Tweede Kamer der Staten-Generaal

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Transcriptie

1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2008 Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VAN BINNEN- LANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 oktober Aanleiding Naar aanleiding van de televisie-uitzending van NOVA van 24 september jl., waarin aandacht is besteed aan vermeende onregelmatigheden die zich zouden hebben voorgedaan bij politie-onderzoeken inzake de Turkse heroïnehandel en de mondelinge vragen die hierover tijdens het vragenuurtje op 25 september jl. zijn gesteld, berichten wij het volgende. Nadat wij kennis hadden genomen van de berichten in NOVA, hebben wij zowel het College van procureurs-generaal (hierna: het College) als de wnd. korpschef van het Korps Landelijke Politie Diensten (hierna: het KLPD) gevraagd ons te informeren over de feiten en omstandigheden. Hetgeen hierna wordt opgemerkt berust op informatie uit de ambtsberichten, nadere aanvullende informatie, rapporten, processen-verbaal en andere documenten die wij hebben ontvangen van het College respectievelijk de wnd. korpschef van het KLPD. Wij informeren u in deze brief over: het vermeend verdwijnen van drie partijen heroïne met een totaal gewicht van ongeveer 160 kilogram in de onderzoeken Mul, Spohr en Döner; het vermeend doorlaten van 4,5 kilogram heroïne in het onderzoek Spohr; het vermeend gebruik van (criminele burger-)infiltranten in de onderzoeken Benoit en Bayer naar de Turkse heroïnehandel door of met medeweten van de Nationale Recherche en het mogelijk betalen door de Nederlandse autoriteiten van een Turkse informant in die zaken. Voor het beantwoorden van de hiervoor genoemde punten is informatie gebruikt die (deels) aanwezig is in de dossiers van de onderzoeken Spohr (waaronder het deelonderzoek Vlieger), Döner, Mul, Bayer en Benoit. KST tkkst31200VI-5 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2007 Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 5 1

2 De onderzoeken Spohr (waaronder het deelonderzoek Vlieger), Bayer en Benoit zijn thans nog onder de rechter. In het onderzoek Döner zijn alle strafzaken definitief afgedaan. De twee verdachten in die zaak zijn in eerste aanleg op 2 juni 2005 veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A van de Opiumwet gegeven verbod tot een gevangenisstraf van zes jaar (met aftrek van voorarrest). In hoger beroep is één verdachte bij arrest van 13 februari 2006 voor hetzelfde delict tot een gevangenisstraf van vijf jaar (met aftrek) veroordeeld en de andere verdachte voor hetzelfde delict tot een gevangenisstraf van vier jaar (met aftrek). Deze uitspraken zijn inmiddels onherroepelijk. In het onderzoek Mul is nog een enkele strafzaak in behandeling bij het Gerechtshof te s-gravenhage. Eén uitspraak in dit onderzoek is inmiddels onherroepelijk; het betreft een verdachte die bij vonnis van 29 juni 2007 is veroordeeld voor het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder A van de Opiumwet gegeven verbod en het medeplegen van handelen in strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met een betrekking tot een wapen van categorie III, meermalen gepleegd en het handelen is strijd met artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd tot een gevangenisstraf van twee jaar en zes maanden (met aftrek). Overigens is alleen in het vonnis van de laatstgenoemde zaak in één alinea aandacht besteed aan het gewicht van de in kwestie zijnde hoeveelheid heroïne. Hieruit blijkt dat het feit dat de exacte hoeveelheid inbeslaggenomen heroïne niet werd vastgesteld, voor de rechter geen invloed had op de veroordeling, aangezien wel was komen vast te staan dat sprake was van een ruime hoeveelheid heroïne. In de uitspraken in het onderzoek Döner is niets vermeld over onduidelijkheden over de hoeveelheid inbeslaggenomen of vernietigde heroïne. Ondanks de noodzakelijke terughoudendheid die wij betrachten ten aanzien van het doen van mededelingen in individuele zaken, vooral wanneer deze onder de rechter zijn, achten wij het gelet op de berichtgeving in de media wenselijk informatie te geven over de betrokken zaken, teneinde op een transparante wijze antwoord te kunnen geven op gerezen vragen. 2. Vermeende verdwijning van hoeveelheden heroïne in de onderzoeken Mul, Spohr en Döner Uit de processen-verbaal in de afzonderlijke strafdossiers en de administratie van de politie blijkt dat, met uitzondering van de zeer geringe hoeveelheden uit de partijen genomen monsters, alle in beslaggenomen hoeveelheden heroïne zijn vernietigd, zodat van verdwijning geen sprake is. Opgemerkt dient te worden, dat in de strafdossiers van de betreffende onderzoeken wel de kennisgevingen van inbeslagneming, de resultaten van het forensisch-technisch onderzoek en de strafvorderlijke beslissingen van het Openbaar Ministerie met betrekking tot de in beslag genomen verdovende middelen zijn opgenomen, maar niet alle processen-verbaal en onderliggende administratieve bescheiden betreffende de feitelijke vernietiging van deze middelen. Ten behoeve van de behandeling van de strafzaken door de rechter is informatie betreffende de feitelijke vernietiging ook niet vereist. Alvorens inhoudelijk op de afzonderlijke zaken in te gaan is het wenselijk een toelichting te geven op de vernietigingsprocedure, de wijze waarop de verdovende middelen worden gewogen bij het afvalverwerkingsbedrijf en de zogenaamde weegbon. Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 5 2

3 De verdovende middelen die door teams van de Dienst Nationale Recherche van het KLPD in beslag zijn genomen, zijn in de onderhavige zaken naar het Bureau Forensisch Technische Onderzoeken (hierna Bureau FTO) van de Politie Amsterdam Amstelland gebracht voor monsterneming en aldaar tevens gewogen. Deze weging moet worden onderscheiden van de weging op de weegbrug. Het proces van monsterneming en forensisch-technisch onderzoek leidt er in de regel toe dat een partij verdovende middelen wordt opgesplitst en in deelpartijen wordt vernietigd. De opdracht tot vernietiging van de middelen waarvan vast is komen te staan dat sprake is van verdovende middelen, wordt door de zaaksofficier van justitie gegeven. De feitelijke vernietiging vindt plaats onder fysiek toezicht van een politiefunctionaris. Hiervan wordt proces-verbaal opgemaakt en aan de zaaksofficier van justitie ter beschikking gesteld. Dit proces-verbaal is derhalve bedoeld om te dienen als bewijs van de feitelijke vernietiging. Het wegen door het afvalverwerkingsbedrijf is van belang voor de financiële administratie van het betreffende bedrijf. In de weegbon wordt het door de weegbrug vastgestelde gewicht vastgelegd. Aangezien de weegbrug is bedoeld voor de weging van grote ladingen afval (tot kilogram) is deze ongeschikt voor het wegen van kleine hoeveelheden, zodat het gewicht van een kleine partij dat door de weegbrug wordt vastgesteld, sterk (zowel in positieve als in negatieve zin) kan afwijken van het werkelijke gewicht. Daar komt bij dat de weegbrug een foutmarge kent van 1% en dat het gewicht dat door de weegbrug wordt aangegeven wordt gemeten in hoeveelheden van twintig kilogram. Bovendien kan bij het inen uitrijden gebruik worden gemaakt van verschillende weegbruggen. Het voorgaande verklaart dat de aantallen gewogen kilo s op de weegbruggen aanzienlijk kunnen afwijken van de hoeveelheden die door het Bureau FTO kort na het moment van inbeslagname worden gewogen. Vanuit strafvorderlijk oogpunt is niet de weging op de weegbrug, maar uitsluitend de formele vaststelling van het gewicht door de forensisch deskundigen van het Bureau FTO van belang. De uitzending van NOVA laat zien dat de aanwezigheid van een weegbon van het afvalverwerkingsbedrijf omtrent de vernietiging van de inbeslaggenomen partijen verdovende middelen in het strafdossier verwarring kan veroorzaken. Een van de in paragraaf 5 (Conclusies en maatregelen) van deze brief opgenomen maatregelen is dan ook deze weegbonnen in het vervolg niet meer in de strafdossiers op te nemen. Zoals hiervoor gesteld blijft uiteraard van belang dat de vernietiging van de inbeslaggenomen verdovende middelen wordt vastgelegd in een proces-verbaal. Zoals hiervoor reeds aangegeven werd, zijn de uit de partijen heroïne getrokken monsters ten behoeve van forensisch-technisch onderzoek nog niet vernietigd. Deze monsters dienen voor forensisch-technisch onderzoek naar dactyloscopische sporen en de chemische samenstelling van de inbeslaggenomen goederen, om te kunnen vaststellen of dit verboden middelen betreffen en, zo ja, welke. Uit de hoofdpartij wordt een voor de partij representatieve selectie gemaakt. Uit dit voor monsterneming geselecteerde deel, worden vervolgens de te onderzoeken monsters afgescheiden. De hoofdpartij minus het voor monsterneming geselecteerde gedeelte wordt vervolgens overgedragen aan de Dienst Nationale Recherche van het KLPD (tot 1 september 2005 aan de Dienst Centrale Recherche van het Korps Amsterdam-Amstelland). Het voor monsterneming geselecteerde gedeelte van de partij wordt, nadat daaruit de monsters zijn getrokken, Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 5 3

4 door het laboratorium overgedragen aan het Team Facilitaire Ondersteuning van de politie Amsterdam-Amstelland. De monsters dienen ten behoeve van de bewijslevering en voor eventuele contra-expertise bewaard te blijven totdat alle strafzaken onherroepelijk zijn afgedaan. Het onderzoek Mul In het televisie-programma NOVA werd beweerd dat van de 69,7 kilogram in beslag genomen heroïne slechts 40 kilogram zou zijn vernietigd. Daarmee zou 29,7 kilogram zijn verdwenen. Uit processen-verbaal en rapporten van het KLPD blijkt dat, met uitzondering van een kleine hoeveelheid monstermateriaal (te weten 27,6 gram), de totale hoeveelheid in beslag genomen heroïne op verschillende momenten is vernietigd. De verwarring is vermoedelijk ontstaan door de aanwezigheid van de weegbon van het afvalverwerkingsbedrijf in het strafdossier. De 40 kilogram waarover in het programma NOVA werd bericht, is ontleend aan de vermelding van dat gewicht op de weegbon met datum van vernietiging. Het onderzoek Spohr In het televisieprogramma NOVA werd gesteld dat 409 pakketten in beslag zijn genomen, waarvan 366 pakketten zijn vernietigd. In het programma van NOVA werd beweerd dat 43 pakketten zijn verdwenen. Uit processen-verbaal en rapporten blijkt dat alle inbeslaggenomen heroïne, met uitzondering van een kleine hoeveelheid monstermateriaal, te weten 21,1 gram, op twee verschillende momenten is vernietigd. Bij het afvalverwerkingsbedrijf zijn 366 pakketten op 12 juni 2006 vernietigd. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt en dit proces-verbaal is in de uitzending van NOVA getoond. De overige 43 pakketten (gebruikt voor monsterneming en onderzoek), die door de uitzending van NOVA als verdwenen worden aangemerkt, zijn blijkens een proces-verbaal op 13 juli 2006 vernietigd. Het onderzoek Döner In het televisieprogramma NOVA werd beweerd dat 99,2 kilogram geheel zou zijn verdwenen. Tevens kwam aan de orde dat het vernietigingsproces-verbaal gedateerd is op 8 februari 2005, terwijl er nog een onderzoekshandeling plaatsvond aan deze partij op 10 februari Uit processen-verbaal en rapporten blijkt dat alle inbeslaggenomen heroïne, met uitzondering van een kleine hoeveelheid monstermateriaal, te weten 50,1 gram, is vernietigd op 22 juni Ten aanzien van dit monstermateriaal dat nog is opgeslagen in het hoofdbureau van de politie te Amsterdam, wordt opgemerkt dat aan de opdracht tot vernietiging op korte termijn uitvoering gegeven zal worden. Het document, gedateerd 8 februari 2005, waarnaar in de uitzending van NOVA wordt verwezen, betreft een door een politiedeskundige van het Bureau FTO opgesteld rapport, waarin melding wordt gemaakt van de resultaten van de monsterneming. In dit rapport is een standaardpassage, onder de ondertekening, opgenomen, die luidt: «De rest van het bemonsterde materiaal is vernietigd door medewerkers van de Dienst Centrale Recherche». Met deze standaardpassage wordt echter bedoeld dat de rest van het bemonsterde materiaal door medewerkers van de Dienst Centrale Recherche vernietigd zal worden. Blijkens de processen-verbaal en Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 5 4

5 rapporten heeft de feitelijke vernietiging van zowel het resterende bemonsterde materiaal als de hoofdpartij plaatsgevonden op 22 juni De reden voor het tijdsverloop tussen het afronden van het forensisch onderzoek en de feitelijke vernietiging is gelegen in de omstandigheid dat uit efficiency-overwegingen de vernietiging van verschillende partijen inbeslaggenomen verdovende middelen gezamenlijk, periodiek, plaatsvindt. Duidelijk is dat de standaardpassage verwarring oproept. Deze dient om die reden met het oog op de bedoeling daarvan te worden aangepast. 3. Vermeende doorlating van 4,5 kilogram heroïne In het strafrechtelijk onderzoek Spohr is, in tegenstelling tot hetgeen in het televisieprogramma NOVA wordt beweerd, geen sprake geweest van doorlating van verdovende middelen. Er is geen moment geweest waarop wetenschap in de zin van artikel 126ff Wetboek van Strafvordering bestond. Wij lichten dat hierna toe. Het Wetboek van Strafvordering bevat in voornoemd artikel een verplichting tot inbeslagneming voor de opsporingsambtenaar, indien deze weet heeft van de vindplaats van voorwerpen die schadelijk zijn voor de gezondheid, of die gevaar voor de veiligheid meebrengen (artikel 126ff Wetboek van Strafvordering). Op grond van jurisprudentie is vereist dat er voldoende mate van zekerheid moet zijn omtrent zowel de aard van de voorwerpen als de vindplaats. Indien die zekerheid aanwezig is, mag de inbeslagneming in het belang van het onderzoek worden uitgesteld met het oogmerk om op een later tijdstip daartoe over te gaan. Tijdens een lopend onderzoek naar de handel in verdovende middelen kwam informatie beschikbaar over het ophalen van goederen/voorwerpen uit Duitsland. Het mogelijk strafbare karakter van het handelen werd ontleend aan het feit dat versluierd taalgebruik door verdachten werd gebezigd. Gezien het doel van het onderzoek, werd daarom rekening gehouden met de mogelijkheid dat het zou kunnen gaan om de handel in verdovende middelen. Om die reden zijn de verdachten op dat moment in Nederland onder observatie gesteld. Op een zeker moment is aan de Duitse autoriteiten het verzoek gedaan of zij de observatie van het voertuig met de verdachten konden overnemen en eventueel wilden meewerken aan een uitgestelde inbeslagneming. De Duitse autoriteiten hadden op dat moment geen mogelijkheden om de observatie over te nemen en in Duitsland mogen door Nederlandse opsporingsambtenaren geen dwangmiddelen (i.c. zou het dan gaan om aanhouding, inbeslagneming en doorzoeking) worden toegepast. Uit later gevoerde telefoongesprekken kon (achteraf) worden opgemaakt, dat zeer waarschijnlijk een partij verdovende middelen was opgehaald. Een concrete aanwijzing omtrent de vindplaats ontbrak ook toen, zodat ook op dat moment ingrijpen feitelijk niet mogelijk was. 4. Vermeend gebruik van (criminele burger-)infiltranten in de onderzoeken Benoit en Bayer naar de Turkse heroïnehandel door of met medeweten van de Nationale Recherche en het mogelijk betalen door de Nederlandse autoriteiten van een Turkse informant in die zaken In de televisie-uitzending van NOVA werd gesteld dat in het opsporingsonderzoek Benoit en wellicht ook in een ander onderzoek, genaamd Bayer, gebruik is gemaakt van informatie die afkomstig zou zijn van (criminele burger-)infiltranten. De Nederlandse autoriteiten hebben in deze onderzoeken geen bemoeienis gehad met de informatievergaring door de Turkse autoriteiten en Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 5 5

6 hebben evenmin een infiltrant ingezet. Voorts zijn er door Nederlandse opsporingsambtenaren geen betalingen verricht voor informatievergaring. Overigens staat de huidige Nederlandse wetgeving er niet aan in de weg om, indien ook buitenlandse wet- en regelgeving dit toelaat, in het buitenland een informant te runnen, dan wel een Nederlandse politieinfiltrant in te zetten. In de artikelen 126w en 126x Wetboek van Strafvordering is geregeld dat burgers bijstand kunnen verlenen aan de opsporing in die gevallen dat infiltratie door een opsporingsambtenaar redelijkerwijs niet mogelijk is. Deze bevoegdheid bestaat alleen ten aanzien van ernstige misdrijven. Daarnaast moet het opsporingsonderzoek de (burger)infiltratie dringend vorderen. Bijzondere aandacht verdient de inzet van de criminele burgerinfiltrant. In de wet wordt geen onderscheid gemaakt tussen de criminele en nietcriminele burgerinfiltrant. Uw Kamer heeft in november 1998 een motie aangenomen (motie- Kalsbeek) die vroeg om een algemeen verbod op het inzetten van criminele burgerinfiltranten. Het kabinet heeft naderhand het standpunt ingenomen dat niet met criminele burgerinfiltranten dient te worden gewerkt, maar is van oordeel dat in zeer uitzonderlijke gevallen en onder stringente voorwaarden de mogelijkheid moet bestaan om van dit verbod ontheffing door de Minister van Justitie te verlenen. Het gaat hier om opsporingsonderzoeken die betrekking hebben op de bestrijding van terrorisme 1. Het Nederlandse onderzoek Benoit is gestart op basis van informatie geleverd door de Turkse autoriteiten. Aan de Nederlandse liaison-officier in Turkije is in februari 2005 een aantal malen informatie over heroïnetransporten naar Nederland verstrekt. De herkomst van deze informatie is daarbij niet aangegeven. Blijkens informatie van de liaison-officier is deze informatie door de Turkse opsporingsautoriteiten op rechtmatige wijze verkregen. De informatie is door de Dienst Internationale Politiesamenwerking (DINPOL) van het KLPD in processen-verbaal neergelegd en ter beschikking gesteld aan de Dienst Nationale Recherche. Deze processenverbaal maken deel uit van het strafdossier. Vooropgesteld moet worden dat het gebruikelijk is dat bij deze vormen van internationale informatie-uitwisseling de bron van de informatie niet bekend wordt gemaakt. Het internationale rechtsverkeer is gebaseerd op het door de Nederlandse rechter aanvaarde vertrouwensbeginsel. Dit houdt in, dat landen die met elkaar rechtshulpverdragen hebben gesloten, vertrouwen hebben in elkaars rechtssysteem. Autoriteiten die informatie ontvangen uit het buitenland waarvan wordt aangegeven dat deze informatie rechtmatig (naar het recht van de verstrekkende staat) is verkregen, mogen uitgaan van de juistheid en de rechtmatigheid van de informatieverstrekking. Voorts heeft, zo blijkt uit de van het College ontvangen informatie, onderzoek uitgewezen dat er geen medewerking is gegeven door een Nederlandse opsporingsambtenaar aan het runnen van een informant of de inzet van een infiltrant in Turkije in dit onderzoek. Evenmin is sprake geweest van het inzetten van een infiltrant door de Nederlandse autoriteiten. 1 Memorie van toelichting, Kamerstukken 1998/1999, , nr. 3, blz. 33. In het kader van het in de voorgaande alinea genoemde onderzoek is tevens onderzocht of betaling van een Turkse informant door de Nederlandse autoriteiten heeft plaatsgevonden. Vastgesteld is dat noch bij de (leidinggevenden van de) Criminele Inlichtingen Eenheid van de Nationale Recherche, noch bij het Openbaar Ministerie, noch bij het Ministerie van Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 5 6

7 Justitie een aanvraag of uitbetaling van tipgeld aan een informant of aan de Turkse autoriteiten ten behoeve van het onderzoek Benoit bekend is. De CIE-officier van justitie van het Landelijk Parket heeft daarover twee processen-verbaal opgesteld die zijn toegevoegd aan de strafzaak Benoit. Ook in de tweede zaak die in de NOVA-uitzending in dit kader werd genoemd (de zaak Bayer) is door de Nederlandse autoriteiten geen gebruik gemaakt van een infiltrant in Turkije. Uit de NOVA-uitzending zou kunnen worden afgeleid dat een persoon niet werd vervolgd omdat deze een infiltrant zou zijn geweest. Zoals hiervoor reeds werd aangegeven was hiervan echter geen sprake. Het niet verder aanmerken als verdachte van een persoon in dit onderzoek hield verband met de omstandigheid dat er onvoldoende bewijsmiddelen voorhanden waren. 5. Conclusies en maatregelen Wij delen de conclusie van het College dat de strafvorderlijke vereisten ten aanzien van de inbeslagneming van verdovende middelen en de vernietiging daarvan zijn nageleefd. Voorts is gebleken dat met de in beslag genomen heroïne door de politie op juiste wijze is gehandeld. Met betrekking tot de genoemde onderzoeken komen wij op basis van de ambtsberichten, de daarbij gevoegde processen-verbaal en andere documenten derhalve tot de conclusies dat: géén sprake is van de verdwijning van heroïne; alle inbeslaggenomen heroïne, met uitzondering van de genomen monsters, is vernietigd; géén sprake is geweest van de gesuggereerde doorlating; géén sprake is geweest van de inzet van een (criminele) burgerinfiltrant, en géén betalingen zijn gedaan aan informanten die door de Turkse autoriteiten zijn gerund. Gezien het bovenstaande ziet het College geen aanleiding een Rijksrecherche-onderzoek te doen instellen. Wij delen dit oordeel, gelet op ons ter beschikking gestelde en uitvoerig bestudeerde ambtsberichten, de daarbij gevoegde processen-verbaal en andere documenten. De huidige wijze waarop administratieve vastleggingen van handelingen met verdovende middelen binnen de Nationale Recherche plaatsvinden kan echter in onderzoeken als bovenstaande verwarring veroorzaken. Ter verbetering hiervan heeft de wnd. korpschef van het KLPD, met instemming van de gemandateerd korpsbeheerder, de volgende concrete afspraken gemaakt: Voor het afwikkelen van inbeslaggenomen verdovende middelen wordt een verbeterde protocollering ontwikkeld en ingevoerd, zodat handelingen met inbeslaggenomen verdovende middelen beter kunnen worden herleid. Onderdeel hiervan is dat gedurende de afwikkeling van inbeslaggenomen verdovende middelen de hoeveelheid/ omvang hiervan tot aan de vernietiging steeds vast staat en transparant te herleiden is; Binnen de Nationale Recherche zal onderscheid worden gemaakt naar documenten die noodzakelijk zijn voor het strafdossier (en daarin ook worden opgenomen) en de documenten die nodig zijn voor een transparante en betrouwbare bedrijfsvoering van inbeslaggenomen goederen bij de politie. Overigens behoren weegbonnen van afvalverwerkingsbedrijven tot de interne bedrijfsvoering van de politie en worden deze derhalve in het vervolg niet meer opgenomen in een strafdossier. De standaardpassage die in de rapporten van de resultaten van de monsterneming tot verwarring heeft geleid, zal worden aangepast, Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 5 7

8 zodat geen misverstand meer kan bestaan over de status van de ter vernietiging aangeboden verdovende middelen. De hoofdofficier van justitie van het Landelijk Parket heeft met deze afspraken ingestemd. Het spreekt voor zich dat ter bevordering van de eenduidigheid bovenvermelde afspraken dienen te gelden voor de gehele Nederlandse politie. Wij hebben de korpsbeheerders gevraagd om, waar nodig, in overleg met de hoofdofficier van justitie, zorg te dragen dat ook binnen de regiokorpsen bovenstaande afspraken mutatis mutandis worden nageleefd. Ten slotte merken wij nog op dat niet uit te sluiten valt dat de komende periode via de media vergelijkbare vermeende onregelmatigheden, al dan niet in verband met verdovende middelen, naar buiten zullen worden gebracht. Wij zullen deze eventuele berichten vanzelfsprekend blijven toetsen aan de feiten, echter in het vertrouwen, versterkt met dit onderzoek, dat van onrechtmatigheden geen sprake is. Wij gaan ervan uit dat met de genoemde verbetermaatregelen de bedrijfsvoering binnen de Nationale Recherche en de Nederlandse Politie in de toekomst niet meer tot verwarring zal leiden. De minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, G. ter Horst Tweede Kamer, vergaderjaar , VI, nr. 5 8

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043

ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 ECLI:NL:PHR:2010:BN0043 Instantie Datum uitspraak 16-11-2010 Datum publicatie 16-11-2010 Zaaknummer 09/03684 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie Parket bij de Hoge Raad

Nadere informatie

Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen.

Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen. Rapport Een onderzoek naar een klacht over de afwikkeling van in beslag genomen voorwerpen. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Brabant en het parket

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBROT:2017:4588 ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 63f 25 398 Wijziging van de Wet politieregisters, houdende nadere regels voor bijzondere politieregisters ten behoeve van de politie, Koninklijke

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 Rapport Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Maastricht geen uitvoering heeft gegeven aan de door het gerechtshof te 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446

Rapport. Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 Rapport Datum: 13 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/446 2 Klacht Op 11 februari 1998 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer X te Y, ingediend door de heer mr. G. Meijers, advocaat

Nadere informatie

Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005

Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005 Beslissingen rechtbank op verzoeken raadslieden in strafzaken Hofstadgroep donderdag, 8 december 2005 Rb 's-gravenhage - De rechtbank Rotterdam (nevenvestigingsplaats 's-gravenhage) heeft vandaag in Amsterdam

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

!1! Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 9 juli 2014 Onderwer Beantwoording inbreng schriftelijk overleg

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,

Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 605 Wijziging van de Wet wapens en munitie met betrekking tot onderzoek aan de kleding en het onderzoeken van vervoermiddelen en van de Gemeentewet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 2009 Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de hoofdofficier van justitie te Den Haag. Datum: 3 juni 2014. Rapportnummer: 2014/044

Rapport. Rapport over een klacht over de hoofdofficier van justitie te Den Haag. Datum: 3 juni 2014. Rapportnummer: 2014/044 Rapport Rapport over een klacht over de hoofdofficier van justitie te Den Haag. Datum: 3 juni 2014 Rapportnummer: 2014/044 2 Klacht Meneer Jansen1 klaagt erover dat de hoofdofficier van justitie onvoldoende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377

Rapport. Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 Rapport Datum: 1 december 2006 Rapportnummer: 2006/377 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de beheerder van het regionale politiekorps Midden en West Brabant bij brief gedateerd 10 februari 2005 zijn

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 743 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met het treffen van een regeling inzake het verhoor van afgeschermde getuigen en

Nadere informatie

Advies Ontwerpbesluit tot vaststelling van nadere regels voor het vastleggen en bewaren van kentekengegevens

Advies Ontwerpbesluit tot vaststelling van nadere regels voor het vastleggen en bewaren van kentekengegevens Advies Ontwerpbesluit tot vaststelling van nadere regels voor het vastleggen en bewaren van kentekengegevens Dit document bevat de alternatieve tekst van het origineel. Dit document is bedoeld voor mensen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068

Rapport. Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 Rapport Datum: 2 maart 2004 Rapportnummer: 2004/068 2 Klacht Verzoeker, slachtoffer van poging doodslag gepleegd door zijn ex-vriendin op 10 december 1999, klaagt erover dat het arrondissementsparket te

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 072 Wijziging van de regeling van het DNA-onderzoek in strafzaken in verband met het vaststellen van uiterlijk waarneembare persoonskenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r

R e g i s t r a t i e k a m e r R e g i s t r a t i e k a m e r..'s-gravenhage, 15 oktober 1998.. Onderwerp gegevensverstrekking door internet providers aan politie Op 28 augustus 1998 heeft er bij de Registratiekamer een bijeenkomst

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 Rapport Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Dordrecht zijn verzoek om een voorwaardelijk sepot om te zetten in een onvoorwaardelijk

Nadere informatie

Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek

Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek 23 december 2013 PaG/BiZJ45022 8IJLAGE 1 Samenvatting van de aanleiding, het verloop, de resultaten en de besluitvorming in het Rolodex-onderzoek Het Rolodex-onderzoek komt voort uit een ander strafrechtelijk

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109 2 Aanleiding Verzoekster is advocaat en haar cliënt stelt dat hij op

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 116 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Overleveringswet ter implementatie van richtlijn nr. 2016/800/EU van het Europees Parlement

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277

ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329

Rapport. Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 Rapport Datum: 22 september 2003 Rapportnummer: 2003/329 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) de gegevens van het arrest van het gerechtshof Arnhem van 20

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen ===================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de bewaring van inbeslaggenomen voorwerpen

Nadere informatie

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Na overleg met de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1 De Minister van Veiligheid en Justitie drs. S.A. Blok Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 12 mei 2017 contactpersoon Voorlichting doorkiesnummer 088-361 33 17 e-mail Wetgeving.rvdr@rechtspraak.nl uw kenmerk

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 685 Regeling van DNA-onderzoek bij veroordeelden (Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke veroordelingen

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291

ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1995 1996 24 770 Invoering van en aanpassing van wetgeving aan de Vaststellingswet titel 7.10 Burgerlijk Wetboek (arbeidsovereenkomst) (Invoeringswet titel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.

ECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig. ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 33 542 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering in verband met de regeling van het vastleggen en bewaren van kentekengegevens door de politie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 170 Wijziging van de Politiewet 2012 en de Wet op de medische keuringen in verband met het screenen van personen die ambtenaar van politie willen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld. arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 421 Wet van 9 oktober 2008, houdende regels strekkende tot het opleggen van een tijdelijk huisverbod aan personen van wie een ernstige dreiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518

ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING

BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING HET HOF VAN JUSTITIE VAN SURINAME BESCHIKKING INZAKE VERZOEK EX ARTIKEL 475 Jo 460 VAN HET WETBOEK VAN STRAFVORDERING Gelezen het namens [klager] ingediend verzoekschrift, welke ertoe strekt dat het Hof

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging Nr. 4 ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT 1 Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042

ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 ECLI:NL:GHARN:2008:BG4042 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 11-11-2008 Datum publicatie 12-11-2008 Zaaknummer 21-001909-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 489 Wet van 6 december 2017 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten strekkende tot aanpassing van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) A OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2017:978

ECLI:NL:GHSHE:2017:978 ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445

Rapport. Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 Rapport Datum: 12 oktober 1998 Rapportnummer: 1998/445 2 Klacht Op 5 december 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer H. te Arnhem, ingediend door de heer F. te Doorwerth, met

Nadere informatie

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Rapport Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie eenheid Amsterdam en het Openbaar Ministerie te Amsterdam Datum: 30 december 2013 Rapportnummer: 2013/213 2 Feiten Verzoeker is

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag gegrond. Datum: 13 november 2017

Nadere informatie

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400 Rapport Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/400 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een met naam genoemde inspecteur van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Divisie Vervoer, van het Ministerie

Nadere informatie

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 1987 Wet van 3 december 1987, Stb. 635, houdende regels betreffende de inlichtingen- en veiligheidsdiensten Zoals deze is gewijzigd bij de wetten van 02-12-1993(Stb.759)

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:5798

ECLI:NL:RBGEL:2013:5798 ECLI:NL:RBGEL:2013:5798 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 17-12-2013 Zaaknummer 06/950395-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN TOEZICHT BESTUURSRECHTELIJK Toezicht op de naleving van de wet Opsporing van strafbare feiten HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN Toezicht wordt uitgeoefend door toezichthouders.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2007:208

ECLI:NL:GHARN:2007:208 ECLI:NL:GHARN:2007:208 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-05-2007 Datum publicatie 11-04-2016 Zaaknummer 21-004591-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 769 Wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enkele bijzondere wetten in verband met de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen Nr.

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 462 Beschikking van de Minister van Justitie van 31 augustus 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet grensoverschrijdende

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158

ECLI:NL:HR:2017:479. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 16/01158 ECLI:NL:HR:2017:479 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-03-2017 Datum publicatie 21-03-2017 Zaaknummer 16/01158 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:167,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968

ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968 ECLI:NL:RBAMS:2007:AZ9968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 04-01-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 13/525150-06 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190

Rapport. Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 Rapport Datum: 7 juli 2005 Rapportnummer: 2005/190 2 Klacht Verzoekers klagen erover dat het regionale politiekorps Utrecht hun verzoek om vergoeding van de schade als gevolg van een politieonderzoek in

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2002 2003 Nr. 185 28 217 Regels over de documentatie van vennootschappen (Wet documentatie vennootschappen) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 3 april 2003 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie

Datum 23 november 2012 Onderwerp Nadere informatie n.a.v. de berichtgeving over de secretaris-generaal van mijn ministerie 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Datum 27 februari 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de miljoenen van Bruinsma op een Zwitserse bankrekening

Datum 27 februari 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de miljoenen van Bruinsma op een Zwitserse bankrekening 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van 01-01-2013 t/m heden Wet van 29 mei 2006 tot vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling van het functioneel

Nadere informatie

Een onderzoek naar het verstrekken van een strafdossier door het Openbaar Ministerie aan een curator.

Een onderzoek naar het verstrekken van een strafdossier door het Openbaar Ministerie aan een curator. Rapport Een onderzoek naar het verstrekken van een strafdossier door het Openbaar Ministerie aan een curator. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over gedraging die wordt toegerekend aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 174 Besluit van 7 mei 2007 tot wijziging van de Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 685 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de economische delicten met het oog op het vergroten

Nadere informatie

Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem. z

Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem. z Onderzoek bij het KLPD naar door Nederland ingevoerde gegevens in het Europol Informatiesysteem z2009-01069 Rapport van definitieve bevindingen (uittreksel) 13 april 2010 1 INLEIDING Op grond van de Europol

Nadere informatie

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen.

1. In artikel 126nba, eerste lid, onderdeel d, wordt het woord verwerkt telkens vervangen door : opgeslagen. 34 372 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 324 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de invoering van een puntenstelsel rijbewijzen Nr. 13 VOORSTEL VAN WET ZOALS HET LUIDT

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 225 Wet van 19 juni 2013 tot wijziging van de Opiumwet en de Wet wapens en munitie in verband met de verruiming van de kring van ambtenaren,

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 Rapport Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van het arrondissementsparket te Den

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 171 Wet van 31 maart 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten ter verbetering

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 143 Interpellatie-Teeven over het op vrije voeten komen van Saban B. Nr. 6 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 JU Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998 Categorie: Strafvordering Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel 130 lid 4 Wet RO Afzender: College van procureurs-generaal Adressaat:

Nadere informatie

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391

Rapport. Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391 Rapport Datum: 22 december 2006 Rapportnummer: 2006/391 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de hoofdofficier van justitie te Groningen hem in een brief van 1 februari 2006 onvolledig heeft geantwoord

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

VOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin,

VOOR Rf CH f SPRAAK. Geachte heer Hirsch Ballin, fr NFJ)EREANDSF VFRENIGIN( VOOR Rf CH f SPRAAK De minister van Justitie Mr. E.M.H. Hirsch Ballin Postbus 2030! 2500 GH Den Haag Datum 22 september 2010 Kenmerk 83.2000u/JT Uw kenmerk 5658242/ 0/6 Onderwerp

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 213 Uitvoering van het op 31 januari 1995 te Straatsburg tot stand gekomen Verdrag inzake de sluikhandel over zee, ter uitvoering van artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 475 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering, de Wet internationale misdrijven, de Wet overlevering inzake oorlogsmisdrijven

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:430

ECLI:NL:OGEAA:2017:430 ECLI:NL:OGEAA:2017:430 Instantie Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 14-06-2017 Zaaknummer 88 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Strafrecht

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST

Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST Rolnummer: 22-003636-07 PO Parketnummer: 10-150153-02 Datum uitspraak: 16 juni 2010 TEGENSPRAAK Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST gewezen op het hoger beroep tegen het

Nadere informatie

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN Toezicht wordt uitgeoefend door toezichthouders. Toezichthouders kunnen echter ook opsporingsbevoegdheden hebben; vraag daarom altijd naar

Nadere informatie