2. Vermogen van de turbines / geluidsproductie / afstand woningen

Transcriptie

1 1. Inleiding Nota bemerkingen bij het advies van de GMVC dd In het ganse dossier Electrabel (7 WT Nevele/Aalter) is er één constante: de hardnekkigheid waarmee voorbijgegaan wordt aan de impact van dit project op de mensen en de onmiddellijke omgeving ( ±8O woningen op 500m van de WT s en E40). Dit uit zich op diverse manieren: a/ het aanvraagdossier waarin Electrabel alles doet om de omvang, de impact van het project te minimaliseren. -aanvraag 7WT van max. 3 MW met transformator nom KVA, maar de berekeningen gebeurden op basis van 2 MW. - ontwijken MER en veiligheidsstudie, -eerdere geluidsmetingen en -studies (SGS) in vraag stellen en verwerpen, -een nieuwe en te beperkte geluidsstudie indienen waaruit men dan onverantwoorde conclusies trekt. b/ de adviserende instanties: gaan mee in deze verregaande minimalisering van de problemen voor de omwonenden door zelf te komen met allerlei "hulpmiddelen" om systematisch hun eigen normen te omzeilen om toch maar "gunstig" te kunnen adviseren voor de plaatsing van windturbines. Deze nota is dan ook een aanklacht tegen de verdere aftakeling van de leefkwaliteit van honderden inwoners die reeds zeer zwaar belast worden door de aanwezigheid van de E40, de spoorlijn Brussel-Oostende en de N Vermogen van de turbines / geluidsproductie / afstand woningen Electrabel wil WT1, WT2 en WT4 in vermogen verminderen omwille van de regel "3 x rotordiameter". Omwille van geluid en afstand adviseerde de PMVC om de turbines 1, 2, 3, 4 en 6 terug te regelen (ook WT5, want nergens is o.i. in de studie rekening gehouden met de recent gebouwde woning Peperhol 11). In het advies van de GMVC wordt, zoals Electrabel vraagt, enkel het vermogen verminderd van WT1, WT2 en WT4. Met betrekking tot de woningen Boerenstraat 11 en 11A (gelegen tussen WT1 en WT2) kan niet akkoord gegaan worden met de overweging van Electrabel, hierin gevolgd door de GMVC, dat deze woningen betrokken zijn en dat daarmee geen rekening dient te worden gehouden in zake hinder. Electrabel heeft een overeenkomst met de eigenaar van beide woningen. Electrabel en de GMVC gaan er echter aan voorbij dat beide woningen door de betrokken eigenaar worden verhuurd en dat deze huurders aan overmatige geluidshinder worden blootgesteld. 1

2 In eigen uiteenzetting over de nieuwe milieuvoorwaarden voor windturbines (zie onder), stelt LNE zelf dat het geluidsniveau rond een zone van drie turbines op een afstand van 350m. reeds 43 dba bedraagt..., m.a.w. het max. toegelaten avond- en nachtlawaai in ons gebied zonder andere geluidsbronnen. Rond alle turbines staan woningen op minder dan 350m.! Uit een gezamenlijk onderzoek van de universiteiten van Groningen en Göteborg (WINDFARM perception project blijkt dat men voorzichtig moet zijn met het woord "maskeren". Het onderzoek stelt letterlijk "veel luider wegverkeer blijkt de hinder van windturbinegeluid niet duidelijk te verminderen". M.a.w. met de komst van de turbines zal het in de zone WT1 WT7 steeds minstens 43dBa zijn! Het geluid van de E40, de spoorweg Brussel-Oostende en de N437 zullen dit cijfer met zekerheid nog opdrijven, zodat de toegelaten maxima steeds zullen worden overschreden. Bij de berekeningen van het specifiek geluid ten gevolge van 7 turbines werd door Electrabel een ground factor (GF) van 0,7 genomen. Dit is gezien de plaatselijke situatie, van een grote verharde oppervlakte (E40, N437, open afrittencomplex, talrijke verharde wegen en sterke bebouwing) ten overstaan van de aanwezige landbouwgrond, te hoog. Bovendien gebeurde de berekening van het specifiek geluid op basis van turbines met ashoogte 100m, met vermogen 2,05 MW en dus niet voor de gevraagde 3MW. Bovendien is men uitgegaan van 104,2 dba bij 8m/s (10m) daar waar Repower (producent windturbines) aangeeft dat dit 105 dba is bij 8m/s en 104,2 dba bij 7m/s. Wat wordt het effectief turbinevermogen? Om dit te controleren, dient het exacte type met alle bijhorende kenmerken opgegeven te worden (ashoogte, rotordiameter, rated power, windsnelheden, brongeluiden,...). Dit moet volgens art. 5 en 30bis VLAREM I opgegeven worden, hetgeen niet gebeurd is. Idem voor de transformatoren. 2

3 De berekeningen kunnen ernstig in vraag worden gesteld. Niettemin blijkt dat, zelfs met de door Electrabel gehanteerde (verkeerde) parameters, de richtwaarden in alle beoordelingspunten worden overschreden! De geluidsstudie van SGS dd wordt door Electrabel nu in vraag gesteld. Het algemeen besluit van SGS was nochtans zeer duidelijk: "significante overschrijding van alle normwaarden tijdens de dag, avond én nacht."! Volgens SGS is het zo dat op hetzelfde ogenblik zowel windop- als windafwaarts ten overstaan van de E40 de kwaliteitsnorm overschreden wordt. De nieuwe metingen (Tractebel) zijn nu enkel uitgevoerd ter hoogte van WT5. Er zijn dus nog nooit metingen uitgevoerd rond WT1 en WT2. Met de nieuwe metingen op 60m van de E40 (sectie 138b bij WT5) wordt verder geen rekening gehouden. Deze geven wel een veel hogere waarde dan deze op 350m! (Rostraat 45 - zone WT4-WT5). Vooreerst is het duidelijk dat men in 2010, 6 meetpunten had voor 5 turbines (WT3 tot WT7) en dat daarbij rekening gehouden werd met de bewoners ten noorden en ten zuiden van de E40. 5 van deze meetpunten situeerden zich in de nabijheid van woningen! Het weze duidelijk dat om een correct beeld te krijgen van aanwezige geluidshinder één meetpunt niet voldoende is.! Zonder originele waarden zullen latere klachten kansloos zijn bij gebrek aan een referentiekader. De waarden die uit de nieuwe studie van Tractebel worden gedistilleerd zijn 5 à 6 dba lager dan in Dit komt vooral door de andere overheersende windrichtingen op het moment van de metingen. Het verschil tussen de week- en de weekendwaarden is beduidend kleiner dan in de studie van SGS. Dit is eenvoudig te verklaren door de koude vorstperiode en het bouwverlof (vorstverlof) op het moment van de metingen. Er was zeer weinig activiteit op de E40. Deze meetwaarden zijn niet representatief gezien de uitzonderlijke omstandigheden tijdens de metingen. SGS maakte een onderscheid tussen week- en weekendwaarden. In de nieuwe studie wordt het gemiddelde genomen van de week- en weekendwaarden, waardoor het uiteindelijk resultaat lager is. De herleiding van het nachtlawaai naar de 4 stilste uren is onbegrijpelijk en wordt in de studie niet verantwoord. Het gaat helemaal fout met die gereduceerde waarden van het nachtlawaai wanneer men concludeert dat "46 dba lager is dan 43 dba" (GMVC p.8, 2). Zouden we toch de vermelde waarden aannemen, dan wordt het resultaat: (windonafhankelijk) Overdag: 55,2 dba ten overstaan van de max. toegelaten 48 dba; 's Avonds: 54,3 dba ten overstaan van de max. toegelaten 43 dba; 's Nachts: 48,7 dba ten overstaan van de max. toegelaten 43 dba. 3

4 De conclusies van de studie van Tractebel, overgenomen door de GMVC, trekken we volledig in twijfel en wel om volgende redenen: men gaat volledig voorbij aan de te hoge avondwaarden (+11,3 dba hoger dan norm) en aan de waarden "60m E40"die o.i. een idee geven voor de woningen rond WT2 en WT6. de herleiding van nachtlawaai naar de 4 stilste uren! het samenvoegen van 'week-' en 'weekendwaarden', waardoor de max. geluidsoverlast voor 5 dagen van de week lager uitvalt het negeren van de veel hogere geluidswaarden (tot +10 dba) bij de "op jaarbasis meest voorkomende windrichting" in de betrokken zone, alhoewel expliciet aangegeven in de studie van Tractebel (p. 34/40). Besluit: Uit de studie van Tractebel blijkt slechts één zaak: de cijfers bewijzen dat de inwoners nu reeds geconfronteerd worden met overmatige geluidshinder. De conclusies die de GMVC trekt uit de studie van Tractebel zijn subjectief en kennelijk onverantwoord om haar positief advies te ondersteunen. Alleen al op basis van de geluidsproblematiek in onze regio, met de uitbreiding van 2 naar 4 sporen op de lijn Brussel-Oostende binnen 1km van de voorziene inplanting van de windturbines en met het steeds toenemend verkeer op de E40, moet dit project afgewezen worden. 3. Inplanting van de turbines De plaatsing van de turbines roept veel vragen op wat betreft het visuele, akoestische, landschappelijke- en veiligheidsaspect. Onderlinge afstand: de windturbines staan veel te dicht bij elkaar en zeker WT3 t/m WT7, die op een afstand staan van 1400m voor 5 windturbines. Het PRS Beleidskader windturbines vermeldt dat turbines van 150m hoog op een onderlinge afstand moeten staan van 400 à 500m (pag. 64) (Dit is ook technisch verantwoord i.v.m. turbulentie. ) Sommige windturbines staan onderling op slechts 320m van elkaar. Hierdoor ontstaat een visuele en akoestische muur van 1,5 km lengte en 150m hoog. 4

5 Tussen WT5 en WT6 zijn hoogspanningsleidingen aanwezig, de afstand van de turbines tot de leidingen moet 3,5 x de rotordiameter bedragen voor iedere turbine, maar dit is slechts 180m! Om het trillen van de kabels te vermijden ten gevolge van turbulentie voorziet men de plaatsing van dempers op de kabels! Er ligt een hoge drukleiding van de NAVO tussen WT2 en WT3: de afstand ter bescherming tegen vliegende stukken moet 450m zijn, maar de afstand is slechts 357m en 287m! Men wil extra bescherming voorzien boven deze leiding en wat doet men met de huizen binnen de zone van 450m??? 4. Veiligheid. De turbines kennen een ijsval (stilstand) tot op 68m m.a.w. er kan ijs vallen op het open afrittencomplex van de E40 en op de N437. De turbines kennen een ijsworp (draaiend) tot op 365m, meerdere woningen liggen binnen deze zone en ook de E40. Men wil dit oplossen met sensoren te plaatsen die de turbines stilleggen bij mogelijke ijsvorming.maar.sensoren zijn zowat het eerste dat fout gaat in een windturbine (door de vele trillingen) m.a.w. dit is een schijnoplossing. Volgens de studie in het dossier zou geen risicoanalyse tegen mastbreuk nodig zijn, gezien er minder dan 10 personen zouden aanwezig zijn in de omgeving van de eventuele breuk. De mast is zeker 100m hoog, met turbine en wieken 150m. WT 1,2,3, staan op 90m van de E40 (centerlijn) m.a.w. de E40 kan volledig geblokkeerd worden bij een mastbreuk.! (bij een busongeval of kettingbotsing zijn er vlug meer dan 10 personen betrokken!) WT3 staat bovendien op 65m van N437 en van open afritcomplex 12 van E40: ook hier geldt telkens een mogelijke volledige blokkering van deze verkeerswegen. Bovenstaande toont onweerlegbaar aan dat hier wel degelijk een ernstige risicoanalyse noodzakelijk is en zelfs dat de locatie van WT3 totaal onaanvaardbaar is. VESTAS (Deense producent van windturbines) stelt dat haar onderhoudspersoneel, uit veiligheidsredenen, enkel in de 400m zone rond een turbine met hoogte van 150m mag komen, indien dit absoluut noodzakelijk is. Wat gebeurt er met de inwoners van de woningen binnen deze zone?? Of is het toeval dat men in Nederland een afstand van 4X de masthoogte respecteert voor inplanting in de omgeving van woningen? Besluit : Uit al het bovenstaande blijkt duidelijk dat de inplanting van de 7 turbines niet oordeelkundig is gebeurd wat resulteert in teveel machines op deze locatie. Het steeds moeten beroep doen op allerlei verklaringen en hulpmiddelen om alles toch aanvaardbaar te maken, is hiervan het bewijs. 5

6 Het dossier Veiligheid dient ernstig bestudeerd te worden. Wat tot op heden voorligt, is gewoon een verklaring om geen studie te moeten uitvoeren en dit is derhalve onaanvaardbaar. De veiligheid van de weggebruikers (E40 en N437) en van de omwonenden moet absolute voorrang krijgen! 5. Planologisch De projectsite is gelegen in een waardevol agrarisch gebied nl: open kouter bulken gebied met zeer hoge waardering: zie landbouwtyperingskaart n 9 GRUP Nevele. De site bevindt zich tevens in het westelijk open ruimtegebied van de provincie O-VL. waar open kouter en bulken gebieden zorgen voor de open ruimtes. Het Prov. Beleidskader windturbines stelt op pag.77 Specifieke aandacht wordt gevraagd voor de open kouterruggen die in dit gebied nog aanwezig zijn op het grondgebied van Nevele en Aalter. Binnen deze open koutergebieden (die ook verder geselecteerd zijn in het basisdeel van het PRS) dient de inplanting van windturbines maximaal te worden vermeden. In hetzelfde document staat op pag.56: Lijninfrastructuren zijn niet binnen iedere omgeving even sterke aanknopingspunten. Dit is erg afhankelijk van het landschapstype waarin de infrastructuren zich bevinden. Zo kunnen hoogspanningsleidingen binnen sterk stedelijke omgevingen een sterk aanknopingspunt zijn. In open ruimtegebieden kan de inplanting van windturbines nabij deze hoogspanningsleidingen (wat voor deze projectsite in Nevele- Hansbeke van toepassing is) eerder een sterker negatief effect op het landschap met zich meebrengen. De projectzone ligt volledig ingesloten door beschermde relictzones, relictlijnen en relictpunten. Ten O: relictzone Kalevallei en relictlijn Oude Kale, GRUP Oossekouter Ten W: relictzone Markettebossen met nog enkele natuurgebieden, buffergebieden Ten Z-ZW: Veldgebied Ten NO: open ruimtegebied: kouters en bulken, beschermde dorpskern Hansbeke op 1,5km De beoordeling van de landschappelijke impact van om het even welk project is een subjectief gegeven. 6

7 Niettegenstaande het subjectieve karakter van de landschappelijke impact, geven de aangehaalde objectieve feiten in dit dossier weer dat er wel een grote reële impact zal zijn op het mooie open ruimtegebied tussen Hansbeke en Bellem. WT1, kan planologisch niet: het gebied is ingekleurd als natuurbuffer WT2 t/m WT7 kunnen volgens de bestemming wel op voorwaarde dat het landschap gevrijwaard wordt. Hoe kan dit met 7 torens van 150m hoog en wieken van max. 93m doormeter Ook de Interdepartementale windwerkgroep vermeldt in een advies van 9 aug 2011 de significante negatieve impact op het landschap! Besluit : De inplanting van windturbines in dit gebied is niet verenigbaar met "de goede ruimtelijke ordening". Gezien dit laatste niet het geval is moet de vergunning geweigerd worden. 6. Mens (leefkwaliteit) en milieu In het gebied zijn tal van land-en tuinbouwbedrijven gevestigd: grootschalige perenplantage, bio-kippen kwekerij, reisduiven fokkerij van internationale allure, paardenfokkerij, groenten in open lucht en serreteelten. Volgens de PMVC is voor dit alles geen enkele studie omtrent mogelijke nadelige invloeden beschikbaar. In het advies van de GMVC vindt men hierover niets terug. Waarom wordt dit niet ernstig onderzocht? Nooit geeft men een antwoord bij de opmerking dat de eigendommen sterk in waarde verminderen (tot 38%). Nochtans spreken de verkoopsresultaten van woningen in de bewuste zone voor zich. Wij stellen ons de vraag: kunnen de eigenaars hun eigendommen laten schatten vóór en na de plaatsing van de turbines en het verschil vorderen bij de vergunningverlenende overheid? De projectontwikkelaar vraagt een ontheffing van de MER-plicht! Men oordeelt in het licht van de concrete kenmerken van het project en de concrete plaatselijke omstandigheden, dat er geen aanzienlijke milieueffecten te verwachten zijn! De juiste omvang van de milieueffecten zijn zelfs niet in te schatten, aangezien de concrete kenmerken van de turbines en transformatoren niet bekend zijn. De geluidsoverlast is nu al onverantwoord hoog en zal nog verhogen door inplanting van turbines zowel overdag en zeker 's nachts. De plaatselijke omstandigheden werden niet nagegaan men houdt het bij enkele geïsoleerde woningen maar we tellen effectief ±80 woningen op een 7

8 afstand van ±500m van de E40 en van de turbines. 80 woningen komen overeen met honderden inwoners, blijkbaar is het begrip groepscriterium verbannen uit de studie. Speciale maatregelen worden gevraagd i.v.m. hoogspanningsleidingen, ondergrondse leidingen enz.. maar nergens is er een spoor van interesse voor de mensen in de onmiddellijke omgeving met betrekking tot hun levenskwaliteit en veiligheid! Besluit: Een deskundig en objectief onderzoek omtrent alle effecten van dit project op de menselijke aanwezigheid, zijn leven en zijn werk is niet gebeurd. 7. Procedure De GMVC stelt in zijn bijzondere voorwaarden dat een geluidsmeting moet uitgevoerd worden binnen de 6 maanden na de indienststelling. Dit schiet de realiteit voorbij om volgende redenen: er zijn vooraf te weinig meetpunten genomen (ontbreken van referentiewaarden) er zijn geen waarden beschikbaar voor meerdere periodes van het jaar (enkel januari-februari) één meetpunt (met zeer hoge waarden) is volledig genegeerd in de verwerking van de resultaten algemeen worden de conclusies van de beperkte uitgevoerde metingen door ons betwist de "afdwingbaarheid" van de resultaten van een controlemeting wordt in vraag gesteld. 8

9 ALGEMEEN BESLUIT De vergunning moet geweigerd worden om volgende redenen: 1. Electrabel doet een aanvraag voor 7 WT van 3MW en alle berekeningen en studies gebeuren voor 2MW -turbines: zelfs dan blijken die 2 MW turbines nog te zwaar te zijn voor deze locatie. 2. Uit de vroegere studie SGS en de nieuwe studie van Tractebel blijkt, dat de inwoners en zeker deze van 80 woningen in een zone van 500m, nu reeds geconfronteerd worden met overmatige geluidshinder. De conclusies die uit de geluidsstudie van Tractebel getrokken worden zijn subjectief en onverantwoord daar de hoogste waarden die Tractebel aangeeft, gewoon weggelaten worden in de beoordeling. 3. De veiligheid van de omwonenden en de weggebruikers (E40 en N437), de gezondheidsrisico's krijgen geen voorrang in de studie. 4. De "beoogde handelingen en werken" zijn niet in overeenstemming met de eisen van "vrijwaring van het landschap". Het landschap takelt af, de visuele rust die het landschap nu uitstraalt gaat totaal verloren. 5. De omwonenden worden nu reeds fel getroffen door de reeds aanwezige overmatige geluidshinder (E40, N437, spoorlijn Brussel-Oostende op 1km!) Door windturbines te plaatsen, zal de geluidsoverlast enkel nog toenemen. De enkele rustiger uren die nu nog 's nachts bestaan worden door de plaatsing van de turbines ook afgenomen. 6. Een deskundig en objectief onderzoek omtrent alle effecten van dit project op de menselijke aanwezigheid, zijn leven en werk is niet gebeurd. 7. Van rechtlijnigheid is in dit dossier geen sprake: we treffen telkens "afwijkingen", "spitsvondigheden" en "ontwijkingen" aan steeds ten nadele van de mensen in de omgeving van de projectzone. -"In het geval het achtergrondlawaai maatgevend is als norm, geldt: dat de afstand van de turbines tot de woningen meer dan 3x de rotordiameter moet bedragen (def.goedgekeurde tekst 23/12/2011 -nieuwe milieuvoorwaarden voor windturbines-lne Arjan Goemé febr.2012) -Voor een rotordiameter van max. 93m (Repower 92.5m?) moet de afstand groter zijn dan 279 m dus vanaf 280m! 5 van de 7 windturbines vallen buiten of net op deze waarde! -Conclusies van de metingen WT5 "350m van E40" zijn onaanvaardbaar en met de waarden "60m van E40" is zelfs geen rekening gehouden! Deze geven wel de zeer zware overlast aan voor de woningen dichtbij de E40. -Een echte meting ter hoogte van WT1 en WT2 was vereist! 9