Bindend Advies. gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter.

Transcriptie

1 DE RIJDENDE RECHTER Zaaknummer: S21-25 Datum uitspraak: 29 januari 2015 Plaats uitspraak: Zeist Bindend Advies in het geschil tussen: A.A.C. Rouss en M. Rouss-Hagoort te Lage Zwaluwe, verder te noemen: Rouss, tegen: E.J. Dufornee en M.E. Oonincx te Lage Zwaluwe, verder te noemen Dufornee, gegeven door mr. F.M.Visser, verder te noemen de rijdende rechter. De procedure. Partijen zijn schriftelijk overeengekomen dit geschil door middel van een bindend advies op basis van het bindend advies reglement "De Rijdende Rechter" editie januari 2014 te laten beslechten. De vordering van Rouss is opgenomen in de bindend advies overeenkomst. Daarin is ook een tegenvordering van Dufornee opgenomen. De rijdende rechter heeft kennis genomen van alle door partijen overgelegde stukken. Het geschil is behandeld op de hoorzitting van 22 december 2014, welke is gehouden te Lage Zwaluwe.

2 Partijen zijn behoorlijk opgeroepen voor de hoorzitting. Voorafgaande daaraan heeft de rijdende rechter zich begeven naar de in deze procedure bedoelde percelen en heeft hij deze in het bijzijn van partijen bezichtigd. Daarbij was tevens aanwezig C.J. van Gelderen als deskundige. De relevante kadastrale grens is gereconstrueerd door het kadaster (landmeter H. Bregman). Partijen zijn in de gelegenheid gesteld op- en aanmerkingen te maken. Partijen zijn op de hoorzitting verschenen en hebben hun standpunten toegelicht. De deskundige en de landmeter hebben mondeling verslag uitgebracht. Hierna is de uitspraak bepaald op vandaag. Vaststaande feiten. In deze procedure mag van de volgende feiten worden uitgegaan, omdat deze voldoende zijn komen vast te staan. 1. Rouss is sinds 1980 eigenaar van de woning met tuin, staande en gelegen te Lage Zwaluwe aan de Ganshoeksingel 31, kadastraal bekend als gemeente Hooge en Lage Zwaluwe sectie I nummer Dufornee is sinds 2007 eigenaar van de woning met tuin, staande en gelegen te Lage Zwaluwe aan de Ganshoeksingel 29, kadastraal bekend als Hooge en Lage Zwaluwe sectie I nummer De hiervoor bedoelde woningen zijn in 1974 gebouwd. De achter tuinen van de hiervoor bedoelde percelen grenzen aan elkaar. De feitelijke grensafscheiding tussen beide achtertuinen is als volgt: vanaf de achtergevel van beide woningen loopt er eerst een (dubbele)schutting, die vervolgens overgaat in een in 1990 op de erfgrens geplante coniferenhaag tot aan de garage van Rouss. 4. In de hiervoor bedoelde coniferenhaag staat een boom (prunus cerasifera nigra of een kerspruim). Deze staat daar sinds ongeveer 1974/1975. Aanvankelijk stond deze boom geheel op het perceel van Rouss, maar door de jaren heen is hij met de voet richting tuin van Dufornee gegroeid. De voet van deze boom loopt uit op een aantal stammen, waarvan er één in de tuin van Dufornee overhangt. Op een hoogte van 1.30 m. van de grond gemeten heeft geen van deze stammen een omtrek van meer dan ongeveer

3 65 centimeter. 5. Nadat Dufornee aan de Ganshoeksingel 29 was komen wonen, is een conflict ontstaan tussen partijen over de hiervoor onder 4. bedoelde boom. Nadat Dufornee een vordering had ingediend tegen Rouss, strekkende tot verwijdering van deze boom dan wel tot verwijdering van overhangende takken, hebben partijen op 5 februari 2009 ten overstaan van de kantonrechter te Breda een schikking bereikt, die in het proces-verbaal van de terechtzitting is aangetekend. Deze schikking kwam kort samengevat hierop neer, dat bedoelde boom voor gezamenlijke kosten zou worden gesnoeid, met de verplichting tot jaarlijks onderhoud en snoei van overhangende takken. 6. Na het bereiken van de hiervoor bedoelde schikking zijn partijen in een slepende burenruzie verzeild geraakt, waarbij wordt geklaagd over geluidsoverlast, roddelen en/of andere pesterijen. Een poging tot burenbemiddeling is gestrand. 7. In 2014 zijn partijen in onderhandeling getreden over het alsnog verwijderen van de boom, en vervanging van de hiervoor onder 3. bedoelde coniferenhaag door een mandelige schutting. Dat overleg heeft niet tot overeenstemming geleid. 8. Binnen de gemeente Drimmelen, waaronder Lage Zwaluwe valt, is het vellen van bomen als de onderhavige in beginsel verboden zonder vergunning (artikel 4.11 APV Drimmelen). Dat verbod geldt volgens lid 2 aanhef en onder i. van laatstgenoemd artikel echter niet voor bomen met een stamomtrek (gemeten op 1.30 m. van de grond) van minder dan 70 centimeter. Bij meerstammige bomen geldt de dikste stam. De vordering van Rouss. Rouss wenst kort gezegd te bereiken dat de in deze procedure coniferenhaag wordt verwijderd en vervangen door een op de erfgrens te plaatsen, mandelige, betonnen schutting (met steenslag aan beide zijden) van 2 meter hoog, 17 meter lang en 5 centimeter dik. In dat geval gaat hij alsnog akkoord met het verwijderen van de hiervoor onder 4. bedoelde boom, dit alles op gezamenlijke kosten. Daarnaast wil Rouss een einde zien gemaakt aan kwaadsprekerij door Dufornee over hem. De tegenvordering vordering van Dufornee. Dufornee vordert kort gezegd een verklaring voor recht dat, als Rouss een nieuwe

4 schutting wil, hij die op eigen grond moet plaatsen en zelf moet bekostigen. Dat laatste eveneens, indien Rouss mocht besluiten de in deze procedure bedoelde boom en coniferenhaag te verwijderen. Daarnaast wil Dufornee een verbod aan Rouss om hem niet langer om elk wissewasje lastig te vallen. Standpunten van partijen. Het standpunt van Rouss komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Rouss wil een betonnen schutting, zoals hiervoor bij zijn vordering gespecificeerd, op de erfgrens plaatsen. Dat wordt dan een mandelige schutting, waarin Dufornee echter niet mag boren wegens gevaar voor betonrot. De thans bestaande coniferenhaag, die ziek is, moet dan weg. Volgens Rouss is ook de kerspruimboom, die eerder mocht blijven staan, thans ziek. Als de gewenste schutting wordt geplaatst, mag die boom alsnog weg. Een en ander moet volgens Rouss door partijen ieder voor de helft worden bekostigd. Rouss beklaagt zich erover, dat Dufornee kwaad spreekt over hem in de buurt. Dufornee veroorzaakt al tijden enorme geluidsoverlast, door zijn klussen in de tuin. Als het Rouss te gortig wordt, laat hij inderdaad een luide schoolbel klinken, om het lawaai te doen stoppen. Een andere mogelijkheid ziet hij niet. Het standpunt van Dufornee komt kort samengevat en voor zover thans van belang op het volgende neer. Dufornee heeft geen bezwaar tegen het verwijderen van de boom. Rouss heeft echter altijd beweerd dat die boom van hem is, dus moet hij ook zelf betalen voor de verwijdering. Aanvankelijk had Dufornee geen bezwaar tegen het oprichten van een mandelige schutting op de erfgrens, maar de keuze voor een dure betonnen schutting is niet de zijne. Bovendien gaat hij niet akkoord met de eis, dat hij niets aan die schutting mag hangen. Als Rouss zo graag een betonnen schutting heeft, dan moet hij hem maar op eigen grond plaatsen, uiteraard op eigen kosten. De coniferenhaag kan dan blijven staan. Dufornee betwist dat hij structurele geluidsoverlast zou veroorzaken. Hij klust wel eens in de tuin, maar niet voortdurend. Op zijn beurt beklaagt Dufornee zich erover, dat Rouss hem blijft lastigvallen met allerlei wiswasjes. Daar moet een einde aan komen.

5 Kadastrale meting en juridische eigendomsverhoudingen. Uit de kadastrale reconstructie, waarvan gesteld noch gebleken is dat deze zou afwijken van de werkelijke eigendomsverhoudingen, is gebleken dat de coniferenhaag (die nu als feitelijke erfscheiding dient) op de erfgrens is geplant. Dat geldt ook voor de hiervoor onder 4. bedoelde boom. Verslag van de deskundige. De deskundige heeft kort samengevat en voor zover thans van belang het volgende geconcludeerd. De in deze procedure bedoelde boom is van redelijk gevorderde leeftijd en niet erg vitaal. De geconstateerde aantasting door de boomgaard-vuurzwam is onomkeerbaar en zal er op niet al te lange tijd toe leiden, dat takken worden afgestoten. De boom gaat niet onmiddellijk dood, maar is wel aan het eind van zijn levenscyclus aangekomen. De in deze procedure bedoelde coniferenhaag is in slechte conditie. Een aantasting door een drietal schimmels kan wellicht nog gestopt worden, maar het is zeer twijfelachtig of het proces volledig omkeerbaar is en de haag zich weer zal herstellen. Beoordeling van het geschil. De erfafscheiding. De coniferenhaag staat op de erfgrens en is daarom van rechtswege (artikel 5.62 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek) mandelig. De rijdende rechter is het met Rouss eens, dat deze zieke haag aan vervanging toe is. Het verwijderen daarvan moet door partijen ieder voor de helft worden bekostigd. Daarna moet er een nieuwe erfafscheiding komen. Een andere haag, die overigens niemand wil, voldoet niet aan de huidige wettelijke eisen. Rouss heeft immers recht op een schutting van 2 meter hoog (artikel 5.49 lid 1, jo van het Burgerlijk Wetboek) op de erfgrens. Volgens artikel 5.49 lid 1 geschiedt dit op gezamenlijke kosten. De stelling van Dufornee, dat Rouss die schutting dan maar op eigen kosten op eigen grond moet plaatsen, gaat dus niet op. Dufornee heeft echter wel gelijk waar hij aanvoert, dat het niet aan Rouss is om

6 eenzijdig de aard en vormgeving van deze schutting te bepalen. Normaal gesproken komen partijen daar onderling wel uit, maar de onderlinge verhoudingen zijn inmiddels zo slecht, dat daarvan geen sprake meer kan zijn. Daarom zal de rijdende rechter zelf een voorziening moeten treffen. Naar het oordeel van de rijdende rechter is een betonnen schutting weliswaar duurzaam, maar kan deze niet aan een onwillige buurman worden opgedrongen. Partijen moeten over en weer akkoord gaan met de gebruikelijke uitvoering, te weten een houten schutting van 2 meter hoog. Daarvoor zal bij de beslissing een maximum prijs worden bepaald. Met een duurdere schutting hoeft geen van partijen genoegen te nemen, een goedkopere wel. Nadat de hiervoor bedoelde houten schutting is geplaatst wordt deze weer van rechtswege mandelig. Dat betekent dat ieder van partijen daaraan aan zijn kant dingen mag ophangen, zolang de constructie van de schutting daardoor niet wordt geschaad en de buren niet worden gehinderd (dus geen spijkers die er aan de andere kant weer uitsteken). In beginsel zouden partijen ook samen voor het onderhoud van die schutting moeten zorgen, maar de rijdende rechter zal bepalen dat ieder van hen de eigen kant moet onderhouden. De boom. Het mag misschien waar zijn dat de in deze procedure bedoelde boom ooit is geplant op het perceel van Rouss, maar dat neemt niet weg dat deze inmiddels op de erfgrens is komen te staan, waardoor hij in eigendom toebehoort aan beide partijen (HR 20 mei 2011, LJN BP9997). Er is dus sprake van gemeenschappelijke eigendom. Dat betekent dat partijen in beginsel samen moeten besluiten tot het al dan niet verwijderen van de boom. De kosten daarvan komen in beginsel voor beide partijen gezamenlijk (artikel van het Burgerlijk Wetboek). Nu partijen daarover niet tot een definitieve beslissing kunnen komen, zal de rijdende rechter (artikel van het Burgerlijk Wetboek) beslissen dat deze boom, die aan het einde van zijn levenscyclus is, wordt verwijderd. Dat is ook wel zo praktisch, waar anders de schutting niet goed kan worden geplaatst. Gelet op de omtrek van de dikste van de stammen van die boom, gemeten op 1.30 meter boven de grond, is daarvoor geen kapvergunning vereist. Onzijdig persoon. Teneinde te voorkomen dat de praktische uitwerking van het voorgaande door verdere onenigheid tussen partijen wordt gefrustreerd, zal de rijdende rechter een onzijdig persoon benoemen. Indien partijen niet tot volledige overeenstemming

7 komen over de praktische uitwerking en uitvoering van dit bindend advies, zal de onzijdig persoon daarover beslissen. Partijen zijn daaraan onder verband van dit bindend advies gebonden. Overige vorderingen. Het is duidelijk dat partijen zo verbitterd zijn geraakt, dat een verzoening er vooralsnog niet inzit. Bijkomend probleem is, dat buren en anderen zich ermee zijn gaan bemoeien. Partijen moeten ophouden met elkaar pesten. Ze hoeven elkaar niet aardig te vinden, maar moeten over en weer wel een minimum aan beschavingsnormen in acht nemen. Zo mag Rouss de hiervoor genoemde luide bel niet meer inzetten en moet Dufornee zich onthouden van publieke, negatieve uitlatingen over Rouss, waaronder begrepen door het uiten daarvan in zogenaamde sociale media. Op grond van het voorgaande ben ik van oordeel, dat als volgt moet worden beslist. B E S L I S S I N G A. Partijen zijn over en weer verplicht hun medewerking te verlenen aan de verwijdering van de in deze procedure bedoelde coniferenhaag en boom, evenals aan het plaatsen van een degelijke, houten schutting van 2 meter hoog op de erfgrens. Zij zijn over en weer gehouden daaraan ieder voor de helft bij te dragen, waarbij voor de schutting (inclusief plaatsen) een maximumbedrag van 1.500,-- wordt bepaald. B. De heer Joop Kuijs wordt benoemd tot onzijdig persoon, zoals hiervoor bij de rechtsoverwegingen bedoeld. Indien partijen niet tot volledige overeenstemming komen over de praktische uitwerking en uitvoering van dit bindend advies, zal de onzijdig persoon daarover beslissen. Partijen zijn daaraan onder verband van dit bindend advies gebonden. C. Indien de onzijdig persoon vaststelt, dat een van partijen onvoldoende meewerkt aan het voorgaande, dan mag hij de andere partij machtigen om de noodzakelijke werkzaamheden zonder die medewerking te laten verrichten, onverminderd de verplichting van de onwillige partij om daarin voor de helft financieel bij te dragen.

8 D. Indien het voor de uitvoering van de hiervoor bepaalde werkzaamheden noodzakelijk is om de achtertuin van de onwillige partij te betreden, dan moet die toegang worden verleend. Wordt deze toegang niet verleend, dan verbeurt de onwillige partij aan de andere partij een onmiddellijk opeisbare boete van 200,-- voor elke dag dat hij daarmee in gebreke blijft, met een maximum van ,--. E. Rouss wordt verboden de in deze procedure bedoelde bel nogmaals te laten klinken en Dufornee wordt verboden zich in het openbaar negatief uit te laten over Rouss, waaronder begrepen het uiten van dergelijke negatieve gevoelens in de zogenaamde sociale media. Overtreding van deze verboden leidt tot de verplichting om een onmiddellijke boete te betalen aan de andere partij ter hoogte van 100,-- per keer, met een maximum van 5.000,--. F. Waar in het voorgaande aan Rouss en/of Dufornee verplichtingen zijn opgelegd gelden deze als hoofdelijke verplichtingen van enerzijds A.A.C. Rouss en M. Rouss-Hagoort en anderzijds E.J. Dufornee en M.E. Oonincx. Verbeurde boetes gelden eveneens als hoofdelijke verplichting, zoals hiervoor bedoeld. Het over en weer meer of anders gevorderde wordt afgewezen. Dit bindend advies is gegeven door mr. F.M.Visser als rijdende rechter en uitgesproken te Zeist op 29 januari Bindend Adviseur Secretaris mr F.M. Visser mr C.M. Sharif