Brandbeveiligingsconcept

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Brandbeveiligingsconcept"

Transcriptie

1 BRANDBEVEILIGINGS- CONCEPT In t Hart van de Bouw

2 Brandbeveiligingsconcept Parkeergarage s-hertogenbosch Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello B.V. Postbus AB TWELLO (0571) Vertegenwoordigd door: de heer N. Lewis Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Vestiging Zwolle Postbus DC Zwolle T zwolle@nieman.nl Uitgevoerd door: ing. H.L. de Witte ir. R.A.P. van Herpen Referentie: Wz110576aaA0.sbr Status: definitief Datum: 30 oktober 2013

3 Samenvatting Nieman Raadgevende Ingenieurs heeft een brandbeveiligingsconcept opgesteld voor een nieuw te bouwen parkeergarage P&R te s-hertogenbosch, in opdracht van Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello B.V. Uitgangspunten Het project betreft een parkeergarage van twee bouwlagen hoog. De parkeergarage omvat twee bouwlagen. De onderste laag ligt verdiept op mm onder maaiveld en wordt op de assen A en 1 (deels) begrensd door een dichte borstwering. Het bovenste dek ligt een halve verdieping boven maaiveld. De gebruiksoppervlakte van de parkeergarage bedraagt circa m² per laag en de parkeergarage biedt plaats aan ruim 800 auto s. De gevels rondom de parkeergarage worden voorzien van wapeningsnetten (onderste parkeerlaag) en dichte gevelpanelen (borstwering bovenste parkeerlaag). Op diverse plaatsen worden de wapeningsnetten voorzien van begroeiing. Bij de bouw van de parkeergarage wordt langs een gedeelte van de achtergevel een geluidscherm geplaatst. Toetskader De parkeergarage dient te voldoen aan Bouwbesluit Voor een aantal aspecten voldoet de garage niet rechtstreeks aan de prestatie-eisen van Bouwbesluit Voor deze aspecten is beoordeeld of sprake is van gelijkwaardigheid. Gebruiksventilatie conform NEN 2443 NEN 2443:2000 Parkeren en stallen van personenauto s op terreinen en in garages, is toegepast om te beoordelen of de garage voldoende open is ten aanzien van gebruiksventilatie. Uit de resultaten van het luchtstroommodel (paragraaf 3.5) volgt dat de gevels een openheid van ten minste 58% moeten bezitten. Conform NEN 2443 is in de gebruikssituatie dan geen mechanische ventilatie vereist. Om de slagingskans van een effectieve brandweerinzet te vergroten wordt in de gevels van laag -1 een grotere openheid dan 58% gerealiseerd (zie ook paragraaf 4.1). Met de in bijlage 1 opgenomen gevelindeling is de openheid van de gevels toegenomen tot 75%. Dit betekent een toename van 17% ten opzichte van benodigd. Om de openheid van de begroeide gevels te kunnen garanderen, wordt een 10 jarig onderhoudscontract afgesloten. Naast de realisatie van de garage zal Aan de Stegge ook de komende 10 jaar het onderhoud gaan verzorgen. In bijlage 6 is een onderbouwing van het onderhoudscontract opgenomen. Daarnaast is in bijlage 6 een brief van de NS opgenomen waaruit blijkt dat ook na de periode van 10 jaar het onderhoud is gegarandeerd. Om lokale verontreinigingen in de parkeergarage ter plaatse van de gesloten achtergevel door met name LPG te voorkomen, moeten de auto s met LPG zoveel mogelijk op de parkeergarage geparkeerd worden. Bij de ingang van de parkeergarage en bij de hellingbaan naar de onderste laag worden en opgehangen die LPG auto s naar boven sturen. In de kelder worden ter plaatse van de parkeervakken achter de dichte Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 3

4 gevel verbodsborden opgehangen voor auto s met LPG. De strook met verbodsborden wordt tot minimaal 3 parkeervakken voorbij de dichte gevel doorgetrokken. Brandbeheersing en brandweerinzet Volgens het Bouwbesluit mag de omvang van brandcompartimenten maximaal m² bedragen. De parkeergarage is groter dan m 2 en wordt niet nader onderverdeeld in brandcompartimenten. Dit is mogelijk, omdat voor een parkeergarage kan worden uitgegaan van een autobrandscenario, een scenario waarbij ervan wordt uitgegaan dat de brand zich langzaam voortplant door de garage waarbij een beperkt aantal auto s gelijktijdig in brand zullen staan. In een natuurlijk geventileerde parkeergarage kan rookverspreiding in de garage echter niet worden beheerst. Dit betekent dat een effectieve binnenaanval door de brandweer niet gegarandeerd kan worden (zie voor een nadere toelichting hoofdstuk 4). Een effectieve binnenaanval is bij een dergelijke garage onder andere sterkafhankelijk van de geometrie van de garage, de openheid van de gevels en de optredende windcondities. Wanneer persoonlijke veiligheid van gebouwgebruikers (vluchtveiligheid) en buurpercelen geen schaderisico lopen, is een offensieve brandweerinzet in het compartiment conform de publiekrechtelijke regelgeving niet noodzakelijk, maar kan met een defensieve brandweerinzet of een inzet van buitenaf worden volstaan. Echter tijdens de bespreking op 13 september 2013 heeft de gemeente Den Bosch aangegeven dat het college een dergelijk scenario en bijbehorende gevolgen zoveel mogelijk wil voorkomen. Een offensieve brandweerinzet in het compartiment kan bij natuurlijke ventilatie dan wel niet worden gegarandeerd, de slagingskans van een effectieve brandweerinzet kan wel worden vergroot door het toepassen van aanvullende voorzieningen. Tijdens de bespreking zijn de volgende aanvullende voorzieningen afgesproken: Meer ventilatieopenheid in de gevel dan noodzakelijk vanuit de gebruiksventilatie (paragraaf en paragraaf 4.2) Betere garantie van de brandmelding (paragraaf 4.3) Nadere onderbouwing constructie om bezwijken te voorkomen (paragraaf en paragraaf 5.5) Mogelijkheden voor de brandweerinzet verbeteren (paragraaf 4.5) Thermische belasting op draagconstructies De draagconstructie van de garage is van staal. Een stalen draagconstructie is niet 60 minuten brandwerend conform de standaard brandkromme. De thermische belasting bij een autobrandscenario wijkt echter af van de standaard brandkromme. Er is onderzocht of de constructie hiertegen bestand is. Er zijn berekeningen uitgevoerd waarmee de lokale thermische belasting op de constructies ter plaatse van de brandhaard is bepaald. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 4

5 Met Computional Fluid Dynamics (CFD) berekeningen is de lokale thermische belasting ten gevolge van convectie en straling op een maatgevende ligger en kolom in het midden van de parkeergarage en een maatgevende ligger en kolom in de gevel van de parkeergarage beoordeeld. Omdat het om de lokale belasting gaat (de brand blijft lokaal), zijn deze berekeningen uitgevoerd voor een beperkt deel van de parkeergarage. Met thermodynamische berekeningen (Voltra) is vervolgens de thermische respons (staaltemperatuur) van de stalen liggers en de kolommen berekend, rekening houdend met de warmteaccumulatie in de staalprofielen. Uit deze gecombineerde berekeningen, volgt de maximale staaltemperatuur in de staalconstructie-onderdelen. Uit tabel 3 blijkt dat de thermische respons lager is dan de kritieke staaltemperatuur in de rapportage Hoofdberekeningen staalconstructie van JVZ van 27 september Dit betekent dat de staalprofielen niet brandwerend bekleed hoeven te worden. Daarnaast blijkt uit paragraaf 5.5 dat er voldoende marges aanwezig zijn in deze constructieve beoordeling. Op basis van het in dit rapport uitgevoerde onderzoek kan worden geconcludeerd dat de constructie bij brand in de parkeergarage niet zal bezwijken. Dit betekent dat een brandweerinzet in het compartiment gedurende het brandscenario vanuit constructieve veiligheid tot de mogelijkheden behoort. Overige aandachtspunten In de parkeergarage wordt een automatische brandmeldinstallatie met doormelding toegepast. De onderbouwing hiervoor is opgenomen in paragraaf 4.3 en 6.3. In de garage dient vluchtrouteaanduiding aangebracht te worden. In de garage wordt noodverlichting aangebracht. Daarnaast worden in de garage en ter plaatse van de trappenhuizen draagbare blustoestellen aangebracht. De onderbouwing hiervoor is opgenomen in paragraaf 6.3. Op de plattegronden in bijlage 1 zijn de bluswatervoorzieningen en de opstelplaatsen voor de bandweervoertuigen aangegeven. Hierbij is rekening gehouden met een calamiteit in de parkeergarage en calamiteiten op het spoor. Zwolle, 30 oktober 2013 Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. ing. H.L. de Witte ir. R.A.P. van Herpen Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 5

6 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 8 Hoofdstuk 2 Toetskader Bouwbesluit Gebruiksventilatie Brandbeheersing Brandwerendheid met betrekking tot bezwijken 11 Hoofdstuk 3 Gebruiksventilatie Geometrie en gebruik Uitgangspunten gevels Berekening ventilatiebehoefte Voorzieningen natuurlijke ventilatie volgens het Bouwbesluit Voorzieningen natuurlijke ventilatie volgens luchtstroommodel 15 Hoofdstuk 4 Brandbeheersing Effectieve brandweerinzet Vergroten openheid gevel Betere garantie brandmelding Nadere onderbouwing constructie om bezwijken te voorkomen Mogelijkheden brandweerinzet verbeteren 20 Hoofdstuk 5 Brandwerendheid draagconstructie Werkwijze Uitgangspunten en randvoorwaarden thermische belasting Fire Dynamics Simulator Brandscenario Berekende situatie CFD-model Materiaaleigenschappen Rekenresultaten thermische belasting Uitgangspunten en randvoorwaarden thermische belasting Voltra Overige uitgangspunten en randvoorwaarden Rekenresultaten Thermodynamisch computermodel 28 Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 6

7 5.6 Conclusie constructieve beoordeling 30 Hoofdstuk 6 Overige brandveiligheidsaspecten Brandbeheersing Veilig vluchten Brandbeveiligingsinstallaties 33 Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 7

8 Hoofdstuk 1 Inleiding Voor het project Parkeergarage s-hertogenbosch heeft Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. een beoordeling verricht naar de benodigde voorzieningen ten aanzien van brandveiligheid en ventiliatie. Hiervoor is door de heer N. Lewis namens Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello B.V opdracht verleend. In dit rapport zijn de resultaten van de beoordeling weergegeven. Naar aanleiding van de vergunningsaanvraag en het advies van de brandweer Brabant-noord heeft een bespreking met de gemeente Den Bosch en de brandweer over de rapportage plaatsgevonden op 13 september In bijlage 2 is het bespreekverslag opgenomen. In dit bespreekverslag is aangegeven op welke punten de rapportage aangepast/aangevuld dient te worden. De voorliggende rapportage betreft de aangepaste rapportage en vervangt de rapportage van 25 juni Projectomschrijving Het project betreft een parkeergarage van twee bouwlagen hoog. De onderste laag ligt verdiept op mm onder maaiveld. De garage is 315 meter lang en wordt langs het spoor gesitueerd. Bij de bouw van de garage wordt langs een deel van de garage een geluidsscherm geplaatst. Mogelijk wordt in de toekomst ook langs de rest van de garage een scherm geplaatst. In dit rapport is hiermee echter geen rekening gehouden. De garage is geschikt voor ruim 800 auto s. De garage is groter dan m 2 beoordeeld worden of sprake is van een gelijkwaardige situatie. en wordt niet ingedeeld in brandcompartimenten. Hiervoor zal Er is beoordeeld of met natuurlijke ventilatie voldoende gebruiksventilatie plaatsvindt. Daarnaast zijn in overleg met de brandweer aanvullende voorzieningen bepaald, zodat met deze ventilatie ook sprake is van een voldoende brandveilige situatie. De parkeergarage is opgebouwd uit een stalen draagconstructie (stalen kolommen en liggers). De staalconstructie wordt in beginsel niet brandwerend bekleed. Aan de hand van de berekeningen met rekenmodellen, is bepaald of de garage zonder brandwerende voorzieningen bestand is tegen bezwijken bij de maximale thermische belasting van een autobrandscenario op één parkeerlaag. Daarnaast is de parkeergarage getoetst aan de brandveiligheidsaspecten uit het Bouwbesluit, zoals loopafstanden en de benodigde brandveiligheidsinstallaties. In dit rapport is gebruik gemaakt van de tekeningen van Aan de Stegge / MH1 Architecten van 24 oktober De relevante tekeningen zijn opgenomen in bijlage 1. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 8

9 Hoofdstuk 2 Toetskader 2.1 Bouwbesluit Het Bouwbesluit bevat onder andere voorschriften over het (ver)bouwen en slopen van bouwwerken en over de staat en het gebruik van bestaande bouwwerken. Bij de verwijzing naar het Bouwbesluit wordt bedoeld het Bouwbesluit 2012 inclusief de wijzigingen die per 1 maart 2013 van kracht is geworden. In dit rapport wordt overigens alleen ingegaan op de eisen die in hoofdstuk 2 (veiligheid) en 6 (installaties) van het Bouwbesluit worden gesteld ten aanzien van de brandveiligheid van een gebouw Gebruiksventilatie Toetskader gebruiksventilatie Het Bouwbesluit eist voor ruimten voor het stallen van motorvoertuigen een minimale ventilatie van 3 dm 3 /s/m 2, te bepalen met NEN Deze eis is echter niet afgestemd op de daadwerkelijke verontreinigingen die in een garage plaatsvinden. Om die reden is de benodigde gebruiksventilatie beoordeeld op basis van NEN 2443:2000 die de benodigde voorzieningen wel beoordeeld aan de hand van het daadwerkelijke gebruik. In deze rapportage wordt uitgegaan van NEN 2443:2000. Sinds maart 2013 is ook NEN 2443:2012 beschikbaar. In het PVE van de opdrachtgever is aangegeven dat de versie van 2000 gehanteerd dient te worden. In deze rapportage wordt daarom uitgegaan van deze versie. Tijdens de bespreking is het toepassen van de versie van 2000 goedgekeurd. Gelijkwaardigheid gebruiksventilatie De Nederlandse norm NEN 2443:2000, Parkeren en stallen van personenauto's op terreinen en in garages, geeft functionele eisen en prestatie-eisen voor de ventilatievoorzieningen die nodig zijn voor parkeerterreinen en parkeer- en stallinggarages voor personenauto's. In de norm NEN 2443 worden de voorwaarden gegeven, waarmee uit kan worden gegaan van een natuurlijk geventileerde garage. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan, is mechanische ventilatie niet noodzakelijk. De parkeergarage voldoet echter niet rechtstreeks aan de voorwaarden die NEN 2443:2000 stelt aan garages die natuurlijk geventileerd kunnen worden. Bij de bouw van de garage wordt langs een deel van de achtergevel een geluidsscherm geplaatst. Het geluidscherm is op diverse plaatsen minder dan 5 m van de achtergevel van de parkeergarage gelegen en vormt daarmee een belemmering voor de ventilatie van de onderste parkeerlaag. Met de bouwkundige randvoorwaarden uit NEN 2443 wordt echter geen beeld verkregen van de daadwerkelijk optredende verontreinigingen en het benodigde ventilatiedebiet. De vereiste openheid van de gevels moet dus bepaald worden op basis van het daadwerkelijke gebruik. NEN 2443 biedt naast de randvoorwaarden een realistische bepalingsmethode voor de benodigde ventilatiecapaciteit, gebaseerd op Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 9

10 de toelaatbare CO-verontreinigingen in de parkeergarage en het daadwerkelijke gebruik van de parkeergarage. Met behulp van een luchtstroommodel en daarbij behorende uitgangspunten is vervolgens bepaald met welke openheid van de gevels de benodigde ventilatiecapaciteit kan worden gerealiseerd (zie hoofdstuk 3) Brandbeheersing Toetskader brandbeheersing Volgens het Bouwbesluit mag een brandcompartiment in een overige gebruiksfunctie voor het stallen van motorvoertuigen niet groter zijn dan m 2. Uitgaande van een volledig ontwikkelde brand wordt deze grenswaarde in het Bouwbesluit gehanteerd om voldoende brandbeheersing te kunnen garanderen. Dit is de stationaire situatie die uitgaat van het maximale branduitbreidingsgebied (eindsituatie, gehele compartiment in brand). Ook de in het Bouwbesluit aangewezen bepalingsmethoden met betrekking tot brandveiligheid gaan hiervan uit. Gelijkwaardigheid brandbeheersing Door een beroep te doen op artikel 1.3 van het Bouwbesluit (gelijkwaardige oplossing) is het mogelijk voor brandbeheersing af te wijken van de maximale brandcompartimentsgrootte van m² door het realiseren van een situatie met een gelijke mate van veiligheid. De maximale omvang van m² die het Bouwbesluit eist, is gebaseerd op het beheersbaar houden van een volledig ontwikkelde brand (brand ter grootte van het gehele compartiment). In deze parkeergarage wordt de stationaire eindsituatie van een compartimentbrand niet bereikt. Testen en statistisch onderzoek hebben aangetoond dat de maximale brandomvang een beperkt aantal auto s bedraagt. Het vermogen van een autobrand is relatief hoog, maar de brandduur is daarentegen kort. In dit brandscenario kan de autobrand nog wel naar de ernaast geparkeerde auto s overslaan, maar is uitgedoofd voordat de brand van hieruit naar de volgende auto overslaat. Op deze wijze ontstaat een zich voortplantende brand door de parkeergarage. Het is in Nederland gebruikelijk om ervan uit te gaan dat de brandweer bij brand in de parkeergarage een effectieve binnenaanval doet, zodat de schade beperkt blijft. In een natuurlijk geventileerde parkeergarage kan rookverspreiding in de garage echter niet worden beheerst. Dit betekent dat een effectieve binnenaanval door de brandweer niet gegarandeerd kan worden (zie voor een nadere toelichting hoofdstuk 4). Een effectieve binnenaanval is bij een dergelijke garage onder andere sterkafhankelijk van de geometrie van de garage, de openheid van de gevels en de optredende windcondities. Overigens kan een dergelijke binnenaanval in geen enkel gebouw zonder adequate brandof rookbeheersingssystemen worden gegarandeerd. Ook niet in gebouwen met maximale brandcompartimenten van m 2. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 10

11 Wanneer persoonlijke veiligheid van gebouwgebruikers (vluchtveiligheid) en buurpercelen geen schaderisico lopen, is een offensieve brandweerinzet in het compartiment conform de publiekrechtelijke regelgeving niet noodzakelijk, maar kan met een defensieve brandweerinzet of een inzet van buitenaf worden volstaan. Echter tijdens de bespreking op 13 september 2013 heeft de gemeente Den Bosch aangegeven dat het college een dergelijk scenario en bijbehorende gevolgen zoveel mogelijk wil voorkomen. Een offensieve brandweerinzet in het compartiment kan bij natuurlijke ventilatie dan wel niet worden gegarandeerd, de slagingskans van een effectieve brandweerinzet kan wel worden vergroot door het toepassen van aanvullende voorzieningen. Tijdens de bespreking zijn de volgende aanvullende voorzieningen afgesproken: Meer ventilatieopenheid in de gevel dan noodzakelijk vanuit de gebruiksventilatie (paragraaf en paragraaf 4.2) Betere garantie van de brandmelding (paragraaf 4.3) Nadere onderbouwing constructie om bezwijken te voorkomen (paragraaf en paragraaf 5.5) Mogelijkheden voor de brandweerinzet verbeteren (paragraaf 4.5) Brandwerendheid met betrekking tot bezwijken Toetskader brandwerendheid m.b.t. bezwijken In deze parkeergarage ligt geen vloer boven 5 m boven meetniveau. Vanuit het Bouwbesluit wordt er dan ook geen eis gesteld aan de brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van de draagconstructie. Echter voor parkeergarages wordt uit het oogpunt van schadebeheersing, ervan uitgegaan dat de brandweer na arriveren de garage zal betreden om de brand te blussen. Uit de voorgaande paragraaf blijkt dat een dergelijke inzet bij natuurlijk geventileerde parkeergarage niet gegarandeerd kan worden. Echter om een eventuele offensieve inzet in het brandcompartiment toch mogelijk te maken, dient de draagconstructie gedurende minimaal 60 minuten bestand te zijn tegen bezwijken bij brand. Zowel de TT-vloeren als de stalen liggers en kolommen dienen derhalve gedurende 60 minuten bestand te zijn tegen de thermische belasting ten gevolge van brand. Voor de TT-vloeren is door de leverancier aangegeven dat deze 60 minuten brandwerend zijn. In bijlage 3 is het schrijven van de leverancier opgenomen. Nadere onderbouwing door leverancier. Gelijkwaardigheid brandwerendheid m.b.t. bezwijken In zowel de Europese als de nationale regelgevingen wordt voor de thermische belasting bij brand uitgegaan van eenvoudige brandmodellen op basis van nominale temperatuur/tijd-krommen (zie onder andere EN ; figuur 1). Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 11

12 temperature [C] Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. Nominal temperature-time curves 1400,0 1200,0 1000,0 800,0 600,0 400,0 200,0 0, time [min] standard curve external curve hydrocarbon curve Figuur 1: Nominale temperatuur/tijd-krommen volgens EN Bezwijkgedrag bij brand van stalen constructieonderdelen wordt beoordeeld op basis van de standaard brandkromme (middelste lijn in figuur 1). Op basis van deze standaard brandkromme zijn onbeklede stalen constructies maximaal 30 minuten brandwerend. De temperatuur/tijd-kromme is echter een afgeleide van het brandscenario dat in de brandruimte kan optreden. Het vermogensscenario van een natuurlijke brand leidt daarom tot een fysisch meer realistische beschouwing. Met een hierop gebaseerd fysisch brandmodel worden dus realistischer uitkomsten verkregen. De regelgeving staat toepassing van een dergelijk geavanceerd brandmodel toe (zie onder andere EN ). Het autobrandscenario (figuur 3 in hoofdstuk 5) is hierin een belangrijke parameter, naast de eigenschappen (geometrie, materialisering en openingen) van de brandruimte. Wanneer bij dit autobrandscenario blijkt dat de thermische belastingen in de draagstructuur niet leiden tot overschrijding van de kritieke staaltemperatuur blijft de draagstructuur in stand. Wanneer echter de kritieke staaltemperatuur wordt overschreden zijn maatregelen noodzakelijk om de draagstructuur in stand te houden. Deze maatregelen kunnen bestaan uit: Overdimensioneren van de draagconstructie (grotere profieldoorsnede). Bekleden van de draagconstructie (met brandwerend plaatmateriaal of brandwerende coating). Door JVZ Raadgevend Ingenieursburo zijn projectspecifieke berekeningen gemaakt van de kritieke staaltemperaturen, om te beoordelen of de staalconstructie onbekleed kan blijven. Deze berekeningen zijn opgenomen in de rapportage Hoofdberekeningen staalconstructie van JVZ van 27 september Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 12

13 Hoofdstuk 3 Gebruiksventilatie 3.1 Geometrie en gebruik De geometrie van de parkeergarage is weergegeven in figuur 2. De parkeergarage bestaat uit twee bouwlagen. De bovenste laag (parkeerdek) is geheel in de buitenlucht gelegen. De garage heeft een gebruiksoppervlakte van circa m 2. In totaal bevat de garage inclusief de parkeerplaatsen op de parkeergarage en op het parkeerterrein, 814 parkeerplaatsen. Figuur 2: Geometrie parkeergarage Tabel 1 toont de uitgangspunten ten aanzien van het gebruik van het deel van de garage onder de parkeergarage. Tabel 1: Uitgangspunten gebruik Grootheid Eenheid Garage (kelder) Capaciteit [auto s] 356 Bezettingsfrequentie [1/dag] 1,25 Gemiddeld afgelegde weg per auto [m] 485 Oponthoud per auto [min] Uitgangspunten gevels De gevels van de parkeergarage worden, afgezien van de achtergevel grenzend aan het geluidscherm, voorzien van wapeningsnetten. Het percentage wapeningsnetten bedraagt 15% ten opzichte van een 100% open gevel (openheid 85%). Ter plaatse van een deel van de gevel worden deze wapeningsnetten voorzien van begroeiing. Op de tekeningen in bijlage 1 is deze verdeling aangegeven. In paragraaf 3.5 is voor de gevels de minimaal benodigde openheid bepaald. Met deze minimaal benodigde openheid is er sprake van een voldoende mate van ventilatie die is afgestemd op het daadwerkelijke gebruik van de parkeergarage. Het deel van de achtergevel (as 43 49) dat op minder dan 5 m van het geluidscherm is gelegen, is niet meegenomen in de beoordeling van de gebruiksventilatie. NEN 2443 geeft aan dat deze delen pas als open mogen worden beschouwd als de afstand tot de belendende bebouwing ten minste 5 m bedraagt. Het niet meenemen van deze openingen is een conservatief uitgangspunt. Ter plaatse van deze openingen zal wel degelijk sprake zijn van ventilatie, echter het geluidscherm zal voor een extra belemmering (weerstand) zorgen. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 13

14 3.3 Berekening ventilatiebehoefte Voor de inrichting en dimensionering van ventilatievoorzieningen worden in NEN 2443:2000 richtlijnen gegeven. Met deze richtlijnen kan een realistische ventilatiecapaciteit op basis van werkelijke verontreinigingen bepaald worden. Vanwege de gezondheidseffecten van blootstelling aan kortdurende hoge concentraties is de koolmonoxideverontreiniging in de garage maatgevend. De bepalingsmethode van NEN 2443:2000 (een stationaire berekening geformuleerd in de toelichting bij paragraaf van de norm) geeft de benodigde ventilatiecapaciteit om aan de gestelde maximale CO-concentratie van de binnenlucht (half-uur-gemiddelde waarde) te voldoen. In de bepaling wordt rekening gehouden met de CO-concentratie van de toegevoerde lucht (achtergrondconcentratie, half-uurgemiddelde waarde) en de koolmonoxideproductie door de auto s. Met de invoering van de nieuwe Wet Luchtkwaliteit (per 15 november 2007) is de definitie van de achtergrondconcentratie gewijzigd (8-uur-gemiddelde waarde) waardoor de bepalingsmethode voor de ventilatiecapaciteit conform NEN 2443 niet meer rechtstreeks gebruikt kan worden. Om toch het benodigde ventilatiedebiet op basis van realistische verontreinigingen vast te kunnen stellen is de berekening herschreven naar het uitgangspunt van 8-uur-gemiddelde waarden. Voor de binnenluchtconcentratie wordt een eis gesteld aan de 8-uur-gemiddelde waarde uit de Arbeidsomstandighedenregeling. Er worden geen eisen meer gesteld aan de half-uur-gemiddelde waarde. Het benodigde ventilatiedebiet op basis van werkelijke verontreinigingen volgt nu uit formule: np q TGG co 10 8uur 6 C a waarin: q n P co TGG 8 uur C a = het ventilatieluchtdebiet, in m³/h = het aantal auto s dat gedurende een tijdsduur van een uur in de garage met draaiende motor (stilstaand en rijdend) aanwezig is = de gemiddelde koolmonoxideproductie van een draaiende motor (P co = 0,35 m³/h), in m³/h = de maximale gemiddelde binnenluchtconcentratie van CO gedurende 8 uur, in ppm = TGG-grenswaarde volgens Arbeidsomstandighedenregeling van 25 ppm (ofwel 29 mg/m 3 ) = de maximale gemiddelde buitenluchtconcentratie van CO gedurende 8 uur, in ppm Het landelijk gemiddelde van de achtergrondconcentratie bedraagt circa 2 ppm. In de berekening van de ventilatiebehoefte wordt uitgegaan van een mogelijke langdurende piek van 3 ppm. Dit is een conservatief uitgangspunt. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 14

15 De ventilatiebehoefte van de parkeergarage is bepaald op basis van de uitgangspunten uit tabel 1 en de bepalingsmethode uit NEN In bijlage 4 zijn uitgebreide rekenresultaten opgenomen. Uit de resultaten blijkt dat de ventilatiebehoefte m³/h bedraagt. Er geldt ook een ventilatiebehoefte conform het Bouwbesluit Voor een stallingsruimte voor motorvoertuigen geldt een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 3 dm 3 /s per m 2 vloeroppervlakte van die ruimte. Uitgaande van een vloeroppervlak van ongeveer m 2 betekent dit een ventilatiebehoefte van m 3 /h. 3.4 Voorzieningen natuurlijke ventilatie volgens het Bouwbesluit De door het bouwbesluit voorgeschreven bepalingsmethode voor de ventilatiecapaciteit van stallingsruimten is normblad NEN 1087 (Ventilatie van gebouwen). De capaciteit wordt bepaald met behulp van onderstaande formule. Deze rekenregel impliceert de volgende randvoorwaarden: een temperatuurverschil van 5 K; een meteorologische windsnelheid van 5 m/s (jaargemiddelde). q A v netto v1000 [2] waarin: q v = luchtvolumestroom door de voorziening, in dm³/s A netto = netto-oppervlakte van de opening, in m² v = luchtsnelheid in de opening, in m/s Op basis van de ventilatiebehoefte en bovenstaande formule kan de minimaal vereiste nettodoorstroomoppervlakte van de ventilatie openingen worden bepaald, die op basis van het Bouwbesluit noodzakelijk zijn. Hierbij is uitgegaan van dwarsventilatie via de voor- en achtergevel. Bij de ventilatiebehoefte van m 3 /h bedraagt de netto-doorstroom oppervlakte per gevel 9,12 m 2. Door de zeer gunstige randvoorwaarden is deze netto-doorstroom oppervlakte onrealistisch klein. Om voldoende ventilatie via de gevels te kunnen realiseren is een verdergaande mate van openheid noodzakelijk. In paragraaf 3.5 wordt de openheid van de gevel bepaald op basis van het gebruik van de garage en een bepalingsmethode met realistische randvoorwaarden. Dit leidt tot een grotere openheid van de gevel dan het Bouwbesluit vereist. De benodigde openheid conform het Bouwbesluit is dus niet maatgevend. 3.5 Voorzieningen natuurlijke ventilatie volgens luchtstroommodel Met een luchtstroommodel kunnen de benodigde gevelopeningen met realistische uitgangspunten worden berekend. In dit project is gerekend met windstil weer en 2 K temperatuurverschil tussen binnen en Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 15

16 buiten. De parkeergarage is ingevoerd in een luchtstroommodel, dat is opgebouwd conform internationale toegepaste luchtstroomvergelijkingen en overeenkomt met de Guide to Energy-Efficient Ventilation (AIVC, 1996). Met dit luchtstroommodel wordt de ventilatiecapaciteit bepaald bij de gegeven openingen onder invloed van een temperatuurverschil tussen de garage en buiten. Het betreft een stationair model waarbij de bufferwerking niet is meegenomen. Dit is zowel thermisch als opties een conservatief uitgangspunt. Vervolgens wordt daarbij uitgegaan van windstil weer. Ook dit is een conservatief uitgangspunt aangezien windstil weer slecht in 2% van de gevallen voorkomt. In de berekeningen wordt voor de stromingscoëfficiënt van de openingen rekening gehouden met een waarde van 0,6. Deze waarde representeert kleine openingen en grote kieren en naden. De berekening en de verantwoording van het luchtstroommodel zijn opgenomen in bijlage 5. Uit het luchtstroommodel volgt dat de gevels van laag -1 een openheid van ten minste 58% moeten bezitten. De aanwezige ventilatiecapaciteit ( m 3 /h) is groter dan de benodigde ventilatiecapaciteit ( m 3 /h). Conform NEN 2443 is in de gebruikssituatie dan geen mechanische ventilatie vereist. Om de slagingskans van een effectieve brandweerinzet te vergroten wordt in de gevels van laag -1 een grotere openheid dan 58% gerealiseerd (zie ook paragraaf 4.1). Uit de bijgevoegde geveltekeningen en de onderbouwing van het onderhoudscontract blijkt dat in alle gevels van laag -1 een groot deel van de wapeningsnetten onbegroeid wordt uitgevoerd: In de voorgevel wordt ongeveer 72% van de gevellengte voorzien van onbegroeide wapeningsnetten; In de achtergevel worden alle wapeningsnetten onbegroeid uitgevoerd; In de zijgevels worden alle wapeningsnetten onbegroeid uitgevoerd. Op basis van bovenstaande gevelindeling is met het luchtstroommodel tevens de werkelijk aanwezige ventilatiecapaciteit bepaald. Hierbij wordt voor de begroeide delen als uitgangspunt gehanteerd dat geen ventilatie via deze delen plaatsvindt. Er wordt dus alleen rekening gehouden met de onbegroeide wapeningsnetten. Uit de resultaten blijkt dat de aanwezige ventilatiecapaciteit toeneemt tot m 3 /h. De openheid van de gevels is met deze gevelindeling toegenomen tot 75%. Dit betekent een toename van 17% ten opzichte van benodigd. Om de openheid van de begroeide gevels te kunnen garanderen, wordt een 10 jarig onderhoudscontract afgesloten. Naast de realisatie van de garage zal Aan de Stegge ook de komende 10 jaar het onderhoud gaan verzorgen. In bijlage 6 is een onderbouwing van het onderhoudscontract opgenomen. Daarnaast is in bijlage 6 een brief van de NS opgenomen waaruit blijkt dat ook na de periode van 10 jaar het onderhoud is gegarandeerd. Luchtstroommodellen gaan uit van homogene opmenging binnen een zone. Lokale verschillen hierin komen niet tot uitdrukking in het model. Voor een deel van de garage (geluidscherm as 29 43) geldt dat ventilatie slechts via één gevel plaats kan vinden. Bij windstil weer kunnen verontreinigingen zich Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 16

17 ophopen in het dichte deel van de garage. Echter gezien geringe diepte van de garage, de beperkte kans op windstil weer en de vergrootte openheid van de gevels zal er ter plaatse van deze delen van de garage wel degelijk sprake zijn van opmenging. Toch kan er een ophoping van CO ontstaan (gezondheidsrisico en stankoverlast) en van LPG (veiligheidsrisico). Met name LPG vormt hierbij een probleem, omdat LPG laag in de garage blijft hangen en een risico geeft op explosies. Om auto s met LPG zoveel mogelijk op het dek te laten parkeren, zullen bij de ingang van de garage en bij de hellingbaan naar de onderste laag borden worden opgehangen die LPG auto s naar boven sturen. Daarnaast worden de bezoekers geïnformeerd dat LPG auto s op het dek dienen te parkeren. In de kelder worden ter plaatse van de parkeervakken achter de dichte gevel verbodsborden opgehangen voor auto s met LPG. De strook met verbodsborden wordt tot minimaal 3 parkeervakken voorbij de dichte gevel doorgetrokken. Op de tekeningen in bijlage 1 zijn de borden nader aangegeven. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 17

18 Hoofdstuk 4 Brandbeheersing 4.1 Effectieve brandweerinzet Zoals aangegeven in paragraaf kan een effectieve binnenaanval door de brandweer bij natuurlijk geventileerde parkeergarages niet gegarandeerd worden. In deze paragraaf wordt dit uitgangspunt nader toegelicht. Sinds februari 2012 bestaat er voor mechanisch geventileerde parkeergarages de norm NEN 6098 waarmee voor deze garages een acceptabel brandveiligheidsniveau kan worden gerealiseerd. Volgens NEN 6098:2012 is een effectieve binnenaanval door de brandweer mogelijk als er sprake is van zicht op de brand. In een parkeergarage is sprake van zicht op de brand als tussen de toegang voor de brandweer en de brandhaard een ten minste 5 m brede route aanwezig is, waarover de brandhaard tot op 15 m rookvrij kan worden benaderd. Deze rookvrije route geldt over de gehele hoogte van de parkeergarage. Rookvrij komt overeen met een zichtlengte van ongeveer 30 m. In mechanisch geventileerde parkeergarages kan deze rookvrije vluchtroute worden verkregen door het toepassen van verdringingsventilatie (luchtsnelheid over de doorsnede van de parkeergarage). In natuurlijk geventileerde parkeergarages is het niet mogelijk om deze verdringingsventilatie te realiseren. De optredende luchtbewegingen en dus de mate van ventilatie zijn afhankelijk van de windcondities, geometrie en openheid van de gevels. Zonder windinvloeden zal de rook zich binnen enkele minuten over de parkeergarage verspreiden (gehele diepte en over een deel van de lengte) en is een offensieve brandweerinzet in de garage met de voorwaarde zicht op de brand niet mogelijk. Bij gunstige windcondities behoort een offensieve brandweerinzet wel tot de mogelijkheden. Echter, bij ongunstige windcondities zal een offensieve brandweerinzet weer niet mogelijk zijn 1. Het is dus niet zo dat een offensieve brandweerinzet in de garage niet tot de mogelijkheden behoort. Het kan echter, zoals hierboven toegelicht, niet wordt gegarandeerd. Dit betekent overigens niet dat de brandweer geen effectieve inzet kan plegen. Een inzet van buitenaf behoort gezien de diepte van de garage in principe altijd tot de mogelijkheden. Om de slagingskans van een effectieve brandweerinzet te vergroten zijn tijdens de bespreking van 13 september de volgende aanvullende voorzieningen afgesproken; Meer ventilatieopenheid in de gevel dan noodzakelijk vanuit de gebruiksventilatie (paragraaf en paragraaf 4.2) Betere garantie van de brandmelding (paragraaf 4.3) Nadere onderbouwing constructie om bezwijken te voorkomen (paragraaf 4.4 en paragraaf 5.5) Mogelijkheden voor de brandweerinzet verbeteren (paragraaf 4.5) 1 In diverse onderzoeken worden deze conclusies onderschreven, zie bijvoorbeeld het artikel van Ir. M.G.M. van der Heijden: Brandveiligheidsanalyse van semi-open parkeergarages, Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 18

19 In de onderstaande paragrafen worden deze aanvullende voorzieningen nader toegelicht. 4.2 Vergroten openheid gevel Uit paragraaf 3.5 blijkt dat de openheid van de gevels wordt vergroot naar 75%. Dit is een vergroting van de openheid van 17% ten opzichte van benodigd voor de gebruiksventilatie. Daarnaast wordt opgemerkt dat de ventilatiecapaciteit van de gevels in werkelijkheid groter is, doordat: Er sprake is van een groter temperatuurverschil tussen binnen en buiten onder invloed van een autobrand. Er ter plaatse van de achtergevel binnen de 5 m tot het geluidscherm ook sprake zal zijn van afvoer van warmte en rook. Gezien het brandverloop (brandscenario) in een parkeergarage en de openheid van de gevels kan geconcludeerd worden dat een compartimentsbrand en bij een ventilatiebeheerste brand behorende uitslaande vlammen niet zullen optreden. Er is sprake van een lokale brandstofbeheerste brand. De vlammen van een lokale brandstofbeheerste brand leveren een verwaarloosbaar risico op in vergelijking met uitslaande vlammen (bij voorbeeld alleen lokale thermische belasting en niet vanuit de volledige compartimentsgevel). 4.3 Betere garantie brandmelding In het oorspronkelijke brandbeveiligingsconcept was voor de garage geen brandmeldinstallatie voorzien. In de garage was sprake van cameratoezicht waarvan verwacht mocht worden dat de brand wordt gedetecteerd. Tijdens het overleg van 13 september is afgesproken dat een nadere onderbouwing wordt aangeleverd waarmee gegarandeerd kan worden dat er binnen een bepaalde tijd melding kan worden gedaan van de brand bij de brandweer. Dit heeft tot doel dat de brandweer eerder ter plaatse is en dus eerder kan gaan inzetten. Dit verhoogt de slagingskans van een effectieve brandweerinzet. Door Aan de Stegge is contact opgenomen met Q-park met betrekking tot de camera-installatie die wordt geïnstalleerd in de parkeergarage. Q-park geeft aan dat zij brandmelding binnen een x aantal minuten niet kunnen garanderen met deze camera-installatie. De oorzaak hiervan ligt in de personele bezetting en onvoldoende dekking van de gebruiksoppervlakte door de camera-installatie. Dit betekent dat de camera-installatie niet als alternatief kan dienen voor de brandmeldinstallatie. In de garage wordt daarom een automatische brandmeldinstallatie met doormelding naar de regionale alarmcentrale conform NEN 2535 gerealiseerd in de vorm van een bekabelingssysteem of gelijkwaardig. Er worden geen handbrandmelders voorzien in de garage aangezien via de betaalautomaten een spreek/luisterverbinding aanwezig is, waarmee de hulpdiensten kunnen worden gealarmeerd. Het syn optisch tableau zal in het hoofdtrappenhuis (busstation zijde) worden opgehangen, zodat deze van buitenaf is af te lezen. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 19

20 4.4 Nadere onderbouwing constructie om bezwijken te voorkomen Om een eventuele brandweerinzet in het compartiment mogelijk te maken, dient de constructie gedurende het brandscenario bestand te zijn tegen bezwijken bij brand. De bepaling van de thermische belasting en de thermische respons bij brand is opgenomen in hoofdstuk 5. In dit hoofdstuk is de onderbouwing opgenomen waarbij het bezwijken van de constructie bij de uitgangspunten in dit rapport kan worden voorkomen. In paragraaf 5.5 wordt aangegeven welke marges in de berekeningen zijn opgenomen. 4.5 Mogelijkheden brandweerinzet verbeteren De brandweer heeft tijdens de bespreking van 13 september aangegeven dat een inzet vanaf van de weg zijde (voorgevel, Mayweg) goed mogelijk is, omdat er voldoende brandkranen aanwezig zijn. Indien een offensieve inzet in het compartiment niet tot de mogelijkheden behoort zal de inzet voornamelijk van buitenaf plaatsvinden. Dit betekent dat er langs de gevel voldoende ruimte aanwezig moet zijn voor een zogenaamde haven voor een waterkanon. Hiermee kan een inzet via de gevel worden bewerkstelligd. Het gevel beeld (onbegroeide delen) en de haag voor de gevel zijn hierop aangepast om dit mogelijk te maken. Tussen de haag en de gevel is een ruimte van 1 m aanwezig. Daarnaast wordt de haag om de 2 tot 3 m onderbroken (1 m tussen ruimte). Een en ander is aangegeven op de tekeningen in bijlage 1. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 20

21 Hoofdstuk 5 Brandwerendheid draagconstructie 5.1 Werkwijze Zoals aangegeven in paragraaf wordt de thermische belasting op de staalconstructie bepaald op basis van het autobrandscenario. Het doel hierbij is dat de constructie bij een autobrandscenario zonder brandweerinzet gedurende het gehele brandscenario (waarbij alle auto s op één parkeerlaag uitbranden) niet zal bezwijken. Met behulp van Computational Fluid Dynamics (CFD) berekeningen, is de lokale thermische belasting op de constructie onderdelen ter plaatse van de brandhaard bepaald. Deze thermische belasting bestaat een convectieve temperatuur en een stralingsbelasting die gemeten (meetpunten) wordt rondom de constructieve elementen. Deze thermische belasting (meetpunten) is vervolgens opgelegd als randvoorwaarde in een thermodynamisch model. Met dit thermodynamische model (Voltra, Physibel, België) is vervolgens de thermische respons (optredende staaltemperatuur) in de constructieve elementen bepaald. Deze staaltemperaturen zijn vervolgens vergeleken met de kritieke staaltemperatuur bepaald door de constructeur JVZ. 5.2 Uitgangspunten en randvoorwaarden thermische belasting Fire Dynamics Simulator Voor het bepalen van de lokale thermische belasting op de draagconstructies ter plaatse van de brandhaard, (convectieve warmte en stralingsfluxen), is gebruik gemaakt van Computational Fluid Dynamics (CFD). De Fire Dynamics Simulator (FDS, versie 5.4.0) is een CFD-model voor gasstromingen in brandsituaties. FDS is gebaseerd op LES-techniek (large eddy simulation), waar veel andere CFDmodellen gebaseerd zijn op RANS-techniek (Reynold Averaged Navier-Stokes). LES is bij uitstek geschikt voor brandsimulaties, omdat daarmee lokale turbulenties in de brandhaard op een juiste wijze worden gesimuleerd. FDS is dan ook specifiek gevalideerd voor brandsituaties. Submodellen die minder goed of niet gevalideerd zijn (zoals sprinklermodel, temperatuurverdeling in constructiemateriaal, e.d.) zijn buiten de simulatieberekening gehouden. Het model lost numeriek een stelsel Navier-Stokes vergelijkingen op dat specifiek geschikt is voor (geforceerde) stromingen ten gevolge van bijvoorbeeld temperatuurverschillen, met de nadruk op rooken warmtetransport van branden. Met FDS kunnen onder andere de luchtstromingen, de rookverspreiding en de temperatuursverdeling in een brandruimte wordt berekend. FDS wordt beheerd en bijgehouden door NIST (National Institute of Standards and Technology, U.S. Department of Commerce). Een beknopt overzicht van de achtergronden en specificaties van het model is opgenomen in bijlage 7. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 21

22 5.2.2 Brandscenario Voor mechanisch geventileerde parkeergarages is het in Nederland gebruikelijk om voor het bepalen van de brandventilatie uit te gaan van het brandscenario volgens NEN 6098:2012. NEN 6098 gaat ervan uit dat maximaal drie auto s tegelijk in brand staan. Echter in dit scenario is rekening gehouden met een offensieve brandweerinzet na 22 minuten. Een dergelijk brandscenario is voor het beoordelen van de thermische belasting op een constructie in een natuurlijk geventileerde parkeergarage niet realistisch. In een vooroverleg met de Brandweer Brabant Noord is het brandscenario daarom aangepast. De Brandweer Brabant Noord is van mening dat bij autobrandscenario s ook met brandoverslag naar een tegenoverstaande (vierde) auto rekening wordt gehouden. Dit betekent dat met een hoger brandvermogen rekening moet worden gehouden. Het brandvermogensverloop van vier auto s (drie auto s naast elkaar en één er tegenover) is weergegeven in figuur 3. Voor het vermogensverloop van de eerste drie auto s is aangesloten bij het vermogensverloop van NEN Vanaf het moment dat conform NEN 6098 brandoverslag plaats vindt naar auto 3 (15 minuten na start brand) is rekening gehouden met brandoverslag naar de tegenover geparkeerde auto (auto 4). Als uitgangspunt wordt er vanuit gegaan dat de inzetmogelijkheden beperkt zijn en dat met de blussing pas na 30 minuten kan worden gestart. Dit is gezien paragraaf 4.3 (automatische brandmeldinstallatie met doormelding) een zeer conservatief uitgangspunt. In werkelijkheid kan de brandweer dus eerder starten met de inzet (na 20 minuten). Langs de gevel zijn geen tegenover elkaar geparkeerde auto s aanwezig. Voor de thermische belasting op de constructies in de gevel is dan ook van een brandscenario van 3 auto s uitgegaan. Zoals eerder aangegeven kan een effectieve brandweerinzet niet gegarandeerd worden. Dit betekent dat er een risico bestaat dat een brand zich verder kan verspreiden door de garage met meer schade als gevolg. De opdrachtgever dient zich bewust te zijn dat dit risico aanwezig is. Overigens mag ook wanneer het niet mogelijk blijkt te blussen verwacht worden dat de brand lokaal en beheersbaar blijft. Overigens heeft dit nauwelijks gevolgen voor de thermische belasting bij brand, omdat de thermische belasting hoofdzakelijk bepaald wordt door de convectieve en stralingsbelasting van de lokale brandhaard in de buurt van de constructie. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 22

23 brandvermogen [MW] Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V tijd [min] Figuur 3: Brandscenario vier auto s (drie naast elkaar en één ertegenover) Het vermogenscenario is in FDS per auto opgelegd, zodat de thermische belasting ook per auto wordt beïnvloed Berekende situatie De bepaling van de thermische belasting op de staalprofielen van de draagconstructie wordt uitgevoerd voor de meest kritische situaties (twee conservatieve scenario s). Aangezien het uitgangspunt voor het ontwerp van de draagconstructie is dat geen enkele kolom of hoofdligger mag bezwijken, wordt de lokale thermische belasting op staalprofielen direct ter plaatse van de brandhaard berekend. Brand midden parkeergarage Een brand in het midden van de garage geeft de grootste thermische belasting op de constructies. In het midden van de garage staan auto s tegenover elkaar geparkeerd. Tevens is de afkoelende invloed van de omgeving in het midden van de garage het kleinst. Voor dit scenario is uitgegaan van een brandhaard van drie naast elkaar geparkeerde auto s en één daartegenover geparkeerde auto in een parkeervak conform paragraaf (zie figuur 4). De brand start daarbij voor een ligger en een kolom. Wanneer de brand op deze positie begint, is de thermische belasting op de staalconstructies het grootst. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 23

24 Figuur 4: Positie van brandscenario van vier auto s. Brand bij gevel parkeergarage In de gevelzone doen zich geen situaties voor waarbij auto s tegenover elkaar geparkeerd worden. Tevens worden hier andere type kolommen toegepast met een lagere kritische staaltemperatuur. Om deze reden is een specifieke berekening uitgevoerd van de thermische belasting op de kolommen wanneer zich een brand voordoet in de gevel. Voor dit scenario, is uitgegaan van een brandhaard van drie naast elkaar geparkeerde auto s in het midden van een parkeervak (zie figuur 5). Wanneer de brand op deze positie begint, is de thermische belasting op de staalconstructies het grootst. De brand start daarbij midden voor een ligger en een kolom. Figuur 5: Positie van brandscenario van drie auto s bij de gevel CFD-model CFD-model brandscenario midden parkeergarage De CFD-berekening is uitgevoerd voor een fijnmazig gemodelleerd gedeelte van de parkeergarage, bestaande uit een gedeelte van de parkeergarage van 15 bij 15 bij 2,8 m en één bouwlaag hoog. Waarbij de randen van het model als omgeving (vrije uitstroom) zijn gemodelleerd. Voor de bepaling van de lokale thermische belasting boven en rondom de brandhaard is een fijnmazig grid noodzakelijk. Dit betekent dat niet de gehele garage in het model is opgenomen. Dit is ook niet noodzakelijk omdat de Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 24

25 ruimte op enige afstand van de brandhaard niet of nauwelijks van invloed is op de optredende thermische belasting. Deze thermische belasting wordt hoofzakelijk bepaald door: De convectieve temperatuur van de rooklaag. De convectieve temperstuur van de vlammen van de brandhaard. Er wordt in het model dus ook rekening gehouden met direct vlamcontact. De straling van de rooklaag en de vlammen. Door de rekenkundige beperking in de grootte van het model (aantal rekencellen) en de benodigde rekentijd is er daarom voor gekozen om de omvang van het model te beperken tot de aangegeven afmetingen. De omvang van het model is overigens voldoende groot om de lokale effecten op de constructie te beoordelen, aangezien deze worden bepaald door de convectieve temperatuur en de straling direct vanaf de brandhaard. De geometrie van het model voor dit brandscenario zoals gemodelleerd in Pyrosim is weergegeven in figuur 6. In het model zijn gridcellen met afmetingen van 0,1 x 0,1 x 0,1 m 1 gebruikt. Dit resulteert in een model met ongeveer cellen Figuur 6: Geometrie brand midden parkeergarage. CFD-model brandscenario bij gevel parkeergarage De tweede CFD-berekening is uitgevoerd voor een fijnmazig gemodelleerd gedeelte van de parkeergarage nabij de gevel, bestaande uit een gedeelte van de parkeergarage van 15 bij 11 bij 2,8 m en één bouwlaag hoog. De geometrie van het model voor dit brandscenario zoals gemodelleerd in Pyrosim is weergegeven in figuur 7. Ook in dit model model zijn gridcellen met afmetingen van 0,1 x 0,1 x 0,1 m 1 gebruikt. Dit resulteert in een model met ongeveer cellen. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 25

26 Figuur 7: Geometrie brand bij gevel parkeergarage. Invloedsfactoren voor model In het model zijn de volgende factoren meegenomen, die van invloed zijn op de lokale thermische belasting van de staalconstructie: de geometrie van de brandruimte (met name de hoogte); de plaats (t.o.v. draagconstructies) en omvang van de brandhaard en de ontwikkeling van het brandvermogen; omgevingscondities; convectieve afvoer en stralingsafgifte van het brandvermogen (convectieve afgifte en stralingsafgifte zijn afhankelijk van de brandtemperatuur en omgevingstemperatuur en worden door het CFDprogramma berekend); het turbulentiemodel (zie bijlage 7); afkoeling aan vloer (betonconstructie, thermisch zwaar). De constructies hebben bij het ontstaan van een brand dezelfde temperatuur als de aangrenzende lucht (20 ⁰C). Door de brand worden de constructies opgewarmd, zowel door stralingsafgifte (vanaf de brandhaard en rooklaag) als door convectieve afgifte (vanaf de vlammen en de rooklaag). Bij thermisch zware constructies (zoals steenachtige constructies) kan de opwarming geheel in de constructie worden geaccumuleerd. Dit houdt in dat aan de niet-verhitte zijde van de constructie geen opwarming is waar te nemen. Bij thermisch lichte constructies (zoals beglazingen en andere transparante materialen) kan de opwarming niet geheel in de constructie worden geaccumuleerd. De niet-verhitte zijde van de constructie warmt dus ook op. Daardoor ontstaat een warmtestroom naar de omgeving toe (transmissie door de constructie). In de lokale thermische belasting ter plaatse van de brandhaard zal met name de directe stralingsbelasting door de brandhaard een rol spelen. Zeker bij een brand in het midden van de garage geldt dat een gedeeltelijke begrenzing door gevels hier nauwelijks invloed op heeft. In het model voor Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 26

27 een brand bij de gevel zal de gevel wel meer invloed hebben. In dit model is de gevel op as A dan ook in het model meegenomen. Daarnaast is in het model een deel buitenlucht gemodelleerd Materiaaleigenschappen Voor de materiaaleigenschappen van de staalconstructies en het beton in het parkeergarage wordt uitgegaan van de volgende eigenschappen. Tabel 2: Uitgangspunten CFD- en thermodynamische berekeningen. Brandomvang Verbrandingswarmte materiaal Warmtegeleidingscoëfficiënt staal Soortelijke massa staal Soortelijke warmtecapaciteit staal Emissiviteit staal Warmtegeleidingscoëfficiënt beton Soortelijke massa beton Soortelijke warmtecapaciteit beton Brand midden garage: 1-4 [auto s] Brand bij gevel garage: 1-3 [auto s] 25,0 MJ/kg 52 [W/m.K] [kg/m³] 530 [J/kg.K] 0.8 [-], conform eurocode EN [W/m.K] [kg/m³] 840 [J/kg.K] In de CFD-berekening is van de volgende randvoorwaarden uitgegaan: initiële temperatuur (buitentemperatuur): 20 C (293 K); meteorologische windsnelheid van 0 m/s. In bijlage 7 is voor specifieke invoergegevens een nadere onderbouwing opgenomen. 5.3 Rekenresultaten thermische belasting De resultaten van de CFD-berekening zijn opgenomen in bijlage 8 van dit rapport. In figuur 8.3 t/m 8.6 van deze bijlage zijn voor de maatgevende meetpunten (hoogste waarden) de thermische belasting per zijde van de constructieve onderdelen weergegeven. Met behulp van de uitvoergegevens met betrekking tot deze convectieve temperatuur en straling kan de thermische respons van de staalconstructie worden bepaald. De thermische belasting wordt opgelegd als randvoorwaarde in een thermodynamische computermodel (Voltra). Met dit model wordt vervolgens de thermische respons (staaltemperatuur) bepaald. Uit de resultaten blijkt overigens dat de piek van de lokale thermische belasting rond de 24 minuten ligt. Dit komt door de positie van de constructie-onderdelen ten opzichte van de auto s. Dit wijkt dus af van de piek in het brandvermogenscenario in figuur 3. In figuur 3 is het gesommeerde vermogen van alle auto s op een bepaald tijdstip weergegeven. Voor de lokale thermische belasting is dit minder van belang, Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 27

28 maar wordt de maximale thermische belasting hoofzakelijk bepaald door de positie ten opzichte van de brandhaard. 5.4 Uitgangspunten en randvoorwaarden thermische belasting Voltra Bij een thermodynamische beoordeling wordt gebruik gemaakt van een thermodynamisch computermodel. Een rekenprogramma dat dergelijke berekeningen uitvoert is Voltra (Physibel, België). In dit rekenprogramma wordt de geometrie via een orthogonaal raster opgedeeld in kleine volumeelementjes. Vervolgens wordt in kleine tijdstappen de temperatuurverdeling in de constructie berekend, rekening houdend met de opgelegde randcondities enerzijds en de warmte-accumulatie in het materiaal anderzijds. Als simulatietechniek (verzekering van de stabiliteit van het simulatieproces) wordt de Crank- Nicholson eindige differentie methode gebruikt. Met behulp van een thermodynamisch computermodel kan een gefundeerde voorspelling voor het temperatuurverloop van de constructie worden gedaan Overige uitgangspunten en randvoorwaarden Voor de gehanteerde materiaaleigenschappen wordt verwezen naar paragraaf Voor de convectieve warmteoverdrachtscoëfficiënt wordt als standaard waarde 25 W/m 2.K gehanteerd. Dit een standaard waarde voor een turbulentie omgeving. In de eurocodes wordt voor brandsituatie ookwel een waarde van 35 W/m 2.K aangehouden. Uit een vergelijking blijkt dat de thermische respons (staaltemperatuur) ten minste gelijk (maar veelal iets lager) is bij een convectieve warmteoverdrachtscoëfficiënt van 35 W/m 2.K. Dit komt doordat de thermische belasting door straling in dit project maatgevend is voor de uiteindelijke staaltemperatuur (thermische respons). 5.5 Rekenresultaten Thermodynamisch computermodel De thermische belasting is in Voltra per zijde van de staalprofielen opgelegd als randvoorwaarde conform de figuren 8.3 t/m 8.6 in bijlage 8. Het betreft hier de waarden voor de temperatuur en stralingsflux van de zwaarst belaste meetpunten aan die zijde. Daarnaast zijn deze waarden opgelegd over de volledige lengte. In de praktijk verschillen deze waarden over de lengte van het profiel. Een en ander is afhankelijk van de positie van het element ten opzichte van de brandhaard en de projectie (horizontaal of verticaal). Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 28

29 De vloer is uitgevoerd in een dubbele T vloer. Tussen de vloer en de ligger is ruimte aanwezig. Hierdoor wordt de ligger aan zowel de onderzijde als de zijkanten door straling verwarmd en aan vier zijden convectief (door de ruimtetemperatuur) verwarmd. De kolom wordt aan vier zijden door straling verwarmd en convectief verwarmd (door de ruimtetemperatuur). Voor elk profiel is op verschillende punten in het profiel het temperatuurverloop gedurende de brand berekend. Aan de hand van deze berekeningen is de maximale temperatuur bepaald die in het profiel bereikt wordt. In de Voltra-berekeningen zijn de maatgevende staalprofielen (met de grootste profielfactor) die in de garage worden toegepast doorgerekend. Ook voor deze berekeningen zijn conservatieve uitgangspunten gebruikt. Tabel 3 toont de rekenresultaten van de berekeningen die zijn uitgevoerd voor de maatgevende staalprofielen. De uitgebreide rekenresultaten van de thermodynamische berekeningen zijn weergegeven in bijlage 9. Tabel 3: Rekenresultaten van de thermodynamische berekening toegepaste staalprofielen Staalprofielen Berekende maximale temperatuur Kritieke staaltemperatuur Ligger IPE 300* ) 632 C (brandscenario midden garage) 649 C Ligger IPE C (brandscenario midden garage) 657 C Kolom K C (brandscenario midden garage) 625 C Ligger IPE C (brandscenario bij gevel garage) 685 C Kolom HE 220B 720 C (brandscenario bij gevel garage) 754 C *) Plaatselijk wordt voor de ligger op as B een IPE 330-profiel toegepast. De IPE 330 heeft een hogere kritieke staaltemperatuur dan de IPE 300 en voldoet dus ook voor deze situatie. In tabel 3 zijn ook de door JVZ berekende kritieke staaltemperaturen opgenomen. Voor deze kritieke staaltemperaturen wordt verwezen naar de rapportage Hoofdberekeningen staalconstructie van JVZ van 27 september Uit de tabel volgt dat de kritieke staaltemperaturen van de toegepaste profielen in de parkeergarage niet lager zijn dan de berekende maximaal optredende temperaturen (thermische respons). Dit betekent dat de staalprofielen niet brandwerend bekleed hoeven te worden. Op een aantal posities worden profielen toegepast met een kleinere profielfactor dan de doorgerekende profielen conform tabel 3, bijvoorbeeld op as B wordt ook een IPE 330 toegepast. Profielen met een kleinere profielfactor (grotere massa per meter lengte) warmen minder snel op. De kritieke staaltemperatuur van deze profielen is ook hoger dan de beoordeelde profielen (zie rapport JVZ). Dit betekent dat voor deze profielen ook voldaan wordt. Tijdens de bespreking van 13 september heeft de brandweer gevraagd om een nadere onderbouwing van de marges in de constructieve beoordeling. Hieronder wordt de marges puntsgewijs nader toegelicht: Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 29

30 In de bepaling van de kritieke staaltemperaturen zijn marges aangehouden. Het gaat hier om marges in de belastingen waarmee wordt gerekend volgens de eurocodes. Bij constructieve veiligheid wordt rekening gehouden met risicofactoren waardoor er altijd marges aanwezig zijn. Bij het bepalen van de thermische belasting is rekening gehouden met een aantal conservatieve uitgangspunten: o In het brandvermogenscenario is de aanwezigheid van de automatische brandmeldinstallatie met doormelding niet gewaardeerd. Dit betekent dat een eventuele brandweerinzet in de vermogenscurve pas na 30 minuten optreedt terwijl dit in feite eerder zal plaatsvinden. o Er is rekening gehouden met de zwaarste punten voor het bepalen van de thermische belasting per zijde. In de praktijk verschillen deze waarden over de lengte van het profiel. Een en ander is afhankelijk van de positie van het element ten opzichte van de brandhaard en de projectie (horizontaal of verticaal). Door de hoge geleidingscoëfficiënt zal deze thermische belasting meer verdeeld zijn over de hoogte of lengte van het element. o Voor de kolom in de gevel is ook rekening gehouden met de uitstroom van de hete zone ter plaatse van de gevel. Deze belasting treedt echter maar op een beperkt deel van de kolom op. Bij het bepalen van de thermische respons is rekening gehouden met een aantal conservatieve uitgangspunten: o De thermische belasting is opgelegd op alle zijden van de elementen. Er is geen rekening gehouden met de afschermende werking van flenzen ten opzichte van het midden lijf. Met name bij de stralingsbelasting kan deze afschermende werking behoorlijk toenemen (schaduweffect). o Er is gerekend met een relatief lage convectieve warmteoverdrachtscoëfficiënt. Uit tabel 3 blijkt dat tussen de optredende staaltemperatuur en de kritieke staaltemperatuur een verschil aanwezig is van ten minste 17 C. Oorspronkelijk werd in de gevels een kolom HE200B toegepast. Om meer marge te creëren is voor de gevelkolommen gekozen voor een kolom HE220B, waardoor de kritieke staaltemperatuur toeneemt. Op basis van bovenstaande onderbouwing kan worden geconcludeerd dat voldoende marges aanwezig zijn in de constructieve beoordeling. 5.6 Conclusie constructieve beoordeling Op basis van het in dit rapport uitgevoerde onderzoek kan worden geconcludeerd dat de constructie bij brand in de parkeergarage niet zal bezwijken. Dit betekent dat een brandweerinzet in het compartiment gedurende het brandscenario vanuit constructieve veiligheid tot de mogelijkheden behoort. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 30

31 Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 31

32 Hoofdstuk 6 Overige brandveiligheidsaspecten 6.1 Brandbeheersing WBDBO-eisen Volgens artikel 2.84 van het Bouwbesluit dient de volgens NEN 6068 bepaalde WBDBO-eis (Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag) minimaal 60 minuten te bedragen. Deze eis en de bepalingsmethode NEN 6068 zijn gebaseerd op het normatief brandverloop. Zoals in deze rapportage is aangegeven, is in een parkeergarage sprake van een ander brandverloop: een autobrandscenario waarbij een beperkt aantal auto s tegelijkertijd in brand zullen staan. Om te kunnen garanderen dat er geen grotere brand dan een autobrand in de parkeergarage kan ontstaan, dienen ruimten zoals bergingen en technische ruimten, in een apart brandcompartiment ondergebracht te worden. Tussen de parkeergarage en deze ruimten dient in een 60 minuten brandwerende scheidingsconstructie en zelfsluitende deuren te worden voorzien. Het Bouwbesluit en NEN 6068 gaan bij de bepaling van de WBO-risico s uit van een compartimentsbrand, conform het normatief brandverloop. Dit betekent dat de brand zich heeft uitgebreid tot het volledige brandcompartiment en ventilatiebeheerst is, met hoge temperaturen in de brandruimte en uitslaande vlammen uit de openingen. Echter, een lokale brand zoals een autobrand, is brandstofbeheerst, er kan voldoende zuurstof worden toegevoerd. Er treden dan ook geen uitslaande vlammen volgens NEN 6068 uit de openingen op. Het brandoverslagrisico conform NEN 6068 is voldoende beperkt. Eventuele brandoverslagrisico s vanuit de parkeergarage naar de omgeving hoeven dan ook niet beschouwd te worden. Ten aanzien van de risico s richting het spoor kan ervan worden uitgegaan dat de risico s van een brand in de parkeergarage ongeveer gelijk zullen zijn aan de risico s bij een brand op het parkeerterrein. In beide gevallen ontstaat er een lokale autobrand. Vanuit de publiekrechtelijke regelgeving worden geen brandwerende voorzieningen geëist tussen parkeergarage en spoor. Brandvoortplantingsklasse Het hele brandveiligheidsconcept van deze parkeergarage is gebaseerd op een lokale brand en een geleidelijke branduitbreiding van auto naar auto. Dat kan alleen gerealiseerd worden door eisen te stellen aan de brandvoortplantingsklasse van de toegepaste materialen. Anders zal de branduitbreiding via de bouwmaterialen resulteren in een totaal ander brandverloop. Daarom wordt vereist dat alle toegepaste materialen van de parkeergarage voldoen aan brandklasse B volgens NEN-EN Veilig vluchten Volgens het Bouwbesluit geldt dat de loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en de uitgang van een subbrandcompartiment ten hoogste 60 m bedraagt (bezetting is minder dan 1 persoon per 30 Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 32

33 m²). Doordat aannemelijk is dat de parkeergarage in de toekomst niet nader opgedeeld gaat worden in meerdere ruimten, hoeft de loopafstand in de parkeergarage niet gecorrigeerd te worden. Er mag worden uitgegaan van de werkelijke loopafstand. Vanuit de onderste laag zal gevlucht worden via de trappenhuizen bij de kopgevels en aan de straatzijde naar het aansluitende terrein. De toetsing van de loopafstand is opgenomen in bijlage 10. Uit deze toetsing volgt dat de loopafstand vanuit het onderste deel tot het aansluitende terrein minder dan 60 m bedraagt. Omdat het bovenste parkeerdek geheel open is en rook bij een eventuele brand op deze bouwlaag niet zal blijven hangen, hoeft de loopafstand op deze bouwlaag pas vanaf de trappenhuizen gerekend te worden. Met de twee trappenhuizen bij de kopgevels van de parkeergarage en drie trappenhuizen aan de straatzijde van de parkeergarage, wordt vanuit elk punt van de parkeergarage het aansluitende terrein bereikt binnen 60 meter. Dit betekent dat de parkeergarage niet nader hoeft te worden ingedeeld in subbrandcompartimenten en de trappenhuizen niet brandwerend van de parkeergarage afgescheiden hoeven te worden. 6.3 Brandbeveiligingsinstallaties Draagbare blustoestellen In een parkeergarage zijn volgens het Bouwbesluit geen brandslanghaspels vereist. Een parkeergarage die niet is voorzien van brandslanghaspels, moet wel worden voorzien van voldoende draagbare of verrijdbare blustoestellen. In de garage en ter plaatse van de trappenhuizen worden draagbare blustoestellen voorzien (zie bijlage 1). De draagbare blusmiddelen zijn in de garage binnen een loopafstand van 30 m bereikbaar. BMI en OAI De parkeergarage wordt voorzien van een automatische brandmeldinstallatie met doormelding conform NEN Zie voor een nadere toelichting paragraaf 4.3. Daarnaast wordt in de garage een ontruimingsalarminstallatie voorzien conform NEN Vluchtrouteaanduiding Alle ruimtes waardoor verkeersroutes voeren en ruimten voor meer dan 50 personen, moeten voorzien worden van vluchtrouteaanduiding conform NEN 6088 en NEN-EN Dat betekent dat in de parkeergarage en in de trappenhuizen vluchtrouteaanduiding moet worden aangebracht. Noodverlichting Volgens de afspraken uit het bespreekverslag wordt de garage voorzien van noodverlichting. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 33

34 Aanvalsroute brandweer De aanvalsroute van de brandweer verloopt via de Lekkerbeetjesstraat of vanaf de stationszijde. Op de plattegrond van niveau -0,5 in bijlage 1 zijn de posities van de brandhydranten in de omgeving van de parkeergarage en de opstelplaatsen van de brandweervoertuigen (op Mayweg) aangegeven. Om overal in de parkeergarage een inzetdiepte van maximaal 60 m te behalen, wordt ter plaatse van de voetgangersentree (linkerzijde parkeergarage) een droge blusleiding aangebracht. Het aansluitpunt en de aftappunten zullen zodanig geplaatst worden dat deze goed bereikbaar zijn. Nabij elk trappenhuis wordt een sleutelkluis aangebracht, zie de plattegrond in bijlage 1. Met de algemene sleutel(s) in de kluizen moet toegang tot het terrein van de parkeergarage en tot het terrein achter het geluidscherm verschaft kunnen worden. Calamiteiten op het spoor Er moet rekening gehouden worden met calamiteiten op het spoor met treinen, die gevaarlijke stoffen vervoeren. Ten behoeve van een brandweerinzet in dat geval, dient een opstelplaats te worden gemaakt voor de inrit van de garage en ter plaatse van de voetgangersentree van de garage. Mogelijke inzet vanaf die opstelplaatsen is 210 meter (200 meter slang + 10 meter worp). Deze opstelplaatsen zijn op tekening aangegeven. Vanaf het spoor kunnen gevaarlijke stoffen de parkeerkelder in stromen. Daarom leiden de trappen achter de nooddeuren in het geluidscherm naar niveau +0,5, zodat de vluchtende personen vanaf het spoor in de open lucht naar de vluchtdeuren aan de zijde van Mayweg vluchten. Ter plaatse van de linkerzijde en de inrit van de parkeergarage moeten brandhydranten door derden aangebracht worden in verband met calamiteiten op het spoor. Speedgates De in- en uitrit van de parkeergarage zijn afgesloten door middel van speedgates. Nabij de speedgates zal aan de buitenzijde een sluitelkluis en sleutelschakelaar worden aangebracht welke toegankelijk is voor de brandweer bij calamiteiten. Bij een calamiteit zullen de speedgates van de uitrit automatisch worden geopend en de speedgates van de inrit automatisch worden gesloten en deze zullen gesloten blijven en kunnen alleen worden geopend door de brandweer door middel van de sleutelschakelaar. Er is overigens in de beoordeling van loopafstanden geen rekening gehouden met deze speedgates. In geval van een calamiteit zal er primair gevlucht worden via de nooduitgangen nabij de trappen(huizen). Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013 Pagina 34

35 Bijlage 1 Tekeningen parkeergarage Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

36 Opstelplaats brandweer 1620 Aftappunt drogeblusleiding Brandhydrant door derden te realiseren t.b.v. calamiteiten spoor MAYWEG 9144 Opstelplaats brandweer Inritaansluiting buiten erfgrens nader af te stemmen met gemeente Opstelplaats brandweer t.b.v. calamiteiten spoor Opstelplaats brandweer 7024 DB Haag lang sg door aann evel en gevelbeplan emer te re ting aliseren 2700 Opstelplaa ts brandweer LEKKERBEETJESSTRAAT AANRIJDROUTE HULPDIENSTEN Brandhydrant door derden te realiseren t.b.v. calamiteiten spoor INDELIN G N.T.B. DO GROENSTROOK OR DERD EN DB Geluidscherm conform tracébesluit 7651 Erfgrens Aansluitpunt drogeblusleiding GULDEN VLIESST RAAT HERTOGSTRAAT Opstelplaa ts brandweer 3843 LPDIENST EN AANRIJDR OUTE HU Geluidscherm toekomstig Lijn is inschatting, exacte lijn n.t.b. MAYWEG Opstelplaats brandweer Opstelplaats brandweer Erfgrens Geluidscherm toekomstig Lijn is inschatting, exacte lijn n.t.b Opstelplaats brandweer t.b.v. calamiteiten spoor spoorlijn conform inmeting Arcadis spoorlijn conform KLIC tekening 4750 Erfgrens Erfgrens astgoed Grond NS V Grond Prorail 2410 Opstelplaa ts brandweer Erfgrens Geluidscherm conform tracébesluit Erfgrens :33:36 Afstand buitenkant geluidscherm tot hart spoor N.B.: Strook grond Prorail binnen contour parkeervoorziening gaat over naar NS vastgoed Legenda gevelbeplating Metselwerk 100 mm thermisch verzinkt enkelstaafs draadmat, Ø6 mm, maaswijdte 50x200 mm Prefab beton 100 mm bar brandhydrant, nader te realiseren door derden bhb brandhydrant, bestaand db droge blusleiding put hemelwaterafvoer put, Ø100 hwa hemelwaterafvoer, Ø100 lm lichtmast nv natuurlijke ventilatie mv mechanische ventilatie sk straatkolk, 300x300 mm sp schrobput, 200x200 mm MK meterkast vluchtrouteaanduiding vluchtrouteaanduiding naar aansluitend terrein Situatie N 12 1 : 500 brandblussers: codering N=schuimblusser/ K=koolzuurblusser/ O=poederblusser, gewicht basalt split, zwart, 50 mm C Diverse wijzigingen n.a.v. opmerkingen brandweer Noord-Brabant B Diverse wijzigingen A Diverse wijzigingen Versie Omschrijving Datum bodembedekker betonklinkers, grijs, 210x105x80 mm opdrachtgever werknr. NS Stations G62 betontegels zonder vellingkant, antraciet, 500x500x50 mm betonklinkers, antraciet, 210x105x80 mm (begane grond) vloercoating parkeervak, groen (verdiepingen) 2-componenten belijning en pijlen, RAL 9010 (verdiepingen) belijning en pijlen d.m.v. witte klinkers (begane grond) werk P&R Den Bosch onderdeel Situatie plaats Den Bosch teknr. get. d.d schaal 1:500 As indicated. OG BA-001 fase PKA paraaf form. riolering PVC, Ø125 riolering PVC, Ø160 riolering PVC, Ø200 riolering PVC, Ø250 Stationsplein 8H 6221BT Maastricht riolering PVC, Ø315 bergings riool, Ø800 hoogtemaat t.o.v. peil (peil 0 = NAP) 0.0 [naam] ruimtenummer inclusief naamgeving. alle ruimten vallen onder overige gebruiksfuncties. bochtstralen volgens PvE (binnenstraal 3750 mm, buitenstraal 7500 mm) MH architecten telefoon internet info@mh1architecten.nl Hietweideweg XX Twello postbus AB Twello telefoon fax info@adst.nl internet I:\Werk_G\G62_P+R_Den_Bosch\DRAW\G62_Revit\G62_Pdek_Den_Bosch2014.rvt 60 zelfsluitende deur 60 min brandwerenheid

37 Sleutelkluis SK SK P 7 NV 29 Deur t.b.v. onderhoud SK D SK Laagste pu nt 1235-Pe il NV r: SK mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm X BORD: gebied verboden voor LPG voertuigen Y Sleutelkluis 2208 A' SK GEBIED V ER VOOR LPG BODEN VOERTUIG EN Vluchttrap door derden t.b.v. calamiteiten spoor NV r: 75 19' F NV Gebruiksfunctie die van toepassing zijn in dit project: Gebruiksfunctie: overige gebruiksfunctie voor het personenvervoer Ten minste aan te houden aantal personen per m² verblijfsgebied: n.v.t. art Gelijkwaardigheidsbepaling Voor sterkte bij brand afdeling 2.2. wordt gebruik gemaakt van de gelijkwaardigheidbepaling [Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr] en zie tekening Ontwerp constructie van JVZ Raadgevend Ingenieursburo. 51' TRAFO mv 90 dm³/s 60 SK 2522 NV r: 37 NIVO NV F afd Overbrugging van hoogteverschillen Alle hoogteverschillen van meer dan 0,21 meter tussen vloeren waarover een vluchtroute voert worden overbrugd door middel van een trap of hellingbaan. afd Trap Voor trap, zie tekening BA-800. De trappen sluiten aan op een bordes met een oppervlak van ten minste 0,8 x 0,8 meter. afd Hellingbaan Hellingbaan voor voetgangers n.v.t. afd Beweegbare constructieonderdelen Voor beweegbare constructieonderdelen, zie o.a. tekening BA-100, BA-101, BA-102 en BA-300. De beweegbare onderdelen vormen in geopende stand geen hinder aan een aangrenzende openbare ruimte. afd Beperking van uitbreiding van brand Voor beperking van uitbreiding van brand wordt gebruik gemaakt van gelijkwaardigheidsbepaling, zie Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr afd Verdere beperking van uitbreiding van brand en beperking van verspreiding van rook Voor beperking van uitbreiding van brand wordt gebruik gemaakt van gelijkwaardigheidsbepaling, zie Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr. afd Vluchtroutes Voor de vluchtroutes, zie Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr. en tekening BA-100. afd Hulpverlening bij brand N.v.t. afd Luchtverversing Voor luchtverversing zie tekening BA-102. Een schacht voor een lift heeft een niet afsluitbare voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 3,2 dm³/s per m² vloeroppervlakte van die liftschacht. De toe- en afvoer van de luchtverversing vindt rechtstreeks van buiten of liftmachineruimte plaats. Een opslagruimte voor huishoudelijk afval met een vloeroppervlakte van meer dan 1,5 m² heeft een niet afsluitbare voorziening voor luchtverversing met een volgens NEN 1087 bepaalde capaciteit van ten minste 10 dm³/s per m² vloeroppervlakte van die ruimte. De toe- en afvoer van de luchtverversing vindt rechtstreeks van buiten plaats. afd Spuivoorziening N.v.t. afd Toevoer van verbrandingslucht en afvoer van rookgas N.v.t. afd Beperking van de aanwezigheid van schadelijke stoffen en ioniserende straling N.v.t. afd Bescherming tegen ratten en muizen N.v.t. afd Opstelplaatsen N.v.t. afd Milieu N.v.t. 31 Geluidscherm door derden ' X 38 Vluchttrap door derden t.b.v. calamiteiten spoor Y Roosters op verdieping t.b.v onderhoud geluidscherm aan te brengen door derden Deur alleen vanaf spoorzijde te openen SK riool Ø125 P 7 NV BORD: Verboden voor LPG voertuigen B' Draingoot NV F1 100,00 / BORD: einde gebied verboden voor LPG voertuigen 44 afd Voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie Voor voorziening voor het afnemen en gebruiken van energie, zie tekening BA-100. Een voorziening van elektriciteit voldoet aan NEN 1010 voor lage spanning, de aansluitafstand op het distributienet is niet groter dan 100 meter Legenda 51' afd Afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater Voor afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater, zie tekening BA-100 en BA101. Een voorziening voor drinkwater voldoet aan NEN 1006, de aansluitafstand op het openbare distributienet is niet groter dan 40 meter. Bij een aansluitafstand hoger dan 40 meter zijn de aansluitkosten niet hoger dan bij een aansluitafstand kleiner of gelijk aan 40 meter. De hemelwaterafvoer zal worden aangesloten op een bergingsriool t.b.v. berging van 15mm/m2 plus compensatie van bestaande berging van 15m3. afd Tijdig vaststellen van brand Voor tijdig vaststellen van brand, zie Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr. Metselwerk 100 mm Verdiepingsvloer middels geprefabriceerde TT betonvloeren, kleur: betongrijs. Belijning van de bladeren op het dek kleur bruin. bar brandhydrant, nader te realiseren door derden bhb brandhydrant, bestaand db droge blusleiding put hemelwaterafvoer put, Ø100 hwa hemelwaterafvoer, Ø100 lm lichtmast De daken worden als groene daken uitgevoerd. mv mechanische ventilatie sk straatkolk, 300x300 mm Balusters en leuningen van thermisch verzinkt staal. sp NV schrobput, 200x200 mm noodverlichting Trappen en bordessen t.p.v. de vluchttrappenhuizen/secundaire entrees in thermisch verzinkt staal met perfotreden. Trappen en bordessen t.p.v. het hoofdtrappenhuis in beton, kleur: betongrijs onderhoudspad geluidscherm 1,5 m breed aan te brengen door derden E Prefab beton 100 mm Verkeers- pijlen, belijning en emblemen kleur wit. afd Watervoorziening Voor voorziening voor het afnemen en gebruiken van water, zie tekening BA-100. De aansluitafstand mogen niet hoger zijn dan bij een aansluitafstand van 40 meter E' 0 Geluidscherm door derden niveau - 0,5 / : Natuurlijk talud voorzien van bodembedekker subtotaal 353 pp incl. 3 miva pp conform PvE 3 pp 2400x3800mm 1 pp (A1/2) voldoet (theoretisch) niet aan PvE, maar voldoet praktisch wel 356 PP incl. 3 miva pp niveau MV : 97 pp niveau + 0,5 : subtotaal 358 pp incl. 4 miva pp conform PvE 3 pp 2400x3800mm 1 pp (A1/2) voldoet (theoretisch) niet aan PvE, maar voldoet praktisch wel 361 PP incl. 4 miva pp totaal : 814 pp incl. 7 miva pp ' 64 64' Bodembedekker aan te brengen door derden zelfsluitende deur Aluminium gevelkozijnen van het trappenhuis in kleur RAL9010. MK 60 min brandwerenheid meterkast vluchtrouteaanduiding afd Vluchten bij brand M.b.t. vluchten bij brand, zie Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr en zie tekening BA-100 en BA-101. Gevelbekleding t.p.v. de trappenhuizen en de hoofd in- uitrit: baksteen, kleur rood/bruin. vluchtrouteaanduiding naar aansluitend terrein N 12 Gevelbekleding: gevelbeplating borstwering, kleur: Terracotta. Thermisch verzinkte draadstaal matten maas 50mm x 200mm. Voor vluchtrouteaanduiding, zie tekening BA-100, BA-101. Het gebouw wordt voorzien van een vluchtrouteaanduiding en geeft binnen 15 sec na het uitvallen van de elektriciteitsvoorziening, voor ten minste 60 min aan de Het plaatsen van standaard parkeerdekbewijzering conform NEN Ten behoeve van inrijdbeveiliging zal de inrit van het parkeerdek op de begane grond zichtbaarheideisen bedoeld in art. 5.2 t/m 5.6 van NEN-EN 1838 conform Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk worden voorzien van een bord met de maximale doorrijdhoogte daarop aangegeven. Wz110576aaA0.sbr. INSTALLATIES afd Bestrijden van brand Alle elektrotechnische en werktuigbouwtechnische voorzieningen worden vlgs. de eisen gesteld in het vigerende Bouwbesluit, de van toepassing zijnde NENVoor bestrijden van brand, zie Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr en zie tekening BA-100 t/m BA-102. normen en de eisen van de plaatselijke nutsbedrijven uitgevoerd. Het verloop van de kanalen en leidingen (in de leidingkokers/ schachten) en de dakdoorvoeren conform berekening en tekeningen van de installateur(s). afd Bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten Elektrische installatie worden geheel conform NEN 1010 uitgevoerd. Voor bereikbaarheid voor hulpverleningsdiensten, zie tekening BA-100 t/m BA-102 en Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Verlichting op nivo -1 conform NEN Verlichting op nivo +1 en 0 conform ruimtelijke onderbouwing Wz110576aaA0.sbr. Rijbaanverwarming wordt geheel conform NEN C1 uitgevoerd. Riolering Bergingsriool Ø800 uitvoeren in ongewapend beton. HWA uitvoeren in slagvast PVC, aansluiten op het bergingsriool. afd Inbraakwerendheid N.v.t. afd Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten Het bouwwerk is toegankelijk vanaf de openbare weg voor personen met een functiebeperking. Voor het te overbruggen hoogteverschil naar laag -1 en +1 wordt een platformlift zonder liftkooi toegepast. Afvoervoorzieningen Afvoervoorzieningen voor het afvoeren van afvalwater en hemelwater worden lucht- en waterdicht, vlgs. NEN 3215, uitgevoerd overeenkomstig Bouwbesluit art. 6.16, 6.17 en Hemelwaterafvoeren aansluiten op bergingsriool. Bergingsriool aansluiten op gemeenteriool. afd Veiligheidszone en plasbrandaandachtsgebied N.v.t. afd Tegengaan van veel voorkomende criminaliteit N.v.t. afd Aanvullende regels tunnelveiligheid N.v.t. afd Veilig onderhoud gebouwen Het bouwwerk heeft op de daken van de trappenhuizen en de in-uitrit permanente aanhaakpunten t.b.v. het onderhoud. afd Daglicht N.v.t. 64' F' E' afd Aanvullende regels tunnelveiligheid N.v.t. afd Hoge en ondergrondse gebouwen N.v.t. VLOERNIVO 0=PEIL Energiezuinigheid en milieu afd Energiezuinigheid N.v.t. 64 C' Parkeervakken op het parkeerdek kleur groen. afd Buitenruimte N.v.t. 63' SK NV Staalconstructie, conservering thermisch verzinkt en plaatselijk gecoat in kleur RAL8004 en RAL9010, conform tekening BA-300. afd Wering van vocht N.v.t. op overige gebruiksfunctie. SK NV thermisch verzinkt enkelstaafs draadmat, Ø6 mm, maaswijdte 50x200 mm afd Beperking van het ontwikkelen van brand en rook Voor beperking van het ontwikkelen van brand en rook, zie Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr. Een zijde van een constructieonderdeel die grenst aan de binnenlucht voldoet aan brandklasse B. - een voor personen bestemde vloer en een trap die grenst aan de binnenlucht, hiervoor geldt brandklasse B; (art. 2.69) Een zijde van een constructieonderdeel (excl. het dak) die grenst aan de buitenlucht voldoet aan brandklasse B. Het dak is niet brandgevaarlijk (vlgs. NEN 6063). 63 P 7 SAB 18/988 (gevelbeplating) Een voor personen bestemde vloer heeft bij een rand een niet beweegbare afscheiding als die rand meer dan 1 m hoger ligt dan een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het aansluitende water. De vloeren hebben een vloerafscheiding van min. 1,0 meter hoog gemeten vanaf de vloer. Ter plaatse van een al dan niet beweegbaar raam is de hoogte van ten minste 0,85 m, gemeten vanaf de vloer. Een afscheiding heeft geen openingen groter dan 0,1 m1 overeenkomstig artikel 2.16 aansturingartikel. De horizontale afmeting tussen de afscheidingen vloer of trap mag niet meer bedragen dan 0,05 meter. De bovenregel mag geen onderbreking hebben van meer dan 0,1 meter. 62 Bergingsriool Ø Begane grond middels klinkerbestrating. Zoveel als mogelijk hergebruiken en daar waar nodig nieuwe klinkerbestrating. Rijbanen grijs, vakken antraciet en belijning wit. afd Buitenberging N.v.t afd Verlichting Voor verlichting, zie ruimtelijke onderbouwing afd Bereikbaarheid en toegankelijkheid N.v.t. NV afd Verblijfsgebied en verblijfsruimte N.v.t. afd Geluidwerking tussen ruimten van verschillende gebruiksfuncties N.v.t. NV afd Bescherming tegen geluid van buiten N.v.t. Artikel 2.60 Opstelplaats open verbrandingstoestel N.v.t. 60 natuurlijke ventilatie 90 dm³/s Artikel 2.57 stookplaats N.v.t. afd. 2.3 Afscheiding van vloer, trap en hellingbaan Voor afscheiding van vloer en trap, zie tekening BA-100, BA-101, BA-102 en BA MK afd Algemene sterkte van de bouwconstructie Voor algemene sterkte van de bouwconstructie, zie tekening Ontwerp constructie van JVZ Raadgevend Ingenieursburo. afd Beperking van galm N.v.t. 59 riool Ø125 opp: SP opp: 9,5 m² 6,5 m² MATERIALEN EN KLEUREN afd Badruimte N.v.t. SK P 7 Installaties Artikel 2.59 Rookgasafvoer N.v.t. 58 A' SK Bruikbaarheid afd Toiletruimte N.v.t. 57 Sleutelkluis Gezondheid afd Bescherming tegen geluid van installaties Het karakteristieke installatie-geluidsniveau (zie art. 3.8) is op een aangrenzend perceel gelegen verblijfsgebied niet hoger dan 30 db opp: 5,5 m² afd Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situatie Artikel 2.58 schacht, koker of kanaal N.v.t. 56 Sleutelkluis Veiligheid afd Sterkte bij brand Voor sterkte bij brand wordt gebruik gemaakt van de gelijkwaardigheidbepaling. Zie Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr, zie tekening Ontwerp constructie van JVZ Raadgevend Ingenieursburo. 55 Aansluiten op gemeente riool met NIEUWE uitlegger Afvoer coefficient max l/s (totaal coefficient 4 uitleggers = 1.67 l/s) C 39 art Aantal personen SK -857 C' Renvooi: Afdeling 1.1. Algemeen PARKEERVLOER B D Algemeen Het ontworpen gebouw is getoetst en voldoet aan de volgende, vigerende (wettelijke) bepalingen: - Bouwbesluit 2012; - Eurocode; - Euroklassen; - NEN, NEN-EN of EN-Normen (volgens de laatste uitgave van de van toepassing zijnde normen, met uitzondering van de richtlijn NEN2443:2000) mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm 4597 BORD: gebied verboden voor LPG voertuigen Openbare garage Conform NEN 2443:2000 Parkeerhoek: 75 graden Parkeervakken: 2400mm x 5000mm 801 stuks 3500mm x 5000mm 7 stuks (invalide) 2400mm x 3800mm 6 stuks Breedte rijweg: 4350mm. Voldoet conform NEN 2443 art figuur 26 Min. binnenstraal rijweg 3500mm conform opgave opdrachtgever Min. buitenstraal rijweg 7500mm conform opgave opdrachtgever Parkeerhellingbaan percentage max. 12% conform opgave opdrachtgever Vrije hoogte: min mm, tot onderzijde vloer NEN 2443, art min mm, tot onderzijde constructie NEN 2443, art min mm, tot onderzijde constructie t.p.v. rijdend autoverkeer NEN 2443, art Dekinrichting conform NEN NV 1 : 200 Aan de Stegge Twello B.V. Nieman Raadgevende Ingenieurs B.V. JVZ Raadgevend Ingenieursburo Laagste punt 1235-Peil 00 16,00 / NV 12 SK NV P 7 C Ontwerpende partijen - Ontwerp garage - Brandveiligheid - Constructie SK riool Ø125 B' optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: 50 9 P 7 B Natuurlijk talud voorzien van bodembedekker NIVO -1 D mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm 37 A mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: r: A NV 3 r: 2 45 TRAFO 0 1B Gevelvulling: staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: E P 7 16,00 / 100 1A mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm D optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: Deur t.b.v. onderhoud Gevelvulling: staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN 2443 incl. plaatselijk gevelbeplanting (zie geveltekening) 0 16,00 / ,00 / optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: NV r: NV 172 mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm Bergingsriool Ø800 riool Ø125 D ' SK P 7 F C Gevelvulling: Metselwerk roodbruin in structuur (alleen voorzijde voorzien van antigraffity) 30 Bergingsriool Ø BORD: einde gebied verboden voor LPG voertuigen 28 SK NV optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: Gevelvulling: Metselwerk roodbruin in structuur (alleen voorzijde voorzien van antigraffity) :41: brandblussers: codering N=schuimblusser/ K=koolzuurblusser/ O=poederblusser, gewicht brandmeldcentrale, voorzien van synoptisch tableau. zichtbaar vanaf buiten BMC basalt split, zwart, 50 mm C Diverse wijzigingen n.a.v. opmerkingen brandweer Noord-Brabant B Diverse wijzigingen A Diverse wijzigingen Versie Omschrijving Datum bodembedekker betonklinkers, grijs, 210x105x80 mm opdrachtgever NS Stations werknr. werk P&R Den Bosch onderdeel Plattegrond nivo -1 plaats Den Bosch G62 2-componenten belijning en pijlen, RAL 9010 (verdiepingen) belijning en pijlen d.m.v. witte klinkers (begane grond) teknr. get schaal 1 : 200 BA-100 fase OG form. A0 PKA paraaf betontegels zonder vellingkant, antraciet, 500x500x50 mm betonklinkers, antraciet, 210x105x80 mm (begane grond) vloercoating parkeervak, groen (verdiepingen) d.d. riolering PVC, Ø125 riolering PVC, Ø160 riolering PVC, Ø200 riolering PVC, Ø250 Stationsplein 8H 6221BT Maastricht riolering PVC, Ø315 bergings riool, Ø800 hoogtemaat t.o.v. peil (peil 0 = NAP) 0.0 [naam] ruimtenummer inclusief naamgeving. alle ruimten vallen onder overige gebruiksfuncties. bochtstralen volgens PvE (binnenstraal 3750 mm, buitenstraal 7500 mm) MH architecten telefoon internet info@mh1architecten.nl Hietweideweg XX Twello postbus AB Twello telefoon fax info@adst.nl internet I:\Werk_G\G62_P+R_Den_Bosch\DRAW\G62_Revit\G62_Pdek_Den_Bosch2014.rvt ' Luchtverversing opslagruimte = oppervlakte x 10 = 9,0 x 10 = 90 dm³/s toevoer: toegangsdeur afvoer: mechanische afzuiging, gevel ,00 / Aanrijdpaal r: B SK r: Aansluiten op gemeente riool met bestaande uitlegger Afvoer coefficient max l/s (totaal coefficient 4 uitleggers = 1.67 l/s) Aftappunt drogeblusleiding DRAIN GOOT Pomput kelderriolering SK riool Ø Bergingsriool Ø800 C Aanrijdbeveiliging SK mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm 4573 optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: 16,00 / 1000 Deur t.b.v. onderhoud DB ,00 / 1000 SK 13 16,00 / DB mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm ELEKTRA VWA WATER Bergingsriool Ø800 optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: 60 9 Gevelvulling: Metselwerk roodbruin in structuur (alleen voorzijde voorzien van antigraffity) 16,00 / ,00 / P VLOERNIV O 50+P NV VLOERNIV O 50+P PEIL = 0 (= 6580+NAP) NV LIFT Sleutelkluis Aansluitpunt drogeblusleiding NV Gevelvulling: Aluminium vliesgevel incl blank glas conform NEN VLOERNIV O 1235-P A B 2420 D-0.1 BMC 1A opp: 34,0 m² Aansluiten op gemeente riool met bestaande uitlegger Afvoer coefficient max l/s (totaal coefficient 4 uitleggers = 1.67 l/s) mm 220 mm 1500 mm 900 mm 1000 mm r: 7500 optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: Gevelvulling: Metselwerk roodbruin in structuur (alleen voorzijde voorzien van antigraffity) Gevelvulling: staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN 2443 incl. plaatselijk gevelbeplanting (zie geveltekening) r: 3750 Platformlift

38 Platformlift Deur t.b.v. onderhoud HWA mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm HWA P HWA HWA Gevelvulling: Metselwerk roodbruin in structuur (alleen voorzijde voorzien van antigraffity) HWA Deur t.b.v. onderhoud LM LM A' A LM P 7 7 r: 50 HWA ' D ' 64 64' TRAFO D-0.3A LM LM HWA HWA HWA P 7 HWA HWA HWA HWA A' 1600 HWA HWA P 7 r: LM D Gevelvulling: staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN ' LM F1 C' LM LM LM LM LM LM 1830 LM LM LM LM B' 119,97 / ' F1 C' C 119,81 / 1000 X 33 F 37 Y 38 Roosters op verdieping t.b.v onderhoud geluidscherm aan te brengen door derden Vluchttrap door derden t.b.v. calamiteiten spoor E' Deur alleen vanaf spoorzijde te openen D 39 F' E' F' B C NIVO +1 LM P :41:41 10 Vluchttrap door derden t.b.v. calamiteiten spoor LM P Geluidscherm door derden MATERIALEN EN KLEUREN Legenda 51' SAB 18/988 (gevelbeplating) Staalconstructie, conservering thermisch verzinkt en plaatselijk gecoat in kleur RAL8004 en RAL9010, conform tekening BA-300. thermisch verzinkt enkelstaafs draadmat, Ø6 mm, maaswijdte 50x200 mm Metselwerk 100 mm Prefab beton 100 mm Verdiepingsvloer middels geprefabriceerde TT betonvloeren, kleur: betongrijs. Belijning van de bladeren op het dek kleur bruin. Parkeervakken op het parkeerdek kleur groen. bar brandhydrant, nader te realiseren door derden bhb brandhydrant, bestaand db droge blusleiding put hemelwaterafvoer put, Ø100 hwa hemelwaterafvoer, Ø100 lm lichtmast De daken worden als groene daken uitgevoerd. mv mechanische ventilatie sk straatkolk, 300x300 mm Balusters en leuningen van thermisch verzinkt staal. sp NV schrobput, 200x200 mm noodverlichting Trappen en bordessen t.p.v. de vluchttrappenhuizen/secundaire entrees in thermisch verzinkt staal met perfotreden. Trappen en bordessen t.p.v. het hoofdtrappenhuis in beton, kleur: betongrijs. Aluminium gevelkozijnen van het trappenhuis in kleur RAL ' 64 64' E Begane grond middels klinkerbestrating. Zoveel als mogelijk hergebruiken en daar waar nodig nieuwe klinkerbestrating. Rijbanen grijs, vakken antraciet en belijning wit. Verkeers- pijlen, belijning en emblemen kleur wit. 55 niveau - 0,5 / : subtotaal 353 pp incl. 3 miva pp conform PvE 3 pp 2400x3800mm 1 pp (A1/2) voldoet (theoretisch) niet aan PvE, maar voldoet praktisch wel 356 PP incl. 3 miva pp niveau MV : 97 pp niveau + 0,5 : subtotaal 358 pp incl. 4 miva pp conform PvE 3 pp 2400x3800mm 1 pp (A1/2) voldoet (theoretisch) niet aan PvE, maar voldoet praktisch wel 361 PP incl. 4 miva pp totaal : 814 pp incl. 7 miva pp zelfsluitende deur MK 60 min brandwerenheid meterkast vluchtrouteaanduiding Gevelbekleding t.p.v. de trappenhuizen en de hoofd in- uitrit: baksteen, kleur rood/bruin. vluchtrouteaanduiding naar aansluitend terrein N 12 Gevelbekleding:gevelbeplating borstwering, kleur: Terracotta. Thermisch verzinkte draadstaal matten maas 50mm x 200mm. Het plaatsen van standaard parkeerdekbewijzering conform NEN Ten behoeve van inrijdbeveiliging zal de inrit van het parkeerdek op de begane grond worden voorzien van een bord met de maximale doorrijdhoogte daarop aangegeven. brandblussers: codering N=schuimblusser/ K=koolzuurblusser/ O=poederblusser, gewicht brandmeldcentrale, voorzien van synoptisch tableau. zichtbaar vanaf buiten BMC basalt split, zwart, 50 mm B Diverse wijzigingen n.a.v. opmerkingen brandweer Noord-Brabant A Diverse wijzigingen Versie Omschrijving Datum bodembedekker betonklinkers, grijs, 210x105x80 mm opdrachtgever NS Stations werknr. werk P&R Den Bosch onderdeel Plattegrond nivo +1 plaats Den Bosch G62 2-componenten belijning en pijlen, RAL 9010 (verdiepingen) belijning en pijlen d.m.v. witte klinkers (begane grond) teknr. get schaal 1 : 200 BA-102 fase OG form. A0 PKA paraaf betontegels zonder vellingkant, antraciet, 500x500x50 mm betonklinkers, antraciet, 210x105x80 mm (begane grond) vloercoating parkeervak, groen (verdiepingen) d.d. riolering PVC, Ø125 riolering PVC, Ø160 riolering PVC, Ø200 riolering PVC, Ø250 Stationsplein 8H 6221BT Maastricht riolering PVC, Ø315 bergings riool, Ø800 hoogtemaat t.o.v. peil (peil 0 = NAP) 0.0 [naam] ruimtenummer inclusief naamgeving. alle ruimten vallen onder overige gebruiksfuncties. bochtstralen volgens PvE (binnenstraal 3750 mm, buitenstraal 7500 mm) MH architecten telefoon internet info@mh1architecten.nl Hietweideweg XX Twello postbus AB Twello telefoon fax info@adst.nl internet I:\Werk_G\G62_P+R_Den_Bosch\DRAW\G62_Revit\G62_Pdek_Den_Bosch2014.rvt 9 B' LM B 1 : r: A 47 TRAFO HWA HWA 16,00 / mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm E optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: LM LM mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm 173 mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm r: 7500 Gevelvulling: SAB 18/988 (gevelbeplating) Kleur: Terracotta Voorzien van antigraffity LM B 41 HWA LM 1A Y 40 X optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: LM D Deur t.b.v. onderhoud 172 mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm ,00 / LM 181 mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm Gevelvulling: staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN 2443 incl. plaatselijk gevelbeplanting (zie geveltekening) optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: D LM optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: Gevelvulling: Metselwerk roodbruin in structuur (alleen voorzijde voorzien van antigraffity) 1600 P 7 LM 5100 C HWA P 7 LM r: F mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm 36 HWA r: ' optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: 4573 LM 35 HWA LM D 34 16,00 / 100 B optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: r: 19' 172 mm 210 mm 900 mm 900 mm 1000 mm Aanrijdpaal 19 HWA ,00 / r: C 18 HWA Aftappunt drogeblusleiding VLOERNIV O 50+P DB PEIL = 0 (= 6580+NAP) 17 optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: 16,00 / 1000 HWA 11 HWA Gevelvulling: Metselwerk roodbruin in structuur (alleen voorzijde voorzien van antigraffity) 16,00 / 1000 P Gevelvulling: Aluminium vliesgevel incl blank glas conform NEN VLOERNIV O 50+P 1618 LIFT VLOERNIV O 1600+P D ,00 / ,00 / B 2420 A BMC 1A opp: 34,0 m² r: mm 220 mm 1500 mm 900 mm 1000 mm r: 3750 optrede: aantrede: breedte: leuning trap: leuning bord: Gevelvulling: Metselwerk roodbruin in structuur (alleen voorzijde voorzien van antigraffity) Gevelvulling: staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN 2443 incl. plaatselijk gevelbeplanting (zie geveltekening)

39 Aluminium gevelkozijn kleur: RAL A 1B 2 3 Metselwerk roodbruin SAB 18/988 (gevelbeplating) Kleur: Terracotta Voorzien van antigraffity A 11 Draadstaal ' C B ' Geluidscherm door derden D BK spoor e verd Peil +0 Achtergevel LINKS C : D ' ' 64 64' Geluidscherm door derden Pallas hekwerk (hergebruiken) 1e verd Peil +0 Achtergevel RECHTS 1 : Staalconstructie RAL 9010 Pallas hekwerk (hergebruiken) voorzien van begroeiing Speedgates RAL Metselwerk roodbruin voorzien van antigraffity ' 64 63' Gevelvulling: Doorlopendegevelbeplating borstwering staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN 2443 incl. plaatselijk gevelbeplanting, conform Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr Draadstaal maas 50x SAB 18/988 (gevelbeplating) Kleur: Terracotta Voorzien van antigraffity ' Metselwerk roodbruin voorzien van antigraffity Gevelvulling: Doorlopendegevelbeplating borstwering staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN 2443 incl. plaatselijk gevelbeplanting, conform Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr Bestaande Trafo D Hier wordt de volgende tekst voorzien: LPG auto's hier inrijden. LPG auto's op verdieping parkeren. 1 : 200 F' C' F1 B' A' Draadstaal Aluminium gevelkozijn kleur: RAL 9010 D' Metselwerk roodbruin voorzien van antigraffity 5000+BK spoor 5184 Metselwerk roodbruin voorzien van antigraffity Draadstaal D A 3880 SLUITELKLUIS + SLEUTELSCHAKELAAR SPEEDGATES F B Staalconstructie RAL ' Gevelvulling: Doorlopende gevelbeplating borstwering staalmat Ø6 50/200 thermisch verzinkt, volledig afsluitbaar open karakter en voldoet aan ventilatie conform NEN 2443 incl. plaatselijk gevelbeplanting, conform Brandbeveiligingsconcept Nieman Raadgevende Ingenieurs met kenmerk Wz110576aaA0.sbr SAB 18/988 (gevelbeplating) Kleur: Terracotta Voorzien van antigraffity C 1000 D 38 Staalconstructie RAL D Voorgevel LINKS 40 D Metselwerk roodbruin voorzien van antigraffity Staalconstructie RAL 9010 E 33 1e verd Peil Draadstaal maas 50x SAB 18/988 (gevelbeplating) Kleur: Terracotta Voorzien van antigraffity ' 19 C Metselwerk roodbruin voorzien van antigraffity B 1A Metselwerk roodbruin voorzien van antigraffity A B :41:59 90 E e verd Peil e verd Peil Zijgevel ingang 1 : 200 F D Zijgevel station 1 : e verd Peil +0 F Voorgevel RECHTS C 1 : 200 MATERIALEN EN KLEUREN Begane grond middels klinkerbestrating. Zoveel als mogelijk hergebruiken en daar waar nodig nieuwe klinkerbestrating. Rijbanen grijs, vakken antraciet en belijning wit. Staalconstructie, conservering thermisch verzinkt en plaatselijk gecoat in kleur RAL8004 en RAL9010, conform tekening BA-300. Verdiepingsvloer middels geprefabriceerde TT betonvloeren, kleur: betongrijs. Verkeers- pijlen, belijning en emblemen kleur wit. Belijning van de bladeren op het dek kleur bruin. Parkeervakken op het parkeerdek kleur groen. De daken worden als groene daken uitgevoerd. Balusters en leuningen van thermisch verzinkt staal. Trappen en bordessen t.p.v. de vluchttrappenhuizen/secundaire entrees in thermisch verzinkt staal met perfotreden. Trappen en bordessen t.p.v. het hoofdtrappenhuis in beton, kleur: betongrijs. C Diverse wijzigingen n.a.v. opmerkingen brandweer Noord-Brabant B Diverse wijzigingen A Diverse wijzigingen Versie Omschrijving Datum Aluminium gevelkozijnen van het trappenhuis in kleur RAL9010. opdrachtgever NS Stations werk P&R Den Bosch onderdeel Gevels plaats Den Bosch Gevelbekleding t.p.v. de trappenhuizen en de hoofd in- uitrit: baksteen, kleur rood/bruin. Gevelbekleding:gevelbeplating borstwering, kleur: Terracotta. Thermisch verzinkte draadstaal matten maas 50mm x 200mm. Het plaatsen van standaard parkeerdekbewijzering conform NEN Ten behoeve van inrijdbeveiliging zal de inrit van het parkeerdek op de begane grond worden voorzien van een bord met de maximale doorrijdhoogte daarop aangegeven. werknr. get. Stationsplein 8H 6221BT Maastricht MH architecten telefoon internet teknr info@mh1architecten.nl G62 d.d schaal 1 : 200 BA-300 fase OG form. A0 PKA paraaf Hietweideweg XX Twello postbus AB Twello telefoon fax info@adst.nl internet I:\Werk_G\G62_P+R_Den_Bosch\DRAW\G62_Revit\G62_Pdek_Den_Bosch2014.rvt 91 Staalconstructie RAL 9010

40 1 1A BMC ' T T-01 VLOERNIVO 1235-P muurleuning A VLOERNIVO 50+P 1600 T Platform lift P 7 Ø 1500 T-02 B.K. Balustrade 1m boven vloer (onder afschot) VLOERNIVO 1600+P A' T-04 D-0.3A VLOERNIVO 1600+P 1000 VLOERNIVO 1235-P T-03 T T VLOERNIVO 50+P A' T-05 Vloernivo VLOERNIVO 1235-P ' Vloernivo 50+ T-05 Hoofdtrappenhuis 1 : 50 Noodtrap inrit 1 : ' ' 1681 Spijlen hekwerk thermisch verzinkt Prefab betonen trap 1e verd trap hekwerk thermisch verzinkt Stalen trap thermisch verzinkt incl. perfo treden e verd e verd :43: Peil Peil +0 trap hekwerk thermisch verzinkt Stalen trap thermisch verzinkt incl. perfo treden Peil +0 keldervloer T-04 1 : 50 A' keldervloer T-02 1 : T-05 1 : e verd muurleuning prefab betonen trap Peil +0 Liftschacht trap hekwerk thermisch verzinkt Stalen trap thermisch verzinkt incl. perfo treden 16,00 / e verd Peil +0 B A Diverse wijzigingen n.a.v. opmerkingen brandweer Noord-Brabant Diverse wijzigingen keldervloer T-01 1 : T-03 1 : keldervloer Trappen conform bouwbesluit 2012: optrede max m aantrede min m Versie opdrachtgever werk onderdeel plaats Omschrijving NS Stations P&R Den Bosch Trappenhuizen Den Bosch Stationsplein 8H 6221BT Maastricht MH architecten telefoon info@mh1architecten.nl internet werknr. teknr. get. G62 BA-800 PKA Datum d.d. schaal fase form. paraaf 1 : 50 OG Hietweideweg XX Twello postbus AB Twello telefoon fax info@adst.nl internet A1 I:\Werk_G\G62_P+R_Den_Bosch\DRAW\G62_Revit\G62_Pdek_Den_Bosch2014.rvt

41 BOUWVERKEER LEKKERBEETJESSTRAAT Tijdelijk natuurlijk talud tijdens bouw DB BOUWHEKWERK BOUWHEKWERK (Bestaand hekwerk parkeerterrein) m 34 DB Erfgrens - Directieunit - Schaftunit + sanitaire m 34 Zaagloods Zeecontainers Berlinerwand ca 65 m² opslag straatbanden gaashekwerk VERBODEN VOOR ZWAAR BOUWVERKEER BOUWHEKWERK (Bestaand hekwerk parkeerterrein) m² reeds vrijgegeven terrein m m 2kW Erfgrens m ca 450 m² opslag pui m 18,5 Aansluitpunt water/riool 2kW m 22 Erfgrens 30 18,5 22 m m 30 m ca 480 m² opslag klinkers Fase1 18,5 Fase2 m 22 m 18,5 ca 750 m² opslag uitgekomen grond m 22 m Bouwbord 30 Fase2 BOUWHEKWERK (Bestaand hekwerk parkeerterrein) 30 m Erfgrens m 11m lijn t/m hart spoor Fase3 Fase3 Fase4 Erfgrens BOUWHEKWERK or hart spo m t/ jn li 11m KWERK BOUWHE hekwerk d (Bestaan rrein) e rt e e rk a p BOUWHEKWERK 11m lijn t/m hart spoor :33:44 perron Bouwplaats 1 : 500 C B A Omval cirkel Omval cirkel straatwerk d lu ta na tu ur lijk ta lu d Definitief natuurlijk talud t.p.v. Tussen stramien 9 t/m 29 Tussen stramien 42 t/m 66 de tij fundatie conform opgave constructeur e lijk n jk rli uu t a d lu ta Peil +0 keldervloer m 22 BOORSTELLING: - Gewicht: kg - Maximale paaldiameter: 650 mm - Maximale paallengte: 13,50 m1 - Afmetingen: 3,8 m1 x 8,0 m1 - Makelaar lengte totaal: 18,5 m1 - Transportlengte (excl. dieplader): 18,5 m1 MOBILE KRAAN: - hydraulische rupskraan 100 t - afmetingen rups: 5,0 m x 6,4 m - max. vlucht:22 m (bij 13,2 ton) - max. vlucht:30 m (bij 8,2 ton) - hoogte: 34,0 m Tijdelijk natuurlijk talud tijdens bouw. Wordt met uitgekomen grond aangevuld. Hier wordt openbare ruimte gerealiseerd. B Diverse wijzigingen n.a.v. opmerkingen brandweer Noord-Brabant A Diverse wijzigingen Versie Omschrijving Datum opdrachtgever NS Stations werknr. werk P&R Den Bosch onderdeel Bouwplaats inrichting plaats Den Bosch get. Stationsplein 8H 6221BT Maastricht MH architecten KRAAN/BOORSTELLING WORDEN GEAARD AAN HET SPOOR telefoon internet teknr info@mh1architecten.nl G62 d.d schaal 1:500/100 As indicated. OG BA-900 fase PKA paraaf form. Hietweideweg XX Twello postbus AB Twello telefoon fax info@adst.nl internet I:\Werk_G\G62_P+R_Den_Bosch\DRAW\G62_Revit\G62_Pdek_Den_Bosch2014.rvt jk rli uu at fn itie fin De Ti jd el ijk 1e verd m aanrijdbeveiliging 30 ERFGRENS = HUIDIG HEKWERK 2978 m Staalconstructie RAL 9010 volgens opgave constructeur TT-vloerplaten 34 18,5 m Staalconstructie thermisch verzinkt volgens opgave constructeur

42 Bijlage 2 Bespreekverslag 13 september 2013 Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

43 Project: Parkeergarage P&R Den Bosch Verslag : Bespreking brandweer P&R garage Mayweg Den Bosch Verslagnummer : 3 Plaats : Tuinstraat 2-4, Rosmalen Datum/ tijd : 13 september 2013 Aanwezigen : Eelco Westerveld EWE Brandweer Brabant Noord Ruud van Liempd RVL Brandweer Brabant Noord Lieuwe de Witte LDW Nieman Raadgevend Ingenieurs Ruud van Herpen RVH Nieman Raadgevend Ingenieurs Neeltje Wijtvliet NWI Gemeente Den Bosch Jeroen Drenth JDR ADST Niels Lewis NLE ADST Distributie Bijlagen : alle bovengenoemde personen + Sigrin Drost NRI : nvt B=beslissing O=opmerking V=vraag A=actie v Nr. Omschrijving BOVA door datum 1 Brandscenario NLE begint de bepreking door aan te geven dat tijdens de voorbesprekingen O uitgangspunten zijn vastgesteld waarop de berekeningen en het definitief ontwerp zijn uitgevoerd en de vergunning is ingediend. Hij geeft aan dat de er nu wordt afgeweken van de eerder afgesproken uitgangspunten en dat dit vertraging oplevert in de procedure en dat dit consequenties heeft voor het project omdat de subsidie deadline (uiterlijk week 52 vergunning) niet wordt gehaald. EWE geeft aan dat hij in het voortraject verkeerd heeft gehandeld omdat hij tijdens de voorbespreking de consequenties niet had overzien door het intrekken van de LNB richtlijn en dat hij daarom een akkoord had gegegeven op de besproken uitgangspunten in het voortraject. Achteraf gezien had hij RVL eerder bij het project moeten betrekken, zodat de opmerkingen zoals nu gemaakt al eerder besproken hadden kunnen worden. RVL en EWE geven aan dat in de huidige rapportage een effectieve B brandweerinzet in het compartiment niet gegarandeerd is. Dit is het grootste bezwaar op het concept dat er nu ligt. NWI geeft daarnaast aan dat het college een dergelijk scenario en bijbehorende gevolgen wil voorkomen. RVH en LDW geven aan dat een effectieve brandweerinzet in het compartiment met natuurlijke ventilatie niet valt te garanderen, omdat dit sterkafhankelijk is van de optredende windcondities bij een brand. Dit kan alleen worden gegarandeerd met mechanische ventilatie (verdringingsventilatie) en dat is voor deze garage geen optie. Uitkomst van de discussie is dat het concept op een aantal punten wordt aangepast, zodat de kans van slagen van een effectieve brandweerinzet (gedeeltelijk van buitenaf) wordt vergroot. Op basis van het bovenstaande geeft de brandweer aan dat ze graag de volgende punten verder onderbouwd/uitgewerkt/aangevuld willen zien op basis B VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 1

44 van het brandscenario als reeds in de rapportage d.d is opgenomen: Meer ventilatieopenheid in de gevel Garantie melding brand Nadere onderbouwing constructie om bezwijken te voorkomen t.b.v. brandweerinzet Mogelijkheden randweerinzet verbeteren/ Daarnaast: Alarmering personen Overige opmerkingen van de brandweer uit het advies Meer ventilatieopenheid in de gevel RVL geeft aan dat nu niet is te waarborgen dat in de rapportage beschreven openheid, kan worden gewaarborgd. Daarnaast zou hij graag meer openheid in de gevel willen dan de minimale openheid als in de rapportage omschreven. ADST geeft aan dat zij naast de realisatie van de garage ook d.m.v. een 10 jarig onderhoudsontract het onderhoud gaan verzorgen en dus ook het onderhoud voor de gevel. De gevel wordt een aantal keren per jaar gesnoeid zodat deze voldoende ventilatie openheid bezit. ADST zal onderbouwen wat het onderhoudscontract inhoudt en hoe wij waarborgen dat de gevel voldoende openheid behoudt voor de noodzakelijke openheid voor ventilatie. LDW zal dit opnemen in de brandrapportage. In de gevel zijn er delen wel begroeid en delen niet begroeid. ADST zal opties bekijken hoe we de gevel zo kunnen indelen met wel/niet begroeiing, zodat de gehele gevel meer openheid bezit dan de openheid als aangegeven in het brandrapport. Dit zal dan ook op de geveltekening verwerkt worden. NWI geeft aan dat er al een akkoord is van Welstand en dat zij altijd een nieuw voorstel bij de welstand kan voorleggen. Dit heeft dan ook geen consequenties voor de omgevingsvergunning procedure. B O A NLE/ LDW Voor 27 sept. A NLE Voor 27 sept. 4 Garantie melding brand In de brandrapportage staat nu beschreven dat er verwacht mag worden dat de brand gedetecteerd wordt doordat de garage is uitgerust met een camera bewakingssysteem. RVL en EWE willen graag een onderbouwing hoe er gegarandeerd kan worden dat er binnen een bepaalde tijd melding kan worden gedaan van de brand bij de brandweer. ADST zal bij Q-park nagaan hoe deze procedure in zijn werk gaat. De volgende punten moeten o.a. in de procedure verwerkt zijn: de tijden dat er iemand aanwezig is bij de bewaking van de beelden; Hoe hij/zij de bewakingsbeelden afleest (verspringen de beelden om de x aantal seconden?); Of er binnen 5 minuten melding mogelijk is vanuit de bewaking. Ook zal ADST alternatieven onderzoeken. LDW zal dit opnemen in de rapportage O B A NLE/ LDW Voor 27 sept. 5 Nadere onderbouwing constructie om bezwijken te voorkomen t.b.v. brandweerinzet RVL en EWE willen een nadere onderbouwing hebben dat brandweerinzet binnen in de garage altijd mogelijk is en dat de constructie bij brand dus niet zal bezwijken. De optredende temperatuur en de kritieke temperatuur liggen dusdanig dicht op elkaar dat zij het nodig achten om meer marge in te bouwen. LDW en RVH geven aan dat er in de uitgangspunten en de berekeningen van de A LDW Voor O VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 2

45 staaltemperatuur de nodige marges zijn opgenomen. Dit geldt ook voor de berekeningen van de kritieke staaltemperatuur volgens de Eurocode. Zij zullen deze marges en dus de optredende staaltemperatuur nadrukkelijker onderbouwen. ADST zal de constructieberekeningen aanleveren waarin de berekeningen van de kritische staaltemperaturen zijn beschreven en waaruit ook de veiligheidsmarge is af te leiden. ADST zal een onderbouwing aanleveren van de 60 minuten brandwerendheid van de dubbel T betonvloer platen. Deze zal door LDW worden opgenomen in de brandrapportage. 27 sept. A NLE Voor 27 sept. A NLE/ LDW Voor 27 sept. 6 Mogelijkheden randweerinzet /verbeteren RVL geeft aan dat inzet vanaf de weg (mayweg) goed mogelijk is omdat er O voldoende brandkranen aanwezig zijn. RVL geeft aan dat er langs de gevel voldoende ruimte moet zijn voor een O zogenaamde haven voor een waterkanon zodat de brandweer ook vanuit de gevel een brandweerinzet kan bewerkstelligen. Bij een verrookte garage zal de inzet namelijk vooral van buitenaf plaatsvinden. Langs de gevel wordt plaatselijk een haag geplant. Tussen de haag en de gevel is een ruimte van 1 meter (zie ook doorsnede tekening). Om de brandweer voldoende ruimte en dus de mogelijkheid te kunnen bieden om ook vanuit de A NLE/ LDW Voor 27 sept. gevel een brandweerinzet te kunnen doen, zal de haag om de 2 á 3 meter onderbroken worden. Dit zal op tekening verwerkt worden. LDW zal dit ook beschrijven in de brandrapportage. 7 Alarmering personen EWE geeft aan dat er nu de mogelijkheid bestaat dat er in een deel van de O garage brand is, zonder dat het opgemerkt hoeft te worden in het andere deel. Hier moet een bepaalde vorm van signalering voor worden gerealiseerd (alternatief voor ontruimingsalarm). ADST zal in de parkeergarage bebording voorzien die kunnen worden ingeschakeld. Op deze bebording wordt aangegeven dat de garage moet worden verlaten bij een calamiteit. Naast deze borden wordteen flits/knipper signalering A NLE/ LDW Voor 27 sept. ophangen. Met de bebording en deze signalering worden de bezoekers gealarmeerd bij brand. Dit zal op tekeningen worden aangegeven en in de brandrapportage worden beschreven/vermeld. 8 Overige opmerkingen van de brandweer uit het advies De punten uit het advies zijn hieronder weergegeven, met daaronder de actiepunten beschreven. 9 Planning RVL geeft aan dat hij graag twee weken voordat de aanvullende stukken worden O toegestuurd, hierover wordt geïnformeerd. Zo kan hij tijd inplannen om de aanvullende stukken te beoordelen. RVL geeft aan dat de beoordelingstijd niet is in te schatten. O ADST zal uiterlijk maandag 30 september de aanvullende stukken als B NLE 30 VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 3

46 beschreven in dit verslag toesturen voor beoordeling. sept. 8. Overige opmerkingen van de brandweer uit het advies Aandachtspunten Algemeen: Om binnen het project te kunnen spreken van gelijkwaardig moet gewaarborgd zijn dat het plan voor de bezoekers voldoende veilig is op het gebied van o.a. bruikbaarheid, vluchtveiligheid en gezondheid. Voor de brandweerinzet moet het plan voldoende veilig zijn om te garanderen dat deze haar inzet tijdig en effectief kan doen. Van gelijkwaardigheid is nu geen sprake omdat er niet is gewaarborgd dat de Brandweer effectief zijn inzet kan doen. AFGESPROKEN: Conform punt 1 t/m 7. Conform het scenario in hoofdstuk en hoofdstuk 3.3 doet de brandweer na aankomst op de locatie een inzet om de brand te blussen. Om deze inzet te kunnen doen dienen op dat moment de omstandigheden dusdanig te zijn dat er voor de brandweer ten minste zicht op de brand is. Uit de uitgevoerde berekening, zoals in hoofdstuk 7.3, blijkt dat op het moment dat de brandweer haar inzet moet doen, tijdstip 30 minuten, de zichtlengte gereduceerd is tot minder dan 3 meter. Hierdoor is het voor de brandweer niet mogelijk haar inzet te doen. De toegepaste natuurlijke ventilatie voldoet hiermee niet aan de inzet vereiste voor de brandweer. Een voorziening om te borgen dat de brandweer wel zicht op de brandhaard krijgt of een exact juiste plaatsbepaling kan doen is niet in de gelijkwaardigheidsaanvraag opgenomen. Ook moet worden aangetoond dat de aanwezige stralingsintensiteit van de brandhaard voor de brandweer handelbaar is. AFGESPROKEN: Conform punt 1 t/m 7. Als belangrijk aandachtspunt geldt daarnaast dat de CFD berekening te weinig onderbouwd wordt in het rapport. De gelijkwaardige oplossing in paragraaf moet beter worden onderbouwd en controleerbaar in het rapport worden weergegeven. Dit geldt eveneens voor het deel van het rapport waarin de temperatuur wordt berekend die optreedt in de constructiedelen als in het deel waar wordt berekend wat de kritische temperatuur is voor de constructiedelen. AFGESPROKEN: De CFD berekening voor het bepalen van de staaltemperatuur wordt verder onderbouwd door Nieman RI en verwerkt in de rapportage. Actie LDW Hoofdstuk 2: In paragraaf wordt gesproken over het gebruikskader gebruiksventilatie. Volgens het bouwbesluit dient hierbij aan minimale eis van 3 dm3/s/m2 te worden voldaan. Gesteld wordt dat als wordt voldaan aan gebruiksventilatie volgens NEN 2443:2000 er niet meer behoeft te worden gerekend aan/met de door het bouwbesluit gegeven hoeveelheid. Deze stelling in de gelijkwaardigheidsaanvraag niet nader onderbouwd. AFGESPROKEN: Verdere onderbouwing van de 3 dm3/s/m2 opnemen in de brandrapportage. Actie LDW In het rapport wordt uitgegaan van de NEN 2443:2000 en niet van de nieuwste norm de NEN 2443:2013, onduidelijk is waarom de keuze is gemaakt en wat dit voor gevolgen heeft voor het plan. Ook is in de NEN 2443:2000 is opgenomen dat indien niet wordt voldaan aan de rechtstreeks werkende vereisten voor natuurlijke ventilatie er mechanische ventilatie moet worden toegepast, zie hiervoor artikel AFGESPROKEN: Het gebruik van de NEN 2443:2000 is namens de brandweer akkoord. Verdere onderbouwing waarom de NEN 2443:2000 is toegepast opnemen in de brandrapportage. Actie LDW VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 4

47 Als laatste alinea van paragraaf wordt er gesproken van het weer in bedrijfstellen van de parkeergarage als deze rookarm is. Voor de term is geen onderbouwing in zichtlengtes gegeven. De zichtlengte uit figuur 8 van hoofdstuk 7.3 loopt echter maar tot waarde van 30 meter. Een zichtlengte van 30 meter mag echter niet gelijk worden gesteld aan rookarm. Er kan slechts van rookarm worden gesproken indien de zichtlengte ten minste 100 meter bedraagt. Deze benodigde zichtlengte is in het rapport niet verantwoord. AFGESPROKEN: NEN 6098 geeft aan dat rookarm overeenkomt met een zichtlengte van 15 m. De CFD berekening met betrekking tot brandventilatie wordt uit het rapport verwijderd. Vergroten mogelijkheden brandweerinzet conform punten 1 t/m 7. Actie LDW Hoofdstuk 3: Het brandscenario spreekt er in paragraaf 3.3 over dat het mogelijk is dat de brand door de optredende omstandigheden door de brandweer niet geblust kan worden waardoor er verdere verspreiding van de brand plaats kan vinden. Onder dit scenario is het dus mogelijk dat de brand voort blijft duren en dat de berekende instandhoudingstijd van de draagconstructie niet kan worden gegarandeerd. Hiermee wordt dus een toestand bereikt die voor de brandweer niet acceptabel is. Te allen tijde zal dus gegarandeerd moeten zijn dat de brandweer inzet mogelijk is en dit brandscenario niet op kan treden. AFGESPROKEN: De thermische en constructieve berekeningen worden verder onderbouwd door Nieman RI zoals bij nadere onderbouwing conform punt 5 beschreven. 3.4 De initiële temperatuur van 20o C is omgerekend naar Kelvin 283 i.p.v. 293 K. AFGESPROKEN: Wordt aangepast in de brandrapportage. Actie LDW Hoofdstuk 4: Bij het gebruik van het CFD model is slechts de stromings- en stralingsbelasting van de brand op de draagconstructies berekend. Echter gezien de positionering van de voertuigen t.o.v. de constructie zal er ook altijd spraken zijn van vlamcontact en moet de geleidingsbelasting op de constructie ook worden berekend. AFGESPROKEN: In de CFD berekening wordt wel degelijk rekening gehouden met vlamcontact. In de thermodynamische berekeningen wordt rekeningen gehouden met de thermische respons van de constructie. Dit zal worden toegelicht in de rapportage. Actie LDW De berekening volgens het fysisch brandmodel ( 4.2) maakt gebruik van het zone model Ozone. Ozone is niet gevalideerd voor dergelijke grote ruimten. Door de aanname dat de temperatuur overal homogeen is wordt nu een verkeerd beeld verkregen. AFGESPROKEN: Berekeningen met Ozone worden uit het rapport verwijderd. Actie LDW Bijlage 5: De ventilatie behoefte wordt berekend op basis van het 8-uur gemiddelde. Hiermee is er geen inzicht gegeven in eventueel optredende piekbelastingen. Een piekbelasting van CO, tot op 30 minuten nauwkeurig, moet worden berekend en worden toegevoegd aan het rapport. Als maatregel om de berekende noodzakelijke 56% openheid van de gevel te waarborgen is in 5.2 voorgesteld een hovenier hierop controle te laten uitvoeren. Naar onze inschatting zal dit in de praktijk erg lastig blijken te zijn en is deze oplossing voor de gemeente zeer slecht tot niet juridisch handhaafbaar. Het moet daarom zeer aannemelijk zijn dat deze maatregel in de praktijk ook echt goed gaat werken. Aangegeven moet worden welke waarborgen hierop worden genomen. VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 5

48 In het rapport is niet aangegeven onder welke omstandigheden er, ondanks het verbod op het parkeren van LPG auto s, ter plaatsen van het LPG verbod (dichte deel) een dusdanige situatie kan optreden dat hier sprake is van een gevaarlijke situatie kan ontstaan. (aantal lekkende auto s, tijdsduur lekkage en Het risico van CO ophoping wordt in de laatste alinea benoemd, maar één gelijkwaardige voorziening om dit risico te verminderen wordt niet aangegeven. Een gelijkwaardige voorziening hieromtrent moet aan het rapport worden toegevoegd. AFGESPROKEN: Een controle onderbouwing opstellen. Daarnaast beschrijven wat het model nu daadwerkelijk doet/uitrekent. Volgens het besluit luchtkwaliteit geldt alleen de 8 uur gemiddelde waarde. Er wordt dus niet gerekend met de 30 uur gemiddelde waarde. Het luchtstroommodel en toepassing daarvan wordt nader toegelicht in de rapportage. Daarnaast visueel inzichtelijk maken (op de tekeningen welke worden opgenomen in de rapportage) waar bebording wordt gerealiseerd waarop staat aangegeven dat LPG auto s op het dek moeten parkeren en waar verbodborden worden opgehangen. Dit opnemen in de brandrapportage. Actie LDW/NLE Hoofdstuk 6: Ondanks de in 6.3 geponeerde stelling zullen bij een autobrand uitslaande vlammen kunnen voorkomen. De nu gehanteerde redenering is te kort door de bocht. Een autobrand staat bekend om zijn hoge temperaturen (korte maar felle brand). De aanwezigheid van voldoende zuurstof voor de verbranding is aangenomen maar niet onderbouwd met een berekening. Of er daarbij brandoverslag naar bovenliggende parkeer laag mogelijk is of overlast voor het spoor kan ontstaan, moet worden aangetoond. AFGESPROKEN: De berekeningen met Ozone worden uit het rapport verwijderd. Een nadere onderbouwing met betrekking tot brandoverslagrisico s wordt opgenomen in de rapportage. Actie LDW Hoofdstuk 7: Een onderbouwing van de input voor de CFD berekening ontbreekt. Zie hiervoor de bijlage 1 van dit advies. AFGESPROKEN: De CFD berekening wordt verder onderbouwd door Nieman RI zoals in het verslag hiervoor beschreven. Uit 7.3 op pagina 25 blijkt dat de temperatuur hoger is dan 200 C. Hoeveel hoger is deze temperatuur en wat is hiervan het gevolg? AFGESPROKEN: Is niet meer relevant. Wordt verwijderd uit de rapportage. Actie LDW De benodigde zichtlengte van 100 meter voor het rookarm ( 2.1.3) zijn van de garage is in het rapport niet verantwoord. AFGESPROKEN: Zie toelichting bij hoofdstuk 2 hierboven. Zichtlengte blijft 30 meter. Hoofdstuk 8: In de modelering van 8.2 is niet bekend hoe de buitenkant van het model gemodelleerd is (de begrenzing van de 15x15 meter). Als deze buitenkant van het model als omgeving is gemodelleerd en er warmte uitwisseling plaats met de omgeving welke op een constante temperatuur blijft van 20 C wordt e r gerekend aan niet reële situatie. Er vindt n.l. altijd warmte uitwisseling plaats met de directe omgeving die als gevolg daarvoor op zal warmen. Dit zal leiden tot een andere uitkomst van de berekening. AFGESPROKEN: De warmte uitwisseling naar de omgeving is niet maatgevend bij het bepalen van de lokale thermische belasting. Nadere toelichting in de rapportage. VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 6

49 Actie LDW Naast de berekende opwarming door convectie en straling zal er ook warmte overdracht plaats vinden door direct vlamcontact tussen de brand en de kollommen/liggers/wanden. De temperaturen zullen daarbij plaatselijk hoger oplopen dan nu berekend. In het algemeen moet worden gesteld dat de berekening in hoofdstuk 8 erg ondoorzichtig is. Onduidelijk is hoe exact gerekend is en welke keuzes en afwegingen gemaakt zijn. AFGESPROKEN: Nadere toelichting in rapportage, zie toelichting bij hoofdstuk 4. Uit de rekenresultaten van de berekeningen van 8.3 blijkt dat er een zo klein verschil aanwezig is dat dit aanleiding zou moeten zijn om het ontwerp dusdanig te veranderen dat er een grotere spreiding komt tussen de kritische- en maximaal optredende staaltemperatuur. De gedane berekeningen zijn geen ultieme waarheid maar slechts uitkomsten van een model waarin een benadering tot de werkelijkheid wordt gesimuleerd. Op kritische punten is het verstandig om een veiligheidsfactor in acht te nemen. AFGESPROKEN: Veiligheidsfactoren zijn in de berekeningen wettelijk opgenomen. De marges in de berekening met betrekking tot de thermische berekeningen worden verder/nader onderbouwd door Nieman RI zoals in het verslag hiervoor beschrevenconform punt 5. In 8.3 op pagina 31 wordt gesproken over profielfactoren. Hier ontbreekt een deel van de zin na op as B wordt een.) Uit deze alinea blijkt onvoldoende wat het verschil is tussen wat er is berekend en wat er werkelijk aanwezig is. Dit is nu is niet te zien in het rapport. AFGESPROKEN: Wordt aangepast in de rapportage. Actie LDW Uit 7.4 blijkt niet hoe de kritische temperaturen door JVZ is berekend. Hiervan is in het rapport geen verantwoording opgenomen. De constructeur van de gemeente moet deze berekeningen kunnen toetsen. AFGESPROKEN: Berekeningen worden toegestuurd. Actie NLE Hoofdstuk 9: Voor wat betreft de in 9.1 gehanteerde uitgangspunten van een lokale zuurstof beheerste brand, zie de eerdere opmerkingen over hoofdstuk 6. Aangetoond moet worden dat de geschetste brandoverslagrisico s inderdaad niet op kunnen treden. AFGESPROKEN: Zie toelichting bij hoofdstuk 6. Er is geen nadere onderbouwing aanwezig om in het object geen brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie te installeren. Er is slechts gesteld: dat er permanent camera toezicht in de parkeergarage aanwezig is. Niet verantwoord is hoe dit camera toezicht is opgebouwd en of dat dit daarmee gelijkwaardig is aan een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie. Ook is niet beschreven hoe wordt gewaarborgd dat de brand altijd binnen vijf minuten ontdekt wordt. Tevens is niet beschreven hoe het publiek wordt gewaarschuwd en welke s zij uit moeten voeren. Hierbij moet gedacht worden aan Luidalarm en pictogrammen die bij brand oplichten dat er brand is, de motor uit moet en de garage te voet moet worden verlaten. Aansturing hiervan zou via het Q-park management systeem kunnen. AFGESPROKEN: Zie afspraken in het verslag hierboven. De vluchtrouteaanduiding en noodverlichting, 9.3 op pagina 34 moet voldoen aan de zichtbaarheidseisen uit de NEN-EN1838. Tenzij met een berekening en lichtverspreidingspatroon wordt aangetoond dat noodverlichting niet nodig is moet er in de parkeer laag -1 noodverlichting worden aangebracht. Deze mag uiteraard worden geïntegreerd in de normale verlichtingsarmaturen. VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 7

50 AFGESPROKEN: In de parkeergarage wordt vluchtrouteaanduiding als noodverlichting voorzien d.m.v. pictogrammen onder armaturen (met geïntegreerde accu) te realiseren. Deze zal in een later stadium conform de NEN 6088 en NEN-EN1838 worden uitgewerkt. Actie NLE Conform het projectplan moeten worden voorzien in twee geboorde brandputten in de directe nabijheid van het object. Deze putten moeten onderdeel uitmaken van het bouwplan. AFGESPROKEN: Op de vergunningstekeningen is aangegeven dat er brandputten dienen te worden gerealiseerd. Voor de vergunning is dit voldoende. De gemeente is met NS in overleg over de kosten. ADST is hierin geen partij. Actie Gemeente Voor het openen van de speedgates is het onwenselijk dat de betreffende schakelaars publiekstoegankelijk zijn. Daarom mogen deze schakelaars worden voorzien van een sleutelcilinder die in het brandweersleutelplan aanwezig is. AFGESPROKEN: Wordt verwerkt op de tekeningen. Actie NLE Bijlage 2: Laatste pagina; De waarde die wordt gehanteerd voor Cd hangt sterk af van de vorm van de opening. E.e.a. moet nader onderbouwd worden. Ook de aanwezigheid van gaaswerk met beïnvloeden plantengroei de luchtstroom. Onduidelijk is trouwens waar dit luchtstroom model is gebruikt in de berekeningen. AFGESPROKEN: De waarde voor C d is een conservatieve waarde. Het luchtstroommodel en toepassing daarvan wordt nader toegelicht in de rapportage. Actie LDW Bijlage 3: Een technical reference guide bijvoegen aan het rapport is geen verantwoording van het juiste gebruik van FDS. Deze onderbouwing en de benodigde validatie moet in het rapport worden opgenomen. AFGESPROKEN: Extra toevoegen: FDS is gevalideerd voor dit gebruik. Actie LDW Bijlage 4: Onduidelijk is waarom voor de berekende brandstofinput van een auto een koolwaterstof molecuul C16H34 wordt gebruikt. AFGESPROKEN: Is beschreven in de NEN6055. Verder wordt hier geen onderbouwing op gegeven. Uit de berekening in bijlage 4 blijkt niet of alle auto s samen als een blok gerekend wat in brand staat. Indien deze aanname is gedaan klopt de vermogensdichtheid niet meer wat de ceiling-jet beïnvloed (deze wordt nu kleiner omdat er met een te groot oppervlakte wordt gerekend. Dit heeft ook weer directe invloed op de vlamhoogte die weer van belang is bij de berekening in bijlage 8 en hoofdstuk 8. AFGESPROKEN: Het vermogenscenario is per auto opgelegd. CFD voor brandventilatie wordt verwijderd uit het rapport.. Actie LDW Niet onderbouwd is waarom er voor gekozen is de verdeling 65 % convectief en 35 % radiatief te hanteren. Dit moet worden onderbouwen. AFGESPROKEN: Dit is een uitgangspunt in FDS. Verdere uitleg beschrijven in de rapportage VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 8

51 Actie LDW Om bovenstaande opmerkingen moet de input file van FDS berekening als bijlage toegevoegd worden. AFGESPROKEN: De CFD berekening wordt verder onderbouwd door Nieman RI zoals eerder beschreven. Bijlage 9: Op welke wijze kan verklaard worden dat de in afbeelding 9.4 aangegeven maximale materiaal temperatuur bereikt omstreeks 24 minuten terwijl het piekvermogen van de brand op 30 minuten ligt? AFGESPROKEN: Bij het piekvermogen gaat het om het gesommeerde vermogen van alle auto s op een bepaald tijdstip. Dit betekent echter niet dat op dat moment ook de hoogste lokale thermische belasting optreedt, omdat dit sterkafhankelijk is van de plaats van de auto s ten opzichte van de constructieve elementen. Nadere toelichting in het rapport. Actie LDW VK-nr : G62 Datum: Versie : A Opgesteld door : NLE Blz. : 9

52 Lieuwe de Witte Van: Eelco Westerveld Verzonden: Monday, September 23, :35 PM Aan: 'Niels Lewis'; Ruud van Liempd CC: Lieuwe de Witte; Jeroen Drenth; Henk Jeurlink; Ruud van Herpen Onderwerp: RE: Verslag bespreking Hallo Niels, Ruud en ik hebben het verslag even nagekeken en hebben nog de volgende aanvullingen: Punt 4 Garantie melding brand: Bij dit punt moet ook gekeken worden naar de dekking van de camera's en of je überhaupt een brand tijdig kunt waarnemen met de camera's. Hoe zit het bijvoorbeeld met zicht op / waarneming van een brand in het motorcompartiment van een auto en daarlangs een of meerdere geparkeerde bus(sen) (dichtbij of verder af geplaatst met belemmering in het camera zicht). Wat is de kijkafstand met de camera's? Hoe worden de camera s geprojecteerd? Duidelijk moet worden gemaakt vanaf welke afstand je een brand goed kunt inschattenen, en hoe dit dekkend voor de gehele garage plaats gaat vinden. Hoofdstuk 4: De onderbouwing van de gekozen waarde voor de thermische respons bij vlamcontact moet ook worden opgenomen (25 W m2 * K). Hoofdstuk 9 3 e alinea: Noodverlichting in de rest van de garage is ook noodzakelijk. Met alleen een paar vluchtrouteaanduidingen voorzien van nood accu zal geen 1 lux in het algemeen behaalt worden. Met vriendelijke groeten, Eelco A. Westerveld Brandweer Brabant-Noord District 's-hertogenbosch e.o. Team Risicobeheersing e.westerveld@brwbn.nl Tuinstraat AA Rosmalen Postbus AE 's-hertogenbosch (Op Donderdag afwezig) Aanvragen in het kader van vergunningverlening en toezicht & handhaving dient u te sturen naar risicobeheersing.s-hertogenbosch-eo@brwbn.nl PS. Het vervaardigen van papier is een belasting voor ons milieu. Is het noodzakelijk dat u dit bericht print? Van: Niels Lewis [mailto:nle@adst.nl] Verzonden: woensdag 18 september :15 Aan: Ruud van Liempd; Eelco Westerveld CC: Lieuwe de Witte; Jeroen Drenth; Henk Jeurlink; n.wijtvliet@s-hertogenbosch.nl; r.vanherpen@nieman.nl Onderwerp: Verslag bespreking Beste Ruud, Eelco e.a., Hierbij stuur ik jullie het verslag van de bespreking van afgelopen vrijdag. Indien jullie opmerkingen en/of aanvullingen hebben dan horen wij dat graag. Zo niet, dan graag een akkoord op het verslag. 1

53 Bijlage 3 Brandwerendheid TT vloeren Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

54 5.1 Ingenieursbureau BETONSON BV Opdrachtnr. : 6320 Omschrijving : Parkeervoorziening Stadswerven-Zuid Onderdeel : B Controle brandwerendheid NEN-EN NB De betonconstructie moet voldoen aan een brandwerendheid-eis van 60 minuten => R60 Bij de TT-platen wordt voor de bepaling van de brandwerendheid onderscheid gemaakt tussen brand aan bovenzijde en brand onderzijde van de plaat. Brand aan de bovenzijde van de plaat is niet maatgevend. Brandwerendheid van de TT-plaat aan onderzijde is getoetst aan tabel 5.5 NEN art 5.6 Hierbij worden de ribben beschouwd als driezijdig verhitte balken. Tabel 5.5 mag worden toegepast bij voldoen aan voorwaarden art. 5.2(5), en 5.6.2: 5.2(5) Voor voorgespannen balken is controle volgens 5.2(7) niet nodig als de veereiste wapeningafstand vergroot wordt met 10 mm (1) Dikte lijf valt in klasse WC (Nationale Bijlage) (2) De 'balken' zijn aan de bovenzijde afgeschermd door de flens TT-plaat (3) De doorsnede komt overeen met figuur 5.4 (b) mm mm (4) De minimale breedte ter hoogte van de strengen 1e laag = 166 bij een wapeningsafstand streng = (5) t/m (7) is niet van toepassing (8) Hoek onderzijde balk: wapeningsafstand asd te verhogen met 10 mm voor balken met balkbreedte t/m kolom 4 tabel 5.5, en met wapening uitsluitend in één laag. Strengen bevinden zich in 1 lagen, 10 mm extra op wapeningsafstand vereist TT-plaat beschouwd als vrij opgelegde balk. Zie tabel 5.5 R60 kolom 3 met b min = 160 mm a = 35 mm vermeerdering vlgs 5.2 (5): toeslag hoekstaaf 5.6.1(5): 10 mm 10 mm 55 mm Vereiste wapeningsafstand is 55 mm < toegepaste afstand 55 mm Er wordt voldaan aan de brandwerendheidseis.

55 Bijlage 4 CO-emissie (NEN 2443) Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

56 Koolmonoxide-emissie t.g.v. rijdende auto's Emissiegegevens volgens NEN 2443 / dag = 8 uur projectgegevens project projectnummer opdrachtgever datum P+R Den Bosch z110576aa Aan de Stegge 30 mei 2013 invoergegevens vlak parkeren stallen Capaciteit Bezettingsfrequentie [1/dag] Aantal auto's per dag [auto] Gem. afgelegde weg per auto [m] Totaal afgelegde weg [auto.m] Oponthoud per auto [min.] 1 1 Totaal oponthoud [auto.min] inrijden en uitrijden Gemiddelde snelheid [km/h] Koolmonoxide-emissie per uur [m 3 /auto.h] Koolmonixide-emissie per afgelegde weg [cm 3 /auto.m] oponthoud Gemiddelde snelheid [km/h] 0 0 Koolmonoxide-emissie per uur [m 3 /auto.h] Koolmonoxide-emissie per minuut [cm 3 /auto.min] totale koolmonoxide-emissies [m 3 /dag] Totaal [m 3 /dag] grenswaarden TGG (8 uur) [ppm] 25.0 achtergrondniveaus gemiddelde concentratie (8 uur) [ppm] 3.0 ventilatiebehoefte volgens Wet Luchtkwaliteit Gemiddeld [m 3 /dag] Capaciteit [m 3 /h] BRA_CO-emissie NEN Hulpblad SDI /30/2013

57 Bijlage 5 Berekening en verantwoording luchtstroommodel Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

58 Ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie Luchtstroommodel voor de bepaling van de ventilatiecapaciteit in een ruimte (1 zone) via verticale en horizontale openingen (stationaire situatie, windstil weer) projectgegevens project projectnummer opdrachtgever datum variant Parkeergarage Den Bosch z110576aa Aan de Stegge Gebruiksventilatie totale parkeergarage - minimaal benodigd invoer gevelopeningen (verticaal) omschrijving aantal [-] breedte [m] hoogte onderzijde [m] hoogte bovenzijde [m] stromingscoëfficiënt [-] Voorgevel 1 162,51 1,29 2,24 0,6 Achtergevel 1 117,48 1,29 2,24 0,6 Rechterzijgevel 1 14,07 1,29 2,24 0,6 Linkerzijgevel t.p.v. gevel 1 6,44 1,29 2,24 0,6 Linkerzijgevel t.p.v. inrit 1 7,65 0 2,24 0,6 invoer randvoorwaarden Binnentemperatuur [ C] 12 Omgevingstemperatuur [ C] 10 rekenresultaten Ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie [kg/s] 20,07 < in uit > 20,07 Ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie [dm 3 /s] < in uit > Ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie [m 3 /h] < in uit > Adviesburo Nieman B.V. luchtstroommodel miniaal benodigd.xls

59 Ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie Luchtstroommodel voor de bepaling van de ventilatiecapaciteit in een ruimte (1 zone) via verticale en horizontale openingen (stationaire situatie, windstil weer) projectgegevens project projectnummer opdrachtgever datum variant Parkeergarage Den Bosch z110576aa Aan de Stegge Gebruiksventilatie totale parkeergarage invoer gevelopeningen (verticaal) omschrijving aantal [-] breedte [m] hoogte onderzijde [m] hoogte bovenzijde [m] stromingscoëfficiënt [-] Voorgevel 1 191,74 1,29 2,24 0,6 Achtergevel 1 164,51 1,29 2,24 0,6 Rechterzijgevel 1 19,45 1,29 2,24 0,6 Linkerzijgevel t.p.v. gevel 1 6,98 1,29 2,24 0,6 Linkerzijgevel t.p.v. inrit 1 7,65 0 2,24 0,6 invoer randvoorwaarden Binnentemperatuur [ C] 12 Omgevingstemperatuur [ C] 10 rekenresultaten Ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie [kg/s] 25,04 < in uit > 25,04 Ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie [dm 3 /s] < in uit > Ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie [m 3 /h] < in uit > Adviesburo Nieman B.V. BRA_ventilatiecapaciteit natuurlijke convectie_ xls

60 Luchtstroommodel voor ventilatiecapaciteit t.g.v. natuurlijke convectie Algemeen Door openingen in de scheidingsconstructies van een ruimte zullen luchtstromingen optreden indien er een temperatuurverschil aanwezig is tussen de ruimte en zijn omgeving. Deze luchtstroming waarbij het temperatuurverschil de drijvende kracht is wordt ook wel natuurlijke convectie genoemd. De optredende fysische verschijnselen bij natuurlijke convectie zijn goed bekend en in veel literatuur beschreven (zie bijvoorbeeld Cooper, 2002 of Liddament, 1996). Het luchtstroommodel berekent de ventilatiecapaciteit ten gevolge van natuurlijke convectie in overeenstemming met deze literatuur. Toepassingsgebied luchtstroommodel Het luchtstroommodel is toepasbaar om de ventilatiecapaciteit te bepalen in een stationaire situatie voor één ruimte met relatief grote verticale of horizontale openingen (gevel-, dak- en/of vloeropeningen groter dan 0,10x0,10 m 2 ) bij windstil weer. Binnen de ruimte wordt een homogeen gemengd volume verondersteld (1 zone). Om hieraan te voldoen mogen in de ruimte geen grote interne stromingsweerstanden aanwezig zijn en dienen openingen gelijkmatig verdeeld te zijn over de gevels (en eventueel vloer en plafond). Fysische achtergrond natuurlijke convectie Het temperatuurverschil tussen binnen en buiten zorgt voor een verschil in dichtheid van de lucht. Door het verschil in dichtheid ontstaat tussen binnen en buiten een drukverschil, dat een functie is van de hoogte boven vloerniveau. In een stationaire situatie zal een neutraal vlak ontstaan. Indien de temperatuur in de ruimte hoger is dan buiten zal er door openingen boven het neutraal vlak lucht uitstromen en door openingen onder het neutraal vlak lucht instromen (zie figuur 1). Figuur 1: drukverloop in ruimte en omgeving bij een hogere temperatuur binnen In formulevorm wordt het drukverschil op een hoogte z gegeven door: z g z p 1 h n (1) Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

61 waarin: Δp(z) = drukverschil op hoogte z [Pa] ρ = dichtheid van de lucht [kg/m 3 ] g = gravitatieconstante 9,81 m/s 2 z = hoogte boven vloerniveau [m] h n = hoogte neutraal vlak [m] en subscript 1 en staan voor de ruimte respectievelijk de omgeving De snelheid in een opening ten gevolge van het drukverschil op die hoogte wordt beschreven door de Wet van Bernoulli: V z 2 p v z 1 2 (2) waarin: V(z) = snelheid in de opening op hoogte z [m/s] ρ v = bij een positief drukverschil van binnen naar buiten: ρ 1 bij een negatief drukverschil van binnen naar buiten: ρ Een positief drukverschil van binnen naar buiten zorgt voor een luchtstroming naar buiten; een negatief drukverschil van binnen naar buiten voor een stroming naar binnen. Stroming door verticale openingen De in- of uitgaande massastroom wordt per gevelopening gegeven door: m gevel hboven, i, i Cd wi vv ( z) dz honder, i (3) waarin: m gevel, i = massastroom door gevelopening i [kg/s] C d = stromingscoëfficiënt [-] w i h onder,i h boven,i = breedte gevelopening i [m] = hoogte onderzijde gevelopening i boven vloerniveau [m] = hoogte bovenzijde gevelopening i boven vloerniveau [m] Stroming door dakopeningen De massastroom door een dakopening volgt uit: m dak, i Cd Aeff, dak, i vv ( z) (4) Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

62 waarin: m dak, i = massastroom door dakopening i [kg/s] A dak,i = effectieve oppervlakte dakopening i [m 2 ] Wanneer de temperatuur in de ruimte hoger is dan in de omgeving zal er ter hoogte van een dakopening een positief drukverschil van binnen naar buiten bestaan en zal lucht uitstromen. Deze uitstroom wordt echter bemoeilijkt door de koudere en zwaardere lucht buiten de ruimte boven de dakopeningen. De uitstroom uit de dakopening is hierdoor minder efficiënt is dan de stroming door een verticale opening. Dit effect wordt in rekening gebracht door de (netto) oppervlakte van de dakopening te reduceren volgens: A eff, dak, i Adak, i 1 A A gevel, tot dak, tot A vloer, tot 2 T T1 1 2 (indien T 1 > T ) (5a) waarin: A eff,dak,i = effectieve oppervlakte dakopening i [m 2 ] A dak,i = oppervlakte van dakopening i [m 2 ] Adak,tot = totale oppervlakte aan dakopeningen [m 2 ] A gevel,tot = totale oppervlakte aan gevelopeningen [m 2 ] A vloer,tot = totale oppervlakte aan vloeropeningen [m 2 ] T T 1 = temperatuur buiten [K] = temperatuur binnen [K] Indien de temperatuur in de ruimte lager is dan is dan in de omgeving geldt: A eff, dak, i Adak, i (indien T 1 < T ) (5b) Stroming door vloeropeningen De massastroom door een vloeropening wordt gegeven door: m vloer, i Cd Aeff, vloer, i vv ( z) (6) waarin: m vloer, i A eff,vloer,i = massastroom door vloeropening i [kg/s] = effectieve oppervlakte vloeropening i [m] Voor vloeropeningen geldt net als bij dakopeningen dat de netto oppervlakte gereduceerd moeten worden wanneer zich koudere en zwaardere lucht boven warme lucht bevindt en de stromingsrichting naar boven is. Dit treedt voor vloeropeningen op als de temperatuur in de ruimte lager is dan de Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

63 temperatuur in de omgeving. In dat geval wordt de (netto) oppervlakte van de vloeropening gereduceerd volgens: A eff, vloer, i Avloer, i 1 A A dak, tot vloer, tot A gevel, tot 2 T1 T 1 2 (indien T 1 < T ) (7a) waarin: A eff,vloer,i = effectieve oppervlakte vloeropening i [m 2 ] A vloer,i = oppervlakte van vloeropening i [m 2 ] Indien de temperatuur in de ruimte hoger is dan in de omgeving geldt: A eff, dak, i Adak, i (indien T 1 > T ) (7b) Stromingscoëfficiënt C d is de stromingcoëfficiënt voor openingen. In het algemeen kan voor verticale gevelopeningen en horizontale dak- en vloeropeningen de waarde 0,60 aangehouden worden (Emmons, 2002, pp. 2-34). Literatuur Cooper, L.Y. (2002), Smoke and Heat Venting, in: DiNenno, P.J. et al. (eds), SFPE Handbook of Fire Protection Engineering, Quincy: National Fire Protection Association, pp Emmons, H.W. (2002), Vent Flows, in: DiNenno, P.J. et al. (eds), SFPE Handbook of Fire Protection Engineering, Quincy: National Fire Protection Association, pp Liddament, M.W. (1996), A Guide to Energy Efficient Ventilation, Coventry: The Air Infiltration and Ventilation Centre Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

64 Bijlage 6 Onderbouwing onderhoudscontract en brief NS Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

65 Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello BV t.a.v. dhr. N. Lewis Postbus AB TWELLO telefoon : fax : - datum : project : P+R s-hertogenbosch onderwerp : openheid groene gevels Geachte heer Lewis, beste Niels, Naar aanleiding van uw vraag hoe wij tijdens de onderhoudsfase de voorgeschreven openheid van de groene gevels kunnen garanderen, conform de rapportage van Nieman, willen wij middels dit schrijven onze toelichting hierop geven. Geëist wordt dat gemiddeld 25% van het geveloppervlak bedekt mag zijn met staalmatten en begroeiing ofwel de gevel dient een openheid van 75% te bezitten. Dit is een gemiddelde openheid over het gehele jaar gezien. Middels het bijgevoegde ontwerp willen wij aangeven hoe dit naar onze idee ingedeeld kan worden en hoe wij dit vervolgens kunnen beheren. Als voorbeeld hebben wij nu één vak aangehouden op basis van een stramienmaat van mm. Op de staalmatten zal conform de op bijgaande tekening aangegeven maatvoering visueel duidelijk gemaakt moeten worden tot welke breedte de planten teruggesnoeid/ in de eerste jaren geleid moeten worden. Er zal bij elke onderhoudsbeurt teruggesnoeid/ in de eerste jaren geleid worden tot een openheid van 83% ontstaat. Vervolgens zal de openheid tussen de snoeibeurten toe kleiner worden tot, zoals wij nu in kunnen schatten, een openheid van ca. 67% in het groeiseizoen volgens bijgaande tekening. Buiten het groeiseizoen zal dit minder zijn en zal de gevel meer openheid bezitten tussen de snoeibeurten. Daarnaast zijn niet alle delen van de gevels begroeid, zo is de gevel aan de spoorzijde niet voorzien van begroeiing en de Mayweg-zijde zijn delen wel en niet begroeid conform de geveltekening. Gemiddeld zal de gevel gedurende het jaar 75% openheid bezitten. Dit is een conservatief uitgangspunt aangezien de planten buiten het groeiseizoen minder hard zullen groeien. Voorts gaan wij er nu vanuit dat de begroeide delen zelf dus geen lucht doorlaten/ geen openheid hebben. In praktijk is het uiteraard zo dat ook de begroeide delen nog een bepaalde openheid hebben. Aangezien dit niet meetbaar is hebben wij dit niet meegenomen in onze berekening. Middels deze werkwijze zijn wij van mening de openheid van de gevels te kunnen garanderen en dit ook meet- en dus controleerbaar maken. Daarnaast zullen wij als beheerder regelmatig het parkeerdek bezoek en steekproefsgewijs controleren of de hierboven omschreven werkwijze nageleefd wordt en/ of we eventueel de snoeifrequentie moeten aanpassen. BFM beheer b.v. is onderdeel van Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello b.v.

66 Wij gaan ervan uit u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben. Mocht u naar aanleiding van dit schrijven nog vragen en/of opmerkingen hebben, dan kunt contact opnemen met ondergetekende. Met vriendelijke groet, BFM beheer B. de Jong Tel: Fax: bdj@bfmbeheer.nl BFM beheer b.v. is onderdeel van Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello b.v.

67

68

69 Bijlage 7 Toegepaste submodellen CFD en Beknopt overzicht FDS Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

70 Turbulentie FDS rekent met een turbulentie model op basis van de LES-methode. LES staat voor Large Eddy Simulation. In LES wordt de turbulentie per cel dynamisch opgelost. Bij deze methode worden de grote wervels direct in de vergelijkingen opgelost. De afmetingen van het rekenrooster bepalen de afmetingen van de grote wervels die in rekening worden gebracht. Een apart (scalair) turbulentiemodel is bij LES niet aanwezig. LES simulaties zijn succesvol gevalideerd voor brandsimulaties. Verbrandingsmodel en rookproductie De berekeningen zijn uitgevoerd met het standard mixture fraction verbrandingsmodel van FDS. Dit model is gebaseerd op het mixed is burnt -principe. Voor een bepaalde gridcel wordt alle aanwezige brandstof verbrand tot alle zuurstof op is. Overgebleven niet-verbrande brandstof stroomt vervolgens naar naastgelegen gridcellen. Voor de brandstof wordt uitgegaan van koolwaterstofbrandstof C 16 H 34 (auto) met een verbrandingswaarde van 25 MJ/kg volgens NEN In het simulatie model wordt het brandvermogenscenario opgelegd op het oppervlak van een constructieonderdeel. Bij een autobrand is dat het oppervlak van vier auto s. De auto s hebben een omvang van b = 2,2m, l = 4,4 m en h = 1,5 m. Het totale bovenoppervlak van de auto s in het model bedraagt 38,72 m 2. Rekening houdend met een maximaal piekvermogen van 16,7 MW resulteert dit in een referentievermogensdichtheid van 431,3 kw/m 2. In het lokale model is het brandvermogenscenario per auto opgelegd. Rekeningen houdend met een piekvermogen per auto van 6 MW resulteert dit in een referentievermogensdichtheid van 619,8 kw/m 2. In de verbrandingsreactie die plaatsvindt bij een brand worden CO 2, H 2 O en vaste rookdeeltjes geproduceerd. De vaste rookdeeltjes zorgen voor zichtbelemmering, dit leidt tot een optische dichtheid. Voor het bepalen van de vaste rookdeeltjes (roet) en de rookdichtheid wordt in beide situaties uitgegaan van een roet conversie factor (soot yield) van 10,6% en een massa extinctiecoëfficiënt van 8700 m 2 /kg. Deze massa extinctiecoëfficiënt hoort bij een rookdichtheid gemeten op basis van een natuurlijke logaritme (ln). De rookdichtheid op basis van de logaritme met het grondtal 10 ( 10 log) is een factor 2,3 kleiner. Deze correctiefactor is verdisconteerd in de bepaling van de zichtlengte Z = 2,3/RD e. De roetconversie factor en massa extinctiecoëfficiënt corresponderen met een rookpotentieel van 400 m - 1.m 3 /kg rekening houdend met deze correctiefactor van 2,3. Verbranding/stralingsmodel In de CFD-simulatie van een autobrand beschouwen we geen warmtestraling. Dit betekent dat in elk geval een correctie op het brandvermogen gedaan moet worden. In het FDS-pakket wordt 65% van het brandvermogen convectief afgegeven aan de lucht en 35% van het vermogen door straling aan de rook en constructies. Deze verhouding van convectie en straling is geldig bij een vlammende brand met hoge vlamtemperaturen (> 800 o C). Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

71 Warmtetransport door bouwkundige constructies Het simuleren van warmtetransport in bouwkundige constructies is op verschillende manieren mogelijk. In het model zijn de constructie-onderdelen gemodelleerd als een vaste stof met een constante warmteoverdrachtscoëfficiënt gebaseerd op de eigenschappen van de constructieonderdelen (in dit geval beton/staal). De begrenzende constructies hebben bij de ontstaan van de brand dezelfde temperatuur als de aangrenzende lucht. Door de brand worden de begrenzende constructies opgewarmd, zowel door stralingsafgifte (vanaf de brandhaard) als door convectieve afgifte (vanaf de rooklaag). Constructies worden in FDS meegenomen omdat het warmtetransport door constructies de warmteinhoud van het gas in de brandruimte beïnvloed. De exacte temperatuurverdeling in constructiematerialen wordt met een ander softwarepakket bepaald. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

72

73

74

75

76

77

78

79

80

81

82

83

84

85

86

87 Bijlage 8 Resultaten CFD-berekening Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

88 CFD-model In de CFD-berekeningen is met behulp van meetpunten op de constructie de lokale thermische belasting door straling en convectie op de staalprofielen (per scenario kolom en ligger) van de draagconstructie het dichtst bij de brandhaard bepaald. De thermische belasting is hiermee bepaald voor: 1. de middenkolom direct voor de brandhaard; 2. de middenligger direct voor de brandhaard; 3. de gevelkolom direct voor de brandhaard; 4. de randligger direct voor de brandhaard. In de CFD-modellen is een groot aantal meetpunten opgelegd op alle zijden van de profielen. Afbeelding 8.1 geeft een beeld van de vlammen tijdens de brand na 15 minuten (tijdstip van brandoverslag naar naast geparkeerde auto s) en na 30 minuten (tijdstip start blussing). Model brandscenario vier auto s 15 minuten 30 minuten Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

89 Model 3 auto s 15 minuten 30 minuten Afbeelding 8.1: 3D-beeld van de vlammen tijdens de brand, na 15 en 30 minuten. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

90 Afbeeldingen 8.2a en 8.2b geven de temperatuur weer op een verticale doorsnede over de kolommen en de liggers op een aantal tijdstappen. 10 minuten 15 minuten 20 minuten 30 minuten Afbeelding 8.2a: Temperatuur op verticale doorsnede over de kolommen en liggers op verschillende tijdstappen brandscenario 4 auto s. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

91 10 minuten 15 minuten 20 minuten 30 minuten Afbeelding 8.2b: Temperatuur op verticale doorsnede over de kolommen en liggers op verschillende tijdstappen brandscenario 3 auto s. Wz110576aaA0.sbr 30 oktober 2013

Consequenties van het autobrandscenario. Brandveiligheid natuurlijk geventileerde parkeergarages. Tekst Ir. Ruud van Herpen FIFireE

Consequenties van het autobrandscenario. Brandveiligheid natuurlijk geventileerde parkeergarages. Tekst Ir. Ruud van Herpen FIFireE 15 Consequenties van het autobrandscenario Brandveiligheid natuurlijk geventileerde parkeergarages BRANDVEILIGHEID Tekst Ir. Ruud van Herpen FIFireE Voor de brandveiligheid van parkeergarages wordt vaak

Nadere informatie

Nieuwbouw Parkeergarage Amphia Ziekenhuis Breda Gebruiksventilatie

Nieuwbouw Parkeergarage Amphia Ziekenhuis Breda Gebruiksventilatie 1.1.1.1 3 Nieuwbouw Parkeergarage Amphia Ziekenhuis Breda Gebruiksventilatie Deerns Nederland BV Rijswijk, 31-01-2014 HOMEPAGE www.deerns.nl PROJECTNUMMER 160.00812.00.0001 STATUS DOCUMENTCODE DEFINITIEF

Nadere informatie

Preventie en repressie in parkeergarages

Preventie en repressie in parkeergarages Preventie en repressie in parkeergarages Sigrin Drost - 15 september 2016 Introductie Adviseur brandveiligheid Nieman Raadgevende Ingenieurs Brandveiligheidsconcepten op basis van FSE PvE Brandveiligheidsconcept

Nadere informatie

5. Toetskader De beoordeling is uitgevoerd op basis van Bouwbesluit 2012 (inclusief wijzigingen per ). Voor het realiseren van een tijdelijke

5. Toetskader De beoordeling is uitgevoerd op basis van Bouwbesluit 2012 (inclusief wijzigingen per ). Voor het realiseren van een tijdelijke BEOORDELING PARKEERGARAGE NIET-BESLOTEN BIJ BRAND Aan : Ballast Nedam Infra B.V. T.a.v. : De heer R. Wouters Referentie : 20151349 / 2789 Behandeld door : Vestiging Zwolle / Ir. M.S. (Sigrin) Drost-Hofman

Nadere informatie

Notitie: Notitie ventilatie parkeergarage Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden

Notitie: Notitie ventilatie parkeergarage Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden Notitie: Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden Opdrachtgever : Projects & Development B.V. Kenmerk : notmbu_ventilatie parkeergage_11042014-d01 Datum : 11 april 2014 Auteur : M. Burggraaf Behoort bij

Nadere informatie

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus 1819 3000 BV Rotterdam ADVIES Registratienummer: 1302-1 Betreft: Parkeren onder galerij woongebouw Trefwoorden: Parkeren onder galerij, rookvrije vluchtroute, niet-besloten ruimte : Status: Definitief Beschrijving Het project

Nadere informatie

Effectbeheersing of risicobeheersing?

Effectbeheersing of risicobeheersing? Effectbeheersing of risicobeheersing? Brandveilig ontwerpen Ir. Ruud van Herpen Technisch directeur Adviesburo Nieman BV 27 en 28 mei 2010 1 Regelgeving brandveiligheid (NL) Afzonderlijke grootheden worden

Nadere informatie

O 2, brandt het of brandt het niet?

O 2, brandt het of brandt het niet? 2 1 2013 Bouwfysica www.nvbv.org O 2, brandt het of brandt het niet? Het klinkt heel eenvoudig, bouwconstructies dienen voldoende weerstand tegen bezwijken te hebben bij brand (hierna: hoofddraagconstructie).

Nadere informatie

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

Wat is een veiligheidstrappenhuis? Wat is een veiligheidstrappenhuis? Probleem Het benoemen en hanteren van een veiligheidstrappenhuis en aan de hand van het Bouwbesluit bepalen welke eisen er van toepassing zijn op zo n trappenhuis. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

In de bijlage bij dit advies is een plattegrond en een doorsnede van het betreffende gebouw opgenomen.

In de bijlage bij dit advies is een plattegrond en een doorsnede van het betreffende gebouw opgenomen. ADVIES Registratienummer: 1002 Betreft: Voorruimte veiligheidstrappenhuis al dan niet besloten Trefwoorden: : Februari 2010 Status: 2.169, niet besloten ruimte, atrium, vide, veiligheidstrappenhuis Definitief

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid. ADVIES Registratienummer: Betreft: Adviesaanvraag upgrade tweede vluchtmogelijkheid of enkele vluchtroute op galerij Trefwoorden: Verbouw, handhaving, zorgplicht, vluchtroute, beschermde route, enkele

Nadere informatie

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid Gelijkwaardigheid Parkeerkelder Engelenhof Putstraat te Sittard Opdrachtgever: Maasbilt bv Europalaan 26 6199AB Maastricht-Airport Betreft: Projectnummer: Object: Gelijkwaardige brandveiligheid 15 243

Nadere informatie

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen

Onderwerpen. Parkeerventilatie. Overdrukventilatie. Certificering. Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen. Regelgeving Overdruksystemen Onderwerpen Parkeerventilatie Regelgeving Stuwkrachtventilatie CFD berekeningen Overdrukventilatie Regelgeving Overdruksystemen Certificering Regelgeving Bouwbesluit NEN 2443:2000 Brandveiligheideisen

Nadere informatie

Nieuwbouw Parkeergarage Amphia Ziekenhuis Breda Brandbeveiligingsconcept

Nieuwbouw Parkeergarage Amphia Ziekenhuis Breda Brandbeveiligingsconcept 1.1.1.1 Nieuwbouw Parkeergarage Amphia Ziekenhuis Breda Brandbeveiligingsconcept Deerns Nederland BV Rijswijk, 31-01-2014 HOMEPAGE www.deerns.nl PROJECTNUMMER 160.00812.00.0001 STATUS DOCUMENTCODE DEFINITIEF

Nadere informatie

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages ir. B. Kersten, LBP Raadgevend ingenieursbureau te Nieuwegein Opgericht in 1970 Momenteel ca. 60 medewerkers 1 Inhoud Wat is een natuurlijk

Nadere informatie

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld

Ir. René Hopstaken. Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld Ir. René Hopstaken Structural Fire Safety Engineering praktijkvoorbeeld Ontwerp Station Breda (Bouwbesluit) eisen brandveiligheid Aanpak FSE Conclusies Inhoud Alles in één gebouw: Trein, bus, fiets, auto

Nadere informatie

Atria en brandveiligheid

Atria en brandveiligheid AKOESTIEK EN BOUWFYSICA LAWAAIBEHEERSING MILIEUTECHNOLOGIE BRANDVEILIGHEID Atria en brandveiligheid ir J.J. Mertens Zoetermeer Mook Düsseldorf Parijs Londen www.peutz.nl Aan de orde komen wat zijn kenmerken

Nadere informatie

Beschrijving. Brandventilatie vs. Sprinkler in parkeergarage. Advies Definitief

Beschrijving. Brandventilatie vs. Sprinkler in parkeergarage. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, overige gebruiksfunctie, NEN 6098, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, sprinkler, brandbestrijding, parkeren Datum: 31 januari 2017 Status: Definitief Beschrijving

Nadere informatie

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011 INHOUDSOPGAVE Pagina 1 Inleiding... 4 1.1 Inleiding... 4 1.2 Doelstelling... 4 1.3 Gebruikte documenten bij het opstellen van dit rapport... 4 1.4 Uitgangspunten bij het opstellen van dit rapport... 4

Nadere informatie

Hoe risicovol is veilig?

Hoe risicovol is veilig? Hoe risicovol is veilig? Risicobenadering als onderdeel van FSE De uitwerking in Ir Ruud van Herpen Grenswaarden voor veiligheid Deterministische benadering effectbeheersing Grenswaarden veilig/onveilig

Nadere informatie

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN Rapport nr. 3091-01-01A 11 maart 2014 Zorgwoningen Jacob Catssingel, Breda Inhoud Pagina 1 Inleiding 4 1.1 Algemeen 4 1.2 Doel 4 1.3 Uitgangspunten 5 1.4 Computermodel 5 2 NEN 6068 6 2.1 Toepassingsgebied

Nadere informatie

Brandbeveiligingsconcept

Brandbeveiligingsconcept Brandbeveiligingsconcept Parkeergebouw RAI In t Hart van de Bouw Brandbeveiligingsconcept Mullti Functioneel Parkeergebouw Amsterdam RAI Bouwbedrijf Aan de Stegge Twello B.V. Postbus 69 7390 AB TWELLO

Nadere informatie

Brandveilige parkeergarages

Brandveilige parkeergarages Leander Noordijk Tool 'Ca(r)Pa(rk)Fi(re) Brandveilige parkeergarages www.efectis.com 1 Wat kan de tool Ca(r)Pa(rk)Fi(re)? Een programma om bij brand de temperatuurontwikkeling in de staalconstructie van

Nadere informatie

Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098

Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098 Rookbeheersing van mechanisch geventileerde parkeergarages. volgens NEN 6098 ir. P.H.E. (Peter) van de Leur Senior projectmanager brandveiligheid DGMR Bouw b.v., den Haag VVBA studiemiddag 17 november

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status:

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status: Definitief Beschrijving Een nieuw te bouwen woongebouw bestaat uit

Nadere informatie

Figuur 1. Cascademodel voor branduitbreiding, waarin rekening kan worden gehouden met installatietechnische voorzieningen voor brandbeheersing en rook

Figuur 1. Cascademodel voor branduitbreiding, waarin rekening kan worden gehouden met installatietechnische voorzieningen voor brandbeheersing en rook NOTITIE Referentie : n.v.t. Behandeld door : Ruud van Herpen MSc. FIFireE Datum : 1 december 2015 Aantal pagina s : 3 en 1 bijlage Betreft : Visiedocument brandveiligheid parkeergarages Risicomodel brandveiligheid

Nadere informatie

Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam

Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam Nadere onderbouwing met betrekking tot het uitbrandscenario Definitief Opdrachtgever: Castor Parking B.V. Contactpersoon: de heer J. (Jurriaan) Snijder

Nadere informatie

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE UITGANGSPUNTEN Regelgeving Tekeningen Gebouw LEGENDA UITGANGSPUNTEN..P LEGENDA VOORZIENINGEN BRANDVEILIGHEID Opmerking 1 Opmerking 2 Het bouwplan is getoetst aan: - Bouwbesluit 2012; - 2.2 Sterkte bij

Nadere informatie

Rapport Brandoverslag

Rapport Brandoverslag Rapport Brandoverslag Woonwagenlocatie Blauwe Hoefsweg gemeente Moerdijk In t Hart van de Bouw Rapport Brandoverslag Woonwagenlocatie Blauwe Hoefsweg gemeente Moerdijk Nijbod Consultancy Postbus 7904 5605

Nadere informatie

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw

Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw Samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen gelden voor samenvallende rookvrije vluchtroutes in een woongebouw. Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning

Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning Ventilatievoorzieningen voor een meterruimte in een woning Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke eisen er gelden voor de ventilatiecapaciteit die is vereist voor een meterruimte in

Nadere informatie

Wat is brandveilige isolatie?

Wat is brandveilige isolatie? Wat is brandveilige isolatie? De thermische belasting van scheidingsconstructies door een natuurlijke brand Ir. Ruud van Herpen Technisch directeur Adviesburo Nieman BV 25 mei 2010 1 Is brandbare isolatie

Nadere informatie

1. Inleiding. 2. Situatie

1. Inleiding. 2. Situatie Gelijkwaardigheid van een rook-warmte afvoer 1. Inleiding In de praktijk komen we situaties tegen waarbij de open moet zijn voor voldoende rookafvoer bij brand. Tegelijkertijd moet de in het dagelijks

Nadere informatie

Brandveiligheid parkeergarages

Brandveiligheid parkeergarages Brandveiligheid parkeergarages Upgraden bestaande parkeergarages in gebouwen Ruud van Herpen Wie ben ik Ruud van Herpen Technisch directeur Nieman R.I. Fellow FSE TU Eindhoven faculteit bouwkunde Lector

Nadere informatie

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD RAPPORT BRANDVEILIGHEID NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD Behoort bij besluit van Burgemeester en wethouders van Heerhugowaard Nr.: 16-1476-OMG Project 7016.016 8 juli 2016 Versie 1.0

Nadere informatie

Veiligheid door risicobeheersing

Veiligheid door risicobeheersing Veiligheid door risicobeheersing Brandveilig ontwerpen hoogbouw Ir. Ruud van Herpen Technisch directeur Adviesburo Nieman BV NIFV congres juni 2010 1 Risico en effect Foutenboom Compartimentsbrand Gebeurtenissenboom

Nadere informatie

Adviesvraag Aanvrager verzoekt de adviescommissie antwoord te geven op de volgende vragen:

Adviesvraag Aanvrager verzoekt de adviescommissie antwoord te geven op de volgende vragen: ADVIES Registratienummer: Betreft: Vluchten langs andere woning /portiekontsluiting Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woonfunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, portiekontsluiting, enkele vluchtroute : Status:

Nadere informatie

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau

croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau croes Bouwtechnisch Ingenieursbureau D161020668 D161020668 Projectnummer 9871.001 Herbouw cafetaria De Notenhout O.C. Huismanstraat te Nijmegen Documentnummer 230-1-001 versie 2 Brandoverslag berekening

Nadere informatie

Grote brandcompartimenten: Uitbranden of ingrijpen?

Grote brandcompartimenten: Uitbranden of ingrijpen? Grote brandcompartimenten Een andere kijk op beheersbaarheid van brand Grote brandcompartimenten: Uitbranden of ingrijpen? ir Ruud van Herpen FIFireE Lector Brandveiligheid in de bouw 1 Grote brandcompartimenten

Nadere informatie

CFD houdt in dat in een computermodel

CFD houdt in dat in een computermodel Tekst Ruud van Herpen en Richard van de Nes CFD betrouwbaar hulpmiddel om brand in parkeergarage te simuleren Grote parkeergarages zijn vaak onderwerp van CFD-simulaties (Computational Fluid Dynamics).

Nadere informatie

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen?

Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Brandveiligheid gesimuleerd of werkelijkheid. Welke onderwerpen? Brandveiligheid ing. Art van Lohuizen adviseur brandveiligheid Brandveiligheid Welke onderwerpen? - voorbeelden van simulatieberekeningen - brandoverslagrisico via gevel - rook- en warmteafvoer in parkeertoren

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld) Het onderzochte gebouw moet volgens Bouwbesluit Artikel 6.20 worden voorzien van een brandmeld- en ontruimingsalarminstallatie met niet-automatische bewaking zonder doormelding naar de brandweer. Dit houdt

Nadere informatie

Bouwen buiten het toepassingsgebied van het Bouwbesluit. Ir Ruud van Herpen Adviesburo Nieman Zwolle

Bouwen buiten het toepassingsgebied van het Bouwbesluit. Ir Ruud van Herpen Adviesburo Nieman Zwolle Bouwen buiten het toepassingsgebied van het Bouwbesluit Ir Ruud van Herpen Adviesburo Nieman Zwolle Brandveiligheid hoge gebouwen Geen gelijkwaardigheid artikel 1.5 Bouwbesluit, maar invulling geven aan

Nadere informatie

ExcelAir Praktijk Tip 2

ExcelAir Praktijk Tip 2 . ExcelAir Praktijk Tip 2 13-03-07 Ventilatie van gesloten garages op basis van de NPR 2002 www.excelair.nl 2 Tel: 0344 670520 . Voorwoord Sinds medio 2002 wordt er veel gesproken over de nieuwe regelgeving

Nadere informatie

CFD voor brandsimulaties in parkeergarages

CFD voor brandsimulaties in parkeergarages 14 4 2011 Bouwfysica www.nvbv.org CFD voor brandsimulaties in parkeergarages een betrouwbaar hulpmiddel? Grote parkeergarages zijn vaak onderwerp van CFD-simulaties (Computational Fluid Dynamics). Vanwege

Nadere informatie

Veilig vluchten, een utopie? Veilig vluchten, een utopie?

Veilig vluchten, een utopie? Veilig vluchten, een utopie? Veilig vluchten, een utopie? Ir. Ruud van Herpen Cauberg-Huygen Zwolle Cauberg-Huygen Zwolle 1 Veilig vluchten, een utopie? Ir Ruud van Herpen Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV Maastricht - Rotterdam

Nadere informatie

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT ATRIA EN HET BOUWBESLUIT Veiligheidsregio Haaglanden 11-09-2006 Inleiding Onder een atrium wordt verstaan een wel of niet besloten ruimte welke zich over een aantal verdiepingen uitstrekt. Deze vorm van

Nadere informatie

Beschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief

Beschrijving. Wel of geen brandmeldinstallatie in stallingsgarage. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, overige gebruiksfunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, compartimentering, brandmeldinstallatie (BMI), parkeren Datum: 26 maart 2019 Status: Definitief Dit advies is opgesteld

Nadere informatie

Brandwerendheid in een brandoverslagsituatie

Brandwerendheid in een brandoverslagsituatie Brandwerendheid in een brandoverslagsituatie Probleem Aan de hand van het Bouwbesluit vaststellen welke brandwerendheids-eisen gelden in een brandoverslagsituatie. Oplossingsrichtingen Oplossingsrichtingen

Nadere informatie

Datum: 18 maart 2011 Ons kenmerk: 20103154.RH3851 Project: Beoordeling staalconstructie systeem FlexFrameBouw Betreft: Onderzoek brandwerendheid

Datum: 18 maart 2011 Ons kenmerk: 20103154.RH3851 Project: Beoordeling staalconstructie systeem FlexFrameBouw Betreft: Onderzoek brandwerendheid Adviseurs voor milieu, geluid, trillingen, brand en bouwfysica Alcedo bv Keizersweg 26 Postbus 140, 7450 AC Holten T: (0548) 63 64 20 F: (0548) 63 64 30 FlexFrameBouw bv T.a.v. de heer J. Douwes Kalanderstraat

Nadere informatie

Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011

Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011 Rapportage BRANDO2: bepaling van de weerstand tegen brandoverslag conform NEN 6068:2008+C1:2011 1. Gegevens Omschrijving: basis Gebruikte normversie: NEN 6068:2008+C1:2011 Rekenhart versie: 2.0 2. Doel

Nadere informatie

Toetskader Als toetskader geldt het Bouwbesluit De brandoverslagberekeningen zijn uitgevoerd volgens NEN 6068:2008/C1:2011 met het rekenprogramm

Toetskader Als toetskader geldt het Bouwbesluit De brandoverslagberekeningen zijn uitgevoerd volgens NEN 6068:2008/C1:2011 met het rekenprogramm NOTITIE BRANDOVERSLAG Aan : IAA Architecten B.V. T.a.v. : de heer H.A. Kokkeler Referentie : Nz130143aaA1.sbr Behandeld door : Vestiging Zwolle / mw. ing. S. Brandenburg Datum : 8 mei 2013 Gewijzigd :

Nadere informatie

De woningbrand van de toekomst: risico s van rook door de bewopners Ing. Jan Linssen, free lance brandveiligheidsadviseur

De woningbrand van de toekomst: risico s van rook door de bewopners Ing. Jan Linssen, free lance brandveiligheidsadviseur Masterclass Risico s van rook 19.00 Welkom en inleiding: Risico s van rook Ir. Ruud van Herpen, lector Brandveiligheid in de Bouw, Saxion Kenniscentrum Leefomgeving 19.10 De woningbrand van de toekomst:

Nadere informatie

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN Advies- en onderzoeksrapport brandveiligheidtoets Bouwbesluit 2012 In opdracht van: SV PATRIZIA Handels-Invest Europa I Patrizia GewerbenInvest

Nadere informatie

Brandveiligheid grote brandcompartimenten

Brandveiligheid grote brandcompartimenten Brandveiligheid grote brandcompartimenten Ir Ruud van Herpen FIFireE Adviesburo Nieman Lector brandveiligheid in de bouw Grote brandcompartimenten: Brandbeheersing Is er verschil? Temperatuur: vriesveem

Nadere informatie

Meerzone luchtstroomodellen

Meerzone luchtstroomodellen luchtstroommodellen Meerzone luchtstroomodellen Kennisbank Bouwfysica Auteur: Ruud van Herpen MSc. 1 Principe van een meerzone luchtstroommodel Inzicht in de druk- en volumestroomverdeling binnen een bouwwerk

Nadere informatie

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES ADVIES Registratienummer: Betreft: Branddetectie in gemeenschappelijke vluchtroute Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, gelijkwaardigheid, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie

Nadere informatie

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012 Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012 Indelen met verstand van zaken kan kosten besparen Ing. Adriaan de Jong 25 april 2012 Kennismaking Adriaan de Jong Nieman Raadgevende Ingenieurs Eindhoven Vestigingsdirecteur

Nadere informatie

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk Ontwerp met 3 verdiepingen Rapportnummer FM 17692-3-RA d.d. 27 februari 2014 Brandveiligheidsaspecten

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status:

Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, NEN 6068, Industriefunctie, nieuwbouw, WBDBO, draagconstructie, spiegelsymmetrie Datum: 31 augustus 2017 Status: Definitief Beschrijving Voor de nieuwbouw van een bedrijfspand

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0) Dit stappenplan biedt ontwerpers een richtlijn om te komen tot een brandveilig

Nadere informatie

Brandveiligheid Beperking van het uitbreidingsgebied van brand en rook

Brandveiligheid Beperking van het uitbreidingsgebied van brand en rook Brandveiligheid Beperking van het uitbreidingsgebied van brand en rook Ruud van Herpen 15 9 2014 1 Wie ben ik Ruud van Herpen MSc. FIFireE : Technisch directeur, Nieman Raadgevende Ingenieurs Fellow Fire

Nadere informatie

Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen?

Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen? Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen? ir Ruud van Herpen FIFireE Technisch directeur Nieman Lector Brandveiligheid in de bouw Nieman Groep Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen?

Nadere informatie

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa Adviesbureau VanderWeele Installatietechniek en Bouwfysica Brandveiligheid Marinegebouw 6 te Amsterdam Datum: eferentie: apport: 19 maart 2015, rev. 15 september 2015 2015106 309 J.P. van der Weele / S.

Nadere informatie

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2 STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN Kenmerk: 2013-R-V1.2 Datum rapport : Opdrachtgever : Project nummer : Behandeld door : Opmerking : STAPPENPLAN BEOORDELING

Nadere informatie

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

BRL 2880  Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies  ( ) BRANDWERENDE BEKLEDING, STAALCONSTRUCTIES (attest) BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " (2004-03) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling

Nadere informatie

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016 Contactpersonen PETER RIKUMAHU Bouwkundig Specialist T +31884261261 M +31627060543 E peter.rikumahu@arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus

Nadere informatie

1.4 Veiligheidseisen bij brand. 1.4.1 Bouwbesluit. CORRECTIES v2 (2 februari 2015) bij: A.F. Hamerlinck, Brand, Zoetermeer 2010 (1e druk)

1.4 Veiligheidseisen bij brand. 1.4.1 Bouwbesluit. CORRECTIES v2 (2 februari 2015) bij: A.F. Hamerlinck, Brand, Zoetermeer 2010 (1e druk) CORRECTIES v2 (2 februari 2015) bij: A.F. Hamerlinck, Brand, Zoetermeer 2010 (1e druk) Brand 1 (Brandveiligheid) Door de vervanging van Bouwbesluit 2003 door Bouwbesluit 2012 zijn de veiligheidseisen bij

Nadere informatie

Memo. Inleiding. blad 1 van 5

Memo. Inleiding. blad 1 van 5 Memo memonummer 2 datum 29 mei 2017 aan D.de Bruin CWT Europe van ir. Klaas Jan de Boer Antea Group kopie ing. Henk Jan Schuurman Antea Group project Nieuwbouw Latexweg op-en overslag Dutch Cacao projectnr.

Nadere informatie

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012 MEMO Aan: De heer B. Stolker, Bilfinger Real Estate B.V. Van: De heer H.T.M.T. Dirks Datum/versie: 30 juni 2016, versie 02a Betreft: Clubsportive SOM-gebouw Amsterdam, beoordeling brandveiligheid Projectnr:

Nadere informatie

BEM1403270. Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

BEM1403270. Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen). BEM1403270 gemeente Steenbergen Stoofweg 3 4681 RK Nieuw-Vossemeer Telefoon 0167 56 05 09 Telefax 0167 56 09 10 e-mail info@kraakbv.nl Projectnummer : 14056 Onderdeel : Eisen brandveiligheid, daglicht,

Nadere informatie

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat) BRL 1003 "Niet dragende -binnenwanden" (2003-12) BRL 2212 "Montage van systeemwanden en/of systeemplafonds" (2000-01) Beschouwde

Nadere informatie

FSE-case groot brandcompartiment met RWA-voorziening

FSE-case groot brandcompartiment met RWA-voorziening 1. Randvoorwaarden en gebruik De case betreft een fictieve industriehal waarin kartonnen verpakkingsmaterialen gefabriceerd worden. De hal wordt aangemerkt als industriefunctie met bezettingsgraadklasse

Nadere informatie

w w w. o l d e h a n t e r. n l

w w w. o l d e h a n t e r. n l Werknr.: 09-288 Project: Standaard garage Prefab beton elementen Opdrachtgever: Rekers Betonwerk GMBH & Co. KG Portlandstraße 15 48480 Spelle Duitsland Onderwerp: Ventilatieberekening Alle type garages

Nadere informatie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie Project 20130202: Verbouw tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen

Nadere informatie

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS BRANDVEILIGHEIDSVOORZIENINGEN

Nadere informatie

Afwegen van brandrisico s

Afwegen van brandrisico s Afwegen van brandrisico s Vanuit perspectief adviseur Lieuwe de Witte Brandveiligheidsadviseur Nieman R.I. Opbouw Diverse invalshoeken Brandveiligheid en risicobenadering Veiligheid en risico s Randcondities

Nadere informatie

Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen?

Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen? Het natuurlijk brandconcept Uitbranden of ingrijpen? ir. Ruud van Herpen FIFireE Technisch directeur Nieman Raadgevende Ingenieurs Lector Brandveiligheid in de bouw Brandveiligheid Brandveiligheid regelgericht:

Nadere informatie

brandveiligheid Onderzoek naar toepassing van risicobenadering op vluchtveiligheid bij brand

brandveiligheid Onderzoek naar toepassing van risicobenadering op vluchtveiligheid bij brand 30 4 2010 Bouwfysica Probabilistische benadering brandveiligheid Onderzoek naar toepassing van risicobenadering op vluchtveiligheid bij brand De huidige brandveiligheidsregelgeving is voornamelijk opgenomen

Nadere informatie

Fire Safety Engineering met staal in Nederland

Fire Safety Engineering met staal in Nederland Fire Safety Engineering met staal in Nederland Ralph Hamerlinck (BmS/AH) Introductie van FSE met de Eurocodes en Juridische context Onderwerpen Introductie van FSE met de Eurocodes en Juridische context

Nadere informatie

FSE van constructies in praktisch perspectief. Ralph Hamerlinck

FSE van constructies in praktisch perspectief. Ralph Hamerlinck FSE van constructies in praktisch perspectief Ralph Hamerlinck Onderwerpen Wat is FSE? Waarom FSE? Regelgeving / normen Methode in de Eurocode Conclusie Fire Safety Engineering (FSE): wat? waarom? FSE

Nadere informatie

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

Nieuwbouw kantoor Bon Holding W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 Nieuwbouw kantoor Bon Holding BRANDPREVENTIE

Nadere informatie

Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies.

Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies. Basisprincipe inzake regelgeving brandveiligheid gevelconstructies. Voor gevels en wanden van kantoorgebouwen kunnen brandwerendheidseisen gelden om branddoorslag en/of brandoverslag te voorkomen. De weerstand

Nadere informatie

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014)

Brandpreventie. Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 HOOFDGEBOUW (2014) Brandpreventie Project: Werk nr. 2010-057 Datum: 15-09-2014 Camping Oranjezon HOOFDGEBOUW (2014) Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Algemeen Hoofdstuk 2 Indeling brandcompartimenten Hoofdstuk 3 Indeling beschermde

Nadere informatie

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO ADVIES Registratienummer: 1103 Betreft: Trefwoorden: WBDBO bedrijfspand Vastgesteld d.d.: 31 januari 2011 Status: groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO Definitief Postbus 30941 2500

Nadere informatie

Notitie Appartementengebouw Beringstraat te Amersfoort; aanpassing ontwerp buitenruimten

Notitie Appartementengebouw Beringstraat te Amersfoort; aanpassing ontwerp buitenruimten Notitie 20091526-03 Appartementengebouw Beringstraat te Amersfoort; aanpassing ontwerp buitenruimten Datum Referentie Behandeld door 9 november 2009 20091526-03 P. van der Horst-Entius./ATr 1 Inleiding

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat ADVIES Registratienummer: Betreft: Toegang woningen via dakstraat Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woning, rechtens verkregen niveau, bestaande bouw, vluchtroute, verbouw : Status: Definitief Beschrijving

Nadere informatie

Beoordeling brandoverslag

Beoordeling brandoverslag ADVIES Beoordeling brandoverslag Opdrachtgever: Ravestein Bouwmanagement B.V. Utrechtsestraatweg 36 3445 AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold Architect: Kolpa Architecten B.V. Strevelsweg 700/406 3083

Nadere informatie

Even voorstellen. Marcel Veenboer

Even voorstellen. Marcel Veenboer Even voorstellen Marcel Veenboer Even voorstellen Werkterrein planontwikkeling bij bouw en verbouw gelijkwaardigheidsvraagstukken brandoverslag ondersteuning bij brandveilig gebruik De werking van gelijkwaardigheid

Nadere informatie

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid. ADVIES Registratienummer: Betreft: Vluchtroute woning door ijssalon Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, monument, woning, winkel, handhaving, bestaande bouw, vluchtroute, BMI : Status: Definitief Beschrijving

Nadere informatie

Beschrijving. Vervallen trap in monumentaal gebouwtje. Advies Definitief

Beschrijving. Vervallen trap in monumentaal gebouwtje. Advies Definitief Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, brandveilig gebruik, monument, kantoorfunctie, gelijkwaardigheid, bestaande bouw, herbestemming, vluchtroute, rookmelders, brandmeldinstallatie (BMI) Datum: 16 december 2016

Nadere informatie

Notitie beoordeling koudebruggen

Notitie beoordeling koudebruggen Notitie beoordeling koudebruggen Betreft Blok 5 AB Houthaven te Amsterdam Opdrachtgever Vorm Ontwikkeling Contactpersoon De heer J. Verhaar Werknummer 813.307.00 Versie Datum editie 1 15 oktober 2015 Inleiding

Nadere informatie

document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte

document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte D162602726 D162602726 project: Verbouw Jumbo Fenikshof te Nijmegen opdrachtgever: Jumbo Supermarkten B.V. document: Gelijkwaardigheid beperking uitbreiding van brand - verkoopruimte kenmerk: 6412N01a datum:

Nadere informatie

Colt Ventilatie en Rookbeheersing in parkeergarages. Brandveiligheid

Colt Ventilatie en Rookbeheersing in parkeergarages. Brandveiligheid Colt Ventilatie en Rookbeheersing in parkeergarages Brandveiligheid Ventilatie en Rookbeheersing in parkeergarages COLT EN ROOKBEHEERSING Het grootste gevaar bij brand is de rook en hitte die vrijkomen.

Nadere informatie

Bouwbesluit 2012, woongebouw, nieuwbouw, portiekontsluiting Datum: 8 maart 2018 Status:

Bouwbesluit 2012, woongebouw, nieuwbouw, portiekontsluiting Datum: 8 maart 2018 Status: Trefwoorden: Bouwbesluit 2012, woongebouw, nieuwbouw, portiekontsluiting Datum: 8 maart 2018 Status: Definitief Beschrijving Een nieuw te realiseren appartementengebouw bestaat uit vijf bouwlagen (halfverdiepte

Nadere informatie

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid Beleid bestaande bouw - beleidspakket Kwaliteit brandveiligheid 1 Voorwoord In dit rapport zijn de door het gemeentebestuur vastgestelde pakketten met de brandveiligheidseisen voor bestaande gebouwen weergegeven.

Nadere informatie

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel Gatwickstraat 11 1043 GL AMSTERDAM Postbus 94204 1090 GE AMSTERDAM T +31 (0)20-6967181 F +31 (0)20-6634962 E Amsterdam@chri.nl www.chri.nl Notitie 20140549-02 Project: "Masterplan-Faculteit" te Rotterdam

Nadere informatie

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige

Rookbeheersing. Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden. Ronald Driessens. rookbeheersingsdeskundige Rookbeheersing Rookbeheersingsystemen regelgeving en randvoorwaarden Ronald Driessens rookbeheersingsdeskundige Inhoud presentatie Rookbeheersing: Wat is rookbeheersing? Wanneer wordt het toegepast? Waaruit

Nadere informatie

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV W2N engineers b.v. Dopheide 2 Postbus 258 9200 AG Drachten T: 0512 544888 E: drachten@w2n.nl W: www.w2n.nl B: NL79 RABO 0369 0496 83 k.v.k. Leeuwarden 59819588 NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC

Nadere informatie