Woningvoorraadmeter 2006 Gemeente Wijdemeren*# met als referentie Nederland

Transcriptie

1 Woningvoorraadmeter 26 *# met als referentie Nederland # Waarschuwing: de gemeente Wijdemeren kent te weinig huishoudens om betrouwbare uitspraken te kunnen doen! Inhoudsopgave o Toelichting o Aantal woningen per woningtype voor koop en huur inclusief verschil t.o.v. de referentiegemeente of Nederland Prijs woningen per woningtype voor koop prijs gemiddelde woning doelgemeente, referentiegemeente of Nederland per woningtype inclusief verschil t.o.v. referentiegemeente of Nederland o Aantal woningen per huishoudenstype voor koop en huur o Aantal woningen per inkomensklasse voor koop en huur Bron: NVM Zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de NVM is het niet toegestaan deze informatie te publiceren of aan derden te verstrekken in welke vorm dan ook. * conform de gemeentelijke indeling van 1 januari 26

2 DE WONINGVOORRAADMETER: DOEL, OPZET EN ACHTERGROND 1 Doel De Woningvoorraadmeter heeft tot doel de spanning tussen vraag en voorraad -of anders gezegd tussen de gewenste en de feitelijke woonsituatie- per gemeente in beeld te brengen. Het instrument moet het de NVM-woningmarktconsultant en adviseur mogelijk maken de discussie over strategische nieuwbouw op gemeentelijk niveau vanuit de feiten te voeren. De ontwikkeling van de Woningvoorraadmeter past in het streven van de NVM om bij te dragen aan een betere werking van de woningmarkt. In deze toelichting komt aan de orde welke cijfers en grafieken beschikbaar zijn, hoe deze gelezen kunnen worden en hoe ze totstandkomen. De Woningvoorraadmeter is beschikbaar voor alle gemeenten van Nederland voor het jaar Het verschil tussen de feitelijke en de gewenste of referentie voorraad per gemeente naar kenmerken De Woningvoorraadmeter meet het verschil tussen de gewenste en de feitelijke woningvoorraad per gemeente voor wat betreft: het aantal woningen naar type en eigendom, de koopprijs per woningtype, en de huishoudens die in een gegeven woning wonen. Voor elke gemeente zijn steeds 3 pagina s met grafieken beschikbaar. Aantallen en prijzen De grafieken op de bovenste helft van de eerste pagina geven onder de kop Aantallen een beeld van de feitelijke en de gewenste woningvoorraad in termen van de aantallen huur- en koopwoningen naar type. Onder niveau staan de aantallen woningen in de voorraad. Voor bijvoorbeeld rijtjeswoningen zowel huur als koop geeft de donkerblauwe kolom het aantal rijtjeswoningen in de voorraad van de gemeente in 26. De lichtblauwe kolommen met de cijfers voor de referentiegemeente (of Nederland) geven aan wat het aantal rijtjeswoningen in de voorraad zou zijn, in geval de bevolking in de gemeente zou wonen, zoals de bevolking in de referentiegemeente of Nederland woont. Bij de berekening van deze gewenste voorraad wordt uitgegaan van de omvang en de samenstelling van de gemeentelijke bevolking naar huishoudenstype en huishoudensinkomen. De cijfers voor de wijze waarop de bevolking in de referentiegemeente of Nederland naar huishoudenstype en huishoudensinkomen in 26 woont, worden daarop toegepast. Onder verschil staat voor elk woningtype weergegeven het verschil tussen het aantal woningen feitelijk in de voorraad in 26 enerzijds en het aantal dat hoort bij de woonsituatie in de referentiegemeente of Nederland anderzijds. Het cijfer geeft daarmee aan of er meer of minder woningen van een bepaald type zijn, vergeleken met de huisvestingssituatie in de referentiegemeente of Nederland. Onder de kop Prijzen is op de eerste pagina een tweetal grafieken te vinden die voor elk van de vier woningtypen de prijs van een koopwoning van een standaardgrootte in de gemeente afzetten tegen de prijs in de referentiegemeente of Nederland. De bovenste grafiek geeft weer het niveau, de onderste grafiek het verschil in prijs.

3 Naar huishoudenstype en naar inkomensklasse De grafieken op de tweede en derde pagina geven voor huur en koop en elk van de vier woningtypen inzicht in de huishoudens die er wonen. De grafieken op de tweede pagina bieden inzicht in de bewoners naar de samenstelling van het huishouden (éénpersoons naar leeftijd, tweepersoons naar leeftijd, samenwonend met kinderen naar leeftijd van de kinderen, en éénoudergezinnen naar leeftijd van de kinderen); de grafieken op de derde pagina geven de huishoudens naar inkomensklasse (onder modaal, modaal, 1½ keer modaal, 2 keer modaal, meer dan 2½ keer modaal) die in die gemeente in de betreffende woning wonen. De donkerblauwe kolommen betreffen steeds het aantal huishoudens van een bepaald type of inkomensklasse dat in die gemeente in de betreffende woning woont. De kolommen voor de referentiegemeente of Nederland (lichtblauw) geven aan hoeveel dat er zouden zijn wanneer de huishoudens zouden wonen zoals de bevolking woont in de referentiegemeente of Nederland.. Tenslotte Bij de interpretatie van de grafieken en cijfers moet bedacht worden dat het gaat om een benadering van de werkelijkheid. Exacte cijfers omtrent de woningvoorraad naar type en eigendom en de huishoudens die er wonen naar huishoudenskenmerken, zijn niet beschikbaar. In de regel moeten aantallen kleiner dan 1 met de nodige voorzichtigheid worden bezien. Een nadere toelichting op de gebruikte bronnen (WDM, ABF Research, CBS) en methode is te vinden in de volgende paragraaf. 3 De meting van de feitelijke en de gewenste of referentiesituatie 3.1 De feitelijke woonsituatie Belangrijk voor de zeggingskracht van de Woningvoorraadmeter is de meting van de feitelijke en de gewenste of referentiesituatie. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van cijfers omtrent het aantal huishoudens per type en inkomen naar de vier woningtypen voor zowel huur als koop per gemeente. Deze verdeling is primair gebaseerd op de halfjaarlijkse leefstijl-enquete van WDM. Het aantal respondenten hierin is voldoende groot om op het niveau van de 2 grootste gemeenten bruikbare, opgehoogde getallen te kunnen presenteren. Voor de ophoging is gebruik gemaakt van de cijfers zoals die bij CBS en ABF Research beschikbaar zijn en door het Ministerie van VROM gebruikt worden voor de aantallen woningen (huur/koop; ééngezins/meergezins) en huishoudens (type) per gemeente in Nederland. De feitelijke woonsituatie per gemeente is daarmee bekend. 3.2 De gewenste of referentie woonsituatie Om de feitelijke woonsituatie in perspectief te kunnen plaatsen is een ideaal -verdeling van de huishoudens naar type en inkomen over de woningvoorraad noodzakelijk. Deze ideaalverdeling in procenten van elk huishoudenstype over de woningsoorten, wordt vervolgens toegepast op het voor elke gemeente al bekende aantal huishoudens van elk type en inkomensklasse en geeft zo het aantal woningen naar soort dat bij de gemeentelijke bevolking past in de gewenste of referentiesituatie. In de Woningvoorraadmeter is er als gewenst of referentie keuze uit twee cijfers: 1- het cijfer dat hoort bij de verdeling van de huishoudens over de woningsoorten in een gekozen referentiegemeente, 2- het cijfer dat hoort bij de verdeling van de huishoudens over de woningsoorten in Nederland. De woonsituatie van de bevolking in de gemeente kan zo geplaatst worden in het perspectief van de woonsituatie van de referentiegemeente of de Nederlandse bevolking.

4 3.3 De prijscijfers De prijscijfers per gemeente en Nederland totaal voor een koopwoning van een standaardgrootte van elk type worden ontleend aan de NVM data omtrent de woningverkopen in het 4 e kwartaal van 26. Voor de huurprijzen zijn geen cijfers beschikbaar. 3.4 De huishoudensindeling: grootte, levensfase en inkomen De beschikbare steekproefgegevens laten het niet toe om te werken met een opdeling van het totaal aantal huishoudens in de gemeenten naar grootte en levensfase en inkomen. Gelet op de WDM-data en de door het CBS, ABF Research en het Ministerie van VROM gebruikte indelingen, is er voor gekozen om de te werken met een indeling van de huishouden naar inkomen naast een indeling van de huishoudens naar samenstelling en levensfase. Deze laatste indeling staat in de onderstaande tabel. Tabel 1 Huishoudens naar samenstelling en levensfase Huishoudensklasse Leeftijd oudste lid Leeftijd oudste kind 1-persoonshuishoudens < persoonshuishoudens <3 zonder kinderen samenwonend <6 met kinderen ouder <6 met kinderen Op basis van de WDM-gegevens worden de huishoudens per gemeente onderscheiden naar vijf inkomensklassen: Tabel 2 Huishoudens naar inkomensklasse Inkomensklasse beneden modaal modaal 1½ keer modaal 2 keer modaal 2½ keer modaal en meer

5 Aantallen Koop Huur Niveau App artem. Rijtjesw. 2-onder-1-kapw. Vrijs ta and App artem. Rijtjesw. 2-onder-1-kapw. Vrijs ta and Verschil 1 4 t.o.v. Nederland 1 4 t.o.v. Nederland Appartem. Rijtjesw. 2-onder-1-kapw. Vrijstaand -1 2 Appartem. Rijtjesw. 2-onder-1-kapw. Vrijstaand Prijzen (woning van standaardgrootte) Niveau (in duizenden Euro's) 9 Nederland Appartem. Rijtjesw. 2-onder-1-kapw. Vrijs ta and Verschil (in duizenden Euro's) t.o.v. Nederland Appartem. Rijtjesw. 2-onder-1-kapw. Vrijs ta and

6 Aantal huishoudens naar huishoudenstype Koop Huur Appartementen p-<3 1p p-6+ 2p-<3 2p p-6+ 1p-<3 1p p-6+ 2p-<3 2p p-6+ Rijtjeswoningen p-<3 1p p-6+ 2p-<3 2p p-6+ 1p-<3 1p p-6+ 2p-<3 2p p-6+ Twee-onder-een-kapwoningen p-<3 1p p-6+ 2p-<3 2p p-6+ 1p-<3 1p p-6+ 2p-<3 2p p-6+ Vrijstaande woningen p-<3 1p p-6+ 2p-<3 2p p-6+ 1p-<3 1p p-6+ 2p-<3 2p p-6+

7 Aantal huishoudens naar inkomensklasse Koop Huur Appartementen Rijtjeswoningen <Mod. Mod. 1,5xMod. 2xMod. >2,5 xmod. <Mod. Mod. 1,5xMod. 2xMod. >2,5 xmod. Twee-onder-een-kapwoningen Vrijstaande woningen