Achterstelling van aandeelhoudersleningen: Wenselijk of niet wenselijk?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Achterstelling van aandeelhoudersleningen: Wenselijk of niet wenselijk?"

Transcriptie

1 Achterstelling van aandeelhoudersleningen: Wenselijk of niet wenselijk? Naam: Dominique Feikes Studentnummer: Naam essaybegeleider: Dr. L.F.A. Welling-Steffens Aantal woorden:

2 Inhoudsopgave: I. Inleiding 3. II. De positie van aandeelhouders en aandeelhoudersleningen 5. III. Achterstelling van aandeelhoudersleningen: de discussie 8. IV. Wettelijke grondslag voor achterstelling van aandeelhoudersleningen 17. V. Achterstelling van aandeelhoudersleningen in andere jurisdicties 28. VI. Conclusie 37. VII. Literatuurlijst 39. VIII. Jurisprudentielijst 40. 2

3 I. Inleiding In het bedrijfsleven bestaan er, kort gezegd, twee mogelijke wijzen van financiering voor een vennootschap. Allereerst kan een aandeelhouder de vennootschap financieren door middel van het nemen van aandelen in de vennootschap en daarmee verschaft deze kapitaal. Daarnaast kan de aandeelhouder de vennootschap financieren door een lening te verstrekken aan de vennootschap. Deze lening komt op de balans als vreemd vermogen en leidt in beginsel niet tot veel problemen. 1 Echter, mocht de vennootschap in zwaar weer raken en zelfs in staat van faillissement worden verklaard, dan bestaat er wel een groot verschil in de wijzen van financiering. In het eerste geval sluit de aandeelhouder achteraan in de rij bij de verdeling van de boedel ex. art. 2:23 BW en in het tweede geval wordt de aandeelhouder hetzelfde behandeld als de concurrente schuldeisers omdat hij een vordering heeft op de vennootschap. Dit roept in de literatuur en de rechtspraak veel vragen op, want wat dient er nou met deze vordering van de aandeelhouder te gebeuren? Dient deze gewoon als concurrente faillissementsvordering te worden behandeld, of dient deze achtergesteld te worden? Achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement is een veel besproken onderwerp in de literatuur en daarmee ook een onderwerp dat tot veel discussie leidt. Sommige auteurs pleiten voor een regeling die leidt tot achterstelling van aandeelhoudersleningen 2, andere auteurs betogen dat herkwalificatie van aandeelhoudersleningen op gespannen voet staat met het in ons wettelijk stelsel diep beleden beginsel van de contractsvrijheid. 3 In dit betoog zal ik betrachten een antwoord te vinden op de vraag of achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement wenselijk, of juist niet wenselijk is. Daarbij komt allereerst in II de positie van aandeelhouders en aandeelhoudersleningen aan bod. In III staat de discussie over de achterstelling van aandeelhoudersleningen centraal, waarbij zowel de literatuur als de rechtspraak aan de orde komen. Vervolgens wordt in IV ingegaan op een wettelijke regeling betreffende de achterstelling van aandeelhoudersleningen. De Flexibilisering van het BV-Recht en het Voorontwerp Nieuwe Insolventiewet worden besproken. Indien er geen wettelijke grondslag voor de achterstelling van aandeelhoudersleningen bestaat, bieden deze ontwerpen dan misschien een oplossing? Of is er in het huidige recht al een voldoende basis te vinden voor 1 R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p R.J. Schimmelpenninck, Leningen of schadeclaims van aandeelhouders concurrent?, Tvl 2003, Special Curator en kapitaalbescherming, p. 239 e.v. en R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p G.T. J. Hoff, De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? Curator en Crediteuren, Insolad jaarbundel 2009, p

4 de achterstelling van aandeelhoudersleningen, zoals de onrechtmatige daad en de redelijkheid en billijkheid? Daarna volgt in VI een rechtsvergelijkend perspectief met andere jurisdicties en dan in het bijzonder Duitsland en de Verenigde Staten. In Duitsland bestaat er namelijk een wettelijke regeling met betrekking tot de achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement 4 en in de Verenigde Staten kennen ze de theorie van de equitable subordination. 5 Misschien ligt in de systemen van deze jurisdicties wel een rolmodel voor Nederland. Ter afsluiting volgt in VII een conclusie met betrekking tot de vraag of achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement in Nederland wenselijk is, en als dit het geval is, of een dergelijke achterstelling dan gebaseerd moet zijn op een specifieke wettelijke regeling of dat de huidige stand van het recht voldoende aanknopingspunten biedt om een dergelijke achterstelling te rechtvaardigen. 4 R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p R.J. Schimmelpenninck, Leningen of schadeclaims van aandeelhouders concurrent?, Tvl 2003, Special Curator en kapitaalbescherming, p. 239 e.v. 4

5 II. De positie van aandeelhouders en aandeelhoudersleningen. Een aandeelhouder financiert de vennootschap door middel van het inbrengen van kapitaal via de storting op aandelen in die vennootschap. Dit wordt op de balans opgenomen als eigen vermogen. 6 In de inleiding is echter reeds aangegeven dat er, kort gezegd, twee mogelijke wijzen van financiering van een vennootschap door de aandeelhouder bestaan. De tweede mogelijkheid is dat de aandeelhouder een lening verstrekt aan de vennootschap, welke op de balans terugkomt als vreemd vermogen 7 Maar hoe zit het nou eigenlijk met de rechtspositie van deze aandeelhouder(s) en deze aandeelhoudersleningen in het vennootschaps- en faillissementsrecht? De aandeelhouder als kapitaalverschaffer. Het kapitaal van de vennootschap ik beperk mij hier tot de NV is verdeeld in aandelen, art. 2:64 BW. Het nemen van een aandeel kan bij oprichting van de vennootschap, bij een latere uitgifte, of door aandelen van anderen te verkrijgen. Bij het nemen van een aandeel bij oprichting of latere uitgifte, moet daarop het nominale bedrag worden gestort, art. 2:80 BW. De som van de nominale bedragen vormt het geplaatst kapitaal, welke op de balans van de vennootschap onder het eigen vermogen wordt opgenomen. 8 De gestortte nominale bedragen op de uitgegeven aandelen kunnen vervolgens niet weer aan de aandeelhouders worden uitgekeerd. 9 Via deze weg wordt de aandeelhouder deelnemer in het eigen vermogen van de vennootschap. Daarop volgt wel dat een aandeelhouder niet persoonlijk aansprakelijk is voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht en niet is gehouden boven het bedrag dat op zijn aandeel behoort te worden gestort in de verliezen van de vennootschap bij te dragen, art. 2:64 BW. Dit betekent dus, dat de aandeelhouder wél bijdraagt in de verliezen van de vennootschap voor zover als het nominale bedrag dat gestort is op de aandelen bedraagt. Dit maakt de aandeelhouder, in geval van een faillissement, geen directe schuldeiser. De aandeelhouder kan immers niet het gestortte nominale bedrag op zijn aandeel terug krijgen. Echter, wel is het zo dat bij de ontbinding van de vennootschap de vereffenaar hetgeen na voldoening der schuldeisers van het vermogen van de ontbonden vennootschap is overgebleven, in verhouding tot ieders recht overdraagt aan de aandeelhouders, art. 2:23b 6 P. van Schilfgaerde, Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer 2009, p R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p P. van Schilfgaerde, Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer 2009, p G.T. J. Hoff, De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? Curator en Crediteuren, Insolad jaarbundel 2009, p

6 BW. 10 Gelet op deze positie van de aandeelhouder wordt wel gesteld dat de aandeelhouder een zogeheten postconcurrente crediteur is. 11 Echter, volgens Hoff is dit een typering die de beoefenaars van het insolventierecht niet geheel zal kunnen bekoren. Hij zegt dat in de eerste plaats geldt dat een schuldeiser anders dan een aandeelhouder niet gehouden is in de door de vennootschap geleden verliezen bij te dragen en dat in zoverre de vergelijking van de rechtspositie van een aandeelhouder met die van schuldeiser mank gaat. Daarnaast wijst hij er in de tweede plaats op dat met deze typering over het hoofd wordt gezien dat aandeelhouders niet alleen bij concurrente crediteuren ten achter staan, maar óók bij achtergestelde crediteuren (art. 3:277 lid 2 BW). Oftewel aandeelhouders zijn volgens Hoff hekkensluiters als het in geval van faillissement of ontbinding aankomt op verdeling van het vermogen van de vennootschap onder de daartoe gerechtigden. 12 Een en ander komt erop neer dat aandeelhouders in beginsel voordeel verkrijgen zolang de vennootschap winst maakt en dividend uitkeert aan de aandeelhouders, art. 2:105 BW, maar indien sprake is van faillissement of ontbinding de aandeelhouders hun gestortte nominale bedrag verliezen en achteraan in de rij aansluiten, art. 2:23b BW. De aandeelhouder als schuldeiser. Het bovenstaande is anders indien de aandeelhouder een lening verstrekt aan de vennootschap. Wanneer deze gelegenheid zich voordoet, kan de aandeelhouder in feite worden beschouwd als een geldschietende derde, ook al beschikt de aandeelhouder in bijna de meeste gevallen over meer informatie dan een gewone derde die een geldlening aan de vennootschap verstrekt. De rechtspositie van de aandeelhouder bij een ontbinding of faillissement van de vennootschap is dan anders dan wanneer hij enkel heeft deelgenomen in het kapitaal door het nemen van aandelen. Door het uitgeven van deze zogenoemde aandeelhouderslening wordt ook hij schuldeiser in faillissement, wat ertoe leidt dat de aandeelhouder hetzelfde wordt behandeld als de concurrente schuldeisers en dus niet meer achter in de rij hoeft aan te sluiten. Om de woorden van De Weijs te gebruiken, in deze 10 G.T. J. Hoff, De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? Curator en Crediteuren, Insolad jaarbundel 2009, p G.T. J. Hoff, De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? Curator en Crediteuren, Insolad jaarbundel 2009, p. 21. en Asser-Maeijer 2-III, nr G.T. J. Hoff, De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? Curator en Crediteuren, Insolad jaarbundel 2009, p

7 gevallen moeten de concurrente schuldeisers toezien hoe zij het beperkte actief moeten delen met de aandeelhouder. 13 Achterstelling van aandeelhoudersleningen. De aandeelhouder die de vennootschap met een lening financiert, heeft in beginsel meer baat bij een ontbinding of faillissement dan de aandeelhouder die kapitaal verschaft door het enkel nemen van aandelen. Immers, zoals hierboven is gebleken, wordt de aandeelhouder die de vennootschap financiert met een lening hetzelfde behandeld als de concurrente schuldeisers. Het uitgeven van een aandeelhouderslening brengt de aandeelhouder dus een stapje hoger in de rangorde van crediteuren bij faillissement. Om dit tegen te gaan zijn er auteurs die pleiten voor achterstelling van aandeelhoudersleningen. Zo zegt De Weijs dat, wanneer de lening verstrekt door de aandeelhouder als achtergesteld zou worden geverifieerd, de aandeelhouder pas wordt betaald nadat alle schuldeisers volledig zijn voldaan. Achterstelling van leningen verstrekt door aandeelhouders, versterkt dus de positie van concurrente crediteuren. 14 Hoff deelt de mening van De Weijs niet en is tegen de achterstelling van aandeelhoudersleningen. Hij is van mening dat achterstelling van deze leningen indruist tegen ons wettelijk stelsel. 15 In het volgende hoofdstuk zal ik trachten deze discussie uiteen te zetten en meer duidelijkheid te verschaffen over de achterstelling van aandeelhoudersleningen. 13 R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p G.T. J. Hoff, De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? Curator en Crediteuren, Insolad jaarbundel 2009, p

8 III. Achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement: de discussie Hiervoor is reeds aangegeven dat er een discussie bestaat over de achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement. Deze discussie bestaat er in zowel de literatuur als de rechtspraak. Dit is grotendeels ontstaan door het ontbreken van een concrete wettelijke regeling met betrekking tot dit onderwerp. Een algemene regeling met betrekking tot de achterstelling vinden we in art. 3:277 lid 2 BW: Bij overeenkomst van een schuldeiser met de schuldenaar kan worden bepaald dat zijn vordering jegens alle of bepaalde andere schuldeisers een lagere rang neemt dan de wet hem toekent. Uit deze regeling vloeit dus voort dat alleen bij overeenkomst tot achterstelling van vorderingen kan worden overgegaan. Dit leidt ertoe dat de regeling van achterstelling wordt overgelaten aan contractspartijen en er geen specifieke wettelijke regeling bestaat op dit gebied. Dat geldt dan automatisch ook voor de specifiekere achterstelling van aandeelhoudersleningen. Literatuur. G.T.J. Hoff is van mening dat er geen termen aanwezig zijn om een rechtsgeldig gesloten leningovereenkomst te herkwalificeren. Volgens hem zou een dergelijke herkwalificatie ook op gespannen voet staan met het in ons wettelijk stelsel diep beleden beginsel van de contractsvrijheid. Partijen zijn in beginsel vrij om hun contractuele rechtsrelatie zelf inhoud en vorm te geven. 16 Mr. M.J.H. Orval en mr. M.N. de Groot betogen dat indien er een schriftelijke overeenkomst tussen partijen is opgesteld naar aanleiding van een geldverstrekking, de (her)kwalificatie tot kapitaal veel minder waarschijnlijk lijkt. Volgens hen is in een dergelijk geval de taalkundige uitleg van die overeenkomst leidend, behoudens eventuele omstandigheden die zouden nopen tot een andere uitleg. 17 Naast Hoff is ook A. van Hees een tegenstander van de achterstelling van aandeelhoudersleningen. Van Hees is van mening dat achterstelling een inbreuk is op de paritas creditorum en daarom een wettelijke basis behoeft. 18 Niet iedereen is tegenstander van de achterstelling van aandeelhoudersleningen. Zo menen Orval en De Groot ook dat bij het ontbreken van een schriftelijke overeenkomst, slechts kan worden gekeken naar de omstandigheden van het geval. Zij geven als voorbeeld de omstandigheden dat sprake is van een controlerend 16 G.T. J. Hoff, De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? Curator en Crediteuren, Insolad jaarbundel 2009, p M.J.H. Orval en M.N. de Groot, De achtergestelde aandeelhouder(slening), Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 4, 2011, p A. van Hees, Achtergestelde vordering, in het bijzonder de achtergestelde geldlening, Serie recht en praktijk, deel 51 (tevens dissertatie Nijmegen, 1989), Deventer, 1989, p.4. en R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p

9 aandeelhouder en/of dat het geld is verstrekt op een moment en onder zodanige voorwaarden die geen andere financier zou aanvaarden. Dat zou volgens hen kunnen leiden tot de conclusie dat partijen nooit hebben beoogd een geldlening overeen te komen en dat, indien aldus de facto geen sprake is van een geldlening, dit leidt tot de conclusie dat alleen sprake kan zijn van (informeel) kapitaal. 19 Hiermee sluiten Orval en De Groot aan bij R.J. Schimmelpenninck, nu deze laatste van mening is dat voor achterstelling van een lening in faillissement geen enkele reden bestaat indien een derde deze lening heeft verschaft. 20 Wel betoogt Schimmelpenninck dat een lening verstrekt door een controlerend aandeelhouder op een moment waarop een niet verbonden financier, dus de eerder genoemde derde, geen lening meer zou verstrekken, achtergesteld dient te worden. 21 Volgens Schimmelpenninck dienen daar wel een aantal punten bij in aanmerking te worden genomen. Allereerst in hoeverre de controlerend aandeelhouder daadwerkelijk controle had over de vennootschap. Ten tweede de financiële situatie van de vennootschap en de economische vooruitzichten op het moment dat de lening werd verstrekt. Schimmelpenninck meent dat naarmate de controle groter en de economische situatie slechter was de kans tot achterstelling groter is. Als laatste dient te worden nagegaan of niet-achterstelling onbillijk is ten aanzien van de overige schuldeisers. 22 Schimmelpenninck bepleit dus vooral voor achterstelling van aandeelhoudersleningen die verstrekt zijn op een moment van onderkapitalisatie. 23 Hij baseert zich hierbij op de fiscale rechtspraak. Het standaard arrest van de fiscale kamer van de Hoge Raad dateert al van In dit arrest heeft de fiscale kamer van de Hoge Raad zich uitgelaten over geldleningen door aandeelhouders en daarbij beslist dat weliswaar in beginsel de civielrechtelijke vorm van de kapitaalverstrekking beslissend is, maar: dat van deze regel dan ook is uitgezonderd het geval dat een belastingplichtige (aandeelhouder) op grond van zijn positie als aandeelhouder in een vennootschap in welke hij een deelneming in de zin van art. 13 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 houdt, aan deze vennootschap een geldlening verstrekt onder zodanige omstandigheden dat aan de uit die lening voorvloeiende vordering, naar hem reeds aanstonds duidelijk moet zijn geweest, voor 19 M.J.H. Orval en M.N. de Groot, De achtergestelde aandeelhouder(slening), Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 4, 2011, p R.J. Schimmelpenninck, Leningen of schadeclaims van aandeelhouders concurrent?, Tvl 2003, Special Curator en kapitaalbescherming, p. 239 e.v. 21 R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p R.J. Schimmelpenninck, Leningen of schadeclaims van aandeelhouders concurrent?, Tvl 2003, Special Curator en kapitaalbescherming, p. 239 e.v. 23 R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p HR 27 januari 1988, BNB 188,

10 het geheel of voor een gedeelte geen waarde toekomt, omdat het door hem ter leen verstrekte bedrag niet of niet ten volle zal kunnen worden terugbetaald, zodat het geheel of gedeeltelijk zijn vermogen voor zover dat niet bestaat uit aandelen in de dochtervennootschap blijvend heeft verlaten. In zodanig geval moet de lening voor de toepassing van art. 13 Wet op de vennootschapsbelasting 1969 worden aangemerkt als een toevoeging aan het vermogen van de dochtervennootschap van het bedrag dat in voege als voormeld het vermogen van de belastingplichtige (aandeelhouder) heeft verlaten, hetgeen met zich brengt dat de kostprijs van de deelneming met dit bedrag wordt verhoogd. 25 De fiscale uitspraken na 1988 volgen deze lijn. Schimmelpenninck stelt dan ook dat de conclusie is dat de Hoge Raad zich vrij acht om de civielrechtelijke vorm (lening) in bepaalde omstandigheden te herclassificeren als kapitaal, en dat aangenomen mag worden dat de civiele kant van de Hoge Raad zich hiertoe ook vrij zal achten. 26 Een medestander van graaf Schimmelpenninck is R.J. de Weijs. Hij voegt aan het pleidooi van Schimmelpenninck dan ook nog wat toe. Zo zou volgens De Weijs achterstelling van aandeelhoudersleningen juist veel meer op de gedachte kunnen, en zijns inziens moeten, berusten dat aandeelhouders de onderneming, zeker tijdens een financiële crisis, met kapitaal dienen te financieren. Hij meent dat, doordat aandeelhouders een aandeel hebben in het upside potentieel van de vennootschap, het gerechtvaardigd is dat zij, ook zonder dat zij een onrechtmatige daad hebben gepleegd, ook ten aanzien van hun positie als schuldeiser in voorkomende gevallen een achtergestelde positie innemen. 27 Net als A. van Hees is De Weijs wel van mening dat, hoewel achterstelling van aandeelhoudersleningen buiten partijafspraak zijns inziens mogelijk is, deze wel een wettelijke basis verdient, omdat deze een inbreuk vormt op de paritas creditorum en dergelijke inbreuken aldus De Weijs in principe een wettelijke grondslag behoeven. 28 Daartoe doet De Weijs een concreet voorstel, waarbij hij een grote vrijheid laat aan de rechter om in een concreet geval al dan niet over te gaan tot achterstelling van aandeelhoudersleningen. B.F. Louwerier lijkt dat laatste in ieder geval verstandig, omdat volgens hem ook niet per definitie kan worden gesteld dat een aandeelhouder onder alle omstandigheden zou moeten worden achtergesteld. Volgens 25 HR 27 januari 1988, BNB 188, 217 en Mr. B.F. Louwerier, Over het achtergestelde karakter van aandeelhoudersleningen in faillissement, JutD 2008, afl. 21, p.26 en R.J. Schimmelpenninck, Leningen of schadeclaims van aandeelhouders concurrent?, Tvl 2003, Special Curator en kapitaalbescherming, p. 239 e.v. 26 R.J. Schimmelpenninck, Leningen of schadeclaims van aandeelhouders concurrent?, Tvl 2003, Special Curator en kapitaalbescherming, p R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p

11 Louwerier zijn daarvoor meerdere omstandigheden relevant, zoals bijvoorbeeld ook de mate van voorzienbaarheid van het faillissement en de feitelijke zeggenschap van die aandeelhouder. 29 Echter, Louwerier wil wel benadrukken dat achterstelling van aandeelhoudersleningen naar huidig recht mogelijk zou moeten zijn. Met name in het geval objectief kan worden vastgesteld dat de lening is verstrekt door een controlerende aandeelhouder in een situatie waarin een buitenstaander dat niet zou hebben gedaan en op voorhand duidelijk is dat al dan niet een deel van die lening nooit voor terugbetaling in aanmerking zal komen (en dus in essentie geen lening is), is het onbillijk als deze lening bij het verdelen van de failliete boedel dezelfde rang zou krijgen als de vorderingen van de gewone crediteuren. Deze aandeelhouder dient pas op de plaats te maken en een stapje terug te doen, aldus Louwerier. 30 Met Schimmelpenninck, De Weijs en Louwerier deel ik de mening dat achterstelling van aandeelhoudersleningen mogelijk moet zijn, wanneer het gaat om een controlerend aandeelhouder die weet hoe de vork in de steel zit. Het zou, om de woorden van Louwerier te gebruiken, onbillijk zijn om een (controlerend) aandeelhouder in het geval dat deze een lening heeft verstrekt op een moment waarop een buitenstaander dat niet meer zou hebben gedaan, dezelfde rang in faillissement te geven als een concurrente schuldeiser. Wel is er mijns inziens behoefte aan een wettelijke regeling in verband met de paritas creditorum. Ik ben dan ook van mening dat het niet bestaan van een dergelijke regeling als een lacune in het huidige BV-recht en/of het huidige Faillissementsrecht kan worden gezien. Dit met name omdat het niet zomaar iets is en er enigszins duidelijkheid moet bestaan over of een lening van een aandeelhouder achtergesteld kan worden en, als dat kan, wanneer deze lening wel en wanneer deze niet achtergesteld kan worden. Ook speelt hier een stukje rechtszekerheid mee. Dit alles laat echter onverlet dat er in het huidige wettelijke systeem een grondslag zou bestaan of gevonden kan worden voor achterstelling van aandeelhoudersleningen. Deze grondslag hoeft niet noodzakelijk een wettelijke te zijn, de jurisprudentie zou hier ook een uitkomst kunnen bieden. Rechtspraak. Ook op het gebied van de rechtspraak bestaat onenigheid met betrekking tot de achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement. In de Carrier 1-beschikking 31 ging het om een 29 Mr. B.F. Louwerier, Over het achtergestelde karakter van aandeelhoudersleningen in faillissement, JutD 2008, afl. 21, p Mr. B.F. Louwerier, Over het achtergestelde karakter van aandeelhoudersleningen in faillissement, JutD 2008, afl. 21, p Rb. Amsterdam 7 oktober

12 vanuit surseance van betaling door Carrier 1 B.V. aangeboden akkoord, waarbij de concurrente crediteuren 33% van hun vorderingen zouden ontvangen en de intercompany crediteur Carrier 1 International S.A. (hierna: S.A.) slechts 5,6% van haar vordering zou ontvangen. 32 Een eenduidige verklaring voor deze verdeling bestaat er niet, maar aangenomen wordt dat deze verdeling als minimaal aanvaardbaar werd beschouwd door de gewone crediteuren. S.A. was van mening dat het akkoord niet voor homologatie in aanmerking diende te komen. Een van de bezwaren van S.A. was dat, zonder dat S.A. daarmee heeft ingestemd, zij anders behandeld werd dan de andere crediteuren. Volgens S.A. is dat een doorbreking van de paritas creditorum en laat de jurisprudentie dat slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toe. Een dergelijke uitzondering deed zich in dit geval volgens S.A. niet voor. De rechtbank oordeelt dat het juist is dat slechts in bijzondere omstandigheden de ongelijke behandeling van schuldeisers is gerechtvaardigd. Door de bewindvoerder en namens de B.V. is aangevoerd dat zich in dit geval zulke bijzondere omstandigheden voordoen. Zij voeren onder andere aan dat S.A. met een lager percentage genoegen zou moeten nemen omdat het de omstandigheid betreft dat de B.V. een 100% dochter is van de S.A. De rechtbank sluit daarbij aan en zegt dat gezien de bijzondere relatie tussen moeder- en dochtervennootschap een dergelijke verdeling van de voor een akkoord beschikbare penningen niet onaanvaardbaar is. Daarnaast wordt door de bewindvoerder en namens de B.V. aangevoerd dat de eventuele lening als intercompany verplichting min of meer het karakter heeft van een kapitaalinjectie, zodat deze als (deels) achtergesteld moet worden aangemerkt. Zij menen dit omdat de lening in de jaarverslagen van de B.V. voorkomt, maar er van die lening geen schriftelijke bescheiden bestaan, zodat niet kan worden aangetoond welke voorwaarden aan de lening zijn verbonden anders dan het in het jaarverslag vermelde rentepercentage. Ook is er nooit enige aflossing gedaan en heeft de B.V. vanaf de oprichting in 1999 steeds een negatief resultaat geboekt. Daarop oordeelt de rechtbank: In beginsel zal een lening van een moeder aan een dochter niet als achtergesteld worden aangemerkt. Onder omstandigheden kan daartoe echter wel aanleiding zijn, in het bijzonder indien de lening moet worden aangemerkt als een informele kapitaalsverschaffing van de moeder aan de dochter. Daarvan kan sprake zijn indien de lening wordt vertrekt op een moment dat en onder voorwaarden die een willekeurige derde niet zou aanvaarden Mr. A.J. Tekstra, De praktische afwikkeling van intercompany verhoudingen bij insolventies, Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 1, 2009, p Rb. Amsterdam 7 oktober 2005, r.o

13 Het Hof Amsterdam heeft bij beslissing van 5 november deze overwegingen van de rechtbank onderschreven. 35 Het Hof is van mening dat de onderhavige aandeelhouderslening het karakter heeft van een kapitaalsinjectie en dat onder die omstandigheden van de aandeelhouder mag worden verwacht dat zij zich de belangen van de overige schuldeisers aantrekt en derhalve genoegen neemt met een lagere uitkering dan de overige crediteuren. 36 In de Carrier 1-zaak oordelen zowel de rechtbank als het Hof dat er onder bepaalde omstandigheden reden kan zijn om over te gaan tot achterstelling van een aandeelhouderslening. Echter, eind 2008 lijkt de Rechtbank Amsterdam in de zaak One.Tel/Bink q.q. 37 weer terug te komen op haar eerdere overwegingen uit de Carrier 1-beschikking. 38 In deze zaak ging het om het volgende. One. Tel Limited (hierna: One. Tel), een vennootschap naar Australisch recht, is op 30 mei 2001 in liquidation gegaan, het Australische equivalent van een faillissement. Via een 100%-dochtervennootschap hield One. Tel alle aandelen in het kapitaal van Leteno B.V.(hierna: Leteno). Nadat aan Leteno op 18 oktober 2001 surseance van betaling is verleend, is zij op 2 november 2001 failliet verklaard. Alle bestuurders van Leteno waren bestuurder van, althans in dienst bij, One. Tel. Leteno heeft nooit een jaarrekening of balans gedeponeerd bij het handelsregister. Er zijn ook geen jaarrekeningen vastgesteld. Leteno is haar ondernemingsactiviteiten gestart in 1998 en die activiteiten zijn tot haar faillissement verliesgevend gebleven. Zij werd financieel ondersteund door One. Tel. Dit geschiedde deels doordat One. Tel bedragen overmaakte naar een bankrekening van Leteno en deels doordat One. Tel schulden van Leteno aan derden rechtstreeks aan deze derden betaalde. One. Tel boekte de betalingen en kosten die zij aan haar dochtervennootschappen toerekende in intercompany accounts en liet in de lokaal bijgehouden management accounts deze betalingen en kosten opnemen onder het kopje intercompany loans. Overeenkomsten van geldlening zijn niet opgesteld. One. Tel vordert vervolgens in faillissement dat zijn vordering op Leteno van ,76 voor de financiële ondersteuning, rechtstreekse betalingen aan crediteuren van Leteno en de koopprijs van One. Tel SARL, een Franse 100%- dochtervennootschap van Leteno, wordt geverifieerd en erkend door de curator als een 34 Hof Amsterdam 5 november 2005, <<JOR>> 2007/51, m.nt. S.M. Bartman, r.o Mr. A.J. Tekstra, De praktische afwikkeling van intercompany verhoudingen bij insolventies, Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 1, 2009, p M.J.H. Orval en M.N. de Groot, De achtergestelde aandeelhouder(slening), Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 4, 2011, p Rb. Amsterdam 17 december 2008, <<JOR>> 2009/ M.J.H. Orval en M.N. de Groot, De achtergestelde aandeelhouder(slening), Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 4, 2011, p

14 concurrente vordering in het faillissement. De curator stelt dat de geldlening van One. Tel aan Leteno behandeld dient te worden als ware het kapitaalverschaffing en dat daarom deze aandeelhouder, One. Tel, niet toegelaten behoort te worden in het faillissement als concurrente schuldeiser. De Rechtbank Amsterdam oordeelde: Naar Nederlands recht geldt anders dan bijvoorbeeld naar Duits recht niet een regel op grond waarvan een lening door een aandeelhouder of moedervennootschap, verstrekt op een moment dat het eigen vermogen van de vennootschap eigenlijk uitgebreid had moeten worden volgens de regels van goed koopmansgebruik, rechtens wordt behandeld als ware het kapitaal. Een dergelijke regel vloeit naar de heersende rechtsopvatting ook niet voort uit de door de aandeelhouder jegens de vennootschap in acht te nemen redelijkheid en billijkheid als bedoeld in art. 2:8 BW of uit de maatschappelijke zorgvuldigheid als bedoeld in art. 6:162 BW. ( ) In dit geval staat vast dat One. Tel aan Leteno alle financiële middelen ter beschikking heeft gesteld die Leteno voor haar bedrijfsvoering nodig had. Voorts staat vast dat de ter beschikking gestelde middelen in de boekhouding van zowel Leteno als One. Tel zijn geboekt als een lening van One. Tel aan Leteno. Nu andere verklaringen of gedragingen van One. Tel of Leteno in verband met deze transactie zijn gesteld noch gebleken, moet uit de boeking van de verstrekte financiering als lening door zowel One. Tel als Leteno in redelijkheid worden afgeleid dat het de bedoeling van partijen was dat op Leteno een terugbetalingsverplichting rustte. De opeisbaarheid van die terugbetalingsverplichting vloeit voort uit het bepaalde in artikel 6:40 onder a BW. Nu geen feiten of omstandigheden zijn gesteld waaruit zou kunnen afgeleid dat One. Tel en Leteno een achterstelling van die terugbetalingsverplichting bij andere verplichtingen van Leteno zijn overeengekomen, moet het ervoor worden gehouden dat aan One. Tel een concurrente vordering uit geldlening toekomt (artikel 3:277 BW.) 39 De rechtbank lijkt met deze uitspraak de weg naar achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement af te sluiten, omdat er volgens de rechtbank naar Nederlands recht geen wettelijke regel bestaat die een lening van een aandeelhouder of de moedervennootschap aan de (dochter)vennootschap omzet in kapitaal. Volgens de rechtbank kan een dergelijke regel naar de heersende rechtsopvatting ook niet voortvloeien uit de redelijkheid en billijkheid of de maatschappelijke zorgvuldigheid. Nu geen contractuele achterstelling ex. art. 3:277 lid 2 BW tussen partijen is overeengekomen, behoudt One. Tel een concurrente faillissementsvordering 39 Rb. Amsterdam 17 december 2008, <<JOR>> 2009/171, r.o. 4.4 en

15 uit geldlening. De rechtbank laat hier geen ruimte voor een niet-contractuele achterstelling van een geldlening. Vervolgens zet de Rechtbank Breda in 2010 in de zaak Oude Grote Bevelsborg q.q./louwerier q.q. 40 een andere koers in. Ook in dit geval ging het over de kwalificatie van een vordering van een (indirect) aandeelhouder op haar dochtervennootschap. 41 De rechtbank was met de curator van oordeel dat er in feite sprake was geweest van informele kapitaalverschaffing. Voor de beantwoording van de vraag of daaruit voortvloeit dat de vordering in rekening-courant moet worden achtergesteld, achtte de rechtbank in dit geval van belang dat er een grote mate van verwevenheid was tussen de aandeelhouder en de vennootschap. De rechtbank oordeelde dat de vordering uit rekening-courant geen gewone handelsvordering is. Het is een vordering van een controlerend aandeelhouder ontstaan door de wijze waarop de vennootschap is gefinancierd. Doordat behaalde winsten van de vennootschap via dividend of waardestijging van de aandelen ten goede komen aan de aandeelhouder, is het gerechtvaardigd dat zij niet dezelfde positie inneemt als de overige crediteuren. De Rechtbank Breda opent met deze uitspraak de mogelijkheid tot achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement. Volgens A.J. Tekstra is dit naar zijn weten de eerste uitspraak waarin een niet-contractuele achterstelling van een intercompanyvordering op een failliete vennootschap wordt aangenomen. Volgens Tekstra neemt de rechtbank als uitgangspunt dat onder bijzondere omstandigheden aanleiding kan zijn een vordering, ondanks het feit dat deze contractueel niet is achtergesteld, ten opzichte van andere crediteuren achtergesteld te behandelen. Dit is volgens de rechtbank in het bijzonder het geval wanneer het gaat om een vordering van een controlerend aandeelhouder en de vordering moet worden aangemerkt als informele kapitaalverschaffing. 42 Zeer recentelijk, in zijn conclusie bij HR , heeft Advocaat-generaal Mr. F.F. Langemeijer aangegeven, dat tot dusver door de Hoge Raad niet aanvaard is dat bij het vaststellen van de rangorde van de schuldeisers in een faillissement, een vordering uit geldlening door een aandeelhouder of door een andere vennootschap binnen dezelfde groep van ondernemingen wordt aangemerkt als een achtergestelde vordering zonder de in art. 3:277 lid 2 BW genoemde contractuele grondslag. 44 Langemeijer maakt daaruit op dat, voor zover 40 Rb. Breda 7 juli 2010, <<JOR>> 2010/293, m.nt. A.J. Tekstra (Oude Grote Bevelsborg/Louwerier q.q.). 41 M.J.H. Orval en M.N. de Groot, De achtergestelde aandeelhouder(slening), Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 4, 2011, p Noot bij Rb. Breda 7 juli 2010, <<JOR>> 2010/293 (Oude Grote Bevelsborg/Louwerier q.q.). 43 HR. 20 januari 2012, LJN: BU Conclusie van A-G Mr. F.F. Langemeijer bij HR. 20 januari 2012, LJN: BU

16 de achterstelling niet op een overeenkomst van achterstelling kan worden gebaseerd, voor een doorbreking van de paritas creditorum een wettelijke basis is vereist. 45 Mr. J. Barneveld is het niet geheel eens met de conclusie van de A-G. Volgens Barneveld baseert de A-G zijn conclusie op het gegeven dat de Hoge Raad achterstelling nooit heeft aanvaard. Echter, voor zover hem bekend, heeft deze vraag ook nimmer expliciet bij de Hoge raad voorgelegen. 46 Uit het bovenstaande blijkt dat er in de rechtspraak onenigheid bestaat over het overgaan tot niet-contractuele achterstelling van aandeelhoudersleningen. Zelf ben ik van mening dat de Rechtbank Breda een goede koers heeft ingezet. Gezien de discussie die er in de literatuur bestaat en waar ik graag aansluit bij Schimmelpenninck, De Weijs en Louwerier met betrekking tot het mogelijk moeten zijn van achterstelling van aandeelhoudersleningen indien het gaat om een controlerend aandeelhouder, meen ik dat de Rechtbank Breda en eerder de Rechtbank Amsterdam in de Carrier 1-beschikking, het bij het juiste eind hebben. Wel denk ik dat het nodig is dat er een wettelijke basis komt of wordt gezocht waar achterstelling van aandeelhoudersleningen buiten partijafspraak op gebaseerd kan worden, of dat de Hoge Raad zich over deze kwestie moet uitspreken. Echter, zolang de Hoge Raad zich niet uitspreekt over een niet-contractuele achterstelling van aandeelhoudersleningen in faillissement, zal in de rechtspraak onenigheid blijven bestaan over dit onderwerp. 45 Conclusie van A-G Mr. F.F. Langemeijer, overweging 2.5 bij HR. 20 januari 2012, LJN: BU Noot bij HR. 20 januari 2012, LJN: BU

17 IV. Wettelijke regeling voor achterstelling van aandeelhoudersleningen? Op dit moment bestaat er geen specifieke wettelijke regeling voor achterstelling van aandeelhoudersleningen. De enige regeling met betrekking tot achterstelling is art. 3:277 BW, waarin wordt bepaald dat partijen achterstelling contractueel kunnen overeenkomen. Overgaan tot achterstelling van aandeelhoudersleningen zonder dat partijen dat contractueel zijn overeengekomen is geen kleine ingreep en heeft serieuze gevolgen. Met onder andere Van Hees en De Weijs ben ik van mening dat de achterstelling van aandeelhoudersleningen daarom ook op een wettelijke grondslag dient te berusten. 47 In de huidige wet staat geen specifieke wettelijke bepaling, maar misschien biedt een toekomstig systeem wel een duidelijke regel met betrekking tot de achterstelling. Wellicht kunnen de Flexibilisering van het BV-Recht of het Voorontwerp Nieuwe Insolventiewet een uitkomst bieden. Mocht dit niet het geval zijn, bestaat er misschien wel een andere grondslag waar de achterstelling op gebaseerd kan worden. Er dienen zich twee grondslagen aan: de onrechtmatige daad ex. art. 6:162 BW en de redelijkheid en billijkheid ex. art. 6:2 BW. 48 Flexibilisering BV-Recht. Om het ondernemerschap in Nederland te bevorderen is het voornemen ontstaan om het BVrecht grondig te herzien. 49 Dit heeft geresulteerd in wetsvoorstel EK , A, oftewel de flexibilisering van het BV-recht. Met dit voorstel krijgen aandeelhouders meer vrijheid voor de inrichting en een evenwichtig systeem van crediteurenbescherming. Het minimumkapitaal van euro wordt afgeschaft. Daarnaast komt de verplichte blokkering van de overdraagbaarheid van aandelen te vervallen en worden de mogelijkheden om besluitvorming buiten de algemene vergadering te laten plaatsvinden verruimd. Ook wordt het mogelijk om in de statuten te voorzien in stemrechtloze of winstrechtloze aandelen, of in een flexibele verdeling van stemrecht. 50 Deze flexibilisering moet de BV als ondernemingsvorm aantrekkelijker maken voor (startende) ondernemers. 51 Voor de Expertgroep die zich heeft bezig gehouden met de flexibilisering van het BV-recht is, conform haar taakopdracht, de 47 A. van Hees, Achtergestelde vordering, in het bijzonder de achtergestelde geldlening, Serie recht en praktijk, deel 51 (tevens dissertatie Nijmegen, 1989), Deventer, 1989, p.4. en R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p. 317 en M.J.H. Orval en M.N. de Groot, De achtergestelde aandeelhouder(slening), Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 4, 2011, p M.J. Kroeze, L. Timmerman en J.B. Wezeman, De kern van het ondernemingsrecht, Deventer: Kluwer 2007, p M.J. Kroeze, L. Timmerman en J.B. Wezeman, De kern van het ondernemingsrecht, Deventer: Kluwer 2007, p

18 primaire doelstelling geweest knelpunten in het BV-recht te lokaliseren en op te lossen en te voorzien in eventuele lacunes. Een tweede doelstelling die de Expertgroep voor ogen stond was om het BV-recht, zij het wel met behoud c.q. bevordering van rechtszekerheid, te vereenvoudigen, te flexibiliseren en te versoepelen. 52 Het zou verdedigd kunnen worden dat het ontbreken van een specifieke regeling met betrekking tot de achterstelling van aandeelhoudersleningen, kan worden gezien als een lacune in het huidige BV-recht. Mijns inziens is het uitgeven van een (aandeelhouders)lening aan de vennootschap iets dat geregeld zou moeten zijn in het vennootschapsrecht, in dit geval het huidige Boek 2. Echter, eerder werd al geconstateerd dat de niet-contractuele achterstelling van aandeelhoudersleningen, of de herkwalificatie van een lening in kapitaal, niet expliciet geregeld is in de wet. Men zou dan derhalve verwachten dat de Expertgroep hier enige aandacht aan zou hebben besteed. Dit is echter niet het geval. Volgens De Weijs is het zo dat, hoewel het probleem van financiering door middel van leningen in plaats van kapitaal wordt gesignaleerd, de voorstellen in het kader van de flexibilisering van het BV-recht en de bescherming van schuldeisers beperkt zijn tot uitkeringen aan aandeelhouders en dus niet het probleem raken van terugbetalingen van aandeelhoudersleningen. 53 Dit volgt ook uit het rapport van de Expertgroep: De Expertgroep acht beperkingen van de vrijheid van aandeelhouders in het bijzonder aangewezen daar waar belangen van crediteuren in het gedrang kunnen komen. De Expertgroep heeft bij het doen van haar aanbevelingen steeds getracht voor ogen te houden dat bij het vorm geven aan het BV-recht een evenwichtige bescherming van crediteuren niet uit het oog moet worden verloren. Anderzijds dienen regels die een dergelijke bescherming beogen, wel effectief te zijn en dienen de administratieve lasten voor de vennootschap en aandeelhouders zo beperkt mogelijk te zijn. Om redenen als hiervoor vermeld bepleit de Expertgroep enerzijds schrapping van een aantal regels van kapitaalbescherming, maar beveelt zij anderzijds aan de verplichtingen die ter zake op bestuurders rusten aan te scherpen. Dit geldt in het bijzonder met betrekking tot uitkeringen aan aandeelhouders en daarmee vergelijkbare rechtshandelingen (zoals inkoop van aandelen en financiële steunverlening). De Expertgroep bepleit als voorwaarde voor dergelijke rechtshandelingen te stellen dat het bestuur afweegt of bij het doen van uitkeringen (of vergelijkbare 52 Vereenvoudiging en flexibilisering van het Nederlandse BV-Recht (Rapport Expertgroep), hoofdstuk R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p

19 rechtshandelingen) de vennootschap nog steeds in de positie zal verkeren dat zij haar schuldeisers zal kunnen voldoen. 54 Een belangrijke kern van het hernieuwde BV-recht is dus de fundamentele herziening van de regeling van uitkeringen aan aandeelhouders. 55 Er wordt met geen woord gerept over een eventuele achterstelling van aandeelhoudersleningen. Ook al wordt er door de Expertgroep gesproken over een evenwichtige bescherming van crediteuren, door geen aandacht te besteden aan de achterstelling van aandeelhoudersleningen kan deze doelstelling niet geheel nagestreefd worden. Eerder bleek namelijk al dat financiering door middel van een lening aan de vennootschap door een aandeelhouder deze laatste bij een faillissement plaatst op gelijke hoogte met de concurrente schuldeisers, terwijl bij financiering middels kapitaal de aandeelhouder achteraan sluit. Voor een concrete bescherming van crediteuren was het beter geweest als de Expertgroep ook enige aandacht aan achterstelling van aandeelhoudersleningen had besteed. De Weijs maakt dan ook een punt wanneer hij zegt: De vraag in hoeverre leningen van aandeelhouders gelijk met andere crediteuren geverifieerd moeten worden, wordt niet gesteld. Ook wordt geheel voorbijgegaan aan de vraag wat rechtens is wanneer de vennootschap geen uitkering verricht voor faillissement, maar leningen verstrekt door de aandeelhouder terugbetaalt. 56 Voor een wettelijke regeling met betrekking tot de achterstelling van aandeelhoudersleningen biedt de Flexibilisering van het BV-recht dus blijkbaar geen uitkomst. Voorontwerp Nieuwe Insolventiewet. De Commissie Kortman heeft op 1 november 2007 een Voorontwerp voor een Insolventiewet aangeboden aan de minister. Beoogd werd de huidige Faillissementswet te vervangen door een nieuwe Insolventiewet. In januari 2011 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de Tweede Kamer der Staten-Generaal laten weten geen aanleiding te zien voor een integrale herziening van de faillissementswetgeving op basis van het Voorontwerp. 57 Ondanks dit besluit van de minister, wil ik toch enige aandacht besteden aan dit Voorontwerp, ongeacht het verdere traject hiervan. Dit omdat er in het Voorontwerp wel het een en ander gezegd wordt over achterstelling van aandeelhoudersleningen, en dan met name het volgende: 54 Vereenvoudiging en flexibilisering van het Nederlandse BV-Recht (Rapport Expertgroep), hoofdstuk H.J. de Kluiver, Vermogensbescherming bij de BV: modernisering in internationaal perspectief, WPNR 2006, R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p Mr. N.J. Polak, Insolventierecht, Deventer: Kluwer 2011, p.8. 19

20 Anders dan in andere rechtstelsels (onder meer Duitsland en Spanje), worden geen specifieke criteria in de Insolventiewet opgenomen voor de achtergestelde vordering. Een achterstelling van een vordering in een insolventie ten opzichte van een of meer andere schuldeisers zal primair het gevolg zijn van een afspraak tussen de schuldenaar en de betreffende schuldeiser. In de Nederlandse fiscale rechtspraak wordt onder omstandigheden aangenomen dat een vordering, ondanks het ontbreken van een afspraak tot achterstelling, toch als achtergestelde vordering wordt beschouwd. Het gaat dan veelal om leningen in concernverband, die worden verstrekt op een moment en onder voorwaarden die en willekeurige derde (geldverstrekker) niet zou aanvaarden. Het wordt aan de rechtsontwikkeling overgelaten of en in hoeverre dit fiscale leerstuk ook civielrechtelijk een rol kan spelen. In het onderhavige voorstel wordt wel geregeld op welke wijze er bij verificatie en uitdeling in insolventie met een achterstelling op een vordering dient te worden omgegaan. Zie de artikelen sub c, en lid 3. Deze regels zijn in belangrijke mate een vastlegging van thans bestaande jurisprudentie 58 Uit het bovenstaande blijkt dat de commissie Kortman niet negatief tegenover de achterstelling van aandeelhoudersleningen staat. Ook zij ziet een vergelijking met de fiscale rechtspraak, net als Schimmelpenninck. 59 Volgens De Weijs ziet de commissie wel ruimte om leningen van aandeelhouders achter te stellen, maar lijkt deze zelf slechts voorstander te zijn van achterstelling in een beperkt aantal gevallen. De Weijs noemt hier dat het gaat om i) leningen in concernverband ii) die worden verstrekt op een moment en onder voorwaarden die een willekeurige derde (geldverstrekker) niet zou aanvaarden. 60 Er bestaat dus wel enige ruimte tot achterstelling van aandeelhoudersleningen, maar toch kiest de commissie ervoor om af te zien van een regeling betreffende de achterstelling en laat zij het over aan de rechtsontwikkeling. Dit houdt in dat ook het Voorontwerp Insolventiewet geen wettelijke regeling biedt met betrekking tot de achterstelling van aandeelhoudersleningen. Geen wettelijke regeling nodig? 58 Voorontwerp Insolventiewet, p R.J. Schimmelpenninck, Leningen of schadeclaims van aandeelhouders concurrent?, Tvl 2003, Special Curator en kapitaalbescherming, p R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p

21 Nu het huidige wettelijke systeem ons niet verder brengt dan art. 3:277 BW en zowel de Flexibilisering van het BV-recht als het Voorontwerp Insolventiewet beiden geen opties bieden voor achterstelling, bestaat er geen specifieke wettelijke regeling met betrekking tot de achterstelling van aandeelhoudersleningen. De vraag is nu of de wetgever het vastleggen van achterstelling van aandeelhoudersleningen niet nodig vindt omdat deze van mening is dat aandeelhoudersleningen niet achtergesteld dienen te worden, of omdat deze vindt dat er in de rechtspraak en de huidige stand van het recht voldoende aanknopingspunten zijn om tot achterstelling van aandeelhoudersleningen over te gaan. De commissie Kortman is van mening dat achterstelling van aandeelhoudersleningen geen wettelijke regeling behoeft en laat deze kwestie over aan de rechtspraak en de rechtsontwikkeling. Mijns inziens betekent dit dat er een opening gezien wordt voor achterstelling, maar deze zou dan gebaseerd moeten worden op de huidige stand van het recht. Er dienen zich twee grondslagen aan waarop een nietcontractuele achterstelling van aandeelhoudersleningen mogelijk zou kunnen zijn: de onrechtmatige daad ex. art. 6:162 BW en de redelijkheid en billijkheid ex. art. 6:2 BW. 61 Onrechtmatige daad. Dat onrechtmatige daad als grondslag kan dienen voor achterstelling van aandeelhoudersleningen volgt uit de jurisprudentie. Hieruit blijkt namelijk dat de controlerend aandeelhouder onder omstandigheden onrechtmatig tegenover de crediteuren van de dochtervennootschap handelt indien hij zich hun belangen niet aantrekt. 62 Het Osby-arrest 63 geeft de kernvoorwaarden voor een dergelijke doorbraak van aansprakelijkheid. De aandeelhouder dient een zodanig inzicht in en zeggenschap over het beleid van de vennootschap te hebben, dat zij, gelet op de omvang van haar vordering en van de zekerheidsoverdracht en het verloop van zaken in het bedrijf van de vennootschap, ten tijde van de gedragingen als voormeld wist of behoorde te voorzien dat nieuwe schuldeisers zouden worden benadeeld bij gebrek aan verhaal, en desalniettemin nalaat zorg te dragen dat die schuldeisers worden voldaan. 64 Een recenter en veelbesproken arrest met betrekking tot onrechtmatige daad jegens overige schuldeisers is het Nimox-arrest. 65 Dit was het geval: 61 R.J. de Weijs, Vooruit met de achterstelling: over de positie van aandeelhoudersleningen in én voor faillissement, WPNR 6751, 2008, p. 317 en M.J.H. Orval en M.N. de Groot, De achtergestelde aandeelhouder(slening), Tijdschrift Financiering, zekerheden en insolventierechtpraktijk, nr. 4, 2011, p R.J. Schimmelpenninck, Leningen of schadeclaims van aandeelhouders concurrent?, Tvl 2003, Special Curator en kapitaalbescherming, p. 239 e.v. par HR 25 september 1981, NJ 1982, HR 25 september 1981, NJ 1982, 443 en Mr. N.J. Polak, Insolventierecht, Deventer: Kluwer 2011, p HR 8 november 1991, NJ 1992/174 21

Het karakter van een aandeelhouderslening in faillissement: concurrent of achtergesteld?

Het karakter van een aandeelhouderslening in faillissement: concurrent of achtergesteld? Het karakter van een aandeelhouderslening in faillissement: concurrent of achtergesteld? Datum: 12 november 2012 Auteur: M. Rijntjes Administratienummer: 195871 Begeleider: prof. R.M. Wibier Master: Rechtsgeleerdheid,

Nadere informatie

Turbo-liquidatie en de bestuurder

Turbo-liquidatie en de bestuurder Turbo-liquidatie en de bestuurder Juni 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten

Nadere informatie

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994

BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP VAN 27 april 1994 Vonnisnummer : 1993-040 (op CD rom Jurdoc 1994-040) Datum : 27 april 1994 Rechters : mrs. Warnink, Moltmaker en Ilsink Middel : winst Artikel : 6 Belastingjaar

Nadere informatie

DE FLEX-BV KORT & BONDIG

DE FLEX-BV KORT & BONDIG DE FLEX-BV KORT & BONDIG Marxman Advocaten B.V. Sectie Ondernemingen Inleiding & Indeling Met ingang van 1 oktober 2012 treedt de Wet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (hierna: de Flexwet ) in

Nadere informatie

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht Op 12 juni 2012 heeft de Eerste Kamer de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht en de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 3 februari 2015 Mr. P.J. Peters 1 HR 23 mei 2014, JOR 2014, 229 Kok/Maas q.q. Bestuurdersaansprakelijkheid/selectieve betaling Casus P. Kok ( Kok ) 100% bestuurder Kok

Nadere informatie

1e VERSLAG. EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. (03.0074-F)

1e VERSLAG. EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. (03.0074-F) 1e VERSLAG EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. (03.0074-F) Datum uitspraak: : 18 februari 2003 Rechter-Commissaris : mevrouw Mr A. van Dijk

Nadere informatie

TWEEDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 29 september 2010

TWEEDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 29 september 2010 TWEEDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 29 september 2010 in het door de rechtbank in Amsterdam op 14 juni 2010 uitgesproken faillissement van: JOMED N.V. te Amsterdam faillissementsnummer:

Nadere informatie

Achterstelling van aandeelhoudersleningen Is het wenselijk de achterstelling wettelijk vast te leggen?

Achterstelling van aandeelhoudersleningen Is het wenselijk de achterstelling wettelijk vast te leggen? Achterstelling van aandeelhoudersleningen Is het wenselijk de achterstelling wettelijk vast te leggen? Datum: 11 oktober 2013 Auteur: Bilal el Yacoubi Studentennummer: 10145877 Scriptiebegeleider: Mr.

Nadere informatie

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT

WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT Notariaat M&A - oktober 2012 WIJZIGINGEN IN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID ALS GEVOLG VAN DE FLEX-WET EN HET WETSVOORSTEL BESTUUR EN TOEZICHT In het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

Nadere informatie

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv

NOTULEN AUTEUR / INLICHTINGEN: 12 mei 2011 10060553/11-00258663/eti Concept-notulen flexbv NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN EEN BESLOTEN VENNOOTSCHAP NAAR NEDERLANDS RECHT, GEBASEERD OP DE WETSVOORSTELLEN INZAKE FLEXIBILISERING VAN HET BV-RECHT. Bijgaand eerst een toelichting en daarna

Nadere informatie

De nieuwe Flex-BV. September 2012

De nieuwe Flex-BV. September 2012 De nieuwe Flex-BV September 2012 mr J. Brouwer De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel is noch de auteur noch Boers Advocaten aansprakelijk

Nadere informatie

Corporate Alert: de 403-verklaring

Corporate Alert: de 403-verklaring Corporate Alert: de 403-verklaring Kort na elkaar heeft de Hoge Raad twee uitspraken gedaan over vragen waartoe de 403- verklaring aanleiding geeft. De meest in het oog springende beslissing (HR 20 maart

Nadere informatie

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement

Workshop Insolventierecht FR&R. Deel 2: Tijdens faillissement Workshop Insolventierecht FR&R Deel 2: Tijdens faillissement Rolf Verhoeven / Johan Jol 3 september 2009 Onderwerpen Mogelijke procedures en hun gevolgen Spelers en hun bevoegdheden Verhaalsmogelijkheden

Nadere informatie

Er zijn verschillende methoden van draagplichtverdeling mogelijk, die op hoofdlijnen als volgt kunnen worden onderscheiden:

Er zijn verschillende methoden van draagplichtverdeling mogelijk, die op hoofdlijnen als volgt kunnen worden onderscheiden: Notitie aandachtspunten fiscale eenheid vennootschapsbelasting Inleiding PlasBossinade houdt u graag op de hoogte van relevante ontwikkelingen. In dit kader willen wij uw aandacht vestigen op de fiscale

Nadere informatie

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ;

de ondergetekenden 1 en 2 gezamenlijk verder ook te noemen de aandeelhouders ; AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (NAAM), gevestigd en kantoorhoudende te (postcode) te (PLAATS), aan de (STRAAT & HUISNUMMER), ten

Nadere informatie

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten

Onder Professoren. Aansprakelijkheid van bestuurders. 14 april 2015 VAAN Utrecht. prof. mr. Claartje Bulten Onder Professoren Aansprakelijkheid van bestuurders 14 april 2015 VAAN Utrecht prof. mr. Claartje Bulten Aansprakelijkheid van bestuurders Onderwerpen Interne aansprakelijkheid Externe aansprakelijkheid

Nadere informatie

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

CONCEPT BESTEMD VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING tussen en [ ] OVEREENKOMST VAN ACHTERGESTELDE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: (1), een besloten vennootschap statutair gevestigd en kantoorhoudende te, aan de,

Nadere informatie

-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening

-OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening -OVEREENKOMST - Inzake achtergestelde geldlening DE ONDERGETEKENDEN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.. B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende aan de.., te ( ), rechtsgeldig

Nadere informatie

Highlights van de Flex BV

Highlights van de Flex BV Highlights van de Flex BV Dag van de Limburgse Financial 26 september 2012 Peter Brouns en Remco Rosbeek Waarom nieuwe BV-wetgeving? Vereenvoudiging van het BV-recht Afschaffing van als nodeloos ervaren

Nadere informatie

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de

Levering van aandelen Artikel 7 1. Voor de levering van een aandeel, waaronder begrepen de verkrijging van een aandeel door de vennootschap, en de STATUTEN Naam en zetel Artikel 1 1. De vennootschap draagt de naam: [ ]. 2. De vennootschap heeft haar zetel in de gemeente [ ]. Doel Artikel 2 De vennootschap heeft ten doel: a. [ ]; b. het oprichten

Nadere informatie

VIERDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 17 augustus 2011

VIERDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 17 augustus 2011 VIERDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 17 augustus 2011 in het door de rechtbank in Amsterdam op 14 juni 2010 uitgesproken faillissement van: JOMED N.V. te Amsterdam faillissementsnummer:

Nadere informatie

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012

Lezing LWV. Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Lezing LWV Ondernemen via een rechtspersoon: (schijn)veilig? Roermond, 7 juni 2012 Casus 1: Een bestuurder van een BV beseft, dat het faillissement van de BV onvermijdelijk is. Hij laat de BV nog enkele

Nadere informatie

Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V.

Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V. Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag. Zesde openbare verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap ROOS BOUW & VASTGOED B.V. inzake : de

Nadere informatie

Essentie. Samenvatting

Essentie. Samenvatting RO 2013/46: Volstorting aandelen. Heeft volstorting van de aandelen als bedoeld in art. 2:191 BW plaatsgevonden nu het bedrag kort na oprichting aa... Klik hier om het document te openen in een browser

Nadere informatie

Alles wat u moet weten over de Wet Flex-BV

Alles wat u moet weten over de Wet Flex-BV Special Flex BV Alles wat u moet weten over de Wet Flex-BV Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Oprichten van een nieuwe BV is eenvoudiger 4 3. Meer vrijheid van inrichting 4 4. Kapitaal- en crediteurenbescherming

Nadere informatie

De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden.

De Commissie stelt vast dat partijen haar advies als bindend zullen aanvaarden. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-082 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. B.F. Keulen en drs. W. Dullemond, leden en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht ontvangen op

Nadere informatie

25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht

25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht 25 25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht In het voorstel van Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht worden onder andere de vereisten voor de oprichting

Nadere informatie

VRAGENLIJST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST/BIJZONDERE BEPALINGEN STATUTEN

VRAGENLIJST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST/BIJZONDERE BEPALINGEN STATUTEN VRAGENLIJST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST/BIJZONDERE BEPALINGEN STATUTEN I. Inleiding De wet gaat er bij B.V./N.V. van uit dat de aandeelhouders enkel kapitaal verschaffen en wel door het doen van de bij

Nadere informatie

Wet Flex-BV in vogelvlucht

Wet Flex-BV in vogelvlucht Wet Flex-BV in vogelvlucht Van Wim Eikendal en Janou Briaire Plaats/Datum Maastricht, 20 juni 2012 Op 1 oktober 2012 treedt de wetgeving inzake de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht in

Nadere informatie

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen

Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets

Nadere informatie

College NV en BV; Aandelen

College NV en BV; Aandelen College NV en BV; Aandelen Mr. K. Frielink Universiteit van de Nederlandse Antillen Dinsdag 23 februari 2010 van 19.00-20.30 uur NV en BV - inleiding 1. De NV is een RP met een of meer op naam of aan toonder

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/397 NL:TZ:0000008309:F002 12-07-2016 mr. W. Ploeg mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming Krijn Kroeze Beheer B.V. Activiteiten

Nadere informatie

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring

Inhoud. Algemeen. De faillietverklaring Inhoud I 1 2 3 4 5 5a II 6 7 8 9 10 12 13 14 15 16 Algemeen Drie procedures Het faillissement De surseance van betaling De schuldsanering natuurlijke personen Commissie Insolventierecht Herijking van het

Nadere informatie

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid.

Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. Annotatie bij HR 27-02-2009, C07/168HR, LJN BG6445 Onrechtmatige daad. Benadeling van de boedel. Misbruik van rechtspersoonlijkheid. [BW art. 6:162] Een gefailleerde natuurlijke persoon heeft de eigendom

Nadere informatie

De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast?

De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? De aandeelhouder als schuldeiser: een ongenode gast? MR. G.T.J. HOFF 1 1. Inleiding Wie wel eens een bezoek heeft gebracht aan het land van herkomst van mijn Indonesische echtgenote weet dat gastvrijheid

Nadere informatie

28 oktober 2010 Modernisering van het Nederlandse ondernemingsrecht / presentatie 28 oktober 2010 Ellen Timmer

28 oktober 2010 Modernisering van het Nederlandse ondernemingsrecht / presentatie 28 oktober 2010 Ellen Timmer Modernisering van het Nederlandse ondernemingsrecht (o.a. flex) 28 oktober 2010 door ( Rotterdam Ellen Timmer (kantoor Belangrijke veranderingen in het Nederlandse ondernemingsrecht, onder meer: flexibilisering

Nadere informatie

De uitkeringstest bij aandeelhoudersleningen: (g)een brug te ver?

De uitkeringstest bij aandeelhoudersleningen: (g)een brug te ver? De uitkeringstest bij aandeelhoudersleningen: (g)een brug te ver? Mr M.J.M. Franken en mr B.F. Louwerier 1 Dit artikel is verschenen in de bundel De grenzen opzoekend, het Liber Amicorum Prof. Dr. Mr.

Nadere informatie

20 - WSNP en het bestuursverbod

20 - WSNP en het bestuursverbod 20 - WSNP en het bestuursverbod Fleur Verburg en Eva Timmermans* Inleiding De minister van Veiligheid en Justitie heeft op 26 november 2012 een aantal maatregelen aangekondigd om faillissementsfraude effectiever

Nadere informatie

EERSTE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 26 juli 2010

EERSTE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 26 juli 2010 EERSTE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 26 juli 2010 in het door de rechtbank in Amsterdam op 14 juni 2010 uitgesproken faillissement van: JOMED N.V. te Amsterdam faillissementsnummer:

Nadere informatie

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s

Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Rechtsvorm en gebruik van LLP s en LLC s Onderzoek door mr. J.M. Blanco Fernández en prof. mr. M. van Olffen (Van der Heijden Instituut, Radboud Universiteit Nijmegen) in opdracht van het Wetenschappelijk

Nadere informatie

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen

CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen CBN adviseert over de boekhoudkundige verwerking van de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen dr. Stijn Goeminne, Hogeschool Gent, Departement Handelswetenschappen & Bestuurskunde Wanneer

Nadere informatie

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Advocaten Notarissen OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Faillissement: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Houten Vloeren B.V. Faillissementsnummer: 02.252 F Uitgesproken:

Nadere informatie

2e VERSLAG. EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. ( F)

2e VERSLAG. EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. ( F) 2e VERSLAG EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET VAN DE BEVINDINGEN IN HET FAILLISSEMENT VAN ALTITUDE SOFTWARE B.V. (03.0074-F) Datum uitspraak: : 18 februari 2003 Rechter-Commissaris : mevrouw Mr A. van Dijk

Nadere informatie

http://portal.rechtsorde.nl/pages/rosedocumentexportandprint.aspx?savebutton=true&...

http://portal.rechtsorde.nl/pages/rosedocumentexportandprint.aspx?savebutton=true&... pagina 1 van 5 Jutd 2012/09 Girale betalingen door de gefailleerde op of na datum faillissement Jutd 2012/09 d.d. 03 05 2012 Auteur(s): Mr. F.F.A. Smetsers, Van Iersel Luchtman NV, Breda. In de praktijk

Nadere informatie

Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening

Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening Dit artikel uit is gepubliceerd door Boom Juridische uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker Terughoudendheid gepast bij openen kwaliteitsrekening Inleiding De kwaliteitsrekening is voorwerp geweest

Nadere informatie

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014

BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 BEWAARBEDRIJF AMEURO N.V. Jaarverslag 31 december 2014 Jaarrekening is vastgesteld door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders gehouden op 24 april 2014 R. Mooij Jaarverslag 2014 31 december 2014 JAARVERSLAG

Nadere informatie

De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen

De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen De gevolgen van de uitkeringstest voor tussenpersonen M r. P. v a n d e r V e l d * Inleiding Op dit moment liggen ter behandeling bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal het wetsvoorstel Vereenvoudiging

Nadere informatie

AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw..., geboren te... op... en wonende te...,..., te dezen handelende, voor zich in privé, hierna te noemen: "X"; als aandeelhouder en bestuurder

Nadere informatie

ONTBINDINGSCLAUSULE HUUROVEREENKOMST GELDIG IN SURSÉANCE EN FAILLISSEMENT HR 13 mei 2005, RvdW 2005/72 (Curatoren BabyXL/Amstel Lease)

ONTBINDINGSCLAUSULE HUUROVEREENKOMST GELDIG IN SURSÉANCE EN FAILLISSEMENT HR 13 mei 2005, RvdW 2005/72 (Curatoren BabyXL/Amstel Lease) ONTBINDINGSCLAUSULE HUUROVEREENKOMST GELDIG IN SURSÉANCE EN FAILLISSEMENT HR 13 mei 2005, RvdW 2005/72 (Curatoren BabyXL/Amstel Lease) Inleiding In het hierna te bespreken arrest heeft de Hoge Raad beslist

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 2 oktober 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 2 oktober 2014 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 2 Datum: 2 oktober 2014 In dit verslag worden de werkzaamheden en de stand van de boedel beschreven over de afgelopen periode. De curator baseert zich op aangetroffen gegevens

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 16 februari 2006

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 16 februari 2006 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 16 februari 2006 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Kahraman B.V., statutair gevestigd te Arnhem, kantoorhoudende te 6827

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht

Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht 11 e Handelsmissie Zaken doen met de Nederlandse Antillen, Aruba en Suriname Het komende Surinaamse rechtspersonenrecht Vrijdag 7 mei 2010 Avila Hotel, Curaçao Mr. K. Frielink 14.50 15.15 uur Er zal op

Nadere informatie

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015

Bewaarbedrijf Ameuro N.V. Jaarverslag december 2015 Jaarverslag 2015 31 december 2015 JAARVERSLAG 2015 Inhoudsopgave Verslag van de directie 2 Jaarrekening 2015 - Balans per 31 december 2015 3 - Winst- en verliesrekening over het jaar 2015 4 - Algemene

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.02/14/242 NL:TZ:0000006507:F001 01-04-2014 dr. mr. L.L.M. Prinsen mr. MDE van der Borst-Leppens Algemeen Gegevens onderneming Johnny

Nadere informatie

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates

(On)gelijkheid van aandeelhouders. Updates (On)gelijkheid van aandeelhouders Updates TvOB- symposium 13 maart 2015 mr. dr. R.A. (Rogier) Wolf Steins Bisschop & Schepel Universiteit Leiden Universiteit Maastricht (ICGI) Wat gaan we doen? 1. Update

Nadere informatie

IN HET FAILLISSEMENT VAN SPINA BV EN FLITE REPS BV DE DATO

IN HET FAILLISSEMENT VAN SPINA BV EN FLITE REPS BV DE DATO 1 e OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN SPINA BV EN FLITE REPS BV DE DATO 18 NOVEMBER 2013 Gegevens curandus/ onderneming Statutaire naam : Spina BV en Flite Reps

Nadere informatie

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST AANDEELHOUDERSOVEREENKOMST DE ONDERGETEKENDEN: (1) [ ] B.V., gevestigd en kantoorhoudende te [ ], hierna te noemen "[ ], ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer; (2) [ ] B.V., gevestigd en

Nadere informatie

,-- : *** , ***

,-- : *** , *** OPENBAAR FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 1 Datum: 16 augustus 2016 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KRIJN KROEZE BEHEER B.V. Faillissementsnummer Datum uitspraak

Nadere informatie

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.)

Openbaar faillissementsverslag rechtspersoon (ex art. 73A Fw.) Insolventienummer: Toezichtzaaknummer: Datum uitspraak: Curator: R-C: F.16/16/438 NL:TZ:0000002577:F002 20-07-2016 mr. M.J. Cools mr. D.M. Staal Algemeen Gegevens onderneming De besloten vennootschap met

Nadere informatie

CONCEPT Investeringsovereenkomst

CONCEPT Investeringsovereenkomst CONCEPT Investeringsovereenkomst De ondergetekenden: 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Horeca Crowdfunding Nederland B.V., statutair gevestigd te Rotterdam, kantoor houdende te

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 10 april 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 10 april 2014 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 5 Datum: 10 april 2014 Gegevens failliet : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid One-to-Market B.V., tevens handelende onder de namen Onetomarket alsmede

Nadere informatie

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen)

Inleiding. Vraagpunt a (algemeen) Advies van de Commissie Vennootschapsrecht inzake de vraagpunten in verband met de voorbereiding van een wetsontwerp over de vereenvoudiging en flexibilisering van het BV-recht Inleiding 1. De Minister

Nadere informatie

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013

Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders. Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Diverse civielrechtelijke aspecten van de aansprakelijkheid van bestuurders Mijke Sinninghe Damsté & Irene Tax Ontbijtseminar 12 december 2013 Programma I. Introductie II. Aansprakelijkheid Bestuurders

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning

- OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning - OVEREENKOMST - inzake een geldlening eigen woning DE ONDERGETEKENDEN De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V., statutair gevestigd te en kantoorhoudende aan de, te (.), te dezer zake

Nadere informatie

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET

TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET TWEEDE OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Verslag in het faillissement van : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BRONWASSER B.V., statutair gevestigd en zaakdoende

Nadere informatie

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET

OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Advocaten Notarissen OPENBAAR VERSLAG EX ARTIKEL 73A DER FAILLISSEMENTSWET Faillissement: De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Houten Vloeren B.V. Faillissementsnummer: 02.252 F Uitgesproken:

Nadere informatie

openbaar FAILLISSEMENTSVERSLAG Verslagnummer: 4 Datum: 5 augustus 2014

openbaar FAILLISSEMENTSVERSLAG Verslagnummer: 4 Datum: 5 augustus 2014 openbaar FAILLISSEMENTSVERSLAG Verslagnummer: 4 Datum: 5 augustus 2014 Gegevens gefailleerde : Integral Security Consultancy B.V. Integral Security Services B.V. H & N Investment B.V. Pattiasina Beheer

Nadere informatie

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2009 : mr. E. Doornhein

VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. Datum uitspraak : 26 september 2009 : mr. E. Doornhein VIERDE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : Karoro Holding B.V. Faillissementsnummer : 08/466 F Datum uitspraak : 26 september 2009 Curator : mr. E. Doornhein Rechter-Commissaris

Nadere informatie

WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één!

WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! WPNR 2015(7049) Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Flexibele (winst)uitkeringen, het is van tweeën één! Het nieuwe BV-recht in social en andere media: vragen uit de praktijk 1 A. Inleiding

Nadere informatie

ALEXANDER & SIMON, CIVIL LAW NOTARIES [**] DRAFT DATED [**], 2013 FOR DISCUSSION PURPOSES ONLY

ALEXANDER & SIMON, CIVIL LAW NOTARIES [**] DRAFT DATED [**], 2013 FOR DISCUSSION PURPOSES ONLY Heden,------------------------------------------------------------ tweeduizend en dertien, verscheen voor mij, mr. Miguel Lionel ---- Alexander, notaris ter standplaats Curaçao: --------------------- [**]--------------------------------------------------------------

Nadere informatie

IN HET FAILLISSEMENT VAN W.G. VAN DUIN BEHEER BV EN INGENIO BV DE DATO

IN HET FAILLISSEMENT VAN W.G. VAN DUIN BEHEER BV EN INGENIO BV DE DATO 4 e OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW IN HET FAILLISSEMENT VAN W.G. VAN DUIN BEHEER BV EN INGENIO BV DE DATO 19 DECEMBER 2014 1 Gegevens curandus/ onderneming Statutaire naam Adres : W.G.

Nadere informatie

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

de naamloze vennootschap ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-319 d.d. 2 september 2014 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf en mr. M.L. Hendrikse, leden en mr. F. Faes, secretaris)

Nadere informatie

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep

Samenvatting. Bekijk de uitspraak in eerste aanleg. 1. De procedure in hoger beroep Uitspraak Commissie van Beroep 2012-23 d.d. 27 november 2012 (prof. mr. A.S. Hartkamp, voorzitter, mr. C.A. Joustra, drs. P.H.M. Kuijs, mr. F.P. Peijster en mr. J.B. Fleers, leden, en mr. M.J. Drijftholt,

Nadere informatie

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dream Garden B.V.

EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET. : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dream Garden B.V. EERSTE OPENBAAR VERSLAG EX ART. 73A FAILLISSEMENTSWET Naam gefailleerde : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Dream Garden B.V. Faillissementsnummer : 11/558 F Datum uitspraak : 20

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG 1. Datum 21 november 2014

FAILLISSEMENTSVERSLAG 1. Datum 21 november 2014 FAILLISSEMENTSVERSLAG 1. Datum 21 november 2014 Faillissement : IJK Holding BV Faillissementsnummer : F.05/14/987 Datum uitspraak : 14 oktober 2014 Curator : Mr I.J.G.H. Hage Rechter-commissaris : Mr A.M.P.T.

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-580 (mr. R.J. Paris, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 4 augustus 2017 Ingediend door : Consument Tegen

Nadere informatie

OVEREENKOMST VAN GELDLENING

OVEREENKOMST VAN GELDLENING OVEREENKOMST VAN GELDLENING de ondergetekenden: (bedrijfs)naam: naam vertegenwoordiger bedrijf: straatnaam en huisnummer: postcode: plaats: KvK-nummer:. nummer:. hierna te noemen: schuldeiser en (bedrijfs)naam:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:2561

ECLI:NL:RBROT:2017:2561 ECLI:NL:RBROT:2017:2561 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 05-01-2017 Datum publicatie 06-04-2017 Zaaknummer C/10/510679 / FT EA 16/2324 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers

Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Dit artikel is gepubliceerd in het tijdschrift Juridisch up to Date, september 2008 Aansprakelijkheid van rechtspersoon-bestuurders en feitelijk beleidsbepalers Mr. dr. S. Parijs, CMS Derks Star Busmann

Nadere informatie

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering

Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Monografieen Privaatrecht Faillissement, surseance van betaling en schuldsanering Mr. A.M.J. van Buchem-Spapens Mr. Th.A. Pouw Achtste druk Kluwer - Deventer - 2008 Inhoud Lijst van afkortingen XI I. INLEIDING

Nadere informatie

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 23 februari 2015

FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 23 februari 2015 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 4 Datum: 23 februari 2015 Gegevens failliet : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VAN MAANEN HOLDING B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende te (3771

Nadere informatie

-OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING. 2. De heer., BSN, geboren op. 19, te, wonende. te (.. ) aan de..nader te noemen: Geldnemer.

-OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING. 2. De heer., BSN, geboren op. 19, te, wonende. te (.. ) aan de..nader te noemen: Geldnemer. -OVEREENKOMST - INZAKE GELDLENING DE ONDERGETEKENDEN: 1. De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid. B.V., statutair gevestigd te., kantoorhoudende aan, te, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd

Nadere informatie

-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG TEVENS EINDVERSLAG Inzake : UPMEDIA B.V. Faillissementsnummer : C/06/13/179 F Datum faillissement : 19 maart 2013 Rechter-Commissaris : Mr. J.S.W. Lucassen Curator : Mr. J.

Nadere informatie

EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: /CAMN Datum: 17 juni 2011

EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: /CAMN Datum: 17 juni 2011 EERSTE FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 206819/CAMN Datum: 17 juni 2011 Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tryall Holding B.V. kantoorhoudende en zaakdoende aan

Nadere informatie

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Jurisprudentie Ondernemingsrecht Jurisprudentie Ondernemingsrecht 8 september 2015 Mr. F.J.M.E. Koppenol 1 Onderwerpen Faillietverklaring versus Turboliquidatie Uitspraken HR personenvennootschappen Uitspraken Rechtbank wettelijke geschillenregeling

Nadere informatie

De mogelijkheden voor vergoeding van afgeleide schade verruimd

De mogelijkheden voor vergoeding van afgeleide schade verruimd De mogelijkheden voor vergoeding van afgeleide schade verruimd M r. A. E. G o o s s e n s * 1 Inleiding Als de vennootschap schade lijdt, zal de aandeelhouder bijna altijd te maken krijgen met een waardedaling

Nadere informatie

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 2

Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 2 Nieuwsbrief Ondernemingsrecht 2 Met deze nieuwsbrief willen wij u als cliënt regelmatig informeren over actuele juridische ontwikkelingen. Zoals de praktijkgroep vanuit verschillende disciplines en vestigingen

Nadere informatie

» Samenvatting. » Uitspraak. Conclusie Advocaat-Generaal

» Samenvatting. » Uitspraak. Conclusie Advocaat-Generaal JOR 2012/97 Hoge Raad 20 januari 2012, 11/04235; LJN BU8515. ( mr. Fleers mr. Numann mr. Asser mr. Drion mr. Snijders ) (Concl. (concl. A-G Langemeijer) ) DCC Exploitation Beheer BV te Breda, verzoekster

Nadere informatie

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN ACINTYA B.V.

VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN ACINTYA B.V. VIJFDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN ACINTYA B.V. Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Acintya B.V. (KvK-nummer

Nadere informatie

Flex-BV. 1. Inleiding en conclusie

Flex-BV. 1. Inleiding en conclusie Flex-BV 1. Inleiding en conclusie Alweer vijf jaar geleden, namelijk op 31 mei 2007, werd het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (31 058) ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot

Nadere informatie

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)

INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Blad 1 INBRENG IN de naamloze vennootschap: N.V. UNIVÉ HET ZUIDEN SCHADEVERZEKERINGEN, gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend

Nadere informatie

VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN ACINTYA B.V.

VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN ACINTYA B.V. VIERDE OPENBARE FAILLISSEMENTSVERSLAG EX ARTIKEL 73A FW INZAKE HET FAILLISSEMENT VAN ACINTYA B.V. Gegevens onderneming : de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Acintya B.V. (KvK-nummer

Nadere informatie

Algemene bepalingen voor geldleningen NEF0408

Algemene bepalingen voor geldleningen NEF0408 NEF0408 Algemene bepalingen voor geldleningen Inhoudsopgave Begripsbepalingen.... 2 Algemeen.... 2 Het bedrag van de lening.... 2 De looptijd van de lening.... 2 Rentepercentage en rente... 3 De aflossing;

Nadere informatie

Aan : Consumenten van ShopVIP B.V. Van : mr. D.M. van Geel, curator Datum : 19 september 2014. (1) Faillissement ShopVIP B.V.

Aan : Consumenten van ShopVIP B.V. Van : mr. D.M. van Geel, curator Datum : 19 september 2014. (1) Faillissement ShopVIP B.V. INFORMATIEMEMORANDUM T EN BEHOEVE VAN CONSUMENTEN Aan : Consumenten van ShopVIP B.V. Van : mr. D.M. van Geel, curator Datum : 19 september 2014 (1) Faillissement ShopVIP B.V. Bij vonnis van de rechtbank

Nadere informatie

ZESDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 4 oktober 2012

ZESDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 4 oktober 2012 HOUTHOFF BURUMA ZESDE VERSLAG CURATOR EX ARTIKEL 73a FAILLISSEMENTSWET 4 oktober 2012 in het door de rechtbank in Amsterdam op 14 juni 2010 uitgesproken faillissement van: JOMED N.V. te Amsterdam faillissementsnummer:

Nadere informatie