Sectoroverstijgende pilots taal en rekenen Pilot Utrecht: aansluiting vve-po

Transcriptie

1 Projectplan Utrecht: aansluiting vve-po 1. Praktische gegevens Stichting PCOU Postbus 9419, 3506 GK Utrecht, Projectleider Mevrouw C. (Carla) Sanders (bovenschools coördinator onderwijs en zorg) Deelnemende instellingen Er zijn binnen PCOU 10 scholen met een VVE aanbod. De aan de pilot deelnemende scholen zijn: Bangkokdreef 4 Lingestraat 2a 3562 GN Utrecht 3522 TM Utrecht schakel@pcou.nl hulst.linge@pcou.nl 2. Doelen en activiteiten van de pilot Wat willen we bereiken met onze pilot? Algemene doelstellingen a. Verbeteren van de aansluiting tussen de voor- en vroegschool, d.w.z. tussen de peuterspeelzaal en groep 1 van de basisschool. - Het onderwijsaanbod van de basisschool sluit (aantoonbaar) nauw aan bij het voorbereidende programma voor taal en rekenen van de voorschool. - De VVE-activiteiten op het gebied van taal en rekenen worden systematisch uitgevoerd, geëvalueerd en zo nodig verbeterd. ( zowel voorschool als vroegschool) Bron: 1

2 Subdoelen: a. Er is voldaan aan de basiseisen voor VVE, o.m.: a. Voor- en vroegschool hebben een VVE-coordinator en gecertificeerde leidsters. b. VVE is herkenbaar opgenomen in het schoolbeleid (schoolplan). c. Er is een VVE-beleidsplan. b. De vroegschool gebruikt een kindvolgsysteem dat instrumenten bevat (bij voorkeur landelijk genormeerd), die gegevens verschaffen over de ontwikkeling van kinderen en eventueel de mate van zorg die zij nodig hebben. c. Voor- en vroegschool hanteren eenduidige protocollen en afspraken m.b.t. de overgang van kinderen van voorschool naar vroegschool. d. Er is een vastgestelde overlegstructuur gericht op afstemming van werkzaamheden/activiteiten en inhoudelijke verbetering van het VVE-programma. Ontwikkelpunten a. De overdracht van gegevens van leerlingen, d.w.z. het gebruik van een overdrachtsformulier, overdracht d.mv. een gesprek, follow up gesprekken. b. De school maakt gebruik van toetsen op het gebied van actief taalgebruik (woordenschat, spreekvaardigheid), waarbij na afronding van een programmaonderdeel (thema) de ontwikkeling van de kinderen kan worden gemeten. c. Aan de hand van analyse van gegevens van de toetsen vindt aanpassing plaats van het onderwijsprogramma. Ontwikkelpunten punten a. Het gebruik van een observatie-instrument (kijkwijzer) bij onderlinge groepsbezoeken (tussen voor- en vroegschool). b. Het inventariseren van mogelijke activiteiten op het gebied van (voorbereidend) rekenen in de groepen 1 en 2. c. Het opzetten van een programma voor voorbereidend rekenen waarbij de activiteiten systematisch en herkenbaar in het rooster plaats vinden. Fasering looptijd van het project is drie schooljaren, , waarbij het laatste jaar ook en vooral bedoeld is om te borgen en te verankeren formuleer algemeen over de drie jaren formuleer meer specifiek over schooljaar , leg data voor bijeenkomsten vast in overleg met directies van deelnemende instellingen, Bron: 2

3 a. Orientatie ten aanzien van overdrachtsformulieren. b. b. Formuleren van het onderwijsaanbod taalactiviteiten verdelen in thema s bepalen beginsituatie en doelstelling per thema; c. c.oriëntatie op het gebruik van instrumenten die per thema de ontwikkeling van kinderen bepalen. d. d.pilot gebruik van toetsinstrumenten. a. Formuleren gewenste opbrengst (doelstelling) van wederzijdse groepsbezoeken. Afbakenen van het onderwerp van observatie. Oriëntatie op mogelijke observatie-instrumenten (kijkwijzers). b. Inventariseren activiteiten voorbereidend rekenen. Wat gebeurt al? Waar is uitbreiding/aanvulling nodig? a. Vervolg pilot gebruik van toetsen; keuze van de te gebruiken instrumenten. b. Vastleggen afspraken over het gebruik van toetsen, analyse gegevens. ( toetskalender) c. Ontwikkelen van een overdrachtslijst. d. groepsbezoeken van leerkrachten onderbouw aan voorschool. a. Keuze van kijkwijzers. Pilot groepsbezoeken met behulp van kijkwijzers. b. Vaststellen afspraken/gewenste doel groepsbezoeken m.b.v. kijkwijzers. Verankering van de afspraken c. Aan de hand van de inventarisatie opzetten van een herkenbaar programma met rekenactiviteiten d. Uitwerken van leerlijnen rekenen voor de voor-en vroegschool e. Tussendoelen zijn besproken voor het einde van de voorschool, het einde van groep 1 en aan het eind van groep a. a.doorgaande lijn woordenschatonderwijs voor de groepen 1 tot en met 8. Bron: 3

4 b. Analyse van het woordenschatonderwijs op basis van de niet-methodegebonden toetsen. c. Scholing midden- en bovenbouw leerkrachten. ( twee studiedagen) d. d.vastleggen van de afspraken. a. Er wordt gebruik gemaakt bij de groepsbezoeken van de kijkwijzer/checklist rekenen. b. Uitvoering van het programma met rekenactiviteiten vlgs. rooster. c. Vastleggen van de afspraken. d. Monitoren van de rekenresultaten. Een start wordt gemaakt in juni (experiment) e. Twee studiedagen voorbereidend rekenen. Voorgenomen activiteiten afhankelijk van de mate waarin al voorbereidingen zijn getroffen kan het ook gaan om ideeën, plannen etc. denk aan: doen van onderzoek, uitwisseling, ideeënvorming, momenten om uit te wisselen, problemen in kaart brengen, methode vergelijken, testresultaten benutten enz. Overzicht van activiteiten : a. Inventarisatie van gegevens m.b.t. doorgaande lijn voorschool vroegschool aan de hand van bezoeken van alle scholen me teen VVE-aanbod (gereed juli 2009). b. Formuleren stichtingsbrede visie op VVE (concept gereed). c. Gesprek tussen stedelijk coördinator VVE projectleiding passend onderwijs en (vertegenwoordigers) College van Bestuur PCOU ( 13 oktober 2009) d. Netwerk VVE coördinatoren Stad Utrecht. (28 oktober 2009) e. Gesprek VVE coördinator en directeur op 17 november f. Gesprek VVE coördinator en directeur basisschool op 23 november g. Eerste werkbijeenkomst W.G. van de Hulstsschool en wijkwelzijnsorganisaties i.s.m. onderwijsbureau Eduniek (8 december 2009) h. Eerste werkbijeenkomst basisschool met VVE coördinator en leerkracht groep 2 op 9 december i. Stedelijk coördinator VVE informeert de directeuren PCOU over de beleidsagenda VVE (bereik en resultaten) 10 december 2009 Overzicht van activiteiten : Zie logboek. Bron: 4

5 PCOU: Toetskalender Bovenschools monitoren van toetsgegevens. Gesprekken met schoolleiders en intern begeleiders naar aanleiding van de eindtoetsen en gemaakte analyses. Twee netwerk bijeenkomsten organiseren voor de VVE- coördinatoren. Stedelijk: Lanceren van de Utrechtse Taal standaard op 9 november ( 2 tot en met 8 jaar) Monitoren van de toetsen op het gebied van taal/leesonderwijs. Vanaf eind groep 1. Ontwikkelen van een overdrachtslijst voor de voorschool. Ten aanzien van de monitoring komt er een stedelijke overdrachtslijst. De overdrachtslijst die gemaakt is voor de, neem ik mee in deze besprekingen. Voortgang samenwerking met de wijk welzijns organisaties. ( WWO) Professionalisering van de medewerkers en leerkrachten. 3. werkwijze Organisatie en communicatie maak relaties zichtbaar tussen projectleider, deelnemende instellingen (leidinggevenden, contactpersonen, deelnemende leerkrachten), eventueel in de vorm van een organigram) geef ook aan wie waarvoor verantwoordelijk is zorg voor aparte overlegorganen voor - directies van deelnemende instellingen (bijv in de vorm van een stuurgroep) - deelnemende leerkrachten Bron: 5

6 Projectleider: Bewaakt het project op hoofdlijnen formuleert (sub)doelstellingen coördineert activiteiten organiseert mede werkbijeenkomsten en besprekingen. Projectleider maakt deel uit van de volgende werkgroepen: Werkgroep het jonge kind. ( drie besturen en gemeente) Werkgroep het jonge kind. ( op stedelijk niveau: WWO, besturen en gemeente) Werkgroep zorgpeuters. ( stedelijk) Netwerk VVE coördinatoren. ( PCOU en stedelijk) Regiegroep Utrechtse taal standaard Klankbordgroep Utrechtse taal standaard Stedelijke werkgroep (UOA) taal standaard Werkgroep taa/lleesverbetertraject Medeverantwoordelijk voor de toetskalender en bovenschools toetsprotocol PCOU. Directeur: Is eindverantwoordelijk voor voortgang van het project op de betreffende school. Leerkrachten/leidsters: Zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de werkzaamheden van het project (binnen de groepen) en nemen deel aan de daarbij behorende (studie)bijeenkomsten. Bron: 6

7 Faciliteren met name hoeveelheid beschikbare tijd voor de projectleider en de deelnemende leerkrachten in termen van uren in jaartaakbeleid eventueel aanvullende middelen voor bijeenkomsten en/of kosten voor reproductie, aanschaf literatuur Voor de projectleiding is vooralsnog 4 uur per week beschikbaar. De uitvoering van werkzaamheden door de leerkrachten vindt plaats binnen de normjaartaak. Vooralsnog zijn geen aanvullende middelen beschikbaar. 4. Akkoordverklaring door directies van de deelnemende instellingen door vertegenwoordiger SLO Bron: 7