Leidraad Flora- en faunawet gemeente Zundert. Het beheer van de openbare ruimte. Mei 2011

Transcriptie

1 Leidraad Flora- en faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte Mei 2011

2 De Leidraad Flora- en faunawet gemeente Zundert is afgeleid van de concept-leidraad Flora- en faunawet van de gemeente Breda, welke beschikbaar is gesteld door Jos Brok. De werkgroep die dit concept heeft bewerkt, bestond uit Alice Bos, Thijs Kruiver en Jack Schetters. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 2

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Het proces Organisatie groenbeheer De 7 beheergroepen uit de Gedragscode Beheer Groenvoorzieningen Verantwoordelijkheden per functie De hulpmiddelen 9 Pagina 3. De werksoorten 12 A. Snoeien, kappen en vervangen van houtige boombegroeiing met gazon of verharding als ondergrond 13 B. Snoeien, dunnen van houtige boombegroeiing met ondergroei en houtige struweelbegroeiing 15 C. Snoeien van houtige sierbegroeiing 17 D. Verwijderen van opgaande begroeiing, struweel, bosplantsoen, bomen en/of laanbeplanting 19 E. Maaien van kruidige begroeiing met jaarlijks extensief onderhoud 21 F. Maaien en overige onderhoudswerkzaamheden van kruidige- en sierbegroeiing met jaarlijks onderhoud en/of vervanging 23 G. Maaien waterbegroeiing en overgang land-water 25 H. Schonen en baggeren van watergangen, vijvers en poelen 27 I. Plaatsen en vervangen van hekken of rasters 30 J. Onderhoud, schoonspuiten en kleine herstelwerkzaamheden van muren langs grachten, bruggen, sluizen en kunstwerken 32 K. Kleine herstelwerkzaamheden 34 Bijlage1 Quick scan-formulier 36 Bijlage 2 Overzicht van beschermde soorten planten en dieren 37 Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 3

4 1. Inleiding De Flora- en faunawet (Ff-wet) geldt sinds Het is een kaderwet betreffende de duurzame instandhouding van wilde planten en dieren in Nederland. Volgens de Flora- en faunawet heeft iedere Nederlander een algemene zorgplicht met betrekking tot de bescherming en instandhouding van wilde flora en fauna. Dit geldt voor alle soorten en specifiek voor beschermde soorten zoals verwoord in de flora- en faunawet. Naast de algemene zorgplicht gelden ook verbodsbepalingen. Voor de algemene soorten (en niet-beschermde soorten) geldt de algemene zorgplicht en een vrijstelling indien er sprake is van bestendig beheer. Voor de juridisch zwaarder beschermde soorten in tabel 2 en 3 geldt bij de uitvoering van bestendig beheer en bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting dat moet worden gewerkt conform een goedgekeurde gedragscode of conform een door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verleende ontheffing. Het aantoonbaar toepassen van bijgevoegde gedragscodes houdt in dat voor ruimtelijke ontwikkelingen en bestendig beheer op locaties met beschermde dier- en plantensoorten (uitgezonderd tabel 3 soorten en jaarrond beschermde vogelnesten), geen ontheffingsaanvraag hoeft plaats te vinden bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Er geldt dan een vrijstelling op het verbod van het doden, verstoren en beschadigen van individuen behorende tot de beschermde flora en fauna (verwoord in artikel 8 t/m 12 van de Flora en faunawet). Ondanks het toepassen van deze gedragscodes blijft de juridisch beschermde status van soorten te allen tijde gelden. Stadswerk (een vereniging voor professionals op het gebied van de fysieke leefomgeving) en de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG) hebben, in samenwerking met een aantal gemeenten, algemene gedragscodes opgesteld. De gedragscode "Bestendig beheer groenvoorzieningen" en de gedragscode "Ruimtelijke ontwikkeling en Inrichting" zijn goedgekeurd door het toenmalige ministerie van LNV en vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Zundert. Door aan te sluiten bij een landelijk model, beschikt de gemeente op eenvoudige wijze over de benodigde gedragscode. Toespitsing op de Zundertse situatie wordt gerealiseerd door voorliggende leidraad. Deze leidraad voorziet in beleidsregels voor de aanwezigheid van soorten in relatie tot bestendig beheer en onderhoud binnen de gemeente Zundert. In onderstaande figuur is de aanpak schematisch weergegeven: Flora- en faunawet (algemene zorgplicht) Gedragscode (bestendig beheer) Leidraad Zundertse uitwerking De Flora- en faunawet (met bijbehorende AMvB's zoals de regeling aanwijzing dier- en plantensoorten flora- en faunawet) als algemeen kader dat een algemene zorgplicht voorschrijft. Daarna de algemene model gedragscode waarin bestendig beheer is beschreven en tot slot de leidraad waarin de Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 4

5 Zundertse uitwerking is omschreven. Alle drie de kaders gelden voor de gemeente als uitvoerder van beheer, maar ook voor aannemers van uitbestede gemeentelijke opdrachten tot beheer. In de Flora- en Faunawet is bestendig beheer als volgt omschreven; werkzaamheden die gericht zijn op het handhaven van de bestaande situatie. Omdat beheer veel meer is dan het in stand houden van openbare ruimte vallen hier dus niet alleen lichte werkzaamheden onder zoals het bijhouden van wegbermen, maar ook ingrijpendere werkzaamheden zoals het maaien of baggeren of het vervangen van bestaande straat- en laanbomen. Zolang het maar gaat om terugkerende werkzaamheden die onderdeel uitmaken van een cyclisch beheerregime. Cyclisch hoeft dan niet per se jaarlijks te zijn maar kan ook betekenen 1 keer in de 2, 3 of 5 jaar. Voor deze werkzaamheden is over het algemeen een beheer- of onderhoudsplan, een groen- of bomenbeheerplan aanwezig. Ook de in de Bomenverordening gemeente Zundert 2010 (2010/11266) is bijvoorbeeld de verwijdering van door iepziekte aangetaste iepen geregeld als een maatregel van bestendig beheer. Juist de aanwezigheid van beschermde soorten is vaak afhankelijk van goed beheer. Voorliggende leidraad is gebaseerd op het huidige beheer binnen de Gemeente Zundert. Bij het implementeren van nieuw beleid zal ook deze leidraad aangepast moeten worden. De leidraad is derhalve een dynamisch document dat jaarlijks dient te worden herzien. Het doel van de gemeentelijke gedragscode is: 1. invulling geven aan de Flora- en faunawet door te voldoen aan: - de beschermingsplicht: het voortbestaan zekerstellen van de aanwezige populaties beschermde en in de wet genoemde dier- en plantensoorten, - de zorgplicht: schade aan flora en fauna en hun leefgebieden voorkomen bij beheer, 2. tijdwinst boeken en administratieve lasten terugdringen: zonder gedragscode moeten voor alle terugkerende werkzaamheden zoals het maaien, snoeien, kappen, baggeren, etc., elke keer aparte ontheffingen worden aangevraagd, 3. de structurele inbedding van soortbescherming in het handelen van de gemeente bevorderen, 4. zorgen dat de verschillende beheeractiviteiten binnen de gemeente voldoen aan de eisen die de Flora- en faunawet stelt. Dit geldt dus niet alleen voor werkzaamheden die door de gemeente zelf uitgevoerd wordt. Ook opdrachten die aan derden verstrekt worden zullen moeten voldoen aan de gedragscode die de gemeente zichzelf heeft opgelegd. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 5

6 2. Het proces 2.1 Organisatie groenbeheer Het onderhoud van groen in de gemeente Zundert is hoofdzakelijk uitbesteed. Bij bomenbeheer worden de bomen gesnoeid door gecertificeerde 'European treeworkers' die in hun opleiding examens over de Flora en fauna-wet hebben gehad. Het algemene groenonderhoud en de maaiwerkzaamheden worden uitgevoerd door bedrijven die zijn aangesloten bij de Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG). Klachten en meldingen worden door de eigen Service Dienst van de Gemeente Zundert afgehandeld. De groen-medewerkers zullen een cursus Flora en fauna gaan volgen. In alle gevallen zullen de werkzaamheden zo uitgevoerd moeten worden dat ze voldoen aan de eisen vanuit de Flora- en faunawet en bij bestendig beheer aan de Gedragscode en de Leidraad. Ook als een externe opdrachtnemer het werk uitvoert en een eigen (of branche-)gedragscode heeft wil de gemeente Zundert dat het werk past binnen de gemeentelijke normen. Ook in die situatie is de gemeente immers eindverantwoordelijk. 2.2 De 7 beheergroepen uit de Gedragscode Beheer Groenvoorzieningen In de Gedragscode Beheer Groenvoorzieningen zijn de volgende 7 beheergroepen geformuleerd en uitgewerkt. Ten behoeve van deze leidraad is het volgende overzicht gemaakt. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 6

7 Beheergroep: Omschrijving: Aandachtpunten: 1. Houtige boombegroeiing met gazon of verharding als ondergrond Solitaire bomen Boomgroepen Lanen, straatbeplanting en rijbeplanting 2. Houtige boombegroeiing met ondergroei Houtwallen Singels Bos Boombeplanting in heestervak of in ruw gras of in ruigte 3. Houtige struweelbegroeiing Griend/hakhout Hakhoutwal Bosplantsoen 4. Houtige sierbegroeiing Opgaande heestervakken Bodembedekkende heesters Hagen en blokhagen Klimplanten en gevelbegroeiing 5. Kruidige begroeiing met jaarlijks extensief onderhoud 6. Kruidige begroeiing met jaarlijks intensief onderhoud Ruw gras (o.a. bermen) Lang gras (al dan niet begraast) Ruigte Gazon Sportvelden Éénjarigen en perkplanten Vaste planten (borders) 7. Waterbegroeiing en overgang land-water Drijvende waterplanten (onder-)waterbegroeiing Oeverbegroeiing Rietland Moeras Nesten, bewoonde boomholtes en Vogels zoals blauwe reiger en roek, Zoogdieren zoals vleermuis en egel. Bewoonde nesten, mierenhopen, en rustplaatsen van uilen. Vogels zoals blauwe reiger en roek, Zoogdieren zoals vleermuis en egel. Bewoonde nesten, mierenhopen, en rustplaatsen van uilen. Groeiplaatsen beschermde flora. Bewoonde nesten. Groeiplaatsen beschermde flora, bewoonde nesten, mierenhopen, broedhopen. Nvt Bewoonde nesten, in gebruik zijnde locaties met eiklompen/strengen van amfibieën en paaiplaatsen van beschermde vissen. Groeiplaatsen beschermde flora Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 7

8 2.3 Verantwoordelijkheden per functie Per functie wordt beschreven wie waar verantwoordelijk voor is om ervoor te zorgen dat de Gedragscode en de leidraad gevolgd worden (en er dus geen ontheffingen aangevraagd hoeven te worden voor het werk). De eisen die daarbij aan de uitvoering van de werkzaamheden gesteld worden verschillen per werksoort. Daarom zijn die op de volgende pagina s, per werksoort, aangegeven. Een opdracht kan betrekking hebben op één werksoort maar ook op verschillende werksoorten. Daarom moet steeds per eerst nagegaan worden welke werksoorten aan de orde zijn. Daarna kan opgezocht worden welke eisen dan van toepassing zijn. De medewerker Voor het begin van de werkzaamheden op de in de werktekening aangegeven plekken (waar te beschermen planten of dieren zich bevinden) markeringen aanbrengen door het plaatsen van jalonstokken. Gaat aan de slag volgens de werkwijze zoals die in het werkplan aangegeven is. Als er een te beschermen plant of dier ontdekt wordt dat niet op het werkplan is aangegeven het volgende doen: de plek markeren met jalonstokken, de plek vastleggen op de werktekening, de vondst doorgeven aan de voorman of uitvoerder. De Voorman Zorgt ervoor dat het werkplan en de werktekening op het werk aanwezig zijn. Voordat het werk begint houdt hij een inspectie van het werkterrein, daarbij: voert hij een quickscan uit op basis van het formulier (zie bijlage 1), tekent hij aangetroffen te beschermen dieren en planten (zie bijlage 2) die nog niet ingetekend waren in op de werktekening. Hij maakt daarbij gebruik van reeds beschikbare bronnen of vraagt advies aan de ecologisch medewerker. Na de inspectie draagt hij de medewerkers op om de nieuwe plekken te markeren. Vervolgens geeft hij nieuw aangetroffen dieren en planten door aan de medewerker die het soortenoverzicht beheert. Hij controleert de werkwijze van de medewerkers op de eisen die de Flora- en Faunawet stelt. De Opdrachtnemer Vertaalt het Programma van eisen in een bestek, of laat dit doen. Voorziet het bestek van een werktekening (beheersysteem). Laat de medewerker die het soortenoverzicht beheert de werktekening aanvullen met plekken met te beschermen planten of dieren. Dit gebeurt op basis van een bureaustudie. Bronnen die daarbij gebruikt kunnen worden zijn: Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 8

9 - binnen de gemeente Zundert aanwezige naslagwerken op het gebied van flora en fauna - de landelijke waarnemingenbank ( - de Nationale databank Flora en Fauna (NDFF) ( - de Vegetatiebank ( - eigen gemeentelijke registraties. Let op! Geen van de bronnen is verplicht, het gaat er om dat er zorgvuldig gehandeld wordt. De Opdrachtgever Stelt het programma van eisen op waaronder de eis om conform de flora- en faunawet te werken. De medewerker die het soortenoverzicht beheert Registreert alle aangetroffen te beschermen planten en dieren in het systeem. Adviseert over te nemen maatregelen bij het tijdens het werk aantreffen van planten of dieren die niet geregistreerd zijn. Zonodig door ter plekke onderzoek te (laten) doen. 2.4 De hulpmiddelen In deze paragraaf beschrijven we de verschillende hulpmiddelen die gebruikt worden in het beheer. Het gaat om: - het programma van eisen (bij kleinere opdrachten) en het bestek (bij grote opdrachten) - het werkplan (alleen bij tabel 3 soorten!) - de werktekening Het programma van eisen en het bestek. - Het programma van eisen is een beschrijving van de randvoorwaarden waaraan het beheer moet voldoen. Hij wordt opgesteld door de opdrachtgever. - In het bestek wordt het programma van eisen vertaald in de uit te voeren werkzaamheden. Het wordt opgesteld door de opdrachtnemer. In Zundert wordt gewerkt met beeld- en frequentiebestekken. Bij beeldbestekken wordt het eindbeeld middels een beeldimpressie voorgesteld. In beeldkwaliteitbestekken is niet de frequentie bepalend (risico gemeente) maar het beeld (risico aannemer). De gemeente heeft een meer regisserende rol. In een beeldkwaliteitbestek worden geen handelingen Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 9

10 voorgeschreven, maar wordt het gewenste beeld per beheergroep beschreven. De aannemer moet dus zelf bepalen wat voor handelingen hij moet uitvoeren en in welke frequentie om aan dit beeld te kunnen voldoen. Uiteraard worden hierbij bepaalde richtlijnen aangegeven, zoals bijvoorbeeld het selectief snoeien van beplanting. In frequentiebestekken wordt per beheergroep (bomen, bosplantsoen, heesterbeplanting en dergelijke) aangegeven wat de aannemer moet doen en hoe vaak (frequentie) om een gewenst beeld te verkrijgen (in de vorm van resultaatsverplichtingen). In een frequentiebestek staan zoveel mogelijk alle onderhoudshandelingen die regelmatig uitgevoerd moeten worden om een continue kwaliteit te krijgen. Te denken valt hierbij aan schoffelen, snoeien plantvakken en randen, knippen van hagen, onderhoud graskanten, maaien en dergelijke. - De wijze waarop de beheerder de werkzaamheden uitvoert (bijv. Het zich houden aan de F&F-wet, Gedragscode en Leidraad) - Hoeveel geld er maximaal beschikbaar is voor de werkzaamheden Het werkplan In het werkplan is aangegeven hoe de werkzaamheden uitgevoerd zullen gaan worden. De opbouw is als volgt: - Inventarisatie In dit onderdeel wordt aangegeven hoe voorkomen kan worden dat eerder niet gesignaleerde planten of dieren verstoord worden. Inventarisatie kan vooraf gebeuren door het raadplegen van het natuurloket in combinatie met overige desk research. Net voor de start van de werkzaamheden zal opnieuw een inventarisatie gemaakt moeten worden. Hiervoor wordt het quickscan-formulier gebruikt (bijlage 1) - Markeringen In dit onderdeel wordt aangegeven hoe markeringen aangebracht moeten worden die al ingetekend zijn en bij tijdens het werk aangetroffen te beschermen planten en dieren. Zo worden bijvoorbeeld te beschermen planten en dieren die op de werktekening al aangegeven zijn worden gemarkeerd. Daarnaast worden nieuw aangetroffen te beschermen planten en dieren ook gemarkeerd. Ook op tekening. Er wordt op gepaste afstand gewerkt zodat deze planten en dieren niet verstoord worden. Daarom moet vooraf bijvoorbeeld soms ook een routing gemaakt worden zodat maar één keer in de buurt van het te beschermen planten en dieren gekomen hoeft te worden. - Insporing (indien van toepassing) In dit onderdeel wordt aangegeven hoe insporing voorkomen kan worden. Om insporing van machines tegen te gaan moeten afdoende Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 10

11 maatregelen genomen worden. Afhankelijk van de te gebruiken machines en de kwaliteit van de ondergrond kunnen die bestaan uit bijvoorbeeld het aanbrengen van rijplaten of het verlagen van de bandenspanning zodat een breder loopvlak verkregen wordt. - Fysieke aanwezigheid In dit onderdeel wordt aangegeven hoe de invloed van de fysieke aanwezigheid van de medewerker zoveel mogelijk beperkt kan worden. Als er te beschermen planten en dieren aanwezig zijn moet er bijvoorbeeld naar de markering toe gewerkt worden. Ook moet ervoor gezorgd worden dat de werkzaamheden bijvoorbeeld in één werkgang worden uitgevoerd binnen één dag. Er moet bij voorkeur gebruik gemaakt worden van machines met dichte cabines omdat hierdoor de fysieke aanwezigheid van de mens door de aanwezige dieren als beperkt wordt ervaren. - Geluidsoverlast In dit onderdeel wordt aangegeven hoe zo min mogelijk geluidsoverlast ontstaat bij de werkzaamheden. Als er te beschermen planten en dieren aanwezig zijn moeten de machines bijvoorbeeld zo rustig mogelijk bediend worden. Er moet soms vooraf een routing gemaakt worden zodat er maar één keer in de buurt van de gemarkeerde planten en dieren gekomen hoeft te worden. Werk naar de dieren toe zodat bijvoorbeeld broedende vogels kunnen wennen aan het geluid. - Werkperiode In dit onderdeel wordt aangegeven welke planten en dieren speciale aandacht moeten krijgen omdat zij in de betreffende periode bijvoorbeeld actief of zaadvormend zijn. De werkperiode wordt beperkt door de kalenders die per werksoort zijn opgenomen in de gemeentelijke leidraad. - Werkrichting In dit onderdeel van het werkplan is aangegeven volgens welke werkrichtingen de werkzaamheden het beste uitgevoerd kunnen worden zodat te beschermen dieren zo min mogelijk verstoord worden. - Gefaseerd werken Hier wordt aangegeven of er sprake is van gefaseerd werken of dat de werkzaamheden in een keer afgewerkt kunnen worden. Als de werkzaamheden gefaseerd moeten worden is aangegeven welke fases onderscheiden worden en in welke volgorde ze afgewerkt moeten worden. - Gebruik meststoffen Tot slot wordt aangegeven welke eisen gesteld worden aan te gebruiken meststoffen en aan (biologische) gewasbeschermingsmiddelen. Chemische gewasbeschermingsmiddelen zijn niet toegestaan in de Gemeente Zundert. De werktekening In de werktekening is in een tekening ruimtelijk aangegeven waar de werkzaamheden plaats vinden. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 11

12 3. De werksoorten Het Geïntegreerd Beheer Informatiesysteem (GBI) ontwikkeld door Oranjewoud, verschaft inzicht in de informatie die betrekking heeft op de verschillende disciplines en de onderlinge relaties. Naast samenhang op gegevensniveau, is het met GBI mogelijk planningen goed op elkaar af te stemmen. De volgende beheergroepen zijn in het GBI/Groen bij de Gemeente Zundert opgenomen: 1. Boom in beplanting 2. Boom in gras 3. Boom in verharding 4. Knotboom 5. Lei-/vormboom 6. Boom buitengebied 7. Bosplantsoen 8. Heesters / botanische rozen 9. Bodembedekkende heesters 10. Struikrozen 11. Vaste planten 12. Wisselperk 13. Bloembak vast 14. Bloembak los 15. Strakke haag 16. Blokhaag 17. Gazon 18. Speelveld / trapveld 19. Berm / Braak 20. Graskant hard 21. Graskant zacht 22. Evenemententerrein 23. Grassportveld 24. Atletiekbaan 25. Vijver 26. sloot Onderstaand worden de Zundertse beheergroepen ingedeeld in de beheercategorieën zoals genoemd in de Gedragscode Beheer Groenvoorzieningen (zie ook paragraaf 2.2). De op deze wijze ontstane werksoorten worden aangevuld met voorkomende overige activiteiten welke van invloed kunnen zijn op de aanwezige flora en fauna. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 12

13 A. Snoeien, kappen en vervangen van houtige boombegroeiing met gazon of verharding als ondergrond Van toepassing op de Zundertse beheergroepen: 2. Boom in gras 3. Boom in verharding 4. Knotboom 5. Lei-/vormboom Werkzaamheden zijn het hele jaar door mogelijk zonder maatregelen, als er geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn in de directe omgeving van de werkzaamheden. Wanneer er broedvogels, vleermuizen en/of reptielen aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, zijn die werkzaamheden in de kwetsbare periode niet (rood) of onder voorwaarde (geel) toegestaan. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. NB. In de Bomenverordening 2010 gemeente Zundert zijn regels opgenomen ter bestrijding van de iepziekte en bacterievuur. Na constatering dient de zieke boom binnen de bij aanschrijving vast te stellen termijn, op de standplaats onschadelijk te worden gemaakt door de takken te versnipperen en de stam te ontbasten of te versnipperen. Als er vogels of vleermuizen aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, zal in overleg met de floraen faunamedewerker en in de geest van de gedragscode de verwijdering van de zieke boom worden uitgevoerd. Periode / soorten jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt Nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Reptielen Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 13

14 Voorwaarden waaronder handeling in gele periode kan worden uitgevoerd: Planten: niet van toepassing. Vleermuizen: Bomen met holten, spleten of rottingsgaten geschikt voor vleermuizen worden op kaart aangegeven en bij werkzaamheden ontzien. Laanbomen met een functie als vliegroute voor vleermuizen worden gefaseerd gedund in de winterperiode (oktober februari). In overleg met de groenbeleidsmedewerker wordt bepaald of herplant noodzakelijk is. Als door de dunning het functioneren van de vliegroute wordt aangetast dan is ontheffing op grond van de Flora- en faunawet noodzakelijk. Zoogdieren: Bomen met nesten van Eekhoorns die in gebruik zijn worden in de voortplantingsperiode (1 februari 30 augustus) ontzien. Broedvogels: Bomen met nesten of holen van broedvogels die in gebruik zijn worden op kaart aangegeven en bij werkzaamheden ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het hol of het nest gewerkt kan worden. Bomen met bewoonde of bewoonbare horsten van roofvogels worden op kaart aangegeven en bij werkzaamheden ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van de host gewerkt kan worden. Reptielen: Als de plek onderdeel is van een overwinteringsplaats wordt in overleg met de flora- en faunamedewerker bepaald of en hoe de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Amfibieën: Niet van toepassing. Vissen: Niet van toepassing. Insecten: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 14

15 B. Snoeien, dunnen van houtige boombegroeiing met ondergroei en houtige struweelbegroeiing Van toepassing op de Zundertse beheergroepen: 1. Boom in beplanting 6. Boom buitengebied 7. Bosplantsoen Werkzaamheden zijn het hele jaar door mogelijk zonder maatregelen, als er geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn in de directe omgeving van de werkzaamheden. Wanneer er soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, zijn die werkzaamheden in de kwetsbare periode niet (rood) of onder voorwaarde (geel) toegestaan. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Periode / soorten Jan feb Mrt Apr mei jun jul aug sep okt nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Reptielen Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Voorwaarden waaronder werkzaamheden in de gele periode kunnen worden uitgevoerd: Planten: niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 15

16 Vleermuizen: Bomen met holten, spleten of rottingsgaten geschikt voor vleermuizen worden op kaart aangegeven en bij werkzaamheden ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van de boom gewerkt kan worden, de velrichting is altijd van de kolonieboom afgekeerd. Overige zoogdieren: Bomen met nesten van Eekhoorns die in gebruik zijn worden in de voortplantingsperiode (1 februari 30 september) op kaart aangegeven en bij werkzaamheden ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Broedvogels: Bomen met nesten of holen van broedvogels die in gebruik zijn worden ontzien. Bomen met bewoonde of bewoonbare horsten van roofvogels worden ontzien. Zie voor specificaties de verschillende soortkalenders. Reptielen (levendbarende hagedis): Bij het vellen en verwijderen van materiaal worden rust- en verblijfplaatsen als bladhopen, oeverstroken en bosranden ontzien. Als de plek onderdeel is van een overwinteringplaats wordt in overleg met de flora- en faunamedewerker bepaald of en hoe de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. Amfibieën: Bij het vellen en verwijderen van materiaal worden voortplantingswateren en hun oeverstroken ontzien. Vissen: Bij het vellen en verwijderen van materiaal worden voortplantingswateren en hun oeverstroken ontzien. Insecten: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 16

17 C. Snoeien van houtige sierbegroeiing Van toepassing op de Zundertse beheergroepen: 8. Heesters / botanische rozen 9. Bodembedekkende heesters 10. Struikrozen 15. Strakke haag 16. Blokhaag Snoeien is het hele jaar door mogelijk zonder maatregelen, als geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn. Wanneer soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, is snoeien in de kwetsbare periode onder voorwaarde (geel) toegestaan. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Periode / soorten Jan feb Mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Reptielen Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Voorwaarden waaronder werkzaamheden in de gele periode kunnen worden uitgevoerd: Planten: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 17

18 Vleermuizen: Niet van toepassing. Overige zoogdieren: Niet van toepassing. Broedvogels: Nesten van broedvogels die in gebruik zijn worden op kaart gemarkeerd en bij snoeien en knippen ontzien. In overleg met de stafmedewerker ecologie, zijn vervanger of Ecoloog wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Reptielen: Niet van toepassing. Amfibieën: Niet van toepassing. Vissen: Niet toepassing Insecten: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 18

19 D. Verwijderen van opgaande begroeiing, struweel, bosplantsoen, bomen en/of laanbeplanting Van toepassing op de Zundertse beheergroepen: 1. Boom in beplanting 2. Boom in gras 3. Boom in verharding 4. Knotboom 5. Lei-/vormboom 6. Boom buitengebied 7. Bosplantsoen 8. Heesters / botanische rozen 9. Bodembedekkende heesters 10. Struikrozen 15. Strakke haag 16. Blokhaag Bij verwijderen van opgaande begroeiing moet rekening worden gehouden met beschermde planten, zoogdieren, amfibieën en broedvogels. Bij negatieve effecten op tabel 3 soorten (vleermuizen, Ringslang, Rugstreeppad) en horsten van roofvogels of andere vogels met vaste rust- en verblijfplaatsen is ontheffing op grond van de Flora- en faunawet noodzakelijk. Voordat werkzaamheden kunnen plaatsvinden dient te worden vastgesteld of: beschermde planten aanwezig zijn; er nesten van vogels aanwezig zijn die in gebruik zijn; of er bomen met vaste verblijfplaatsen van vogels (kolonie, horsten van roofvogels, spechten) aanwezig zijn; of er verblijfplaatsen van vleermuizen in bomen aanwezig zijn, en zo ja wat het feitelijk gebruik van een boom door vleermuizen is (winterverblijf, kraamverblijf, paarverblijf); of de begroeiing deel uitmaakt van een belangrijke essentiële vliegroute van vleermuizen. of de werkzaamheden pas uitgevoerd moeten worden op het moment dat vogels en/of vleermuizen geen gebruik maken van de begroeiing (mitigeren). of bomen met horsten, holen van spechten, verblijfplaatsen van vleermuizen gespaard moeten worden. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het object gewerkt kan worden. of er een ontheffing op grond van de Ff-wet aangevraagd moet worden omdat er horsten, holen van spechten of verblijfplaatsen van vleermuizen aanwezig zijn, of de begroeiing deel uitmaakt van een belangrijke essentiële vliegroute van vleermuizen en als vernieling, beschadiging of verontrusting onvermijdelijk zijn. Of het nodig is om, bij het verwijderen van grote oppervlakten aaneengesloten en dichte vegetatie, vanuit één zijde te werken zodat dieren kunnen ontsnappen. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 19

20 Periode / soorten jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Planten Broedvogels Vleermuizen zomerverblijf Vleermuizen winterverblijf Eekhoorn Levenbarende hagedis vinpootsalamander Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Voorwaarden waaronder werkzaamheden in de gele periode kunnen worden uitgevoerd: Planten: Bij werkzaamheden in het groeiseizoen en na de zaadzetting worden beschermde planten uitgestoken en op geschikte groeiplaatsen in de nabije omgeving overgezet. Beschermde planten die na de zaadzetting niet meer zichtbaar zijn worden van tevoren gemarkeerd. De precieze periode verschilt per soort; van geval tot geval dus nagaan! Broedvogels: Er wordt gewerkt buiten het broedseizoen, buiten deze periode worden eventueel aangetroffen nesten met broedsel die in gebruik zijn ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Vleermuizen zomerverblijven: Er wordt gewerkt buiten de kraamperiode; een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet moet aanwezig zijn. Werkzaamheden worden uitgevoerd wanneer de dieren afwezig zijn: de precieze periode verschilt per soort; van geval tot geval dus nagaan! Vleermuizen winterverblijven: Er wordt gewerkt buiten de periode van overwintering; een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet moet aanwezig zijn. De werkzaamheden worden uitgevoerd wanneer de dieren afwezig zijn: de precieze periode verschilt per soort; van geval tot geval dus nagaan! Eekhoorn: Er wordt in principe gewerkt buiten het voortplantingsseizoen; van geval tot geval dus nagaan! Levenbarende hagedis vinpootsalamander,kamsalamander en Alpenwatersalamander: Beplanting op verblijfplaatsen van reptielen en of amfibieën wordt voor het verwijderen gecontroleerd op aanwezige dieren. Eventueel aangetroffen individuen worden verplaatst naar een geschikte biotoop in de omgeving. Een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet moet aanwezig zijn. Als de plek onderdeel is van een overwinteringsplaats wordt in overleg met de flora- en faunamedewerker bepaald of en hoe de werkzaamheden uitgevoerd kunnen worden. Een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet moet aanwezig zijn. De precieze periode verschilt per soort; van geval tot geval dus nagaan! Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 20

21 E. Maaien van kruidige begroeiing met jaarlijks extensief onderhoud Van toepassing op de Zundertse beheergroepen: 19. Berm / Braak Maaien is het hele jaar door mogelijk zonder maatregelen, als er geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn in de directe omgeving van de maaiactiviteit. Wanneer soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, is maaien in de kwetsbare periode niet (rood) of onder voorwaarde (geel) toegestaan. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Periode / soorten jan feb mrt apr Mei jun jul aug sep okt nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Reptielen Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Voorwaarden waaronder werkzaamheden in gele periode kunnen worden uitgevoerd: Planten: Groeiplaats van beschermde planten (tabel 2 soorten o.a. orchideeën) worden in het veld gemarkeerd en bij maaien ontzien. De groeiplaats wordt na de zaadzetting van betreffende soort(en) gemaaid. Zie voor specificaties per soort de verschillende kalenders. Vleermuizen: Niet van toepassing. Broedvogels: Nesten van broedvogels die in gebruik zijn worden op kaart aangegeven en bij maaien ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Zie voor specificaties per soort de soortkalenders. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 21

22 Reptielen (levendbarende hagedis): Grasvegetaties met schuil- en rustplekken van levendbarende hagedis worden met de vingerbalk of handmatig gemaaid, gefaseerd maaien zodanig dat minimaal 50% aaneengesloten vegetatie blijft staan om dieren dekking te bieden. Amfibieën: Percelen grenzend aan wateren met amfibieën worden overdag en niet bij regenachtig weer, in de periode juni september gemaaid. De volwassen dieren trekken in het voorjaar s avonds naar het water, de jonge dieren kunnen het water op regenachtige zomerdagen massaal verlaten. Wanneer er een situatie ontstaat dat er gedurende het maaien massaal amfibieën tussen het gras aanwezig zijn, dan moet het maaien onmiddellijk gestaakt worden en moet in overleg met de flora- en faunamedewerker worden bepaald wanneer de werkzaamheden kunnen worden hervat. Vissen: In de paaitijd worden voortplantingswateren en hun oeverstroken ontzien. Insecten: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 22

23 F. Maaien en overige onderhoudswerkzaamheden van kruidige- en sierbegroeiing met jaarlijks onderhoud en/of vervanging Van toepassing op de Zundertse beheergroepen: 11. Vaste planten 12. Wisselperk 13. Bloembak vast 14. Bloembak los 17. Gazon 18. Speelveld / trapveld 20. Graskant hard 21. Graskant zacht 22. Evenemententerrein 23. Grassportveld 24. Atletiekbaan Het betreft beheergroepen met een beperkte betekenis voor beschermde planten en dieren. Maaien is het hele jaar door mogelijk zonder maatregelen als er geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn in de directe omgeving van de maaiactiviteit. Wanneer broedvogels aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd of de beheereenheid grenst aan een voortplantingswater van amfibieën, is maaien onder voorwaarde (geel) toegestaan. Met opmaak: Links: 2,5 cm, Rechts: 2,5 cm, Boven: 2,5 cm, Onder: 2,5 cm, Afstand van voettekst tot rand: 0,3 cm Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Periode soorten jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Reptielen Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 23

24 Voorwaarden waaronder handeling in gele periode kan worden uitgevoerd: Planten: Niet van toepassing. Vleermuizen: Niet van toepassing. Overige zoogdieren: niet van toepassing. Broedvogels: Nesten van broedvogels die in gebruik zijn worden op kaart aangegeven en bij maaien en overige werkzaamheden ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Reptielen: Niet van toepassing. Amfibieën: Percelen grenzend aan wateren met amfibieën worden overdag en niet bij regenachtig weer, in de periode juni september gemaaid. De volwassen dieren trekken in het voorjaar s avonds naar het water; de jonge dieren kunnen het water op regenachtige zomerdagen massaal verlaten. Als er een situatie ontstaat dat er gedurende het maaien massaal amfibieën tussen het gras aanwezig zijn, dan dient direct het maaien te worden gestaakt en zal in overleg met de flora- en faunamedewerker worden bepaald wanneer de werkzaamheden kunnen worden hervat. Vissen: Niet van toepassing. Insecten: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 24

25 G. Maaien waterbegroeiing en overgang land-water Van toepassing op de Zundertse beheergroepen: 25. Vijver 26. Sloot Maaien is het hele jaar door mogelijk zonder maatregelen als er geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn in de directe omgeving van de maaiactiviteit. Wanneer soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn, op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, is maaien in de kwetsbare periode niet (rood) of onder voorwaarde (geel) toegestaan. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Periode soorten jan feb mrt Apr mei jun jul aug sep okt nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Voorwaarden waaronder werkzaamheden in de gele periode kunnen worden uitgevoerd: Planten: Groeiplaats van beschermde planten (tabel 2 soorten o.a. orchideeën) worden in het veld gemarkeerd en bij maaien ontzien. De groeiplaats wordt na de zaadzetting van de betreffende soort(en) gemaaid. Zie voor specificaties de per soort de soortkalenders. Vleermuizen: Niet van toepassing. Overige zoogdieren: Oevers worden met de vingerbalk of handmatig gemaaid, gefaseerd maaien zodanig dat minimaal 50% aaneengesloten vegetatie blijft staan om dieren dekking te bieden. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 25

26 Broedvogels: Nesten van broedvogels die in gebruik zijn worden gemarkeerd en bij maaien ontzien en in overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Zie voor specificaties per soort de soortkalenders. Reptielen (levendbarende hagedis): Grasvegetaties met schuil- en rustplekken van levendbarende hagedis worden met de vingerbalk of handmatig gemaaid, gefaseerd maaien zodanig dat minimaal 50% aaneengesloten vegetatie blijft staan om dieren dekking te bieden. Amfibieën: Percelen grenzend aan wateren met amfibieën worden overdag en niet bij regenachtig weer, gemaaid in de periode juni september. De volwassen dieren trekken in het voorjaar s avonds naar het water; de jonge dieren kunnen het water op regenachtige zomerdagen massaal verlaten. Wanneer er een situatie ontstaat dat er gedurende het maaien massaal amfibieën tussen het gras aanwezig zijn, dan dient direct het maaien te worden gestaakt en zal in overleg met de flora- en faunamedewerker worden bepaald wanneer de werkzaamheden kunnen worden hervat. Vissen: In de paaitijd worden voortplantingswateren en hun oeverstroken ontzien. Insecten: Oevers met Groene glazenmaker gefaseerd maaien zodanig dat minimaal 50% van de begroeiing blijft staan. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 26

27 H. Schonen en baggeren van watergangen, vijvers en poelen Van toepassing op de Zundertse beheergroepen: 25. Vijver 26. Sloot Schonen is het hele jaar door mogelijk zonder maatregelen als er geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn. Wanneer soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, is schonen of baggeren in de kwetsbare periode niet (rood) of onder voorwaarde (geel) toegestaan. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Periode soorten jan feb mrt apr mei Jun jul aug sep okt Nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Reptielen Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Voorwaarden waaronder handeling in gele periode kan worden uitgevoerd: Planten: Wateren met beschermde waterplanten schonen of baggeren in september oktober. Er moet in één richting gewerkt worden. Bij het verwijderen van de watervegetatie tussen 1 november en 1 maart wordt de waterbodem ongemoeid gelaten. Bij het verwijderen van grote oppervlakten aaneengesloten en dichte watervegetatie wordt zodanig vanuit één zijde gewerkt dat dieren kunnen ontsnappen. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 27

28 Vleermuizen: Niet van toepassing. Overige zoogdieren: Oevers worden met de vingerbalk of handmatig en gefaseerd gemaaid zodanig dat 50% aaneengesloten vegetatie blijft staan om dieren dekking te bieden. Broedvogels: In gebruik zijnde nesten van broedvogels worden op kaart aangegeven en bij het schonen of baggeren ontzien en in overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Reptielen: Als de plek onderdeel is van een overwinteringplaats wordt in overleg met de flora- en faunamedewerker bepaald of en hoe de werkzaamheden, kunnen worden uitgevoerd. Amfibieën: Schonen of baggeren in september oktober. Er wordt in één richting gewerkt. Bij het verwijderen van grote oppervlakten aaneengesloten en dichte vegetatie wordt zodanig vanuit één zijde gewerkt dat amfibieën kunnen ontsnappen. Bij schonen tussen 1 november en 1 maart wordt de bodem ongemoeid gelaten. Bij het baggeren dient rekening te worden gehouden met amfibieën die de modder inkruipen. De op de kant gezette bagger wordt in overleg met de flora- en faunamedewerker direct nagezocht op amfibieën. Gevonden exemplaren worden overgezet dan wel terug gezet. Bij overzetten alleen in hiervoor geschikt water en gelegen buiten de invloedssfeer van de werkzaamheden en bij terug zetten, na afloop van de werkzaamheden. Denk hierbij dan aan het tijdelijk verzamelen van de amfibieën waarbij de in de bakken of emmers opgeslagen dieren niet bereikbaar moeten zijn voor predatoren. Vissen: Schonen of baggeren in september november. Er wordt in één richting gewerkt. Bij het verwijderen van grote oppervlakten aaneengesloten en dichte vegetatie wordt zodanig vanuit één zijde gewerkt dat vissen kunnen ontsnappen. Bij het verwijderen van de watervegetatie tussen 1 december en 1 maart wordt de waterbodem ongemoeid gelaten. Bij het baggeren dient rekening te worden gehouden met vissen die de modder inkruipen. De op de kant gezette bagger wordt in overleg met de flora- en faunamedewerker direct nagezocht op vissen en zoetwatermossels. Gevonden exemplaren worden overgezet dan wel terug gezet. Bij overzetten alleen in hiervoor geschikt water en gelegen buiten de invloedssfeer van de werkzaamheden en bij terug zetten, na afloop van de werkzaamheden. Denk hierbij dan aan het tijdelijk verzamelen van de vissen waarbij de in de bakken of emmers opgeslagen dieren niet bereikbaar moeten zijn voor predatoren. Insecten (Groene glazenmaker): Schonen of baggeren in september oktober. Er wordt in één richting gewerkt. Gefaseerd schonen waarbij 50% van de watervegetatie en de oevervegetatie ongemoeid blijft. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 28

29 I. Plaatsen en vervangen van hekken of rasters Het betreft beheer met een beperkte betekenis voor beschermde planten en dieren. Wanneer er geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn, zijn het hele jaar door werkzaamheden mogelijk zonder maatregelen. Wanneer beschermde planten, zoogdieren, broedvogels, reptielen of amfibieën aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, zijn de werkzaamheden onder voorwaarde (geel) toegestaan. Als door het plaatsen van hekken of raster ongewenste barrièrewerking tussen leefgebieden van beschermde tabel 3 soorten (kamsalamander vinpootsalamander) optreedt en mitigatie niet mogelijk is, dan moet er een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet aangevraagd worden. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Periode soorten Jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Reptielen Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Voorwaarden waaronder werkzaamheden in de gele periode kunnen worden uitgevoerd: Planten: Bij werkzaamheden in het groeiseizoen worden beschermde planten gemarkeerd. Mocht beschadiging van de groeiplaats onvermijdelijk zijn dan worden in overleg met de groenbeleidsmedewerker of de flora- en faunamedewerker na de zaadzetting de beschermde planten uitgestoken en op geschikte groeiplaatsen in de nabije omgeving overgezet. Beschermde planten die na de zaadzetting niet meer zichtbaar zijn worden van tevoren gemarkeerd. De precieze periode verschilt per soort; van geval tot geval dus nagaan! Vleermuizen: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 29

30 Overige zoogdieren: Bij het plaatsen van hekken en rasters die niet passeerbaar zijn voor dieren wordt rekening gehouden met verblijfplaatsen van zoogdieren zoals de eekhoorn. Werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd zolang er geen sprake is van ongewenste toenemende barrièrewerking voor de dieren. De ongewenstheid wordt bepaald door de flora- en faunamedewerker. Broedvogels: Bij werkzaamheden in het broedseizoen nabij bosplantsoen of opgaande begroeiing wordt rekening gehouden met broedvogels. In gebruik zijnde nesten van broedvogels worden op kaart aangegeven en bij werkzaamheden ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Reptielen: Bij het plaatsen van hekken en rasters die niet passeerbaar zijn voor de levendbarende hagedis wordt rekening gehouden met de voortplantingsplaatsen, zomer- en winterverblijven van de levendbarende hagedis. De werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd zolang er geen sprake is van ongewenste toenemende barrièrewerking voor de levendbarende hagedis. De ongewenstheid wordt bepaald door de flora- en faunamedewerker. Amfibieën: Bij het plaatsen van hekken en rasters die niet passeerbaar zijn amfibieën wordt rekening gehouden met de voortplantingsplaatsen, zomer- en winterverblijven van amfibieën. De werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd zolang er geen sprake is van ongewenste toenemende barrièrewerking voor amfibieën. De ongewenstheid wordt bepaald door de flora- en faunamedewerker. Vissen: Niet van toepassing. Insecten: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 30

31 J. Onderhoud, schoonspuiten en kleine herstelwerkzaamheden van muren langs grachten, bruggen, sluizen en kunstwerken Werkzaamheden zijn het hele jaar door mogelijk zonder maatregelen als er geen soorten uit tabel 2 en tabel 3 aanwezig zijn in de directe omgeving van de beheeractiviteit. Wanneer vogels of vleermuizen aanwezig zijn op de plaats waar werkzaamheden worden uitgevoerd, zijn werkzaamheden in de kwetsbare periode niet (rood) of onder voorwaarde (geel) toegestaan. Voor een overzicht van de perioden en voorwaarden zie onderstaand schema. Periode soorten jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Planten Vleermuizen Overige zoogdieren Broedvogels Reptielen Amfibieën Vissen Insecten Geen maatregelen nodig wel Algemene zorgplicht van toepassing Activiteit uitvoeren onder voorwaarden (zie onder) Activiteit niet uitvoeren Voorwaarden waaronder handeling in gele periode kan worden uitgevoerd: Planten: Groeiplaatsen van beschermde planten (tabel 2 soorten o.a. verschillende soorten muurvarens, Gele helmbloem etc.) worden gemarkeerd en bij de onderhoudswerkzaamheden ontzien. De groeiomstandigheden worden bij herstelwerkzaamheden waar mogelijk en volgens het advies van de flora- en faunamedewerker terug gebracht. Als goede maatregelen worden getroffen om uitdroging, beschadiging, etc. te voorkomen dan kunnen in principe de werkzaamheden jaarrond plaatsvinden en bij voorkeur in de periode tussen 1 november en 1 april. Vleermuizen: Niet van toepassing. Zoogdieren: Niet van toepassing. Broedvogels: Nesten van broedvogels die in gebruik zijn worden op kaart aangegeven en bij de werkzaamheden ontzien. In overleg met de flora- en faunamedewerker wordt bepaald tot welke afstand er van het nest gewerkt kan worden. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 31

32 Reptielen: Als de plek onderdeel is van een overwinteringplaats wordt in overleg met de flora- en faunamedewerker bepaald of en hoe de werkzaamheden, kunnen worden uitgevoerd. Amfibieën: Als de plek onderdeel is van een overwinteringplaats wordt in overleg met de flora- en faunamedewerker bepaald of en hoe de werkzaamheden, kunnen worden uitgevoerd. Vissen: Niet van toepassing. Insecten: Niet van toepassing. Leidraad Flora en Faunawet gemeente Zundert Het beheer van de openbare ruimte 32