Nieuwe nieuwkomers Onderzoek naar het welzijn van buitenlandse jongeren tussen de 12 en 18 jaar die als gevolg van een relatie van hun buitenlandse

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuwe nieuwkomers Onderzoek naar het welzijn van buitenlandse jongeren tussen de 12 en 18 jaar die als gevolg van een relatie van hun buitenlandse"

Transcriptie

1 Nieuwe nieuwkomers Onderzoek naar het welzijn van buitenlandse jongeren tussen de 12 en 18 jaar die als gevolg van een relatie van hun buitenlandse moeder met een Nederlandse man gemigreerd zijn naar Nederland.

2 Nieuwe nieuwkomers Onderzoek naar het welzijn van buitenlandse jongeren tussen de 12 en 18 jaar die als gevolg van een relatie van hun buitenlandse moeder met een Nederlandse man gemigreerd zijn naar Nederland. Masterscriptie Algemene Pedagogische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Juni 2008 Inge Meulenbroek Begeleider: Dr. M.C. Timmerman Medebeoordelaar: Dr. P.R. Schreuder Uitgevoerd in opdracht van LOWAN-VO in samenwerking met Enova, Emancipatie adviesbureau Drenthe. Mede gefinancierd door de provincie Drenthe. 2

3 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Aanleiding Vraagstelling Opbouw scriptie Methoden Literatuuronderzoek De enquête Interviews Theoretisch kader Inleiding Adolescentie Adolescentie & migratie Cultuur en Opvoeding Opvoeden van nieuwe nieuwkomers in de adolescentiefase Stiefgezinnen Echtscheiding Gemengde relaties/huwelijken Conclusie Cijfers Centraal Bureau voor de Statistiek Enquêtes Ervaringen rondom migratie Thuissituatie School Welzijn Samenvatting Interviews Conclusies en aanbevelingen Conclusies Discussie Aanbevelingen Literatuur Bijlagen

4 Voorwoord Met dit onderzoek studeer ik af aan de studie Pedagogische Wetenschappen. Een studie die ik met veel plezier heb gevolgd. Ik ben blij dat ik op het moment dat ik op zoek was naar een onderwerp voor het afstuderen ik de opdracht voor dit onderzoek tegen ben gekomen. Dit onderzoek gaat over buitenlandse jongeren tussen de twaalf en achttien jaar die als gevolg van de relatie van hun moeder met een Nederlandse man naar Nederland verhuizen. De ingewikkelde situatie waarin deze jongeren zich bevinden (nieuw land, nieuw huis en een stiefvader) maakt dat dit onderzoek mij geen moment verveeld heeft. Ik had er nooit eerder bij stil gestaan dat er onder de naar school gaande jongeren zich een groep bevindt die nog niet zo lang in Nederland woont. De jongeren uit de doelgroep, maar ook asielzoekerkinderen en AMA s (alleenstaande minderjarige asielzoekers). Alledrie de groepen jongeren hebben op mij een diepe indruk achter gelaten. Deze jongeren hebben stuk voor stuk hun vaderland achter moeten laten en moeten het in Nederland hun leven weer oppakken. Terwijl adolescent zijn al moeilijk genoeg is, worden zij iedere dag weer geconfronteerd met het feit dat ze in een andere cultuur leven. Deze jongeren gaan naar scholen waar ze de mogelijkheid hebben om de Nederlandse taal te leren. Dit gebeurd in zogenaamde Internationale SchakelKlassen (ISK s). Het verrichten van dit onderzoek in samenwerking met de jongeren zelf, met de docenten en hulpverleners is een ervaring die ik niet had willen missen. Graag wil op deze plek een aantal mensen bedanken die mij geholpen hebben bij het stand komen van dit onderzoek. Allereerst Greetje Timmerman en Pauline Schreuder, mijn begeleiders van de universiteit. Ik wil hen bedanken voor hun prettige feedback. Mariele Mijnlieff van Enova emancipatie adviesbureau Drenthe wil ik bedanken voor haar kennis, input en ondersteuning. Annet Jansen van Lowan en Timpaan Onderwijs wil ik bedanken voor haar hulp bij dit onderzoek, met name voor haar hulp bij het vinden van de doelgroep. Alle professionals die deel hebben uitgemaakt van de klankbordgroep wil ik bedanken voor hun enorme betrokkenheid bij het onderzoek. Hun praktijkervaringen en kennis hebben mij erg geholpen. Verder wil ik alle docenten en hulpverleners die mee hebben gewerkt aan dit onderzoek bedanken. Tenslotte wil ik mijn vriend, familie en vriendinnen bedanken voor hun steun tijdens het schrijven van deze scriptie. 4

5 1. Inleiding 1.1 Aanleiding LOWAN-vo, de Landelijke Onderwijs Werkgroep voor Asielzoekers en Nieuwkomers (voortgezet onderwijs) signaleert een opvallende toename van kinderen afkomstig uit nieuwe EU-landen in het eerste opvangonderwijs anderstaligen (VO). Het Drenthe College bevestigt dat in de inburgeringcursussen sprake is van een toename van het aantal vrouwelijke deelnemers afkomstig uit de nieuwe EU-landen. Het betreft een groep vrouwen die bijvoorbeeld via internet in contact komen met een Nederlandse man. Moeder en kind(eren) komen vervolgens naar Nederland om met deze man een nieuw bestaan op te bouwen. Voorondersteld wordt dat deze gezinsvorming niet altijd vlekkeloos verloopt. Huiselijk geweld, vroegtijdig schoolverlaten en economische afhankelijkheid zijn mogelijke problemen. Tijdens diverse gesprekken met docenten en andere medewerkers van de Eerste Opvang Anderstaligen werd duidelijk dat de gezinsvorming en de mogelijke problematiek zoals hierboven uitgelegd vergelijkbaar is met gezinnen waarvan de moeders en kinderen afkomstig zijn uit andere landen dan de nieuwe EU-landen, zoals de Filippijnen, Thailand, Colombia, Brazilië en Dominicaanse Republiek. Daarom nemen de jongeren afkomstig uit deze landen ook deel aan dit onderzoek. LOWAN-vo heeft Enova emancipatie adviesbureau Drenthe benaderd om een onderzoek te ontwikkelen en uit te voeren naar deze doelgroep. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de provincie Drenthe. Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de situatie van jongeren in nieuw samengestelde gezinnen in de provincie Drenthe. 1.2 Vraagstelling Hoe verloopt de opvoeding (gezin, school) van buitenlandse jongeren (12-18 jaar) met een Nederlandse stiefvader en een biologische, buitenlandse moeder? Is dit specifiek voor deze groep? 5

6 Onderzoeksvragen: 1. Wat is de omvang van de groep vrouwen en kinderen (12-18 jaar) in Nederland die afkomstig zijn uit de landen Polen, Tsjechië, Hongarije, Slowakije, Rusland, Wit-Rusland, Filippijnen, Thailand, Colombia, Brazilië en Dominicaanse Republiek en is deze groep toegenomen in de jaren ? 2. Wat zijn de ervaringen van jongeren uit de doelgroep met het leven in Nederland (thuissituatie, het naar school gaan, hulpverlening, vrijetijdsbesteding)? Hoe specifiek is het beeld dat de jongeren over hun situatie schetsen in vergelijking met de situatie van asielzoekerjongeren en autochtone jongeren? 3. Wat zijn de ervaringen van mensen die in hun werk met de doelgroep in aanraking (kunnen) komen met de doelgroep? Is de doelgroep bijvoorbeeld bekend bij diverse hulpverleningsinstanties en politie/justitie? Wat zijn de ervaringen met de doelgroep van mensen uit het onderwijs, die dagelijks met de doelgroep in aanraking komen? 1.3 Opbouw scriptie In het volgende hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het onderzoek is uitgevoerd. Hoofdstuk drie is een weergave van het literatuuronderzoek. Hoofdstuk vier is eerste resultatenhoofdstuk, met daarin het antwoord op de vraag of de groep nieuwe nieuwkomers in Nederland aan het toenemen is. Hoofdstuk 5 gaat over de ervaringen van de jongeren zelf. In hoofdstuk 6 staan de uitkomsten van de interviews met de professionals. De scriptie wordt afgerond met conclusies, discussie en aanbevelingen. 6

7 2. Methoden In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe het onderzoek is uitgevoerd. Allereerst wordt aandacht besteed aan de uitvoering van het literatuuronderzoek, daarna de enquêtes en de interviews. In het begin van dit onderzoek heeft Enova een klankbordgroep opgestart. Deze klankbordgroep bestaat uit tien professionals afkomstig uit het onderwijs (ISK Stadskanaal, LOWAN) en de hulpverlening (Jeugdzorg Drenthe, AMW Noordermaat en Pharos). Deze klankbordgroep is opgestart met als doel de ervaringen van de leden te gebruiken ter ondersteuning van het onderzoek. De klankbordgroep heeft bijvoorbeeld geholpen bij het bepalen van het onderzoeksontwerp, de weg te wijzen naar sleutelfiguren en het ontwikkelen van de vragenlijsten. Tijdens een aantal bijeenkomsten konden de leden van de klankbordgroep hun feedback geven op stukken die naar hen opgestuurd waren. 2.1 Literatuuronderzoek Het literatuuronderzoek is een weergave van de gevonden informatie in (recente) pedagogische, psychologische en sociologische literatuur. Het doel van dit literatuuronderzoek is een inventarisatie van wetenschappelijk onderzoek naar de factoren die een rol spelen in het leven van nieuwe nieuwkomers. 2.2 De enquête Om erachter te komen hoe jongeren uit de doelgroep de migratie en de periode na de migratie ervaren is aan een aantal jongeren een vragenlijst voorgelegd. Een zelfde soort vragenlijst is ook voorgelegd aan jongeren die ook een migratie hebben mee gemaakt, maar niet tot de doelgroep behoren (controlegroep 1). De tweede controlegroep wordt gevormd door een groep jongeren uit het reguliere onderwijs (controlegroep 2). Deze controlegroepen hebben als doel de resultaten van de doelgroep te vergelijken, zodat bepaald kan worden of bepaalde ervaringen te maken hebben met de migratie die ze hebben meegemaakt (in vergelijking met controlegroep 1) of met de adolescentiefase waarin de doelgroep zich bevindt (vergelijking met controlegroep 2). Een verschil in 7

8 ervaringen van de doelgroep met de ervaringen van beide controlegroepen zegt mogelijk iets over de specificiteit van de ervaringen van de doelgroep. Voor dit onderzoek zijn drie vragenlijsten ontwikkeld. Een vragenlijst voor de doelgroep en twee vragenlijsten voor de twee controlegroepen. De vragenlijst voor de doelgroep omvat zeer diverse onderwerpen, met als doel de ervaringen van de doelgroep met betrekking tot de migratie en de periode na de migratie zo goed mogelijk in kaart te kunnen brengen. De zevenenvijftig vragen in de vragenlijst zijn ondergebracht bij vier onderwerpen. 1. Thuis. De migratie heeft voor de respondenten uit de doelgroep veel veranderingen op het gebied van het gezinsleven tot gevolg, een nieuw gezin moet gevormd worden. Daarom wordt in dit gedeelte van de vragenlijst gevraagd naar de ervaring van de respondenten met betrekking tot deze veranderingen. 2. School. Het naar school gaan is een belangrijk deel in het leven van adolescenten. Voor migrantenjongeren is het de plek waar ze de Nederlandse taal leren. In dit gedeelte van de vragenlijst wordt de respondent daarom gevraagd naar zijn/haar ervaringen met betrekking tot het naar school gaan en het leren van de Nederlandse taal. 3. Vrije tijd. Door te vragen naar hoe de respondenten hun vrije tijd besteden en met wie (familie en/of vrienden en welke nationaliteit hebben de vrienden?) wordt geprobeerd een beeld te krijgen hoe de respondenten na de migratie hun vrije tijd besteden. 4. Beleving na verhuizing. Om erachter te komen hoe de respondent de migratie beleefd heeft, wat hij/zij nu vindt van het wonen in Nederland en hoe het contact is met mensen uit het land van herkomst. Daarnaast een aantal vragen over het hebben van problemen, om erachter te komen of de respondent problemen ervaart. In de vragenlijsten voor de beide controlegroepen staan dezelfde vragen als in de vragenlijst voor de doelgroep, alleen minder. De vragen over onderwerpen die niet van toepassing zijn op beide controlegroepen zijn weg gelaten. In de vragenlijst voor controlegroep 1 zijn vragen over scheiding van biologische ouders en het contact met de biologische vader weg gelaten. Deze vragen zijn ook weg gelaten in de vragenlijst voor 8

9 controlegroep 2. Daarnaast zijn de vragen over migratie in de vragenlijst voor controlegroep 2 ook weg gelaten, aangezien dat voor de meeste respondenten uit controlegroep 2 niet van toepassing is. Leden van de klankbordgroep hebben vervolgens gekeken naar de onderwerpen van de vragenlijst en het taalgebruik. Omdat verwacht werd dat niet alle respondenten de Nederlandse taal goed zouden beheersen, was het belangrijk het taalgebruik zo eenvoudig mogelijk te houden. Ook is er bij twee respondenten een proefvragenlijst afgenomen, met name om te kijken of de vragen goed te begrijpen waren. Na enkele aanpassingen is de vragenlijst voorgelegd aan de respondenten. Zie bijlage voor de vragenlijsten. Het benaderen van de respondenten ging als volgt. Allereerst is telefonisch contact gezocht met de coördinator van de school. In de meeste gevallen is de coördinator gaan onderzoeken of de doelgroep op zijn/haar school aanwezig is en of docenten bereid waren mee te werken aan het onderzoek. Als dit akkoord was, werd er contact opgenomen met de desbetreffende docent. Vervolgens werden er toestemmingsformulieren (om toestemming van de ouders te vragen) opgestuurd en een brief met daarin een korte uitleg voor de respondenten. Nadat de respondenten de toestemmingsformulieren hadden ingeleverd bij de docent werd met de docent een afspraak gemaakt om de vragenlijsten aan de respondenten voor te leggen. Na een korte instructie werden de vragenlijsten uitgedeeld en konden de respondenten deze invullen. Hieronder volgt een omschrijving van de respondenten die hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Respondenten uit de doelgroep (omschrijving, respons) Buitenlandse jongeren tussen de twaalf en achttien jaar komen op een school terecht waar een speciale klas is in gericht voor migrantenkinderen (ook wel taalklassen of Internationale Schakelklassen ISK genoemd). In deze klassen leren de leerlingen met name de Nederlandse taal. De meeste jongeren verblijven gemiddeld twee jaar in deze klas, waarna ze doorstromen naar het voortgezet- of vervolgonderwijs. Ook de doelgroep komt in dit soort klassen terecht. Deze klassen zijn dan ook de plekken geweest waar de respondenten voor dit onderzoek gevonden zijn. De zoektocht naar respondenten uit de doelgroep begon allereerst in Drenthe, aangezien dat de provincie is waar het onderzoek zich op richt. In Drenthe zijn twee ISK s, één in Assen en één in Emmen. Al gauw bleek 9

10 dat er zich in Drenthe niet voldoende respondenten bevonden. Daarom zijn er ook scholen in de provincies Groningen en Friesland benaderd In onderstaande tabel staat hoe veel respondenten uit de doelgroep benaderd zijn en hoe veel respondenten uiteindelijk hebben deel genomen aan het onderzoek. Tabel 1. Respons doelgroep School Benaderd Deelname Niet aanwezig Voortgezet Onderwijs, Emmen O.S.G. Dr. Nassau College Assen O.S.G. Singelland Drachten Röling College Groningen Geen toestemming * Onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal Totaal *Twee respondenten uit deze groep wonen met een stiefmoeder en hun biologische vader in huis. Omdat hun thuissituatie verschilt met die van de doelgroep, is besloten de resultaten van deze twee respondenten niet mee te nemen in het onderzoek. In totaal zijn er 26 bruikbare ingevulde enquêtes. Tabel 2. Geslacht doelgroep Geslacht Man Vrouw Niet ingevuld Aantal In de doelgroep bevinden zich 11 jongens, 12 meisjes. Drie respondenten hebben niet ingevuld wat hun geslacht is. Tabel 3. Leeftijd doelgroep Leeftijd Totaal Totaal De leeftijd van de doelgroep ligt tussen de 12 en 18 jaar, met de meeste respondenten in de leeftijd van 14, 15 en 16 jaar. 10

11 Tabel 4. Land van herkomst doelgroep Land van herkomst Aantal Brazilië 6 Polen 4 Thailand 3 Tsjechië 2 Indonesië 2 Wit-Rusland 2 China 1 Oekraïne 1 Dominicaanse Republiek 1 Colombia 1 Venezuela 1 Kameroen 1 Rusland 1 Totaal 26 De 26 respondenten komen uit 13 verschillende landen. De meeste respondenten komen uit Oost-Europa (10), gevolgd door Zuid Amerika (9) en Azië (6). Slechts een respondent komt uit Afrika. Tabel 5. Aantal maanden/jaren in Nederland doelgroep Aantal jaren in 0 >1 jaar 1 >2 jaar > 2 jaar Nederland Aantal In deze tabel is te zien dat de meeste respondenten nog maar kort in Nederland zijn (korter dan een jaar). 12 van de 26 respondenten zijn langer dan een jaar in Nederland (en korter dan 4 jaar). Van de 26 respondenten uit de doelgroep, wonen er 24 in huis met hun biologische moeder en stiefvader. Twee respondenten wonen alleen met hun biologische moeder (waarvan één ook met een zus), de stiefvader woont niet (meer) thuis. Aan de jongeren is de vraag gesteld welk opleidingsniveau hun moeders en hun stiefvaders hebben. Omdat de meeste respondenten het werk van hun moeder en stiefvader hebben ingevuld, kan niet gezegd worden of er sprake is van een opleidingsverschil tussen de partners. Uit de antwoorden blijkt wel dat een aanzienlijk deel van de moeders wel werk heeft of naar school gaat (n=12) en dat een andere groep geen werk heeft of naar school gaat (n=5). Helaas is van negen respondenten onbekend of hun moeders werk hebben of naar school gaan. 11

12 Aan 19 respondenten is de vraag gesteld of moeder en stiefvader samenwonen of getrouwd zijn. Zes respondenten geven aan dat hun moeder en stiefvader getrouwd zijn vóór de verhuizing naar Nederland en twee na de verhuizing. Van tien respondenten zijn de stiefvader en moeder niet getrouwd, maar wonen wel samen. De stiefvader van één respondent woont niet (meer) thuis. Tabel 7. Woonsituatie vóór de verhuizing Woonsituatie vóór de verhuizing Aantal Met biologische moeder en biologische vader 2 Met biologische moeder 8* Met een ander familielid/leden (tante, oma, opa, 8 etc) Met biologische moeder en stiefvader 8** Totaal 26 *Vijf van de acht respondenten woonden in huis met hun biologische moeder en met andere familieleden, zoals oma s, opa s, ooms en tantes. Drie woonden alleen met moeder in huis. **Onduidelijk is of deze stiefvader dezelfde is als de stiefvader met wie ze na de verhuizing in huis woonden of nog steeds wonen (de Nederlandse mannen). Uit de tabel valt af te lezen dat 8 van de 26 respondenten voor een periode gescheiden zijn geweest van hun moeder. De helft van alle respondenten woonde voor de verhuizing met andere familieleden in huis. In de volgende tabel is te zien hoe de situatie van de doelgroep met betrekking tot broers en zussen is. 12

13 Tabel 8. Situatie broers/zussen Situatie broers/zussen Aantal respondenten Percentage Alleen broer(s) en/of zus(sen) in land van herkomst 5 21% Alleen broer(s) en/of zus(sen) in Nederland (thuis)* 4 17% Broer(s) en/of zus(sen) in Nederland en in eigen land 8** 33% Zus(je) en halfzus(je) thuis 1 4% Halfzus(je) thuis 1 4% Helemaal geen broers en zussen 5 21% Totaal % *We hebben de respondenten alleen gevraagd of ze broers en/of zussen hebben die ook thuis wonen. Mogelijk hebben de respondenten zussen en broers die niet thuis wonen. **Van deze groep hebben drie van de acht respondenten bij de vragen aantal zussen en/broers in Nederland en aantal broers en/of zussen in eigen land exact hetzelfde antwoord gegeven. Het zou kunnen dat deze respondenten inderdaad evenveel broers en zussen in Nederland hebben wonen als in hun eigen land, maar het zou ook kunnen dat ze de vraag verkeerd begrepen hebben en onder eigen land Nederland verstaan hebben. We kunnen wel met zekerheid zeggen dat deze drie respondenten broers en/of zussen hebben die op dit moment bij ze in huis wonen, maar niet of deze respondenten ook broers en/of zussen hebben wonen in hun land van herkomst. Meer dan de helft (54%) van de respondenten heeft broers en/of zussen die in het land van herkomst wonen. Twee respondenten geven aan een halfzus te hebben. De stiefvaders van de helft van deze groep respondenten hebben naast een partner ook minimaal twee stiefkinderen erbij gekregen. Tabel 9. Scheiding ouders - Doelgroep Scheiding ouders Totaal Vlak voor de verhuizing jaar voor de verhuizing jaar of nog langer voor de verhuizing 8 Kan ik me niet herinneren 5 Niet ingevuld 3 Vraag niet voorgelegd 7 Totaal 26 Uit deze tabel blijkt dat de scheiding van de biologische ouders van de respondenten in veel gevallen al langer dan vier jaar geleden heeft plaats gevonden (groep 4-6 jaar geleden en waarschijnlijk ook de groep kan ik me niet herinneren ). De ouders van drie respondenten zijn recent gescheiden (tot drie jaar geleden). 13

14 Tabel 10. Scheiding biologische ouders en contact nu - Doelgroep Biologische ouders Totaal Geen contact 8 Soms en ruzie 3 Soms, bijna nooit ruzie 2 Veel en goed contact 4 Niet ingevuld 2 Vraag niet voorgelegd 7 Totaal 26 In deze tabel is te zien dat het contact tussen de biologische ouders van de respondenten in veel gevallen niet goed is. In 11 van de 19 gevallen hebben de ouders slecht contact of helemaal geen contact. In 6 van de 19 gevallen is er nog wel (goed) contact. Slecht of helemaal geen contact komt dus vaker voor dan wel (goed) contact Controlegroep 1 (omschrijving, respons) De respondenten uit controlegroep 1 zitten, net als de doelgroep, ook in een ISK of een taalklas. Deze jongeren komen net als de doelgroep uit het buitenland. De reden van migratie verschilt van de doelgroep. Deze jongeren zijn meestal gemigreerd vanwege politieke of economische redenen en niet vanwege een relatie. Tabel 1. Respons controlegroep 1, migrantenkinderen School Benaderd Deelname Niet aanwezig Geen Voortgezet Onderwijs Emmen O.S.G Dr. Nassau College Assen Röling College Groningen toestemming Totaal

15 Tabel 2. Geslacht controlegroep 1 Geslacht Jongen Meisje Niet ingevuld Totaal Aantal Controlegroep 1 bestaat uit 14 jongens, 13 meisjes en 1 respondent waarvan het geslacht niet bekend is. Tabel 3. Leeftijd controlegroep 1 Leeftijd Niet Totaal ingevuld Aantal De leeftijden van de respondenten uit controlegroep 1 liggen tussen 13 en 20 jaar, met de meeste in de leeftijd van 14, 15, 16 jaar (dit is ook bij de doelgroep het geval). Tabel 4. Aantal jaar/maanden in Nederland Controlegroep 1 Aantal jaren in 0 >1 jaar 1 >2 jaar > 2 jaar Onbekend Nederland Aantal In deze tabel is te zien dat de meeste respondenten langer dan een jaar in Nederland zijn. De respondenten uit controlegroep 1 zijn over het algemeen langer in Nederland in dan de doelgroep. Het verschil is met name groot bij de groep die korter dan een jaar in Nederland is, deze groep is in de doelgroep namelijk veel groter. Bij het interpreteren van de resultaten zal hier rekening mee moeten worden gehouden, aangezien dit een effect kan hebben op het beantwoorden van de vragen. De ervaringen met betrekking tot het wonen in Nederland zijn voor respondenten die langer in Nederland wonen bijvoorbeeld mogelijk anders dan voor respondenten die nog maar een paar maanden in Nederland zijn. Daarnaast hebben de respondenten uit de doelgroep de Nederlandse taal mogelijk minder goed onder de knie dan controlegroep 1, waardoor zij mogelijk meer moeite gehad hebben met het invullen van de vragenlijst. Dit kan ook een effect hebben op de resultaten. In de volgende tabel is te zien uit welke landen de respondenten afkomstig zijn. 15

16 Tabel 5. Land van herkomst Controlegroep 1 Land van herkomst Aantal China 6 Turkije 4 Iran 2 Kongo 2 Burundi 2 Polen 2 Dominicaanse Republiek 1 Guinee 1 Pakistan 1 Irak 1 Tsjechië 1 Liberia 1 Bulgarije 1 Afghanistan 1 Albanië 1 onbekend 1 Totaal 28 De landen van herkomst verschillen met die van de doelgroep. De meeste respondenten komen uit landen uit het Midden-Oosten (8), gevolgd door respondenten uit Azië (7), Afrika (6) en Oost-Europa (5). Tabel 6. Woonsituatie Controlegroep 1 Ouders/verzorgers Jongens Meisjes Gesl. onbekend Totaal Vader en moeder Alleen vader Alleen moeder Vader en (stief/pleeg)moeder Moeder en (stief/pleeg)vader Geen ouders, hebben van stiefouders onbekend Geen ouders, wel pleegouder(s) Geen ouders, wel tante Totaal Uit deze tabel blijkt dat voor veel respondenten een normaal gezin helemaal niet zo vanzelfsprekend is. Slechts 11 van 28 respondenten woont met zowel hun biologische vader en moeder in één huis. 22 van de 28 respondenten woont met in ieder geval één biologische ouder in huis. 6 van de 28 respondenten heeft geen ouders of woont in ieder geval niet met hun ouders in hetzelfde huis. 16

17 Tabel 7. Situatie broers/zussen migrantenkinderen Controlegroep 1 Situatie broers/zussen Aantal respondenten Percentage Alleen broer(s) en/of zus(sen) in land van herkomst 3 11% Alleen broer(s) en/of zus(sen) in Nederland (thuis)* 12 43% Broer(s) en/of zus(sen) in Nederland en in land van 7* 25% herkomst Broer thuis, broer in eigen land en twee halfzussen 1 3% Halfzus(je) en/of halfzus(je) thuis 2 7% Helemaal geen broers en zussen 3 11% Totaal % * Van deze groep hebben vier van de zeven respondenten bij de vragen aantal zussen en/broers in Nederland en aantal broers en/of zussen in eigen land exact hetzelfde antwoord gegeven. Het zou kunnen dat deze respondenten inderdaad evenveel broers en zussen in Nederland hebben wonen als in hun eigen land, maar het zou ook kunnen dat ze de vraag verkeerd begrepen hebben en onder eigen land Nederland verstaan hebben. We kunnen wel met zekerheid zeggen dat deze drie respondenten broers en/of zussen hebben die op dit moment bij ze in huis wonen, maar niet of deze respondenten ook broers en/of zussen hebben wonen in hun land van herkomst. Ook deze groep heeft een groot percentage broers en/of zussen die in het land van herkomst wonen, maar dit percentage (39%) is lager dan dat van de doelgroep (54%) Kinderen uit het regulier onderwijs (omschrijving, respons) Deze respondenten zitten allen op een VMBO school in Drenthe. Tabel 1. Respons controlegroep 2, kinderen uit het reguliere onderwijs School Benaderd Deelname Niet aanwezig Geen toestemming O.S.G Singelland Totaal De respondenten uit controlegroep 2 gaan naar dezelfde school. Tabel 2. Geslacht controlegroep 2 Geslacht Jongen Meisje Niet ingevuld Totaal Aantal In controlgroep2 bevinden zich meer jongens dan meisjes. Het verschil is groter dan bij de doelgroep en controlegroep 1. 17

18 Tabel 3. Geslacht controlegroep 2 Leeftijd Totaal Aantal De meeste respondenten uit controlegroep 2 hebben de leeftijd van 15 en 16 jaar Verwerking De antwoorden van de respondenten op de vragen zijn als volgt verwerkt. De antwoorden van alle respondenten zijn ingevoerd in het statistische programma SPSS. Met behulp van dit programma zijn de resultaten vervolgens getest op significantie (met behulp van een Chi-quadraat-toets) om te kijken of er sprake is van een significant verschil tussen de doelgroep en de beide controlegroepen. Vanwege het kleine aantal respondenten is de kans op significantie niet zo groot. Daarom is besloten niet alle vragen/stellingen te toetsen met SPSS. De significantie is wel uitgerekend van: Alle vragen waar een redelijk verschil lijkt te bestaan tussen de doelgroep en de controlegroepen. Andere belangrijke vragen/stelling, waar niet of nauwelijks een verschil te zien is, maar waarvan het wel belangrijk is om te weten of er sprake is van een significant verschil (omdat de vraag of stelling belangrijk is). 2.3 Interviews Voor dit onderzoek zijn meerdere sleutelfiguren benaderd, mensen die in hun werk in aanraking komen met de doelgroep. Uiteindelijk heeft een gesprek plaats gevonden met zeven sleutelfiguren die hieronder staan beschreven. 1. Relatie- en gezinstherapeut en trainer interculturele communicatie bij AMC Meren en in eigen praktijk. Lid van het Collectief Transcultureel Therapeuten Amsterdam en docent systeemtherapie aan het Rino- Noord-Holland. Daarnaast voorzitter van de interculturalisatie commissie van de jeugd GGZ Amsterdam (Sigra). Enkele ervaringen met jongeren uit de doelgroep. Daarnaast veel ervaring met migrantenjongeren en in het algemeen met allochtone jongeren. 18

19 2. Casemanager van Bureau Jeugdzorg Drenthe. Als casemanager (en voormalig jeugdhulpverlener) en voormalig begeleider van AMA s (alleenstaande minderjarige asielzoekers), heeft zij zowel ervaring met jongeren uit de doelgroep als met andere allochtone jongeren. 3. Docente Taalwerkplaats Emmen. Vanwege haar jarenlange ervaring met migrantenjongeren en jongeren uit de doelgroep is zij benaderd voor dit onderzoek. 4. Docente Taalwerkplaats Emmen. Zij is gevraagd om deel te nemen aan dit onderzoek, vanwege haar ervaringen met de doelgroep. 5 t/m 7. Drie Jeugdagenten uit Beilen, Assen en Emmen. Drie jeugdagenten zijn gevraagd naar hun ervaringen met de doelgroep. Deze sleutelfiguren zijn op verschillende manieren benaderd, een aantal telefonisch en een aantal per . De gesprekken met één van de twee docenten en de drie jeugdagenten hebben per of telefonisch plaatsgevonden. De overige drie gesprekken hebben plaatsgevonden na het maken van een afspraak. Voor dit onderzoek is gekozen voor een open interview, omdat dit type interview het meest geschikt is om de geïnterviewden over hun ervaringen met de doelgroep te laten vertellen. Bij de interviews is gebruik gemaakt van een itemlijst zodat in de gesprekken de onderwerpen aan bod zouden komen die van belang zijn voor het onderzoek. De itemlijst bevat vragen over het beeld van de geïnterviewde over de doelgroep, de gezinssituatie en functioneren van de doelgroep op school. De gesprekken zijn opgenomen en naderhand uitgetypt, zodat de gesprekken goed geanalyseerd konden worden. Het analyseren van de uitgetypte bestanden is gedaan volgens de wijze van Baarda & De Goede (2005). Dit betekent dat de teksten zijn opgedeeld in fragmenten. Vervolgens zijn de bij elkaar passende fragmenten bij elkaar gezet. De belangrijkste punten die op deze manier naar voren kwamen zijn in een tekst verwerkt. 19

20 3. Theoretisch kader 3.1 Inleiding In de opvoedingssituatie van nieuwe nieuwkomers verandert veel. Onderwerpen waar de gezinnen mee te maken hebben zijn: adolescentie, echtscheiding, migratie, gemengde relaties, veranderingen in de opvoedingssituatie, opvoeden van adolescenten in een nieuwe omgeving en stiefgezinnen. Dit hoofdstuk is een weergave van de gevonden informatie in pedagogische, psychologische en sociologische literatuur over al deze onderwerpen. Vaak wordt de adolescentie als een moeilijke leeftijd aangeduid. Bij het woord adolescentie zullen veel mensen denken aan opstandige pubers, die emotioneel verward zijn. Is de adolescentie echt een moeilijke periode? Deze vraag staat centraal in paragraaf 3.2. Nieuwe nieuwkomers verhuizen in hun adolescentie naar een nieuw land. Hoe is het voor deze jongeren om te leven in zo n nieuw land? In de derde paragraaf van dit hoofdstuk gaan we in op de manier hoe adolescenten hun leven in het nieuwe land vervolgen. De vierde paragraaf van dit hoofdstuk bespreekt de veranderingen die optreden in de opvoedingssituatie van nieuwe nieuwkomers (paragraaf 3.4). Ook komen verschillen in opvoedingsdoelen die de moeders tegen kunnen komen aan de orde. De vijfde paragraaf van dit hoofdstuk gaat over het opvoeden van nieuwe nieuwkomers die zich in de adolescentiefase bevinden. Zijn adolescenten eerder dan hun moeders gewend in een nieuwe omgeving en kan dit problemen veroorzaken in de relatie met de moeder? Een gezin met een biologische ouder en een ouder die niet de biologische ouder is van het kind (of de kinderen) wordt ook wel een stiefgezin genoemd. Met welke taken krijgt een stiefgezin te maken? En wat zijn mogelijke problemen in stiefgezinnen? In paragraaf 3.6 wordt geprobeerd hierop een antwoord te geven. Nieuwe nieuwkomers hebben een echtscheiding mee gemaakt. Daarom worden in paragraaf 3.7 de effecten van echtscheiding op adolescenten besproken. Een relatie tussen twee mensen met een verschillende religieuze en/of etnische achtergrond wordt ook wel een gemengde relatie genoemd. De relatie tussen een Nederlandse man en een buitenlandse vrouw zoals in het geval van nieuwe nieuwkomers is ook gemengd. Wat is een gemengde relatie eigenlijk? 20

21 En wat voor effect heeft het gemengd zijn van een relatie op de relatie? Deze vragen zullen beantwoord worden in paragraaf 3.8 Het hoofdstuk sluit af met enkele conclusies. 3.2 Adolescentie De term adolescentie wordt gebruikt voor de periode tussen de kinderjaren en de volwassenheid. De overgangen tussen de kinderjaren, adolescentie en volwassenheid zijn geen complete omslagpunten. In tegenstelling tot sommige ontwikkelingslanden, waar na een ritueel het kind als volwassene beschouwd wordt, zijn in de ontwikkelde landen de overgangen geleidelijke veranderingen die niet heel duidelijk te zien zijn. Een jongere wordt door westerse samenlevingen als volwassen beschouwd zodra hij emotioneel rijp is. Emotionele rijpheid is het kenmerk van volwassenheid, terwijl het beëindigen van een studie bijvoorbeeld een veel duidelijker criterium zou zijn (Craig & Baucom, 2002). De fase van de adolescentie duurt tegenwoordig veel langer dan vroeger. Kinderen zijn langer dan ooit financieel afhankelijk van hun ouders. Kennis is in de moderne samenleving steeds belangrijker geworden. Kinderen moeten daardoor langer naar school. In ontwikkelingslanden gaan kinderen minder lang naar school. De fase van de adolescentie duurt hier dan ook minder lang. Een periode van overgang van de kinderjaren naar de volwassenheid is universeel. Geen enkele samenleving eist van een kind dat het van de ene op de andere dag volwassen is en een volwassen lid van de samenleving worden is een universele mijlpaal (Craig & Baucom, 2002). De adolescentie is een periode waarin zich veel veranderingen voor doen, ten eerste op het biologische vlak. Het lichaam van de adolescent verandert. Een sterke toename van hormonen zorgt voor een groeispurt en meer vet op het lichaam. Andere veranderingen van het uiterlijk bij jongens is groei van de testikels en de balzak, bij meisjes groei van de borsten. Testosteron zorgt voor seksuele veranderingen bij de jongen, oestrogeen en progesteron bij de meisjes. Jongens produceren voor het eerst levensvatbare spermacellen. Meisjes gaan voor het eerst menstrueren. Adolescenten in Westerse landen zijn sterk gericht op hun uiterlijk; jongens op hun sterkte en meisjes op hun gewicht. Anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn eetstoornissen die voornamelijk voorkomen bij meisjes en jonge vrouwen (Craig & Baucom, 2002). 21

22 Tijdens de adolescentie ontwikkelt ook de cognitie zich sterk. Adolescenten zijn beter in staat abstract te denken en ook maken zij meer gebruik van metacognities (denken over het eigen denken en handelen). Beide hebben een enorme invloed op het denken in sociale contexten en het vormen van meningen. Ontwikkelingen op het cognitieve vlak zorgen naast veranderingen over het denken over de sociale wereld ook voor veranderingen in het denken over zichzelf. Adolescenten krijgen een reëler beeld over instituties, waarden en normen en de samenleving in zijn geheel (Craig & Baucom, 2002). De meeste (westerse) wetenschappers zijn het er over eens dat een (westerse) adolescent twee belangrijke ontwikkelingstaken heeft. De eerste taak is het bereiken van autonomie en onafhankelijkheid van de ouders. De adolescentie is een periode waarin men niet meer als kind wordt behandeld en steeds meer als volwassene wordt aangesproken. De jongere leert steeds meer de rol van een volwassene aan te nemen. Door de toenemende zelfstandigheid van de jongere verandert de relatie met de ouders. De adolescent gaat voor zichzelf opvattingen vormen en wil eigen beslissingen nemen. Dit leidt tot meer conflicten met ouders, met name in het begin van de adolescentie. Het aantal gebieden waarop ouders hun invloed uitoefenen wordt tijdens de adolescentie steeds kleiner. Tegelijkertijd ondergaat de adolescent meer invloed van leeftijdsgenoten. De sociale wereld wordt breder en adolescenten komen hierdoor in aanraking met nieuwe normen en sociale verwachtingen. Dit bevordert de ontwikkeling, want in het gezin kan een adolescent slechts beperkt leren van volwassen identificatiemodellen. De invloed van leeftijdsgenoten neemt dus toe, maar het gezin blijft een belangrijke invloed houden op de ontwikkeling van een adolescent. Ook blijken goede relaties binnen het gezin een positieve invloed te hebben op sociale competentie in het omgaan met leeftijdgenoten (De Wit, Van der Veer & Slot, 1995) De tweede taak is het vormen van een identiteit. In de adolescentie doen zich op veel terreinen ontwikkelingen en veranderingen voor. Adolescenten zijn zich bewust van alle veranderingen die zij doormaken op lichamelijk, cognitief en sociaal-emotioneel gebied en worden er soms onzeker door (De Wit e.a. 1995). Dwars door alle deze veranderingen heen loopt het proces van het vinden van een eigen levensstijl, het ontwikkelen van een identiteit. Het creëren van een zelfbeeld dat is gebaseerd op een 22

23 evenwicht tussen de persoonlijke en sociale identiteit. Jongeren vragen zich af wie ze zijn, wat ze willen en hoe anderen hen zien. De klassieke identiteitstheorie van Erikson stelt dat de adolescent ten eerste een persoonlijke levensstijl moet vinden. Ten tweede dient een adolescent goede relaties met de omgeving op te bouwen. Vooral dit laatste aspect van de klassieke identiteitstheorie is volgens sommige wetenschappers niet langer functioneel in de huidige samenleving. Het opbouwen van goede relaties, het aangaan van bindingen legt mensen te veel vast. In de huidige samenleving is het van belang dat mensen kunnen inspelen op veranderingen. Werkgevers vragen om flexibele werknemers die breed inzetbaar zijn en goed kunnen inspelen op de vele veranderingen. Het is misschien beter om te spreken van het ontwikkelen van affiniteiten. Jongeren moeten leren ergens betrokken bij te zijn of ergens verwant mee te zijn zonder zich al te veel te binden (Dieleman en Van der Lans, 1999). De identiteit vormt zich in de ontmoeting en de uitwisseling met anderen. Hun reacties, hun opvattingen, hun goed- en afkeuringen, hun verbazing of verontwaardiging zijn de bouwstenen waaruit het eigen zelf wordt opgebouwd. Mogelijkheden tot ontmoetingen en contacten breiden zich uit. De zoektocht naar een eigen kern houdt de adolescenten van tegenwoordig nog steeds bezig. Daarnaast neemt bij de identeitsontwikkeling het belang toe van het vinden van een ik die een sturende rol speelt in het toepassen van verschillende vermogens en vaardigheden in diverse situaties. De uiteenlopende normen, de tegenstrijdigheden in verwachtingen, de telkens andere eisen die worden gesteld, dwingen tot afstand nemen en versterken het besef dat men in de diverse sociale verbanden ook een verschillende persoon kan zijn (Dieleman en Van der Lans, 1999). Uit onderzoek is gebleken dat de mate waarin jongeren zich kunnen identificeren met volwassenen, zich geaccepteerd voelen in een bepaalde omgeving en steun krijgen, resulteert in gevoelens als zelfwaarde en ergens bij horen (Sonderegger, Barret & Creed, 2004). De meeste jongeren doorlopen de adolescentie zonder dat hun ontwikkeling door emotionele of gedragsproblemen verstoord raakt. Geschat wordt dat tussen de 10 tot 20% van de jongeren psychologische problemen heeft, een percentage dat vergelijkbaar is met dat van volwassenen (Craig & Baucom, 2002). Toch is de adolescentie wel een belangrijke periode als het gaat om het optreden van en het verdere verloop van een 23

24 aantal specifieke problemen en stoornissen. In deze fase komt een aantal stoornissen vaker voor dan in de kinderjaren en in de periode na de adolescentie (Rutter, 1990). Voorbeelden van stoornissen en problemen die qua aantal vaker voorkomen bij adolescenten of zich voor het eerst voor doen in de adolescentie zijn: zelfdoding, anorexia, depressie, criminaliteit en schizofrenie. De aard van deze problemen is niet anders bij andere leeftijdsgroepen, maar de frequentie wel. Rutter (1990) noemt hiervoor een aantal verklaringen. Allereerst noemt hij de grote veranderingen op het gebied van de biologische en cognitieve ontwikkeling. Ten tweede kunnen persoonlijke ervaringen bepaalde stoornissen veroorzaken (Rutter, 1990). 3.3 Adolescentie & migratie De literatuur over adolescentie is geschreven door westerse wetenschappers en gaat over westerse adolescenten. Onduidelijk is, hoe adolescenten die niet tot het westen behoren deze fase doorlopen. Autonomie en identiteitsontwikkeling zijn in andere delen van de wereld mogelijk veel minder van belang. In landen waar kennis een minder belangrijke rol speelt in de samenleving, zal de fase van adolescentie korter duren. Adolescenten in deze landen gaan eerder dan in westerse landen aan het werk en zijn hierdoor minder lang financieel afhankelijk van hun ouders (Craig & Baucom, 2002). Adolescenten in een nieuw land hebben naast algemene ontwikkelingstaken ook de taak te leren leven met de eigen en de nieuwe cultuur. Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop adolescenten hun leven vervolgen in een nieuw land. Daarover gaat deze paragraaf. Een internationaal team van psychologen 1 heeft een onderzoek verricht naar hoe adolescenten hun leven in een nieuwe cultuur vervolgen, hoe ze met het leven met twee culturen omgaan en wat voor effect de migratie heeft op hun welzijn. Voor dit onderzoek zijn 7000 jongeren uit dertien verschillende landen onderzocht (Berry, Phinney, Sam & Vedder, 2006). 1 Internationaal team van psychologen afkomstig uit de landen: Australië, Canada, Finland, Frankrijk, Duitsland, Israël, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Portugal, Zweden, Groot-Brittannië en Verenigde Staten. 24

25 Uit het onderzoek is gebleken dat adolescenten verschillende strategieën ontwikkelen om te leven tussen de eigen cultuur en de nieuwe cultuur. Dit wordt ook wel het acculturatieproces genoemd. Er zijn vier verschillende strategieën, of acculturatieprofielen zoals ze in het onderzoek genoemd worden; het integratieprofiel, het etnische profiel, het nationale profiel en het diffuse profiel (Berry et al, 2006). Adolescenten die tot het integratieprofiel behoren, voelen zich sterk verbonden met de etnische én de nationale cultuur. Het leren en het gebruiken van de nationale taal wordt belangrijk gevonden. Deze jongeren hebben zowel vrienden uit de eigen etnische kringen als vrienden buiten de etnische kring. Het tweede profiel, het etnische profiel kenmerkt zich door de sterke oriëntatie van jongeren op hun eigen etnische cultuur. Deze jongeren gebruiken hun eigen taal veel en hebben voornamelijk contacten met personen met dezelfde etnische cultuur. Jongeren die tot het nationale profiel behoren zijn sterk georiënteerd op de nationale cultuur. Zij kenmerken zich door sterke assimilatie en geringe afwijzing van de eigen cultuur. Het hebben van een nationale identiteit is voor deze jongeren belangrijk. De laatste strategie, het diffuse profiel, houdt in dat jongeren weinig georiënteerd zijn op beide culturen. Deze strategie gaat gepaard met assimilatie, marginalisatie en separatie. De nationale taal wordt weinig gebruikt. Dit profiel reflecteert onzekerheid over hun plaats in de samenleving (Berry et al., 2006). Het meest voorkomende profiel is het integratieprofiel, gevolgd door het diffuse, het etnische en ten slotte het nationale profiel. Meer dan de helft van de jongeren bevindt zich in het integratie en het etnische profiel, wat betekent dat voor de grootste groep adolescenten vasthouden aan de eigen cultuur belangrijk is. De onderzoekers geven aan dat de voorkeur voor een bepaald profiel zal variëren in de loop van tijd en in andere contexten en kan dus niet universeel genoemd worden (Berry et al., 2006). Adolescenten met een integratie profiel zijn het best aangepast en scoren zowel op sociocultureel welbevinden 2 als psychologisch welbevinden 3 het hoogst. Jongeren met 2 Sociocultureel welbevinden: goed functioneren op school en afwezigheid van gedragsproblemen (Berry et al, 2006). 25

26 het diffuse profiel scoren het laagst. De jongeren met het etnische profiel scoren goed op psychologische aanpassing, maar minder goed op socioculturele aanpassing. Sterke oriëntatie op alleen de nieuwe cultuur (nationale profiel) blijkt slecht te zijn voor de socioculturele en psychologische aanpassing, maar nog altijd minder slecht dan het diffuse profiel (Berry et al., 2006). Een positieve oriëntatie op zowel de etnische als de nationale cultuur heeft het meest gunstige effect op zowel de socioculturele als de psychologische aanpassing. Veel onderzoek heeft bewezen dat verweer tegen culturele veranderingen en afwijzing tegen de nieuwe cultuur een negatief effect heeft op de ervaren stress. Een oriëntatie op beide culturen vormt juist een buffer tegen stress die gepaard gaat met het wonen in een nieuwe omgeving (Sonderegger, Barret & Creed, 2004). Verschillende factoren hebben effect op het acculturatieproces, zoals leeftijdgenoten, de samenleving waar de migrant gaat wonen, gender en de sociaaleconomische status (SES). Acceptatie door leeftijdgenoten is voor adolescenten erg belangrijk, zelfs als dat betekent dat ze afstand moeten nemen van de eigen cultuur. Oriëntatie op de eigen dan wel de nationale cultuur kan ook bemoeilijkt worden door de samenleving in zijn geheel. Grotere culturele diversiteit en diversiteit in politiek in een land heeft een positief effect op oriëntatie op etnische groep en nationale groep en focus op etnische taal. Echter, grotere diversiteit zorgt voor meer discriminatie en dat heeft een negatief effect op het psychologische welbevinden. Het profiel hangt ook af van de wijze waarop de samenleving tegen migranten aan kijkt. Als de samenleving oriëntatie op etnische cultuur afwijst, omdat dat als een signaal wordt gezien dat men zich niet wil aanpassen, dan zal de migrant steun zoeken bij de eigen etnische cultuur. Een andere factor is gender. Meisjes vertonen meer psychologische problemen maar passen zich beter aan op school en hebben minder gedragsproblemen. Meisjes hebben meer internaliserende problemen, maar dat is ook bij niet-immigranten het geval en hoeft dus geen verband te houden met acculturalisatie. Toch hebben meisjes minder moeilijkheden met aanpassen. Zij bevinden zich dan ook het vaakst in het integratieprofiel. Meisjes 3 Psychologisch welbevinden van de adolescent bestaat uit: zelfvertrouwen, tevredenheid over het leven en afwezigheid van psychologische problemen (Berry et al, 2006). 26

27 doen het op school beter (dit geldt ook voor niet-immigranten). Jongens zijn meer vertegenwoordigd in het diffuse profiel. Leeftijd is geen noemenswaardige factor in de manier van accultureren en aanpassen. Een hogere sociaal-economische status, gebaseerd op opleiding van de ouders, betekent een sterkere oriëntatie op de nationale cultuur en taal (Berry et al, 2006). De meeste adolescenten accultureren goed, doorlopen het proces zonder problemen. Immigrantenjongeren hebben zelfs minder psychologische problemen en gedragsproblemen en functioneren beter op school dan niet-migrantenjongeren. Beide groepen scoren gelijk op tevredenheid over school en zelfvertrouwen (Berry et al., 2006). Het beperkte aantal onderzoeken naar het welzijn van allochtone jongeren in Nederland 4 laten volgens Vollebergh (2002) andere uitkomsten zien. Allochtone jongeren in Nederland doen het minder goed dan autochtone jongeren. Vollebergh wijst erop dat allochtone jongeren oververtegenwoordigd zijn in justitiële inrichtingen. Ook neemt het aantal allochtone jongeren in de zwaardere jeugdhulpverlening toe. Allochtone jongeren hebben niet alleen meer externaliserende problemen. De verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren zijn volgens Vollebergh overtuigend, zo niet overtuigender bij internaliserend probleemgedrag. Onderzoeken naar het welzijn van jongeren betreffen nog steeds voornamelijk autochtone jongeren. En er is nog te weinig onderzoek verricht naar de ontwikkeling van probleemgedrag bij allochtone jongeren in Nederland, aldus Vollebergh. Het verschil in uitkomsten tussen het onderzoek van Berry et al (2006) en de onderzoeken waar Vollebergh naar verwijst, wordt mogelijk veroorzaakt door het verschil in doelgroepen. In het onderzoek van Berry et al zijn jongeren onderzocht die niet lang geleden, hooguit een paar jaar, een migratie achter de rug hebben. De beperkte Nederlandse onderzoeken naar het welzijn van allochtone jongeren, betreffen niet alleen migrantenjongeren, maar vooral jongeren die al veel langer of soms zelfs vanaf hun geboorte in Nederland wonen. De uitkomsten van de onderzoeken waar Vollebergh (2002) naar verwijst zijn mogelijk een indicatie voor het welzijn van migrantenjongeren in Nederland na een 4 Scholierenonderzoeken (gerapporteerd in Rapportage Jeugd, 1994, 1997 en 2000), scholierensurvey (Trimbos Instituut, manuscript in voorbereiding) en het onderzoek van Bengi-Arslan, Verhulst, Van der Ende en Erol (1997). 27

28 aantal jaren. Op grond van het onderzoek van Berry is te verwachten dat migrantenjongeren in eerste instantie goed zullen functioneren in Nederland. Zijn de resultaten van de onderzoeken waar Vollebergh naar verwijst de toekomst voor migrantenjongeren? Met andere woorden, zullen zij net als andere allochtone jongeren slechter gaan functioneren dan autochtone jongeren? De situatie van migrantenjongeren verschilt in veel opzichten van de grote groepen allochtone jongeren in Nederland zodat men daar niet zonder meer van uit kan gaan. De grootste groepen allochtone jongeren in Nederland hebben van kinds af aan moeten leven in twee culturen. De doelgroep van dit onderzoek past in de adolescentie. Bovendien zijn veel migrantenjongeren na een paar jaar geen adolescent meer, terwijl de negatieve uitkomsten van bovengenoemde onderzoeken wel over adolescenten gaan. Een migratie in de adolescentie heeft mogelijk heel andere effecten op het welzijn, ook op langere termijn. 3.4 Cultuur en Opvoeding Naast de problemen en uitdagingen van het hebben van een gemengde relatie hebben de ouders, of in ieder geval de moeder, de taak om de adolescenten op te voeden. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan mogelijke verschillen die de nieuwe paren wat betreft opvoeding tegen kunnen komen. Allereerst kijken we naar hoe in de wetenschap opvoedingsverschillen onderzocht worden, want hoe vind je die verschillen? Vervolgens wordt de vraag besproken hoe groot opvoedingsverschillen tussen landen zijn. De moeders moeten hun kinderen in een nieuwe omgeving opvoeden. In subparagraaf wordt gekeken hoe zij dit waarschijnlijk zullen doen. Deze paragraaf sluit af met een korte samenvatting Kijken naar culturen Om culturen te analyseren, wordt vaak gebruik gemaakt van de termen individualisme en collectivisme. De culturen van landen uit Noordwest Europa, waaronder Nederland, zijn te omschrijven als individualistisch. Opvoedingsdoelen in deze culturen houden sterk verband met autonomie, de opvoeding van kinderen is erop gericht kinderen in toenemende mate autonomie te verlenen. In de afgelopen decennia is de ouder-kind relatie in deze culturen enorm veranderd. De Nederlandse opvoeding bijvoorbeeld is veel 28

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf

Artikelen. Een terugblik op het ouderlijk gezin. Arie de Graaf Artikelen Een terugblik op het ouderlijk gezin Arie de Graaf Driekwart van de kinderen die in de jaren zeventig zijn geboren, is opgegroeid bij twee ouders. Een op de zeven heeft een scheiding van de ouders

Nadere informatie

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H. Leloux-Opmeer Voorwoord Inhoudsopgave Een tijd geleden hebben Stichting Horizon

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Opvoeden in andere culturen

Opvoeden in andere culturen Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552

Nadere informatie

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen

Zorg op Tijd. EIF Conferentie Nijmegen Zorg op Tijd EIF Conferentie Nijmegen 19-11-2015 Projectpartners Project in Gouda Scholen in Gouda Onderdelen Training van professionals Overleg over de screening Bijeenkomsten met ouders Individuele

Nadere informatie

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen

Wonen zonder partner. Arie de Graaf en Suzanne Loozen Arie de Graaf en Suzanne Loozen In 25 telde Nederland 4,2 miljoen personen van 18 jaar of ouder die zonder partner woonden. Eén op de drie volwassenen woont dus niet samen met een partner. Tussen 1995

Nadere informatie

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen +

JEUGDIGEN. Hulp na seksueel misbruik. vooruitkomen + > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik JEUGDIGEN Heb jij seksueel misbruik meegemaakt of iemand in jouw gezin, dan kan daarover praten helpen. Het kan voor jou erg verwarrend zijn hierover te praten,

Nadere informatie

Vraag 4 Wat vind jij de meest geschikte houding? Vergelijk je antwoord met dat van je medestudenten. Typ het antwoord in in het antwoordformulier.

Vraag 4 Wat vind jij de meest geschikte houding? Vergelijk je antwoord met dat van je medestudenten. Typ het antwoord in in het antwoordformulier. Open vragen bij Casus Marco Vraag 1 Bekijk scène 1 nogmaals. Wat was jouw eerste reactie op het gedrag van Marco in het gesprek met de medewerker van Bureau HALT? Wat roept zijn gedrag op aan gedachten,

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jeugd 2010 4 K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Boekverslag door J. 1355 woorden 13 juni 2003 7.2 54 keer beoordeeld Vak Filosofie Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen Inleiding Het aantal jongeren dat bij een echtscheiding is betrokken

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER

CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID NAAR ACHTERGRONDKENMERKEN 19 JAAR EN OUDER % % % % % % % Nederland 90 44 7 43 31 10 - Hollands Midden 90 50 6 42 29 9 6 Man 91 45 5 45 28 8 7 vrouw 89 55 7 39 30 10 6 gehuwd

Nadere informatie

Partnerkeuze bij allochtone jongeren

Partnerkeuze bij allochtone jongeren Partnerkeuze bij allochtone jongeren Inleiding In april 2005 lanceerde de Koning Boudewijnstichting een projectoproep tot voorstellen om de thematiek huwelijk en migratie te onderzoeken. Het projectvoorstel

Nadere informatie

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik

vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik > vooruitkomen + Hulp na seksueel misbruik OUDERS & OPVOEDERS Als er binnen uw gezin sprake is van seksueel misbruik, heeft dat grote invloed. Er is veel verdriet, boosheid, wantrouwen en schuldgevoel.

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) 142 In dit proefschrift is de rol van de gezinscontext bij probleemgedrag in de adolescentie onderzocht. We hebben hierbij expliciet gefocust op het samenspel met andere factoren uit

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen. Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling

Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen. Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling Echtscheiding en nieuw samengestelde gezinnen Invloeden op ouderschap en kinderontwikkeling Cruciale vragen Verschillen in psychisch welbevinden ts. personen uit gescheiden en nietgescheiden gezinnen?

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen

Rijksuniversiteit Groningen De adolescentiefase: over puberen, hersenontwikkeling, studiekeuze, risicogedrag en de relatie met ouders. Dr. Saskia Kunnen i.s.m. Dr. Anna Lichtwarck-Aschoff Afdeling Ontwikkelingspsychologie Rijksuniversiteit

Nadere informatie

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen)

kinderen toch blijven ondersteunen. Het maakt niet uit wat (Surinaamse vader, 3 kinderen) In opdracht van de Gemeente Amsterdam (Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling) Als ik mijn vader had gehad vanaf mijn jeugd, dan zou ik misschien anders zijn in het leven. (...) Wat ik allemaal wel niet

Nadere informatie

Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016

Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016 Monitoring asiel: profiel asielzoekers in het opvangnetwerk van Fedasil op 31 maart 2016 Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering

Nadere informatie

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS 2011 Klanttevredenheid Vereenzaming Ouderen Soest VOS Stichting Welzijn Ouderen Soest Molenstraat 8c 3764 TG Soest 035 60 23 681 info@swos.nl www.swos.nl KvK 41189365 Klanttevredenheidsonderzoek Vereenzaming

Nadere informatie

Inleiding In mijn praktijk als orthopedagoog/gz-psycholoog komen natuurlijk ook ouders met een enig kind. Eerlijk gezegd zag ik hen tot nu toe niet als een aparte categorie. Voor mij is ieder mens uniek,

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

4. Kans op echtscheiding

4. Kans op echtscheiding 4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote

Nadere informatie

Psycholoog of leerkracht;

Psycholoog of leerkracht; Psycholoog of leerkracht; Pharos, kennis en adviescentrum migranten, vluchtelingen gezondheid b.tuk@pharos.nl m.dastpak@pharos.nl LOWAN PO coordinatorendag 7/10/2009 Wordt Zara psycholoog leerkracht of

Nadere informatie

Allochtonen in Nijmegen Gezondheid en zorggebruik

Allochtonen in Nijmegen Gezondheid en zorggebruik Allochtonen in Nijmegen Gezondheid en zorggebruik ITS, Radboud Universiteit Nijmegen Roelof Schellingerhout 024 3653500 r.schellingerhout@its.ru.nl 5 februari 2013 Allochtonen in Nijmegen Gezondheid en

Nadere informatie

gezinsvormen [ behandeling in een gezin ]

gezinsvormen [ behandeling in een gezin ] gezinsvormen [ behandeling in een gezin ] 03 Gezinshuis meestal een passend antwoord op een uithuisplaatsing voorwoord Ambiq biedt specialistische zorg aan kinderen, jongeren, hun ouders en volwassenen

Nadere informatie

GEOGRAFISCHE CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER

GEOGRAFISCHE CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER matig of GEOGRAFISCHE CIJFERS PSYCHISCHE GEZONDHEID 19 JAAR EN OUDER % % % % % % % % Nederland 90 10 44 7 43 31 10 - Hollands Midden 90 10 50 6 42 29 9 6 Midden Holland 89 11 50 6 44 29 9 6 Zuid Holland

Nadere informatie

6 Psychische problemen

6 Psychische problemen psychische problemen 6 Psychische problemen Gonneke Stevens In onderzoek naar de gezondheid en het welzijn van jongeren is het relevant aandacht te besteden aan psychische problematiek, waarbij vaak een

Nadere informatie

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen

Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland. KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september Ruben van Gaalen Ontwikkelingen van gezinsdiversiteit in Nederland KNAW-seminar Wie is de familie doorsnee? 10 september 2015 Ruben van Gaalen Vooraf (1) Wat is een gezin? Definitie Rijksoverheid (1996) Elk leefverband

Nadere informatie

ONDERZOCHT. Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen?

ONDERZOCHT. Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? ONDERZOCHT Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? Welke gevolgen kan een (echt)scheiding hebben voor kinderen? Ik ben ervan overtuigd dat het echt de moeite loont om dieper in te

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet?

Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Stijging criminaliteit meisjes Criminele meisjes: Specifieke zorg en aandacht of niet? Anne-Marie Slotboom Vrije Universiteit Amsterdam 1 BRISBANE 2010 - Steeds meer jonge meisjes tussen tien en veertien

Nadere informatie

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning

Nadere informatie

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016

Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Het ITS maakt deel uit van de Radboud Universiteit Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting Roelof Schellingerhout Clarie Ramakers Scholierenonderzoek Kindermishandeling 2016 Samenvatting

Nadere informatie

VRAGENLIJSTEN GEZIN & OPVOEDING

VRAGENLIJSTEN GEZIN & OPVOEDING VG&O 0-3 VRAGENLIJSTEN GEZIN & OPVOEDING VERSIE VOOR PLEEGOUDERS VAN JEUGDIGEN VAN 0 T/M 3 JAAR NAAM JEUGDIGE: GEBOORTEDATUM: GESLACHT: INVULDATUM: MEETMOMENT: DEZE VRAGENLIJST IS INGEVULD DOOR: MAN PLEEGMOEDER

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

Profiel van de asielzoekers in opvang op 31 december 2015

Profiel van de asielzoekers in opvang op 31 december 2015 Monitoring asielinstroom Profiel van de asielzoekers in opvang op 31 december 2015 Nota in het kader van de coördinatieopdracht monitoring asielinstroom van het Agentschap Integratie en Inburgering Publicatiedatum:

Nadere informatie

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

Cultuurparticipatie in Dordrecht. Cultuurparticipatie in Dordrecht. Bas Hoeing CMV 2 09018387 Inhoudsopgave: Aanleiding Blz. 3 Het probleem Blz. 3 De opdrachtgever Blz. 3 Vraagstelling Blz. 4 Deelvragen Blz. 4 Aanpak Blz. 4 Definities

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved.

Onderzoeksresultaten. Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds. april 2011. 2010 Towers Watson. All rights reserved. Onderzoeksresultaten Pensioenbeleving deelnemers Stichting BMS Pensioenfonds april 2011 2010 Towers Watson. All rights reserved. Inhoud Context onderzoek Samenvatting Resultaten Communicatiemiddelen Uniform

Nadere informatie

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s)

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s) A. Ouderfactoren: gegeven het feit dat de interventies van de gezinscoach en de nazorgwerker gericht zijn op gedragsverandering van de gezinsleden, is het zinvol om de factoren te herkennen die (mede)

Nadere informatie

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland Praktische-opdracht door een scholier 1950 woorden 16 april 2002 6,3 166 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inleiding: Nederland is de afgelopen

Nadere informatie

PERSPECTIEFPLAN

PERSPECTIEFPLAN PERSPECTIEFPLAN Als u problemen in de opvoeding ervaart en jeugdhulp nodig heeft, is het van groot belang dat het jeugdteam goed weet welke problemen u of uw kind ervaart en waar u mee geholpen zou zijn.

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord bij de 24 e druk 11

Inhoud. Voorwoord bij de 24 e druk 11 Inhoud Voorwoord bij de 24 e druk 11 1 Inleiding Marcel van Aken en Wim Slot 13 1.1 Adolescentie: een eerste typering 13 1.2 Puberteit en adolescentie 14 1.2.1 Oorsprong van de begrippen puberteit en adolescentie

Nadere informatie

Peter van der Ende. Senior-onderzoeker onderzoeker Lectoraat Rehabilitatie Hanzehogeschool Groningen. Lectoraat Rehabilitatie Groningen.

Peter van der Ende. Senior-onderzoeker onderzoeker Lectoraat Rehabilitatie Hanzehogeschool Groningen. Lectoraat Rehabilitatie Groningen. Peter van der Ende Senior-onderzoeker onderzoeker Lectoraat Rehabilitatie Hanzehogeschool Groningen Werkplek Jeugdzorg Mensen met verstandelijke beperkingen.fysieke beperkingen.psychiatrische beperkingen

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland

Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland Kortdurende hulpverleningstrajecten Maasland 1. Individuele sociale vaardigheidstraining 2. Sociale vaardigheidstraining groep 12-/12+ 3. Gezinsbegeleiding (6+) 4. Gezinsbegeleiding (0-6 jaar) 5. Individuele

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting Inleiding Depressie en angst zijn veel voorkomende psychische stoornissen. Het ontstaan van deze stoornissen is gerelateerd aan een breed scala van risicofactoren, zoals genetische kwetsbaarheid, neurofysiologisch

Nadere informatie

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14

CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 CarePower Cliënttevredenheidsonderzoek CarePower 2013/14 Datum : 01-02-2014 Auteur : Jaap Noorlander, Joris van Nimwegen Versie : 2 1 Inhoudsopgave Inleiding... Pagina 3 Vraagstelling... Pagina 3 Methode

Nadere informatie

Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. huiselijkgeweldwb.nl. 0900 126 26 26 5 cent per minuut

Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld. huiselijkgeweldwb.nl. 0900 126 26 26 5 cent per minuut Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld huiselijkgeweldwb.nl 0900 126 26 26 Signaleren: kinderen die getuige zijn van huiselijk geweld Kinderen die getuige zijn van geweld tussen hun

Nadere informatie

Wie ik ben, is een verhaal. Bildung en onderwijs

Wie ik ben, is een verhaal. Bildung en onderwijs Bildung en onderwijs Wie ik ben, is een verhaal THEODOOR MEEDENDORP Om onze leer- en vormingsdoelen te bereiken, laten we leerlingen in 4-havo en 4-vwo hun eigen levensverhaal schrijven onder de titel

Nadere informatie

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes

STEM. Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes STEM Science - Technology - Engineering - Math STEM-vaardigheden onderzoek onder meisjes Opvallende resultaten Nederlandse meisjes negatief over eigen bètavaardigheden Meer dan de helft van de Nederlandse

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

Interculturele jeugd en opvoedhulp

Interculturele jeugd en opvoedhulp Interculturele jeugd en opvoedhulp Op zoek naar vertrouwen en doeltreffendheid Presentatie TriviumLindenhof 9/2012 1 Ary Scheffer. Mignon verlangend naar haar vaderland 1836 2 Cijfertjes Bij TriviumLindenhof

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal:

Samenvatting. Vraagstelling. In het onderhavige onderzoek staan de volgende vragen centraal: Samenvatting Naar schatting hebben jaarlijks ongeveer 50 à 60 duizend minderjarige kinderen te maken met een scheiding. Deze kinderen hebben gemiddeld vaker problemen dan kinderen van gehuwde of samenwonende

Nadere informatie

Kinderdagverblijf ChouChou Klanttevredenheidsonderzoek 2010

Kinderdagverblijf ChouChou Klanttevredenheidsonderzoek 2010 Kinderdagverblijf ChouChou Klanttevredenheidsonderzoek 2010 Rapport klanttevredenheidsonderzoek Den Haag, Februari 2011 1 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Opbouw rapport 3 1.2 Werkwijze onderzoek

Nadere informatie

Voortgangsmonitor. Driehuis en gezinshuizen. JiO 9 maart 2015. Caroline van den Bel en Carolien Konijn

Voortgangsmonitor. Driehuis en gezinshuizen. JiO 9 maart 2015. Caroline van den Bel en Carolien Konijn Voortgangsmonitor Driehuis en gezinshuizen JiO 9 maart 2015 Caroline van den Bel en Carolien Konijn Voortgangsmonitor Driehuis en gezinshuizen Driehuis en gezinshuizen bij Spirit: doelgroep driehuis: kinderen

Nadere informatie

Stadjers over het CJG Groningen

Stadjers over het CJG Groningen Stadjers over het CJG Groningen Een Stadspanelonderzoek 2013 Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering van beleidsgericht onderzoek, het toegankelijk

Nadere informatie

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie? In deze factsheet staat de binding met de provincie Groningen centraal. Het gaat dan om de persoonlijke gevoelens die Groningers hebben

Nadere informatie

Seksuele gezondheid van holebi s

Seksuele gezondheid van holebi s Factsheet 2007-1 Seksuele gezondheid van holebi s Seksuele gezondheid in Nederland De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 een grootschalige bevolkingsstudie uitgevoerd naar seksuele gezondheid in Nederland

Nadere informatie

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet Homoseksueel ouder worden Charles Picavet Homoseksualiteit is in de Nederlandse samenleving steeds minder een probleem. Sinds de jaren 70 is er veel gewonnen op het terrein van gelijkberechtiging. Veel

Nadere informatie

Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s)

Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s) Resultaten van het onderzoek naar het welbevinden van hoogbegaafde leerling in PO en VO naar de inschatting van hun ouder(s) (door Willem Wind, ikbenhoogbegaafd.nl, 9 oktober 2018) Samenvatting De vragenlijst

Nadere informatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Staat 1.1.1. Overzicht betrekking hebbend op de verdeling van het aantal verzoeken om een beginseltoestemming

Staat 1.1.1. Overzicht betrekking hebbend op de verdeling van het aantal verzoeken om een beginseltoestemming Staat 1.1. Overzicht betrekking hebbend op de procedure tot opneming van buitenlandse adoptiefkinderen in Nederlandse gezinnen over de jaren 2000-2004. Verzoeken ter verkrijging van beginseltoestemming

Nadere informatie

Nederlands Autisme Register, rapportage

Nederlands Autisme Register, rapportage Nederlands Autisme Register, rapportage 20 17 Een initiatief van: (Jong)volwassenen met autisme over zichzelf Ouders/verzorgers over hun kind met autisme Wettelijke vertegenwoordigers over hun naaste met

Nadere informatie

Nog steeds liever samen

Nog steeds liever samen Nog steeds liever samen Steeds meer alleenstaanden 20 procent van de bevolking van 15 jaar of ouder alleenstaand Momenteel zijn er 486 duizend eenoudergezinnen 16 Trouwen niet uit de gratie Ongeveer drie

Nadere informatie

Feiten & Cijfers bij de 96 ste Vierdaagse

Feiten & Cijfers bij de 96 ste Vierdaagse Stichting Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Persbericht 2012.024 Nijmegen, 05 juli 2012 Feiten & Cijfers bij de 96 ste Vierdaagse stand per 5 juli 2012. 1. Barometergegevens 2011 2012 Aantal

Nadere informatie

Inhoud. 2 Opzet van het boek... 11 2.1 Inleiding... 12 2.2 Onderzoek Scholieren en Gezinnen... 12 2.3 Indeling van het boek... 14

Inhoud. 2 Opzet van het boek... 11 2.1 Inleiding... 12 2.2 Onderzoek Scholieren en Gezinnen... 12 2.3 Indeling van het boek... 14 V 1 Inleiding............................................................................. 1 1.1 Inleiding bij de tweede druk.......................................................... 2 1.2 Scheiden: een

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl 0900 126 26 26. 5 cent per minuut

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl 0900 126 26 26. 5 cent per minuut Geweld in huis raakt kinderen Informatie en advies voor ouders Grafisch ontwerp: Ontwerpstudio 2 MAAL EE Bij huiselijk geweld tussen (ex-)partners worden kinderen vaak over het hoofd gezien. Toch hebben

Nadere informatie

Vrouwelijke genitale verminking en gendergebonden geweld

Vrouwelijke genitale verminking en gendergebonden geweld Vrouwelijke genitale verminking en gendergebonden geweld Hieronder vindt u de praatplaten die u zelf kunt afdrukken. Druk het document recto-verso af (afdrukken vanaf pagina 2 - omdraaien langs korte zijde)

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten

Diversiteit in Provinciale Staten Diversiteit in Provinciale Staten In aanloop naar de verkiezingen van 2 maart inventariseerde E-Quality, hét kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, de kandidatenlijsten (zie werkwijze) van

Nadere informatie

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen

Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP. Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Psycho sociale gevolgen bij kinderen met CP Susanne Sluijter Orthopedagoog Mytylschool De Trappenberg Mytylschool Behandelteam Merem Huizen Ontwikkelingsfasen bij kinderen. 3 Basisbehoeften van kinderen.

Nadere informatie

Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties

Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties NVD/CBS Seminar Familiecomplexiteit Over nieuwe gezinsstructuren en veranderde relaties 17 oktober 2018 CBS, Den Haag 10-17 uur In Westerse samenlevingen lijkt familiecomplexiteit steeds normaler te worden.

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Het effect van deelname aan ouderenactiviteiten van Timpaan Welzijn op gevoelens van eenzaamheid. Onderzoek in de Gemeente Steenwijkerland

Het effect van deelname aan ouderenactiviteiten van Timpaan Welzijn op gevoelens van eenzaamheid. Onderzoek in de Gemeente Steenwijkerland Het effect van deelname aan ouderenactiviteiten van Timpaan Welzijn op gevoelens van eenzaamheid. Onderzoek in de Gemeente Steenwijkerland 0 Dit onderzoek is in 2012 uitgevoerd door Nanda Knol, 3 e jaars

Nadere informatie

STABLE LOVE, STABLE LIFE?

STABLE LOVE, STABLE LIFE? STABLE LOVE, STABLE LIFE? De rol van sociale steun en acceptatie in de relatie van paren die leven met de ziekte van Ménière Oktober 2011 Auteur: Drs. Marise Kaper Master Sociale Psychologie, Rijksuniversiteit

Nadere informatie

Woonadres :. E-mail:.

Woonadres :. E-mail:. Gegevens van (aangemeld) kind en ouder(s)/verzorger(s) Naam kind :. Geslacht: M / V Geboortedatum: Woonadres :. Postcode :.. Woonplaats :.. Tel.nr(s).:...... E-mail:. Naam vader:. Naam moeder:. Geboortedatum:../../..

Nadere informatie

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten

Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Omgaan met verschillen in de klas: Onderzoeksresultaten Jolien Geerlings PhD Onderzoeker J.Geerlings@uu.nl Overzicht 1) Inleiding 2) Wat hebben we precies onderzocht? 3) Hoe gaan we om met verschillen

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

INHOUD. Kleine ontwikkelingspsychologie III

INHOUD. Kleine ontwikkelingspsychologie III Kleine ontwikkelingspsychologie III INHOUD Bij de drie delen Kleine Ontwikkelingspsychologie hoort ook een website! Daarop staan recente onderzoeksresultaten en actuele voorbeelden. Kijk op www.kleineontwikkelingspsychologie.nl

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Uit crosscultureel onderzoek is bekend dat de cultuur waarin men opgroeit van jongs af aan invloed heeft op emotie-ervaringen en emotie-uitingen. Veel minder bekend is in welke

Nadere informatie

Tweelingen. Wat zijn nou eigenlijk tweelingen? Een groot mysterie

Tweelingen. Wat zijn nou eigenlijk tweelingen? Een groot mysterie Tweelingen Hier zie je ons met zijn allen, de tweeling was net geboren en mijn moeder en ik waren verkouden dus moesten we van die kapjes op zodat de tweeling niet ziek zou worden. Ik was hier 4 jaar oud.

Nadere informatie

Alvast bedankt voor het invullen!

Alvast bedankt voor het invullen! Deze vragenlijst gaat over jongeren die steun of hulp geven aan een familielid. Wij zijn erg benieuwd hoeveel jongeren er binnen onze school steun of hulp geven en hoe zij dit ervaren. De vragenlijst is

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie

Kijk maar naar enkele reacties van leerlingen en ouders.

Kijk maar naar enkele reacties van leerlingen en ouders. Inleiding 7 Steeds vaker komen we op school leerlingen tegen van wie de ouders gescheiden zijn. Eén op de drie huwelijken wordt ontbonden en veelal zijn daarbij kinderen betrokken. Uit onderzoek blijkt

Nadere informatie

J O N G E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

J O N G E R E N O N D E R Z O E K : J A A R PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID 3 J O N G E R E N O N D E R Z O E K : 12-18 J A A R Jongerenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland

Nadere informatie

TIMSS-2011: Nederland in TIMSS-2011: Rekenprestaties van leerlingen in groep 6 van het basisonderwijs in de afgelopen 16 jaar

TIMSS-2011: Nederland in TIMSS-2011: Rekenprestaties van leerlingen in groep 6 van het basisonderwijs in de afgelopen 16 jaar TIMSS-2011: Nederland in TIMSS-2011: Rekenprestaties van leerlingen in groep 6 van het basisonderwijs in de afgelopen 16 jaar Martina R.M. Meelissen Marjolein Drent Annemiek Punter Vakgroep Onderwijskunde

Nadere informatie

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Bespreking artikel Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte. Auteurs: P.C. Van der Ende, MSc, J.T. van Busschbach, phd, J. Nicholson, phd, E.L.Korevaar, phd & J.van Weeghel,

Nadere informatie