theben Ruimtetemperatuurregelaar RAM 713 S Ruimtetemperatuurregelaar RAM 713 S RAM 713 S

Transcriptie

1 Ruimtetemperatuurregelaar RAM 713 S RAM 713 S Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 1 van 57

2 Inhoudsopgave 1 Functionele eigenschappen Bediening Voordelen van de RAM 713 S Bijzonderheden Vergelijking RAM 713 / RAM 713 S Technische gegevens Algemeen Het toepassingsprogramma RAM 713 S V1.0 / Keuze in de productdatabase Parameterpagina s Communicatieobjecten Eigenschappen van de objecten Beschrijving van de objecten Parameters Instellingen Streeftemperaturen Bediening Actuele temperatuur Regeling verwarmen Regeling koelen Streeftemperaturen koelen Tweede verwarmingstrap Bedrijfsmodus Ingangen E1, E2, E Inbedrijfstelling Actoren voor het regelen van het verwarmen en koelen Stelgrootte verwarmen Stelgrootte koelen Constante tweede trap Schakelende tweede trap Weergave van de stelgrootte Typische toepassingen Verwarmen, jaloezie en schakelen Verwarmen en koelen in het systeem met twee leidingen Vorstbeveiliging via raamcontact Bijlage Bepaling van de actuele bedrijfsmodus Nieuwe bedrijfsmodi Oude bedrijfsmodi Bepaling van de streeftemperatuur Verschuiving van de streeftemperatuur Verschuiving van de streeftemperatuur met het stelwiel Verschuiving van de streeftemperatuur via object Externe interface Overzicht: Functie van object E1...E3 als schakelingangen E1...E2 Jaloezie omhoog/omlaag Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 2 van 57

3 5.3.4 Jaloezie eenvlakbediening E1...E2 Dimmen lichter/donkerder Dimmen eenvlakbediening E3 als analoge ingang voor de externe sensor Passende actoren Tweetrapsverwarming Temperatuurregeling Inleiding Gedrag P-regelaar Gedrag PI-regelaar Verklarende woordenlijst Hysteresis Modulerende en schakelende regeling Dode zone Basisstreeftemperatuur en actuele streeftemperatuur Berekening van de streeftemperatuur Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 3 van 57

4 1 Functionele eigenschappen De ruimtetemperatuurregelaar RAM 713 S is een EIB-ruimtetemperatuurregelaar met 3 binaire ingangen (zie externe interface) die niet alleen als constante, maar ook als tweepuntsregelaar kan fungeren. Hij meet de huidige ruimtetemperatuur (actuele temperatuur) en zendt een constante stelgrootte ( %) of een schakelopdracht (AAN/UIT) naar een stelaandrijving resp. verwarmingsactor om de gewenste ruimtetemperatuur (streeftemperatuur) te bereiken. Via de geoptimaliseerde binaire ingangen kunnen schakelaars of drukknoppen (potentiaalvrij) voor het schakelen, dimmen of regelen van jaloezieën worden aangesloten. De jaloezie- en dimmerkanalen kunnen naar keuze ook met een enkele drukknop worden bediend (eenvlakbediening) Op ingang E3 kan als alternatief een externe temperatuursensor worden aangesloten (analoog). Tot de mogelijke actoren behoren bijv.: Cheops drive, HMT 6, HMT 12, HMG 8 Naast de verwarmingsregeling kan de RAM 713 S indien gewenst ook worden gebruikt voor het regelen van een koelinstallatie. Om de streeftemperaturen eenvoudig op de behoeften qua wooncomfort en energiebesparing te kunnen aanpassen, ondersteunt de RAM 713 S vier bedrijfsmodi: Comfort Standby Nacht Vorstbeveiliging Aan elke bedrijfsmodus is een streeftemperatuur als gewenste waarde toegewezen. De Comfortmodus wordt gebruikt als zich personen in de ruimte bevinden In de Standbymodus wordt de streeftemperatuur iets verlaagd. Deze bedrijfsmodus wordt gebruikt als er zich geen personen in de ruimte bevinden, maar dit binnenkort wel wordt verwacht. In de Nachtmodus wordt de streeftemperatuur verder verlaagd, omdat de ruimte naar verwachting gedurende meerdere uren niet zal worden gebruikt. In de Vorstbeveiligingsmodus wordt de ruimte op een temperatuur gehouden die bij lage buitentemperaturen ervoor zorgt dat radiatoren niet door bevriezing kan worden beschadigd. Dit kan om 2 redenen wenselijk zijn: - In de ruimte zullen zich gedurende meerdere dagen geen personen bevinden. - Er werd een raam geopend en daarom moet voorlopig niet meer worden verwarmd. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 4 van 57

5 De bedrijfsmodi worden normaal gesproken door een schakelklok geregeld. Voor een optimale regeling worden echter ook aanwezigheidsmelders resp. aanwezigheidsknoppen en raamcontacten aanbevolen. Zie ook het hoofdstuk Bepaling van de streeftemperatuur. 1.1 Bediening Voor de bediening en weergave is de RAM 713 S met 5 LED s, een drukknop en een stelwiel uitgerust. De linker LED dient voor de weergave van de toestand van de stelgrootte: Rood Stelgrootte verwarmen groter 0% Blauw Stelgrootte koelen groter 0% UIT Beide stelgroottes = 0% De overige 4 LED s geven de huidige bedrijfsmodus aan. Comfort Standby Nacht Vorstbeveiliging De drukknop dient voor de keuze van de bedrijfsmodus resp. de comfortverlenging (Partyknop). Het stelwiel kan afhankelijk van de ingestelde parameters worden gebruikt voor de instelling of de verschuiving van de streeftemperatuur. 1.2 Voordelen van de RAM 713 S Constante P-/ PI of schakelende ruimtetemperatuurregelaar Wisseling van bedrijfsmodus door aanwezigheids- en raamobjecten Verwarmen en koelen Naar keuze aansturing van een tweede verwarmingstrap met schakelende of constante stelgrootte Stelwiel voor de instelling of verschuiving van de streeftemperatuur Traploze regeling door constante stelgrootte 3 geoptimaliseerde binaire ingangen voor conventionele drukknoppen/schakelaars of jaloezie- / dimmerregeling 3. Ingang ook voor externe temperatuursensor die voor de registratie van de ruimte- of vloertemperatuur kan worden gebruikt; daardoor beperking van de vloertemperatuur mogelijk Instelbare werkingsrichting bij de binaire ingangen Jalouzie- en dimmerregeling ook met eenvlakbediening mogelijk Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 5 van 57

6 1.2.1 Bijzonderheden De RAM 713 S beschikt over 3 externe ingangen voor drukknoppen, schakelaars of een externe sensor (bijv. voor vloerverwarming). Daardoor kunnen schakel-, dim- of jaloezieactoren worden aangestuurd Vergelijking RAM 713 / RAM 713 S Functie RAM 713 ( ) RAM 713 S ( ) Regeling Constant Constante en tweepuntsregeling mogelijk Aleen voor beperking van de temperatuur Ook geschikt voor regeling van de ruimtetemperatuur. Vloersensor Temperatuurwaarde kan bij vloertemperatuurbeperking niet worden gezonden De temperatuurwaarde kan ook bij vloertemperatuurbeperking naar de bus worden gezonden Binaire ingangen Alleen functie instelbaar Reactie op openen resp. sluiten van het contact ook instelbaar. Jalouzie- en Tweevlakbediening Keuze uit een- en dimmerregeling Zenden van de stelgrootte Verwarmen / koelen naar 2 gescheiden objecten tweevlakbediening. Ook naar 1 gezamenlijk object mogelijk. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 6 van 57

7 2 Technische gegevens 2.1 Algemeen Voedingsspanning: busspanning Toegestane bedrijfstemperatuur: 0 C C Beschermingsklasse: III Beschermingsgraad: EN 60529: IP 21 Afmetingen: HxBxD 80x84x28 (mm) Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 7 van 57

8 3 Het toepassingsprogramma RAM 713 S V1.0 / Keuze in de productdatabase Fabrikant Theben AG Productfamilie Verwarming, airconditioning, ventilatie Producttype Constante en tweepuntsregelaar Programmanaam RAM 713 S: constant, tweepunt, schakelen, dimmen, jaloezie V1.0 / 1.1 Voor de ETS-database kunt u terecht op: Parameterpagina s Tabel 1 Functie Instellingen Streeftempeaturen Streeftemperaturen koelen Bediening Actuele temperatuur Regeling verwarmen Regeling koelen Bedrijfsmodus Tweede verwarmingstrap Ingang E1...E3 Beschrijving Keuze van de regelfuncties, standaard en door de gebruiker gedefinieerde instellingen, functie van de externe interface Streeftemperatuur na downloaden, waarde voor nacht- /vorstbeveiligingsmodus, etc. Dode zone en modusafhankelijke temperatuurstijgingen Functie van de bedieningselementen Type/functie van de sensor, ijking Type regeling, verwarmingsparameters, etc. Type regeling, koelparameters, etc. bedrijfsmodus na reset, aanwezigheidssensor Regelparameters, terugkoppeling van de hysteresis, bandbreedte, etc. Functie van het aangesloten contact, schakelen, dimmen, jaloezie Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 8 van 57

9 3.3 Communicatieobjecten Eigenschappen van de objecten De RAM 713 S beschikt over 12 communicatieobjecten. Sommige objecten kunnen afhankelijk van de parametrering verschillende functies en namen overnemen. Tabel 2 Nr. Functie Objectnaam Type Reactie 0 Streeftemperatuur vooraf Basisstreeftemperatuur 2 bytes ontvangen instellen EIS5 verschuiven Handmatige verschuiving 2 bytes ontvangen van de streeftemperatuur EIS5 1 actuele streeftemperatuur 2 bytes actuele streeftemperatuur zenden melden EIS5 2 Actuele temperatuur zenden Actuele temperatuur 2 bytes zenden EIS5 Voorselectie van de Voorselectie van de 1 byte 3 bedrijfsmodus bedrijfsmodus KNX ontvangen 1 = Nacht, 0 = Standby Nacht < - > Standby 1 bit Ingang voor Aanwezigheid 4 aanwezigheidssignaal 1 bit ontvangen 1 = Comfort Comfort 1 bit ontvangen Ingang voor Raamstatus Raamstand 1 bit ontvangen 5 1 = Vorstbeveiliging Vorst- 1 bit /overtemperatuurbeveiliging ontvangen 6 actuele bedrijfsmodus melden actuele bedrijfsmodus 1 byte KNX zenden Actuele stelgrootte zenden Stelgrootte verwarmen 1 byte EIS6 7 1 bit Actuele stelgrootte zenden Stelgrootte verwarmen EIS1 Stelgrootte verwarmen en 1 byte Actuele stelgrootte zenden koelen EIS6 zenden Actuele stelgrootte zenden Stelgrootte verwarmen en 1 bit koelen EIS1 Stelgrootte zenden Stelgrootte koelen 1 byte EIS6 zenden 8 1 bit Stelgrootte zenden Stelgrootte koelen EIS1 Stelgrootte tweede 1 byte Stelgrootte zenden verwarmingstrap EIS6 zenden Stelgrootte zenden Stelgrootte tweede 1 bit verwarmingstrap EIS1 zenden Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 9 van 57

10 Vervolg: Nr. Functie Objectnaam Type Reactie Schakeltelegram zenden Schakelen ingang 1 AAN/UIT-telegram zenden Dimmen E1 aan/uit 9 AAN/UIT-telegram zenden Dimmen E1/E2 aan/uit 1 bit zenden Lamel Jaloezie E1 Step/Stop Lamel Jaloezie E1/E2 Step/Stop Omhoog/omlaag-telegram Jaloezie E1 omhoog/omlaag 1 bit 10 zenden zenden Dimtelegram zenden Dimmen E1 4 bit Schakeltelegram zenden Schakelen ingang 2 1 bit 11 AAN/UIT-telegram zenden Dimmen E2 aan/uit EIS 1 Lamel Jaloezie E2 Step/Stop zenden Jaloezie E2 omhoog/omlaag Omhoog/omlaag-telegram zenden 1 bit Jaloezie E1/E2 Omhoog/omlaag-telegram EIS 1 12 omhoog/omlaag zenden zenden Dimmen E2 Dimtelegram zenden 4 bit Dimmen E1/E2 Dimtelegram zenden EIS2 Schakeltelegram zenden Schakelen ingang 3 1 bit AAN/UIT-telegram zenden Dimmen E3 aan/uit EIS1 13 Lamel Jaloezie E3 Step/Stop zenden Temperatuur zenden Temperatuur vloersensor 2 bytes EIS5 Omhoog/omlaag-telegram 1 bit Jaloezie E2 omhoog/omlaag zenden zenden EIS bit Dimmen E3 Dimtelegram zenden zenden EIS2 15 Verwarmen = 0, koelen = 1 Omschakelen tussen 1 bit verwarmen en koelen EIS1 ontvangen Tabel 3 Aantal communicatieobjecten 16 Aantal groepsadressen 36 Aantal toewijzingen 36 Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 10 van 57

11 3.3.2 Beschrijving van de objecten Object 0 Basisstreeftemperatuur / handmatige verschuiving van de streeftemperatuur Dit object kan 2 verschillende functies hebben. Daardoor kan, afhankelijk van de parametrering van het stelwiel vooraf een nieuwe streeftemperatuur worden ingesteld of de actuele streeftemperatuur met een bepaalde waarde worden verschoven Tabel 4. Parameter: functie van het stelwiel Basisstreeftemperatuur / geblokkeerd, maar object basisstreeftemperatuur aanw. Handmatige verschuiving / geblokkeerd, maar object handm. verschuiving aanw. Functie van het object Streeftemperatuur vooraf instellen: De basisstreeftemperatuur wordt de eerste keer bij inbedrijfstelling via de toepassing vooraf ingesteld en in het object Basisstreeftemperatuur opgeslagen. Daarna kan deze altijd via het object 0 opnieuw worden bepaald (beperkt door de minimale resp. maximale streeftemperatuur). Bij uitval van de busspanning wordt dit object opgeslagen, bij terugkeer van de busspanning wordt de laatste waarde hersteld. Het object kan onbeperkt vaak worden beschreven. Streeftemperatuur verschuiven: Het object ontvangt een temperatuurverschil in EIS 5-formaat. Met dit verschil kan de gewenste ruimtetemperatuur (actuele streeftemperatuur) ten opzichte van de basisstreeftemperatuur worden aangepast. In de Comfortmodus (verwarmen) geldt: actuele streeftemperatuur (obj. 1) = basisstreeftemperatuur (stelwiel) + handmatige verschuiving van de streeftemperatuur (obj. 0) Waarden die buiten het geparametreerde bereik liggen (zie Max. verschuiving van de streeftemperatuur met het stelwiel ) worden op de hoogste of laagste waarde beperkt. Opmerking: de verschuiving wordt altijd gerelateerd aan de ingestelde basisstreeftemperatuur en niet aan de actuele streeftemperatuur. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 11 van 57

12 Object 1 actuele streeftemperatuur Dit object zendt de actuele streeftemperatuur als EIS 5-telegram (2 bytes) naar de bus. De zendreactie kan op de parameterpagina Streeftemperaturen worden ingesteld. Object 2 actuele temperatuur Dit object zendt de door de sensor momenteel gemeten temperatuur (als de parametrering zenden toestaat) Object 3 Voorselectie van de bedrijfsmodus / Nacht <-> Standby De functie van dit object is afhankelijk van de parameter Objecten voor het vastleggen van de bedrijfsmodus op de parameterpagina Bedrijfsmdus. Tabel 5 Objecten voor het vastleggen van de bedrijfsmodus nieuw: bedrijfsmodus, aanwezigheid, raamstatus oud: Comfort, Nacht, Vorstbeveiliging Functie van het object Hier is het een 1 byte-object. Daarmee kan een van de 4 bedrijfsmodi direct worden geactiveerd. 1 = Comfort, 2 = Standby, 3 = Nacht, 4 = Vorstbeveiliging (overtemperatuurbeveiliging) Wordt een andere waarde ontvangen (0 of >4), dan wordt de bedrijfsmodus Comfort geactiveerd. De gegevens tussen haakjes hebben betrekking op het koelen Bij deze instelling is dit object een 1 bit-object. Daarmee kan de bedrijfsmodus Nacht of Standby worden geactiveerd. 0=Standby, 1=Nacht Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 12 van 57

13 Object 4 Aanwezigheid / Comfort De functie van dit object is afhankelijk van de parameter Objecten voor het vastleggen van de bedrijfsmodus op de parameterpagina Bedrijfsmodus. Tabel 6 Objecten voor het vastleggen van de bedrijfsmodus nieuw: bedrijfsmodus, aanwezigheid, raamstatus oud: Comfort, Nacht, Vorstbeveiliging Functie van het object Aanwezigheid: via dit object kan de toestand van een aanwezigheidsmelder (bijv. drukknop, bewegingsmelder) worden ontvangen. Een 1 op dit object activeert de bedrijfsmodus Comfort. Comfort: Een 1 op dit object activeert de bedrijfsmodus Comfort. Deze bedrijfsmodus heeft prioriteit boven de Nachten Standbymodus. De Comfortmodus wordt door het zenden van een 0 naar het object weer gedeactiveerd. Belangrijk: naar dit object mogen geen cyclische telegrammen worden gezonden, omdat een comfortverlenging (via de knop op het apparaat) wordt gewist als een 0 wordt ontvangen. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 13 van 57

14 Object 5 Raamstand / Vorst-/overtemperatuurbeveiliging De functie van dit object is afhankelijk van de parameter Objecten voor het vastleggen van de bedrijfsmodus op de parameterpagina Bedrijfsmodus. Tabel 7 Objecten voor het vastleggen van de bedrijfsmodus nieuw: bedrijfsmodus, aanwezigheid, raamstatus oud: Comfort, Nacht, Vorstbeveiliging Object 6 Actuele bedrijfsmodus Functie van het object Raamstand: via dit object kan de toestand van een raamcontact worden ontvangen. Een 1 op dit object activeert de bedrijfsmodus Vorst-/overtemperatuurbeveiliging. Vorst-/overtemperatuurbeveiliging: Een 1 op dit object activeert de bedrijfsmodus Vorstbeveiliging. Tijdens het koelen wordt de bedrijfsmodus Overtemperatuurbeveiliging geactiveerd. De bedrijfsmodus Vorst-/overtemperatuur-heeft de hoogste prioriteit. De vorst-/overtemperatuurbeveiliging blijft net zoalng actief totdat deze door een 0 weer wordt opgeheven. Zendt de actuele bedrijfsmodus als een 1 byte-waarde (zie hieronder: Codering van de bedrijfsmodi). De zendreactie kan op de parameterpagina Bedrijfsmodus worden ingesteld. Tabel 8: Codering van de HKL (HVAC)-bedrijfsmodi: Waarde Bedrijfsmodus 1 Comfort 2 Standby 3 Nacht 4 Vorst-/overtemperatuurbeveiliging: Object 7 Stelgrootte verwarmen, Stelgrootte verwarmen en koelen Zendt de actuele stelgrootte verwarmen ( %) resp. verwarmen of koelen als de parameter Uitvoer van de stelgrootte koelen op samen met stelgrootte verwarmen werd ingesteld. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 14 van 57

15 Object 8 Stelgrootte koelen, Stelgrootte tweede verwarmingstrap De functie van dit object is afhankelijk van de parameter gebruikte regelfuncties op de parameterpagina Instellingen. Het zendformaat, EIS6 of EIS1, hangt samen met de gekozen type regeling (constant of schakelend) op de parameterpagina Regeling koelen. Tabel 9 Gebruikte regelfuncties Verwarmen en koelen tweetrapsverwarming met schakelende tweede trap tweetrapsverwarming met constante tweede stap Functie van het object zendt de stelgrootte resp. de schakelopdracht koelen voor het regelen van een koelplafond, Fan Coil Unit, etc. zendt de schakelopdracht voor het regelen van de tweede trap (aan/uit) zendt de constante stelgrootte voor het regelen van de tweede trap (0..100%) Opmerking: Bij de instelling alleen verwarmingsregeling is het object niet beschikbaar, omdat de koelfunctie noch de tweede trap beschikbaar zijn. Object 9, 10, 11, 12, 13, 14 voor ingang E1, E2 en E3 Deze objecten worden beschikbaar als de interface op de parameterpagina Instellingen wordt geactiveerd. De functie ervan is afhankelijk van de parameters Functie van E1, Functie van E2 en Functie van E3 op de betreffende parameterpagina s (Ingang E1, E2 en E3). Een uitvoerige beschrijving is te vinden in de bijlage in het hoofdstuk: Externe interface. Object 15 Omschakelen tussen verwarmen en koelen Dit object wordt bij verwarmings-/koelsystemenmet2leidingen gebruikt of als een automatische omschakeling tussen verwarmen en koelen niet gewenst is. Het koelen wordt via een 1 en het verwarmen wordt via een 0 vastgesteld. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 15 van 57

16 3.4 Parameters De standaardwaarden zijn telkens vetgedrukt Instellingen Tabel 10 Aanduiding Waarden Betekenis Apparaattype RAM 713 S Vaste instelling Regeling Standaard voor eenvoudige toepassingen Gebruikte regelfuncties Functie van de externe interface Door gebruiker gedefinieerd Alleen verwarmingsregeling Verwarmen en koelen tweetrapsverwarming met schakelende tweede trap tweetrapsverwarming met constante tweede stap geen actief voor specifieke instelling van de regelparameters en speciale toepassingen zoals verwarmen/koelen of tweetrapsverwarming. Door gebruiker gedefinieerde regeling: alleen verwarmen er moet aanvullend een koelinstallatie worden geregeld (object 8). Er moet een hoofdverwarming (meestal een vloerverwarming) en een tweedetrap (aan/uit) worden aangestuurd. Er moet een hoofdverwarming (meestal een vloerverwarming) en een tweede trap (radiator) worden aangestuurd (P-regelaar). Bepaalt of de externe interface wordt gebruikt. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 16 van 57

17 3.4.2 Streeftemperaturen Tabel 11 Aanduiding Waarden Betekenis Basisstreeftemperatuur na downloaden van de toepassing 18 C, 19 C, 20 C, 21 C, 22 C, 23 C, 24 C, 25 C Maximale verschuiving van de streeftemperatuur +/- 1 K, +/- 2 K, +/- 3 K +/- 4 K, +/- 5 K Uitgangsstreeftemperatuur voor de temperatuurregeling. Beperkt het mogelijke instelbereik voor de functie verschuiving van de streeftemperatuur. Maximale basisstreeftemperatuur Minimale basisstreeftemperatuur Verlaging in de Standbymodus (bij verwarmen) Verlaging in de Nachtmodus (bij verwarmen) Streeftemperatuur in de Vorstbeveiligingsmodus (bij verwarmen) 20 C, 21 C, 22 C 23 C, 24 C, 25 C 27 C, 30 C, 32 C 5 C, 6 C, 7 C, 8 C, 9 C, 10 C, 11 C, 12 C, 13 C, 14 C, 15 C,16 C 17 C, 18 C, 19 C, 20 C 0,5 K, 1 K, 1,5 K 2 K, 2,5 K, 3 K 3,5 K, 4 K 3 K, 4 K, 5 K 5 K, 7 K, 6 K 3 C, 4 C, 5 C 6 C, 7 C, 8 C, 9 C, 10 C Geldt voor de via object 0 ontvangen waarden (handmatige verschuiving van de streeftemperatuur). Wordt een basisstreeftemperatuur op object 0 ontvangen die hoger is dan de hier ingestelde waarde, dan wordt deze tot deze waarde beperkt. Wordt een basisstreeftemperatuur op object 0 ontvangen die lager is dan de hier ingestelde waarde, dan wordt deze tot deze waarde beperkt. Voorbeeld: bij een basisstreeftemperatuur van 21 C bij verwarmen en een verlaging van 2K, regelt de RAM 713 S met een streeftemperatuur van 21 2 = 19 C. Met hoeveel moet de temperatuur in de Nachtmodus worden verlaagd? Vooraf ingestelde temperatuur bij verwarmen (Bij koelen geldt de overtemperatuurbeveiliging). Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 17 van 57

18 Vervolg: Aanduiding Waarden Betekenis Verschuiving van de instelwaarde geldt* Alleen in de Comfortmodus actuele streeftemperatuur in de Comfortmodus in de Comfort- en Standbymodus in de Comfort-, Standbymodus en Nachtmodus In welke bedrijfsmodi moet de verschuiving van de instelwaarde actief zijn? Deze instelling heeft betrekking op de verschuiving via een bustelegram én via het stelwiel. Retourmelding van de actuele streeftemperatuur via de bus: * vanaf versie 1.1 van de ETS-applicatie Werkelijke waarde zenden (verwarmen < > koelen) Gemiddelde tussen verwarmen en koelen zenden er moet altijd de streeftemperatuur worden gezonden waarop werkelijk wordt geregeld (= actuele streeftemperatuur). Voorbeeld met een basisstreeftemperatuur van 21 C en dode zone van 2K: bij verwarmen wordt 21 C en bij koelen wordt de basisstreeftemperatuur + dode zone gezonden (21 C + 2K = 23 C) In de Comfortmodus bij verwarmen en bij koelen wordt dezelfde waarde, namelijk: basisstreeftemperatuur + halve dode zone gezonden, zodat dit niet storend is voor evt. in de ruimte aanwezige personen. Voorbeeld met een basisstreeftemperatuur van 21 C en een dode zone van 2K: gemiddelde = 21 +1K =22 C Geregeld wordt echter met 21 C resp. 23 C Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 18 van 57

19 Vervolg: Aanduiding Waarden Betekenis cycl. zenden van de actuele streeftemperatuur Hoe vaak moet de actuele streeftemperatuur worden gezonden? niet cyclisch, alleen bij verandering om de 2 min. om de 3 min. om de 5 min. om de 10 min. om de 15 min. om de 20 min. om de 30 min. om de 45 min. om de 60 min. alleen bij verandering zenden. cyclisch zenden Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 19 van 57

20 3.4.3 Bediening Tabel 12 Aanduiding Waarden Betekenis functie van het stelwiel Basisstreeftemperatuur (s.v.p. het volgende stelwiel gebruiken) Het stelwiel wordt gebruikt om de basisstreeftemperatuur vooraf in te stellen. Een verschuiving van de streeftemperatuur is via object 0 mogelijk Het stelwiel wordt met de getallen op het apparaat vastgemaakt. Handmatige verschuiving (s.v.p. het volgende stelwiel gebruiken) De basisstreeftemperatuur kan via het stelwiel binnen de geparametreerde grenzen (zie volgende tabelregel) worden verhoogd of verlaagd.. Het +/--stelwiel wordt op het apparaat vastgemaakt. Minimale instelling met het stelwiel geblokkeerd, maar object basisstreeftemperatuur aanw. geblokkeerd, maar object handm. verschuiving aanw. 10 C, 11 C, 12 C 13 C, 14 C, 15 C 16 C, 17 C, 18 C 19 C, 20 C, Het stelwiel heeft geen functie (bescherming tegen ongewenste bediening) De basisstreeftemperatuur kan in de applicatie of via object 0 worden gewijzigd. Het stelwiel heeft geen functie (bescherming tegen ongewenste bediening) De basisstreeftemperatuur wordt in de toepassing gewijzigd en kan via object 0 worden verhoogd of verlaagd. Laagste toegestane instelling van de basisstreeftemperatuur met het stelwiel. Voorkomt een verstelling door onbevoegden. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 20 van 57

21 Vervolg: Aanduiding Waarden Betekenis Maximale instelling met het stelwiel Max. verschuiving van de streeftemperatuur op het stelwiel Functie van de knop 17 C, 18 C, 19 C 20 C, 21 C, 22 C 23 C, 24 C, 25 C 26 C, 27 C, 28 C Hoogste toegestane instelling van de basisstreeftemperatuur met het stelwiel. Voorkomt een verstelling door onbevoegden. +/- 1 K, +/- 2 K, +/- 3 K toegestane verschuiving door gebruiker op het stelwiel. De geparametreerde hoogste of laagste waarde wordt altijd bij de aanslag (+ resp. -) bereikt. geblokkeerd geen bediening mogelijk. Werking van de LED's Aanwezigheidsknop Bedrijfsmodi selecteren geen Bedrijfsmodi weergeven met tijdsbeperking bedrijfsmodi weergeven Bij het indrukken van de knop wordt aanwezigheid herkend en de RAM 713 S schakelt naar de bedrijfsmodus Comfort. De bedrijfsmodus kan altijd handmatig worden gekozen De 4 bedrijfsmodus-led s blijven altijd uit. De actuele bedrijfsmodus wordt altijd door de bijbehorende LED weergegeven De actuele bedrijfsmodus kan, indien vrijgegeven, door het indrukken van de knop gedurende korte tijd (10s) worden weergegeven. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 21 van 57

22 3.4.4 Actuele temperatuur Tabel 13 Aanduiding Waarden Betekenis Welke actuele temperatuur van de interne sensor Vaste instelling als E3 niet gebruiken voor een externe sensor wordt gebruikt. Functie van de externe sensor Een externe sensor kan via de parameter Functie van E3 op de parameterpagina Ingang E3 worden gekozen. Deze parameter is alleen zichtbaar als E3 als temperatuursensoringang wordt geparametreerd. Sensor voor temperatuurregeling (opbouwhuis) Vloersensor voor temperatuurbegrenzing De ruimtetemperatuur wordt via de externe sensor gemeten. De interne sensor is gedeactiveerd. De ruimtetemperatuur wordt via de interne sensor gemeten. De externe sensor bewaakt de vloertemperatuur. (zie hieronder: minimale en maximale vloertemperatuur) minimale vloertemperatuur Vloersensor voor temperatuurregeling geen ondergrens 10 C, 12 C, 14 C 16 C, 18 C, 20 C, 22 C, 24 C, 26 C 28 C, 30 C Alleen de vloertemperatuur wordt gemeten en als basis voor de temperatuurregeling gebruikt. De vloertemperatuur wordt door de RAM 713 S afhankelijk van de ruimtetemperatuur geregeld. De vloertemperatuur zal echter ook als de streeftemperatuur is bereikt, niet dalen tot onder de ingestelde minimumwaarde.* Deze instelling verhindert koude voeten. * Uitzondering: bij verwarmen en koelen wordt bij overschrijding van de streeftemperatuur op koelen omgeschakeld en de stelgrootte verwarmen wordt niet meer gezonden. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 22 van 57

23 Vervolg: Aanduiding Waarden Betekenis maximale vloertemperatuur 24 C, 26 C, 28 C, 30 C, 32 C, 34 C, 36 C, 38 C, 40 C, 42 C, 44 C, 46 C, De vloertemperatuur wordt door de RAM 713 S afhankelijk van de ruimtetemperatuur geregeld. De vloertemperatuur zal echter ook als de streeftemperatuur is bereikt, de ingestelde maximumwaarde niet overschrijden.* Deze instelling verhindert o.a. een vervorming van de vloer IJkwaarde voor interne sensor in 1/10 K ( ) handmatige invoer IJkwaarde voor externe sensor handmatige invoer zenden van de actuele temperatuur (intern en extern) niet bij verandering bij verandering met 0,2 K bij verandering met 0,3 K bij verandering met 0,5 K bij verandering met 0,7 K bij verandering met 1 K bij verandering met 1,5 K bij verandering met 2 K door oververhitting. Positieve of negatieve correctie van de gemeten temperatuur in stappen van 1/10K. Voorbeelden: a) RAM 713 zendt 20,3 C. Met een geijkte thermometer meet men een ruimtetemperatuur van 21,0 C. Om de temperatuur van de RAM 713 S tot 21 C te laten stijgen, moet 7 (d.w.z. 7 x 0,1K) worden ingevoerd. b) De RAM 713 zendt 21,3 C. Gemeten wordt 20,5 C. Om de temperatuur van de RAM 713 S tot 20,5 C te laten dalen, moet -8 (d.w.z. -8 x 0,1K) worden ingevoerd. zie boven, ijkwaarde voor interne sensor Moet de actuele ruimtetemperatuur worden gezonden? Zo ja, vanaf welke minimale verandering moet deze opnieuw worden gezonden? Deze instelling dient om de busbelasting zo laag mogelijk te houden. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 23 van 57

24 Vervolg: Aanduiding Waarden Betekenis cykl. zenden van de actuele temperatuur (intern en extern) resp. cycl. zenden van de externe actuele temperatuur niet cyclisch zenden om de 2 min., om de 3 min. om de 5 min., om de 10 min. om de 15 min., om de 20 min. om de 30 min., om de 45 min. om de 60 min. Hoe vaak moet onafhankelijk van de temperatuurveranderingen worden gezonden? Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 24 van 57

25 3.4.5 Regeling verwarmen Tabel 14 Aanduiding Waarden Betekenis Type regeling Constante regeling Traploze regeling ( %). Instelling van de regelparameters Installatietype zenden van de stelgrootte verwarmen cycl. zenden van de stelgrootte verwarmen Hysteresis van de tweepuntsregeling Tweepuntsregeling via installatietype door gebruiker gedefinieerd Radiatorenverwarming Vloerverwarming bij verandering met 1 % bij verandering met 2 % bij verandering met 3 % bij verandering met 5 % bij verandering met 7 % bij verandering met 10 % bij verandering met 15 % niet cyclisch, alleen bij verandering om de 2 min., om de 3 min. om de 5 min., om de 10 min. om de 15 min., om de 20 min. om de 30 min., om de 45 min. om de 60 min. 0,3 K 0,5 K 0,7 K 1 K 1,5 K Tweepuntsregeling Schakelende regeling (aan/uit) Zie bijlage: Constante en schakelende regeling Standaardtoepassing Professionele toepassing: P/PI-regelaar zelf parametreren PI-regelaar met: Integratietijd = 90 minuten Bandbreedte = 2,5 K Integratietijd = 180 minuten Bandbreedte = 4 K Na hoeveel % verandering* van de stelgrootte moet de nieuwe waarde worden gezonden. Kleine waarden verhogen de regelnauwkeurigheid, maar ook de busbelasting. hoe vaak moet de actuele stelgrootte verwarmen (onafhankelijk van veranderingen) worden gezonden? Afstand tussen het uitschakelpunt (streeftemperatuur) en het herinschakelpunt (streeftemperatuur hysteresis). De hysteresis voorkomt een constant in-/uitschakelen. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 25 van 57

26 Vervolg Aanduiding Waarden Betekenis Terugkoppeling van de hysteresis naar het schakelpunt Proportionele band van de verwarmingsregelaar Integratietijd van de verwarmingsregelaar geen 0,1 K/min 0,2 K/min 0,3 K/min *Verandering sinds het laatste zenden door gebruiker gedefinieerde parameters 1 K, 1,5 K, 2 K, 2,5 K, 3 K 3,5 K, 4 K, 4,5 K 5 K, 5,5 K, 6 K 6,5 K, 7 K, 7,5 K 8 K, 8,5 K pure P-regelaar 15 min., 30 min., 45 min. 60 min., 75 min., 90 min. 105 min., 120 min., 135 min. 150 min., 165 min., 180 min. 195 min., 210 min., 225 min. De terugkoppeling zorgt voor een geleidelijke verkleining van de hysteresis in de tijd en de regelnauwkeurigheid wordt verhoogd. De hysteresis is bij elke uitschakeling gelijk aan de geparametreerde waarde en wordt door de terugkoppeling geleidelijk gereduceerd. De hysteresis kan bij lange uitschakeling tot 0 K dalen. Bij de volgende inschakeling wordt deze weer op de geparametreerde waarde gereset. professionele instelling voor de aanpassing van de regelgedrag aan de ruimte. Kleine waarden zorgen voor grote veranderingen van de stelgrootte, grotere waarden zorgen voor een fijnere aanpassing van de stelgrootte. Zie bijlage: Temperatuurregeling Professionele toepassing: Zie bijlage: Gedrag van de PIregelaar Deze tijd kan afhankelijk van de omstandigheden worden aangepast. Is de verwarmingsinstallatie te groot bemeten en daarom te snel, dan moeten kortere waarden worden gekozen. Daarentegen kunnen bij een te krap bemeten verwarming (traag) beter langere integratietijden worden gekozen. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 26 van 57

27 3.4.6 Regeling koelen Tabel 15 Aanduiding Waarden Betekenis Type regeling Constante regeling Traploze regeling ( %). Instelling van de regelparameters Installatietype zenden van de stelgrootte koelen Omschakelen tussen verwarmen en koelen Tweepuntsregeling via installatietype door gebruiker gedefinieerd Koelplafond Fan Coil Unit bij verandering met 1 % bij verandering met 2 % bij verandering met 3 % bij verandering met 5 % bij verandering met 7 % bij verandering met 10 % bij verandering met 15 % automatisch via object Schakelende regeling (aan/uit) Zie bijlage: Constante en schakelende regeling Standaardtoepassing Professionele toepassing: P/PIregelaar zelf parametreren PI-regelaar met: Integratietijd = 90 minuten Bandbreedte = 2 K Integratietijd = 180 minuten Bandbreedte = 4 K Na hoeveel % verandering* van de stelgrootte moet de nieuwe waarde worden gezonden. Kleinere waarden verhogen de regelnauwkeurigheid, maar ook de busbelasting. De RAM 713 S schakelt automatisch naar de koelmodus, als de actuale temperatuur hoger is dan de streeftemperatuur. De koelmodus kan alleen buszijdig via object 15 worden geactiveerd (1= koelen). Zolang dit object niet is ingesteld (=0), blijft de koelmodus uitgeschakeld. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 27 van 57

28 Vervolg: Uitvoer van de stelgrootte koelen (alleen bij omschakelen tussen verwarmen en koelen via object) Hysteresis van de tweepuntsregeling voor koelen Terugkoppeling van de hysteresis naar het schakelpunt Tweepuntsregeling Naar apart object (object 8) Samen met stelgrootte verwarmen (object 7) 0,3 K 0,5 K 0,7 K 1 K 1,5 K geen 0,1 K/min 0,2 K/min 0,3 K/min Stelgrootte koelen wordt naar obj. 8 en stelgrootte verwarmen naar obj. 7 uitgevoerd. Beide stelgrootten worden naar obj. 7 gezonden. Voor systemen met twee leidingen met een klep en een seizoensafhankelijke wisseling van het middel. afstand tussen het uitschakelpunt (streeftemperatuur) en het herinschakelpunt (streeftemperatuur hysteresis). De hysteresis voorkomt een constant in-/uitschakelen. De terugkoppeling zorgt voor een geleidelijke verkleining van de hysteresis in de tijd en de regelnauwkeurigheid wordt verhoogd. Proportionele band van de koelregelaar door gebruiker gedefinieerde regelparameters 1 K, 1,5 K, 2 K, 2,5 K, 3 K 3,5 K, 4 K, 4,5 K 5 K, 5,5 K, 6 K 6,5 K, 7 K, 7,5 K 8 K, 8,5 K De hysteresis is bij elke uitschakeling gelijk aan de geparametreerde waarde en wordt door de terugkoppeling geleidelijk gereduceerd. De hysteresis kan bij lange uitschakeling tot 0 K dalen. Bij de volgende inschakeling wordt deze weer op de geparametreerde waarde gereset. professionele instelling voor de aanpassing van het regelgedrag aan de ruimte. Grote waarden zorgen bij gelijkblijvende regelafwijking voor fijnere veranderingen van de stelgrootte en een nauwkeurigere regeling dan kleinere waarden. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 28 van 57

29 Vervolg Aanduiding Waarden Betekenis Integratietijd van de koelregelaar pure P-regelaar Zie bijlage Temperatuurregeling cycl. zenden van de stelgrootte koelen 15 min., 30 min., 45 min. 60 min., 75 min., 90 min., 105 min.,, 120 min., 135 min., 150 min., 165 min., 180 min., 195 min., 210 min., 225 min. niet cyclisch, alleen bij verandering om de 2 min. om de 3 min. om de 5 min. om de 10 min. om de 15 min. om de 20 min. om de 30 min. om de 45 min. om de 60 min. *Verandering sinds het laatste zenden Alleen voor PI-regelaars: de integratietijd bepaalt de reactietijd van de regeling. Deze tijden kunnen afhankelijk van de omstandigheden worden aangepast. Is de koelinstallatie te groot bemeten en daarom te snel, dan moeten kortere waarden worden gekozen. Daarentegen kunnen bij een te krap bemeten koeling (traag) beter langere integratietijden worden gekozen. hoe vaak moet de actuele stelgrootte koelen (onafhankelijk van veranderingen) worden gezonden? Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 29 van 57

30 3.4.7 Streeftemperaturen koelen Deze pagina verschijnt alleen als op de parameterpagina Instellingen de regelfunctie Verwarmen en koelen werd gekozen (regeling door gebruiker gedefinieerd ). Tabel 16 Aanduiding Waarden Betekenis Dode zone tussen verwarmen en koelen Verhoging in de Standbymodus (bij koelen) Verhoging in de Nachtmodus (bij koelen) Streeftemperatuur in de overtemperatuurbeveiligingmodus (bij koelen) 1 K * 2 K * 3 K * 4 K * 5 K * 6 K * 0,5 K, 1 K, 1,5 K 2 K, 2,5 K, 3 K 3,5 K, 4 K 3 K, 4 K, 5 K 5 K, 7 K, 6 K 42 C (d.w.z. bijna geen overtemperatuurbeveiliging) 29 C, 30 C, 31 C 32 C, 33 C, 34 C 35 C Bepaalt de bufferzone tussen de streeftemperaturen voor verwarmen en koelen. Bij schakelende (tweepunts)regeling wordt de dode zone door de hysteresis vergroot. Zie verklarende woordenlijst: Dode zone * Afhankelijk van regelaartype: + hysteresis verwarmen resp. + hysteresis verwarmen + hysteresis koelen Bij koelen wordt de temperatuur in de Standbymodus verhoogd Zie verhoging in de Standbymodus De overtemperatuurbeveiliging vormt de hoogste toegestane temperatuur voor de geregelde ruimte. Het heeft bij het koelen dezelfde taak als de vorstbeveiliging bij het verwarmen, d.w.z. energie besparen en gelijktijdig niettoegestane temperaturen voorkomen. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 30 van 57

31 3.4.8 Tweede verwarmingstrap Zie ook de bijlage: tweetraps verwarming Tabel 17 Aanduiding Waarden Betekenis Verschillen tussen hoofdverwarming en tweede trap 2 K, 1,5 K, 3 K 2,5 K, 3 K, 3,5 K, 4 K bepaalt de negatieve afstand tussen de actuele streeftemperatuur en de streeftemperatuur van de tweede trap. Voorbeeld met basissstreeftemperatuur van 21 C en een verschil van 1K: De hoofdverwarming regelt met de basisstreeftemperatuur en de tweede verwarmingstrap regelt met de basisstreeftemperatuur Proportionele band voor tweede trap 1 K, 1,5 K, 2 K, 2,5 K 3 K, 3,5 K, 4 K, 4,5 K 5 K, 5,5 K, 6 K, 6,5 K, 7 K, 7,5 K, 8 K, 8,5 K 1K = 20 C Bij constante tweede trap, professionele instelling voor de aanpassing van de regelgedrag aan de ruimte. Hysteresis 0,3 K 0,5 K 0,7 K 1 K 1,5 K Grote waarden zorgen bij gelijkblijvende regelafwijking voor fijnere veranderingen van de stelgrootte en een nauwkeurigere regeling dan kleinere waarden. Bij schakelende tweede trap, Afstand tussen het uitschakelpunt (streeftemperatuur) en het herinschakelpunt (streeftemperatuur hysteresis). De hysteresis voorkomt een constant in-/uitschakelen. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 31 van 57

32 Vervolg: Aanduiding Waarden Betekenis Terugkoppeling van de hysteresis naar het schakelpunt geen 0,1 K/min 0,2 K/min 0,3 K/min Bij schakelende tweede trap. De terugkoppeling zorgt voor een geleidelijke verkleining van de hysteresis in de tijd en de regelnauwkeurigheid wordt verhoogd. Zenden van de stelgrootte 2e verwarmingstrap cycl. zenden van de tweede verwarmingstrap *Verandering sinds het laatste zenden bij verandering met 1 % bij verandering met 2 % bij verandering met 3 % bij verandering met 5 % bij verandering met 7 % bij verandering met 10 % bij verandering met 15 % niet cyclisch zenden om de 2 min. om de 3 min. om de 5 min. om de 10 min. om de 15 min. om de 20 min. om de 30 min. om de 45 min. om de 60 min. De hysteresis is bij elke uitschakeling gelijk aan de geparametreerde waarde en wordt door de terugkoppeling geleidelijk gereduceerd. De hysteresis kan bij lange uitschakeling tot 0 K dalen. Bij de volgende inschakeling wordt deze weer op de geparametreerde waarde gereset. Na hoeveel % verandering* van de stelgrootte moet de nieuwe waarde worden gezonden? Kleine waarden verhogen de regelnauwkeurigheid, maar ook de busbelasting. Met welke interval moet de schakeltoestand van de tweede trap worden gezonden? Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 32 van 57

33 3.4.9 Bedrijfsmodus Tabel 18 Aanduiding Waarden Betekenis Objecten voor het vastleggen van de bedrijfsmodus nieuw: bedrijfsmodus, aanwezigheid, raamstatus De RAM 713 S kan de bedrijfsmodus afhankelijk van raamcontacten en aanwezigheidssensors- /knoppen veranderen. Bedrijfsmodus na reset Type aanwezigheidssensor (op obj. 4) oud: Comfort, Nacht, Vorstbeveiliging (niet aanbevolen) Vorstbeveiliging Nachtverlaging Standby Comfort Aanwezigheidsmelder Aanwezigheidsknop Traditionele instelling zonder raam- en aanwezigheidsstatus. Bedrijfsmodus na inbedrijfstelling of opnieuw programmeren De aanwezigheidsmelder stelt het aanwezigheidsobject in resp. wist het. De ontvangst van een nieuwe bedrijfsmodus via object 3 beïnvloedt het aanwezigheidsobject niet. De bedrijfsmodus wordt pas bijgewerkt als de aanwezigheidsmelder object 4 heeft gereset. De aanwezigheidsmelder stelt het aanwezigheidsobject in. De ontvangst van een nieuwe bedrijfsmodus via object 3 wist echter het aanwezigheidsobject. 1. Wordt in de Nacht-/ vorstbeveiligings-modus het aanwezig-heidsobject ingesteld, dan wordt dit na afloop van de geparametreerde comfortverlenging gereset (zie hieronder). 2. Het aanwezigheids-object wordt niet naar de bus teruggemeld. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 33 van 57

34 Vervolg Aanduiding Waarden Betekenis Comfortverlenging door aanwezigheidsknop in de Nachtmodus geen 30 min. 1 uur 1,5 uur 2 uur 2,5 uur 3 uur 3,5 uur - Party-schakeling: hiermee kan de RAM 713 S door het aanwezigheidsobject van de Nacht-/vorstbeveiligingsmodus weer voor beperkte tijd naar de Comfortmodus omschakelen. cycl. zenden van de actuele bedrijfsmodus niet cyclisch, alleen bij verandering om de 2 min., om de 3 min. om de 5 min., om de 10 min. om de 15 min., om de 20 min. om de 30 min., om de 45 min. om de 60 min. Als het apparaat zich daarvoor in de Standbymodus bevond, vervalt de tijdsbeperking. De Comfortmodus wordt dan pas bij de volgende handmatige of busgestuurde omschakeling van bedrijfsmodus opgeheven. hoe vaak moet de actuele bedrijfsmodus worden gezonden? Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 34 van 57

35 Ingangen E1, E2, E3 Aanduiding Waarden Betekenis Functie van E1, E2 resp. E3: Schakelen Reactie op sluiten van het contact UIT AAN Om Uitschakelopdracht zenden Inschakelopdracht zenden Laatste schakelopdracht omkeren Niet zenden geen Reactie op openen van het UIT Zie boven contact AAN Om geen cyclisch zenden niet cyclisch, alleen bij Met welke interval moet de verandering toestand van het schakelobject om de 2 min., om de 3 min. worden gezonden? om de 45 min., om de 60 min. Functie van E1 (+ E2): Jaloezie omhoog/omlaag Functie van E1 Jaloezie omhoog Kort indrukken: Step/Stop resp. lamellendraaiing (obj. 9) Lang indrukken: Omhoog-telegram (obj.12) Functie van E2 Jaloezie omlaag Kort indrukken: Step/Stop resp. lamellendraaiing (obj. 9) Lang indrukken: Omlaag-telegram (obj. 12) Functie van E1, E2, E3: Jaloezie eenvlakbediening Functie van E1 (resp. E2, E3) Jaloezie eenvlakbediening Kort indrukken: Step/Stop resp. lamellendraaiing. De gezonden waarde is tegengesteld aan het telegram van de laatste verplaatsingsopdracht. Lang indrukken: omhoog/omlaag De verplaatsingsrichting wordt omgekeerd telkens als de knop wordt ingedrukt. Na uitval van de busspanning of resetten wordt altijd met Omlaag begonnen. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 35 van 57

36 Vervolg: Aanduiding Waarden Betekenis Functie van E1 (+ E2): Dimmen lichter/donkerder Functie van E1 Dimmen lichter Kort indrukken: AAN/UIT (obj. 9) Lang indrukken: lichter dimmen (obj. 12) Functie van E2 Dimmen donkerder Kort indrukken: AAN/UIT (obj. 9) Lang indrukken: donkerder dimmen (obj. 12) Functie van E1, E2, E3: Dimmen eenvlakbediening Functie van E1 (resp. E2, E3) Dimmen eenvlakbediening Kort indrukken: AAN/UIT. Bij het indrukken wordt de schakeltoestand telkens omgekeerd. Lang indrukken: lichter/donkerder. Bij het indrukken wordt de dimrichting telkens omgekeerd. Na uitval van de busspanning of resetten wordt altijd met omhoogdimmen begonnen. Bij het loslaten na een langdurige bediening wordt een Stop-telegram gezonden. Gemeenschappelijke parameter voor de jaloezie- en dimfuncties Lang indrukken vanaf 300 ms 400 ms 500 ms 600 ms 700 ms 800 ms 900 ms 1000 ms Grenswaarde om onderscheid te maken tussen lang en kort indrukken (in 1/1000s). Afhankelijk of een knop lang of kort wordt ingedrukt, kunnen 2 verschillende functies worden uitgevoerd. Functie van E3: temperatuursensor Zie Functie van de externe sensor op de parameterpagina Actuele temperatuur Zie bijlage: Externe interface Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 36 van 57

37 4 Inbedrijfstelling 4.1 Actoren voor het regelen van het verwarmen en koelen Voor de aansturing van de verwarmings- en koelsystemen zijn er meerdere mogelijkheden beschikbaar Stelgrootte verwarmen De stelgrootte wordt naar een constante Cheops drive stelaandrijving (bestelnr ) gezonden, die zich op de klep bevindt De stelgrootte wordt naar een van de volgende verwarmingsactoren gezonden, die op zijn beurt weer een of meerdere thermische stelaandrijvingen regelt. - HMG 4 (bestelnr ) - HME 4 (bestelnr ) - HMG 8 (bestelnr ) - HMT 6 (bestelnr ) - HMT 12 (bestelnr ) Stelgrootte koelen De stelgrootte wordt naar een constante Cheops drive stelaandrijving (bestelnr ) gezonden, die zich op de klep voor het koelmiddel bevindt Constante tweede trap De stelgrootte wordt naar een constante Cheops drive stelaandrijving (bestelnr ) gezonden, die zich op de klep bevindt De stelgrootte wordt naar een van de volgende verwarmingsactoren gezonden, die op zijn beurt weer een of meerdere thermische stelaandrijvingen regelt. - HMG 4 (bestelnr ) - HME 4 (bestelnr ) - HMG 8 (bestelnr ) - HMT 6 (bestelnr ) - HMT 12 (bestelnr ) Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 37 van 57

38 4.1.4 Schakelende tweede trap De schakelopdrachten worden naar een schakelactor gezonden, die op zijn beurt weer thermische stelaandrijvingen of een elektrische bijverwarming regelt. De schakelopdrachten worden naar een van de volgende verwarmingsactoren gezonden, die op zijn beurt weer thermische stelaandrijvingen of een elektrische bijverwarming regelt: - HMG 4 (bestelnr ) - HME 4 (bestelnr ) - HMG 8 (bestelnr ) - HMT 6 (bestelnr ) - HMT 12 (bestelnr ) 4.2 Weergave van de stelgrootte De actuele stelgrootte wordt weergegeven als de knop langer dan 2 seconden wordt ingedrukt. LED Stelgrootte geen LED 0 % LED % (vorstbeveiliging) LED 2 (Nacht) 26-50% LED 3 (Standby) 51-75% LED 4 (Comfort) % LED 5 geeft aan of momenteel verwarmd of gekoeld wordt. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 38 van 57

39 4.3 Typische toepassingen Verwarmen, jaloezie en schakelen Naast zijn taak als verwarmingsregeling kan de RAM 713 S, via de externe interface, een jaloezie aansturen en een ruimteverlichting via een schakelaar in- en uitschakelen. Parameterpagina Instellingen Op E1 en E2 worden drukknoppen voor de jaloezieregeling (omhoog/omlaag en Step/Stop) aangesloten. Object 9 en 10 worden met de betreffende regelobjecten van de jalouzieactor verbonden. De schakelaar wordt op ingang E3 aangesloten en het schakelobject (obj. 13) wordt met het betreffende kanaal van de schakelactor verbonden. Tip: beide functies kunnen indien gewenst met dezelfde actor worden gerealiseerd: RMG 8 als schakel- en jaloezieactor of JMG 4 (jaloezieactor) met schakelactoruitbreidingsmodule RME 8 of RMX 4. (Zie hoofdstuk externe interface) Verwarmen en koelen in het systeem met twee leidingen Voor een gebruik in een verwarmings-/koelinstallatie met twee leidingen moet men met de volgende punten rekening houden: In het systeem met twee leidingen worden het verwarmings- en koelmiddel (afhankelijk van het seizoen) door dezelfde leidingen geleid en via dezelfde klep geregeld. Via een parameter kunnen de stelgrootte koelen en de stelgrootte verwarmen naar één gezamenlijk object (obj. 7) worden gezonden (zie parameter: Uitvoer van de stelgrootte koelen, hoofdstuk regeling koelen) Verder bestaat de mogelijkheid de objecten Stelgrootte verwarmen en Stelgrootte koelen via hetzelfde groepsadres met de stelaandrijving te verbinden.. De stelgroottes mogen niet cyclisch worden gezonden. De omschakeling tussen verwarmings- en koelmiddel wordt door de installatie uitgevoerd en moet daarom aan de ruimtethermostaat worden meegedeeld. De parameter Omschakelen tussen verwarmen en koelen (parameterpagina Regeling koelen ) wordt op via object ingesteld. De verwarmings-/koelinstallatie moet bij verwarmen een 0 en bij koelen een 1 naar object 6 Omschakelen tussen verwarmen en koelen van de RAM 713 zenden. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 39 van 57

40 4.3.3 Vorstbeveiliging via raamcontact Een raamcontact moet zorgen voor de automatische omschakeling naar de Vorstbeveiligingsmodus (overtemperatuurbeveiligingmodus). Op het raam is een contact aangebracht. Deze wordt direct op een ingang van de externe interface, bijv. E1, aangesloten. Het apparaat wordt als volgt geparametreerd: Parameterpagina Bedrijfsmodus Het betreffende schakelobject (obj. 9 voor E1) wordt via het groepsadres met object 5 (raamstand) verbonden. De RAM 713 S zal herkennen dat een raam wordt geopend en automatisch omschakelen naar de vorstbeveiligingsmodus (overtemperatuurbeveiligingmodus). Wordt het raam weer gesloten, dan wordt de daarvoor ingestelde bedrijfsmodus herstel. Zie ook nieuwe bedrijfsmodi. Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 40 van 57

41 5 Bijlage 5.1 Bepaling van de actuele bedrijfsmodus De actuele streeftemperatuur kan door het kiezen van de bedrijfsmodus aan de betreffende eisen worden aangepast.. De bedrijfsmodus kan via de objecten 3..5 worden vastgelegd. Daarvoor zijn er twee procedures: Nieuwe bedrijfsmodi Werd op de parameterpagina Bedrijfsmodus bij de parameter Vastleggen van de bedrijfsmodus Nieuw... gekozen, dan kan de actuele bedrijfsmodus als volgt worden vastgelegd: Tabel 19 Voorselectie van de bedrijfsmodus Object 3 willekeurig Aanwezigheid Object 4 Raamstatus Object 5 willekeurig 1 willekeurig 1 0 Comfort Comfort 0 0 Comfort Standby 0 0 Standby Nacht 0 0 Nacht Vorst- /overtemperatuurbeveiliging 0 0 actuele bedrijfsmodus (object 6) Vorst- /overtemperatuurbeveiliging Vorst- /overtemperatuurbeveiliging Typische toepassing: Met behulp van een schakelklok (bijv. TR 648) wordt via object 3 's morgens de bedrijfsmodus Standby of Comfort en s avonds de bedrijfsmodus Nacht geactiveerd. Tijdens de vakantie wordt via een ander kanaal van de schakelklok vorst- /overtemperatuurbeveiliging eveneens via object 3 gekozen. Object 4 wordt met een aanwezigheidsmelder verbonden. Wordt de aanwezigheid herkend, dan schakelt de RAM 713 S over naar de bedrijfsmodus Comfort (zie tabel). Object 5 wordt via de bus met een raamcontact verbonden (binaire ingang). Zodra een raam wordt geopend, schakelt de RAM 713 S over naar de bedrijfsmodus vorstbeveiliging. Vorstbeveiliging Nacht Stand-by Comfort Comfort Vorstbeveiliging Aanwezigheid 0 Raam Actuele bedrijfsmodus Stand: okt-10 (wijzigingen voorbehouden) Pagina 41 van 57