Communicatiemanagement en Eventmanagement Schrijfwijzer

Transcriptie

1 Communicatiemanagement en Eventmanagement Schrijfwijzer Richtlijn voor schriftelijk taalgebruik Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 1

2 Inhoudsopgave VOORWOORD... 4 DE CHECKLIST GOED GESCHREVEN ALGEMEEN Zorg voor een heldere titel Gebruik een inhoudsopgave Gebruik voldoende kopjes en witregels Bouw de alinea s logisch op Gebruik voldoende opsommingen Regels bronvermelding... 7 Bronverwijzing in de lopende tekst... 8 Literatuurlijst aan het eind Elektronische bronnen INHOUD Geef de lezer een inleiding Bied de informatie aan in lagen: de tekst wordt leesbaar als een krant Volg de vragen die de lezer heeft Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 2

3 3. STIJL Schrijf heldere spreektaal Gebruik worden en zullen alleen als dat nodig is Schrijf goed begrijpelijke zinnen Gebruik geen vage verwijswoorden Gebruik geen afkortingen SPELLING Hanteer de officiële Nederlandse spelling Schrijf grammaticaal correct BEOORDELINGSFORMULIER Literatuur Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 3

4 VOORWOORD Binnen Hogeschool Utrecht (en Instituut Theo Thijssen) wordt er veel geschreven. Door zowel studenten als medewerkers. Om zeker te zijn van een heldere en open rapportage hanteren we een aantal concrete normen. Deze vind je terug in de checklist Goed geschreven. In deze toelichting staan tips en adviezen over de manier waarop je de concrete normen van de checklist kunt toepassen. De ideeën die je tegenkomt, zullen je inspireren om je gedachten scherper op papier te zetten. Om de informatie zo aan de lezer te presenteren dat die deze in één oogopslag begrijpt en accepteert. Veel succes! Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 4

5 DE CHECKLIST GOED GESCHREVEN Een richtlijn voor teksten op hbo-niveau Deze checklist is bedoeld voor zowel studenten als docenten. Studenten kunnen hem gebruiken om hun schrijfproduct - voor ze het uit handen geven - te toetsen. Daarmee zal duidelijk worden of het in alle opzichten daadwerkelijk de kwaliteit heeft die van een schrijfproduct op hbo-niveau verwacht mag worden. Op hun beurt kunnen docenten met behulp van deze lijst bepalen of ingeleverd schriftelijk werk in schijftechnisch opzicht inderdaad voldoet aan de eisen. Als dit duidelijk niet het geval is, hoeft de docent het werk inhoudelijk nog niet te beoordelen. De docent kan in zo n situatie het werk aan de student retourneren met een verwijzing naar de checklist. ALGEMEEN Het werk maakt een goed verzorgde indruk. De lay-out is helder; de tekst oogt overzichtelijk en toegankelijk. Langere teksten zijn voorzien van een goede inhoudsopgave. Al op het eerste gezicht zijn een inleiding, een kern en een afsluitend deel te onderscheiden. Indien van toepassing is een bronvermelding aanwezig. Zorgvuldigheid met bronnen. Er mag geen onduidelijkheid bestaan over de herkomst van de tekst. Met andere woorden: wat is geciteerd, wat geparafraseerd en wat is eigen tekst? INHOUD De inleiding introduceert het onderwerp en geeft een routebeschrijving door de tekst. De tekst zelf is inhoudelijk goed opgebouwd. Geen losse opeenhoping van feiten. Informatief niveau: afgestemd op de doelgroep. Argumentaties zijn helder en logisch verantwoord. Het afsluitende gedeelte biedt afhankelijk van het soort tekst- een samenvatting en / of eventueel conclusies of meningen. STIJL De stijl is efficiënt; niet te beknopt, maar ook niet te uitvoerig (uiteraard afhankelijk van en gericht op de doelgroep). De passieve vorm wordt niet te vaak gebruikt. Een zakelijke tekst is gesteld in eigentijdse schrijftaal, niet in informele spreektaal. Voldoende variatie in zinslengte. Voldoende variatie in woordgebruik. De interpunctie is in orde. Correct gebruik van afkortingen, voorzetsels, verwijswoorden enzovoort. Resultaat: een toegankelijke, voor de doelgroep prettig leesbare stijl. SPELLING Werkwoordspelling is correct (maximaal één fout per A4). Hetzelfde geldt voor de overige woorden en afkortingen (gemiddeld twee fouten per A4) Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 5

6 1. ALGEMEEN De structuur van de tekst moet goed zichtbaar zijn. Hiervoor heb je een aantal middelen ter beschikking. In dit hoofdstuk staan ze op een rijtje. 1.1 Zorg voor een heldere titel Een titel moet: de lezer op het juiste spoor zetten; de lading dekken; eventueel de lezer intrigeren. 1.2 Gebruik een inhoudsopgave De inhoudsopgave geef je: op het juiste moment; niet bij zeer korte notities (minder dan 3 pagina s); in de inleiding bij langere notities (meer dan 3 pagina s); als aparte inhoudsopgave bij rapporten; in de juiste vorm; informatief: de hoofdstuktitels vormen een verhaal; overzichtelijk: het verschil tussen de niveaus is zichtbaar. 1.3 Gebruik voldoende kopjes en witregels Geef: per gedachte-eenheid van minimaal 3, maximaal 10 regels een witregel; kopjes boven grotere gedachte-eenheden; subkopjes boven kleinere gedachte-eenheden. Kies: een kopje dat inhoudelijk de lading dekt; een kopje dat de juiste vorm heeft. 1.4 Bouw de alinea s logisch op Vaak is het goed mogelijk de alinea in te leiden met een basisuitspraak. Een basisuitspraak geldt als een paraplu voor de alinea. De rest van de informatie volgt logisch op deze basis(of kern)uitspraak. Je hebt verschillende basisuitspraken: Een concluderende basisuitspraak: Het aangeboden pakket is niet compleet. Een chronologische basisuitspraak: Deze procedure bestaat uit vier stappen. Een opsommende basisuitspraak: Gedifferentieerd onderwijs biedt verschillende voordelen. De basisuitspraak kun je vaak beschouwen als een routebeschrijving : de lezer weet hoe de informatie in de tekst geordend is. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 6

7 1.5 Gebruik voldoende opsommingen Opsommingen zijn erg helder. Daarom is het goed ze te gebruiken. Er zijn een paar tips bij het gebruik van opsommingen: overdaad schaadt: als je een tekst hebt die alleen uit opsommingsstreepjes bestaat, komt dat de leesbaarheid niet erg ten goede (vaak is het heel goed mogelijk kale opsommingen met kleine stukjes toelichtende tekst aan elkaar te verbinden); zorg ervoor dat de opsomming voortdurend dezelfde vorm heeft; hoe is de interpunctie geregeld bij opsommingen? Dit hangt af van de soort opsomming die je gebruikt. Iedere soort kent zijn eigen interpunctieregels. We onderscheiden drie soorten: Opsommingen waarbij de onderdelen bestaan uit één of enkele woorden. Opsommingen waarbij de onderdelen steeds de beginzin afmaken. Opsommingen waarbij de onderdelen een hele zin vormen. Opsomming 1: de onderdelen van de opsommingen bestaan uit één of enkele woorden. Interpunctieafspraak: de onderdelen beginnen met een kleine letter. Er komt geen leesteken achter (ook niet na het laatste onderdeel)! Op school heb ik geleerd: boom roos vis Opsomming 2: alle onderdelen van de opsomming vormen samen met de beginzin een volledige zin. Interpunctieafspraak: de onderdelen beginnen met een kleine letter en eindigen met een puntkomma. Het laatste onderdeel eindigt met een punt. Op school heb ik geleerd dat: een boom groot is; een roos rood is; een vis in het water zwemt. Opsomming 3: alle onderdelen van de opsomming vormen zelfstandig een zin of meerdere zinnen. Interpunctieafspraak: alle onderdelen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt. Op school heb ik veel geleerd: Een boom is groot. Een roos is rood. Een vis zwemt in het water. 1.6 Regels bronvermelding We kunnen de bronnen die vermeld worden in een verslag onderverdelen in gedrukte bronnen en elektronische bronnen. In de `Publication Manual' van de American Psychological Association (APA) (2001) is het verwijzen naar literatuur in de lopende tekst en het opstellen van een literatuurlijst beschreven (zie literatuurlijst). In deze schrijfwijzer zijn de APA-voorschriften voor bronvermelding weergegeven. Het webadres van de APA is: Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 7

8 Bronverwijzing in de lopende tekst Bij het verwijzen naar literatuur in de lopende tekst doen zich verschillende mogelijkheden voor, die hieronder met voorbeelden zijn toegelicht. Verwijzing naar publicatie van auteur(s): Achternaam auteur(s) en jaartal tussen haakjes. Voorbeelden in en zin:... (Overbeke, 1994) (Bouter & Van Dongen, 1995)... Voorbeelden aan het einde van een zin: (Overbeke, 1994). (Bouter & Van Dongen, 1995). Als auteur(s) in de lopende zin is/zijn genoemd, dan alleen het jaartal tussen haakjes. Voorbeelden: Volgens Overbeke (1994)... Volgens Bouter en Van Dongen (1995)... Let op: het &-teken wordt buiten haakjes vervangen door en. Verwijzing naar publicatie in verzamelwerk onder redactie: Naam auteur(s) van het betreffende onderdeel en jaartal.... (Meertens, 1992)... Bij verwijzing naar het hele verzamelwerk de redacteur(en) noemen.... (Meertens & Von Grumbkow, 1992)... Verwijzing naar corporatieve auteur: (Instellingen, bedrijven en commissies en dergelijke kunnen als auteur optreden: men spreekt dan van een corporatieve auteur. Bij de eerste vermelding de naam voluit schrijven, bij eventuele volgende verwijzingen de afkorting gebruiken.)... (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, 1993) (RIVM, 1993)... Verwijzen naar (of "letterlijk citeren uit'') bepaalde pagina('s) in publicatie Voorbeelden:... (Overbeke, 1994, p. 124) (Bouter & Van Dongen, 2000, pp )... In de tekst verwijzen naar publicaties met meerdere auteurs volgens APA Voor publicaties met meer dan één auteur gelden in de tekst de volgende regels: 2 auteurs: beide noemen; 3 t/m 5 auteurs: bij de eerste verwijzing in de tekst alle schrijvers vermelden,daarna alleen de eerstgenoemde auteur, gevolgd door e.a. (staat voor: en anderen); 6 of meer auteurs: de eerstgenoemde auteur vermelden plus e.a. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 8

9 (Van Kleef, e.a., 2005) volgens Van Kleef e.a. (2005) is het zo dat. Let op: in de literatuurlijst moeten wel de eerste 6 auteurs worden genoemd (indien er nog meer auteurs hebben bijgedragen, e.a. toevoegen). In de tekst verwijzen naar auteurs met dezelfde achternaam volgens APA Bij het aanhalen van schrijvers met een identieke achternaam, moeten steeds de initialen vóór deze achternaam staan (ook als het jaar van publicatie verschilt). In de tekst verwijzen naar een publicatie zonder auteursnaam volgens APA Is de auteur van een publicatie onbekend, dan worden de eerste woorden van de titel (of de hele titel, als deze kort is) vermeld. Titels van artikelen, hoofdstukken uit boeken en webpagina s krijgen dubbele aanhalingstekens Titels van tijdschriften, (woorden)boeken en rapporten worden gecursiveerd. Voorbeelden:.. ( Universiteiten bestrijden plagiaat, 2006). In Webster's New Collegiate Dictionary (1961) wordt gesteld dat. Let op: In de literatuurlijst wordt altijd de volledige titel opgenomen, zonder aanhalingstekens en niet cursief. In de tekst verwijzen naar een kranten- of weekbladartikel volgens APA In de lopende tekst verwijs je als volgt naar een kranten- of weekbladartikel met auteur(s):... (Auteur(s), jaar)... In geval de schrijver van het bericht niet is genoemd, noem je tussen haakjes en tussen aanhalingstekens de titel; je noemt de hele titel als deze kort is, en als de titel lang is alleen de hoofdwoorden, gevolgd door het jaar.... ("...," 20..)... Persoonlijke mededeling in de tekst volgens APA Studenten kunnen ook informatie van deskundigen verkrijgen via colleges, een persoonlijk onderhoud, een interview, telefoon, fax, , nieuwsgroep enz. Is op deze wijze relevante informatie vergaard, dan mag je hiernaar uitsluitend verwijzen als het om hoogst relevante, unieke kennis gaat die niet officieel is gepubliceerd. Een dergelijke `persoonlijke mededeling' zal zich niet zo vaak voordoen....(s. Sgilreeg, persoonlijke mededeling, 26 maart 2001)... Een in de tekst opgenomen (van voorletter(s), achternaam en volledige datum voorziene) `persoonlijke mededeling' wordt niet in de literatuurlijst opgenomen. Verwijzing naar elektronische bron in de tekst volgens APA Voor verwijzing naar elektronische bronnen gelden dezelfde regels, oftewel vermelding van auteur en jaartaal. Vaak is de auteur van een elektronische bron onbekend, zie dan hieronder. Als de webpagina ongedateerd is wordt z.j. (zonder jaar) vermeld. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 9

10 Literatuurlijst aan het eind De literatuurlijst aan het eind van een werkstuk is alfabetisch gerangschikt volgens (eerste) auteursnaam. Een corporatieve auteur moet voluit worden geschreven. Het rangordenen van verschillende geschriften van dezelfde auteur gebeurt chronologisch. Het eventuele tussenvoegsel van een achternaam, plaats je na de voorletters. De tweede en volgende regels van een boek of tijdschriftartikel springen in. Verschillen tussen bronvermelding van artikelen en boeken. Het eerste punt van verschil in de vermelding van artikelen en boeken is, dat bij een boek de titel wordt gecursiveerd, bij een artikel het tijdschrift en de jaargang. In de tweede plaats wordt bij een boek aangegeven waar en door wie het is uitgegeven; bij een tijdschrift blijft dit achterwege. Een derde punt van verschil is, dat de hoofdwoorden in de titel van het tijdschrift met een hoofdletter beginnen; in titels van boeken gebeurt dit niet. Bronvermelding boek in de literatuurlijst volgens APA Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (Publicatiejaar). Titel van het boek. Plaats van uitgave: Naam uitgever. Let op: - na achternaam auteur komma en spatie; - punt en spatie na voorletter van auteur; - &-teken voor laatste auteur, voorafgegaan door een komma en een spatie; - publicatiejaar van (laatste) uitgave tussen haakjes, gevolgd door punt; - titel (en eventuele ondertitel) cursiveren; - na eerstgenoemde plaats van vestiging van de uitgever een dubbele punt. Voorbeeld boek: Bouter, L. M., & Dongen, M. C. J. M. van (2000). Epidemiologisch onderzoek. Opzet en interpretatie. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Voorbeeld publicatie van corporatieve auteur: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne. (1993). Volksgezondheid toekomst verkenning. De gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking in de periode Den Haag: Sdu. Hoofdstuk uit geredigeerd boek in de literatuurlijst volgens APA Auteur, A. A., Auteur, B. B., Auteur, C. C., & Auteur, D. D. (Publicatiejaar). Titel van het hoofdstuk. In A. Redacteur, B. Redacteur, & C. Redacteur (Eds.), Titel van het boek (pp...-..). Plaats van Uitgave: Naam uitgever. Let op: - titel van het hoofdstuk niet cursiveren, titel van het boek wel; - `In' gaat vooraf aan de editeur(s) van de bundel; na `In' géén dubbele punt; - voorletter(s) redacteur(en) komen vóór de achternaam; - indien het verzamelwerk door één persoon is geredigeerd: (Ed.); - komma tussen (Ed.) of (Eds.) en titel van het boek; - na titel tussen haakjes na pp. de betreffende pagina's. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 10

11 Meertens, R. W. (1992). Beïnvloedingsprocessen in groepen. In R. W. Meertens & J. von Grumbkow (Eds.), Sociale psychologie (pp ). Groningen: Wolters-Noordhoff. Tijdschriftartikel in de literatuurlijst volgens APA Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (Publicatiejaar). Titel van het artikel. Titel van het Tijdschrift, jaargang (nummer), nummer 1 e pagina-nummer laatste pagina. Let op: - na punten, komma's en dubbele punt volgt steeds één spatie; - &-teken voor laatste auteur, voorafgegaan door een komma en een spatie; - publicatiejaar (tussen haakjes) gevolgd door punt; - na titel artikel volgt punt, na tijdschrifttitel een komma; - naam tijdschrift voluit schrijven en cursiveren; de hoofdwoorden beginnen met een hoofdletter; - de jaargang eveneens cursief; - het nummer (de editie) niet cursief en tussen haakjes, gevolgd door een komma; - begin- en eindpagina met verbindingsstreepje, zonder spaties, gevolgd door punt. Voorbeelden: Houweling, H., Heisterkamp, S. H., Wijngaarden, J. K. van, Wiessing, L. G., Coutinho, R. A. en Jager, J. C. (1994). Analyse van de AIDS-epidemie in Nederland, Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 138 (2), Overbeke, A. J. P. M. (1994). Wangedrag in medisch-wetenschappelijk publiceren. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 138 (2), Let op: tweede en volgende regels van een titelbeschrijving springen in. Kranten- of weekbladartikel in de literatuurlijst volgens APA In de literatuurlijst verwijs je volgens APA als volgt naar een kranten- of weekbladartikel met auteur: Auteur (s) (jaar, dag van de maand en maand). Titel van het artikel. Naam van de krant, p... of pp Gerrits, R. (2012, 13 februari). Basisonderwijs ontslaat duizenden leerkrachten. De Volkskrant, p. 14. Kranten- of weekbladartikel zonder auteursnaam in de literatuurlijst volgens APA Staat bij het artikel geen auteursnaam, dan alfabetiseer je in de bronvermelding volgens (het eerste hoofdwoord in) de titel van het artikel, gevolgd door de gecursiveerde naam van krant of weekblad en de pagina('s). Het jaar, de dag van de maand en de maand komen tussen haakjes na de titel, dus: Titel van het artikel. (jaar, dag van de maand en maand). Naam van de krant, p... of pp Ook op laatste dag Cito-toets problemen. (2012, 9 februari). De Volkskrant, p. 34. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 11

12 Elektronische bronnen Online publicaties kunnen al dan niet gepaard gaan met een papieren versie, denk bijvoorbeeld aan een hand-out. Webpagina Titel webpagina. (publicatiejaar). Titel artikel/onderdeel. Opgehaald op [datum] van [URL] Let op: na het webadres staat géén punt. In geval van een publicatie zonder auteursnaam komt op de plaats van de auteur(s) de titel te staan. Gebruik `zonder jaar' als het publicatiejaar ontbreekt: (z.j.). 123.test.nl. (2010). De leerstijltest. Opgehaald op 3 oktober 2010, van Voorbeeld (auteur + jaartal onbekend): Howard Gardner Hobbs Professor of Cognition and Education. (z.j.) Opgehaald op 14 oktober 2008 van Wiki Titel webpagina. (publicatiedatum). Opgehaald op [Datum] van [Wiki naam]: [URL] Screencasts digitaal portfolio. (28 september 2010). Opgehaald op 7 oktober 2010 van Hogeschool Utrecht: +digitaal+portfolio PowerPoint/ hand-out Auteur. (publicatiejaar). Titel van de PowerPoint presentatie. Waar gepresenteerd indien mogelijk. Opgehaald op [datum] van [URL] Buitenhuis, S. (2010). Meervoudige Intelligenties bij kinderen. HU Amersfoort. Opgehaald op 13 februari 2012 van %20LA2/O&P/Bijeenkomst%202%meervoudige%20intelligenties.ppt Online tijdschriftartikel in APA-stijl: Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (Publicatiejaar). Titel van het artikel. Titel van het Tijdschrift, jaargang (nummer), nummer 1 e pagina-nummer laatste pagina. Opgehaald op [datum] van [URL] Noteboom, A. (2011). Spel in de rekenles: Duo Tien! Volgens Bartjens, 31 (2), Opgehaald op 14 februari 2012 van Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 12

13 Vermelding audiovisuele bron in literatuurlijst volgens APA Het type audiovisuele bron wordt, na de titel, tussen `nietjes' aangegeven. De vorm van een verwijzing naar audiovisuele media is voor het overige gelijk aan die van een boek: Auteur(s)/(Producer(s), (Jaar/datum uitzending). Titel [...]. Plaats van uitgave: Productiemaatschappij. Invullen: [Cd-rom] [Videotape] [Film] [Tv-uitzending] Nieuwenhuis, Z. (2012, 13 februari). De wereld draait door [Tv-uitzending]. Amsterdam: VARA. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 13

14 2. INHOUD Help de overvoerde lezer: 2.1 Geef de lezer een inleiding. 2.2 Bied de informatie in leeslagen aan: leesbaar als een krant. 2.3 Volg de vragen die de lezer heeft. 2.1 Geef de lezer een inleiding Een inleiding: bevat alleen informatie over de tekst-als-tekst; is compleet: bevat zoveel informatie dat de lezer de tekst kan volgen; is beknopt: bevat alleen de hoofdlijnen: details gaan naar een apart hoofdstuk; geef je altijd: bij ieder werkstuk en paper; geef je zelfs bij langere hoofdstukken; is overzichtelijk door het gebruik van witregels en kopjes. 2.2 Bied de informatie aan in lagen: de tekst wordt leesbaar als een krant Leeslagen bieden grote voordelen voor de drukke lezer: Je bent snel geïnformeerd over de grote lijnen. Je kunt goed kiezen over welke onderwerpen je je kostbare tijd verdeelt. Leeslaag 1: De samenvatting geeft de kern De samenvatting geeft de lezer de krenten uit de pap: De belangrijkste conclusie. De belangrijkste aanbevelingen. De argumenten die de doorslag geven. Ook voor een paper is een samenvatting prima te gebruiken zodra het paper meer dan twee pagina s lang is. Leeslaag 2: De tekst geeft een toelichting op de kern De tekst die volgt na de inleiding en samenvatting vormt de tweede leeslaag. Het is belangrijk dat de tekst: precies die informatie geeft die de lezer zoekt; zeer overzichtelijk is ingedeeld. Leeslaag 3: De bijlagen geven de details De details komen niet in het werkstuk of paper. Je voegt ze toe als bijlagen. Dit is de derde leeslaag. Je kunt hierbij denken aan leerlingenwerk dat je ter illustratie toevoegt. 2.3 Volg de vragen die de lezer heeft Het is al erg handig voor de lezer als je een langere tekst vooraf laat gaan door een samenvatting. Maar je kunt het de lezer nog makkelijker maken: Volg in je opbouw de vragen die bij de lezer leven. Zet de belangrijkste informatie voorop. Kies telkens voor dezelfde opbouw in vergelijkbare situaties. Schrijf je bijvoorbeeld een advies, dan wil de lezer eerst weten welk advies je geeft; pas daarna staat hij open voor de argumenten. Schrijf je een plan van aanpak, dan wil de lezer weten 1) wat we gaan doen, 2) waarom we iets gaan doen en 3) hoe we het gaan doen. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 14

15 3. STIJL Wat is nu precies de beste stijl voor een rapport of een notitie? Dat is de stijl die ervoor zorgt dat de lezer het gepresenteerde idee met zo min mogelijk energie tot zich kan nemen. 3.1 Schrijf heldere spreektaal Geen ouderwetse clichés Wij hebben toen van u vernomen dat u de werkstukken zou beoordelen en de resultaten bekend zou maken via de mail. Alternatief U vertelde ons dat u onze werkstukken zou beoordelen en de resultaten daarna naar ons zou mailen. Geen informele spreektaal Je kan kinderen vertellen dat geweld helemaal niet zo leuk is als het lijkt. Alternatief Kinderen denken soms dat geweld leuk is. Wij hebben de taak ze uit te leggen dat dit niet het geval is. 3.2 Gebruik worden en zullen alleen als dat nodig is Waarom nu zo n drukte om wat onschuldige hulpwerkwoordjes als worden en zullen? Is daar iets mis mee? Nee. Met hulpwerkwoorden als worden en zullen is helemaal niets mis.tenzij je ze misbruikt. Worden Ben je bewust van het effect van worden. Gebruik worden alleen als je het effect ervan wenst. Niet: Tijdens de werkvergaderdagen deze week wordt op donderdag 10 juni a.s. een overleg met het College van Bestuur gepland over de (organisatie)ontwikkelingen komend studiejaar. Maar: Het College van Bestuur nodigt u uit voor een werkoverleg op donderdag 10 juni. Onderwerp van gesprek zijn de (organisatie)ontwikkelingen komend studiejaar. De datum valt tijdens de werkvergaderdagen van deze week. Zullen Het hulpwerkwoord zullen is onmisbaar in onze taal: je kunt er prachtige nuances mee aanbrengen. In veel teksten kom je zullen echter om de haverklap tegen. Dat heeft nogal wat nadelen: Je tekst komt minder krachtig over. Je tekst is langer dan nodig is. Niet: Tijdens de diploma-uitreiking op 26 november aanstaande zullen 65 studenten hun diploma in ontvangst nemen. Maar: Tijdens de diploma-uitreiking op 26 november nemen 65 studenten hun diploma in ontvangst. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 15

16 3.3 Schrijf goed begrijpelijke zinnen Geen lange aanloop naar de kern Omdat deze datum reeds in ons memo over de toekomstige organisatiestructuur werd genoemd, vertrouwen we erop dat de uitnodiging niet al te onverwacht komt. Herschrijving We gaan ervan uit dat deze uitnodiging niet al te onverwacht komt. Wij vermeldden haar immers al in onze memo over de toekomstige organisatiestructuur. 3.4 Gebruik geen vage verwijswoorden Vage verwijswoorden zijn verrukkelijk: voor de schrijver! Ze schrijven namelijk zo gemakkelijk weg, zonder dat je na hoeft te denken. De lezer heeft echter een probleem: hij moet gaan gokken wat de betekenis is van: in relatie tot in het kader van in verband met met betrekking tot met het oog op in samenhang met 3.5 Gebruik geen afkortingen Veel afkortingen geven aan dat we snel van onze taken af willen zijn. Een werkstuk met veel afkortingen toont dus niet aan dat we veel zorg besteden aan de lezer. Bovendien: veel afkortingen zijn voor ons vanzelfsprekend, maar veel lezers weten er geen raad mee. Enig idee hoeveel betekenissen t.g.v. heeft? Een werkstuk dat vol staat met: d.m.v. ; incl.; t.b.v.; n.a.v.; m.b.v.; t.g.v.; m.a.w.; i.o.v.; t.a.v.; enzovoort bevordert de leesbaarheid niet. Niet: Alle studenten die beschikken over een dyslexieverklaring van een deskundige, kunnen examentijdverlenging aanvragen bij de examencommissie. Dit kan d.m.v. een aanvraag in het postvak van de examencommissie onder toevoeging van bovengenoemde verklaring. Maar: Alle studenten die beschikken over een dyslexieverklaring van een deskundige, kunnen examentijdverlenging aanvragen. Lever hiervoor een aanvraag in bij de examencommissie. Je kunt je aanvraag én je dyslexieverklaring in haar postvak leggen. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 16

17 4. SPELLING 4.1 Hanteer de officiële Nederlandse spelling Volg de spelling in de Woordenlijst Nederlandse taal (het nieuwe groene boekje) van de Nederlandse Taalunie. 4.2 Schrijf grammaticaal correct Geen d/t- fouten (let op de voltooide deelwoorden, ook die van Engelse werkwoorden) Niet: Zo hoop ik dat we meer ouders tevreden kunnen stellen met het moment waarop het niveau-lezen gegeven word. Maar: Zo hoop ik dat we meer ouders tevreden kunnen stellen met het moment waarop het niveaulezen gegeven wordt. Niet: Ik vind het fijn dat je me hebt g t. Maar: Ik vind het fijn dat je me hebt g d. Geen zinnen die niet lopen Ik had volgens mij toen ik mij later bedacht de brieven wel al ingeleverd maar voor de zekerheid zijn ze hier nog een keer. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 17

18 BEOORDELINGSFORMULIER Ingeleverd werk: Naam student: Datum: Laat dit formulier in je werk zitten als je het voor de tweede keer inlevert. Je docent kan dan zien of je de juiste verbeteringen hebt aangebracht. ALGEMEEN voldoende onvoldoende Het werk maakt een goed verzorgde indruk. De lay-out is helder; de tekst oogt overzichtelijk en toegankelijk. Langere teksten zijn voorzien van een goede inhoudsopgave. Op het eerste gezicht zijn een inleiding, een kern en een afsluitend deel te zien. Indien van toepassing is een bronvermelding aanwezig. Bronnen zijn zorgvuldig weergegeven (APA). Opmerkingen: Indien meer dan één onderdeel onvoldoende is, wordt de beoordeling algemeen als onvoldoende beoordeeld) voldoende onvoldoende INHOUD De inleiding introduceert het onderwerp en geeft een routebeschrijving door de tekst. De tekst zelf is inhoudelijk goed opgebouwd. Geen losse opeenhoping van feiten. Informatief niveau: het niveau is afgestemd op de doelgroep. Argumentaties zijn helder en logisch verantwoord. Het afsluitende gedeelte biedt afhankelijk van het soort tekst- een samenvatting en / of eventueel conclusies of meningen. Opmerkingen: Alle onderdelen moeten voldoende zijn. voldoende STIJL De stijl is efficiënt; niet te beknopt, maar ook niet te uitvoerig De passieve vorm wordt niet te vaak gebruikt. Een zakelijke tekst is gesteld in eigentijdse schrijftaal, niet in informele spreektaal. Er is voldoende variatie in zinslengte. Er is voldoende variatie in woordgebruik. De interpunctie is in orde. Het gebruik van afkortingen, voorzetsels, verwijswoorden is in orde. Opmerkingen: onvoldoende Indien meer dan één onderdeel onvoldoende is, wordt de beoordeling stijl als onvoldoende beoordeeld. voldoende Onvoldoende SPELLING Werkwoordspelling is correct (maximaal één fout per A4). Hetzelfde geldt voor de overige woorden en afkortingen (max. één fout per A4). Opmerkingen: Indien meer dan één onderdeel onvoldoende is, wordt het verslag als onvoldoende beoordeeld. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 18

19 Literatuur American Psychological Association (2001). Publication Manual of the American Psychological Association. Washington: APA. Communicatie- en eventmanagement Schrijfwijzer pagina 19