Jachthaven Naarden. Watervergunning. IJsselmeerweg - Onderwal 4 in Naarden

Transcriptie

1 Jachthaven Naarden IJsselmeerweg - Onderwal 4 in Naarden Datum 12 maart 2015 Casecode W Kenmerk Watervergunning Afgraven primaire waterkering tot NAP + 2,70 m en aanbrengen grond en afwateringsduiker vanwege aanleg toegangsweg en herinrichting parkeerterein in kernzone en beschermingszone Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus GJ Amsterdam T (20 cent per gesprek, plus uw gebruikelijke belkosten) F KvK Waternet is de gemeenschappelijke organisatie van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam

2 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Conclusie 4 3 Besluit en ondertekening 5 4 Voorschriften Algemeen Voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem of beschermingszone 8 5 Aanleiding Algemeen Aangevraagde handelingen 10 6 Overwegingen Toetsingskader Voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem of beschermingszone 12 7 Procedure Aanvraag en aanvullingen Gevolgde procedure 16 8 Mededelingen 17 Bijlage 1. Begripsbepalingen 19 Bijlage 2. Onderdelen van de vergunning maart W /21

3 1 Inleiding Waternet heeft op 20 februari 2015 een aanvraag ontvangen van Buro Poelmans Reesink Landschapsarchitectuur, namens Jachthaven Naarden, Onderwal 4, 1411 LV Naarden, om een vergunning te verlenen als bedoeld in hoofdstuk 6 van de Waterwet (Wtw). Waternet behandelt deze aanvraag watervergunning namens het dagelijks bestuur van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV) en heeft deze geregistreerd met onze casecode: W Aanvraag De aanvraag watervergunning gaat uit van een permanente afgraving van het dijkprofiel van de primaire waterkering tot NAP + 2,70 m voor de aanleg van een toegangsweg en voetpad in het dijkprofiel vanaf de IJsselmeerweg naar het jachthaven-terrein. Voor het aanleggen van de wegfundering en toegangsweg wordt de kruin, over een breedte van 11 meter, afgegraven tot NAP + 2,70 m en wordt aan weerszijden van het dijklichaam het maaiveld verhoogd. Daarnaast wordt het bestaande fietspad verlegd en wordt een afwateringsduiker onder de nieuwe toegangsweg aangebracht. Deze werken en handelingen vinden plaats in de kern- en beschermingszones van een primaire waterkering tussen de IJsselmeerweg 40 en Onderwal 4 in Naarden. 2 Conclusie U ontvangt de aangevraagde watervergunning op grond van de overwegingen, in samenhang met de vereisten die voortkomen uit de waterwetgeving. De voorschriften in de watervergunning zorgen ervoor dat de doelen en belangen van de Waterwet beschermd worden (Wtw artikel 2.1). 12 maart W /21

4 3 Besluit en ondertekening Bij het beoordelen van een aanvraag voor een watervergunning moet het dagelijks bestuur van AGV rekening houden met de Waterwet, het Waterbesluit, de Waterregeling, de Keur AGV 2011 en de Algemene wet bestuursrecht. Gelet hierop, én gelet op de overwegingen in het hoofdstuk Overwegingen, besluit het dagelijks bestuur van AGV als volgt: I. De gevraagde vergunning aan Jachthaven Naarden, Onderwal 4, 1411 LV Naarden, te verlenen voor het uitvoeren van de volgende handelingen in een watersysteem of beschermingszone (zoals bedoeld in de Keur AGV 2011): het permanent afgraven van het bestaande dijkprofiel tot NAP + 2,70 m; het aanbrengen en hebben van een toegangsweg met wegfundering, voetpad, fietspad en opsluitingen tot NAP + 3,00 m in het dijkprofiel; het ophogen van de bodem met grond aan beide zijden van het dijkprofiel tot NAP + 2,70 m (IJsselmeerweg) en tot NAP + 1,47 m (jachthaven); het aanleggen en hebben van een afwateringsduiker in de teen van het bestaande dijkprofiel; in verband met het aanleggen van een nieuwe toegangsweg naar het jachthaven-terrein in de kern- en beschermingszones van een primaire waterkering tussen de IJsselmeerweg 40 en Onderwal 4 in Naarden. II. De volgende onderdelen van de aanvraag deel te laten zijn van de watervergunning: overzichtstekening (deel A) met tekeningnummer 1510.OV01 (A) van met kenmerk ; doorsneden dijklichaam / toegangsweg met tekeningnummer 1510.DE01 van met kenmerk III. Aan de watervergunning de in hoofdstuk 4 opgenomen voorschriften te verbinden met het oog op de in artikel 2.1 van de Waterwet genoemde doelstellingen en belangen. In Bijlage 1. Begripsbepalingen van deze watervergunning staat een toelichting op de begrippen die in deze beschikking vermeld staan. Hoogachtend, namens het dagelijks bestuur van AGV, mw. R.E.M. Offermans teamleider Vergunningen 12 maart W /21

5 Een afschrift van deze vergunning is verzonden aan: Gemeente Naarden, mevrouw S. Verhagen, Postbus 5000, 1410 AA Naarden; Provincie Noord-Holland, Verordening waterkering West-Nederland, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem; Buro Poelmans Reesink Landschapsarchitectuur, de heer K. Baakman, Zijpendaalseweg 29, 6814 CC Arnhem. 12 maart W /21

6 4 Voorschriften 4.1 Algemeen voorschrift 1 Beheer en onderhoud 1.1 Tijdelijke hulpconstructies en/of hulpwerken die nodig zijn voor het realiseren van het werk, mogen alleen toegepast worden na goedkeuring van de afdeling Toezicht en Handhaving van Waternet. 1.2 De werken die op grond van deze vergunning aanwezig zijn, moeten: a. zodanig functioneren, onderhouden worden en worden bediend, dat ze aan hun functie (blijven) voldoen; b. zijn uitgevoerd in voor de functie geschikt materiaal. 1.3 Direct nadat de werken voltooid zijn, zorgt de vergunninghouder voor het opruimen en afvoeren van alle daarbij gebruikte werktuigen, materialen en (hulp)werken, en ook de resterende (niet-gebruikte) materialen en het afval/drijfvuil. voorschrift 2 Contactpersoon 2.1 De vergunninghouder is verplicht één of meer personen aan te wijzen die belast is (zijn) met het toezicht op de naleving van de voorschriften die in deze vergunning zijn opgenomen waarmee in spoedgevallen, ook buiten kantooruren, overleg kan worden gevoerd. voorschrift 3 Start en einde werkzaamheden 3.1 De vergunninghouder meldt de start van de werkzaamheden of activiteiten minimaal 5 werkdagen voor aanvang aan afdeling Toezicht en Handhaving. De vergunninghouder maakt tevens binnen twee dagen na afloop van de werkzaamheden kenbaar, dat de werkzaamheden zijn beëindigd. Stuur een bericht naar handhaving@waternet.nl en vermeld hierin de casecode W voorschrift 4 Calamiteiten 4.1 In geval van een calamiteit moet de vergunninghouder afdeling Toezicht en Handhaving onmiddellijk op de hoogte brengen via telefoonnummer (20 cent per gesprek, plus uw gebruikelijke belkosten). 12 maart W /21

7 4.2 Voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem of beschermingszone voorschrift 5 Waterkeringen algemeen 5.1 Het werk moet zo worden uitgevoerd dat de stabiliteit en het waterkerend vermogen van de primaire waterkering niet worden aangetast. 5.2 Alle ontgravingen moeten tot een minimum beperkt blijven. Ontgravingen moeten direct na het gereedkomen van de werken of onderdelen daarvan, waarvoor de ontgraving nodig was, worden aangevuld met een daartoe geschikte grond, die in lagen van maximaal 0,20 meter wordt aangebracht. Elke laag moet afzonderlijk verdicht worden. 5.3 De uitkomende grond moet in omgekeerde volgorde worden teruggelegd. 5.4 De bestaande erosiebestendige bekleding van de primaire waterkering moet na de werkzaamheden volledig hersteld worden en goed aansluiten op de bestaande bekleding/verharding. 5.5 Opgenomen graszoden moeten worden teruggelegd. Bij het ontbreken van geschikte graszoden moet de primaire waterkering worden ingezaaid met een soortenrijk graszaadmengsel, zodat een erosiebestendige grasmat ontstaat. 5.6 De afwatering van de primaire waterkering mag niet worden belemmerd. 5.7 Tijdens de werkzaamheden moet het verkeer over de weg naast de primaire waterkering zo kunnen plaatsvinden, dat beschadiging van bermen en taluds wordt voorkomen. 5.8 Alle verzakkingen of zettingen die door het werk ontstaan, moeten worden hersteld. 5.9 De afwatering van primaire waterkering mag geen negatieve invloed hebben op de stabiliteit van de primaire waterkering en mag geen erosie van de primaire waterkering tot gevolg hebben Binnen acht weken na voltooiing van de werken moet een digitale revisietekening worden verstrekt aan de afdeling Toezicht en Handhaving. Op de digitale revisietekening moet de ligging van de werken gedetailleerd en op schaal ingetekend zijn. voorschrift 6 Toegangsweg over primaire waterkering 6.1 Permanente ontgravingen zijn niet toegestaan onder NAP + 2,70 m, gerekend vanaf de kruin van de primaire waterkering, tot aan de IJsselmeerweg. 6.2 De werkzaamheden moeten worden uitgevoerd conform doorsneden dijklichaam / toegangsweg met tekeningnummer 1510.DE01 van met kenmerk De toegangsweg, voetpad, fietspad inclusief wegfundering en opsluitingen moeten met de onderzijde van de fundering zettingsvrij en geheel buiten het profiel van vrije ruimte van de primaire waterkering worden aangelegd en ter hoogte van de kruin op minimaal NAP + 2,70 m worden aangelegd conform doorsneden dijklichaam / toegangsweg met tekeningnummer 1510.DE01 van met kenmerk De exacte locatie van de permanente ontgravingen en aanleg van de wegfundering moet in het bijzijn van afdeling Toezicht en Handhaving worden ingemeten. De wegfundering mag pas worden aangebracht nadat de positie hiervan door afdeling Toezicht en Handhaving is goedgekeurd en vastgelegd. 12 maart W /21

8 6.5 Onder de nieuwe toegangsweg en op het bestaande maaiveld, op 13 meter uit de buitenkruinlijn van de primaire waterkering landinwaarts, moet een afwateringsduiker worden aangebracht met een binnendiameter van minimaal 300 mm. voorschrift 7 Afwerken taluds primaire waterkering 7.1 Het wegprofiel over de kruin van de primaire waterkering heeft een maximale breedte van zeven (7) meter op een hoogte van tenminste NAP + 3,00 m, met aan weerszijden een grondtalud van 1:2 tot aan de bestaande kruinhoogte van de primaire waterkering op circa NAP + 4,00 m. 7.2 De taluds van de primaire waterkering moeten met een erosiebestendige grasmat worden aangelegd of met soortenrijk graszaadmengsel worden ingezaaid en onderhouden. 7.3 De vergunninghouder moet de toegangsweg, voetpad en opsluitingen, waaronder begrepen de taluds tot aan de bestaande kruinhoogte van de primaire waterkering, over de volle lengte en hoogte in goede waterkerende en waterdichte staat onderhouden. 7.4 Het voor de ophoging te gebruiken materiaal moet bestaan uit een daartoe geschikte grondsoort (klei en/of zand). 12 maart W /21

9 5 Aanleiding 5.1 Algemeen Dit hoofdstuk beschrijft welke handelingen in de aanvraag staan en welke wet- en regelgeving van toepassing is. Ook wordt beoordeeld welke handelingen in deze vergunning niet zijn opgenomen, omdat ze meldingplichtig of vrijgesteld van meldingsplicht zijn. Op 12 februari 2015 is een eerdere aanvraag watervergunning van Jachthaven Naarden afgewezen via een afwijzingsbesluit met kenmerk / casecode W De aanvraag watervergunning gaat uit van een permanente afgraving van het dijkprofiel van de primaire waterkering tot NAP + 2,70 m voor de aanleg van een toegangsweg en voetpad in het dijkprofiel vanaf de IJsselmeerweg naar het jachthaven-terrein. Voor het aanleggen van de wegfundering en toegangsweg wordt de kruin, over een breedte van 11 meter, afgegraven tot NAP + 2,70 m en wordt aan weerszijden van het dijklichaam het maaiveld verhoogd. Daarnaast wordt het bestaande fietspad verlegd en wordt een afwateringsduiker onder de nieuwe toegangsweg aangebracht. Deze werken en handelingen vinden plaats in de kern- en beschermingszones van een primaire waterkering tussen de IJsselmeerweg 40 en Onderwal 4 in Naarden. 5.2 Aangevraagde handelingen De aanvraag watervergunning betreft het uitvoeren van de volgende handelingen in een watersysteem of beschermingszone: - het permanent afgraven van het bestaande dijkprofiel tot NAP + 2,70 m; - het aanbrengen en hebben van een toegangsweg met wegfundering, voetpad, fietspad en opsluitingen tot NAP + 3,00 m in het dijkprofiel; - het ophogen van de bodem met grond aan beide zijden van het dijkprofiel tot NAP + 2,70 m (IJsselmeerweg) en tot NAP + 1,47 m (jachthaven); - het aanleggen en hebben van een afwateringsduiker in de teen van het bestaande dijkprofiel; - het aanbrengen van een afrastering van palen met planken en/of gaas aan beide zijden van de toegangsweg in de kernzone van een primaire waterkering; - het rooien van bestaande bomen in de beschermingszone van de primaire waterkering; - het aanbrengen van een fietspad, bestrating en stoepranden in de beschermingszone van een primaire waterkering; - het gebruik van kraanwagens of ander zwaar materieel op onverharde delen in de kernzone en beschermingszone van een primaire waterkering; - het aanbrengen van nieuwe bomen in de beschermingszone van een primaire waterkering; - het ophogen van een bestaande maaiveld met maximaal 0,2 meter in de kernzone en beschermingszone van een primaire waterkering; in verband met het aanleggen van een nieuwe toegangsweg naar het jachthaven-terrein in de kern- en beschermingszones van een primaire waterkering tussen de IJsselmeerweg en Onderwal 4 in Naarden. 12 maart W /21

10 Voor de eerste vier handelingen is op grond van de volgende regelgeving een watervergunning nodig: artikel 3.1, lid 1 onder a, van de Keur AGV 2011; artikel 3.1, lid 2 onder a, van de Keur AGV 2011; artikel 3.1, lid 2 onder k, van de Keur AGV 2011; artikel 3.2, lid 1 onder a, van de Keur AGV De vijfde en zesde handeling is niet vergunningplichtig, maar vrijgesteld van de vergunningplicht in het Keurbesluit Vrijstellingen. Uw aanvraag is op deze punten gelezen als een melding. U mag de activiteiten uitvoeren als u zich houdt aan de vrijstellingsvoorwaarden van het Keurbesluit Vrijstellingen. Voor de volgende activiteiten heeft u hiermee aan de meldingsplicht voldaan: a. Afrasteringen, schuttingen en hekwerken (Keurbesluit Vrijstellingen, artikel 8.2); b. Rooien bomen bij waterkeringen (Keurbesluit Vrijstellingen, artikel 10.2). De zevende, achtste, negende en tiende handeling is niet meldingsplichtig, maar geheel vrijgesteld van de meldingsplicht in het Keurbesluit Vrijstellingen. U mag de activiteiten uitvoeren als u zich houdt aan de vrijstellingsvoorwaarden van de onderstaande artikelen van het Keurbesluit Vrijstellingen: a. Tuinen, straatmeubilair of straatwerk (Keurbesluit Vrijstellingen, artikel 8.4); b. Gebruik kraanwagens of ander zwaar materieel (Keurbesluit Vrijstellingen, artikel 9.4); c. Opgaande houtbeplanting (Keurbesluit Vrijstellingen, artikel 10.1); d. Ophoging waterkerende dijklichamen (Keurbesluit Vrijstellingen, artikel 14.1). Deze handelingen worden uitgevoerd in en nabij een primaire waterkering met een kernzone van 25 meter, een beschermingszone van 25 meter aan de polderzijde en een beschermingszone van 50 m aan de Gooimeerzijde. Deze locatie ligt tussen Polder Buitendijken ten noorden van Naarden én het Gooimeer. Het bestaande dijkprofiel (en profiel van vrije ruimte) van de primaire waterkering tegenover de jachthaven Naarden heeft een hoogte van circa NAP + 4,00 m en staat getekend op het dwarsprofiel XI_2 van met kenmerk Het leggerprofiel heeft een hoogte van NAP + 1,20 m over een breedte van 3,0 m (kruin van de waterkering), gemeten vanuit de buitenkruinlijn. Vanaf de buitenkruinlijn verloopt het profiel onder een helling van 1:2 en vervolgens onder 1:15 richting het Gooimeer. Vanaf de binnenkruinlijn verloopt het profiel onder een helling van 1:4,5 en vervolgens onder 1:18 richting de IJsselmeerweg en polder Buitendijken ten noorden van Naarden. 12 maart W /21

11 6 Overwegingen 6.1 Toetsingskader De Waterwet omschrijft in artikel 2.1 het toetsingskader voor de beslissing op de aanvraag watervergunning. In deze artikelen staan de volgende algemene doelstellingen, die richtinggevend zijn bij de uitvoering van het waterbeheer: a. voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste; b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen; c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Deze doelstellingen vormen in onderlinge samenhang het toetsingskader bij vergunningverlening. Een vergunning moet worden geweigerd als de gevraagde handelingen niet verenigbaar zijn met de doelstellingen van het waterbeheer en het niet mogelijk is om de belangen van het waterbeheer voldoende te beschermen door in de vergunning voorschriften of beperkingen op te nemen. De doelstellingen zijn geconcretiseerd via normen en beleid voor veiligheid, waterkwantiteit, waterkwaliteit en maatschappelijke functievervulling door watersystemen. De uitwerking hiervan vindt plaats in de Waterwet, in aanvullende regelgeving, in wateren beheerplannen op grond van hoofdstuk 4 van de Waterwet en in beleidsregels. Voor AGV is de regelgeving vastgelegd in de Keur AGV 2011 en in de bijbehorende Beleidsregels Keurvergunningen. De vastgestelde normen en het beleid zijn richtinggevend bij de toetsing of een aangevraagde handeling verenigbaar is met de doelstellingen voor het waterbeheer. AGV gebruikt het bovengenoemde toetsingskader voor toetsing van de aanvraag aan de doelstellingen van het waterbeheer. 6.2 Voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem of beschermingszone De aangevraagde handelingen zijn getoetst aan de Beleidsregels Keurvergunningen van AGV. Een samenvatting van de toetsing aan de beleidsregels is hieronder in een tabel weergegeven. Tabel: toetsing aan Beleidsregels Keurvergunningen van AGV Handeling Getoetst aan Beleidsregels Keurvergunningen: het aanbrengen, hebben of Hoofdstuk 1 Beleidsregels verwijderen van werken op 1, 2, 4 en 10 of bij waterkeringen het aanleggen van openbare Hoofdstuk 3 Beleidsregels wegen en verkeersvoor- 1 en 5 zieningen op waterkeringen Resultaat Voldoet Voldoet Maatschappelijk belang Ja Ja 12 maart W /21

12 Handeling het graven of grond verstoren in of nabij waterkeringen het ophogen van waterkeringen Getoetst aan Beleidsregels Keurvergunningen: Resultaat Maatschappelijk belang Hoofdstuk 6 Beleidsregels Voldoet Ja 1, 3 en 4 Hoofdstuk 7 Beleidsregel 1 Voldoet n.v.t. Overwegingen De reden voor het verlenen van de watervergunning is dat het aanbrengen van de toegangsweg, voetpad, fietspad inclusief wegfunderingen, afwateringsduiker, grond, parkeerterrein en overige inrichtingswerken als ook het permanent ontgraven van het profiel van vrije ruimte van de primaire waterkering tot NAP + 2,70 m past binnen de onderstaande Beleidsregels Keurvergunningen: - hoofdstuk 1- Werken aanbrengen, hebben of verwijderen op of bij waterkeringen; - hoofdstuk 3 Openbare wegen en verkeersvoorzieningen op waterkeringen; - hoofdstuk 6 Graven of grond verstoren in of nabij waterkeringen; - hoofdstuk 7 Ophogen van waterkeringen. Volgens de Beleidsregels Keurvergunningen, Hoofdstuk 1, is het mogelijk vergunning te verlenen voor het aanbrengen van wegfunderingen buiten het leggerprofiel in de kernzone en beschermingszones van de primaire waterkering, wanneer een strook van minimaal 3 meter breed vanaf de buitenkruinlijn wordt vrijgehouden van objecten om de kruin van de waterkering bereikbaar te houden voor onderhoudsmaterieel. Daarnaast belemmeren deze werken het beheer en onderhoud van de primaire waterkering niet. De herinrichting van het gebied heeft een maatschappelijk belang, waardoor het mogelijk is om het profiel van vrije ruimte van de primaire waterkering tot maximaal NAP + 2,70 m permanent te ontgraven voor de aanleg van een nieuwe toegangsweg. Volgens de Beleidsregels Keurvergunningen, Hoofdstuk 3, is het mogelijk vergunning te verlenen voor het aanbrengen van een nieuwe toegangsweg, voetpad en fietspad buiten het leggerprofiel in de kernzone en beschermingszones van de primaire waterkering wanneer de afwatering van de waterkering niet wordt belemmerd. Door de aanleg van een afwateringsduiker onder de nieuwe toegangsweg en het opvullen van het binnendijkse talud is de afwatering en de kans op erosie weggenomen. De herinrichting van het gebied heeft een maatschappelijk belang, waardoor het mogelijk is om binnen het profiel van vrije ruimte van de primaire waterkering een openbare weg aan te leggen. Volgens de Beleidsregels Keurvergunningen, Hoofdstuk 6, is het mogelijk vergunning te verlenen voor ontgravingen binnen het profiel van vrije ruimte van de primaire waterkering, wanneer de afwatering van de waterkering niet wordt belemmerd, de ontgravingen tot een minimum worden beperkt en de bereikbaarheid van het waterstaatswerk met materieel, ten behoeve van onderhoud en calamiteiten, is gegarandeerd. Door de aanleg van een afwateringsduiker onder de nieuwe toegangsweg en het opvullen van de binnendijkse taluds is de afwatering en de kans op erosie weggenomen. Ook het verleggen van het fietspad en aanleggen van een nieuwe toegangsweg verbetert de bereikbaarheid van de primaire waterkering voor onderhoud en calamiteiten. 12 maart W /21

13 De herinrichting van het gebied heeft een maatschappelijk belang, waardoor het mogelijk is om binnen het profiel van vrije ruimte van de primaire waterkering permanente ontgravingen uit te voeren. Volgens de Beleidsregels Keurvergunningen, Hoofdstuk 7, is het mogelijk vergunning te verlenen voor het ophogen van de bodem binnen de kernzone en beschermingszone van een primaire waterkering, wanneer de stabiliteit van de waterkering niet wordt aangetast en niet leidt tot een toename van kwel door de waterkering. Door het opvullen van laagte tot NAP + 2,70 m krijgt het totale gebied inclusief het dijklichaam een robuuste vorm met nog meer stabiliteit en kwel zal in dit gebied eerder afnemen dan toenemen. Maatschappelijk belang In de hoofdstukken 1, 3 en 6 van de Beleidsregels Keurvergunningen staat als voorwaarde voor verlening genoemd dat er sprake moet zijn van maatschappelijk belang. Bij toetsing aan deze voorwaarde is gebleken dat hieraan wordt voldaan, omdat hiervoor een onderbouwing van het totale maatschappelijke belang is opgesteld en is ingeboekt onder het kenmerk Uit de bovenstaande toetsing blijkt dat de aanvraag watervergunning kan worden verleend, omdat uit de beschikbaar gekomen informatie blijkt dat voldaan kan worden aan alle in de beleidsregel(s) genoemde voorwaarden. Ruimtereservering in relatie tot primaire waterkering Boven het leggerprofiel van NAP + 1,20 m is een ruimte nodig voor ophoging die 30 jaar zetting kan ondervangen. Hiervoor reserveren wij standaard een hoogte van 60 cm. De werkelijk benodigde hoogte is afhankelijk van de grondsoort en het ophoogmateriaal. Vanuit rijksbeleid volgt dat rekening moet worden gehouden met een flexibilisering van het waterpeil van het IJsselmeer bovenop het zomerpeil van NAP 0,20 m. Daarnaast wordt nog gesproken over de toekomstige waterpeilen in het hele IJsselmeergebied. Een besluit hierover wordt genomen in 2014/2015 (Deltabeslissing IJsselmeergebied en peilbesluit). Tot aan deze besluitvorming moeten wij rekening houden met een stijging van het waterpeil van één (1) meter ten opzichte van NAP 0,20 m (gebaseerd op WINstudie). Cumulatief leidt dit tot een benodigde ruimtereservering boven het leggerprofiel van maximaal 1,40 meter. Dit komt neer op een hoogte van NAP + 2,60 m voor de kruin en de hierbij horende hellingen aan weerszijden. Deze aanvraag gaat uit van een permanente afgraving van het dijkprofiel van de primaire waterkering tot NAP + 2,70 m voor de aanleg van een toegangsweg, voetpad, fietspad, en opsluitingen vanaf de IJsselmeerweg naar het jachthaventerrein. Voor het aanleggen van de wegfundering van de toegangsweg wordt tijdelijk afgegraven tot NAP + 2,70 m, waarna het wordt opgevuld met menggranulaat en een asfaltweg en bestrating tot NAP + 3,00 m. Aan weerszijden van de toegangsweg wordt een grondtalud van 1:2 aangelegd tot het bestaande dijkprofiel met een hoogte van NAP + 4,00 m. 12 maart W /21

14 Conclusie Het belang van de aanvrager bij het verkrijgen van een vergunning is afgewogen tegen de waterhuishoudkundige belangen die door de Keur AGV 2011 en de Beleidsregels Keurvergunningen worden beschermd en die hiervoor aan de orde zijn gekomen. Uit deze belangenafweging blijkt dat bij inwilliging van de aanvraag, de zorg voor de waterhuishouding en de waterkering voldoende wordt gewaarborgd, mits aan de voorschriften wordt voldaan die aan dit besluit verbonden zijn. 12 maart W /21

15 7 Procedure 7.1 Aanvraag en aanvullingen De aanvraag watervergunning is op 20 februari 2015 bij Waternet ingediend. Waternet heeft burgemeester en wethouders van gemeente Naarden van de aanvraag in kennis gesteld (Wtw artikel 6.15). Buro Poelmans Reesink Landschapsarchitectuur is gemachtigd om de watervergunning aan te vragen en benodigde informatie aan te leveren om de watervergunningaanvraag ontvankelijk te maken. De aanvraag watervergunning omvat de volgende stukken: aanvraagformulier met OLO-nummer van met kenmerk ; publiceerbaar aanvraagformulier met OLO-nummer van met kenmerk ; inmeting t.p.v. toegangsweg Jachthaven Naarden met tekeningnummer 1510.BA02 van met kenmerk ; luchtfoto - inmeting t.p.v. toegangsweg Jachthaven Naarden met tekeningnummer 1510.BA02 van met kenmerk ; foto s locatie toegangsweg met kenmerk ; leggerprofiel XI_2 van met kenmerk ; overzichtstekening (deel A) met tekeningnummer 1510.OV01 (A) van met kenmerk ; doorsneden dijklichaam / toegangsweg met tekeningnummer 1510.DE01 van met kenmerk ; toelichting bij de aanvraag watervergunning nieuwe toegang Jachthaven Naarden: Maatschappelijke belang van met kenmerk ; met OLO-nummer van met kenmerk Gevolgde procedure De voorbereiding van de vergunning op grond van de Waterwet heeft plaatsgevonden zoals voorgeschreven in Awb afdeling maart W /21

16 8 Mededelingen I. Op grond van de Awb kunnen belanghebbenden, gedurende een periode van zes weken vanaf de dag na bekendmaking, tegen deze vergunning een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan Waternet, afdeling Juridische zaken, Postbus 94370, 1090 GJ Amsterdam. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken, na de dag waarop dit besluit aan u is toegezonden, zijn ontvangen. Bij verzending per post geldt dat het bezwaarschrift voor het einde van deze termijn bij de post moet zijn bezorgd. U moet het bezwaarschrift ondertekenen en het bevat ten minste: de naam en het adres van de indiener van het bezwaarschrift; een dagtekening (datum); een omschrijving van de beschikking, waartegen het bezwaar is gericht; de gronden (motivering) van het bezwaar. Behandeling van het bezwaar is kosteloos. II. De vergunning treedt in werking na bekendmaking. Het indienen van een bezwaar schorst de werking van dit besluit niet (Awb artikel 6:16). Gelet hierop kan, als tegen dit besluit tijdig bezwaar wordt aangetekend ook een verzoek om een voorlopige voorziening worden ingediend. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzieningenrechter van de Sector bestuursrecht van de Rechtbank Amsterdam, Postbus 75850, 1070 AW Amsterdam. Dit kan ook digitaal bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden. Voor het treffen van een voorlopige voorziening is aan de rechtbank een griffierecht verschuldigd. III. Tegen de behandeling van een melding op grond van de Keur AGV 2011 én het Keurbesluit Vrijstellingen is geen bezwaar mogelijk. De nieuwe toegangsweg, voetpad, fietspad, opsluitingen, parkeerterrein en overige inrichtingswerken gaan deel uitmaken van het watersysteem waar AGV het bevoegd gezag voor is. Dit betekent dat alle regels die in de Keur AGV 2011 staan hierop van toepassing zijn. AGV kan de vergunninghouder verplichten de werken waarvoor vergunning is verleend, te wijzigen. Dit kan gebeuren in verband met werken die AGV zelf uitvoert of werkzaamheden in het belang van de waterstaat. Als blijkt dat de vergunninghouder hierdoor schade lijdt of zal lijden, die redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn rekening behoort te blijven en waarvan de vergoeding niet of niet voldoende op een andere wijze is verzekerd, kan het bestuur van AGV hem op zijn verzoek een naar billijkheid te bepalen schadevergoeding in geld of op andere wijze toekennen. De vergunninghouder moet er rekening mee houden dat er naast deze vergunning, voor de handelingen waarop de vergunning betrekking heeft, ook een vergunning en/of meldingsplicht vereist kan zijn op grond van andere wet(ten), verordeningen en/of algemene regels. 12 maart W /21

17 Het hebben van deze vergunning ontslaat de vergunninghouder niet van de verplichting om de redelijkerwijs mogelijke maatregelen te treffen om te voorkomen dat derden of AGV schade lijden als gevolg van het gebruik maken van de vergunning. Als deze vergunning niet binnen drie jaar na dit besluit in gebruik is, dan kunnen wij deze intrekken. De vergunning geldt voor de vergunninghouder en diens rechtsopvolgers. Deze moeten de overgang binnen vier weken na rechtsopvolging schriftelijk melden bij afdeling Toezicht en Handhaving. AGV kan bij het optreden van nadelige gevolgen of schade voor derden als gevolg van de werkzaamheden, onmiddellijk aanvullende voorwaarden voorschrijven voor het nemen van compenserende maatregelen. De vergunninghouder is verplicht bij het optreden van nadelige gevolgen of schade voor derden als gevolg van de werkzaamheden, maatregelen te nemen om deze nadelige gevolgen op te heffen of te compenseren. 12 maart W /21

18 Bijlage 1. Begripsbepalingen Algemeen 1. Aanvrager: Jachthaven Naarden. 2. Gemachtigde: Buro Poelmans Reesink Landschapsarchitectuur. 3. Afdeling Toezicht en Handhaving: de afdeling Toezicht en Handhaving van Waternet. 4. AGV: Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. 5. Het bestuur: het dagelijks bestuur van AGV. 6. Keur AGV 2011: de waterschapsverordening voor de waterstaat- en waterhuishoudkundige taken van AGV, vastgesteld in Keurkaart: onderdeel van de Keur waarop onder meer indicatief de ligging van de waterstaatswerken is weergegeven; de keurkaart is gekoppeld aan meer gedetailleerde leggerkaarten. 8. Waterkering: een werk of een (deel van een) grondlichaam dat lager gelegen gebied beschermt tegen (hoog) water van buiten. 9. Waterkerend dijklichaam: een waterkering in de vorm van een dijk met een kruin, een binnen- en buitentalud en een binnen- en buitenteen. 10. Primaire waterkeringen: waterkeringen die beveiliging bieden tegen overstroming, in het bijzonder door buitenwater, in de zin van de Waterwet. 11. Directe waterkering: een waterkering die directe bescherming biedt tegen overstroming door aangrenzend water zonder voorliggende waterkering. 12. Kernzone: het aan het grondoppervlak begrensde deel van een waterkering waarbinnen de strengste verboden gelden. 13. Beschermingszone: aan een waterstaatswerk grenzende zone, waarin ter bescherming van dat werk voorschriften krachtens de Keur van toepassing zijn. 14. Legger: openbaar register, als bedoeld in artikel 5.1 van de Waterwet of in artikel 78, tweede lid van de Waterschapswet, waarin ligging, richting, vorm, afmetingen en onderhoudsplichtigen van wateren, waterkeringen en andere waterstaatkundige werken staan aangegeven, alsmede de begrenzingen van kern- en (buiten-) beschermingszones van waterkeringen, keurprofiel en profiel van vrije ruimte van waterkeringen, en de beschermingszones van wateren. 15. Leggerprofiel: het voor de kering van water benodigde (theoretische) profiel van een waterkering, waarbinnen zich geen waterkeringsvreemde elementen mogen bevinden. 16. Profiel van Vrije Ruimte: de ruimte die naar het oordeel van het hoogheemraadschap nodig is om zowel gewoon als buitengewoon onderhoud uit te kunnen voeren en om in de toekomst vereiste versterkingen van de waterkering uit te kunnen voeren. 17. Keurprofiel: het gedefinieerde minimaal vereiste theoretische profiel van een waterkering dat nodig is voor de noodzakelijke bescherming tegen water van buiten. 18. Referentielijn: de (virtuele) lijn die de ligging van de waterkering ten opzichte van zijn omgeving definieert. Aan deze lijn is de ligging van de andere maatvoeringen (zoneringen e.d.) gerefereerd. De referentielijn is het nulpunt in het dwarsprofiel van een waterkering. 19. Dijktafelhoogte: minimaal vereiste kruinhoogte, zoals aangegeven in de legger. 12 maart W /21

19 20. Leggerkaart: de bij de legger behorende kaart, kaarten of situatieschets, als onder andere bedoeld in artikel 4.1 van de Waterverordening Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de Waterwet, artikel Kruin: de min of meer vlakke bovenzijde van een waterkerend dijklichaam. 22. Kerende hoogte (H) van een directe waterkering: het verschil in waterpeil aan beide zijden van de waterkering; voor een indirecte kering geldt een door het hoogheemraadschap bepaalde kerende hoogte. 23. Talud (waterkerende dijklichamen): hellend oppervlak gelegen tussen de kruin en de teen van het dijklichaam. 24. Teen: de lijn die overeenkomt met de snijlijn van het waterkeringtalud met het horizontaal gelegen maaiveld dan wel met de bodem van het aangrenzende water. In gevallen waarin een (steun)berm deel uitmaakt van de waterkering wordt onder teen verstaan: de teen van de (steun)berm. 25. Insteek: de snijlijn tussen het schuine talud van een oever met het maaiveld of het talud van een waterkering met de kruin. 26. Buitengewoon onderhoud: ook vaak groot onderhoud genaamd: onderhoudswerkzaamheden van constructieve aard, zoals vervanging en reconstructie en voor waterkeringen ook ophoging en herstel van door verzakking ontstane scheuren en gaten. 27. Gewoon onderhoud: maaien, baggeren, snoeien, verwijderen van materiaal en vuil, en herstel van beschadigingen. 28. Onderhoud (algemeen): het in stand houden van wateren en waterkeringen in overeenstemming met de oorspronkelijke of in de legger bepaalde richting, vorm, afmeting en constructie. Zie ook buitengewoon en gewoon onderhoud. 29. Onderhoudsplichtigen: natuurlijke- of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van waterkeringen, wateren, oevers, werken, ligplaatsen, of bergingsvoorzieningen voor water of regenwater. 30. Gerechtigden: eigenaren, erfpachters, opstalgerechtigden, vruchtgebruikers en gebruikers van percelen, waterkeringen, wateren, werken, schepen en drijvende inrichtingen, bergingsvoorzieningen en voorwerpen. 31. Waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk. 32. Werk/werken: alle door menselijk toedoen ontstane of gemaakte objecten, constructies of inrichtingen, die met de ondergrond verbonden zijn, inclusief palen, hekken, bouwwerken, en restanten daarvan. 33. Waternet: uitvoerende dienst van AGV en gemeente Amsterdam. 34. Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 35. OLO: Omgevingsloket online, het digitale loket voor de omgevingsvergunning en de watervergunning. 12 maart W /21

20 Bijlage 2. Onderdelen van de vergunning overzichtstekening (deel A) met tekeningnummer 1510.OV01 (A) van met kenmerk ; doorsneden dijklichaam / toegangsweg met tekeningnummer 1510.DE01 van met kenmerk maart W /21