Je kunt nu nog terug, hoor jongen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Je kunt nu nog terug, hoor jongen"

Transcriptie

1 Je kunt nu nog terug, hoor jongen 1. Je kunt nu nog terug, hoor jongen. Dat waren de woorden van mijn vader toen we de loopplank overliepen van de Koningin Wilhelmina. Één van de internaten voor het volgen van een opleiding voor de kust-, Rijn- en binnenvaart. Ik wilde helemaal niet terug want ik had hiervoor gekozen, nou ja gekozen, ik wilde varen. Na dat ik van de lagere school af ging had ik met goed gevolg het toelatingsexamen afgelegd voor de LTS aan de lage Naarderweg in Hilversum - nu staan daar op die plek al jaren huizen, want de school is afgebroken, waar ik verder zou gaan leren voor timmerman. Dat timmerman worden is nooit een succes geweest. Eerst heb ik een voorbereidend jaar gedaan daar kreeg je van alles in van schilderen en metaalbewerking tot aan geschiedenis. Na dat jaar kwam de definitieve keuze: timmerman, zou het worden. Er werd al dapper gespaard voor gereedschap en andere attributen en dat was wel bijzonder want ondanks dat mijn ouders het niet breed hadden gingen wij als kinderen voor, alles hadden ze voor mij en mijn jongere broer over. Technisch tekenen was een ramp, ik kon er geen hout van, mijn tekeningen waren niet om aan te zien, voorzien van grote vlekken en vegen kreeg ik steevast een onvoldoende, volgens mij voor de moeite. Die onvoldoende kreeg ik van meneer van Leeuwen, die volgens mij toch wel een beetje met mij te doen had, omdat ik mijn best er zo op deed. Op een keer toen de schoolkrant uit kwam en wij legaal de maandelijkse kruiswoord puzzel aan het oplossen waren vroeg meneer van Leeuwen 7. horizontaal ander woord voor werk? Ik had het al en zei Karwei. Het was goed en meneer van Leeuwen in al zijn goedheid, die zei: Nou van Woudenberg daar heb je een potloodje mee verdiend. Een 2H. Meneer van Leeuwen dacht dat ik altijd met verkeerde potloden tekende, hij dacht dat ik met HB tekende (HB staat voor een bepaalde hardheid van de stift), maar ik tekende met 2H een veel hardere stift, die veel minder vlekt. Maar goed ik kreeg een potlood van hem, 2H. Meneer van Leeuwen dacht dat het probleem nu wel opgelost zou zijn, maar daar had hij zich lelijk in vergist. Op een ogenblik ben ik in de timmerklas aan het boren, met een boortje van zo n 1 à 1 ½ mm, dat boortje dat breekt omdat dat ik waarschijnlijk te onbenullig aan de handle trek die de boor naar beneden stuurt, en een gebroken boortje was het resultaat. Dat was op zich niet zo erg, want boortjes zijn er om gebroken te worden. Maar het vervelende was dat er nog een stukje in de boorkop zat, en er niet uit viel toen ik de boorkop open draaide. Dus draaide ik de boorkop helemaal open maar alles wat er uit viel was niets. Dan is dat stukje scheef gaan zitten dacht ik nog. Dus ik stak mijn rechterpink in de geopende boorkop en wilde net gaan voelen hoe het daar zat en waar dat verrekte stukje boor gebleven was, toen op datzelfde moment twee klasgenoten met elkaar begonnen te knokken. Uiteraard erg dicht in de buurt van mijn boormachine, tot er één van de twee met zijn hoofd, schouder of iets anders tegen de knop aanstoot waar mee je de boormachine aanzet, met als gevolg dat de boorkop gevuld met mijn rechterpink begint te draaien. Het resultaat was dat het bovenste kooitje van mijn rechterpink er af was. Ik had opdat moment totaal geen pijn, dat kan ik me nog goed herinneren. Ik draaide de boorkop open en daar viel mijn topje op mijn werkstuk (waarom wel mijn topje, en niet mijn boortje dacht ik nog), maar omdat ik dus echt geen pijn voelde dacht ik thuis er wel even een pleister op te doen, en dus stak ik mijn rechterhand in de zak van mijn overall. Op dat moment is er een bijdehandje die in gaten heeft wat er gebeurd was en roept de leraar, en zegt: me.. me.. meneer G..G..G..GIJS zijn v..v..vinger i..i..i..is eraf Meneer Hendriks werd eerst wit en even later liep hij (donker) rood aan en zei kom mee naar de conciërge die heeft EHBO. Omdat ik nu toch al verraden was maakte het niet meer uit of men het wel of niet wist ik wachtte wel af wat er ging gebeuren. 1

2 Op de jeugd EHBO had ik geleerd hoe men in zo n geval de boel moet dicht knijpen, dus liep ik maar met meneer Hendriks mee. Laat nu de conciërge bij sidonia (hoe de goede man heet weet ik niet meer alleen nog de bijnaam van zijn vrouw) thee zitten te drinken, en is dus nergens te vinden. Toen naar de directeur van de school meneer Mensch, met of zonder ch dat weet ik niet meer. Ook die goede man blijkt nergens te vinden, dus word ik zolang in de lerarenkamer neergezet omdat er toch een oplossing gevonden moest worden. Meneer Hendriks kreeg opdat moment last van een helder ogenblik en bedacht dat het Maandag was, de dag was waarop leerlingen die al in de bouw werkten, naar school kwamen om nog meer te leren, en daar was er vast wel een bij met een auto. Auto s waren schaars toentertijd (1964) en het lag dus niet zo voor de hand dat iedereen een auto had, zoals nu. Maar er werd een leerling gevonden die een auto, een DKW, had en die bracht mij naar het ziekenhuis. Om dat ik zo langzamerhand wel weer wat gevoel terug begon te krijgen in mijn vinger, begon ik hem aardig te knijpen. In de wachtkamer kwam een zuster mij gerust stellen, want ik kneep m als een ouwe dief. Ik vroeg of mijn vinger er helemaal af moest, maar dat bleek waarschijnlijk niet nodig. Na een tijdje komt de dokter en deze heeft mij geholpen de boel er weer een beetje fatsoenlijk aan elkaar te naaien, en men bleef maar vragen hoe e.e.a. gebeuren kon. Want het is niet gebruikelijk dat jongetjes van 13 jaar stukjes vinger in een machine kwijtraken. Nadat alles keurig in het verband is gewikkeld, mocht ik weer met de eigenaar van de DKW mee naar school. Daar werd mijn fiets opgepakt en in de kofferruimte gedaan, en togen wij naar mijn ouderlijk huis. De chauffeur had duidelijke instructies gekregen dat hij niet voor het huis mocht stoppen, om mijn moeder niet te laten schrikken. Omdat ik op de fiets naar school ging en niet in een DKW werd thuis verwacht. Twee huizen verder werd er gestopt en de chauffeur ging op zoek naar mijn moeder om haar diplomatisch op de hoogte te brengen dat haar zoon een stukje van zijn vinger kwijt was. Toen hij dat erg tactvol, maar niet heus, verteld had kreeg mijn moeder spontaan krampen en wilde haar zoon zien. Dat ging zomaar niet want ik stond 2 huizen verderop geparkeerd. Ze heeft mij gevonden begon mij gelijk te knuffelen en fijn te knijpen en was blij dat alles toch nog goed was afgelopen, ik vond het minder...de verdoving begon uit te werken. De volgende ochtend werd ik wakker na een nacht slecht te hebben geslapen, met een pink waar leek het wel een tomaat opgezet was, zo rood was het verband. Het beddegoed was dus ook aan verschoning toe. Mijn ouders belden maar eens naar het ziekenhuis of ik langs mocht komen. Onderwijl crepeerde ik van de pijn want een echt pretje was het niet, en pijnstillers zoals tegenwoordig daar waren ze in die tijd niet erg scheutig mee. Wij konden langskomen. Op de berini m21 gingen wij naar het ziekenhuis. Voor wie niet weten wat een berini m21 is, dat is een bromfiets uit die tijd, met een zogenaamd zweefzadel en een zweefzadel voor de passagier, geen gezicht maar wel doeltreffend. In het ziekenhuis ben ik van de pijn van mijn stokje gegaan, ik ging zitten om geholpen te worden en ik werd liggend wakker, iets dat later wel meer gebeurde, maar dan was de oorzaak meestal drank. Het ging hartstikke goed met mijn vinger, hij deed nog wel erg pijn maar men verzekerde mij dat ging wel over. Dat is ook inderdaad wel overgegaan. In die tijd heb ik er over lopen nadenken of ik wel de juiste persoon was om de bouw in te gaan. Een beroepskeuzetest bracht uitkomst. Ik moest met blokken spelen en mocht tekeningen maken en moest ook de beroemde boom tekenen en moest dan ook nog een opstel maken. 2

3 Er kwam uit dat ik niet veel zitvlees had, maar dat varen wel wat voor mij was. Ik had altijd al gezegd dat ik wilde varen. Dat is goed zei mijn vader toen ik dit voor de eerste keer ventileerde, hij gaf me een roeiboot. Daar dat naar later bleek toch niet de juiste oplossing was en de beroepskeuzetest uitwees dat ik dan maar beter kon gaan varen, toen gaf hij aarzelend toe. Pa had het niet op al dat zondagswerken (ik kom uit een conservatief gezin)en dat hoorde er dan toch bij. Hij wilde dan wel dat ik een gedegen opleiding ging volgen, ik werd ingeschreven bij het Koninklijk Onderwijs Fonds voor de Scheepvaart, kortweg KOF genoemd. Ik zou dan in Amsterdam op school komen, dat was dichtbij Loosdrecht waar ik woonde, en dan kon ik ieder weekeinde naar huis, want er waren ook scholen in Delfzijl, Harlingen en Rotterdam. Maar ik mocht naar de "Koningin Wilhelmina" en dit was een ouwe veerpont, die verre reizen tussen Enkhuizen en Stavoren gemaakt had. Ik had van dat varen trouwens een heel andere voorstelling dan die mensen op school, maar ik heb begrepen dat hun kijk op de Rijn- en binnenvaart beter was als de mijne. Het was een internaat voor de kust-, Rijn- en binnenvaart, en ik wilde eigenlijk naar de zeesleepvaart, naar Leen Smit s internationale dat waren harde jongens in mijn ogen en dat geitengebrei op die binnenvaart leek me maar niks. Maar goed ik kon nog terug zoals mijn vader zei, maar voor geen geld ter wereld wilde ik terug, ik wilde de woeste baren, op huizenhoge golven wilde ik meemaken, ruige feesten en zuipen en meer van dat soort dingen die er volgens mij bij hoorden. Het KOF had niet alleen internaten maar had ook een aantal opleidingschepen. Dit waren ruime schepen, maar daarover later meer. Eenmaal het point of no return voorbij en ik werd ingedeeld in een klas die de eerste 2 jaar bij elkaar zou blijven, ik kwam in 1b, 1a en 1b waren 1 klas maar als er gevaren werd ging dus maar de helft 1a of 1b, zo simpel was dat daar. Na een eerste kennismaking met de leraren ging het hele spul om uur naar de eetzaal om te eten, je mocht zitten waar je wilde, dus ging je bij je nieuwe klasgenootjes aan tafel zitten. Omdat wij nieuw waren werden wij jongstejaars genoemd. En de oudstejaars die kenden het klappen van de zweep al. Wij kregen aardappelen, groente en vlees, maar dat vlees was verwerkt in de jus. Allemaal hapklare brokken in de jus. Dus je moest wel zorgen dat je aan je trekken kwam want anders was het mooi geen vlees vandaag. Daar heb ik ook geleerd drie keer heen draaien en dan door het midden terug met je juslepel en je had een best beetje vlees, ik ben er bijna nooit tekort gekomen. Na het eten ging het hele spul en dan bedoel ik altijd nog zo n 100 man naar buiten, de grotere jongens die rookten al, ik ook, alleen mijn ouders wisten het nog niet. Daar kwamen ze later achter toen ik van een buurvrouw Krook (ja, ja de moeder de van de beroemde schaatscoach) een pakje shag kreeg voor mijn verjaardag. Hij rookt niet hoor. Zei mijn vader nog, mijn moeder zei niets die wist wel beter, alleen had ze het er nog niet met pa over gehad. Ze hadden zogezegd nog geen overleg gepleegd. Op school mochten wij alleen maar op gezette tijden een shagje roken. Voor zover je geen zeuntje was. Zeuntjes waren de jongens die moesten met twee man de afwas doen van de tafel waar je aan gegeten had. Je werd aangewezen door de bootsman en dan ging de een aan de afwas en de ander moest drogen. En als je klaar was dan moest de afwassert met zijn bakje met sop langs het hoofdzeuntje. Deze voelde dan in het afwasbakje of er geen lepels of andere dingen inzaten die dan overboord gekwakt konden worden. Want deze sopjes werden zo in het IJ gegooid, en ik weet dat er hele volksstammen daar de vorken en lepels zijn kwijtgeraakt. Leuk was ook het maken van zo n sopje, je kreeg van de hofmeester (dat was de kok, maar die werd daar dapper hofmeester genoemd) een bakje en dat moest je vullen met heet water en dan ging je naar de emmer met groene zeep en daar zat weer een garde in en dan klopte je een lekker sopje bijeen, en vervolgens kon je gaan afwassen. s Middags de klas in en kennismaken met de lesmaterialen en ander gerei, het leuke was dat je op deze school geen tas nodig had maar dat de school zorgde voor een kistje waar je boeken in zaten. 3

4 Om negen uur s avonds moest het hele spul naar bed. Om kwart voor negen naar beneden. Na het avondeten gingen we net als s middags naar buiten, om even te luchten en daarna gingen we naar de klassen om te studeren. Eenmaal beneden was het die eerste avond ook maar niks, de eersten hadden al tranen in de ogen want nu werd het serieus, niet meer thuis slapen maar op school. Voor het slapen gaan eerst je eigen wassen, met koud water uiteraard want warm water was er op de slaapzaal niet. Er was een lange wasbak met erboven allemaal kranen, er waren vier wasbakken, en al spoedig was er de eerste wasbak speciaal voor een jongstejaars met een in oudstejaars ogen, brutale mond, dus die werd even gewassen. Hij werd languit in de bak gelegd en alle kranen werden opengedraaid boven hem, en nou moet u niet denken dat hij er rustig bij bleef liggen, nee hij werd door een hele klas in bedwang gehouden. Toen de bootsman kwam was zijn eerste vraag of hij zich altijd zo uitgebreid waste voor hij naar bed ging. Deze bootsman was bootsman Frank, een echte platte Amsterdammer die uiteraard ook gevaren had en het nu rustiger aan deed aan de wal. Hij was een ruige kerel die als hij het nodig vond je knal voor je kanis gaf, keihard en recht door zee. Wij kregen allemaal een uitbrander en het slachtoffer werd tot verhoging van de feestvreugde door Frank nog eens extra uitgefoeterd. Zo zijn nu eenmaal de wetten op een internaat, keihard en niets ontziend. Om half 10 s avonds gingen de lichten in de slaapzaal uit, en daarna mocht er niet meer gepraat worden. Nou jongens wel te rusten en diegene die waagt om nog één keer z n muil open te doen heeft een elf uurtje. Een elf uurtje was dan dat je de eerste de beste zaterdag die je naar huis ging, niet om negen uur s morgen maar om elf uur, twee uur later dus, en dat was dan balen want je weekend werd er weer twee uur door ingekort, zeker als je zondags s avonds weer terug moest zijn. Als je erg vervelend was kon dat elf uurtje wel eens oplopen tot een 1 uurtje, dat was dan uur s middags. Maar voor het zover was, was er eerst een bloedraad, net zoals bij zeerovers, erg romantisch dus. Tijdens de bloedraad kwamen de directeur en leraren als ook de bootslieden de grote recreatiezaal binnen, de kok was er nooit, die kwam alleen als er in de keuken delicten waren gepleegd waar hij niet omheen kon, maar meestal loste hij dat zelf op door een delinquent zelf een knal of iets van gelijke strekking te verstrekken, onder het uitslaan van allerlei kreten die het ergste deden vermoeden, u begrijpt het al, onze kok had ook gevaren. Zoals die keer dat ik eens voor de bloedraad moest komen omdat ik met een klasgenoot zou hebben gevochten. De vraag was, of ik terecht de tegenpartij op z n donder had gegeven of niet. Volgens mij was het volkomen terecht en volgens de tegen partij niet, maar omdat ik een klusje moest doen waar hij mij moest meehelpen en hij vond dat ik dat dan maar in m n eentje moest doen. Ik vond dat onterecht omdat wij er samen op uit waren gestuurd en dat hij best kon meewerken, maar dat weigerde hij. En toen werd ik boos met boven gemeld resultaat. Het was niet zo maar een elf uurtje of een één uurtje maar ik stond te boek voor een heel WEEKEND. Want de dienstdoende leraar had ons uit elkaar moeten halen zonder dat hij wist wat de aanleiding was. Dat soort zaken werd tijdens de bloedraad geregeld, tegen stribbelen en verweren hielp op dat moment niet, je wachtte maar tot vrijdagmiddag. Nadat ik tekst en uitleg had gegeven en mij mondeling verweerd had ( je moest wel even je eigen advocaat spelen daar) werd daarna de tegenpartij gehoord. Deze bekende dat hij dus totaal niet meegewerkt had en mochten we ruilen van straf, dat betekende dus dat ik vrijuit ging terwijl hij een weekend opliep, wat hij mij niet in dank afnam. Op het internaat werd ook aandacht besteed aan de coiffure. De kapper, gewoon voor de mensen thuis niets aan de hand, maar bij ons op het internaat was het Donderdag s avonds altijd knipavond. Tijdens het appèl werd er door de dienstdoende bootsman gekeken wie er voor in aanmerking kwam om geknipt te worden, en dan werd je echt niet volgens de toen geldende 4

5 maatstaven geknipt, maar model bloempot. Wij hebben vernomen dat de broer van onze kapper op Texel woonde en jarenlang kampioen was schapen scheren. Voor ons was model bloempot het favoriete kapsel, niet zozeer voor ons als wel voor de directeur. Het was achter in de zestiger jaren en in de opkomst van de hippie tijd en wij woonden in Amsterdam, dan was zo n afgekloven kop toch geen porum zoals wij zeiden. De kapper had het licht ook nog nooit mogen aanschouwen, volgens ons dan, want van een echte slimmerd kon je niet spreken of wel soms? Want er waren figuren die waren helemaal weg van een Amsterdamse groep genaamd the Outsiders en die hadden me toch lang haar, en die werden ook naar de kapper gestuurd. Bij de kapper moest je je naam in een schrift zetten en dan werd je geknipt. Die jongens zetten wel hun naam in het boek en gingen daarna huns weegs de kapper de kapper latend. Ze gingen dan meestal even naar de slaapzaal om hun haar nat te maken en dan gingen ze vaak ook wel een shagje roken en daarna afmelden bij de bootsman, die het volgende slachtoffer dan alweer bij de kladden had. Vaak trapte de bootsman er in maar niet Frankie, die pakte de zondaar dan bij zijn niet afgeknipte manen op een niet zachtzinnige wijze beet en sprak dan tot de zondaar in de trant van: nou dat is ook niet erg kort geworden of is de kapper zijn schaar kwijt terwijl hij lekker aan het haar trok. De getroffene kon zich dan wel weer bij de kapper melden, waarna er wel geknipt werd. Wat weer een hoop gejerimieer tot gevolg had. Dit alles speelde zich af op de "Koningin Wilhelmina, maar inmiddels werd er al aan een nieuwe school voor ons getimmerd, aan de osdorperplas compleet aan de andere kant van de stad. Want op de "Koningin Wilhelmina" hadden we op de slaapzalen de wasbakken op onze nieuwe school hadden we aparte waslokalen. Maar laat ik niet vooruitlopen op de gebeurtenissen die nog moeten komen. Als wij pauzes hadden werden we bij gunstig en vaak ook bij ongunstig weer even naar buiten gejaagd om een luchtje te scheppen. Tijdens dit luchten stond er dan bij de "Koningin Wilhelmina" een mannetje in een invalidenkarretje en dan niet zo n modern ding als tegenwoordig maar eentje met twee van die op en neer gaande zwengels. Dat mannetje had van allerlei lekkers bij zich zoals drop, mars, nuts en nog veel meer handel waar geen vitamines in zitten maar calorieën. Dat gaf hij niet weg, nee hij verkocht dat, en zodoende had hij toch iets meer dan Drees hem kon geven. Maar tegen dat de pauze was afgelopen moest hij weer weg, en dat was niet zo erg maar hij moest met zijn zwengelaar wel eerst even de brug over, en daar deze net zoals alle andere Amsterdamse bruggen erg steil was lukte hem dat niet, dus: vrijwilligers zat, die opa wel even een duwtje gaven. Eerst al met een klerevaart tegen de brug op en daarna ging het vanzelf. Wat moet die man een spieren gehad hebben, want hij kon die zwengels niet loslaten, want die waren tevens ook zijn besturing. 5

6 HOOFDSTUK 2. Wat ook altijd wel weer leuk was dat was de wekelijkse zwemavond in het zwembad aan de heiligeweg, dat is een zijstraat van de kalverstraat. Dan maakten wij s ochtends al een pakketje met brood en na de lessen om vijf uur s middags vertrokken wij richting zwembad. Heel mooi zult u denken daar is toch niks mis mee, nee hoor maar je moest wel even in de spits door het drukste deel van Amsterdam heen en dat was altijd dikke pret. Eerst moesten we lopen van de grasweg naar de pont, handdoek en zwembroek onder je arm en pakketje brood in je jaszak. Van dat brood mocht niets genuttigd worden voor het zwemmen, want op school had men nog het idee dat het slecht was om te eten voor het zwemmen, wij hadden honger en aten dus onderwijl naar de pont lopend. Een bus ging daar niet en het was met pont mee hooguit een simpele 40 minuten lopen. Goed voor de beweging en het mentale deel. Eenmaal de pont in het oog, werd ieder wat onrustig halen we deze nog of moeten we met de volgende? Met de volgende was niks mis alleen men wil weer zo graag eerste de beste hebben. Dan werd het meestal ook nog even een minuut of vijf hardlopen erbij, met mijn conditie lukte dat niet zo best zodat ik besloot met nog een paar slappelingen om de volgende pont te halen. Want als je dan aankwam bij het zwembad dan moest toch wachten tot de gehele club bij elkaar was eerder mocht je er niet in. Zodra je op de pont was werd van alle kanten bekeken door het Amsterdamse volk wat net van de scheepswerf (NDSM) naar huis ging en de opmerkingen waren dan ook niet van de lucht. Als ze dan je handdoekie zagen vroegen ze bv. of we van plan waren om schipbreuk te lijden enz. Na een barre tocht van wel twee minuten varen waren we aan de overkant van het IJ. Dan was het een ware struggle for life om de drukke de Ruyterkade over te steken, richting het centraal station. Nu kun je wel om het CS heen maar dat zette geen zoden aan de dijk, regelrecht er onderdoor, midden in de avondspits! Dan aangekomen bij de ingang van het CS en dan maar dapper tegen de stroom in naar de voorkant lopen, allerlei gevaren van koffers, kruiers (die waren er toen nog), koffieschenkers en hordes forensen ontwijkend. Levend aan de voorzijde aangekomen loerden daar weer heel andere gevaren: nl. de TRAM! Ik dacht altijd dat die dingen op rails liepen, maar toen ik dat zag daar aan de voorkant, alles ging kris kras door elkaar, tot ik ontdekte dat er werkelijk rails lagen. De ontwerper heeft het stationsplein van Amsterdam waarschijnlijk tijdens een aardbeving ontworpen, man wat een chaos. Dan had je net uitgerekend dat je net achter die en die tram langs kon sprinten zonder door de volgende alweer tot patiënt in het Wilhelmina Gasthuis gepromoveerd te worden, dan werd je omver gelopen door een of ander eikel die zonodig een brief in de brievenbus van de tram moest doen. De trams van toen hadden toen (1965) nog een brievenbus op hun achterste wagen hangen. Volgens mij was het meer de reden van veiligheid dat die dingen eraf gehaald werden. Halsbrekende toeren werden er voor uitgehaald om een ansichtkaart te posten voor ome Piet, en niet alleen door de lokale bevolking, want die hadden al aardig door hoe je een brief op de bus moest doen zonder daarbij overreden te worden. Amerikanen en dat soort buitenlanders wat Europa in enkele dagen moet zien, dat was een must voor iedere Amerikaan om een brief in dat gekke Amsterdam op de tram te posten, nou mensen, daar aan de andere kant van die grote haringvijver zijn ze helemaal crazy man. Maar als we daar dan weer doorheen gesukkeld waren dan kwamen we via de nieuwezijds bij het begin van de nieuwendijk. Dan waren de grote gevaren zo n beetje geweken. En dan liepen we de nieuwendijk uit en staken de dam over en zo kwamen we in de kalverstraat, en dan halverwege daar had je dan de heiligeweg. Dan gingen we zwemmen, want daar waren we voor gekomen. Na het zwemmen bleef er dan nog wel wat tijd over om te passagieren, ik ging dan meestal even naar mijn oma die 6

7 woonde in de borgerstraat, dat is achter de kinkerstraat. Dan liep ik meestal naar het leidseplein en van daar nam ik dan de tram. Om weer op tijd op school te zijn, wij moesten op negen uur s avonds binnen zijn want dan was het appèl, moest ik daar zo rond acht uur weer vertrekken. Dan nam ik een andere tram en dan kon ik blijven zitten tot aan het Cs toe. Terwijl ik dan op de tram wachtte, vond ik meestal een reep chocola of iets anders lekkers in mijn jekker - wij liepen daar in uniform weet u nog- dat had mijn oma er dan stiekem ingestopt. Zo rond de klok van halfnegen kwamen er dan hoe langer hoe meer klas- en schoolgenoten bij de veerpont aan om over gezet te worden. Sommige oudstejaars stonken een uur in de wind naar bier, volgens mij deden zij dat om indruk te maken, maar hoe dichter bij school we kwamen des te harder zag je ze dan koffiebonen kauwen, om hun indrukwekkende dranklucht weer kwijt te raken. Het was dus ook heerlijk tegenstrijdig aan de ene kant indruk maken en aan de andere kant zorgen dat je niet gepakt werd. Later deden wij hetzelfde. Alleen moet je dan wel een kroeg uitzoeken waar geen personeel van school komt, want dat overkwam ons een keer; zitten wij net lekker aan een potje bier, komt daar het gezag binnen met gevolg. Wij een hoofd als een biet maar voor ons stond wel een pot bier. Omtrent de pot bier moesten wij uitleg geven want dat mocht eigenlijk niet. Ik trachtte de boel nog te redden door te zeggen dat het maar een KLEINTJE pils was maar dat maakte de zaak alleen nog maar erger. Het geheel is met een flinke sisser afgelopen, eigenlijk heeft nooit iemand er iets van vernomen. Wij kwamen er later achter dat het gezag met gevolg dat ons pad kruiste, ook illegaal in de kroeg was! Zodoende hoorden wij hier gelukkig nooit meer wat van. Ik vertelde net dat als wij de nieuwendijk bereikt hadden het gevaar geweken was, dat is maar ten dele waar. Want in die tijd had je iets van provo of zo en de kraakbeweging stond toen ook nog in de kinderschoenen. Maar in die tijd werden wel de eerste panden gekraakt. Dat was niet zo erg, dat vonden wij althans. De eigenaar van de panden stuurde er wel mooi de ME op af en dat gaf weer eens een verzetje op de woensdagavond. Wij belandden dan midden in de krakersrellen. Nou ja middenin, ze hadden ons gezegd dat we niet over het damrak mochten lopen, maar via de nieuwezijds voorburgwal moesten wij naar het zwembad. Dat deden wij natuurlijk niet en wij gingen dus via de verboden route. Met als gevolg dat we binnen de kortste keren midden in de krakersrellen zaten, gevolg later een vette bult op mijn kop en mijn uniform verfomfaait. Ook kwamen wij een keer het Cs door en daar bleek een aantal mariniers even schoon schip te maken omdat er een of ander langharig werkschuw stuk tuig een meisje van een marinier beledigd had, en dat namen die mariniers niet met als gevolg dat de het Cs even schoongeveegd werd. 7

8 Hoofdstuk 3. Er werd ook gevaren door ons. Op de opleidingsschepen: prinses Beatrix, prinses Irene, prinses Christina, prinses Juliana en de prins Hendrik. Dat was altijd weer een feest want daarvoor was je toch naar dit internaat gekomen om te leren varen. En dat leer je nu eenmaal ook in de praktijk. De droge stof zoals wetten en reglementen kregen wij op school en aan boord mochten wij e.e.a. in de praktijk toetsen. Ook de boeken, kaarten en instrumenten. Dat kun je nog zo goed op het droge leren, maar in de praktijk gaat het allemaal een stuk beter, zwemmen leer je tenslotte ook niet op bed, hooguit de beweging van de slag. Zo hadden we verschillende routes die gevaren konden worden: zo hadden wij rijnreizen, ijsselmeerreizen en ook gingen we wel eens naar Zeeland. Daar hebben we de aanleg van de deltawerken gezien, met o.a. het bouwen van de volkeraksluis, en de oosterscheldedam. Zo kon je de verschillende soorten vaarwegen leren in de praktijk. Aan boord werd je dan weer ingedeeld in verschillende groepjes; je had groepjes voor voor- en achterschip, de machinekamer, de brug en last but not least de kombuis. Voor de echte landrotten onder ons dit is de keuken en alles wat daarbij hoort. Ik werd uiteraard weer eens ingedeeld in een ploeg die als laatste op de brug terecht zou komen, ik was eerst ingedeeld bij het achterschip. Dit hield in dat wij moesten helpen bij het aanleggen en ook andere dekwerkzaamheden zoals schilderen en dekboenen. Vaak was het meer de oude verflaag wegbikken, en dan je eigen de krampen borstelen met een staalborstel. Maar voor het zover was, was je alweer ingedeeld in een andere groep. Je bleef n.l. maar 1 dag bij je groepje. Dus je collega s konden jouw afgeschuurde klusje afmaken en die mochten wel schilderen. Die pech had ik altijd. Dan belandde je in de kombuis, dat was wel grappig want daar moest je ook van alles doen tafels dekken, zorgen voor de afwas, ik wou maar dat ie afwas, en ook helpen bij het koken. Het verschilde van schip tot schip wat voor kok er aan boord was, op mijn eerste schip hadden wij tenminste een goede kok, en ook een fijne. Vaak zijn kok s en machinisten apart volk. Maar deze leek goed. Natuurlijk moesten er aardappelen geschild worden maar dat deed je met een paar man en bij mooi weer zat je wel aan dek. De ploeg in de machinekamer vond ik persoonlijk wat minder want je zag 1 dag bijna niets, want je zat grotendeels benedendeks. En als je dan op het ijsselmeer voer (er waren toen nog geen dijken in het ijsselmeer en ook Almere moest men nog bedenken want die hele polder was er bijna nog niet) met windkracht 7 à 8 dan zag je ze om de beurt groen en geel wegtrekken. De machinist die wij hadden was ook zo n held, had op zee gevaren zei hij, volgens ons op de lauwerszee. Want bij windkracht 5 werd hij al zeeziek. Maar ondanks zijn zeeziekte wist hij toch wel de boel een beetje gek te maken. Hij deed dan, terwijl je druk bezig was iets te poetsen en dan hoorde je dus uiteraard niets, bij een lopende machine, het tuitje van de oliekan in je oor en spoot je oor dan vol smeerolie, de smeerkees. Dan stond ie zijn eigen een kriek te lachen, maar jij had een goor oor. Zoals al eerder aangehaald je poetste je eigen, op z n Amsterdams gezegd, de pestpokken, want alles in deze machinekamer blonk als een spiegel. Na zo n dagje machinekamer ging je bijvoorbeeld de brug op. Daar leerde je de grondbeginselen van het navigeren. De groepjes bestonden meestal uit een man of 6, 1 man stond er dan te sturen (de roerganger) en de tweede was de navigator, dat was je dan een uur lang en dan rouleerde het hele spul. De roerganger werd weer personeel en de navigator werd roerganger en de rest kreeg weer gewoon les in een kruispeiling bijvoorbeeld. Dan moest je eerst kijken welke torens er voorhanden waren om te peilen. Dan zag je bijvoorbeeld de toren van Marken en de toren van Monnikkendam daar maakte je dan een kruispeiling op. Na veel gereken en andere toestanden had je het sommetje af en ging je het op kaart zetten en dan bleek dat je ongeveer op de A7 zat, en dat kon nu 8

9 helemaal niet, want je was geen auto tegen gekomen. Dus nog maar eens nagerekend en toen bleek inderdaad dat wij op het ijssselmeer zaten. Gelukkig maar. Goed voor straf moest ik eens zo een peiling maken toen wij s avonds voor de wal lagen. Ik had in het vooronder een scheet gelaten dat het er helemaal blauw van zag. En dat werd niet op prijs gesteld. Van Woudenberg kom er maar uit, dan kon je je eerst helemaal aankleden en dan werd je voor straf in de stuurhut gezet. Waarna je de idiote opdracht kreeg om maar eventjes een kruispeiling te maken, en je lag voor de wal!!!!! voor ons was dit onbegrijpelijk. Na het avontuur op de brug gingen we weer naar dek en dan rouleerde het gehele systeem weer van voren af aan. Op de woensdagavonden mochten we passagieren. Zo noemt men dat nu eenmaal aan boord van een schip. Dan mochten we om een uur of zeven aantreden en dan werd er gecontroleerd of je uniform er perfect uit zag en of dat de schoenen goed gepoetst waren en of dat je handen en nagels wel schoon waren, dan mocht je het schip verlaten om weer om uiterlijk kwart voor negen terug te zijn, want om negen uur ging het licht uit. De keukendiensten of wel het zeuntje spelen waren in winter het leukst. Want dan werd je tenminste niet koud (evenals in de machinekamer) en had je over het algemeen goed te eten en te drinken. Maar vaak ook was je aan de nukken van de kok overgeleverd. Wij hadden zo n druiloor die dikke sigaren rookte en rustig en zonder blozen de as knoeide in de soep of andere gerechten, en dan beweerde dat de as volkomen steriel was. Ja, ja dat mocht dan wel waar wezen maar ondanks alle steriliteit, vonden wij dat de tomatensoep naar tomaten moest smaken en niet naar havanna s. Vaak kon de kok ook niet overweg met de kapitein, ik heb eens meegemaakt dat, toen we aan het aanmeren waren in Kampen, de kok een zeuntje de wal opstuurde voor postzegels. Waar ga je heen Jan. Klonk het van boven. Wel godver de godver... loeide de kok. Ik ga postzegels kopen voor de hofmeester. Zei het zeuntje. De kok werd daar op het internaat altijd bij zijn zondagse naam genoemd:hofmeester! De hofmeester deed het raam in de kombuis open en schreeuwde naar boven Al gaat ie gloeiende, glimmende... nakende nondeju kapotjes voor me kopen, dat gaat jou geen ene moer aan. Dat was gespierde taal van mannen onder elkaar en dat vonden we toen heel wat. Tegenwoordig weet de gemiddelde kleuter al het bestaan van condooms af, toen was het nog een onderwerp waar erg stiekem over gedaan werd. Dat varen was altijd weer erg leuk en een aangename onderbreking van de lessen op het internaat. De rijnreizen waren ook erg leuk je ging dan echt naar het buitenland. Omdat ons internaat gevestigd was op een oude en omgebouwde pont die ooit verre reizen maakte tussen Den helder en Texel, kwamen de opleidingsschepen vaak bij ons langszij. Dat scheelde een hele tijd met inschepen, maar een enkele keer moesten wij toch ook wel eens inschepen in Rotterdam of ergens anders. Zo n rijnreis was anders dan de gewone reizen, want tijdens de gewone reizen werd er, tussen de middag ergens aangemeerd en dan was het etenstijd en pauze, maar tijdens de rijnreizen was daar geen tijd voor, dan moest er gevaren worden. Nu kun je op de rijn of waal niet zo gemakkelijk vastmaken, daar komt meer bij kijken. Maar je kunt wel voor anker, maar dat werd meestal s avonds gedaan omdat dit nogal bewerkelijk is, voor een uurtje pauze. Dan was het voor iedereen eten en pauze, alleen voor de roerganger en de journalist die moesten samen met de kapitein op de brug blijven. Later werden zij afgelost door twee andere collega s en de stuurman. Journalist, dat heb ik nog niet uitgelegd. Het had helemaal niets te maken met nieuwsuitzendingen en kranten ofzo. Dat was een functie waar je in het scheepsjournaal moest bijhouden hoe laat je ergens was, of hoe laat die en die brug werd gepasseerd. En uiteraard moest er ook de snelheid worden bijgehouden. U moet n.l. weten dat langs de rijn allemaal kilometerpalen staan, van het begin van de rijn ergens in Zwitserland daar staat ergens nummer 1 en bij de maasbruggen in Rotterdam staat 999. De rest staat er geloof ik tussenin op logische volgorde. 9

10 De grap met die kilometers is, dat men 2 ploegen had die de plaatsbepaling deden in vroeger tijden en dus bepaalden waar de KMR 1, (want dat is de officiële naam voor deze palen. Eigenlijk zijn het grote borden van een paar vierkante meter, u heeft ze vast wel eens gezien.) kwam te staan. Ploeg nummer 1 begon in Zwitserland en ploeg nummer 2 ergens bij kmr 1000 in Rotterdam. En het was dus logisch dat ze elkaar ergens halverwege zouden treffen. Dat deden ze dan ook met als resultaat dat ergens bij Bingen de kortste kilometer bestaat zo n pakweg 500 meter. Op dat stukje liep je theoretisch gezien dan ook als een haas. Goed we waren op rijnreis, je ziet dan van alles, toen waren er nog sleepschepen 2 die gesleept werden door hele grote rijn slepers (tegenwoordig doen ze veel dienst - omgebouwd natuurlijk- als passagiersschip.). Deze waren soms wel enkele kilometers lang. En ook zag je de eerste duwboten verschijnen, je zag de enorme staalfabrieken in het rhurgebied opdoemen, sommige schippersjongens bij ons aan boord zagen familie varen en soms ook hun eigen ouders. Dan was het hooguit wat heen en weer zwaaien, maar even kletsen dat ging toen nog niet, want de eerste marifoon zal zo rond die tijd zijn intrede gedaan hebben, en niet iedereen was zo kapitaalkrachtig dat men toen al de nieuwste snufjes konden aanschaffen. Dat was een hard gelag voor zo n knul je ziet je ouders al bijna nooit en dan kom je ze een keer tegen, en dan gaan ze zo maar voorbij. Je zag dan ook zo n knul vechten tegen zijn tranen. Tijdens zo n reis moest onze ploeg dekboenen met opstaande kantjes, en dat was op vrijdag de 13 e, wij voeren ter hoogte van Köningswinter en ik was een beetje aan het ouwehoeren. En plotklapseling pleurt mijn sopborstel overboord. Eerst blauw liggen van het lachen en toen de consequenties ervan overzien, toen werd het lachen al minder. Deze ouwe 3 vonden wij, was toch al een chagrijn, en in onze ogen erg humorloos. Goed dat was s avonds op het spreekuur komen en dan moest je verantwoorden waarom je iets gebroken had of overboord laten vallen. Het viel mee ik moest ƒ 1,50 betalen voor een nieuwe borstel. Dat ging wel weer van mijn zakgeld af, en zoveel had ik nou ook weer niet mee. Dat weekeinde lagen we in Boppard, waar een heerlijk gewandeld hebben met de kok (dit was een jofele kok) we kwamen te laat aan boord en wij hoefden niets te verantwoorden, lekker gevoel was dat. Ik kocht toen ook mijn eerste souvenirs voor mijn ouders. Ze hebben ze nog steeds bewaard, ik kwam ze laatst tegen toen we mijn ouders naar een aanleunwoning verhuisden. Na twee jaar in Amsterdam noord te hebben gewoond ging de school verhuizen naar een gebouw aan de wal, een heuse school. Daar was inmiddels al een tijdje flink aan gebouwd, en het nieuwe schooljaar dat september 1967 begon moest het hele geval operationeel zijn. Het was dan wel een nieuwe school, maar eigenlijk veel te mooi en nieuw. Op de koningin Wilhelmina kon je s nachts nog wel een stiekem een sjekkie roken, op het voorschip, niemand die dan wat rook. Ik had de mazzel dat ik met nog een aantal andere jongens, de kleine slaapzaal mochten gebruiken. Een man of tien, dat was veel gezelliger. En via die slaapzaal, hadden we illegaal toegang tot het voordek, waar we dan ons eerder genoemde illegale sjekkie stookten. Op die nieuwe school waren we ook van onze afwasbakjes af. Niet van het afwassen, dat gebeurde wis en waarachtig nog steeds met de hand. Zij het wel in een grote gootsteen.of hoe ze zo n ding noemen, nee geen vaatwasmachine. Die was niet bij de begroting opgenomen. Wel een aardappelschilmachine. Op de Wilhelmina moesten we met de halve klas elke ochtend een paar mud aardappels schillen. Dat was ook altijd wel leuk, dan stonden we in een kring in het midden stond een pan water, je kon er een kleuterklas in verzuipen, en de aardappels lagen in een grote cirkel voor onze voeten. Wij stonden dus staande te schillen, en plonsden elke geschilde aardappel in de pan, maar wel op zo n manier, dat het schilvolk tegenover ons wel nat werd. Aan de overkant deden ze ook dapper hun best. En dan moest je weer bukken voor de volgende aardappel. Tegenwoordig zou dat 1 Kilometerraai 2 Schip zonder voortstuwings motor. 3 Zo wordt op elk schip de kapitein genoemd door de bemanning. 10

11 niet meer mogen van de arbo dienst, maar toen wisten we niet beter. Maar goed op de nieuwe school was een schilmachine. Wij hoefden er alleen maar de pitten uit te halen, en dan niet met zoveel volk meer als vroeger, want die werden ingezet om schoon te maken. Jazeker, wij maakten daar alles zelf schoon. De dagindeling was als volgt: Opstaan en je eigen wassen en aankleden, en je eigen bed opmaken. Appèl, en dan werd gecontroleerd of je schoenen wel goed gepoetst waren en of je handen en nagels schoon waren. Dan werd er een half uurtje schoongemaakt. Ieder had een eigen taak, die wekelijks rouleerde. Daarna was het ontbijt. Na het ontbijt, werd er door de tafelzeuntjes afgewassen, de rest kon een sjekkie roken, en een luchtje happen. De klas in en halverwege de ochtend een pauze voor een sjekkie en een luchtje happen. Middagmaal, en weer de tafelzeuntje die de klos waren. Na de middagpauze, weer de klas in en uiteraard weer een pauze halverwege de middag. Na de middag hadden we s avonds de broodmaaltijd, met dank aan de tafelzeuntjes, en weer een luchthap pauze. Daarna was het vaak s avonds leren of zoals ik al gemeld heb 1 avond in de week zwemmen. Er bleef uiteraard tijd zat over om te recreëren of tv te kijken, of wat dan ook te doen. En nu moet u niet denken dat wij ons in de luchthap pauzes verveelden, want dan werden er repetities besproken, en andere flauwekul uitgehaald, eigenlijk kwamen we pauzes tekort. Zo ongeveer zag de dag eruit. Zo doende begonnen wij al met het verhuizen te helpen en het inrichten van de de nieuwe school. Zo waren wij bezig allemaal nieuwe bedden te plaatsen op de slaapzalen, en door de school heen diverse soorten meubilair te plaatsen, het verhuisbedrijf en de leveranciers hadden een makkie. Zo snel waren ze nog nooit uitgeladen geweest. Misschien was dit wel een oorzaak dat ik het eindexamen niet haalde, en misschien waren er wel andere oorzaken???? Ik denk het laatste, want ik zat nog wel eens niet op te letten, maar ander kattenkwaad uit te halen. Maar goed ik heb ook nog een schooljaar op dit nieuwe internaat mogen vertoeven en het jaar erop slaagde ik wel voor mijn examen, en toen ben ik aangenomen bij van Ommeren, een grote tankrederij waar ik in de vakanties al vakantie werk gedaan had. 11

12 Hoofdstuk 4. Van Ommeren en verder. Bij van Ommeren begon ik als lima III ( lichtmatroos 3), ik vond dat wel wat, lichtmatroos, maar op de vloot was het heel oneerbiedig: scheepsjongen,ik vond dat ik niet in de tijd van Bontekoe leefde en ik volharde erin door te zeggen dat ik lichtmatroos!! was. Ik werd geplaatst op het sleepschip Brittannia, 2079 ton 99,98 meter lang en 11,98 meter breed, de diepgang weet ik niet meer maar die vult u zelf maar in. Dit schip werd gesleept door de MABI 15 waarbij mabi een afkorting is van : maatschappij binnenvaart, waar van Ommeren ook weer voor meer als 50 % in zat geloof ik. Het meest deden wij reizen van Antwerpen naar Gent. Laden in Antwerpen en dan over de Westerschelde naar Terneuzen, daar naar binnen schutten en over het kanaal naar Gent. Het ene weekeinde lagen we in Antwerpen en het andere in Gent. Ik moest de eerste keer aan boord komen in Gent. Dat was een hele reis. Na mijn indiensttreding werden wij van de westerlaan (waar het hoofdkantoor was) naar de Omnia gestuurd, deze lag (want het was een drijven havenkantoor, ik geloof dat het tegenwoordig ergens in het buitenland dienst doet als bordeel) in Rotterdam zuid, ter hoogte van het NS station Rotterdam Zuid. Wij hadden bij indiensttreding een blauw boekje gekregen met vele wetenswaardigheden over van Ommeren. Hierin stonden alle adressen van de bijkantoren in Nederland alsmede ook in het buitenland. Ook stonden er reisgegevens in hoe men ergens moest komen, naar de BASF in Ludwigshafen in Duitsland bijvoorbeeld. Zo stond er ook in hoe ik naar de Shell in Gent moest reizen. Met de trein naar Antwerpen. Loop naar de pres. Rooseveltplaats en neem daar bus 55 naar de goede vrijdagmarkt in Gent. Op de goede vrijdagmarkt overstappen op stadslijn 9 en bij de Shell uitstappen. Rest lopen. Dat rest lopen dat waren de meest gehate regels uit dat boekje, soms stond er zelfs c.a. 45 minuten lopen. Ik dus naar Gent, dat boekje dat klopte heel goed, al moet u mij niet vangen op de lijn nummers want dit komt ergens diep uit mijn herinnering. Alleen stond er na Rest lopen niet bij welke richting er dan maar gekozen moest worden. Goed er was wel een portier bij de Shell, dus daar maar de weg gevraagd naar de Brittannia. Dat viel allemaal wel mee in afstand, al moet u wel bedenken dat ik daar met een koffer met kleren liep te zeulen. Maar goed tegen de middag was ik aan boord, het schip lag te lossen met stoom pompen. Voor mij iets onvoorstelbaars, want op de binnenvaartschool hadden wij hoofdzakelijk geleerd hoe men droge ladingschepen behandelt, maar geen tankschepen. In de vakantie had ik al wel wat ervaring opgedaan, maar dat was op een motorschip, dat gasolie vervoerde. Dit schip vervoerde crude en dat is ruwe olie, waar alles nog uitgehaald moest worden. Crude is meestal warm als het moeder aarde in Irak of Iran, of ergens anders verlaat. Als het dan in het koude Europa aankomt dan begint het te stollen. Daar heeft men het volgende op gevonden, men laat door de ladingtanks een stoomspiraal lopen, daar word dan hete stoom doorgevoerd en de lading wordt vanzelf warm. Wat ligt er dan meer voor de hand om de pompen dan ook maar op stoom te laten gaan. Dus lag de Brittannia onder stoom zoals dat heet, en was aan het lossen. Ik werd welkom aan boord geheten, en men wees mij de weg naar het vooronder. In het vooronder stond een tafel een stuk of 4 stoelen er omheen en een oliestook fornuis. 12

13 Er was ook een klein aanrecht, waar geen kraan doch een heuse ouderwetse waterpomp geplaatst was. Als het fornuis brandde, stond het de hele dag op stand 2. Nu was hij uit vanwege de veiligheidsvoorschriften. Tijdens laden, lossen en ontgassen is het gebruik van open vuur of licht ten strengste verboden. Ook stond er de hele dag een ketel water op de rand van het fornuis. Als we koffie wilden zetten dan werd de ketel naar het midden boven de vlam geplaatst en dan maar hopen dat het water een keer ging koken. Koffie zetten was trouwens geen sinecure anno Want gemalen koffie zoals nu werd er bijna niet verkocht. Dat betekende dat we dat zelf moesten malen. Hoor ik daar iemand zeggen, daar had je dan toch wel een elektrische koffiemolen voor, nou niet dus, er was wel elektra, maar dat was 24 volt, dus gelukkig wel moderne verlichting. Nee koffie werd gemalen in de ouderwetse wandkoffiemolen van een bekend merk, zo n molen waar een glazen opvangbakje onder zat, ik bedoel zat want op de meest schepen was ie gesneuveld, maar inventief als men dan is knutselde men er zelf eentje in elkaar, van een leeg groente blikje. Deze werden dan wel wat groter, maar dat was dan alleen maar handiger. Nadat de koffie gemalen was, en het water kookte moest er nog koffie van gemaakt worden, dat ging heel simpel: men neme 1 glazen opvangbakje vol met vers gemalen koffie. Dit pleurt men zo in de koffiepot. Kokend water erop gieten en klaar is de koffie. Tijdens het in kopjes schenken, dient men wel een theezeefje tussen de schenktuit en het kopje te houden, daar men anders koffie heeft waar men op kan kauwen. Handig hè zo n theezeefje voor de koffie? Maar goed dit even terzijde, in de hoek van het vooronder was een trapgat met u raad het al een trap naar beneden, naar onder de waterspiegel. Tenminste als het schip beladen was. Daar had men de slaapruimte van de (licht)matrozen. Eenvoudige kooien 2 X 2 stuks en een kast waar de kleding in opgeruimd kon worden. Vrij Spartaans dus, maar ik zou het niet hebben willen missen, toen wel, want toen dacht ik er anders over. Na het omkleden naar dek en je eigen melden bij de bootsman. Dat was moeilijk die allereerste keer want hij was niet te vinden, de eerste man die het schip aan het lossen was - een Hongaar - die vertelde dat de staf in de kroeg zat. Dat was een kroegje op ongeveer 200 meter van het schip en heette: Café de Ooievaar, bij Lieske. Ik vol goede moed naar de kroeg, het was toch wel avontuurlijk, zo in de kroeg je werkgevers op te zoeken. De eerste die ik daar ontmoette was Lieske, mens wat was die lelijk, en daarbij ook nog zo scheel als wat; Als die huilde dan liepen de tranen over haar rug. Ik wist niet wie ik hebben moest, maar na een beetje heen en weer gevraag heb ik ze toch gevonden. De persoon die nog het meest nuchter was, dat was de stuurman. De schipper was ook aanwezig. Op de motorschepen was het kapitein en op de sleepschepen heette het gewoon schipper. Na een pilsje werd mij verteld van het werk dat er gebeuren moest. En dat ben ik toen maar gaan doen, en later meehelpen met leegmaken, en afkoppelen. Wij hadden daar een Hongaarse matroos aan boord, André heette hij, en hij sprak een eigen taaltje Nederlands. Zo moest ik de eerste keer meelopen om met hem de tanks op te meten, dat deed en ik geloof dat men dat nu ook nog wel doet, door het kijkpoortje. En dan las hij de standen op ik moest het noteren op een briefje. Akt en taktuk, vijf en nekentuk, zwei en nekentuk, hoenderd en drei, en daar moest ik dan maar weer de goede standen uitzien te halen. Op een avond komt André bij ons zegt: Jij moet baai de skiepper komen,waant die heeft lekkere olieballetjes gebakken. Wat bleek, de schipper had oliebollen gebakken. Als je tijdens een reis de grens bij Zelzate passeerde dan moest je ook altijd even langs het Belgische douane kantoor. Daar vertelde je de ambtenaar waar je vandaan kwam waar je 13

14 heen ging of je geladen dan wel leeg was,hoeveel gasolie er nog aan boord en de naam van de schipper. Ik ging dus aan de wal en ging richting douane kantoor. Daar aangekomen was er bijna niemand te vinden, op de kuisvrouw na, en die vertelde mij dat ik maar eens in de belendende kroeg er nevens moest gaan kijken. En ja hoor daar zaten ze, een heel rijtje douaniers, allen met een grote pils voor hun op de bar. Ik begon de eerste de beste die tegen kwam te vertellen waar wij vandaan kwamen, dat we leeg waren, de lengte en breedte van het schip, en de naam van de schipper, afijn het gehele ritueel. De man neemt een grote slok bier, kijkt mij aan en zegt: ik heb geen dienst gij moet bij den Jean zijn. Hij wees ergens naar achteren en daar moest ik het spelletje wie van de 12 spelen, en bij de tweede gok zat ik al goed. Ik vertelde weer het gehele verhaal en hij laat mij heel beleeft uit praten en zegt: dat moet ik even opschrijven, wil de gij dat nog even herhalen. Hij pakt een bierviltje en terwijl ik voor de derde keer mijn verhaal doe, schrijft hij de grenspassagepapieren op een bierviltje. Zo passeerde je in 1968 de grens van Nederland België. Dit voorval speelde zich s avonds af, maar overdag werd er meer in de kroeg dan in het douanekantoor gehandeld. Ook wel leuk om te vertellen is dat ik dan met de zwierboom aan de wal werd gezet.een zwierboom is een lange ca. 9 à 10 meter paal die op het voor schip zijn bevestigd. De liggende paal is met een scharnierpunt aan een staande paal vastgemaakt. De staande ofwel verticale paal is niet zo lang maar max. 2 meter. En daar zat weer een schoordraad aan want anders zou de zwierboom overboord vallen door zijn lengte en gewicht. Zwierboom zij aanzicht Zwierboom bovenaanzicht Op een keer, vlak voordat wij leeg waren moesten de matroos en ik naar de kroeg komen, kregen we eerst een pils van het huis en daarna mochten wij de helft van het inventaris naar boord sjouwen. Wij begrepen er niets van, 10 tafeltjes en 40 stoelen naar boord brengen, waar dat nou weer goed voor was??? Nadat wij leeg waren werd het kantoor van de schipper verplaatst naar boord, dus konden we gaan varen. De volgende dag begreep ik waarom wij een lading tafeltjes en stoeltjes hadden, wij moesten die netjes schuren evt. afkrabben en daarna in de vernis zetten. Ja zo kan dat ook en op de terugweg kon het dan mooi drogen en 2 dagen later stond het hele spul te blinken bij Lieske, waar wij dan weer een pot bier kregen van het huis. En na deze pot bier moesten wij de andere helft van het meubilair weer meenemen om dat te vernissen. Hoezo misbruik van de baas zijn spullen?? Het mes sneed aan 2 kanten, wij sloegen een jaartje over met vernissen en je hield zo een aardig abonnement op de kroeg. Want verf kregen we in die jaren niet per bus, maar eigenlijk per kubieke meter. Er was nog nooit iemand geweest die het nodig vond om uit te rekenen wat er nu werkelijk aan verf en gerei nodig was, zoals tegenwoordig wel het geval is. Ik kan me nog herinneren dat we met een aantal scheepsjongens over waren en dan moesten we allerlei klussen doen aan de lege duwbakken die aan de merode geankerd lagen. Op een vrijdag zei er iemand van het haven kantoor jongens jullie gaan bak zoveel even schilderen. Hier staat de verf, en als die op is mogen jullie met weekend. Het was zoveel verf dat je de Karel Doorman er ruimschoots twee keer van in de lak had kunnen zetten, maar dat mocht de pret niet drukken. 14

15 Omdat wij niet alleen de verantwoording konden dragen werd er een stuurman mee gestuurd die er ook niet al te veel zin in had. Toen we aan boord van de bak waren gebracht met onze eigen privé spido en de verf aan dek stond, en wij de spido stonden na te kijken, werd er gezegd dat we vroeg met weekend zouden gaan, maar ik had daar een hard hoofd in gezien de hoeveelheid verf die wij meegekregen hadden. Toen de spido uit het zicht was werd er door de stuurman eerst een aantal bussen verf overboord gekieperd Die hebben we toch niet nodig. Werd er gezegd en aan het milieu werd toen al helemaal niet gedacht. Goed toen moesten wij de laad en los leiding verven. Zo knul sprak hij tot mij ga maar een een schone luiwagen opsnorren. Ik dacht eerst nog dat we gingen dekboenen zoals dat hoorde voordat je gaat verven, maar nee hij had andere plannen. Hij had zich al voorbereid door de bussen open te maken. Zo nu krijg jij een cursus snelschilderen. Zei hij. Loop maar achter mij aan. Het was de bedoeling dat hij voorzichtig de verf op de leiding goot en dat ik met mijn reuzenkwast (de luiwagen) de boel uitsmeerde. Zo zijn we vandaag mooi vroeg thuis. Zei hij. Inderdaad omstreeks het middaguur stond alles in de verf en van een afstand zag het er ook heel mooi uit, maar als je binnen een straal van 50 meter kwam dan was het al minder. Inderdaad gingen wij dus ook na de middag lekker vroeg naar huis. Naar ik later gehoord heb heeft deze stuurman er wel een douw voor gehad, want na twee weken was de verf nog steeds niet droog. Dat was dus het nadeel van zoveel ongecontroleerde verf aan boord. Op de Brittannia heb ik maar een half jaar gevaren daarna moest ik naar de motorschepen. Ik zou deze tijd op de Brittannia, niet hebben willen missen want hier was het schippersvak nog echt puur, met 4 of 5 sleepschepen te berg achter een grote sleepboot. Ik heb bij dit soort werkzaamheden ook nog gebritteld. Met 4 sleepschepen te daal, ik had het niet willen missen. En als we dan tijdens vliegende stroom op de westerschelde de haven van Hansweert in moesten dan was het all hands in de stuurhut en met 4!! man stonden we dan op aanwijzing van de schipper aan het haspel te draaien als bezetene. Maar het ging altijd goed, al was het leven wel erg spartaans op de sleepschepen in vergelijk tot de motorschepen. Na de Brittannia werd ik overgeplaatst op de Isaria en daar zat op als kapitein Herman Joosten (later heeft hij tot aan zijn pensioen op de Henri Dunant gevaren als gezagvoerder) en in deze tijd ging het goed want deze man had tijd om de jongens het vak te leren. Wij werden dus een beetje opgevoed door de kapitein. Helaas Joosten ging naar de Libia een nieuwbouwschip, de eerste van een nieuwe serie, en wij kregen een afloskapitein die ik maar niet bij naam zal noemen omdat ik daar nu nog een gore smaak van in mijn mond krijg. Na een paar lullige conflicten werd ik van boord getrapt. Hij was niet zo bijdehand met zijn mond als ik, maar op het kantoor daar geloofde men toen altijd de kapitein, wij dekhengsten kregen geen tijd voor verweer, en werden zonder meer overgeplaatst. Nu ik het net heb gehad over het milieu, dat was inderdaad vroeger niet zo belangrijk. Wij hadden in Mannheim 1400 ton super benzine gelost en moesten leeg te berg naar Straatsburg, om daar gasolie te laden. Maar dan moet wel de restlading zijn verwijderd en het schip zijn ontgast. Dus toen moesten de leidingen afgetapt worden. Ga jij maar een paar grote wasketels halen zei men tegen mij. En met een slang werd hier in de leiding afgetapt en ik kon het zo over boord gooien. Ik denk dat ik in totaal tussen de 250 en 350 liter heb weg gegooid. En tijdens de vaart gingen we de boel ontgassen, dus kachels uit, en aan het milieu dacht toen niemand. Ik vroeg toen we aan de stuurman of dat geen kwaad kon, al die benzine in het water, en deze antwoordde: Helemaal niet dat verdampt gelijk weer. Als ik daar nu nog aan terug denk en niet alleen vanwege het milieu maar vanwege de torenhoge brandstofprijzen, van tegenwoordig. Ik had geluk ik kwam op de Ionia bij Ome Gerrit Kreuze. Het leuke van de ionia was dat deze veel reizen op de boven rijn deed en vaak ook bijzondere reizen, zoals de zijrivieren op naar Stuttgart of de main op naar Grosknotzenburg. 15

16 Ik begon daar als scheepsjongen, mijn scheepsjongenstijd begon wel gevaarlijk lang te duren, want andere collega s waren inmiddels al matroos en ik nog niet, zal wel aan mijn bijdehandigheid gelegen hebben op de Isaria, bij Bertus Appeldoorn, zo nou is het er maar uit ook, de voorvallen zullen inmiddels wel verjaard zijn. Bij ome Gerrit was het wel hard werken, maar er werd wel het een en ander geleerd. Hij was de eerste kapitein waar ik tijdens het varen (na 18:00 uur) de gelegenheid kreeg om mijn matrozenlessen te maken. Dat vond ik nou niet zo leuk maar het moest wel gebeuren. Toen ik daar een tijdje aan boord zat kwam er zo n figuur van het koninklijk onderwijsfonds v/d scheepvaart bij mij thuis en die vroeg mij naar mijn werkboekje, en waarom ik die niet invulde? Ik antwoordde dat ik dat flauwekul vond, maar zo waren we niet getrouwd vond hij, ik wist niet eens dat we getrouwd waren, maar dat deed niet ter zake. Ik diende dan toch maar eens aan de slag te gaan om een ingevuld werkboekje te krijgen. Dat heb ik toen maar gedaan, met als gevolg dat de eerste 2 jaar alles en alle reizen en werkzaamheden zijn verzonnen. Je zou het zo een plaats kunnen geven tussen de verzamelde sprookjes van de gebroeders Grimm. Voor mensen die het interessant vinden dit zijn enige overblijfsels van mij die herinneren aan mijn opleiding, en ik bewaar ze dan ook als heilige relikwieën. Met de Ionia voeren we veel van Straatburg naar Ludwigshafen met stookolie. Die was dan voor de kraftwerk mitte, bij de BASF. Dat is een fabriek die is ongeveer zo groot als heel Deventer, en toen werkten er plusminus mensen. Deze mensen wilden met hun elektra dus niet afhankelijk zijn van de gemeente en hadden zelf een aantal centrales waaronder kraftwerk mitte, die gestookt werden met stookolie. En dat ging dag en nacht door. Niet alleen met ons schip, nee er voeren er wel een stuk of 6 onder contract. Vooral s nachts was het spannend daar dan zag je de kleur van de rijn elk uur zo ongeveer veranderen, van naturel, tot diep aubergine rood. Van glazig groen tot royal bleu. En het gebeurde dan ook regelmatig dat we alarm kregen in de machinekamer, tijdens het lossen, omdat de koelwatertemperatuur te hoog was geworden. Dan zat de wierbak weer verstopt met een of ander smerig kleverig goedje. Wat ze daar niet meer nodig hadden en dus maar in de rivier pompten, weg is weg tenslotte. Op een van de eerste reizen naar Grosknotzenburg a/d main liepen mijn maatje en ik zei de gek, daar aan de wal zo maar een beetje rond te struinen, toen we op de afval plaats van een speelgoed fabriek terechtkwamen. Daar lag werkelijk van alles wat afgekeurd was: armloze barbie poppen, gedeukte speelgoed auto s en nog veel meer, maar ook kubieke meters afgekeurde tennisballen. Deze hadden geen velletje maar het was kaal zwart rubber. FEEST. Allemachtig wat hebben we toen gegooid. Wasteilen vol hebben we meegenomen naar boord. Alleen deze balletjes lagen er al een tijdje. En als tennisballetjes een tijdje liggen dan gaan ze zwart afgeven, maar dat mocht de pret niet drukken. We hadden tenslotte water en zeep om onze handen schoon te maken. Hele gevechten als waren wij 17 de eeuwse koopvaarders, deden wij met de collega s van andere schepen. En er was een keer dat de scheepsjongen (oja ik was inmiddels matroos geworden na het invullen van de sprookjesboeken.) een particulier scheepje begon te bekogelen, ik meen me te herinneren dat de schipper dingen zei die hem niet aanstonden. En wij maar dapper meegooien natuurlijk want dit had effect, de vrouw had nl. de witte lakens op de waslijn boven de luiken hangen, binnen de kortste keren waren de schone lakens gespikkeld, en wij hadden toch een schik. De schipper zwaaide nog vriendelijk met zijn vuist en zei dat we er nog van zouden horen. Dat klopte een tijdje later kregen we de rekening aan boord, of de daders die maar even wilde betalen.dat hebben we dan ook gedaan, maar we hebben er wel veel schik om gehad. Een ander voorval dat de was van de buren verpest werd, was op de neckar, met de sicilia. Het was op een zondag middag ergens in het gebergte en heel mooi weer. Wij waren op weg naar Stuttgart, met stookolie die we zelf moesten warmstoken. Maar op de neckar werd zondags na de middag niet meer geschut, en was het dus erg vroeg feierabend. 16

17 De matroos moest van mij de stoomketel leren en had daar mooi de tijd voor, op een door de weekse zondagmiddag. Wij lagen opzij van een vrachtschip waar de vrouw de was van buiten had hangen op het voorschip. De Clayton van ons die stond bij ons ook op het voorschip, maar dat kon allemaal niet fout. Die ouwe en ik zitten lekker achter op een pilsje te drinken en ons matroosje is plots verdwenen, maar daar sloegen wij geen acht op, die ging natuurlijk de stoomkraantjes controleren. Ja dat deed hij ook, maar opeens hoorden wij een geblaas van het dek komen als of er een stoomleiding lek was. Wat is dat nu weer zeiden wij tegen elkaar, en gingen toen maar even aan dek kijken. Wat bleek hij dacht, het is nu toch mooi rustig weer ik kan wel even roet blazen. Roet blazen deden we als er heel lang gestoomd was en de uitlaat van de stoomketel eventjes schoongemaakt moest worden. Er werd dus in volle glorie stoom door de uitlaat geblazen wat een lawaai en nog veel meer troep opleverde, met als gevolg dat de schone was van de buren echt helemaal naar zijn moer was. Want de roet dwarrelde loodrecht naar beneden, beide schepen onder de roet. Zoiets doet men altijd als de wind gunstig is, dat was ie dus niet deze keer. Wij hebben een schade formulier ingevuld en de verzekering van de rederij heeft alles keurig netjes geregeld. Maar terug naar de ionia, op een keer hadden wij een aantal reizen te doen van Speyer naar Ludwigshafen, elke dag een reis. Als wij geladen hadden s middags dan waren we zo rond het eind van de middag klaar en kregen we de eerste uren geen papieren meer. Dus dan verhaalden wij het schip zo dat we aan de andere kant van de haven gingen liggen. En elke keer weer zagen we daar een fiets staan. Als die er morgen nog staat zei de bootsman dan is ie voor ons, dat is makkelijk met het boodschappen doen. En ja hoor de volgende dag stond die fiets er nog, niemand te zien en de fiets was foetsie. Die werd gelijk naar de machinekamer getransporteerd en over geschilderd zo dat hij voor een evt. eigenaar niet meer herkenbaar zou zijn. Ik zei nog als ie nou van iemand is of zo... Dat was niet belangrijk zei de bootsman, in hebben ze meer fietsen gejat dan jij en ik in ons leven zullen doen. De volgende dag waren we weer terug in Speyer en na het laden komt de havenmeester aan dek om de gebruikelijke papieren in te vullen. En daar begint de goede te vertellen wat hem gisteren was overkomen. De hele week was hij ipv met de auto nu met de fiets gekomen, en had hem daar en daar geparkeerd, de bootsman en ik werden wat witjes en kregen wat last van kriebelhoest en verlieten daarom de stuurhut. Ja u voelt hem al aankomen wij hadden de fiets van de haven meester gejat. Die ouwe gaf ons later op onze donder en zei dat wij hem de kastanjes niet uit het vuur moesten laten halen, want hij kon bijkans ook niet meer. Wij hebben nog tijden plezier gehad van deze fiets. 17

18 HOOFDSTUK 5 Tijdens een reis van Lingen naar Stuttgart hebben wij tijdens de bergvaart eens een jachtje opgepikt. Wij voeren toen te berg bij Dormagen en waren aan het dekboenen met opstaande kantjes, toen die ouwe, onze stuurman, Jan Koote, riep. Jan komt even later aan dek en zegt: Dat jachtje dat vraagt om een lift,en die ouwe zegt dat we die maar moeten geven want die vent vaart levensgevaarlijk. Die ouwe had er ook bij gezegd: Jan zeg ze maar dat het flink laat kan worden vanavond want ik wil overmorgen in Mannheim zijn. Wij naar dat bootje toe, wat een mens onterende toestanden waren dat ze hadden geen gas meer om het bootje warm te stoken, ze waren met 3 kinderen aan boord en hadden het dus koud, bar koud! Maar goed wij hebben eerst een lange draad gegeven en ze op sleeptouw genomen met de instructie dat het wel eens laat kon worden, maar dat maakte Heinz (zo heette hij bleek later) niets uit. Wij vroegen waar hij heen moest, want wij moesten hem wel op tijd los maken natuurlijk. Wir fahren nach Stuttgart. Was het antwoord, Jan en mijn klep zakte open tot aan de bolder. Jezus Jan, daar hebben we van de week nog wel plezier van. En dat bleek. Toen we voor anker gingen, moest de draad ingekort worden en wij moesten er op toe zien dat ook de juiste verlichting getoond werd, toen ome Gerrit riep: Jongens vraag eens even of ze een bakkie koffie of thee willen. Dat was weer onze ouwe altijd en overal sociaal. Ja dat wilden ze wel, en toen moest dat hele spul bij ons aan boord komen. Nou toen hoorden we een verhaal waar we tranen van in de ogen kregen. Niet van het lachen eerder van het huilen. Hij had dat jachtje ergens in Hamburg gekocht en hij zou dat met een aan drank verslaafd maatje wel even in 3 dagen over de kanalen en de Rijn van Hamburg naar Stuttgart varen. Na twee dagen kwamen ze voor een sluis en de maat die wel kon varen was inmiddels laveloos, en hij wist niet wat te doen. Hij heeft ruim anderhalf uur rondjes gevaren voor de sluis want hij dorst niet aan te meren. Hoe die dat bootje dan wel voor de wal kreeg weet ik niet meer, maar hij is aan de wal gekomen. Hij heeft ten einde raad maar zijn vrouw opgebeld en laten komen met de kinderen, en zijn maatje heeft hij een rotschop en een fles bier gegeven. Hij was inmiddels al anderhalve week onderweg, dus van die drie dagen bleef niet veel meer over. Onze ouwe rekende hem voor dat we minstens nog wel een week nodig zouden hebben naar Stuttgart. Dat maakte allemaal niets uit als hij er maar heelhuids kwam, hij had al genoeg meegemaakt, de afgelopen dagen. Werken daar deed hij niet aan hij had een soort uitkering of zo. Wij hadden inmiddels een lekker bakkie thee gedronken, het was al laat, zo rond 23:30 want wij waren zo rond 23:00 uur voor anker gegaan. Wij leverden de thee en Heinz leverde uit de overgebleven drankvoorraad van zijn maatje de rum. Die werd in dank afgenomen. Nu naar bed. Zei die ouwe want morgen is het weer vroeg dag. Om vijf uur was het weer ankerop. Zo hebben we geprobeerd in Koblenz bij een bunkerstation een paar flessen gas te kopen, maar die hadden de goede niet dus moest Heinz nog maar een beetje in kou zitten pionieren.verder ging het wel goed tot aan de Neckar spitz daar hebben we hem op een kort kruisdraadje achter ons vast gemaakt. Die ouwe had Jan instructies gegeven hoe dat Heinz het moest doen in de sluis, want als je door een schip van 80 meter wordt getrokken kon er van alles misgaan. De orders waren duidelijk Jan zei tegen Heinz: Nur der motor auf halbe starke hinteraus drehen lassen. En Jan bleef in de eerste sluis erop toezien dat dit ook gebeurde. Zodat Heinz als een volwaardig gezagvoerder aan het haspel(tje) stond. Ik regelde in die tijd als matroos alles achterop, maar deze eerste sluis moest ik voorop en de scheepsjongen achterop. Perfect sluisje gevaren, en we kwamen inmiddels bij de volgende sluis en Captain iglo zou het zelf wel regelen, wij waren zo halverwege binnen, toen ik me daar een spektakel en een kabaal van dat bootje hoorde komen. Heinz huilen en in paniek aan dek en wat had hij in zijn hand??? De manoevreerhandle. Die was glorieus afgebroken. En ik rollebolde aan het dek van het lachen, want dit kon er ook nog wel bij. Anton de scheepsjongen (een Groninger crimineeltje) die ging als een speer naar Heinz en regelde alsnog dat er geen ongelukken gebeurden, en die ouwe van ons zei: wat een 18

19 klootvogel is die kerel met dat bootje, en we hebben pas de tweede sluis, en nog zo n 16 sluizen te gaan. Inmiddels was het avond en Anton had een nood reparatie uitgevoerd bij Heinz en dat moest gevierd worden, met de schier onuitputtelijke rumvoorraden van zijn jacht. Ik zei dat Heinz beter gas had kunnen kopen ipv rum maar dat was een verkeerde opmerking. Het was een mooie rustige nazomernacht de maan die fonkelde de sterren die twinkelden en wat kon ons nou gebeuren. Niks toch? Verkeerd gedacht. De volgende dag alles ging zijn gangetje de noodreparatie was goed gedaan door Anton, en voor we het wisten fonkelde de maan weer enz. Wij zaten nog aan een pilsje in de stuurhut, toen er plots een heldere klap weerklonk en gelijk daar achter een geweldig paniekerig rumoer en geschreeuw op het jacht, van Heinz. Weg sprookjesavond, we zaten weer midden in werkelijkheid. Er was in ieder geval geen bus gas ontploft. Een accu, ja die kunnen ook knallen. Dus geen verlichting meer bij der Heinz, dat was dus met een looplamp een ankerlichtje creëren bij hen aan boord. En voor Heinz vroeg onder de wol, al vroeg ik me af of dit wel verstandig was, hij had al drie kinderen. De oorzaak van de plof was onbekend, maar ja het bootje was eigenlijk wel heel goedkoop geweest in verhouding van wat de werkelijke prijs was. We waren bijna in Stuttgart, en Heinz was zo blij dat hij thuis was, dat de gehele bemanning bij hem thuis werd uitgenodigd. Deze invitatie namen we maar wat graag aan.hij diende de laatste sluis zelf te varen, maar dat was na zo n gedegen opleiding geen probleem. Inmiddels hadden wij in Stuttgart de aflossing aan boord gekregen, ome Gerrit en Anton gingen naar huis, en Gerrit Heij kwam aan boord, en Jan werd dan de Kapitein. En zo ging dat in die dagen, die ene week voeren wij met zijn drieën. Wat wil je,als de stookolie 13 dagen in de kou in de tanks heeft gezeten, en zo dik is dat er een bout op bleef drijven. Dus, eerst moest er gestoomd worden, wij hadden geen clayton op de ionia, dus dat kon alleen maar met stoom van de wal. Maar goed wij waren toch bijtijds leeg en werden opgehaald door Heinz in zijn busje. Hij reed net zo onbenullig en gevaarlijk als dat hij met zijn bootje voer, wij hebben doodsangsten uitgestaan, aan de kant vluchtende fietsers en voetgangers, en zeer veel automobilisten die naar hun voorhoofdwezen, en een onverstoorbare Heinz die aan een stuk door bleef vertellen. En passant vertelde hij onder het rijden, dat de laatste sluis prima was gegaan, alleen zijn vrouw was overboord gevallen in de sluis, die zou met het trapje in de sluismuur omhoog maar met haar ene voet op het trapje en de andere aan boord en weinig durf om de stap te zetten ging het bootje steeds verder van de muur weg zodat zij met een elegante spagaat in de sluis donderde. Het was heel mooi om te zien zei Heinz. Haar rokken bolden op en dat was zo n mooi gezicht. De kindertjes waren natuurlijk in alle staten, want die waanden zich al half wees. Maar ja naar Keulen gaan is niks men dient ook nog terug te keren. Na een hoop gelazer was moeder dan eindelijk op het droge. Maar van verkoop van de boot wilde hij niets weten. We hebben die avond spelletjes gedaan een biertje gedronken en zijn flatje bekeken. Hij was er beretrots op. Als je de naam van Neckermann alleen al fluisterde zou de hele tent leeg lopen, want hij had letterlijk alles op afbetaling en was er nog trots op ook. Tot zover het verhaal met Heinz. De volgende dag zijn we te daal gegaan. Wij hadden een spelletje bedacht; je liet je draadje op de bovenste bolder staan dus niet mee naar beneden verzetten, tijdens het af schutten. En bij het uitvaren moest je hem in een keer los gooien. Lukte dat niet dan was dat per gooi een pilsje voor de anderen.ik ben tijdens die reis bijna failliet gegaan. Als wij op de bovenrijn voeren, leeg van Ludwigshafen naar Straatsburg bijvoorbeeld, dan was het altijd een sport om zo veel mogelijk snelheid te maken. En wij konden onze Stork Heschelman dan ook echt wel wat opvoeren. Toen hadden we nog langzaamlopende direct omkeerbare motoren, tegenwoordig is dat met die moderne schreeuwlelijken niet meer te doen, je komt nergens meer bij. Heeft u wel eens van een tornijzer gehoord? Nee, nou dat komt dan mooi uit dan kan ik dat meteen even uitleggen. Een tornijzer is een stang van ruim 1 meter lang, en ongeveer 4 cm in doorsnee en in gewicht ongeveer 20 à 25 kilo zwaar, dat 19

20 is een tornijzer. Goed, wat deden wij daarmee? Nou heel simpel tornen. Maar nu weet u nog niet wat dat is. Tornen van een motor deden wij altijd als de motor een nacht of langere tijd stil had gestaan. Want mocht er dan overdag tijdens de vaart een scheurtje in de cilinder gekomen zijn, dan zou het koelwater in de cilinder kunnen druppelen. Zou je dan de volgende morgen de motor starten, dan vlogen de kleppen je om de oren, omdat lucht nu eenmaal samenpersbaar is en water nu eenmaal niet. Om te tornen werden aan de achterkant van de motor de decompressie kranen opengedraaid, en dan kon het tornen beginnen. Dan stak je het tornijzer in een van de gaten die voor dat doel in het vliegwiel waren gemaakt, en dan draaide je de motor een aantal slagen rond. Door de openstaande compressiekranen liep dan de lucht weg en evt. koelwater wat er niet hoorde kwam daardoor dan naar buiten. Was het inderdaad zo dat er dus water meekwam dan betekende dat, dat er niet gestart kon worden, maar dan moest er gerepareerd worden. Als laatste, dan werden de kraantjes gesloten en kon men de motor starten. Dat was het officiële gedeelte. Minder officieel werd hij ook gebruikt om te leggen, tijdens de vaart, op de brandstof stangetjes, zodat er een ietsepietsie meer diesel werd ingespoten, en u raadt het al: meer toeren, dus sneller!! Nu maakte deze motor 360 toeren/per min. Op de schroef, en als wij dan het tornijzer met een flinke klap plaatsten, dan werden het er wel 365 toeren/min. Dat was altijd Nog 1 à 1 ½ km per uur. En als je zes uur te varen hebt scheelt dat al gauw 1 ½ à 2 uur. Dus dat was het eerste verdiend. Maar je blokkeerde wel voor een deel de regulateur. Van uit de stuurhut kon je hem met de regulateur er wel van af gooien, maar dan moest je de regulateur in eens met een ruk naar boven halen, dan hoorde je even later een klap en dan lag het tornijzer op de plaat, en wist je: truc gelukt. Maar ging je wat langzaam vaart minderen omdat er een ander voorbij moest, er zijn er bij die altijd harder gaan, dan wilde de boel nog wel eens blokkeren, en moest deze of gene even een sprintje trekken de machinekamer in. Ook moest je niet vergeten het tornijzer uit het vliegwiel te halen, na het tornen. Want dan blokkeerde het tornijzer het starten van de motor, na eerst met een oerknal op de plaat tot stilstand te zijn gekomen.dan had je dus problemen. Wanneer je op stroom (de rivier dus) lag dan moest je voor het tornen een aanvang nam eerst de schroef uitschakelen, want de stroom was sterker dan jij met je tornijzer. Maar daar hadden wij het volgende op gevonden, dan trok je de schroef niet uit zijn werk, maar dan zette je eerst de schroefas- rem op de schroefas. Nu moet ik eerst even uitleggen dat als de schroef uit zijn werk werd gehaald, dan ging de schroef dus vrolijk draaien door de snelheid van het stromende water. En dat gaf altijd een hoop kabaal, vandaar de schroefasrem. De schroef stond dus vast en de decompressiekranen konden worden open gezet. Dan werd de schroefasrem langzaam losgedraaid en de motor tornde zichzelf op de kracht van de rivier, als hij ongeveer twee rondjes, dat was de standaard, gedraaid had was het klusje weer geklaard. Prachtige machines waren dat de Stork Heschelman, alleen erg smerig, maar dat kwam omdat ze zich aardig aan de bemanning aangepast hadden,ze lusten dan ook best een slokje. In dit geval een cocktail van smeerolie en gasolie. Elke avond als de kar voor de nacht, na een dag lang draaien werd weggezet, dan werden de in- en uitlaatkleppen en startkleppen ruim voorzien van voornoemd mengsel. Tijdens het draaien werden elke twee uur de kleppen gesmeerd, de vetpot op de schroefas nagekeken, en ergens een vetpotje 1 slag aangedraaid. Een perfecte machine maar wel erg smerig. Omdat deze motoren direct omkeerbaar waren hadden ze dus ook geen keerkoppeling. Maar omdat er ook de pomp aan dek mee aangedreven werd, moest je dus wel de schroef uit kunnen zetten. Dat was een soort koppeling, die je in en uit kon schakelen. Dat was de achterzijde van de motor, aan de voorzijde van de motor was ook zo n koppeling, die was dus om de pomp in - of uit te schakelen. Zonder computers hebben ze er wel erg goed over nagedacht. Maar kom laat ik niet al te technisch worden. Een tankschip lossen of laden dat zijn ook kunstjes die je moet leren. Ik moest als matroos mijn eerste keer de Ionia lossen bij Bayer in Leverkusen. Ik was al zo vaak meegelopen dat Jan Koote de stuurman zei dat ik dat dan maar eens moest doen. Nou dan is het s avonds laat en de boy s gaan te kooi en ik moest het maar zien te rooien. 20

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters.

De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters. Over dit boek De ontelbaren is geschreven door Jos Verlooy en Nicole van Bael. Samen noemen ze zich Elvis Peeters. Dit boek bestaat uit twee delen. Het eerste deel gaat over een man die vlucht naar Europa.

Nadere informatie

Wie heeft die rare knopen erin gelegd? vraagt hij. Ik, geeft Bibi eerlijk toe. Vorige week waaide het nogal hard. Dus toen heb ik de rubberboot en

Wie heeft die rare knopen erin gelegd? vraagt hij. Ik, geeft Bibi eerlijk toe. Vorige week waaide het nogal hard. Dus toen heb ik de rubberboot en Het plan van Bart Dobber, niet doen! Bibi staat op het dek van het schip en kijkt naar haar hond die een kat achterna zit op de kade. Haar broer Bart ligt op de loopplank en peutert aan het touw van de

Nadere informatie

De tijd die ik nooit meer

De tijd die ik nooit meer De tijd die ik nooit meer vergeet Jan Smit uit eigen pen deel 3 De Stiep Educatief De tijd die ik nooit meer vergeet De schrijver die blij is dat hij iets kan lezen en schrijven, vertelt over zijn jeugd.

Nadere informatie

"Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5"

Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5 "Afraid of the Dead ( The Escape ) Hoofdstuk 5" Voor het eerst alleen Ik werd wakker in een kamer. Een witte kamer. Ik wist niet waar ik was, het was in ieder geval niet de Isolatieruimte. Ik keek om me

Nadere informatie

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan.

Geelzucht. Toen pakte een vrouw mijn arm. Ze nam me mee naar de binnenplaats van het huis. Naast de deur van de binnenplaats was een kraan. Geelzucht Toen ik 15 was, kreeg ik geelzucht. De ziekte begon in de herfst en duurde tot het voorjaar. Ik voelde me eerst steeds ellendiger worden. Maar in januari ging het beter. Mijn moeder zette een

Nadere informatie

De zolder van opa Groepen 3-4-5

De zolder van opa Groepen 3-4-5 De zolder van opa Groepen 3-4-53 Inhoud 1 Kinderboekenweek 3 2 Op de zolder 4 3 De stoof 5 4 Het leesplankje 6 5 De Keulse pot 7 6 De tol 8 7 De foto 9 8 De koffiemolen 10 9 De schaatsen 11 10 Nog een

Nadere informatie

Verhaal: Jozef en Maria

Verhaal: Jozef en Maria Verhaal: Jozef en Maria Er was eens een vrouw, Maria. Maria was een heel gewone jonge vrouw, net zo gewoon als jij en ik. Toch had God haar uitgekozen om iets heel belangrijks te doen. Iets wat de hele

Nadere informatie

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg.

Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg. Een week varen met de morgenster. Suzanne van Tilborg. Ik begon deze week met het gevoel ik heb er zin in en ik zie wel wat we allemaal gaat gebeuren, ik laat het wel op me afkomen. Na de eerste dag voor

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51

Inhoud. Een nacht 7. Voetstappen 27. Strijder in de schaduw 51 Inhoud Een nacht 7 Voetstappen 27 Strijder in de schaduw 51 5 Een nacht 6 Een plek om te slapen Ik ben gevlucht uit mijn land. Daardoor heb ik geen thuis meer. De wind neemt me mee. Soms hierheen, soms

Nadere informatie

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua

Spreekbeurt Dag. Oglaya Doua Spreekbeurt Dag Oglaya Doua Ik werd wakker voordat m n wekker afging. Het was de dag van mijn spreekbeurt. Met m n ogen wijd open lag ik in bed, mezelf afvragend waarom ik in hemelsnaam bananen als onderwerp

Nadere informatie

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen. De familieblues Tot mijn 15e noemde ik mijn ouders papa en mama. Daarna niet meer. Toen noemde ik mijn vader meester. Zo noemde hij zich ook als hij lesgaf. Hij was leraar Engels op een middelbare school.

Nadere informatie

Er was eens een heel groot bos. Met bomen en bloemen. En heel veel verschillende dieren. Aan de rand van dat bos woonde, in een grot, een draakje. Dat draakje had de mooiste grot van iedereen. Lekker vochtig

Nadere informatie

Iris marrink Klas 3A.

Iris marrink Klas 3A. Iris marrink Klas 3A. 1 Inhoud. 1- Voorpagina 2- Inhoud, inleiding & mijn mening 3- Dag 1 4- Dag 2 5- Dag 3 6- Dag 4 7- Dag 5 Inleiding. Ik kreeg als opdracht om een dagverslag te maken over Polen. 15

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

De jongen weet dat hij niet in slaap moet vallen. Want dan zullen dieven zijn spullen stelen. Ook al is het nog zo weinig wat hij heeft.

De jongen weet dat hij niet in slaap moet vallen. Want dan zullen dieven zijn spullen stelen. Ook al is het nog zo weinig wat hij heeft. In Kanton, China Op de hoek van twee nauwe straatjes zit een jongen. Het is een scheepsjongen, dat zie je aan zijn kleren. Hij heeft een halflange broek aan, een wijde bloes en blote voeten. Hij leunt

Nadere informatie

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8.

1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8. Dingen van vroeger Inhoud 1. De zolder van opa 3 2. Spullen van vroeger 4 3. De stoof 5 4. Het leesplankje 6 5. De Keulse pot 7 6. De tol 8 7. De foto 9 8. De koffiemolen 10 9. De schaatsen 11 10. Nog

Nadere informatie

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Help, mijn papa en mama gaan scheiden! Joep ligt in bed. Hij houdt zijn handen tegen zijn oren. Beneden hoort hij harde boze stemmen. Papa en mama hebben ruzie. Papa en mama hebben vaak ruzie. Ze denken

Nadere informatie

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Hoe gaat het in groep 1/2 b Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje

Nadere informatie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang. Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard

Nadere informatie

NOORWEGEN. Vertrek: s ochtends moesten we gewoon naar school tot 12 uur. we werden 09-05-2012 13-05-2012

NOORWEGEN. Vertrek: s ochtends moesten we gewoon naar school tot 12 uur. we werden 09-05-2012 13-05-2012 NOORWEGEN 09-05-2012 13-05-2012 Vertrek: s ochtends moesten we gewoon naar school tot 12 uur. we werden door onze ouders naar Schiphol gebracht. Ik zat bij Ilonka in de auto. Op Schiphol gaf meester Hendrie

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en

Nadere informatie

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het

De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het De wereld op zijn kop! Kan de wereld op zijn kop staan? Met gym heb je het vast wel eens geprobeerd Op je kop staan, bedoel ik, soms lukt het Maar het duurt maar heel even dat op de kop staan De wereld

Nadere informatie

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje.

1. Van je juf of meester krijg je een plaatje. Bekijk je plaatje goed. 3. Zoek samen nog vier klasgenoten met een ander plaatje. Opdracht 1 Ongeveer 150 jaar geleden stonden er veel steenfabrieken langs de IJssel. De stenen werden van klei gemaakt. Dat kon je langs de IJssel vinden. Als de rivier overstroomde, bleef er een laagje

Nadere informatie

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02

Voor Indigo en Nhimo Papahoorjeme_bw.indd :02 Papahoorjeme_bw.indd 2 05-05-11 15:02 Papahoorjeme_bw.indd 3 05-05-11 15:02 Voor Indigo en Nhimo Tamara Bos Papa, hoor je me? met tekeningen van Annemarie van Haeringen Leopold / Amsterdam De liefste

Nadere informatie

Schoolkamp 2015, Jacco

Schoolkamp 2015, Jacco Schoolkamp 2015, Jacco We gingen om 10:30 weg met de bus, eigenlijk moesten we met de fiets maar het stormde hard. Met de bus reden we naar Basal, daar werd verteld wat ze deden en we gingen stenen zoeken.

Nadere informatie

London. klas 2B kompas. Dagboek: Gemaakt door Stacey Wilbrink

London. klas 2B kompas. Dagboek: Gemaakt door Stacey Wilbrink London klas 2B kompas Dagboek: Gemaakt door Stacey Wilbrink Dag 1 Klas 2b van het kompas moesten allemaal verzamelen op het station Breda. Daar werden de kinderen uitgezwaaid door hun ouders. De kinderen

Nadere informatie

Batavia werf. We gingen naar Batavia werf.

Batavia werf. We gingen naar Batavia werf. Batavia werf We gingen naar Batavia werf. Met de klas. En we gingen ook met de auto. Ik zat met Yessir Thijs en Sebastiaan en de moeder van Sebastiaan.We hadden ook groepjes toen we in de Batavia werf

Nadere informatie

Neus correctie 2012. Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen

Neus correctie 2012. Aanleiding. Intake gesprek. Stap 1: Wat gaan we doen Neus correctie 2012 Aanleiding Al een tijdje heb ik last van mijn neus. Als kind van een jaar of 5 kreeg ik een schep tegen mijn neus, wat er waarschijnlijk voor heeft gezorgd dat mijn neus brak. Als kind

Nadere informatie

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk.

Micha kijkt Ruben aan. Hij trekt een gek gezicht. Micha houdt niet van puzzelen, want de puzzels die oma maakt, zijn altijd heel erg moeilijk. 1. Puzzelen Wie er het eerst is! Micha staat bij het schoolhek. Hij krijgt een harde klap op zijn schouder van Ruben, zijn grote broer. Oké. Micha is wel in voor een wedstrijdje. Hij begint meteen te rennen,

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar

Nadere informatie

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn:

Klein Kontakt. Jarigen. in april zijn: A Klein Kontakt Het is alweer eind maart wanneer dit Kontakt uitkomt, het voorjaar lijkt begonnen, veel kinderen hebben kweekbakjes met groentes in de vensterbank staan, die straks de tuin in gaan. Over

Nadere informatie

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Ferenc Göndör IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ Uitgeverij Eenvoudig Communiceren 3 Mijn vader Lang geleden kwam een jonge, joodse man naar het land Hongarije. Mohr Goldklang was zijn naam. Dat was mijn opa. Mohr

Nadere informatie

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, 3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol

Nadere informatie

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad. Een dode De voetbalwedstrijd is afgelopen. Het stadion is bijna leeg. Het is koud, de zon schijnt bleek. Munck staat op de tribune van vak H en staart naar de dode man op de bank. Wat vreselijk, denkt

Nadere informatie

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak.

Tik-tak Tik-tak tik-tak. Ik tik de tijd op mijn gemak. Ik haast me niet zoals je ziet. Tik-tak tik-tak, ik denk dat ik een slaapje pak. Tik-tak - Lees het gedicht tik-tak voor. Doe dit in het strakke ritme van een langzaam tikkende klok: Tik - tak - tik - tak Ik tik - de tijd - op mijn - gemak. Enzovoort. - Laat de kinderen vrij op het

Nadere informatie

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu

Nadere informatie

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd. Voorwoord In dit boek staan interviews van nieuwkomers over hun leven in Nederland. Ik geef al twintig jaar les aan nieuwkomers. Al deze mensen hebben prachtige verhalen te vertellen. Dus wie moest ik

Nadere informatie

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school.

Een Berbers dorp. Mijn zussen en ik mochten van mijn vader naar school. Meestal mochten alleen jongens naar school. Een Berbers dorp Ik ben geboren en opgegroeid in het noorden van Marokko. In een buitenwijk van de stad Nador. Iedereen kent elkaar en altijd kun je bij de mensen binnenlopen. Als er feest is, viert het

Nadere informatie

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Musical De Eendenclub verdwaalt

Musical De Eendenclub verdwaalt Pagina 1 van 9 Musical De Eendenclub verdwaalt Normale versie voor 3 typetjes (Otto/Elle/Izzi) Een eigen productie van Recrateam Zang: Leonie van Gent en Martijn Boer Stemmen op de cd-versie: Martijn Boer

Nadere informatie

MPS Prins Willem Alexander. Bootvakantie 2015 11 oktober t/m 16 oktober

MPS Prins Willem Alexander. Bootvakantie 2015 11 oktober t/m 16 oktober Bootvakantie 2015 11 oktober t/m 16 oktober Voorwoord Namens Stichting On Toer heten we iedereen welkom aan boord van de Mps Prins Willem Alexander. Wij vinden het leuk dat jullie keuze op onze bootvakantie

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco. 1 Het portiek Jacco ruikt het al. Zonder dat hij de voordeur opendoet, ruikt hij al dat er tegen de deur is gepist. Dat gebeurt nou altijd. Zijn buurjongen Junior staat elke avond in het portiek te plassen.

Nadere informatie

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop.

Inhoud. Het leven van Escher. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld op z n kop. Inhoud. Blz. 1. Blz. 2. Blz. 3. Blz. 4. Blz. 5. Blz. 6. Blz. 7. Blz. 8. Blz. 9. Blz. 10. Blz. 11. Kaft Inhoud Het leven van Escher. Moeilijke jaren. Weiland wordt vogel. Kringloop metamorfose. De wereld

Nadere informatie

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht. 1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.

Nadere informatie

1 Vinden de andere flamingo s mij een vreemde vogel? Dat moeten ze dan maar zelf weten. Misschien hebben ze wel gelijk. Het is ook raar, een flamingo die jaloers is op een mens. En ook nog op een paard.

Nadere informatie

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug, want ik moet even iets zeggen over

Nadere informatie

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al

tje was saai. Haar ouders hadden een caravan, waarmee ze ieder jaar in de zomer naar Frankrijk gingen. Ook voor deze zomer was de camping al Hoofdstuk 1 Echt? Saartjes mond viel open van verbazing. Maar dat is supergoed nieuws! Ze sloeg haar armen om haar vriendin heen. Waaah, helemaal te gek. We gaan naar Frankrijk. Zon, zee, strand, leuke

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl

R O S A D E D I E F. Arco Struik. Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl R O S A D E D I E F Arco Struik Rosa de dief Arco Struik 1 www.gratiskinderboek.nl In de winkel 3 Bart 5 Een lieve dief 7 De telefoon 9 Bij de dokter 11 De blinde vrouw 13 Een baantje 15 Bijna betrapt

Nadere informatie

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Haring! Verse haring! Wie maakt me los! Ik heb verse haring! Ha... ja, nou heb ik jullie aandacht, hè? Sorry, ik ben uitverkocht. Vandaag geen haring

Nadere informatie

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden. Warm in Verona Romeo loopt een beetje rond. Dat doet hij bijna elke dag. Hij vindt het leuk om door het stadje te lopen. Door de kleine straatjes. Langs de rivier waar de meisjes de was doen. En over de

Nadere informatie

Dubbelspel. Alan Durant

Dubbelspel. Alan Durant Dubbelspel Dubbelspel maakt deel uit van de Schaduw-reeks van Lezen voor Iedereen/Uitgeverij Eenvoudig Communiceren. De Schaduw-reeks is een serie spannende verhalen voor jongeren. Lezen voor Iedereen/Uitgeverij

Nadere informatie

Mooie route door Friesland en veel gezien, maar weinig andere A112 onderweg

Mooie route door Friesland en veel gezien, maar weinig andere A112 onderweg De Elfstedentocht Nou daar gaan we dan, onze eerste automeeting met de A112. We hadden er veel zin in en natuurlijk veel te vroeg wakker. Dus door de polder scheuren in de vroegte met de net gepoetste

Nadere informatie

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2

Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 Beertje Anders Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 H. Vos Beertje Anders Wat zonlicht is voor bloemen, is een glimlach voor een beer. Beertje Anders en Beertje Bruin gaan bij oma spelen. Het was maar even

Nadere informatie

Take a look at my life 12

Take a look at my life 12 Take a look at my life 12 Verslaafd aan foto,s maken. Elke dag weer mijn mobiel uit me zak halen en foto,s maken van de dingen die ik mee maak of tegenkom. Er zijn al zoveel mensen die gebruik maken van

Nadere informatie

Maatschappelijk werk (alweer)

Maatschappelijk werk (alweer) Maatschappelijk werk (alweer) Na mijn tweede miskraam heb ik toch weer besloten om het er op te wagen naar maatschappelijk werk te gaan. Ik vond de stap echt wel heel zwaar, want ik hou er niet zo van.

Nadere informatie

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst. Interview op zaterdag 16 mei, om 12.00 uur. Betreft een alleenstaande mevrouw met vier kinderen. Een zoontje van 5 jaar, een dochter van 7 jaar, een dochter van 9 jaar en een dochter van 12 jaar. Allen

Nadere informatie

Het verhaal op reis. groep 1-2. melle de muis. Bijlagen Les 1. media. spoor

Het verhaal op reis. groep 1-2. melle de muis. Bijlagen Les 1. media. spoor Het verhaal op reis groep 1-2 melle de muis Bijlagen Les 1 Les 1 - Bijlage 1 - brief kunstenaar 1 Lieve kinderen, Vandaag begint er een bijzonder project: HET VERHAAL OP REIS. Jullie gaan vandaag met elkaar

Nadere informatie

De pianomannen We waren naar de Tiliander in Oisterwijk geweest. We hadden daar een voorstelling gezien van 2 pianomannen. We moesten best lang

De pianomannen We waren naar de Tiliander in Oisterwijk geweest. We hadden daar een voorstelling gezien van 2 pianomannen. We moesten best lang De pianomannen We waren naar de Tiliander in Oisterwijk geweest. We hadden daar een voorstelling gezien van 2 pianomannen. We moesten best lang wachten tot we erin konden. Onze klas mocht als eerste de

Nadere informatie

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197 Inhoud Aan jou de keuze 7 D/2012/45/239 - isbn 978 94 014 0183 8 - nur 248 Tweede druk Vormgeving omslag en binnenwerk: Nanja Toebak, s-hertogenbosch Illustraties omslag en binnenwerk: Marcel Jurriëns,

Nadere informatie

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij. Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.

Nadere informatie

Elke miskraam is anders (deel 2)

Elke miskraam is anders (deel 2) Elke miskraam is anders (deel 2) Eindelijk zijn we twee weken verder en heb ik inmiddels de ingreep gehad waar ik op zat te wachten. In de tussen tijd dacht ik eerst dat ik nu wel schoon zou zijn, maar

Nadere informatie

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur.

Tornado. Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur. Tornado Maartje gaat voor het eerst logeren. s Nachts belandt ze met haar vriendinnetje Eva in een tornado en beleven ze een heel spannend avontuur. Geschreven in januari 2012 (Geïllustreerd t.b.v. het

Nadere informatie

2 15 kilometerwedstrijden, maar toch niet helemaal...

2 15 kilometerwedstrijden, maar toch niet helemaal... 2 15 kilometerwedstrijden, maar toch niet helemaal... Alweer een tijdje geleden, maar vanwege de drukte nog geen verslag, maar zondag 16 november jongstleden liep ik mijn eerste Zevenheuvelenloop in Nijmegen.

Nadere informatie

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd 1 Joppe (13): Mijn ouders vertelden alle twee verschillende verhalen over waarom ze gingen

Nadere informatie

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf.

Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf. Les 1 Werk en inkomen (1) Monica is jarig. Iemand vertelt over haar sollicitatiegesprek. Monica en Arend praten over opleiding, werken en een eigen bedrijf. Evert en Monica -2 Rijbewijs Monica is jarig.

Nadere informatie

Eerste druk, september 2009 2009 Tiny Rutten

Eerste druk, september 2009 2009 Tiny Rutten Doortje Eerste druk, september 2009 2009 Tiny Rutten isbn: 978-90-484-0769-9 nur: 344 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgenomen

Nadere informatie

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer.

Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer. Beertje Anders en Beertje Bruin gingen bij oma spelen. Al heel snel hadden ze ruzie met elkaar. Het spelen was niet leuk meer. Oma hoorde: Ik wil de bal, Ik wil de blokken, Ik ga kleuren, Ik wil de kleurpotloden

Nadere informatie

Ik vind zelf dat ik best veel geleerd heb vooral over het touwwerk, had de week alleen iets anders willen beginnen.

Ik vind zelf dat ik best veel geleerd heb vooral over het touwwerk, had de week alleen iets anders willen beginnen. De week op de morgenster, Maurits cleijne. Ik begon de week met een heel goed gevoel over deze tocht naar engeland, had er zeer veel zin in, en ging er voor. Toen ik de eerste dag op de morgenster kwam

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. De eerste dag op een nieuwe school met een nieuw begin

Hoofdstuk 1. De eerste dag op een nieuwe school met een nieuw begin Hoofdstuk 1 De eerste dag op een nieuwe school met een nieuw begin Rosanne is een meisje niet te dik niet te dun met lang donker bruin haar een meisje net zoals alle andere meisjes. Ze heeft vroeger gewoon

Nadere informatie

Verslag gehandicapten platform.

Verslag gehandicapten platform. Verslag gehandicapten platform. 5 Maart kwamen er gehandicapten mensen bij ons op school. Ze waren niet gehandicapt in hun hoofd en gedrag maar ze waren lichamelijk gehandicapt. We begonnen met een paar

Nadere informatie

Uitzicht op de heuvels 10 km van Kabaya Uitzicht op de heuvels ten noorden van Kabaya. Ongeveer 7 km van het dorp.

Uitzicht op de heuvels 10 km van Kabaya Uitzicht op de heuvels ten noorden van Kabaya. Ongeveer 7 km van het dorp. Verblijf van Tautvydas Rindzevicius in Kabaya/RWANDA in het kader van het bezoek aan wezen en kwetsbare kinderen gesponsord door de Jyambere stichting. Inleiding Tijdens de periode van juli-augustus 2015,

Nadere informatie

ROSANNE. Oh, oh, oh. Van Aemstel Produkties - De leukste uitjes van Amsterdam - www.amterdamexcursies.nl

ROSANNE. Oh, oh, oh. Van Aemstel Produkties - De leukste uitjes van Amsterdam - www.amterdamexcursies.nl ROSANNE Rosanne, ik weet dat er heel veel mannen zijn Elke keer weer een ander en mij doet 't pijn Want jou liefde waarmee jij mij soms verblijdt Wil ik liever, liever, liever, liever voor altijd Als ik

Nadere informatie

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten. Lekker ding Pas op!, roept Anita. Achter je zitten de hersendoden! Ik kijk achterom. Achter ons zitten twee jongens en drie meisjes hun boterhammen te eten. Ze zijn gevaarlijk, zegt Anita. Ze schudt haar

Nadere informatie

Het paaltje van Oosterlittens Er stond weer een pot met bonen! Elke avond kreeg de schoenmaker van Oosterlittens bonen te eten. Maar de schoenmaker

Het paaltje van Oosterlittens Er stond weer een pot met bonen! Elke avond kreeg de schoenmaker van Oosterlittens bonen te eten. Maar de schoenmaker Het paaltje van Oosterlittens Er stond weer een pot met bonen! Elke avond kreeg de schoenmaker van Oosterlittens bonen te eten. Maar de schoenmaker klaagde nooit. Hij was te arm om vlees te kopen. Elke

Nadere informatie

Hier volgt een dagboekverslag van het schoolreisje met de zesde klas van de Chr. Lagere school naar "Jeugdland ", in Ellecom.

Hier volgt een dagboekverslag van het schoolreisje met de zesde klas van de Chr. Lagere school naar Jeugdland , in Ellecom. Hier volgt een dagboekverslag van het schoolreisje met de zesde klas van de Chr. Lagere school naar "Jeugdland ", in Ellecom. Onze meester was daar meneer den Ouden. 22 mei 1956 Afscheid van school. We

Nadere informatie

sarie, mijn vriend kaspar en ik

sarie, mijn vriend kaspar en ik sarie, mijn vriend kaspar en ik Leen Verheyen sarie, mijn vriend kaspar en ik is een theatertekst voor kinderen vanaf 4 jaar en ging in première op 12 september 2009 bij HETPALEIS in Antwerpen 1 ik: het

Nadere informatie

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen.

We hebben verleden week nog gewinkeld. Toen wisten we het nog niet. De kinderbijslag was binnen en ik mocht voor honderd euro kleren uitkiezen. Woensdag Ik denk dat ik gek word! Dat moet wel, want ik heb net gehoord dat mijn moeder kanker heeft. Niet zomaar een kankertje dat met een chemo of bestraling overgaat. Nee. Het zit door haar hele lijf.

Nadere informatie

verdedigers doel hakjes geven panna s maken

verdedigers doel hakjes geven panna s maken Vroeger Ik heb voetbal niet altijd gehaat. Vroeger was ik er gek op. Net als David, mijn tweelingbroer. Dat is niet zo raar. Onze vader is tenslotte een voetballer. En niet zomaar een voetballer! Onze

Nadere informatie

Haarlem, 11 oktober lieve moeder van me,

Haarlem, 11 oktober lieve moeder van me, Haarlem, 11 oktober 2009 lieve moeder van me, speciaal vroeg opgestaan ben ik, omdat ik 's morgens vroeg makkelijker verhalen vertel. Want ik wilde u graag dit verhaal geven voor uw verjaardag, maar hoe

Nadere informatie

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1

0-3 maanden zwanger. Zwanger. Deel 1 Zwanger Ik was voor het eerst zwanger. Ik voelde het meteen. Het kon gewoon niet anders. Het waren nog maar een paar cellen in mijn buik. Toch voelde ik het. Deel 1 0-3 maanden zwanger Veel te vroeg kocht

Nadere informatie

Ria Massy. De taart van Tamid

Ria Massy. De taart van Tamid DE TAART VAN TAMID Ria Massy De taart van Tamid De taart van Tamid 1 Hallo broer! Hallo Aziz! roept Tamid. Zijn hart klopt blij. Aziz belt niet zo dikwijls. Hij woont nog in Syrië. Bellen is moeilijk in

Nadere informatie

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 5 Bidden Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 5 blz. 1 Joris is vader aan het helpen in de tuin. Ze zijn

Nadere informatie

H E T V E R L O R E N G E L D

H E T V E R L O R E N G E L D H E T V E R L O R E N G E L D Personen Evangelieschrijver Vrouw (ze heet Marie) Haar buurvrouwen en vriendinnen; o Willemien o Janny o Sjaan o Sophie (Als het stuk begint, zit de evangelieschrijver op

Nadere informatie

Voor Cootje. de vuurtoren

Voor Cootje. de vuurtoren Voor Cootje de vuurtoren De Koos Meinderts vuurtoren Lemniscaat & Annette Fienieg Nederlandse rechten Lemniscaat b.v. Rotterdam 2007 isbn 978 90 5637 909 4 Tekst: Koos Meinderts, 2007 Illustraties: Annette

Nadere informatie

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug want ik moet even iets zeggen over

Nadere informatie

Ik Eet Het Beter. Een lekkere en gezonde lunch! Ik Eet Het Beter

Ik Eet Het Beter. Een lekkere en gezonde lunch! Ik Eet Het Beter Een lekkere en gezonde lunch! Ik eet het beter Hallo, allemaal ik ben Gaby en zit in groep8. En ik ga jullie iets vertellen over wat we twee weken geleden hebben gedaan. Het was 20 maart toen we van de

Nadere informatie

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis. Weer naar school Kim en Pieter lopen het schoolplein op. Het is de eerste schooldag na de zomervakantie. Ik ben benieuwd wie onze mentor * is, zegt Pieter. Kim knikt. Ik hoop een man, zegt ze. Pieter kijkt

Nadere informatie

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen Informatieblad speciaal voor kinderen Datum; Aalsmeer, jaar 2011 Gemaakt door; Bianca Wegbrands daar, Wat leuk dat je dit informatieblad speciaal voor kinderen wilt lezen. Ik zal me eerst even aan jou

Nadere informatie

E E N B A R M H A R T I G E S A M A R I T A A N

E E N B A R M H A R T I G E S A M A R I T A A N E E N B A R M H A R T I G E S A M A R I T A A N Personen Pa Ma Kind 1 Kind 2 Dominee Vrouw van de Dominee Zondagsschooljuf Man van de zondagsschooljuf Buurman Smit Buurvrouw Smit Het Ding (speelt wel mee,

Nadere informatie

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 LES 4 Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz.109-116 De boodschap God hoort en verhoort onze gebeden voor elkaar. Leertekst: Terwijl Petrus onder zware bewaking zat

Nadere informatie

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden

Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden Gijsje zonder staart geschreven door Henk de Vos (in iets gewijzigde vorm) Er was eens een klein lief konijntje, dat Gijs heette. Althans, zo noemden zijn ouders hem, maar alle andere konijntjes noemden

Nadere informatie

De WC s op De Geldershof.

De WC s op De Geldershof. 1. Klaas en Lieke wonen in één huis. Klaas gaat boodschappen halen en als hij terug komt liggen er glas scherven op de grond, het raam is open, en Lieke is dood. Wat is er gebeurd toen Klaas weg was? 2.

Nadere informatie

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt.

Ze neemt nog een slok van haar rum-cola. Even lijkt het alsof de slok weer omhoogkomt. Manon De muziek dreunt in haar hoofd, haar maag, haar buik. Manon neemt nog een slok uit het glas dat voor haar staat. Wat was het ook alweer? O ja, rum-cola natuurlijk. Een bacootje noemen de jongens

Nadere informatie