winst uit onderneming te genieten waardoor de faciliteiten komen te vervallen. Rechtvaardig is dit niet aangezien de ouder in kwestie geen keus heeft. Bovendien wordt er in deze situatie geen contanten ontvangen. Ik ben het dan ook met Hoogeveen en Gubbels eens dat intrekking van de faciliteiten niet gewenst is. Een uitzondering in art. 7d Uitv. Reg. SW zou gepast zijn. Als voorwaarden kunnen gesteld worden dat het kind de onderneming voortzet en de nog resterende termijn volmaakt. 40 Bij de schenking van een onderneming worden aan de schenker extra eisen gesteld. Zo moet hij de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt of voor 45% of meer arbeidsongeschikt zijn. Bovendien moet de schenker voorafgaande aan de schenking de onderneming vijf jaar voor zijn rekening en risico hebben gedreven. 41 Ten slotte is in lid 5 van art. 35c SW bepaald dat de verkrijger, zowel bij de schenking als vererving, gelijktijdig met de aangifte een verzoek voor toepassing van de faciliteit moet indienen. Hierdoor kan een verzoek nog worden ingediend totdat de aanslag onherroepelijk vaststaat. 38 Kamerstukken II 1997/1998, , nr. 3, p Art Wet IB M.J. Hoogeveen, Schenken en vererven van ondernemingsvermogen (FED fiscale brochures), Deventer: FED 2004, p en N.C.G. Gubbels, Enkele vraag- en knelpunten inzake de fiscale aspecten van het nieuw erfrecht, WFR 2002/ Art. 7b Uitv. Reg. SW geeft een aantal uitzonderingen op de vijfjaarstermijn

21 Vereisten aan de faciliteit in de aanmerkelijkbelangsfeer Op grond van art. 35b lid 2 onderdeel b SW dienen de aanmerkelijkbelangaandelen bij de schenker te behoren tot een aanmerkelijk belang in de zin van afdeling 4.3 Wet IB. 42 Het is niet nodig dat de aandelen bij de verkrijger tot een aanmerkelijk belang gaan horen. Voor de verkrijger geldt dat de aandelen gedurende vijf jaar niet vervreemd mogen worden. 43 Ook is het niet toegestaan een andere bestemming aan de werkzaamheden van de vennootschap te geven (geen beleggingsactiviteiten) en mag de materiële onderneming in de vennootschap niet gestaakt worden. 44 Niet onder alle omstandigheden kan van de verkrijger verwacht worden dat hij de vijfjarige voortzettingstermijn volbrengt. Art. 7d Uitv. Reg. SW biedt hier uitkomst en geeft een aantal uitzonderingen. Zo geeft art. 7d Uitv. Reg. SW ondermeer aan dat het overlijden van de verkrijger binnen de vijfjaarsperiode niet leidt tot herziening van de belastingclaim. De belastingclaim blijft bestaan maar gaat over op de erfgenamen van de verkrijger. De erfgenamen dienen de vijfjaarsperiode te volbrengen. Naast het overlijden regelt art. 7d Uitv. Reg. SW ook de omzetting van een BV, dan wel NV, naar een personenvennootschap met behulp van art. 14c Wet VPB. Ook hierbij dient de verkrijger de resterende duur van de vijfjaarsperiode te volbrengen. Art. 7d Uitv. Reg. SW is hiermee echter nog niet compleet. Ook de uitoefening van de wilsrechten door een kind zouden onder de uitzonderingen moeten vallen (zie b). 45 Daarnaast dient art. 7d Uitv. Reg. SW uitgebreid te worden met de situatie dat een fusie, splitsing of interne organisatie plaatsvindt, waarbij de verkregen aandelen in de plaats treden van de voorgaande aanmerkelijkbelangaandelen. De voortzettingstermijn dient hierbij mee over te gaan op de nieuwe aandelen. Bij de schenking van de aanmerkelijkbelangaandelen worden nadere vereisten gesteld aan de schenker. Deze heb ik reeds besproken in b. Tenslotte dient de verkrijger voor toepassing van de faciliteiten, gelijktijdig met de aangifte, daartoe en verzoek in te dienen. 2.4 Schema bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Deze afsluitende paragraaf bevat een schema. In het schema zijn alle eigenschappen van de voortzettingsvereisten verwerkt. Het schema geeft in één oogopslag een duidelijk beeld van de verschillen dan wel gelijkenissen tussen de voortzettingsvereisten. In verticale richting worden alle 42 Onder het bezit van aandelen wordt mede verstaan het bezit van certificaten van aandelen mits de certificaten voldoen aan de voorwaarden van onderdeel 6.4 van het besluit van 23 november 2006, CPP2006/2674M. De uit te reiken certificaten dienen met de aandelen te kunnen worden vereenzelvigd. Opgemerkt dient te worden dat alleen ondernemingsvermogen wordt gefaciliteerd. Met uitzondering van de 15%- marge, welke in art. 7a Uitv. Reg. SW wordt behandeld. Omdat deze materie niet ter zake doet in de scriptie, besteed ik er verdere geen aandacht aan. 43 De termijn is van tien jaar teruggebracht naar vijf jaar. Deze vijf jaar staat op het punt versoepeld te worden. Zie brief van de Minister van Financiën van 24 november 2006, nr. DB Besluit 10 oktober 2007, CPP 2007/383M, onderdeel Het uitoefenen van wilsrechten als bedoeld in art. 4:19 BW t/m art. 4:22 BW

22 verschillende bedrijfsopvolgingsfaciliteiten genoemd. Hierbij is in de Wet inkomstenbelasting 2001 een tweedeling gemaakt tussen de faciliteiten bij leven en overlijden. In horizontale richting worden alle belangrijke eigenschappen van het voortzettingsvereiste gegeven. Het schema is zo uitgewerkt dat het de structuur van de scriptie volgt. De drie laatste kolommen geven de volgorde van de hoofdstukken aan. Zo zullen eerste de kwaliteitseisen van de verkrijger besproken worden (hoofdstuk 3). Hierbij wordt gekeken naar de vereisten zoals die gelden ten tijde van de overdracht en de vereisten die na de overdracht gelden. Als de verkrijger eenmaal de juiste hoedanigheid bezit, wordt in hoofdstuk 4 besproken wat onder het voortzetten van de onderneming, dan wel het behouden van de aanmerkelijkbelangaandelen wordt verstaan. Na de inhoudelijke weergave van de voortzettingsvereisten wordt ten slotte nog aandacht besteed aan de voortzettingstermijnen in hoofdstuk 5. Eisen voortzettingsvereiste Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Voortzetten Winst- of AB-sfeer Uitstel of afstel Kwaliteitseisen voortzetter (Hoofdstuk 3) Bewoording voortzettingsvereiste (Hoofdstuk 4) Termijn (Hoofdstuk 5) Wet inkomstenbelasting 2001 Invorderingswet 1990 Bij leven - Art Wet IB 2001 Ja Winstsfeer Uitstel dmv doorschuiven Werknemer/ ondernemer, gedurende 36 maanden in de over te dragen onderneming Onderneming voortzetten -- - Art. 25 lid 18 (19) IW Ja Winstsfeer Uitstel Ondernemer dan wel medegerechtigde Onderneming voortzetten Looptijd 10 jaar - Art. 25 lid 9 IW Ja AB-sfeer Uitstel Aanmerkelijkbelanghouder zijnde partner, (pleeg- of klein)kind, hun partner of hun vennootschap Wet inkomstenbelasting 2001 Bij overlijden - Art Wet IB 2001 Ja Winstsfeer Uitstel dmv doorschuiven Verkrijgen krachtens erfrecht, ondernemer Aanmerkelijkbelangaandelen niet vervreemden Rechtstreeks (mede) voortzetten Looptijd 10 jaar - - Art Wet IB 2001 Ja AB-sfeer Uitstel dmv doorschuiven Successiewet 1956 Invorderingswet 1990 Bij leven en overlijden - Art. 35c lid 1 en lid 2 SW juncto art. 25 lid 11 IW - Art. 35c lid 3 SW juncto art. 25 lid 12 IW Ja Ja Winst- en AB-sfeer Winst- en AB-sfeer Afstel Uitstel Natuurlijk persoon wonend in NL waarbij de aandelen niet tot ondernemingsvermogen behoren Ondernemer dan wel medegerechtigde Ondernemer dan wel medegerechtigde Aanmerkelijkbelanghouder worden Ophouden winst uit onderneming te genieten; aandelen niet vervreemden en onderneming in de BV niet staken Ophouden winst uit onderneming te genieten; aandelen niet vervreemden en onderneming in de BV niet staken - Looptijd 5 jaar Looptijd 10 jaar

23 Kwaliteitseisen aan de voortzetter Hoofdstuk Inleiding In dit hoofdstuk ga ik nader in op de vereisten die de wet stelt aan de voortzetter. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de vereisten die gelden ten tijde van de overdracht en de vereisten die gelden na de overdracht. Om een duidelijk overzicht van de (eventuele) verschillen te krijgen, zal als afsluiting van deze inleiding een schema gegeven worden. Dit schema zal de leidraad zijn voor het vervolg van het hoofdstuk. In 3.2 worden de kwaliteitseisen van de voortzetters in de winstsfeer besproken. 3.3 gaat vervolgens in op de kwaliteitseisen van de voortzetters in de aanmerkelijkbelangsfeer. In deze twee paragrafen wordt een nader onderscheid gemaakt tussen de kwaliteitseisen van de voortzetter bij leven en bij overlijden. Na de algemene beschrijvingen zullen de verschillende vereisten met elkaar worden vergeleken ( 3.4 t/m 3.7). Het hoofdstuk wordt ten slotte afgesloten met enkele aanbevelingen ( 3.8). Hoofdstuk 3 Kwaliteitseisen Faciliteiten relatie met overdrager Kwaliteitseisen voortzetter Wat moet de voortzetter doen t.t.v. de bedrijfsoverdracht? Paragraaf 3.2 (Beschrijving) & 3.4 (vergelijking) Paragraaf 3.3 (Beschrijving) & 3.4 (Vergelijking) Paragraaf 3.5 t/m 3.7 (Verklaring) Art Wet IB 2001 (bij overlijden) Art Wet IB 2001 (Bij leven) Art. 25 lid 18 (19) IW (Bij leven) Art. 35c lid 1 en lid 2 SW juncto art. 25 lid 11 IW (Bij leven/overlijden) Art. 35c lid 3 SW juncto art. 25 lid 12 IW (Bij leven/overlijden) Art. 25 lid 9 IW (Bij leven) Art Wet IB 2001 (Bij overlijden) Verkrijgen krachtens erfrecht. Werknemer dan wel medeondernemer (natuurlijk persoon); 36 maanden medeondernemer dan wel werkzaam in de over te dragen onderneming. Schuldenaar. Verkrijgen krachtens erfrecht of schenking. Verkrijgen krachtens erfrecht of schenking. Schuldenaar, zijnde partner dan wel (klein/pleeg)kind, hun partner of hun vennootschap. Verkrijgen krachtens erfrecht, natuurlijk persoon wonend in Nederland waarbij de aandelen niet gaan behoren tot zijn ondernemingsvermogen. Ondernemer dan wel medegerechtigde. Ondernemer dan wel medegerechtigde (art. 3.3 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001). Ondernemer dan wel medegerechtigde. Ondernemer dan wel medegerechtigde (art. 3.3 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001). Ondernemer dan wel medegerechtigde (art. 3.3 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001). Aanmerkelijkbelanghouder. Aanmerkelijkbelanghouder. Rechtstreeks voortzetten en de intentie hebben de onderneming voort te zetten. Voornemen om voort te zetten. De intentie hebben de onderneming voort te zetten. Rechtstreeks voortzetten. Aanmerkelijkbelangaandelen behouden en materiële onderneming in vennootschap voortzetten. Rechtstreeks voortzetten. Aanmerkelijkbelangaandelen behouden en materiële onderneming in vennootschap voortzetten. Aanmerkelijkbelangaandelen niet vervreemden. Aanmerkelijkbelangaandelen niet vervreemden

24 3.2 Kwaliteitseisen aan de voortzetters in de winstsfeer Bij leven Art Wet IB 2001 Art Wet IB 2001 is een doorschuifregeling die geldt in de winstsfeer bij leven. De faciliteit is destijds ingevoerd om de overdracht tijdens leven te stimuleren. De stimulering vond alleen plaats binnen de familiaire kring. Met de invoering van de wet ondernemingspakket 2001 is hierin een wijziging gekomen. Per 1 januari 2001 is de faciliteit toegankelijk geworden voor de verkrijger die gedurende 36 maanden, onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van de overdracht, deel uitmaakte van een samenwerkingsverband en daarbij als mede-ondernemer winst uit onderneming heeft genoten. 46 Per 1 januari 2002 is de faciliteit wederom uitgebreid en geldt de faciliteit eveneens indien de onderneming wordt overgedragen aan een natuurlijk persoon die gedurende 36 maanden, onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van de overdracht, als werknemer in die onderneming werkzaam is geweest. 47 Het is voor de 36-maanden-termijn mogelijk de perioden van werknemerschap en (mede-)ondernemerschap bij elkaar te voegen om zo aan de termijn te voldoen. 48 Naast deze goedkeuring door de minister van financiën heeft de wetgever in art lid 6 Wet IB 2001 de mogelijkheid geopend om bij ministeriële regeling in bijzondere gevallen afwijkingen aan de 36-maanden-termijn toe te staan. 49 Voorbeelden hiervan zijn bij langdurige ziekte, overlijden en onder curatele stelling. Zowel bij de overdracht aan een mede-ondernemer als aan een werknemer is vereist dat de verkrijger de verkregen onderneming voor eigen rekening en risico gaat voortzetten. De verkrijger verwerft hiermee de status van ondernemer zoals genoemd in art. 3.4 Wet IB De status van medegerechtigde in de zin van art. 3.3 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001 lijkt voor de overdracht aan een mede-ondernemer niet voldoende voor toepassing van de faciliteit. Art lid 4 Wet IB 2001 stelt expliciet dat alleen kan worden overgedragen aan een (mede)-ondernemer. 50 Dit zal de wetgever niet beoogd hebben. Als namelijk een vergelijking wordt gemaakt met de overdracht aan de werknemer zoals verwoord in art lid 5 Wet IB 2001, blijkt dat het in deze situatie niet uitmaakt of een medegerechtigdheid wordt overgedragen. Een bijkomend feit is dat de belastingclaim in beide gevallen gewaarborgd blijft. Naar mijn mening zou het dan ook op zijn plaats zijn om art lid 4 Wet IB 2001 uit te breiden met de medegerechtigde in de zin van art. 3.3 lid 1 onderdeel a Wet IB Art lid 4 Wet IB Art lid 5 Wet IB Voor de begrippen werknemer en dienstbetrekking wordt aansluiting gezocht bij de begrippen in de Wet op de Loonbelasting Besluit 18 juli 2008, nr. CPP2008/163M, onderdeel Besluit 18 juli 2008, nr. CPP2008/163M, onderdeel A1. 49 Zie tevens kamerstukken II 1999/2000, , nr. 3, p Kamerstukken II 1999/2000, , nr. 3, p

Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010

Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010 Bijlage: overzicht regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging per 1 januari 2010 Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de diverse regelingen omtrent bedrijfsbeëindiging in de Wet op de inkomstenbelasting

Nadere informatie

Vergelijking doorschuiffaciliteiten

Vergelijking doorschuiffaciliteiten Carmen van Lier ANR: 646230 Fiscale Economie Examencommissie: drs. J.J.H. Gortzak prof. dr. J.A.G. van der Geld Vergelijking doorschuiffaciliteiten Wet IB 2001 November, 2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1

Nadere informatie

Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime

Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime Doorschuiffaciliteiten in het aanmerkelijkbelangregime Mr. K. de Heus * en drs. A. Rozendal ** Indien aandelen die een aanmerkelijk belang vertegenwoordigen worden vervreemd, vindt op grond van art. 4.12

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1 Inleiding /1. Hoofdstuk 2 Bedrijfsopvolging in de inkomstenbelasting /3

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1 Inleiding /1. Hoofdstuk 2 Bedrijfsopvolging in de inkomstenbelasting /3 INHOUDSOPGAVE Woord vooraf /V Hoofdstuk 1 Inleiding /1 Hoofdstuk 2 Bedrijfsopvolging in de inkomstenbelasting /3 2.1 Inleiding / 3 2.2 Vererving, schenking en overdracht IB-onderneming en medegerechtigdheid

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Bedrijf schenken of erven Nieuwe regels 2010 Om het voortbestaan van een onderneming niet in gevaar te brengen kent de Successiewet de bedrijfsopvolgingsregeling. Deze regeling is met de komst

Nadere informatie

Het begrip voortzetten binnen de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet 1956

Het begrip voortzetten binnen de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet 1956 Het begrip voortzetten binnen de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet 1956 S.C.B. Heller Koperwiek 2 5165 KK Waspik Waspik, 18 augustus 2008 Universiteit van Tilburg Afstudeerrichting: Fiscaal

Nadere informatie

De tijdstipneutraliteit van de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de aanmerkelijkbelanghouder

De tijdstipneutraliteit van de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de aanmerkelijkbelanghouder De tijdstipneutraliteit van de fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten voor de aanmerkelijkbelanghouder Spant de bedrijfsopvolgingsfaciliteit nog altijd het paard achter de wagen? Naam: M.V. (Michiel) Meulenkamp

Nadere informatie

Alles onder Controle!

Alles onder Controle! Alles onder Controle! Bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet 20 oktober 2009 Onderwerpen Bedrijfsopvolging in Nederland Inkomstenbelasting Successiewet Bedrijfsopvolging in België Samenloop Nederland

Nadere informatie

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon?

Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? Het verzamelbesluit inkomstenbelasting en aanmerkelijk belang: een samenvoeging van oude besluiten of toch wat nieuws onder de zon? MR. MARGRIET G. EERENSTEIN 1 De minister van Financiën heeft op 23 november

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB/2013/1130M.

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB/2013/1130M. Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 10 juli 2013, nr. BLKB/2013/1130M. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20282 19 juli 2013 Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten 10 juli 2013 Nr. BLKB/2013/1130M Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop!

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop! Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop! Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste doelstellingen. Het

Nadere informatie

Fiscaal voorsorteren naar een bedrijfsoverdracht

Fiscaal voorsorteren naar een bedrijfsoverdracht Fiscaal voorsorteren naar een bedrijfsoverdracht Fiscale tips voor het verkoopproces Mr Roelof Oldenziel Accountants + Adviesgroep Los Spacelab 12 3824 MR AMERSFOORT Tel. 033-460 38 38 www.los.nl Wat is

Nadere informatie

Knelpunten in de bedrijfsopvolgingsregelingen

Knelpunten in de bedrijfsopvolgingsregelingen Knelpunten in de bedrijfsopvolgingsregelingen Mr. Sabine A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst en Paul-Johan Swank LLM 1 Met de verschillende doorschuiffaciliteiten in de Wet IB 2001 2 en de bedrijfsopvolgingsregeling

Nadere informatie

Aanpassingen in de inkomstenbelasting bij

Aanpassingen in de inkomstenbelasting bij Aanpassingen in de inkomstenbelasting bij schenking en vererving van aanmerkelijkbelangaandelen Mr. Maria de L. Monteiro 1 Ruim een jaar geleden schreef T.C. Hoogwout een lezenswaardig artikel in dit blad

Nadere informatie

Het ondernemingsvermogen in de Successiewet 1956

Het ondernemingsvermogen in de Successiewet 1956 ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM Nadruk verboden Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Het ondernemingsvermogen in de Successiewet 1956 Naam student: A.N. Klok Studentnummer: 320949 Begeleider: J.E.

Nadere informatie

Advieswijzer. Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop. 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol.

Advieswijzer. Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop. 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol. Advieswijzer Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuïteit staat voorop 20-08-2015 Denk ondernemend. Denk Bol. Inhoudsopgave 1. Belastingclaims bij bedrijfsoverdracht... 3 1.1 Wordt een onderneming

Nadere informatie

Specialist Bedrijfsoverdracht 17 september 2013

Specialist Bedrijfsoverdracht 17 september 2013 Specialist Bedrijfsoverdracht Onderdeel: Bedrijfsopvolging in de successiewet Docent: Mr. Cees Baard Dag 1: 17 september 2013 Bedrijfsopvolgingsregeling Successiewet: - Art. 35b: Voorwaardelijke vrijstellingen

Nadere informatie

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 16 oktober

Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 16 oktober Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 16 oktober 2012, nr. BLKB/2012/611M. De staatssecretaris van Financiën

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 21588 25 oktober 2012 Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten 16 oktober 2012 Nr. BLKB/2012/611M Belastingdienst/Landelijk

Nadere informatie

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6

2011 -- HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 0 -- HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 Inkomstenbelasting winst 6 programma Inbreng eenmanszaak in BV Herhaling stakingswinst en stakingsaftrek Motieven voor oprichten BV Nadelen van inbreng eenmanszaak

Nadere informatie

Inkomstenbelasting winst -- Deel 5

Inkomstenbelasting winst -- Deel 5 Inkomstenbelasting winst 5 programma Staken onderneming Stakingsaftrek Stakingswinst Doorschuiven Staking en de fiscale oudedagsreserve Oefeningen Enkele begrippen 1 van 3 Staken Ondernemer stopt de exploitatie

Nadere informatie

info &boon tips & boon

info &boon tips & boon tips & boon Uw positie als DGA Fiscale actualiteiten 2010 Ruim één op de vijf ondernemers is directeur-grootaandeelhouder (dga). Voor het kabinet aanleiding om, zeker in het huidige economische klimaat,

Nadere informatie

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2

2009 -- Bedrijfsadministratie - GBE3.2 (FE) - Deel 2 GBE3.2 (FE) les 4 programma Wat is een fusie Bedrijfsoverdracht en bedrijfsfusie Bedrijfsfusie Juridische fusie Een fusie is het samengaan van twee meer ondernemingen die daarna als economische eenheid

Nadere informatie

Preferente aandelen en de bedrijfsopvolgingsregelingen

Preferente aandelen en de bedrijfsopvolgingsregelingen Preferente aandelen en de bedrijfsopvolgingsregelingen Master scriptie Fiscaal Recht Door: W.P. Croonen Onder begeleiding van: Prof. mr. I.J.F.A. van Vijfeijken Preferente aandelen en de bedrijfsopvolgingsregelingen

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 5 Inkomstenbelasting winst 5 programma Staken onderneming Stakingsaftrek Stakingswinst Doorschuiven Staking en de fiscale oudedagsreserve Oefeningen 1 Enkele begrippen 1 van 3 Staken Ondernemer stopt de

Nadere informatie

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving Geldend op 24-07-2009 - Besluit van 27 maart 2001; CPP 2001/366M De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris

Nadere informatie

Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten bij vastgoedvennootschappen

Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten bij vastgoedvennootschappen 2016 Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten bij vastgoedvennootschappen ONDER WELKE OMSTANDIGHEDEN OVERSCHRIJDEN DE ACTIVITEITEN VAN EEN VASTGOEDVENOOTSCHAP DE NORM NORMAAL VERMOGENSBEHEER VOOR TOEPASSING VAN

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting, Stcrt. 2009, 20619 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Reikwijdte Artikel 1. Reikwijdte en definitie 1. Deze regeling

Nadere informatie

Successiewet 1956; bedrijfsopvolging

Successiewet 1956; bedrijfsopvolging Successiewet 1956; bedrijfsopvolging 1 Successiewet 1956; bedrijfsopvolging Belastingdienst/Centrum voor Proces- en Productontwikkeling, Domein Belastingen op arbeid en vermogen Besluit van 16 maart 2004,

Nadere informatie

Inleiding HOOFDSTUK 1

Inleiding HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 1 Inleiding Schenking en vererving van een IB-onderneming, van aanmerkelijkbelangaandelen en van ter beschikking gestelde onroerende zaken is met ingang van 1 januari 2010 ingrijpend gewijzigd,

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuıẗeit staat voorop!

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuıẗeit staat voorop! www.stolk-accountants.nl Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf: continuıẗeit staat voorop! Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste

Nadere informatie

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en indirecte belangen < 5%

De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en indirecte belangen < 5% De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en indirecte belangen < 5% Een onderzoek naar de vormgeving van de wetswijziging en de overeenstemming van deze wetswijziging met de doelstellingen van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6

HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 0 -- HRo - Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 Inkomstenbelasting winst 6 programma Inbreng eenmanszaak in BV Herhaling stakingswinst en stakingsaftrek Motieven voor oprichten BV Nadelen van inbreng eenmanszaak

Nadere informatie

Bachelorthesis De bedrijfsopvolgingsfaciliteit en de nieuwe doorschuifregeling van aanmerkelijkbelangaandelen bij schenking

Bachelorthesis De bedrijfsopvolgingsfaciliteit en de nieuwe doorschuifregeling van aanmerkelijkbelangaandelen bij schenking Bachelorthesis De bedrijfsopvolgingsfaciliteit en de nieuwe doorschuifregeling van aanmerkelijkbelangaandelen bij schenking Auteur: Hin Wong ANR: s193643 Studie: Fiscale Economie Datum: Juni 2010 Examencommissie:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 15350 5 oktober 2010 Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten 27 september 2010 nr. DGB2010/1004M Directoraat-Generaal

Nadere informatie

Bedrijfsopvolging per 1 januari. 2010, nieuwe kansen en. beperkingen?

Bedrijfsopvolging per 1 januari. 2010, nieuwe kansen en. beperkingen? Faculteit Rechtswetenschappen Masterscriptie Bedrijfsopvolging per 1 januari 2010, nieuwe kansen en beperkingen? Helmond, 2010 Student: ANR: Studierichting: Scriptiebegeleider: S. H. Hamacher S745980 Fiscaal

Nadere informatie

Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve

Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve 1 Inkomstenbelasting. Oudedagsreserve Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven en beleidsbesluiten Besluit van 24 juni 2005, nr. CPP2005/1323M

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6

2014 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 0 -- Inkomstenbelasting - Winst -- Deel 6 Inkomstenbelasting winst 6 programma Inbreng eenmanszaak in BV Herhaling stakingswinst en stakingsaftrek Motieven voor oprichten BV Nadelen van inbreng eenmanszaak

Nadere informatie

Bedrijfsopvolgingsregelingen voor het familiebedrijf onder druk

Bedrijfsopvolgingsregelingen voor het familiebedrijf onder druk Spotlight Bedrijfsopvolgingsregelingen voor het familiebedrijf onder druk Renate de Lange - Family Business/Private Wealth, Tax & Human Resource Services Jan Nieuwenhuizen - Family Business/Private Wealth,

Nadere informatie

32401 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010)

32401 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010) Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Financiën datum 19 november 2010 Betreffende wetsvoorstel: 32401 Wijziging van enkele

Nadere informatie

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang

Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang 7 hoofdstuk Box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang Opgave 7.1 Ja. Samen bezitten ze 5% van het geplaatste aandelenkapitaal. Beiden hebben een aanmerkelijk belang. Opgave 7.2 Nee. Na de echtscheiding

Nadere informatie

Bedrijfsopvolgingsregeling (IBondernemer

Bedrijfsopvolgingsregeling (IBondernemer Kennisdocument Bedrijfsopvolgingsregeling (IBondernemer agrarisch) Bij de overdracht van een onderneming komt veel kijken. Naast het vinden van de koper(s) en het bepalen van de overdrachtswaarde, moet

Nadere informatie

Let op! Schenkt u aandelen, dan kunt u niet verzoeken om een betalingsregeling voor de inkomstenbelastingclaim.

Let op! Schenkt u aandelen, dan kunt u niet verzoeken om een betalingsregeling voor de inkomstenbelastingclaim. Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie? Voor familiebedrijven is continuïteit een van de belangrijkste doelstellingen. Daarnaast spelen fiscale en juridische aspecten een grote

Nadere informatie

Advieswijzer: Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf 2016

Advieswijzer: Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf 2016 Advieswijzer: Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf 2016 Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie? Voor familiebedrijven is continuïteit één van de belangrijkste doelstellingen.

Nadere informatie

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling

De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Inkomstenbelasting DGA Master Nederlands Belastingrecht UVA De koopoptie in de aanmerkelijkbelangregeling Optie op nieuw uit te geven aandelen nader toegelicht Paul Ooms BSc Studentnummer: 5910277 Datum:

Nadere informatie

Fiscale zaken voor BV ondernemers

Fiscale zaken voor BV ondernemers Fiscale zaken voor BV ondernemers Countus accountants + adviseurs Apeldoorn 28 mei 2013 Henk-Jan Roersma FB Programma Introductie Aandelenoverdracht Activa/passiva transactie Bedrijfsopvolging Pensioenvoorzieningen

Nadere informatie

De gevolgen als schenking van aanmerkelijkbelangaandelen als loon wordt beschouwd

De gevolgen als schenking van aanmerkelijkbelangaandelen als loon wordt beschouwd De gevolgen als schenking van aanmerkelijkbelangaandelen als loon wordt beschouwd Guus Visser Administratienummer: 789473 Begeleider: mr. S.A.M. de Wijkerslooth Examencommissie: dr. A.W. Hofman & mr. S.A.M.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 IX Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Financiën voor het jaar 2013 Nr. 6 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Nadere informatie

De doorschuifmogelijkheden bij overlijden van de ondernemer (deel 1)

De doorschuifmogelijkheden bij overlijden van de ondernemer (deel 1) Mr. Almer M.A. de Beer 1 De doorschuifmogelijkheden bij overlijden van de ondernemer (deel 1) Het overlijden van een ondernemer leidt niet tot een desinvesteringsbijtelling 1 Werkzaam bij Arenthals Grant

Nadere informatie

2 Huwelijk en echtscheiding

2 Huwelijk en echtscheiding 2 Huwelijk en echtscheiding 2.1 Huwelijk Voorbeeld Lars bezit alle aandelen in een BV met een waarde van 1 miljoen en een verkrijgingsprijs van 20.000. In de BV wordt een onderneming gedreven met een waarde

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/73767

Nadere informatie

Advieswijzer Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf Bron: SRA Publicatiedatum

Advieswijzer Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf Bron: SRA Publicatiedatum Advieswijzer Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf 2019 Bron: SRA Publicatiedatum 02-04-2019 Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie? Voor familiebedrijven is continuïteit

Nadere informatie

Fictieve verkrijgingen, de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en de bezitseis Hoogeveen, Mascha

Fictieve verkrijgingen, de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en de bezitseis Hoogeveen, Mascha Tilburg University Fictieve verkrijgingen, de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en de bezitseis Hoogeveen, Mascha Published in: WPNR: Weekblad voor privaatrecht, notariaat en registratie Document version:

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30213 4 juni 2018 Overdrachtsbelasting. Ondernemingsfaciliteiten 25 mei 2018 nr. 2018-50125 Belastingdienst/Directie Vaktechniek

Nadere informatie

DGA uit de loonheffing

DGA uit de loonheffing DGA uit de loonheffing Met ingang van 1 januari 2008 Art 6 lid 6 wet LB 1964 Degene tot wie uitsluitend één of meer directeuren-grootaandeelhouders als bedoeld in art. 6, eerste lid, onderdeel d, van de

Nadere informatie

Specialist Bedrijfsoverdracht. Lesmateriaal dag 3. Bedrijfsopvolging in box 1 voor de inkomstenbelasting en de overdrachtsbelasting

Specialist Bedrijfsoverdracht. Lesmateriaal dag 3. Bedrijfsopvolging in box 1 voor de inkomstenbelasting en de overdrachtsbelasting Specialist Bedrijfsoverdracht Lesmateriaal dag 3 Bedrijfsopvolging in box 1 voor de inkomstenbelasting en de overdrachtsbelasting December 2012 1 1. INLEIDING... 3 2. WELKE ONDERWERPEN KOMEN AAN DE ORDE...

Nadere informatie

Bachelor thesis De (on)gerechtvaardige behandeling van preferente aandelen voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Bachelor thesis De (on)gerechtvaardige behandeling van preferente aandelen voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Bachelor thesis De (on)gerechtvaardige behandeling van preferente aandelen voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Auteur: F.H.J. Kruijssen Anr: s267272 Studie: Fiscale Economie Datum: 8 mei 2012 Examencommissie:

Nadere informatie

2014 -- Inkomstenbelasting - AB -- Deel 2

2014 -- Inkomstenbelasting - AB -- Deel 2 Inkomstenbelasting AB 2 programma Verdieping aanmerkelijk belang Fictieve vervreemding, doorschuifregeling en fictief AB Bijzondere regelingen Vruchtgebruik Vervreemdingsprijs bij betaling in termijnen

Nadere informatie

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19 Inhoud Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19 1 Positie van de DGA binnen het fiscale spectrum 21 1.1 Inleiding 21 1.2 De DGA fiscaal vergeleken met de IB-ondernemer 22 1.3 Vergelijking box 2 en box 3 Wet

Nadere informatie

Page 1 of 6 Ondernemingsvermogen en tweetrapsbepalingen (deel II) NTFRB2011-41 Hoge Raad 16 januari 2004, nr.c02/150hr Belastingjaar/tijdvak Trefwoorden Wetsartikelen NTFRB-art. 1 SW 1956-art. 35d SW 1956-art.

Nadere informatie

Een onderzoek naar de schenkingsfaciliteiten bij bedrijfsopvolging

Een onderzoek naar de schenkingsfaciliteiten bij bedrijfsopvolging Een onderzoek naar de schenkingsfaciliteiten bij bedrijfsopvolging Erasmus Universiteit Rotterdam Erasmus School of Economics Bachelorscriptie Fiscale Economie Naam: Jacqueline Looije Studentnummer: 410290

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht 20-4-2011. Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting. 20 april 2011. Inleiding mr. C. (Kees) Goeman

Bedrijfsoverdracht 20-4-2011. Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting. 20 april 2011. Inleiding mr. C. (Kees) Goeman Bedrijfsoverdracht Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting 20 april 2011 www.inventivecontrol.com 1 Inleiding mr. C. (Kees) Goeman Sprekers: mr. J.J.G.M. (Jolanda) van Nunen mr. G.J. (Govert) Vorstenbosch

Nadere informatie

EXPLOITEREN VAN VASTGOED EN DE BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT

EXPLOITEREN VAN VASTGOED EN DE BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT EXPLOITEREN VAN VASTGOED EN DE BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEIT Onderzoek naar de criteria van de materiële onderneming bij exploiteren van vastgoed in het kader van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit Auteur:

Nadere informatie

Bedrijfsopvolging. Jolanda van Nunen. De successiewet in een notendop

Bedrijfsopvolging. Jolanda van Nunen. De successiewet in een notendop Bedrijfsopvolging Schenk- en erfbelasting Inkomstenbelasting Testamenten Andere civielrechtelijke zaken 0 Inleiding Mr. C. (Kees) Goeman Mr. E.J.Ph. (Ed) Bijnsdorp Sprekers: Mw. mr. J.J.G.M. (Jolanda)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 31727 11 juni 2018 Inkomstenbelasting. Vennootschapsbelasting. Lijfrente in de winstsfeer. Wijziging van het besluit van

Nadere informatie

Kluwer Online Research. Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956

Kluwer Online Research. Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Kwartaalbericht Estate Planning, Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Auteur: - Besluit toepassing van artikel 10 van de Successiewet 1956 Op 4 april is een nieuw besluit uitgevaardigd

Nadere informatie

Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus. Irma van der Zon

Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus. Irma van der Zon Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) Interne Cursus Irma van der Zon BOR / BOF BOR: bedrijfsopvolgingsregeling BOF: bedrijfsopvolgingsfaciliteit Verschillende benamingen voor hetzelfde onderwerp. BOR faciliteiten:

Nadere informatie

2. Wettelijke regeling tarief echtgenoten en partners

2. Wettelijke regeling tarief echtgenoten en partners Successiewet 1956. Tarief. Verkrijging door aanstaande echtgenoot, aanstaande partner, ex-echtgenoot of ex-partner. Gemeenschappelijke huishouding bij opname in tehuis 1 Successiewet 1956. Tarief. Verkrijging

Nadere informatie

Fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten natuurlijke personen

Fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten natuurlijke personen Fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten natuurlijke personen Drs. Yvonne (M.) Tigelaar-Klootwijk Fiscaal Economisch Instituut Erasmus Universiteit Scientific Institute for Research in Economics of Taxation

Nadere informatie

Belastingrecht in Hoofdlijnen

Belastingrecht in Hoofdlijnen Belastingrecht in Hoofdlijnen Prof. dr. CA. de Kam (eindredactie) Mr. P.M. van Schie Prof. dr. I.J.J. Burgers Mr. drs. F.J.P.M. Haas Mr.J. Lamens Dr. mr. A.M. van Amsterdam RA Mr. C.M. Ettema Mr. dr. D.V.E.M.

Nadere informatie

Nieuwe schenk- en erfbelasting in 2010

Nieuwe schenk- en erfbelasting in 2010 Nieuwe schenk- en erfbelasting in 2010 Nieuwe schenk- en erfbelasting De nieuwe Successiewet (deze wet regelt de schenk- en erfbelasting) is op 1 januari 2010 ingegaan en heeft gevolgen voor bijna iedereen!

Nadere informatie

HRo - Inkomstenbelasting - Aanmerkelijk belang -- Deel 2

HRo - Inkomstenbelasting - Aanmerkelijk belang -- Deel 2 Inkomstenbelasting AB 2 programma Verdieping aanmerkelijk belang Fictieve vervreemding, doorschuifregeling en fictief AB Bijzondere regelingen Vruchtgebruik Vervreemdingsprijs bij betaling in termijnen

Nadere informatie

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil

Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Vergeten testament. Informele wil 1 Successierecht. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling,

Nadere informatie

Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M

Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M Successiewet. Vrijstellingen successie- en schenkingsrecht. Juridische fusie 1 Dit besluit is vervangen door het besluit van 15 september 2010, DGB2010/602M Successiewet. Vrijstellingen successie- en schenkingsrecht.

Nadere informatie

Vennootschapsbelasting -- Deel 5

Vennootschapsbelasting -- Deel 5 Programma voor vandaag Bedrijfsfusie Let op: dit materiaal wordt ook gebruikt in presentatie 2 van GBE3.2! Juridische fusie Juridische splitsing Omzetting rechtspersoon Terugkeerregeling 1 Wat is een fusie

Nadere informatie

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010)

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2010) VOORSTEL VAN WET Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging

Nadere informatie

Is de huidige bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet in strijd met het gelijkheidsbeginsel?

Is de huidige bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet in strijd met het gelijkheidsbeginsel? Is de huidige bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet in strijd met het gelijkheidsbeginsel? Faculteit der Rechtsgeleerdheid Fiscaal Recht Auteur: M.C.H. Verbraak ANR: 275042 Examinator: Tweede

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4 Op welk tijdstip wordt de winst in aanmerking genomen? / 73

HOOFDSTUK 4 Op welk tijdstip wordt de winst in aanmerking genomen? / 73 INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van gebruikte afkortingen / XIII HOOFDSTUK 1 Winst uit onderneming / 1 1.1 Korte terugblik op de heffing over opbrengsten uit ondernemingsactiviteiten / 1 1.2 De belastingheffing

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Datum 8 oktober 2012 Betreft Effectenrapportage DGA-pakket

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Datum 8 oktober 2012 Betreft Effectenrapportage DGA-pakket > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Den Haag 24 november 2008

Den Haag 24 november 2008 De voorzitter en leden van de Vaste Commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Briefnummer 08/12.715/JLa/Ha Onderwerp Voortgang modernisering successiewetgeving

Nadere informatie

DOELTREFFENDHEID VAN BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEITEN VOOR DE OVERDRACHT VAN EEN ONDERNEMING ONDER BEZWARENDE TITEL

DOELTREFFENDHEID VAN BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEITEN VOOR DE OVERDRACHT VAN EEN ONDERNEMING ONDER BEZWARENDE TITEL DOELTREFFENDHEID VAN BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEITEN VOOR DE OVERDRACHT VAN EEN ONDERNEMING ONDER BEZWARENDE TITEL Naam: J.J.A.G. Aarts Opleiding: Master Fiscaal recht Begeleiding: prof.mr. I.J.F.A. van

Nadere informatie

De wijziging van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet

De wijziging van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet De wijziging van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de Successiewet Bachelorscriptie Fiscale Economie Astrid van der Werff 5736781 19 juli 2011 Mw. dr. S.J. Mol-Verver Studiejaar 2010-2011 Fiscale Economie

Nadere informatie

Verkoop onderneming aan kinderen

Verkoop onderneming aan kinderen Verkoop onderneming aan kinderen Waar moeten ouders van een eenmanszaak of een vof (vennootschap onder firma) op letten bij de verkoop van de onderneming van de zoon of dochter? Dit artikel benoemt de

Nadere informatie

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 5

HRo - Vennootschapsbelasting -- Deel 5 Programma voor vandaag Bedrijfsfusie Juridische fusie Let op: dit materiaal wordt ook gebruikt in presentatie 2 van GBE3.2! Wat is een fusie Een fusie is het samengaan van twee meer ondernemingen die daarna

Nadere informatie

Bij familiebedrijven staat het ondernemerschap en de continuïteit van generatie op generatie centraal.

Bij familiebedrijven staat het ondernemerschap en de continuïteit van generatie op generatie centraal. Position Paper van FBNed September 2009 In zake T.b.v. : Wijzigingsvoorstellen op de Successiewet : rondetafelgesprek vaste commissie voor Financiën woensdag 23 september 2009 Samenvatting Rode draad Belastingplan

Nadere informatie

Verhuur van vastgoed:

Verhuur van vastgoed: Erasmus Universiteit Rotterdam Nadruk Verboden Erasmus School of Economics Masterscriptie Verhuur van vastgoed: Wel of geen onderneming? Naam: Janwillem den Hollander Examennummer: 332859 Begeleidster:

Nadere informatie

Kluwer Online Research Vermogende Particulieren Bulletin Vastgoed binnen de onderneming en overlijden. Mw. mr. L. Verploegh[1] Inleiding

Kluwer Online Research Vermogende Particulieren Bulletin Vastgoed binnen de onderneming en overlijden. Mw. mr. L. Verploegh[1] Inleiding Vermogende Particulieren Bulletin Vastgoed binnen de onderneming en overlijden Auteur: Mw. mr. L. Verploegh[1] Inleiding Ondernemers houden met veel rekening maar vaak niet met hun eigen overlijden. Het

Nadere informatie

Bedrijf overdragen of overnemen

Bedrijf overdragen of overnemen Bedrijf overdragen of overnemen Ter Braak Willems Twentse Notarissen Almelo, Adastraat 1, tel 0546-82 25 55 Nijverdal, Maximastraat 4, tel 0548-85 50 00 Overdracht IB-onderneming Bedrijfsoverdracht heeft

Nadere informatie

2014 -- Successiewet -- Deel 2

2014 -- Successiewet -- Deel 2 Successiewet les 2 programma Successierecht Wetsficties Bedrijfsopvolgingsfaciliteit Aangifte 1 Wetsficties 1 van 11 Schuldigerkenning niet-registergoederen art. 8-1 SW Om het ontgaan van successierecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 262 Wijziging van de Invorderingswet 1990 (Wet uitstel van betaling exitheffingen) Nr. 3 Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 54139 11 oktober 2018 Vennootschapsbelasting. Subjectieve vrijstelling voor stichtingen en verenigingen (artikel 6 van

Nadere informatie

Jan Nieuwenhuizen: Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Jan Nieuwenhuizen: Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Familie vermogen Michael Maslinski Corné Brouwers Reinier Russell Jurgen Geerlings Lineke Sneller Paul Koster Quirijn Bongaerts Maartje van Casteren Nout Wellink Xavier Auerbach Marnix van Rij Vincent

Nadere informatie

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs jjj jjj de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Aan de Vaste Commissie van Financien uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal T.a.v. mevrouw mr. E.C. Janssen Postbus 20018 2500 EA Den Haag 23 oktober

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1996 1997 Nr. 62d 24 761 Wijziging van enige belastingwetten (herziening regime ter zake van winst uit aanmerkelijk belang, consumptieve rente en vermogensbelasting)

Nadere informatie

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf. whitepaper. Verzeker de continuïteit van uw bedrijf

Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf. whitepaper. Verzeker de continuïteit van uw bedrijf 07.06.16 Bedrijfsoverdracht van het familiebedrijf Verzeker de continuïteit van uw bedrijf whitepaper In dit whitepaper: Waar moet u op letten bij een bedrijfsoverdracht binnen de familie? Voor familiebedrijven

Nadere informatie

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen 1 Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; diverse onderwerpen Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

Nadere informatie

Bart van der Vorm HetRegister

Bart van der Vorm HetRegister Moeder-dochterfusie en zusterfusie: mooie middelen bij een herstructurering Bart van der Vorm Mr. B.L. van der Vorm FB is belastingadviseur bij ESJ Accountants & Belastingadviseurs te Breda. De civielrechtelijke

Nadere informatie

Kluwer Online Research Vermogende Particulieren Bulletin Geruisloze omzetting eenmanszaak heroverwogen

Kluwer Online Research Vermogende Particulieren Bulletin Geruisloze omzetting eenmanszaak heroverwogen Vermogende Particulieren Bulletin Geruisloze omzetting eenmanszaak heroverwogen Auteur: Mr. E. Alink[1] Elders in deze uitgave wordt aandacht besteed aan de Flex-bv. Invoering van dat wetsvoorstel kan

Nadere informatie