GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E 7 MEETKUNDE TOEPASSINGEN

Transcriptie

1 wiskunde De lln. zetten eenvoudige situaties om in formules. GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E 7 MEETKUNDE TOEPASSINGEN 5 30 Hihi, grapje! 1 Wat moet je doen? 3 Doe het zo! Lees het rekenverhaal. Is de bewerking juist of fout? Oefen eerst samen. Probeer dan je vriend te foppen. e 10 kaartjes e 1 blad met juist of fout e Pen en papier Deel 1: oefen samen. 1 Verdeel de kaarten eerlijk. Lees het verhaal. Past de bewerking erbij? Leg het verhaal bij juist of fout. Kijk naar prent. 3 Klaar? Verbeter samen. Kijk naar prent. Deel : fop je vriend. 1 Maak nu zelf 6 rekenverhalen voor je vriend. Schrijf er een bewerking bij. Juist of fout, dat maakt niet uit. Wissel jullie kaarten. 3 Leg deze kaarten bij juist of fout. Kun jij je vriend foppen? Kijk samen na. Corrigeer je werk e Kijk je werk na met de. Klaar? e Ruim alles netjes op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

2 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E 7 MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. zetten eenvoudige situaties om in formules. Hihi, grapje! Doel(en) e De leerlingen kunnen optellen en aftrekken volgens standaardprocedures en de optelling verwoorden en noteren (som 100). e Ze kunnen eenvoudige situaties omzetten in formules. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 13. e 10 kaartjes: kopieerkaart 39 (de eerste keer kopiëren, lamineren en verknippen) e 1 blad met OUT of JUIST: kopieerkaart 0 (de eerste keer kopiëren en lamineren) e De verbetersleutel: de niet-verknipte versie van kopieerkaart 39 (de eerste keer kopiëren en best lamineren) e Pen en papier Differentiatie e Laat kinderen minder of meer oefeningen maken (*) of (***) Hulpkaart Aanpak De kinderen lezen de rekenverhalen en kijken of de bewerking bij dit verhaal past. Ze leggen het kaartje in de juiste kolom (juist of fout). In het tweede deel maken de leerlingen zelf rekenverhalen voor elkaar. Ze proberen elkaar te foppen door er enkele foute bewerkingen bij te schrijven. Voorzie kladpapier voor het uitrekenen. Controle en verbetering Tips De leerlingen verbeteren en helpen elkaar. Ze gebruiken de verbetersleutel voor deel 1. Voor deel controleer je best de rekenverhalen die de kinderen zelf maakten. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

3 wiskunde De lln. lezen getallen (in cijfers en letters). GETALLENKENNIS E 1 BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN 5 30 Volg de weg 1 Wat moet je doen? 3 Doe het zo! Voeg de lettergrepen uit het rooster samen en vind de getallen! 1 Begin bij de. Zoek 19 zo: ne-gen-tien. Kleur de vakjes. Kijk naar prent. Zoek nu ook deze getallen: Zoek telkens in een vakje ernaast. Kleur de vakjes. 3 Kleur deze getallen op het 100-veld. Corrigeer je werk fee ne aap bal den eend dom gen tien acht gek hop reep stok tak en mop uur e Een blad met het rooster e Een kleurpotlood e Leidt de weg naar? Goed zo! e Vraag een aan je juf of meester voor het 100-veld. Klaar? e Steek je blad in je! Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

4 wiskunde GETALLENKENNIS E 1 BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. lezen getallen (in cijfers en letters). Volg de weg Doel(en) e De leerlingen kunnen geschreven getallen in cijfers omzetten. e Ze kunnen getallen tot en met 100 correct lezen. e Ze kunnen gegeven getallen aanduiden op het 100-veld. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 10. e Een kleurpotlood e Het blad met het rooster: kopieerkaart 1 (elke keer voor elk kind te kopiëren) e De verbetersleutel: kopieerkaart 13 (de eerste keer kopiëren en lamineren) Differentiatie e Je kunt de oefeningen per twee laten uitvoeren (*). e Je kunt de getallen die moeten gezocht worden afplakken op de keerzijde, zodat de kinderen ze blind moeten zoeken (***) Hulpkaart Wiskunde Getallen lezen Aanpak Controle en verbetering Tips Deze opdracht kun je vergelijken met Volg de weg uit het eerste leerjaar. De leerlingen komen je om een verbetersleutel vragen. Afhankelijk van het tijdstip in het jaar zal het al dan niet nodig zijn om te differentiëren of de hulpkaart te laten gebruiken. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

5 wiskunde 5 30 E GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. meten en tekenen elkaars lichaamslengte. Wij zijn al zo groot! 1 Wat moet je doen? 3 Doe het zo! Hoe groot ben je? Meet en teken! 1 Hoe groot ben je? Meet precies. Kijk naar prent. Schrijf de lengte op. Voorbeeld: Karen = 1 m cm 3 Teken de lengte precies. Schrijf op het papier. Kijk naar prent. Wissel van rol. Corrigeer je werk e Je juf of meester meet na. Kijk na. e Een meterstok, meetlint en meetlat e Een groot papier e Een pen Klaar? e Leg je neer naast jouw lengte. Je vriend gaat met een potlood rond je lichaam. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

6 wiskunde E GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. meten en tekenen elkaars lichaamslengte. Wij zijn al zo groot! Doel(en) e De leerlingen weten dat het resultaat van een meting in lengte uitgedrukt kan worden. e Ze kunnen een lengte meten. e Ze kunnen het metriek stelsel i.v.m. lengte opbouwen en de meter (m) en centimeter (cm) lezen en gebruiken. e Ze kunnen meetresultaten lezen en noteren met meer dan één standaardmaateenheid. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nrs. 1,, 3 en. e Meetgerei: meterstok, meetlint en meetlat e Schrijfgerei e Stroken lang papier (bv. behangpapier) Differentiatie e Je kunt zwakkere kinderen laten coachen door een medeleerling (*). e Je kunt ook tekenopdrachten geven: teken je vriend 50 cm groot, 10 cm groot (***). Hulpkaart Aanpak Controle en verbetering Zie Doe het zo! op keerzijde. Meet zelf de lengte van de kinderen na. Controleer en stimuleer het nauwkeurig meten Tips Versier de lichaamscontouren creatief tijdens een les beeldende vorming. Hang de resultaten in de klas op en vul ze aan. Zo kun je hun evolutie volgen. Laat de leerlingen zelf ontdekken hoe ze 1 m + cm zullen tekenen. Laat hen hun oplossingsstrategie verwoorden. Tijdens het evaluatiemoment laat je hun meettechnieken aan elkaar vertellen en vergelijken m.b.t. snelheid en juistheid. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

7 wiskunde 5 30 GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN E De lln. spelen drie op een rij. Boter, kaas en eieren 1 Wat moet je doen? 3 Doe het zo! Zet een O of een X op het rooster tot je 3 op een rij hebt. 1 Wie begint? Zit zo: kijk naar prent. Zet een O of een X in het eerste rooster. 3 De volgende mag. Speel in hetzelfde rooster! O X Wie wint? X O OOO of XXX op één rij! X e Roosters om op te spelen e Twee uitveegstiften en een doekje e Een 5 Speel daarna op de andere roosters. Corrigeer je werk e Kijk goed naar elkaar. Klaar? e Veeg alles weg. Speel dan nog een keer! Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

8 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN E De lln. spelen drie op een rij. Boter, kaas en eieren Doel(en) Overzichtsblad e De leerlingen ontdekken een strategie om dit spel te winnen of op ex aequo te laten eindigen. Leerinhouden wiskunde toepassingen. e Roosters om op te spelen: kopieerkaart 97 (de eerste keer één keer kopiëren en lamineren O elke keer kopiëren) e Twee uitveegstiften en een doekje (als je lamineert) e Een dobbelsteen Differentiatie Wijs elk kind een O of een X toe, zodat ze niet mogen kiezen (***). Hulpkaart 5 30 Aanpak Controle en verbetering Tips Zie Doe het zo! op keerzijde. De leerlingen controleren elkaar. Kopieer de figuren eventueel op A3 zodat ze aan bord kunnen gebracht worden. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

9 wiskunde De lln. vermenigvuldigen en delen tot 100. GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E MEETKUNDE TOEPASSINGEN 5 30 Juniper Green Wat moet je doen? 1 3 Je moet op een honderdveld zo veel mogelijk getallen doorstrepen die een deling of een vermenigvuldiging zijn van het vorige getal. Sommige zijn heel moeilijk! Kun jij ze vinden? e Honderdveld e Uitwisbare stift en doekje e Pen en papier Doe het zo! 1 De grootste speler streept met de stift een even getal door. De kleinste speler streept nu met de stift een getal door dat een deling of een vermenigvuldiging is van het vorige getal. Kijk goed naar het voorbeeld hiernaast! Je mag een kladblaadje gebruiken. 3 Dan is het weer aan de eerste speler en zo verder. Als je geen getal meer kunt doorstrepen, ben je verloren. Corrigeer je werk Je moet elkaar goed controleren. Als je twijfelt, vraag je het aan de juf of meester. Klaar? Veeg alle streepjes weg en speel nog een keer! Nu mag de kleinste beginnen. Een voorbeeld: 1 De grootste begint en kiest 1. De kleinste kan nu bijvoorbeeld 3 aanstrepen, want 1 : = 3. Of hij kan 8 doorstrepen want 1 x 7 = Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wiskunde VAN IN 009

10 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. vermenigvuldigen en delen tot 100. Juniper Green Doel(en) e De leerlingen kunnen producten en quotiënten van opgegeven getallen terugvinden op een honderdveld. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nrs. 1 en. e Honderdveld: kopieerkaart 57 (de eerste keer kopiëren en lamineren) e Uitwisbare stift en doekje e Pen en papier Differentiatie e Je kunt het spel makkelijker maken door een 50-veld in plaats van een 100-veld te gebruiken (*). Hulpkaart Wiskunde 8 Bewerkingen met natuurlijke getallen 5 30 Aanpak Controle en verbetering e Zie Doe het zo! op keerzijde. e Moeilijk woord: even getal De leerlingen moeten elkaar controleren. Bij twijfel komen ze bij jou. Tips Dit spel is afkomstig uit de wiskunderubriek Mathematical Recreations van Ian Stewart, gepubliceerd in Scientific American van maart Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wiskunde VAN IN 009

11 wiskunde De lln. lezen kommagetallen. GETALLENKENNIS E 1 BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN 5 30 Bingo! Wat moet je doen? 1 3 Je moet goed luisteren naar het getal en het zo snel mogelijk proberen terug te vinden op je bingokaart. e verschillende bingokaarten e Een zakje met kommagetallen e Een zakje of doosje met veel schijfjes om op de getallen te leggen e Een leeg zakje om de getallen in te steken e De hulpkaart kommagetallen (euro s) lezen Doe het zo! 1 De materiaalmeester legt de schijfjes in het midden en geeft aan ieder een bingokaart. Hij trekt blind een getal uit het zakje en leest het luidop voor. Kijk op je hulpkaart om zeker juist voor te lezen! 3 De anderen kijken op hun kaart of ze het getal zien. Als je het ziet, mag je een schijfje nemen en het erop leggen. De materiaalmeester laat nu het getal zien. Kijk allemaal goed of je juist bent. 5 Het getal mag nu in het lege zakje. 6 Speel verder. 7 Als je schijfjes op een rij (zie voorbeeld hiernaast) hebt, roep je Bingo!. Jij bent de winnaar. 8 Speel door tot alle getallen op zijn. Corrigeer je werk Je moet zelf goed kijken of je wel het juiste getal verstopt hebt. Klaar? Verzamel alle bingokaarten en speel nog een keer! Een voorbeeld: Zo mag je bingo- rijen maken: Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wiskunde VAN IN 009

12 wiskunde GETALLENKENNIS E 1 BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. lezen kommagetallen. Bingo! Doel(en) e De leerlingen kunnen kommagetallen tot op een honderdste correct lezen om geldwaarden te kunnen lezen op de volgende manier: euro, 5 cent. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 1. e verschillende bingokaarten: kopieerkaarten 3 en 35 (de eerste keer kopiëren op stevig papier, lamineren en uitknippen) e Kaartjes met kommagetallen: kopieerkaart 3, het bovenste rooster (de eerste keer vergroot kopiëren op stevig papier, lamineren, verknippen en in een zakje stoppen) e Een 70-tal schijfjes (bv. rondjes in karton) om de getallen te bedekken e Een leeg zakje om de reeds voorgelezen getallen in te stoppen Differentiatie Laat de kinderen per twee werken (*). Kopieer alle bingokaarten twee keer en laat elk kind twee bingokaarten kiezen (***). Attentie! Er zijn dan wel meer schijfjes nodig. Hulpkaart Aanpak Controle en verbetering Tips Wiskunde Kommagetallen en euro s lezen e Zie Doe het zo! op keerzijde. e Moeilijk woord: blind trekken De kinderen controleren zichzelf met de kaartjes uit het zakje Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wiskunde VAN IN 009

13 wiskunde E 3 De lln. berekenen de omtrek en duiden hem aan. GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN 5 30 Rondjes lopen Wat moet je doen? 1 3 Loop rondjes rond de atletiekbaan. Verzamel samen zo snel mogelijk alle kaarten. e 18 sportkaarten e Een dobbelsteen e Het spelbord e 1 pion per speler e Pen en papier e Een meetlat Doe het zo! 1 De materiaalmeester plaatst het spelbord in het midden van de tafel. Leg alle kaarten met het beeld naar beneden op één stapel. De jongste speler mag beginnen. Begin bij start. 3 Werp de dobbelsteen. Ga evenveel vakjes vooruit als het aantal ogen dat je gegooid hebt. Doe de opdracht van het spelbord. Controleer elkaar. Klaar? De volgende speler mag werpen en voert de opdracht uit. Soms moet je een kaart nemen. 5 Als je een opdracht al eens gedaan hebt, moet je 1 vakje verder gaan. 6 Speel zo verder tot wanneer jullie samen alle kaarten hebben verzameld. 7 Verdeel de kaarten nu in zes groepen: basketbal, voetbal, badminton, tennis, volleybal en handbal. 8 Bereken samen de omtrek van elk terrein. Corrigeer je werk Gaat iedereen akkoord met de uitkomst? Vraag dan de verbetersleutel aan je juf of meester. Klaar? Vertel aan elkaar wat je goed vond bij het samenwerken. Geef iedereen een compliment. Wie loopt de verste afstand bij één rondje rond het veld? Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wiskunde VAN IN 009

14 wiskunde E 3 GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. berekenen de omtrek en duiden hem aan. Rondjes lopen Doel(en) e De leerlingen kunnen de omtrek van voorwerpen aanduiden en/of tekenen. e Ze kunnen de omtrek van rechthoeken berekenen. e Ze kunnen de termen omtrek en afstand gebruiken. e Ze kennen de waarde van een decimeter. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nrs. 9, 10 en 11. e 18 sportkaarten: kopieerkaarten 3 en (de eerste keer kopiëren, lamineren en verknippen) e Een dobbelsteen en pionnen (1 per speler) e Het spelbord: kopieerkaart 5 (de eerste keer kopiëren op A3-formaat en best lamineren) e De verbetersleutel: kopieerkaart 6 (de eerste keer kopiëren en best lamineren) e Pen en papier, een meetlat 5 30 Differentiatie Je kunt zwakkere kinderen laten coachen door een medeleerling (*). Je kunt de leerlingen op het einde de volgende opdracht geven: Welke sporter moet de grootste afstand afleggen als hij één keer rond het terrein loopt? Of: Rangschik de terreinen van klein naar groot (**). Hulpkaart Aanpak Controle en verbetering De leerlingen spelen een racespel. Ze moeten samen zo snel mogelijk alle kaarten verzamelen. M.b.v. deze kaarten berekenen ze de omtrek van de verschillende sportterreinen. De leerlingen zijn samen verantwoordelijk voor het eindresultaat. Ze kunnen controleren met een verbetersleutel. Tips Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wiskunde VAN IN 009

15 wiskunde De lln. lossen enkelvoudige vraagstukken op. GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN E 5 30 Duim omhoog! Wat moet je doen? 1 3 Los de vragen op. Je bent gewonnen wanneer je de meeste juiste antwoorden hebt. e Kaarten e Pen en papier Doe het zo! 1 Leg de kaarten op een stapel in het midden van de tafel. De kaarten moeten met het beeld naar onder liggen! Het jongste kind draait één kaart om. Lees de vraag luidop. 3 Iedereen lost de oefening op. Schrijf je bewerking op je kladblad. Ben je zeker van je antwoord? Klop dan zachtjes op tafel en steek je duim in de lucht. Nu legt iedereen zijn/haar pen neer. 5 Leg je bewerking uit aan je medespelers. 6 Het oudste kind controleert het antwoord op de kaart. 7 Is de vraag juist opgelost? e Ja? Proficiat! De kaart is voor jou. e Nee? Misschien heb je te snel gewerkt. De kaart wordt in het midden gelegd. 8 Speel zo verder tot alle kaarten verdwenen zijn. Wie op het einde van het spel de meeste kaarten heeft, is gewonnen. Corrigeer je werk Duim omhoog? Controleer dan het antwoord op de kaart! Klaar? Geef elkaar een leuk compliment. Ruim samen de kaarten op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wiskunde VAN IN 009

16 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN E De lln. lossen enkelvoudige vraagstukken op. Duim omhoog! Doel(en) e De leerlingen kunnen enkelvoudige vraagstukken oplossen over optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen in verschillende situaties met natuurlijke getallen. e Ze kunnen hun denkwijze uitleggen. e Ze kunnen het symbool (haakjes) noteren en correct gebruiken. e Ze zijn bereid samen te werken en zich aan de spelregels te houden. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 6. e Kaarten: kopieerkaarten 89 t.e.m. 91 (de eerste keer kopiëren en verknippen). Vouw de flap over de oplossing en zet vast met een paperclip. e Pen en papier Differentiatie e Je kunt zwakkere kinderen in duo laten berekenen (*). e Je kunt het aantal kaarten beperken (*). e Je kunt een tijdslimiet (gebruik een kookwekker) instellen bij sterke kinderen (***). Hulpkaart Aanpak Controle en verbetering Tips e Zie Doe het zo! op keerzijde. De verbetersleutel staat rechtstreeks op de vraagkaart. De kinderen kunnen hun antwoorden onmiddellijk controleren. De kinderen leggen hun berekeningen/denkwijze aan elkaar uit Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 3de leerjaar wiskunde VAN IN 009

17 wiskunde GETALLENKENNIS E BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. zetten kommagetallen om naar een breuk en omgekeerd Geheugentraining! 1 Wat moet je doen? Je speelt een memoryspel: vind twee gelijke kaarten! Je bent gewonnen wanneer je de meeste kaarten gevonden hebt. 3 Doe het zo! 1 De materiaalmeester mengt de kaarten en verspreidt alle kaarten op de tafel. De kaarten moeten omgekeerd liggen! Het kind met het kleinste huisnummer mag beginnen. 3 Draai één kaart om. Lees luidop wat er staat. Draai een andere kaart om. Lees luidop wat er staat. 5 Hebben de twee kaarten dezelfde waarde? Ja? Proficiat! Je hebt al één paar! Leg de kaarten bij jou. Zoek nog verder. Nee? Jammer! Volgende keer beter! Draai de kaarten terug om. Het kind links van jou mag verder spelen. 6 Speel zo verder tot alle kaarten verdwenen zijn. 7 Wie op het einde van het spel de meeste kaarten heeft is gewonnen! Een voorbeeld: e Kaarten van het memoryspel e Hulpkaart Breuken Corrigeer je werk Je controleert samen of de kaarten bij elkaar horen. Klaar? Geef elkaar een leuk compliment. Ruim samen de kaarten op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

18 wiskunde GETALLENKENNIS E BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. zetten kommagetallen om naar een breuk en omgekeerd. Geheugentraining! Doel(en) e De leerlingen kunnen decimale kommagetallen omzetten naar breuken en omgekeerd. e Ze zijn bereid samen te werken en zich aan de spelregels te houden. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nrs. 1c en 11a. e Kopieerkaart 3: kopieer en verknip de kaarten. e De verbetersleutel vindt u op kopieerkaart. Differentiatie Je kunt zwakkere kinderen in duo laten werken (*). Je kunt het aantal kaarten beperken (*). Je kunt de kinderen de opdracht geven om op het einde van het spel de kaarten in een bepaalde volgorde te ordenen (**). Bij decimale memo (Getallenkennis 3) gaan de breuken over het geheel (***). Hulpkaart wiskunde 3 Breuken Aanpak De leerlingen moeten gelijkwaardige kaarten bij elkaar zoeken. Dit gebeurt a.d.h.v. een memoryspel. De leerlingen kijken samen na of de gevormde paren kloppen. Controle en verbetering Tijdens het spel kun je af en toe de gevormde paren controleren Tips Kopieer de kaarten best op gekleurd papier. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

19 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE E TOEPASSINGEN De lln. herkennen en benoemen soorten hoeken (scherp, recht, stomp) ,, 3 doorgeven! 1 Wat moet je doen? Verzamel de kaarten die bij elkaar horen. Je bent gewonnen wanneer je op het einde van het spel de minste punten hebt. e Een reeks kaarten e Hulpkaart Hoeken 3 Doe het zo! 1 De materiaalmeester mengt de kaarten en verdeelt ze. Je mag elkaars kaarten niet bekijken. Beslis welke kaarten je wilt verzamelen. Je hebt de keuze uit: a scherpe hoeken b stompe hoeken c rechte hoeken 3 De kaart die je niet nodig hebt, geef je door aan de persoon links van jou. Leg de kaart omgekeerd op tafel en geef ze door. Doe dit allemaal samen op het signaal: 1,,3. Doorgeven! Kijk je gekregen kaart na. Heb je keer dezelfde hoek? Ja? Proficiat! Leg snel je hand in het midden van de tafel. De anderen moeten zo snel mogelijk hun hand op de jouwe leggen. De laatste krijgt 3 punten, de voorlaatste krijgt 1 punt. Herbegin het spel. Nee? Geef opnieuw een kaart die je niet meer nodig hebt door. Doe dit allemaal samen op het signaal: 1,,3. Doorgeven! 5 Lukt het niet goed? Probeer dan misschien een andere soort te verzamelen. Corrigeer je werk Je controleert samen of de kaarten bij elkaar horen. Geef de correcte naam van de hoeken. Zijn jullie niet zeker van het antwoord? Vraag dan de verbetersleutel aan je juf of meester. Klaar? Kijk je punten na. Wie de minste punten heeft, is gewonnen! Proficiat! Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

20 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE E TOEPASSINGEN De lln. herkennen en benoemen soorten hoeken (scherp, recht, stomp). 1,, 3 doorgeven! Doel(en) e De leerlingen kunnen de hoeken benoemen als recht, scherp of stomp. e Ze herkennen scherpe, rechte en stompe hoeken. e Ze zijn bereid samen te werken en zich aan de spelregels te houden. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. c. Differentiatie e Kaarten met hoeken: kopieerkaarten 55 en 56 (de eerste keer kopiëren op zwaar papier, verknippen en best lamineren). e De verbetersleutel: kopieerkaart 57 (kopiëren en eventueel lamineren). Je kunt de kinderen de opdracht geven om op het einde van het spel de hoeken volgens grootte te sorteren Hulpkaart wiskunde 8 Hoeken Aanpak De leerlingen moeten soortgelijke hoeken verzamelen. Dat gebeurt a.d.h.v. een doorgeefspel. Controle en verbetering Tips De leerlingen controleren elkaar. Bij onenigheid kun je de verbetersleutel aanbieden. Tijdens het spel kun je de leerlingen observeren. Schenk aandacht aan het correct benoemen van de hoeken. Kopieer de kaarten best op gekleurd papier. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

21 wiskunde E GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. leren de klok lezen, zowel analoog als digitaal Klokkwartet Wat moet je doen? 1 3 Speel het kwartetspel. Vind de tijdstippen die bij elkaar passen door de klokken digitaal of analoog af te lezen. e 6 x kaarten e Hulpkaart Kloklezen Doe het zo! 1 De materiaalmeester verdeelt de kaarten over de spelers. Houd de kaarten zo in je hand, dat je medespelers ze niet kunnen zien. De speler links van de uitdeler mag starten. Daarna speel je verder in wijzerzin. 3 Lees het uur af op één van de kaartjes en vraag aan een medespeler een kaartje dat erbij past. Bv. 6:15 uur. Je bent verplicht om een kaart te geven als een andere speler erom vraagt. 5 Je hebt een kwartet als je kaarten hebt die bij elkaar passen (= klok digitaal voormiddag digitaal namiddag geschreven). 6 Wie op t einde de meeste kaarten heeft, wint het spel. Vind je kloklezen moeilijk? Gebruik dan de hulpkaart. Corrigeer je werk Controleer de kwartetten van je medespelers. Vraag aan de juf of meester om de kwartetten op het einde van het spel nog eens te controleren. Klaar? Zin om nog eens te spelen? Aan de slag dan! De tijd is op? Ruim de kaarten op. Een voorbeeld: Deze richting volg je wanneer je in wijzerzin speelt: Voorbeeld van een kwartet: Half zes Voormiddag 05:30 Namiddag 17:30 Voormiddag 05:30 Namiddag 17:30 Half zes Voormiddag 05:30 Namiddag 17:30 Half zes Namiddag 17:30 Half zes Voormiddag 05:30 Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

22 wiskunde E GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. leren de klok lezen, zowel analoog als digitaal. Klokkwartet Doel(en) e De leerlingen kunnen de tijd aflezen op een analoge klok en op een digitale klok. e Ze zijn bereid om samen te spelen en kunnen zich aan de spelregels houden. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 7. Differentiatie e Kopieerkaarten t.e.m. 5 (6 x kaarten) moet je de eerste keer kopiëren, verknippen en best lamineren. e Het niet verknipte kopieerkaart kan dienen als verbetersleutel. Je kunt zelf kaarten invullen om te oefenen op uur, half en kwart (*). Gebruik daarvoor de blanco kaarten op de kopieerkaarten. De kinderen kunnen zelf een spel invullen op een zelf gekozen vraag (***) Hulpkaart wiskunde 1 Kloklezen Aanpak Controle en verbetering De kinderen spelen een kwartetspel. Bij dit spel proberen ze families te maken van tijdstippen die bij elkaar passen (klok voormiddag namiddag en verbaal) door elkaar de tijd voor te lezen. De kinderen kunnen het spel eventueel nog een tweede keer spelen. Controleer af en toe of de gevormde kwartetten correct zijn. Tips De kinderen kunnen eventueel zelf kaarten ontwerpen voor een ander spel (daarvoor dienen de blanco kaartjes op de laatste kopieerkaart). Deze fiche hoort bij de Hoekenbox de leerjaar wiskunde VAN IN 009

23 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. kunnen breuken vermenigvuldigen met en delen door een natuurlijk getal Breukenduel Wat moet je doen? 1 3 Daag elkaar uit om de gevraagde breuk te vormen. Wie krijgt z n breukenrooster eerst vol? Doe het zo! 1 De jongste begint. Geef aan de andere leerling een breuk uit je resultaatvak. (rechts). De oudste zoekt op zijn deuelkaart breuken die samen door x (vermenigvuldigen) of : (delen) de gevraagde breuk vormen. 3 Hij/zij schrijft de bewerking op een blad. Jij controleert met je verbetersleutel. Is de bewerking juist? Leg dan ringen op de gebruikte breuken. Ga naar stap. Is de bewerking fout? Ga naar stap. Draai de rollen om. Speel zo verder tot je duelkaart vol is. Corrigeer je werk e Pen en papier e Ringen e Voor leerling 1: duelkaart A + verbetersleutel A e Voor leerling : duelkaart B + verbetersleutel B Bij elke bewerking controleer je elkaar. Gebruik daarvoor de verbetersleutel. Klaar? Steek je blad in je hoekenmap. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

24 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. kunnen breuken vermenigvuldigen met en delen door een natuurlijk getal. Breukenduel Doel(en) e De leerlingen kunnen breuken vermenigvuldigen met en delen door een natuurlijk getal. e Ze zijn bereid de spelregels na te leven. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 7. e Duelkaart A: kopieerkaart 37. De eerste keer moet je die kopiëren en best ook lamineren. e Duelkaart B: kopieerkaart 38. De eerste keer moet je die kopiëren en best ook lamineren. e Verbetersleutels: kopieerkaart 39. De eerste keer moet je die kopiëren, best lamineren en in knippen. e Pen en papier e Ringen (bijvoorbeeld van sleutelhangers) of schijfjes Differentiatie Je kunt zwakkere kinderen laten coachen door een medeleerling (*). Je kunt de leerlingen de opdracht geven om het resultaat te vereenvoudigen (***). Hulpkaart Wiskunde 1 Bewerkingen met breuken Aanpak De leerlingen moeten breuken vermenigvuldigen met en delen door een natuurlijk getal. Hun medespeler daagt hen daartoe uit door enkel het resultaat te geven. Vervolgens zoeken de leerlingen op hun duelkaart naar de passende bewerking. Controle en verbetering Tips De leerlingen controleren elkaar bij elke bewerking. Op het einde van het spel verbeteren de leerlingen m.b.v. de verbetersleutel. Ander mogelijk materiaal voor ringen: kroonkurken, kartonnen schijfjes, in schijfjes gesneden kurken 5 30 Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

25 wiskunde De lln. moeten grote getallen lezen. GETALLENKENNIS E BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN 5 30 Kriebelcijfers! Wat moet je doen? 1 3 Je moet met je vinger een getal op de rug van je medespeler schrijven. Je medespeler moet het getal raden. Doe het zo! 1 De materiaalmeester haalt blind een getal uit de omslag. Zorg dat je medespeler het getal niet ziet. Schrijf het getal met je vinger cijfer per cijfer op de rug van je buur. Doe het langzaam. 3 Je medespeler raadt het getal. Hij mag de cijfers daarvoor op een kladblaadje schrijven. Als hij fout is, dan schrijf je het nog een keer op zijn rug. Is het juist, dan mag hij het kaartje houden. Is het weer fout, dan gaat het terug in de omslag. Het is nu aan de andere speler. Corrigeer je werk Bekijk het kaartje samen om te controleren of het getal juist geraden werd. e Een omslag met daarin kaartjes met getallen erop e Kladpapier en schrijfgerief Klaar? Vraag een moeilijkere oefening aan de juf of meester. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

26 wiskunde GETALLENKENNIS E BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. moeten grote getallen lezen. Kriebelcijfers! Doel(en) e De leerlingen kunnen getallen tot en met lezen en juist zeggen of verklanken. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nrs. 5, 1 en 3. Differentiatie Hulpkaart e Kaartjes met getallen: kopieerkaart 1 (*). De eerste keer moet je ze kopiëren, lamineren en verknippen + in een omslag stoppen. e Omslagen (1 per set kaartjes of kopieerkaart) e Gebruik de kaartjes van kopieerkaart 13 (**) of 1 (***) voor moeilijkere oefeningen. De materiaalmeester schrijft een getal op de rug van zijn of haar medespeler en dicteert daarna de som of het verschil. De oplossing staat in het klein onderaan op de kaart. e De kinderen kunnen eventueel zelf een aantal kaartjes maken. Wanneer je tijdens je wiskundelessen de kinderen laat werken met een tabel voor grote getallen (TM, M, HD, TD, D ), mogen ze die hier ook gebruiken. Aanpak De kinderen kunnen doorspelen tot de tijd op is, of je kunt zelf de differentiatie invoeren. Moeilijke woorden: cijfer en getal Controle en verbetering De kinderen controleren samen. Bij de differentiatiematerialen staat de oplossing in t klein onderaan op het kaartje Tips Best dikke truien uittrekken... Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

27 wiskunde GETALLENKENNIS E 7 BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. zoeken de veelvouden die bij een getal horen om de puzzel te maken Veelvoudenpuzzel! Wat moet je doen? 1 3 Maak de puzzel. Zoek welke vijf veelvouden bij het getal op het puzzelstuk horen. Doe het zo! 1 Leg elk puzzelstuk op de vijf veelvouden die bij het getal op het puzzelstuk horen, zodat het puzzelstuk de veelvouden bedekt. Spelregels: e De puzzelstukken moeten in het rooster passen. e De puzzelstukken mogen niet op elkaar liggen. 3 Lukt het je om alle veelvouden te bedekken? Corrigeer je werk Vraag de verbetersleutel aan je juf of meester. Een voorbeeld: veelvouden van : 0,,, 6, 8, 10, 1, 1, 16, 18, e 1 set van 1 puzzelstukjes met een getal op e Een veelvoudenrooster e Pen en papier Klaar? Kies twee puzzelstukken en zoek de gemeenschappelijke veelvouden van deze twee getallen. Noteer het kgv op een blad. Geef dit blad aan je juf of meester. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

28 wiskunde GETALLENKENNIS E 7 BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. zoeken de veelvouden die bij een getal horen om de puzzel te maken. Veelvoudenpuzzel! Doel(en) e De leerlingen kunnen de veelvouden van een natuurlijk getal kleiner dan 100, de gemeenschappelijke veelvouden en het kleinste gemeenschappelijke veelvoud van twee natuurlijke getallen vinden. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 1. e 1 set van 1 puzzelstukjes met een getal op: kopieerkaart 0. De eerste keer moet je die kopiëren, best lamineren en verknippen. e Pen en papier e Het veelvoudenrooster vind je op kopieerkaart 1. De eerste keer moet je die kopiëren en best lamineren. e De verbetersleutel: de niet-verknipte kopieerkaart 0. De eerste keer moet je die kopiëren en best lamineren Differentiatie Geef de leerlingen een tip: (*) - Noteer eerst de veelvouden van de getallen. - Gebruik eerst de veelvouden die niet vaak voorkomen in het rooster. Hulpkaart Wiskunde 9 Delers en veelvouden Aanpak De leerlingen leggen de puzzelstukken op de veelvouden die bij het getal op het puzzelstuk horen. De puzzelstukken passen precies op het rooster en mogen elkaar niet overlappen. Controle en verbetering De kinderen gebruiken de verbetersleutel. Het blad met het kgv moet je daarna zelf verbeteren. Tips De kinderen kunnen eventueel zelf een nieuwe veelvoudenpuzzel maken (***). Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

29 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE E TOEPASSINGEN De lln. leggen tangrampuzzels met zelf getekende stukken Tangram! Wat moet je doen? 1 3 Benieuwd of je een goeie architect zou zijn? Probeer maar eens heel nauwkeurig te meten. Bij deze opdracht maak je eerst zelf een tangram-puzzel om er daarna figuren mee te leggen. e Dik papier, een potlood en een gom e Een schaar en een meetlat e Een geodriehoek (om ervoor te zorgen dat je hoeken recht zijn!) e Kaartjes met voorbeelden om na te leggen Doe het zo! 1 Teken een vierkant van 1 op 1 cm op je papier. Benoem de hoekpunten zoals je hiernaast ziet. a Teken dan een diagonaal AD. b Verbind het midden van AC met het midden van CD en noem dit lijnstuk E. E ligt op AC en ligt op CD. c Verbind nu het midden van E met B. Noem het middelpunt van je vierkant G. Het midden van E noem je H. d Teken een loodrechte vanuit E op AD. e Verbind ten slotte H met het midden van GD. Je tangram is klaar! Ziet hij er net zo uit als op voorbeeld ➊? Knip dan alle stukken uit. 3 Probeer met de stukken een voorbeeldfiguur van een van de kaartjes na te leggen. De oplossing vind je op het flapje. Een tip: uit hoeveel kleine driehoekjes bestaat het grote vierkant, denk je? En de andere figuren? Kijk maar eens naar voorbeeld ➋. Corrigeer je werk Vergelijk je tangram telkens met het voorbeeld ➊ rechts. Kijk niet te snel naar de oplossing maar probeer goed zelf te zoeken. Klaar? Probeer eens zelf een paar nieuwe figuren uit te vinden. Je mag ze op een blad tekenen en daarna door een klasgenootje laten uitproberen. Voorbeeld: 1 A E H C 1 cm G A G C B D B D Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

30 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE E TOEPASSINGEN De lln. leggen tangrampuzzels met zelf getekende stukken. Tangram! Doel(en) e De leerlingen kunnen tot op een cm nauwkeurig meten. e Ze kunnen nauwkeurig tekenen. e Ze kunnen de schriftelijke instructies nauwgezet opvolgen. e Ze ontdekken delen in een geheel. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 0. Differentiatie Hulpkaart e Dik papier, een potlood en een gom e Een schaar en een meetlat e Een geodriehoek (om ervoor te zorgen dat de hoeken recht zijn!) e Kaartjes met voorbeelden om na te leggen: kopieerkaarten 60 t.e.m. 6. Je kunt ze best kopiëren op dik papier, dan uitknippen en dubbelvouwen met de oplossing naar achteren. Zie de aanduidingen op de kopieerkaarten: (**) of (***). Laat eventueel ruitjespapier gebruiken om de puzzel op te tekenen (*). Aanpak Zie Doe het zo! op keerzijde. Controle en verbetering Tips De leerling kan zichzelf bij het tekenen voortdurend controleren aan de hand van het voorbeeld. Bij het leggen van de tangrams vindt hij de oplossing op de ommezijde van het dubbelgevouwen blad. Leerlingen die moeilijk begrijpend lezen kun je met twee laten werken. Dan kan iemand voorlezen en iemand uitvoeren. Daarna kunnen ze wisselen Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

31 wiskunde E GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. berekenen de inkoopprijs, verkoopprijs, winst of verlies Winkeltijd! Wat moet je doen? 1 3 Tijd om naar de winkel te gaan! Leef je in je rol in en reken uit of de verkoper winst of verlies maakt. Doe het zo! 1 De materiaalmeester geeft ieder kind een blad met de rollenspellen. De kapitein geeft ieder kind van zijn groepje een letter (A, B of C). Zo weet je welke rol je moet spelen. A = de leerling met het hoogste klasnummer B = de leerling met het laagste klasnummer C = de leerling met het klasnummer tussen A en B 3 Het is nu tijd om naar de winkel te gaan Lees de opdracht op het blad. Voer de opdracht uit. Noteer allemaal de oplossingen op een apart blad. Corrigeer je werk Vraag de verbetersleutel aan je juf of meester. Een voorbeeld: Joepie! Ik kocht het boek voor 7. Ik verkocht het aan Sara voor 10. Nu heb ik 3 winst! Daar ga ik snoepjes mee kopen e Voor iedere leerling een blad met de rollenspellen e Pen en papier e De hulpkaart Winst en verlies Klaar? Ieder schrijft zelf een situatie op zijn blad. Speel de situaties na en vul het schema in. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

32 wiskunde E GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. berekenen de inkoopprijs, verkoopprijs, winst of verlies. Winkeltijd! Doel(en) e De leerlingen kennen de begrippen inkoopprijs, verkoopprijs, winst en verlies. e Ze kunnen de winst of het verlies berekenen. e Ze kunnen de prijs berekenen. e Ze zijn bereid samen te werken en zich aan de spelregels te houden. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr. 8. e Schrijfgerei e Werkblad met rollenspel: kopieerkaart. De eerste keer moet je die in drievoud kopiëren en best lamineren. e Verbetersleutel: kopieerkaart 3. De eerste keer moet je ze in drievoud kopiëren en best lamineren Differentiatie Je kunt de kinderen met een rekenmachine laten werken (*). Hulpkaart Wiskunde Winst of verlies Aanpak De leerlingen moeten winkelsituaties naspelen. Elk kind krijgt om de beurt de rol van fabrikant, winkelier en klant. Samen vullen ze het prijzenschema in en bepalen de winst of het verlies. Controle en verbetering Tips De kinderen verbeteren aan de hand van de verbetersleutel. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

33 wiskunde De lln. moeten logisch denken met lucifers. GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN E Nim-spelen Wat moet je doen? 1 3 Een Nim-spel is een spel waarbij twee spelers steeds één of meer lucifers moeten wegnemen. De speler die de laatste lucifer moet nemen is de verliezer. Goed nadenken is dus de boodschap! Doe het zo! 1 De materiaalmeester legt de 16 lucifers in een vierkant. Kijk goed naar het voorbeeld hiernaast. Wie vanaf nu het eerst jarig is begint. Neem een willekeurig aantal lucifers uit één rij of één kolom weg. 3 De volgende speler doet hetzelfde. Wie de laatste lucifer moet oprapen is verloren! Corrigeer je werk Zorg ervoor dat iedereen telkens 1 of meer lucifers uit dezelfde rij of dezelfde kolom neemt. Een voorbeeld: rij kolom e 16 lucifers Klaar? Als dit spel goed lukt, mag je een moeilijkere oefening aan de juf of meester gaan vragen. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

34 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN E 1 De lln. moeten logisch denken met lucifers. Nim-spelen Doel(en) Overzichtsblad e De leerlingen kunnen spelstappen vooruit denken. e Ze kunnen door te oefenen een tactiek bedenken om een spel altijd te winnen. Winst of verlies wordt bepaald door het aantal lucifers dat eerst wordt weggenomen. Leerinhouden wiskunde vijfde leerjaar. e 16 lucifers Differentiatie e Makkelijker (*): - Leg 50 lucifers op een rij in plaats van 16 in een vierkant. e Moeilijker (***): - Maak een rij van 5 lucifers en daaronder een rij van 8 lucifers. - Leg onder elkaar rijtjes lucifers van respectievelijk 1, 3, 5 en 7 lucifers (piramidevorm). Hulpkaart Aanpak Moedig de kinderen aan om te beginnen spelen zonder extra uitleg, dan worden de spelregels vanzelf duidelijk. Laat ze niet te snel overgaan naar een nieuw spel, want dan krijgen ze geen inzicht in het spel en kan er geen win-strategie uitgedacht worden. Moeilijke woorden: willekeurig, rij, kolom Controle en verbetering Tips De kinderen controleren elkaar. Op de volgende website zijn links te vinden naar gelijkaardige oefeningen die individueel uit te voeren zijn: Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 5de leerjaar wiskunde VAN IN 009

35 wiskunde De lln. vermenigvuldigen al cijferend kommagetallen. GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E 3 MEETKUNDE TOEPASSINGEN 5 30 Cijferslag Wat moet je doen? 1 3 Probeer als eerste de boten van je tegenstander te laten zinken! e roosters, voor elke leerling één e Kaartjes met kommagetallen e Pen en papier en een rood kleurpotlood e Een rekentoestel e Een ringmap Doe het zo! 1 Zet een ringmap tussen jullie beiden. Je mag elkaars rooster niet zien. De materiaalmeester legt de getallenkaarten op één stapel. 3 Elke speler tekent zijn vier boten op het blad met spelroosters. Speler 1 begint. Je moet de boten van je tegenspeler zoeken. Geef 1 coördinaat. Bv. D. 5 Speler vertelt of het schot raak is. Bv. D = BOEM of D = GEMIST. Bij een gemist schot neemt speler 1 een getalkaart. 6 Speler 1 duidt dit aan op het doelrooster. e De geraakte schoten BOEM = rode bol. e De gemiste schoten = kruisje (X). 7 Opgelet! Heb je twee getalkaarten? Dan moet je daarmee rekenen. Bereken het product door te cijferen! Gebruik een kladblad. e Bij een juiste uitkomst herbegin je bij stap. e Bij een verkeerde uitkomst ga je verder met stap 8. 8 Draai de rollen om. Speel zo verder tot de boten gezonken zijn. Corrigeer je werk Bij elke bewerking controleer je elkaar. De tegenstander lost de oefening op met het rekentoestel. Klaar? Steek je blad in je hoekenmap. Een voorbeeld: Deze boten moet je tekenen: - 1 slagschip van vakjes - 1 kruiser van 3 vakjes - 1 onderzeeër van vakjes - 1 mijnenveger van vakjes. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wiskunde VAN IN 009

36 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN E 3 MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. vermenigvuldigen al cijferend kommagetallen. Cijferslag Doel(en) e De leerlingen kunnen een kommagetal cijferend vermenigvuldigen met een kommagetal (max. 3 cijfers na de komma; product = max. 8 cijfers). e Ze kunnen een rekentoestel gebruiken. e Ze kunnen de heuristiek verwoorden. e Ze kunnen coördinaten aflezen en aanduiden. e Ze zijn bereid de spelregels na te leven. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nrs.: 19, 6. e Het spelrooster: kopieerkaart 1 (bij Bewerkingen ) (iedere keer voor elke speler kopiëren) e Getalkaarten: kopieerkaarten en 5 (de eerste keer kopiëren, best lamineren en verknippen) e Papier, schrijfgerei en een rood kleurpotlood e Een rekentoestel e Een ringmap Differentiatie Je kunt zwakkere kinderen laten coachen door een medeleerling (*). Hulpkaart Aanpak De leerlingen moeten kommagetallen cijferend vermenigvuldigen. Dit gebeurt d.m.v. het spel cijferslag (cf. Zeeslag ). Controle en verbetering Tips De leerlingen controleren elkaar bij elke bewerking m.b.v. een rekentoestel Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wiskunde VAN IN 009

37 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE E TOEPASSINGEN De lln. herkennen, benoemen en tekenen meetkundige begrippen GEOtekenspel Wat moet je doen? 1 3 Speel dit tekenspel. Raad welk meetkundig begrip je tegenspeler getekend heeft. e Een potlood, een geodriehoek, een passer, een gom en een lat e Blaadjes om op te tekenen e Een lijntjesblad voor de antwoorden e Kaartjes met meetkundige begrippen e De hulpkaart Meetkundige begrippen Doe het zo! 1 Leg de kaartjes met het beeld naar onderen op een stapeltje. De jongste begint: e Neem een kaart van de stapel. Ken je dit begrip niet? Kijk dan op de hulpkaart. e Teken het begrip dat op het kaartje staat. Let op: voor sommige begrippen mag je een schets tekenen, voor andere begrippen is nauwkeurig tekenen een noodzaak! e Klaar met tekenen? Toon je tekening. Tel luidop tot vijf. 3 De anderen raden welk begrip je getekend hebt en schrijven het op hun blad. Op tel 5 worden de uitkomsten gecontroleerd. e Juist: Schrijf een vinkje ( ) achter je antwoord. e out: Geen vinkje. Leg het kaartje opzij en speel verder in wijzerzin. De volgende wordt de tekenaar. Stop na 15 minuten. 5 Wie de meeste vinkjes naast de antwoorden heeft staan, is de winnaar. Corrigeer je werk Controleer bij elkaar of de antwoorden correct zijn. Klaar? eliciteer de winnaar en ruim het materiaal op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wiskunde VAN IN 009

38 wiskunde GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE E TOEPASSINGEN De lln. herkennen, benoemen en tekenen meetkundige begrippen. GEOtekenspel Doel(en) e De leerlingen kunnen meetkundige begrippen tekenen, herkennen en benoemen. e Ze kunnen een geschikt hulpmiddel kiezen bij een tekenopdracht. e Ze kunnen bepalen of een vlugge werkschets of een nauwkeurige tekening wenselijk is. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nrs. 7, 8, 9, 30, 31, 3, 37 en 0. e Een potlood, een geodriehoek, een passer, een gom, een lat e Blaadjes om op te tekenen e Een lijntjesblad voor de antwoorden e Kaartjes met meetkundige begrippen: kopieerkaarten 59 en 60 (de eerste keer kopiëren, lamineren en verknippen) Differentiatie Je kunt zwakkere kinderen in duo laten werken (*). Je kunt de kinderen de tijd geven om de begrippen eerst in te studeren a.d.h.v. de hulpkaart (*). Je kunt de kinderen een klokje geven om de teken- en raadtijd te beperken (**). Je kunt het aantal tekenkaartjes beperken of er een onderwerp uitnemen (bv. enkel de kaartjes i.v.m vierhoeken) (*). Hulpkaart Wiskunde 10 Meetkundige begrippen Aanpak De leerlingen spelen een tekenspel (cf. Pictionary). Ze tekenen meetkundige begrippen. Als de andere leerlingen het begrip juist geraden hebben, verdienen ze een vinkje. Controle en verbetering Gebruik deze opdracht best als alle leerstof van meetkunde gegeven is. Check welke begrippen jouw leerlingen geleerd hebben. Tips De leerlingen controleren de antwoorden van de medespelers. Ze kunnen ook de hulpkaart gebruiken bij twijfel Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wiskunde VAN IN 009

39 wiskunde E GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. berekenen de oppervlakte van een balk, kubus en cilinder Professor Superficie Wat moet je doen? 1 3 Je bent professor en moet de formules voor de berekening van de oppervlakte van ruimtefguren ontdekken door de ruimtefguren te ontmantelen! e Een kubus, een balk en een cilinder e Potlood en blanco papier e Kleurpotloden e Ruitjespapier e De hulpkaart Oppervlakte van kubus, cilinder en balk Doe het zo! 1 Neem de balk en teken alle vlakken over op het blad papier. (Ga er rond zoals je vroeger de omtrek van je hand wel eens tekende.) Zijn er vlakken die er precies hetzelfde uitzien? Kleur ze in dezelfde kleur. 3 Schrijf de naam van de verschillende fguren (één naam per kleur) die je ziet op je ruitjespapier (rechthoek, parallellogram, ruit enz.). Bereken van deze fguren de oppervlakte. Vermenigvuldig deze oppervlakken nu met het aantal vlakken dat je gekleurd hebt. 5 Tel de resultaten van stap bij elkaar op. Dat is de totale oppervlakte! 6 Schrijf nu zelf de formule voor de oppervlakte van deze balk. 7 Doe hetzelfde voor de oppervlakte van de kubus en de cilinder. Corrigeer je werk Vraag een verbetersleutel aan je juf of meester en vergelijk met jouw oplossingen. Klaar? Vraag even aan je juf of meester wat je met je blaadjes moet doen. Schrijf er zeker al je naam op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wiskunde VAN IN 009

40 wiskunde E GETALLENKENNIS BEWERKINGEN MEETKUNDE TOEPASSINGEN De lln. berekenen de oppervlakte van een balk, kubus en cilinder. Professor Superfcie Doel(en) e De leerlingen kunnen de oppervlakte van een kubus, balk of cilinder berekenen. e Ze komen door het nauwkeurig uitvoeren van de opdracht zelf tot de formules voor de oppervlakteberekening van de kubus, balk of cilinder. Overzichtsblad Leerinhouden wiskunde nr.. e Een kubus, een balk en een cilinder (liefst een balk die is opgebouwd uit van elkaar verschillende rechthoeken) e Potlood en blanco papier e Kleurpotloden e Ruitjespapier Differentiatie De leerlingen kunnen zelf de formules voor de berekening van rechthoek, cirkel en vierkant opzoeken. Maak eventueel een heterogeen groepje om deze opdracht uit te voeren. Hulpkaart Aanpak Controle en verbetering Tips Wiskunde 3 De oppervlakte van een kubus, cilinder en balk Zie Doe het zo! op keerzijde. Het is belangrijk dat de leerlingen de ruimtefguren kubus, cilinder en balk kunnen benoemen en dat ze de berekening voor de oppervlakte van de cirkel, de rechthoek en het vierkant ergens kunnen opzoeken. Hier moet je zelf een verbetersleutel maken aan de hand van de ruimtefguren die je de kinderen aanbiedt. Je kunt ook een werkblad met de juiste (niet uitgerekende) formules aanbieden aan de leerlingen, om meer structuur te geven. Laat de kinderen de hulpkaart gebruiken die hoort bij de oppervlakteberekening van cirkel, rechthoek en vierkant (hulpkaart Wiskunde 1 Oppervlakte, omtrek, volume). Extra inoefening vind je terug bij opdracht Metend rekenen 7: Oppervlaktes berekenen Deze fiche hoort bij de Hoekenbox 6de leerjaar wiskunde VAN IN 009