Zaaknummer : S21-61 Datum uitspraak : 21 september 2016 Plaats uitspraak : Zeist

Transcriptie

1 Zaaknummer : S21-61 Datum uitspraak : 21 september 2016 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: C. Stammis te Lelystad hierna te noemen: Stammis tegen: M.P. Tijssen te Lelystad hierna te noemen: Tijssen Bindend Advies gegeven door mr J.S. Reid, verder te noemen de rijdende rechter.

2 De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" te laten beslechten. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 25 juli 2016, die is gehouden te Lelystad. Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze procedure bedoelde woningen/percelen en heeft deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Als deskundige heeft J. Kramer van de Nederlandse Stichting Geluidshinder onderzoek gedaan naar eventueel geluidsoverlast van Stammis bij Tijssen. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- of aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. Partijen zijn buren. 2. Partijen huren hun woning. 3. Stammis voert vogels in haar achtertuin. 4. De voor- en achtertuin van Stammis zijn rommelig en matig onderhouden. 5. Tijssen gooit vanuit haar tuin geregeld steentjes naar vogels die bij Stammis eten van het aangeboden voer. 6. Stammis speelt geregeld in haar slaapkamer op haar laptop videogames. Soms ook laat. De slaapkamers van partijen grenzen aan elkaar. 7. Tijssen heeft een boompje in haar voortuin. Dit boompje staat op minder van 50 centimeter van de erfgrens tussen partijen. 8. Tijssen bezit ten behoeve van haar scootmobiel een oprijplank die van Stammis was of is. 2

3 De vordering van partijen Stammis eist dat Tijssen haar met rust laat. Het gaat niet goed tussen Stammis en Tijssen. Hoewel partijen ooit een geslaagde vakantie naar Ameland hebben gemaakt, zijn er irritaties over en weer ontstaan. Vast is komen te staan dat hebben partijen op de hoorzitting erkend dat zij uit irritatie met de ander weleens meer lawaai hebben veroorzaakt dan nodig was. Dat is onrechtmatig. Wie hinder veroorzaakt met geen ander doel dan een ander te irriteren, handelt onrechtmatig jegens die ander. Voor zover de vordering hierop ziet, kan deze worden toegewezen als na te melden. Stammis eist dat Tijssen geen steentjes meer naar vogels in haar tuin gooit. Tijssen erkent dat zij af en toe steentjes naar vogels gooit die afkomen op het voer van Stammis. Het gaat haar hierbij vooral om meeuwen, die naar haar ervaring een bron van vogelpoep zijn. Stammis stelt kort gezegd dat zij het recht heeft om vogels te voeren in haar eigen tuin. De rijdende rechter overweegt als eerste dat het natuurlijk niet verboden is vogels te voeren in je eigen tuin. Daarvoor zijn vogelhuisjes en voederplankjes uitgevonden. Dit kan anders worden, indien het voeren zodanig vormen aanneemt dat de aanwezigheid van de dieren hinder veroorzaakt. Het is een feit van algemene bekendheid dat dit bij bijvoorbeeld meeuwen zo kan zijn. Meeuwen zijn echter door de Europese Vogelrichtlijn en de Flora- en faunawet beschermd (dit waarschijnlijk tot ergernis van vele Nederlandse kustgemeenten). De rijdende rechter is van oordeel dat Stammis geen onrechtmatige hinder heeft veroorzaakt door het voeren van vogels. Steentjes naar vogels gooien teneinde ze te verjagen is niet toegestaan. Indien Tijssen onverhoopt raak zou gooien levert dit dierenmishandeling op. Voor zover Tijssen zou stellen dat ze niet in de richting van de vogels gooit, zou haar handelen zinloos zijn in het kader van de doelstelling: verjagen. De vordering van Stammis zal daarom worden toegewezen. De tegenvordering van Tijssen dat Stammis wordt verboden de vogels te voeren, wordt daarom afgewezen. 3

4 Eiser eist dat verweerder haar schutting op eigen grond zet. Tijdens het locatiebezoek is komen vast te staan dat de schutting van Tijssen op eigen grond staat. De vordering wordt dus afgewezen. Stammis eist dat Tijssen haar boompje verplaatst. Artikel 5:42 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat er geen bomen mogen staan binnen een afstand van twee meter van de erfgrens en geen heesters binnen een afstand van vijftig centimeter van de erfgrens. Op die regel zijn wel uitzonderingen. Zo kunnen er in het verleden andere afspraken zijn gemaakt, of het recht om verwijdering te vragen kan zijn verjaard. Verder kan een plaatselijke verordening (APV) of gewoonte er toe leiden dat de te hanteren afstand tot de erfgrens kleiner is. En en dat wordt wel eens vergeten als je de boom of heester niet kunt zien, bijvoorbeeld omdat hij minder hoog is dan de schutting tussen de erven, kan er geen verwijdering worden geëist. In deze zaak doet zich een van de genoemde uitzonderingen voor. Artikel 4:12A van de APV Lelystad 2015 bepaalt dat de afstand tot de erfgrens, zoals bedoeld in artikel 5:42 BW voor bomen 50 centimeter is, en voor heesters nihil. Het boompje dat Tijssen in haar voortuin heeft merkt de rijdende rechter echter niet aan als 'boom' in de zin van de wet. De strekking van het artikel is overlast wegens schaduw, bladerafval, wortelopdruk en dergelijke te voorkomen of te verminderen. Het formaat van het boompje van Tijssen is dermate gering, en zal dat naar het zich laat aanzien ook blijven, dat het risico op de overlast die de wetgever voor ogen stond, nihil is. Het betreft een dermate klein sierboompje, dat het voor deze zaak als een heester moet worden beschouwd. Tijssen mag haar heester laten staan, de vordering wordt afgewezen. Stammis eist dat Tijssen haar de oprijplank teruggeeft. Stammis stelt dat zij haar oprijplank niet aan Tijssen heeft gegeven, maar deze heeft uitgeleend. Tijssen betwist dit gemotiveerd en stelt dat er sprake is van schenking. Nu Tijssen de oprijplank na aflevering onder zich heeft gehouden wordt zij op grond van artikel 3:109 BW vermoed de rijplank voor zichzelf te zijn gaan houden. Artikel 4

5 3:119 lid 1 BW brengt dan mee dat sprake is van een wettelijk vermoeden dat Tijssen rechthebbende op de rijplank is. Dit wettelijk vermoeden is door Stammis niet in die mate weerlegd dat het aan Tijssen is nader bewijs te leveren van haar rechten. Stammis heeft verder geen bewijs geleverd en zegt dit ook niet te kunnen leveren van haar stelling dat zij de rijplank niet heeft geschonken, doch slechts in bruikleen heeft gegeven. De rijdende rechter gaat er daarom van uit dat Tijssen de eigenaar is van de oprijplank. De vordering wordt afgewezen. Tijssen eist dat Stammis de troep in haar voor- en achtertuin opruimt. Stammis heeft op het locatiebezoek en de hoorzitting beaamd dat haar voor- en achtertuin een slordige aanblik geven. Hoewel het maar zeer de vraag is of het in rechte afdwingbaar is, een buur tot opruimen van zijn tuin te dwingen, heeft Stammis toegezegd dat op korte termijn de voor- en achtertuin zullen zijn opgeruimd en opgeknapt. De rijdende rechter gaat ervan uit dat Stammis woord houdt, zodat hierop geen beslissing hoeft te volgen. Het gamegedrag van Stammis Tijssen stelt geregeld geluidsoverlast te ervaren van het gamen van Stammis. Stammis heeft daarop verklaard dat zij inderdaad schietspellen speelt, zoals Return to Castle Wolfenstein en behendigheidsspellen. Dit veroorzaakt volgens Tijssen geluidsoverlast dat haar niet alleen irriteert, maar zelfs wakker maakt. De rijdende rechter heeft deskundige Kramer een meting laten verrichten. Deze meting wees uit dat het onwaarschijnlijk is dat Tijssen overlast ondervindt van het gamen van Stammis. In ieder geval zijn eventuele gamegeluiden niet zodanig hard, dat dit als onrechtmatig moet worden aangemerkt. Daarbij kan niet onvermeld blijven dat de deskundige zegt dat eigenlijk ieder geluid van buren dat na 22:00 uur s avonds kan worden gehoord, als irritant wordt beschouwd. Maar dat maakt het niet reeds onrechtmatig. We kunnen helaas niet van ieder burengerucht gevrijwaard worden. De gamegeluiden zijn niet onrechtmatig. De vordering wordt afgewezen. 5

6 B E S L I S S I N G De rijdende rechter: verbiedt Tijssen haar televisie of radio op een volume te spelen dat erop is gericht Stammis overlast te veroorzaken; verbiedt Tijssen steentjes te gooien naar vogels in de tuin van Stammis; wijst iedere andere vordering af. Dit bindend advies is gegeven door mr J.S. Reid als rijdende rechter en uitgesproken te Zeist op 21 september Bindend Adviseur Secretaris mr J.S. Reid mr C.M. Sharif 6