10. Wasknijper Tikkertje Groepsrenbal... 13

Transcriptie

1 Sportdag B

2 Inhoud 1. Kelnerrace Buik glijden Touwtrekken Fling Sponzenrace KING BAL Luchtkussen Eilandenrace Skippybal werpen PRESTATIE ONDERDEEL Wasknijper Tikkertje Groepsrenbal Kogel rollen PRESTATIE ONDERDEEL Douane spel: Sprint PRESTATIE ONDERDEEL Dobbelsteen race Steprace PRESTATIE ONDERDEEL Voetbal penalty s Duurloop PRESTATIE ONDERDEEL Voetbal... 22

3 1. Kelnerrace Werpgroep gaat achter de werplijn staan. Hiervan mogen 2 leerlingen ballenrapers worden en stellen zich op aan de andere kant van het net. De kelnergroep gaat achter de emmers staan Start kelnergroep Op teken van de spelbegeleider vullen de kelners maximaal 2 bekers per persoon en plaatsen die op het dienblad. Dan lopen zij zo snel mogelijk naar de overzijde met het blad boven nethoogte. Aan de overkant gekomen legen ze de bekers in de emmer, rennen zo snel mogelijk terug en geven het materiaal door aan de eerste wachtende. Binnen de tijd wordt geprobeerd zoveel mogelijk water in de emmer te krijgen. Werpgroep De leerlingen uit de werpgroep proberen met foamballen de bekers van het blad af te werpen (vanachter de werplijn). De ballenrapers rollen de ballen onder het net door terug en moeten na een tijdje worden gewisseld met andere kinderen uit hun groep. Score Na 3 minuten (stopwatch) stoppen en meten: met liniaal wordt gemeten hoeveel water er is overgebracht. Hierna wordt gewisseld. De werkgroep wordt kelnergroep en de kelnergroep wordt de werkgroep. Nadat beide groepen zijn geweest wordt de uitslag bekend gemaakt (maar niet genoteerd). Gebruik tuinslang voor het bijvullen emmers! +/- 3m. Materiaal: - 1x spelbeschrijving - 2x gele pion nr 1-2x korfbal paal - 1x net - 3x emmer - 20x beker - 3x dienblad - ca. 15x foambal - 1x liniaal - 4x scheerlijn - 4x haring - 1x materiaalmand - 1x punjezak - 1x tuinslang - 6x pion

4 2. Buik glijden De kinderen worden naast elkaar opgesteld terzijde van de startpion. De beide luchtbedden liggen klaar aan het begin van het glijzeil. Regels Er wordt vanachter de startlijn aangelopen. Er starten steeds 2 kinderen tegelijk. Per groep is er steeds een kind aan de beurt. Doel Het doel is om na de aanloop, voorover op het luchtbed te vallen en zover mogelijk op het ingezeepte zeil door te glijden. Houdt alle ledematen op het luchtbed. Houdt steeds dezelfde kant van het luchtbed boven.(schone kant) Wie van de twee komt het verst? Maak de rij opstelling dan van klein naar groot. Prepareren baan Bij aanvang moet de baan goed worden ingesmeerd met afwasmiddel. Hieraan wordt een kleine hoeveelheid water toegevoegd. Gedurende de dag moet de zeep en/of het water worden aangevuld. Smeer het einde van het zeil niet in, zodat er zo weinig mogelijk zeep op het gras komt. Gebruik de borstel voor het inzepen! Materiaal: - 1 x spelbeschrijving - 2x gele pion nr 2-4 x pionnen - 2 x luchtbed + reserve pomp - 1 x groot grondzeil - 10 x grondpennen - Fles afwasmiddel (+ reserve) - 1 x jerrycan met water - 1 x borstel met steel - 1 x plunjezak

5 3. Touwtrekken Beide groepen stellen zich tegenover elkaar op langs het trektouw. Vanuit het midden van het touw gezien staat de kleinste leerling vooraan en de grootste achteraan. Nummering De spelleider nummer elke leerling van elke groep. Dit nummer moeten de leerlingen goed onthouden. Als een van de groepen een leerling meer heeft, krijgt deze leerling een extra nummer toegewezen. Start Alle leerlingen staan klaar met beide armen gestrekt omhoog. De spelbegeleiding noemt een nummer. Alleen de leerlingen met dit nummer pakken snel het touw en trachten het lint ( wat in het midden van het trektouw is bevestigd ) voorbij hun pion te trekken. Stop Als het lint voorbij een pion is getrokken stopt de spelleiding het spel ( fluit ). De winnaar wordt bekend gemaakt en de groepen gaan weer klaar staan. Variatie Ter variatie kan de spelbegeleiding - tijdens het trekken meerdere extra nummers roepen - als startsignaal eenvoudige sommetjes opgeven ( 4-2 = ) - tot slot de gehele groep tegelijk laten trekken. : Materiaal: 1x spelbeschrijving 2x gele pion nr. 3 1x touwtrek touw 2x pionnen 1x fluit

6 4. Fling De bovenbouw kinderen worden opgesplitst in 2 partijen en spelen tegen elkaar. De middenbouw kinderen spelen een mikspel met ieder een eigen fling Middenbouw: De groepen gaan allebei in een eigen rij staan achter de startlijn, de voorste heeft een flingnet. Wanneer het startsignaal klinkt, rent de eerste naar de werplijn, pakt een pittenzakje en probeert deze vanuit zijn flingnet in 1 van de hoepels te werpen. Dan rent de werper terug en geeft zijn flingnet door aan de volgende in de rij en sluit zelf achteraan. Het spel is af wanneer 1 van de 2 teams al hun zakjes (10 stuks) geworpen heeft. Nu worden de punten geteld. Het spel kan nog een keer gespeeld worden. Bovenbouw: De ene partij staat op de ene speelhelft en de andere partij op de andere speelhelft (Zie tekening) Tussen beide speelhelften in is een leeg vak. (denk daarbij aan volleybal, alleen spelen we zonder net maar met een neutraal vak) De spelers hebben allemaal hun eigen netje. Degene die op de centrale stip staat begint met de bal/zakje (dit is steeds een andere speler). Door op het juiste moment het net te ontspannen en vervolgens weer te spannen wordt de bal omhoog/voorwaarts geworpen. Het doel is om de bal/zakje in het vak van de tegenstander op de grond te krijgen. Regels: - Niet lopen met een bal/zakje - Je moed vangen met je flingnet en niet met je handen Score Wordt bij BB direct na afloop bekend gemaakt en niet genoteerd. en Materiaal - 2x gele pion nr 4-16 fling netten BB - 16 fling netten voor om je net MB - 6 hoepeles

7 5. Sponzenrace Elke groep wordt in een rij achter een emmer opgesteld. Start Op teken van de spelbegeleiding wordt gestart. De leerlingen pakken de spons uit de (volle) emmer. Parkoers De leerlingen rennen dan met de spons naar het koord, werpen de spons over het koord en trachten de spons te vangen. Aan het einde van het parkoers staat een lege emmer ( voor iedere groep een aparte emmer ) waar de spons in wordt uitgeknepen. Wissel Vervolgens wordt er zo snel mogelijk terug gelopen en de spons wordt in de (start) emmer met water geworpen. Dit is het startsignaal voor de volgende van de groep. Als alle leerlingen van de groep 1 x zijn geweest, wordt er gestopt. Indien de ene groep 1 leerling minder heeft, mag een van de leerlingen van deze groep een keer extra lopen. Er kan ook gedurende een bepaalde tijd achter elkaar door gerend worden en dan gemeten worden welke groep het meeste water heeft overgebracht. Uitslag Welke groep heeft het meeste water kunnen overbrengen? De spelbegeleiding meet met een liniaal de waterstand en geeft aan wie de winnaars zijn. Vervolg Binnen de beschikbare tijd worden zoveel als mogelijk speelbeurten aangeboden. Materiaal: 1 spelbeschrijving 2 gele pion nr. 5 4 emmers 2 sponzen 1 koord 1 liniaal 2korfbalpaal

8 6. KING BAL BB heeft een eigen KING veld en de MB heeft een eigen KING veld, 4 kinderen starten in het vak (door de spelleider willekeurig aangewezen). Uitvoering Er zijn vier vakken. De vakken hebben een nummer (1,2,3) of K van Koning(in). De leerling in het K vak slaat de bal op. De bal moet eerst in het eigen vak stuiteren en daarna in een ander vak. Komt de bal bij jou in het vak sla hem dan zo snel mogelijk weer weg (niet zoals bij de oplag, moet de bal nu direct naar een ander vak geslagen worden). Je probeert in het K vak te komen en je probeert dan zolang mogelijk de kanjer te zijn. Regels: BB: Komt de bal bij jou, sla hem dan direct naar een ander vak Het spel gaat door totdat iemand de bal uit slaat Je bent ook af als de bal 2 keer in jouw vak stuitert Ben je af? Verlaat het vak en sluit dan achter in de rij aan! Iedereen schuift nu aan totdat het niet verder kan zodat vak 1 vrij komt Een nieuwe speler begint in vak 1 MB: Komt de bal bij jou, dan mag je de bal vangen. Je mag de bal niet gooien maar wel voor jezelf opgooien en in een vak naar keuze slaan. Het spel gaat door totdat iemand de bal uit slaat Je bent ook af als de bal 2 keer in jouw vak stuitert Ben je af? Verlaat het vak en sluit dan achter in de rij aan! Iedereen schuift nu aan totdat het niet verder kan zodat vak 1 vrij komt Een nieuwe speler begint in vak 1 : Materiaal: - 2x gele pion nr 6-16 gele hoedjes - 16 rode hoedjes - 18 blauwe hoedjes - 2 zachte ballen (stuiter) 2x uitgezet

9 7. Luchtkussen De kinderen zijn verplicht de schoenen uit te trekken voor zij het kussen betreden. (In verband met hygiëne en veiligheid) Indelen Een spel duurt slechts 10 minuten; - Laat het parkoers per tweetal in wedstrijdvorm heen en terug afleggen. (Zonder op de grond te komen) - Maak van de groepen 2 rijtjes en laat het parkoers in estafettevorm afleggen. De voorste van elke rij tegelijk laten starten. Heen en terug over het parkoers zonder halverwege op de grond te springen (Gevaarlijk) en vervolgens de volgende in de rij aantikken. (Bij ongelijk aantal moet een van de kinderen 2x over het kussen) Spelregels - De kinderen mogen niet met schoenen aan op het kussen - De kinderen moeten goed luisteren naar de aanwijzingen van de spelleider (stoppen = stoppen) - Tijdens de pauzes mogen er geen kinderen op het luchtkussen. Uitslag Dit spel wordt niet genoteerd. U kunt wel duidelijk aangeven wie de winnaar is bij de wedstrijdjes. Zeil voor schoenen Materiaal: - 2x gele pion nr 7-1x zeil voor schoenen - 4x U-pen - 1x luchtkussen incl. pomp

10 8. Eilandenrace Elke groep staat achter elkaar opgesteld achter de lijn. Achter de lijn ligt een stapel hoepels, genoeg voor de hele groep. Regels Iedereen gaat na het startsignaal in een hoepel staan, de achterste hoepel blijft leeg. Het groepje moet proberen zo snel mogelijk aan de overkant te komen door de achterste hoepel naar voren door te geven en dan allemaal een hoepel op te schuiven. Speleinde Het groepje dat als eerste allemaal aan de overkant over de lijn is, heeft gewonnen. Tips Ja kant het ook in 2 groepen spelen MB en BB tegen elkaar Materiaal 1x spelbeschrijving 2x gele pion nr. 8 2x pionnen min. 24 hoepels

11 9. Skippybal werpen PRESTATIE ONDERDEEL Beide groepen stellen zich in lijstvolgorde achter de werplijn op. De voorste speler van iedere groep krijgen een skippybal. Start Op signaal van de spelleider ( handopsteken ) mag er worden geworpen. Direct nadat beide kinderen geworpen hebben, gaan de ex-werpers de skippybal ophalen en geven deze door aan de eerstvolgende van de groep. Vervolgens sluit de ex-werper achteraan in de rij. Score De afstand van de werplijn tot aan de plaats waar skippybal het eerst de grond heeft geraakt wordt opgemeten en wordt genoteerd. Ongeldig Een worp is ongeldig als - de werper werpt voordat het signaal door de spelleider is gegeven - de werper bij het werpen over de werplijn stapt Pogingen Binnen de gestelde tijdslimiet worden zoveel mogelijk pogingen ondernomen. Na afloop wordt per werper de beste prestatie omcirkeld. Materiaal: 1x spelbeschrijving 2x pion nr. 9 3x skippybal (1 reserve) 8 pionnen met meterafstanden (3,6,9,enz.) 3 balpennen

12 10. Wasknijper Tikkertje Van elke groep start er 1 bovenbouw (BB) of 1 middenbouw (MB) leerling. De twee BB leerlingen (of 2 MB leerlingen) nemen plaats achter de startpylonen. Start: Elke speler krijgt vijf wasknijpers. De spelleider zegt start, de kinderen lopen rond en proberen hun wasknijpers op de kleren van iemand anders kwijt te raken, ook de wasknijpers die ondertussen op hun eigen kleren hangen. Als je stopt zegt, tellen de kinderen elk de wasknijpers in hun bezit, het kind met de minste wasknijpers heeft gewonnen. Regels: Speel eerst de 5 wasknijpers uit je handen weg Geen wasknijpers meer op handen mag je er 1 per keer van je kleren af halen. Einde: Elke ronde duurt 2 minuten, tellen en knijpers verdelen voor het volgende spel. Materiaal 10 pakjes knijpers (genoeg reserve) 4 pionnen 7 hoedjes 2x gele pion nr 10

13 11. Groepsrenbal Twee teams, 1 veld- en 1 werppartij. De kinderen van beide partijen worden genummerd. De werppartij staat achter de werplijn en de veldpartij staat verspreid in het veld. Regels Van de werppartij werpt de nr.1 de bal het veld in. De bal mag niet voor de pionnen langs over de zijlijn worden geworpen. De gehele werpgroep moet vervolgens naar de overkant rennen en proberen niet door de veldpartij te worden afgegooid. Zij mogen hierbij niet over de zijlijnen lopen. Als alle spelers van de werppartij de overkant hebben gehaald zonder geraakt te worden is dit een punt voor de werppartij. Als er een van de lopers wordt geraakt of als een van de lopers over de zijlijn komt is er die beurt geen punt behaald. De taak van de veldpartij is dus: de bal stoppen en daarmee een overlopende speler afwerpen. De speler met de bal mag niet lopen met de bal in de handen. (Wel overspelen) Aanvullende regels Als een speler van de veldpartij loopt met de bal in de handen beschouwen we de daarna afgegooide speler als niet afgegooid. Bij een foutieve worp wordt 1 herkansing gegeven aan dezelfde werper. Afwerpen mag met of zonder stuit. Afwerpen tegen het hoofd telt niet. (Als een loper opzettelijk gaat koppen telt het wel. Na drie werpers wordt er gewisseld. Werp- (= loop-) partij wordt veldpartij. De spelleider deelt na afloop de score mee. Materiaal: 1x spelbeschrijving 2x pion nr. 11 1x bak nr. 11 1x opbergkist. 1x stevige foam-bal (handbalformaat) 12x partijlintjes

14 12. Kogel rollen PRESTATIE ONDERDEEL Elke groep stelt zich in lijstvolgorde op naast elkaar en achter de wachtlijn. De voorste van iedere groep gaat achter de werplijn staan ( spreidstand ) met de kogel in beide handen. Advies wordt gegeven om de vingers te kruisen, daar de kogel op te laten rusten en vooraf enkele schommelbewegingen te maken. MB leerlingen werpen met de lichtere kogel; BB leerlingen met de zwaardere kogel. Uitvoering Op teken van de spelbegeleiding wordt er geworpen. De kogel moet met 2 handen en onderhands worden geworpen / gerold. Score De afstand waarop de kogel blijft liggen wordt genoteerd. Aan het einde van de speeltijd wordt de beste individuele prestatie omcirkeld. Wissel De kogel wordt door dezelfde leerling opgehaald en gegeven ( niet werpen!! ) aan de volgende leerling die aan de beurt is. Als de gehele groep geweest is kan er aan een volgende ronde worden begonnen totdat de speeltijd is verstreken. : Materiaal Alle pionnen liggen 3 meter uit elkaar (3m,6m,9m, enz) 1x spelbeschrijving 2x pion nr x lichte kogel 2 x zware kogel 1 x meetlint 7 hoedjes Zijlijn als werplijn 2 x pen

15 13. Douane spel: De groepen worden in 2 e gedeeld. De ene school gaat achter in het doel staan, het andere team gaan aan de zijkant van het veld staan. (zie tekening) Uitvoering: Naast de palen van het doel staan 2 rijen. Een BB groep aan de ene kant en een MB groep aan de andere kant. Ze hebben ook allebei hun eigen bal. Bij het start signaal rollen de spelers die vooraan staan bij de palen de bal in het spel. Zodra dit is gebeurt mag het team dat aan de zijkant staat het veld inlopen om de bal te pakken. Dit team gaat nu overspelen en proberen de loper af te gooien met de bal. De BB mag alleen door een BB worden afgegooid en MB mag alleen door een MB worden afgegooid. Maar ze moeten ook allebei in hun eigen vak blijven. Word de bal bij het inrollen buiten het veld gerold is de loper af. (dit alleen wanneer de verdedigende partij de bal echt niet kan pakken, ze mogen niet zo lang wachten tot de bal eindelijk over de lijn is gerold) Doel: De lopers (degene die de bal in het spel hebben gebracht): moeten een zakje/blokje pakken er deze weer terug zien te brengen over hun eigen lijn. Hierbij mogen ze niet worden afgegooid. Verdedigers: moeten ervoor proberen te zorgen dat de loper word afgegooid voordat hij/zij een zakje/blokje terug over de lijn heeft gebracht Wanneer alle spelers zijn geweest wisselen de rollen om. Kijk wel even naar de aantallen mocht de ene groep groter zijn. Dan mag het andere team wel net zoveel beurten krijgen om punten te maken. Speelveld: 5 meter breed (zijlijn tot middenlijn) 12 meter lang (doel tot hoepels) Materiaal 2x gele pion 2x zachter ballen 2 verschillende kleuren 2x hoepel 20x pittenzakje/blokje 11x pion

16 PRESTATIE ONDERDEEL 14. Sprint Beide groepen stellen zich op in lijstvolgorde achter de wachtlijn. De eerste van iedere groep stelt zich op achter de startlijn. Start De startprocedure is als volgt: (iedere keer met 1 tel pauze ) op uw plaatsen achter de startlijn je opstellen klaar arm van de starter gaat omhoog af arm van de starter gaat omlaag Valse start Bij een valse start worden de sprinters teruggefloten, bij een tweede valse start wordt de betreffende sprinter 1 x uitgesloten ( diskwalificatie voor 1 beurt ) Tijdwaarneming Zodra de arm van de starter omlaag gaat drukken beide tijdwaarnemers de stopwatches in. Als de sprinter de finishlijn passeert (borst) wordt de stopwatch stopgezet en de tijd op de lijst genoteerd. De tijdwaarnemers hebben de prestatielijsten. Wissel Als de hele groep is geweest kan aan de tweede ronde worden begonnen. Binnen de beschikbare tijd worden zoveel mogelijk ronden aangeboden. Score Na afloop wordt de beste tijd van iedere leerling omcirkeld. 60m. start finish S= Starter T= Tijdwaarnemer (met prestatielijsten) S Materiaal - 2x gele pion nr. 14-2x stopwatch - 2x pen (+reserve) - 2x springtouw als wachtlijn - 6 pionnen T

17 15. Dobbelsteen race De groepen staan opgesteld achter de lijn. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk blokjes op te halen aan de overkant. Start De eerste van de groepen staan klaar. Wie van deze 2 het hoogst aantal ogen gooit mag beginnen met het spel. Het aantal ogen dat de eerste gooit is het aantal blokjes die degene op mag halen aan het einde van het parcours. De gehaalde ballen/blokjes worden in een bak gegooid. Daarna mag het andere groepje met de dobbelsteen gooien. Score Wie heeft de meest aantal blokjes gehaald? Elk blokje is 1 punt. De route Zigzag om de pionnen Spring over de hordes Pak het aantal blokjes Loop in een rechte lijn weer terug. Materiaal 1x spelbeschrijving 2x pion nr. 15 2x lijn begin en eind (pionnen) 20x pionnen 6x stokken (hordes) 1xbak Heel veel blokjes 1x dobbelsteen

18 16. Steprace PRESTATIE ONDERDEEL Iedere groep stelt zich naast elkaar op in startvolgorde achter de wachtlijn. De voorste van iedere groep gaat klaar staan achter de startlijn met de juiste step in de hand. MB = kleine step, BB = grote step. Start Twee steppers strijden tegen elkaar. Op teken van de spelbegeleiding (fluitsignaal) gaan de steppers zo snel mogelijk het step parkoers afronden. Wie komt als eerste over de finish? Wat is de snelste tijd. Wissel Pas als beide steppers het parkoers hebben afgerond en de step achter de startlijn ( zie tekening ) hebben neergelegd mogen de volgende 2 kinderen naar de step toelopen en met de step klaar gaan staan. Parkoers Het parkoers is met bochten uitgezet ( slalom om pionnen ), waarbij behendigheid centraal staat. De middenbouw leerlingen slalommen heen en terug tussen de 3 pionnen door, waarbij de laatste pion het keerpunt is. De bovenbouw leerlingen slalommen heen tussen de 3 pionnen door, waarbij de laatste pion het keerpunt is. Terug moeten ze over de wipplank rijden. Veiligheid Blijf alert op een juiste wisselprocedure, want het mag niet voorkomen dat een step letterlijk wordt opgevangen. Maak daarom wat ruimte zodat de leerlingen kunnen remmen en uitrijden de rij aan de zijkant maken en niet recht achter de finish lijn. Score Het moment waarop de leerling de step neerlegt, bepaald de eindtijd. De uitslag ( tijden ) wordt per keer direct bekend gemaakt. De individuele tijd wordt genoteerd. Materiaal: 1x spelbeschrijving 2x pion nr x kleine step 2 x grote step 2x hoedjes (startlijn) 2 x wipplank 6x pionnen 2x stopwatch

19

20 17. Voetbal penalty s De eerste groep in lijstvolgorde achter de 7 meter penaltystip. De andere groep (B) stelt zich op naast de gele pion. Eén van deze groep gaat als keeper op doel staan. De anderen proberen de geschoten ballen die naast gaan tegen te houden. Start Om de beurt schieten de leerlingen van groep A de bal op het doel (bovenbouw 7 meter, onderbouw 6 meter). De spelbegeleiding geeft middels fluitsignaal aan wanneer de penalty genomen mag worden. De leerlingen van partij B zorgen ervoor dat de bal weer snel terugkomt. Wissel Als alle spelers van de ene groep geweest zijn, wordt gewisseld van rol. Bij aanvang van de volgende ronden mogen zij die al keeper zijn geweest niet opnieuw gaan keepen. De spelbegeleiding tracht binnen de beschikbare tijd zoveel mogelijk ronden af te werken. Score De spelbegeleiding deelt mede hoeveel keer er ( per groep ) is gescoord (turven). Wie wordt de topscoorder? 7 mtr 6 mtr Hockey doel Materiaal - 2x gele pion nr 17-2x pion - 1x voetbal - 1x keeperhandschoenen

21 18. Duurloop PRESTATIE ONDERDEEL Kinderen van de middenbouw stellen zich op aan de ene kant van de baan en kinderen van de bovenbouw aan de andere kant. Doel Op signaal van de spelleider gaan de kinderen zoveel mogelijk ronden proberen af te leggen rondom de pionnen. Regels De kinderen moeten zelf hun eigen ronden tellen en na afloop doorgeven. Elke ronde is 50 m. De spelleider aan de ene kant telt de ronden mee met de voorste MB leerling en de spelleider aan de andere kant telt de ronden van de voorste BB leerling mee. De spelleiders kunnen ook regelmatig aangeven hoeveel minuten er al om zijn. Na 4 minuten stoppen de kinderen van de MB en de spelleider noteert de afgelegde afstand van ieder kind. Na 6 minuten stoppen de kinderen van de BB en de spelleider noteert de afgelegde afstand van ieder kind. De afstanden worden afgerond op tientallen, bijvoorbeeld: 7 ronden en 2 pionnen is 7 x 50 =350 en 2 pionnen is 20 m, dus in totaal 370 m 10 m Materiaal: - 2x gele pion nr - 3 pylonen - Pennen - 2 stopwatches

22 19. Voetbal Indeling: Er zijn twee speelvelden. De MB leerlingen van elke groep spelen paaltjesvoetbal op het ene veld en de BB leerlingen van elke groep spelen een partijtje op het andere veld. MIDDENBOUW Op veld 1 staan er pionnen in cirkelvorm opgesteld. Er staan zoveel pionnen dat er één wisselspeler overblijft. Deze wisselspeler blijft naast de spelbegeleiding staan. Fluitsignaal Op teken / fluitsignaal van de spelbegeleiding wordt gestart. Ook als het spel moet worden stilgelegd wordt het fluitsignaal gehanteerd. Wissel De leerling wiens pion omver wordt geschoten (of eigen pion zelf omver loopt / stoot ) gaat wisselen met de wisselspeler aan de kant. De nieuwe speler zet de pion rechtop en krijgt de bal. Bij deze aftrap mag de speler niet gehinderd worden. (3 passen afstand!) Spelregels - Bal over zijlijn = intrap door de speler die als eerste de bal kan pakken (dit geldt natuurlijk niet voor de speler die de bal heeft uitgeschoten) - Lichamelijk contact / ruw spel = vrije trap (sliding op de bal is bijvoorbeeld niet toegestaan!) - Opzettelijk hands maken = wissel met wisselspeler BOVENBOUW Speldoel Op veld 2 spelen de bovenbouw leerlingen van iedere groep een partijtje tegen elkaar. Het doel van het spel is om de bal door het doel van de tegenpartij te schieten. Spelregels Je mag daarbij zowel van voren als van achteren door het poortje schieten. Er zijn geen echte keepers, dus niemand mag de bal in de handen pakken. Als de bal over de zijlijn gaat, mag de andere partij de bal inrollen vanaf de zijlijn. Na een doelpunt krijgt de andere partij de bal en start iedere partij weer bij zijn eigen doel. Spelleiding Bij grof lichamelijk contact kunt u een 1 e waarschuwing geven. Bij 2 e waarschuwing, de betreffende speler voor 2 minuten naar de kant sturen (afkoelperiode). 10m Veld 1 Veld 2 Materiaal: - 2x gele pion - 2 x voetbal - afzetlint - 2 x fluit 15m - 14 x pion