VR DOC.0317/7

Transcriptie

1 VR DOC.0317/7 VLUNUE OVERHEID JSDW *7^= Reguleringsimpactanalyse voor Het voorontwerp van besluit van de Vlaamse Regering betreffende de natuurbeheerplannen en de erkenning van natuurreservaten \ m m m m M m m m m m m m u m m m u 1 Gegevens van het advies 1.1 Gegevens van de regelgeving nummer taaien wetgevingstechnisch advies bevoegde minister{s) van de regelgeving RIA en JoKER link naar de regelgevingsagenda Advies 2014/08 Joke Schauvliege JoKER geïntegreerd Is opgenomen in regelgevingsagenda. Vormrt een onderdeel van het initiatief met de benaming 'Wijziging regelgeving i.k.v. instandhoudingsbeleid en geïntegreerd beheer ten behoeve van natuurbehoud'. 1.2 Gegevens van de aanvrager adres organisatie beleidsdomein Griet Beckers (griet.beckers@lne.vlaanderen.be) en Wouter Faveyts (wouter.faveyts@lne.vlaanderen.be) Agentschap voor Natuur en Bos LNE entiteit Agentschap voor Natuur en Bos 2 Titel en fase CONCEPT EN PLANNING > > ANALYSE EN REDACTIE ) > GOEDKEURING > ) PUBUCATIE EN OPVOLGING Uitvoeringsbesluit m.b.t het natuurbeheerplan en de erkenning van natuurreservaten Dit document werd opgemaakt tijdens fase 2 'Analyse en redactie' I M BOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBn

2 3 Samenvatting Het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu (hierna 'het decreet natuurbehoud' genoemd) is recent onderworpen aan een grondige wijziging via een wijzigingsdecreet. Deze wijziging doorloopt momenteel de procedure om door de Vlaamse Regering te worden vastgesteld als een ontwerpdecreet dat zal worden ingediend in het Vlaams Parlement. Eén van de drie thema's die met deze wijziging worden voorgestaan is het concept van het "geïntegreerd beheer ten behoeve van natuurbehoud". Dit concept houdt in dat voor terreinen die beheerd worden of zullen worden ten behoeve van het natuurbehoud een natuurbeheerplan wordt opgemaakt. Bij het opstellen van een natuurbeheerplan kiest de terreinbeheerder, afhankelijk van de ecologische doelstellingen die gekozen worden, uit vier types van terreinen. Deze keuze heeft bepaalde consequenties voor het beheer van het terrein in kwestie. Het decreet legt de grondslag vast voor het concept, en bepaalt dat de Vlaamse Regering een aantal nadere regels kan of moet vaststellen. Het voorontwerpbesluit dat het voorwerp is van deze RIA legt dergelijke nadere regels vast. De nadere regels in dit ontwerpbesluit hebben in de eerste plaats betrekking op het opmaken en het goedkeuren van een natuurbeheerplan. Meer bepaald worden nadere regels bepaald over: 1. de vorm en de inhoud van het natuurbeheerplan; 2. de indiening, de consultatie- en adviesronde en de goedkeuring van een natuurbeheerplan; 3. het registreren van een natuurbeheerplan; 4. de opvolging en evaluatie van een natuurbeheerplan; 5. de wijziging en de opheffing van het natuurbeheerplan en de eventuele overname van het beheer. In de tweede plaats bevat het ontwerpbesluit nadere regels voor de procedure van de erkenning van een terrein als natuurreservaat, één van de vier types van terreinen waarvan sprake in de eerste alinea. Meer bepaald worden nadere regels bepaald over; 1. de procedure voor de erkenning als natuurreservaat; 2. de procedure voor de opheffing van de erkenning als natuurreservaat; 3. de beroepsprocedure en de samenstelling en werking van de adviesinstantie die een rol speelt bij de beroepsprocedure. Het voorliggende voorontwerpbesluit vormt een onderdeel van de eerste fase van een omvangrijke oefening tot integratie en vereenvoudiging van de regelgeving inzake natuurbehoud. Om praktische redenen en met het oog op haalbaarheid werd beslist om de werkzaamheden in het kader van deze omvangrijke oefening te splitsen in twee fasen of 'treinen'. Met de eerste, meest prioritaire' trein moet nog tijdens deze legislatuur worden geland, en de wetgevende werkzaamheden werden dan ook gefocust op de relevante onderwerpen van deze eerste 'trein'. De volgende fase of 'trein' is voorzien voor de volgende legislatuur. 4 Probleembeschrijving 4.1. Algemeen De centrale, primair maatschappelijke uitdaging die aan de grondslag ligt van het voorliggende voorontwerp van besluit is de noodzaak om aan natuurbehoud te doen, en dat meer specifiek door het uitvoeren van natuurbeheer op zo veel mogelijk terreinen. De volgende aspecten zijn relevant om aan te tonen dat er een aanzienlijk maatschappelijk belang met betrekking tot natuurbehoud bestaat: 1. De biodiversiteit in Vlaanderen staat onder bijzondere hoge druk. Het feit dat Vlaanderen gelegen is in één van de meest drukbevolkte delen van de wereld, de zeer hoge REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 2 1 J O B f E B f i ï E i f i B I H B D H B B B H D B H H B BOBOBOBOBOBOBOBOBOmOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBO

3 urbanisatiegraad en het intensieve landgebruik zijn hier niet vreemd aan. Er bestaat een uitgebreide wetenschappelijke onderbouwing voor de slechte tot minder goede staat van onze biodiversiteit, waarbij met name de sinds 1999 tweejaarlijks gepubliceerde natuurrapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek1 als prominent voorbeeld kunnen aangehaald worden. Deze natuurrapporten zijn stevig doorspekt met een veelheid aan cijfers die duidelijk kwantitatief aantonen dat de biodiversiteit de laatste decennia betekenisvolle tot aanzienlijke klappen heeft gekregen. 2. De afgelopen decennia is de maatschappij in steeds toenemende mate belang gaan hechten aan natuurbehoud. Onder meer door een opmerkelijke toename van het aantal lidmaatschappen van natuurverenigingen geeft de publieke opinie blijk belang te hechten aan natuurbehoud. Nog niet zo lang geleden werd bovendien 2010 door de Verenigde Naties nog uitgeroepen tot Internationaal Jaar van de Biodiversiteit. Het belang dat wordt gehecht is nog toegenomen door het besef dat biodiversiteit enorm belangrijk is voor de maatschappij in de vorm van ecosysteemdiensten. Voor Vlaanderen werd dit onderzocht in het kader van een recente studie in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos2. De waarde van biodiversiteit kan in dit verband ook monetair worden uitgedrukt, en op die manier wordt het enorme belang nog onderstreept. Een andere studie in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos uit 2013 raamt de monetaire waarde van alleen al het Natura-2000-netwerk in Vlaanderen (de speciale beschermingszones die zijn afgebakend in kader van de EU- Vogelrichtlijn en de EU-Habitatrichtlijn) op maar liefst ongeveer 800 miljoen tot 1,2 miljard per jaar3. Dit komt overeen met ongeveer 130 tot 190 per Vlaming per jaar. Per hectare uitgedrukt betekent dit een waarde van ongeveer tot per jaar. Er zijn ook diverse studies die aantonen dat natuur of groen van belang zijn voor het welzijn van de mens onder meer door een bijdrage aan de gezondheid. 3. De hiervoor vermelde maatschappelijke belangstelling van natuurbehoud komt ook internationaalrechtelijk tot uiting in diverse internationale rechtsnormen die al dan niet op direct dwingende wijze aan nationale staten opleggen om aandacht te besteden aan natuurbehoud. Het meest bekend en ook het meest van belang zijn de EU-Vogelrichtlijn en de EU- Habitatrichtlijn. Deze richtlijnen leggen aan de EU-lidstaten belangrijke verplichtingen op i.k.v. natuurbehoud. 4. De vorige aspecten hebben ertoe geleid dat in Vlaanderen sinds de jaren '70, maar vooral sinds de jaren '90 een uitgebreide regelgeving in het kader van natuurbehoud tot stand is gekomen. Zonder overheidstussenkomst zou het verlies aan biodiversiteit wellicht nog veel groter zijn. Biodiversiteit kan immers worden beschouwd als een gegeven dat zwaar te leiden heeft onder een fenomeen dat bekend is onder de Engelse benaming 'the Tragedy of the Commons'. Het komt er daarbij op neer dat volledige individuele vrijheid bij gemeenschappelijk gebruik van goederen leidt tot totale onderbenutting of overexploitatie van die goederen, wanneer door elk individu wordt gestreefd naar maximalisatie van het eigen nut terwijl de kosten die leiden tot een groter individueel nut worden verdeeld over alle gebruikers van de goederen. Daarom is het van belang dat de overheid actief ingrijpt om het behoud van biodiversiteit te garanderen, door aan natuurbehoud te doen. Het maatschappelijke probleem dat er aanleiding toe geeft om aan natuurbehoud te doen geeft op zijn beurt aanleiding tot een reeks concrete acties en handelingen. Deze acties en handelingen hebben impact op diverse maatschappelijke actoren, doordat zij de activiteiten van die actoren in meer of mindere mate beperken of zelfs in bepaalde gevallen onmogelijk maken. Daardoor ontstaat een secundair maatschappelijk probleem dat aan de grondslag ligt van het voorliggende ontwerp van decreet. Er moet veel zorg worden besteed om er voor te zorgen dat de acties en handelingen die worden genomen om aan het primaire maatschappelijke probleem tegemoet te komen, er niet toe leiden dat er disproportionele gevolgen ontstaan voor andere maatschappelijke actoren. 1 inbo.be/content/paqe.asp?pid=bel NARA-MAIN-startpaaina 2 Jacobs ef al Ecosysteemdiensten in Vlaanderen - Een verkennende inventarisatie van ecosysteemdiensten en potentiële ecosysteemwinsten. Universiteit Antwerpen 3 Broekx et al Raming van de baten geleverd door het Vlaamse NATURA 2000-netwerk. VITO, Universiteit Antwerpen en Universiteit Gent REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 3 ' i O a m m m m m m m m m m m m m m m m m m m

4 Het voorliggende voorontwerpbesluit bevat nadere regels, die uitvoering geven aan een aantal bepalingen uit het decreet natuurbehoud. De krijtlijnen voor de inhoud van dit besluit zijn al uitgezet op decretaal niveau, maar voor bepaalde aspecten krijgt de Vlaamse Regering de delegatie om nadere regels vast te stellen. Voor een aantal van deze aspecten beschikt de Vlaamse Regering over aanzienlijke bewegingsruimte. Enkel voor deze aspecten is in dit onderdeel een probleembeschrijving opgenomen. Tot nu waren er met toepassing van het bosdecreet en het decreet natuurbehoud verschillende procedures en inhoudsvereisten voor beheerplannen en voor aanwijzing of erkenning als reservaat. In het kader van het Bosdecreet werd er een onderscheid gemaakt tussen enerzijds beperkte bosbeheerplannen voor privé-bos dat niet gelegen is in het VEN en anderzijds uitgebreide bosbeheerplannen voor privé-bossen gelegen in het VEN en alle openbare bossen ongeacht hun ligging. Het verschil tussen deze 2 soorten bosbeheerplannen bestond vooral uit de graad van detail en de vereisten inzake inventarisatie. Uitgebreide bosbeheerplannen moeten ook voldoen aan de criteria voor duurzaam bosbeheer (vastgelegd in het BVR van 27 juni 2003). Wat de goedkeuringsprocedure betreft is er enkel een verschil m.b.t. de verplichting om het beheerplan voorafgaand aan de goedkeuring aan het publiek ter consultatie voor te leggen. Deze verplichte consultatieronde geldt niet voor beperkte bosbeheerplannen, wel voor uitgebreid bosbeheerplannen. Met toepassing van het bosdecreet kunnen bossen aangewezen (bossen in beheer bij het agentschap voor Natuur en Bos) of erkend (andere bossen) worden als bosreservaat. De inhoud en de goedkeuringsprocedure voor een beheerplan van een bosreservaat worden geregeld in het BVR van 20 januari In het kader van het decreet natuurbehoud was het opstellen van een beheerplan enkel mogelijk in het kader van de aanwijzing of erkenning van een terrein als natuurreservaat. De inhoud van dergelijk beheerplan en de goedkeuringsprocedure die vervat zit in de procedure voor erkenning of aanwijzing van het natuurreservaat worden geregeld in het besluit van 27 juni Voor terreinen met open natuur, die dus niet onder de toepassing van het bosdecreet vallen, maar die wel beheerd worden ten behoeve van het natuurbehoud, maar niet in aanmerking komen voor erkenning als natuurreservaat bestond er geen statuut en geen mogelijkheid om een beheerplan op te maken. In het (wijzigings)decreet is reeds de keuze gemaakt om de hiervoor omschreven verschillende vormen van beheerplan en de verschillende reservaatstatuten te reduceren tot een natuurbeheerplan en één statuut van natuurreservaat. De keuze is ook gemaakt om de goedkeuring van het beheerplan en de erkenning als reservaat los te koppelen, zodat het uitblijven van de erkenning als reservaat niet langer het uitvoeren van de maatregelen voorzien in het beheerplan kan hypothekeren. Het probleem waarvoor met het nu voorliggende besluit naar een oplossing gezocht wordt is samen te vatten als: - de nu bestaande verschillende vormen van beheerplannen en verschillende goedkeuringsprocedures leiden tot grote complexiteit van de regelgeving. Doordat aaneengesloten terreinen die beheerd worden ten behoeve van natuur onder verschillende statuten vallen en er telkens een apart beheerplan moet opgemaakt en goedgekeurd worden volgens een specifieke procedure, is er een gebrek aan efficiëntie. - de huidige verschillen tussen het statuut van natuurreservaat of bosreservaat zijn niet langer zinvol en hinderen efficiënt beheer en schaalvergroting. - het gebrek aan statuut en mogelijkheid voor het opmaken van een beheerplan voor terreinen met open natuur die niet in aanmerking komen als natuurreservaat verhindert dat dergelijke terreinen efficiënt(er) beheerd worden en een waardevolle bijdrage kunnen leveren aan het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen Het natuurbeheerplan Meer specifiek voor het natuurbeheerplan moeten er bij het uitwerken van het besluit keuzes gemaakt worden m.b.t. bepaalde aspecten waarvoor er in de huidige regelgeving grote verschillen zijn: 1) publieke consultatie voorafgaand aan de goedkeuring van een natuurbeheerplan: nu is er enkel een vorm van publieke consultatie voorzien bij de uitgebreide bosbeheerplannen en niet bij de beheerplannen van erkende natuurreservaten, bosreservaten en beperkte bosbeheerplannen. Meer en meer worden er in de media vragen gesteld bij het uitvoeren van beheerwerken in terreinen beheerd ten behoeve van natuurbehoud (zoals bijvoorbeeld bij ontbossing voor heideherstel). REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 4 1 J O G B f E U Ü B B B E B I S B B H B B H H B n H

5 2) De procedure voor goedkeuring van het natuurbeheerplan: de ervaring leert dat overleg tussen de opsteller en het agentschap voor Natuur en Bos aan het begin van het proces tot opmaak van het beheerplan ervoor zorgt dat het aantal aan te passen punten voorafgaand aan de goedkeuring sterk beperkt kan worden. Bovendien blijkt dit te leiden tot een grotere motivatie bij de beheerder voor het uitvoeren van het beheerplan. 3) De invulling van de beroepsprocedure : vanuit de geraadpleegde doelgroepen is er een sterke vraag naar een beroepsprocedure, waarbij er voldoende garanties moeten zijn dat niet opnieuw dezelfde medewerkers van het agentschap voor Natuur en Bos bepalend zijn voor de beslissing in beroep als bij de beoordeling van het beheerplan in eerste aanleg. Bij de huidige beroepsprocedure bij de bosbeheerplannen verloopt dit via een comité van beroep samengesteld uit vertegenwoordigers van het agentschap en vertegenwoordigers van de openbare of privé-boseigenaars. Voor de beheerplannen van erkende natuurreservaten is er nu geen beroepsprocedure voorzien. In het wijzigingsdecreet wordt nu voorzien dat beroep kan ingesteld worden bij de minister, die daarbij geadviseerd wordt door een adviesinstantie De erkenning van natuurreservaten Bij de huidige procedure voor erkenning als natuurreservaat (en goedkeuring van het beheerplan) is er bij elk dossier een advies van de Minaraad nodig. Voor de huidige bosreservaten geldt deze adviesvereiste niet, maar daar wordt een beroep gedaan op een adviescommissie bestaande uit vertegenwoordigers van ANB, INBO de natuurverenigingen of experten. De vraag stelt zich dus of er bij de nieuwe erkenningsprocedure vergelijkbare adviesverlening aangewezen is. 5 Beleidsdoelstelling De inhoud van het voorliggende voorontwerpbesluit moet bijdragen aan het kunnen voeren van doeltreffend beleid inzake natuurbehoud, door middel van een duurzaam natuurbeheer van terreinen. De algemene beleidsdoelstellingen die worden beoogd met dit voorontwerpbesluit zijn: 1) toename van de oppervlakte terreinen onder natuurbeheer en verhoogde kwaliteit van dat beheer door enerzijds maximale administratieve vereenvoudiging in de procedure voor goedkeuring van het beheerplan en anderzijds schaalvoordeel doordat nu alle vormen van terreinbeheer ten behoeve van het natuurbehoud in eenzelfde beheerplan kunnen samengebracht worden. Hierbij moet rekening gehouden worden met het sterk toegenomen belang van de natuurbeheerplannen, als het instrument bij uitstek om de instandhoudingsdoelstellingen en het Vlaams natura2000-programma op het terrein te realiseren; 2) verhoging van het maatschappelijk draagvlak voor een doelmatig natuurbeheer door verhoogde interactie met de beheerder en verhoogde inspraak voor en informatie naar de burger. Benaderd door middel van een SMART-analyse geeft dit het volgende resultaat; a) Specifiek: het doel dat wordt nagestreefd is specifiek: een duidelijk en efficiënt kader bieden voor natuurbeheer, door zowel overheden, natuurverenigingen, andere in het buitengebied actieve sectoren en zelfs particulieren; b) Meetbaar; de oppervlakte terreinen met goedgekeurd beheerplan volgens de verschillende types wordt bijgehouden in een databank met Gis-laag; In opeenvolgende evaluaties wordt de oppervlakte bijgehouden waar de als doel vooropgestelde natuurstreefbeelden al dan niet ter realisatie van de instandhoudingsdoelstellingen effectief gerealiseerd zijn. De doorlooptijd van een beheerplan vanaf indiening tot goedkeuring en de gemiddelde oppervlakte per beheerplan geven informatie over de mate waarin administratieve vereenvoudiging bereikt wordt. c) Aanvaard: het concept werd besproken inwerkgroepen waarin de doelgroepen vertegenwoordigd waren. Het geheel werd ook voorgesteld aan een groot aantal mogelijk betrokken doelgroepen en administraties die met de materie te maken kunnen krijgen. Hoewel de graad van aanvaarding verschilt, mag evenwel worden besloten dat het concept uiteindelijk wel aanvaard is. Het belang dat REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 5 ' J a m m a f s m m m m m m m m m m a m m m m nomomomdmomomomomomomomomomomomomomomomo

6 de maatschappij hecht aan natuurbehoud onderbouwt mede de aanvaardbaarheid van het concept geïntegreerd beheer ten behoeve van natuurbehoud, dat er precies op gericht is om de oppervlakte aan terreinen in natuurbeheer (en, daaruit volgend, de oppervlakte waar aan natuurbehoud wordt gedaan) te verhogen. d) Realistisch: er wordt zo nauw mogelijk aangeleund bij bestaande, in gebruik zijnde concepten inzake natuurbeheer, waardoor er mag worden van uit gegaan dat de haalbaarheid zeer hoog is. Tevens omvat het geïntegreerde karakter van het concept, het actief streven naar integratie van natuurbeheer met andere maatschappelijke functies die plaats vinden op natuurterreinen. Hiervoor is het werkbare, realistische gehalte nog verder verhoogd. Tot slot is het ook in dit opzicht van belang om te wijzen op de participatie en consultatie die heeft plaats gevonden, en die op haar beurt nog verder bijdraagt aan het realistische en haalbare karakter. e) Tijdsgebonden: de tijdsdoelen die gesteld worden voor het opstellen van natuurbeheerplannen kaderen volledig in de tijdsdoelen ikv het instandhoudingsbeleid (zie hierover de RIA bij het wijzigingsdecreet). 6 Opties Het voorliggende ontwerpbesluit bevat nadere regels, die uitvoering geven aan een aantal bepalingen uit het decreet natuurbehoud. De krijtlijnen voor de inhoud van dit besluit zijn al uitgezet op decretaal niveau, maar voor bepaalde aspecten krijgt de Vlaamse Regering de delegatie om nadere regels vast te stellen. Voor een aantal van deze aspecten beschikt de Vlaamse Regering over aanzienlijke bewegingsruimte. In grote lijnen werd het besluit uitgewerkt verder bouwend op de huidige procedure voor goedkeuring van bosbeheerplannen, zeker voor wat alle aspecten betreft waarover er tijdens het vooroverleg met de doelgroepen weinig of geen vragen gesteld werden. Voor enkele aspecten waren er toch meningsverschillen tussen de doelgroepen onderling of tussen de doelgroepen en de administratie. Het is voor deze aspecten dat in dit onderdeel verschillende opties tegen elkaar worden afgewogen. Het gaat meer bepaald om de volgende aspecten: 1) Het organiseren van publieke consultatie bij de totstandkoming van een natuurbeheerplan 2) De procedure voor goedkeuring van het natuurbeheerplan (Afweging vroegere goedkeuring bosbeheerplannen in één keer vs. nu goedkeuring in twee fasen) 3) De invulling van de beroepsprocedure : samenstelling van de adviesinstantie (vroeger comité van beroep vs. nu minister en adviesinstantie.) 4) De procedure voor erkenning als natuurreservaat ( vroeger met advies Minaraad en adviescomissies vs. nu eenvoudiger procedure zonder formele adviescommissies). Elk van deze aspecten wordt hieronder afzonderlijk besproken. 1) Het organiseren van publieke consultatie bij de totstandkoming van een natuurbeheerplan De Vlaamse Regering heeft in het decreet natuurbehoud de delegatie gekregen om nadere regels te bepalen over de wijze waarop de consultatie van het publiek in de procedure tot goedkeuring van een natuurbeheerplan plaatsvindt. De noodzaak om de burger op voorhand te informeren en te betrekken bij het opstellen van het beheerplan neemt toe. -» Nuloptie: geen publieke consultatie Dit geen valabele optie, want het wijzigingsdecreet bepaalt dat de VR moet vaststellen hoe de publieke consultatie zal gebeuren. REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 6 1 J H H E B K B H B B B B B B H B B B B B B BOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBO

7 -» Optie 2: consultatieronde met aankondiging in minstens één regionale krant en op de website van de gemeente(n) in kwestie - gekozen optie GEKOZEN OPTIE Voorzien van een consultatieronde waarbij het ontwerp-natuurbeheerplan gedurende 30 dagen ter inzage ligt voor het publiek. Bezwaren en opmerkingen worden gericht aan het agentschap, maar verwerking van deze opmerkingen of bezwaren in het ontwerp-beheerplan gebeurt door de indiener van het natuurbeheerplan -» Optie 3: openbaar onderzoek via aanplakking en verwerking van de bezwaren bij de beslissing door het agentschap Openbaar onderzoek zoals bij stedenbouwkundige vergunningen: aanplakking van de aanvraag op een plaats aan de openbare weg, de beheerders van aangrenzende kadastrale percelen worden aangeschreven. Bij de beslissing over het beheerplan houdt het agentschap rekening met de bezwaren en legt indien nodig voorwaarden op. 2) De procedure voor goedkeuring van het natuurbeheerplan De Vlaamse Regering heeft in het decreet natuurbehoud de delegatie gekregen om nadere regels te bepalen voor de procedure van goedkeuring van het natuurbeheerplan. De vraag stelt zich of het overleg tussen de opsteller van het beheerplan en het agentschap voor Natuur en bos, dat nu vaak informeel gebeurt niet beter ingebouwd wordt in de goedkeuringsprocedure voor het natuurbeheerplan. -> Nuloptie: verschillende goedkeuringsprocedures voor beheerplannen van bossen en reservaten, goedkeuring in één fase. Zelfde opmeiking als hiervoor: dit is geen valabele optie want in het wijzigingsdecreet ligt al vast dat de VR de procedure voor het natuurbeheerplan moet vaststellen - behoud van de bestaande regelingen is dus geen optie Optie 2: één goedkeuringsprocedure voor alle types terreinen, maar de goedkeuring verloopt in twee fasen - gekozen optie In deel 1 - verkenning wordt op basis van een algemene beschrijving eerst de functie-invulling en het globaal kader vastgelegd. Pas na de goedkeuring van dit deel worden de overige delen van het beheerplan, met meer specifieke doelstellingen en maatregelen uitgewerkt GEKOZEN OPTIE -» Optie 3: één goedkeuringsprocedure voor alle types, maar de goedkeuring verloopt in één fase Het volledige beheerplan wordt in één keer goedgekeurd 3) De invulling van de beroepsprocedure: samenstelling van de adviesinstantie De Vlaamse Regering heeft in het decreet natuurbehoud de delegatie gekregen om de samenstelling van de adviesinstantie te bepalen. Nuloptie: enkel een beroepsmogelijkheid voor de bosbeheerplannen, nl. bij het comité van beroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van het agentschap en vertegenwoordigers van de boseigenaars. Bij de beheerplannen van reservaten is er geen beroepsprocedure voorzien Dit is geen valabele optie want in het wijzigingsdecreet ligt al vast dat de VR de beroepsprocedure voor het natuurbeheerplan moet vaststellen - behoud van de bestaande regelingen is dus geen optie REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 7 ' J O S E B B B E E B B B S B I B B E S S E I E B B BDBDBOBOBOBDBOBOBDBOBDBDBnBDBDBDBOBDBOBD

8 -> Optie 2: beroep bij de minister, die advies vraagt aan een adviesinstantie, samengesteld uit onafhankelijke deskundigen op het gebied van natuurbeheer en instandhoudingsdoelstellingen - gekozen optie ET GEKOZEN OPTIE De minister stelt de adviesinstantie samen uit deskundigen, geselecteerd op basis van cv en beroepsloopbaan. -» Optie 3: beroep bij de minister, die advies vraagt aan een adviesinstantie, samengesteld uit vertegenwoordigers van het agentschap en van de beheerders van terreinen beheerd ten behoeve van het natuurbehoud De minister stelt de adviesinstantie samen uit vertegenwoordigers van het agentschap en beheerders van terreinen, vergelijkbaar met de samenstelling van het huidige comité van beroep voor de bosbeheerplannen -> Optie 4 : beroep bij de minister, die advies vraagt aan een adviesinstantie samengesteld uit vertegenwoordigers van de doelgroepen De minister stelt de adviesinstantie samen uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zoals deze ook betrokken werden bij het vooroverleg bij de uitwerking van het decreet en de uitvoeringsbesluiten. 4) Procedure voor erkenning als natuurreservaat: De Vlaamse Regering heeft in het decreet natuurbehoud de delegatie gekregen om nadere regels te bepalen voor de procedure van erkenning van een terrein als natuurreservaat. -» Nuloptie: gelijk aan de huidige procedure voor erkenning als natuurreservaat. De aanvraag voor erkenning wordt voorafgaand aan de beslissing door de minister voor advies voorgelegd aan de Mina-raad. de gemeente, in agrarisch gebied aan de bevoegde landbouwadministratie ( ADLO) en in beschermd landschap aan de administratie Onroerend Erfgoed. Bij de huidige regeling betreffen de adviezen in hoofdzaak de afbakening van een uitbreidingszone. In het decreet is dergelijke afbakening echter niet meer voorzien voor elk natuurreservaat en de adviezen aan gemeente ADLO en OE worden in het kader van de goedkeuring van het beheerplan gevraagd. Bij deze optie wordt dus in hoofdzaak gefocust op het advies aan de Mina-raad. -» Optie 2: gelijk aan de huidige procedure voor erkenning als bosreservaat. De aanvraag voor erkenning wordt voorafgaand aan de beslissing door de minister voor advies voorgelegd aan een adviescommissie. samengesteld uit vertegenwoordigers van het agentschap en vertegenwoordigers van het Instituut voor natuur - en bosonderzoek. -» Optie 3: erkenning door de minister zonder voorafgaande formele adviezen De aanvraag voor erkenning wordt na de goedkeuring van hei beheerplan en zonder bijkomende formele adviezen ter beslissing aan de minister voorgelegd. OEPTZIEÜ 7 Analyse van de effecten Doelgroepen Burgers o Kleinschalige boseigenaars o Landgoedeigenaars o Landbouwers o Recreanten REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN B J B f f i l S I S B I f l i B B H B B B B I B I H H H I BOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBO

9 Verenigingen o o natuurverenigingen; 7, waarvan 3 erkende terreinbeherende natuurverenigingen, samen goed voor naar schatting ledend. Verenigingen die betrokken waren bij het doelgroepen overleg : Boerenbond, LV, KHV, koepel van bosgroepen5. Bedrijven: studiebureaus die beheerplannen opstellen Administratieve overheden: administratieve overheden met terreinen in (natuur)beheer Hieronder wordt op grote lijnen een beeld geschetst van de omvang van de doelgroepen en hun rol: Qua aantal beheerplandossiers, is de groep met privé-boseigenaars en landgoedeigenaars momenteel de grootste groep (>30 %), qua aantal beheerplannen die aan de criteria duurzaam bosbeheer voldoen gaat dit slechts ongeveer 15 %. Een nagenoeg even grote groep zijn de openbare besturen die 30 % van de beheerplandossiers vertegenwoordigen, maar qua toepassen van de criteria duurzaam bosbeheer vertegenwoordigen zij wel de ruimste groep. De natuurverenigingen vertegenwoordigen een derde ruime fractie die ongeveer 25 % van de beheerplandossiers vertegenwoordigt. Zij zetten volledig op het natuurreservaatstatuut in dat overeenstemt met de terreinen type 4. Momenteel zijn er geen beheerplannen waar landbouwers actief in participeren (soms wel onrechtstreeks betrokken bij de uitvoering van het beheer). Er wordt verwacht dat door toepassing van het nieuw voorgestelde systeem met natuurbeheerpiannen en criteria voor zowel bos als open natuur, er wat verschuivingen zullen plaatsvinden. Een inschatting op grote lijnen: doordat het aandeel aan open natuur groter zal worden in de toekomstige beheerplannen, zal vooral de rol van participerende landbouwers in beheerplannen wel wat toenemen, maar dit zal allicht de kleinste groep blijven. De drie hoofd doelgroepen zullen de 'de privé-boseigenaars en landgoedeigenaars', de 'natuurverenigingen' en de 'openbare besturen blijven', waarbij de verschillen tussen die drie groepen wel wat kunnen verschuiven of uitgemiddeld worden. Dit stemt ook overeen met de verdeling van het momenteel in Vlaanderen aanwezig natuur- en bosareaal. Recreanten worden als doelgroep vermeld, hoewel ze zelf geen beheerplannen opstellen. Ze zijn wel gebruikers van bos en open natuur en worden hier vermeld omdat ze een rol spelen bij het effectenonderzoek m.b.t. de consultatieronde. Deze doelgroepen worden niet specifiek bij alle opties aan bod gebracht, maar enkel in de gevallen waarin er sprake is van specifieke effecten in hun voordeel of hun nadeel. Waar hiervoor aangegeven werd dat de nuloptie geen valabele optie is, omdat het decreet deze optie niet toelaat, worden de effecten niet besproken 1) Het organiseren van publieke consultatie bij de totstandkoming van een natuurbeheerplan De Vlaamse Regering heeft in het decreet natuurbehoud de delegatie gekregen om nadere regels te bepalen over de wijze waarop de consultatie van het publiek in de procedure tot goedkeuring van een natuurbeheerplan plaatsvindt. -» Optie 2: consultatieronde met aankondiging in minstens één regionale krant en py op de website van de gemeente(n) in kwestie - gekozen optie CÜ GEKOZEN OPTIE Voorzien van een consultatieronde waarbij het ontwerp-natuurbeheeiplan gedurende 30 dagen ter inzage ligt voor hel publiek. Bezwaren en opmerkingen worden gerichl aan het agentschap, maar verwerking van deze opmerkingen of bezwaren in hel ontwerp-beheerplan gebeurt door de indiener van hel natuurbeheerplan 4 structuur= ieuqdbewedinqsonderzoek%5b1%5d.pdf REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 9 1 J BOBOBOBOBOBOmOBOBOBDBOBOBOBOBOBOBOBaBOBO

10 Effectbeschrijving A. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. VOORDELEN Burgers - Verenigingen - bedrijven- administratieve overheden Directe effecten: - Voor de beheerder: Regionale kranten en de website van de gemeenten zijn een veelgelezen medium. Met een beperkte inspanning qua tijd en financieel worden veel omwonenden en mogelijke belanghebbenden bereikt. - Voor de recreant of vereniging die mogelijk opmerkingen of bezwaren wil indienen: een bericht in een lokale krant of op een website nodigt meer uit om te reageren dan aanplakking op het terrein. - doordat de beheerder zelf eerst de kans krijgt de opmerkingen en bezwaren te verwerken, wordt beter ingespeeld op de wens van de eigenaar voor autonomie en verantwoordelijkheid. Indirecte effecten: Groter maatschappelijk draagvlak voor de uitvoering van het natuurbeheerplan, minder problemen of klachten bij de uitvoering van de in het beheerplan voorziene werken. NADELEN Burgers-verenigingen - bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: - voor de beheerder: relatief veel tijd en middelen nodig voor de verwerking van de opmerkingen en bezwaren. Indirecte effecten: Risico dat de beheerder te weinig rekening houdt met de bezwaren, waardoor het agentschap toch nog zelf aanpassingen aan het beheerplan moet voorstellen, waardoor de goedkeuringstermijn langer wordt. B. Verdelingseffecten, geen -» Optie 3: openbaar onderzoek via aanplakking en verwerking van de bezwaren bij de beslissing door het agentschap Openbaar onderzoek zoals bij stedenbouwkundige vergunningen: aanplakking van de aanvraag op een plaats aan de openbare weg, de beheerders van aangrenzende kadastrale percelen worden aangeschreven. Bij de beslissing over het beheerplan houdt het agentschap rekening mei de bezwaren en legt indien nodig voorwaarden op. Effectbeschrijving A. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. VOORDELEN REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 10 1 J O B S B B B E B E I Ê B S I t t S I B B K U B U t t U B

11 Burgers-verenigingen-bedrijven-administratieve overheden Directe effecten: - De werkwijze voor de aankondiging van een openbaar onderzoek via aanplakking is bij de bevolking beter gekend omdat deze methode voor stedenbouwkundige vergunningen toegepast wordt. - minder werk voor de beheerder omdat hij na het afronden van de consultatie niet zelf de bezwaren moet verwerken. Indirecte effecten: Geen NADELEN Burgers-verenigingen -bedrijven-administratieve overheden Directe effecten: - het terrein waarvoor een beheerplan opgesteld wordt kan heel groot zijn: het risico bestaat dat de aankondiging van het openbaar onderzoek via aanplakking weinig zichtbaar is of dat er over het hele terrein meerdere borden moeten geplaatst worden, wat bijkomende kosten met zich meebrengt. In het buitengebied is de kans dat mogelijke belanghebbenden de aanplakking niet zien groter, dan bij een bericht in een regionale krant en op de website van de gemeente (optie2). - Voor de recreant of vereniging die mogelijk opmerkingen of bezwaren wil indienen: een bericht in een lokale krant of op een website nodigt meer uit om te reageren dan aanplakking op het terrein. - de beheerder krijgt zelf niet eerst de kans om de bewaren te verwerken in een aangepast beheerplan, wat niet overeenstemt met de wens voor autonomie en verantwoordelijkheid. indirecte effecten: Een minder groot maatschappelijk draagvlak voor de uitvoering van het natuurbeheerplan, meer kans op problemen of klachten bij de uitvoering van de in het beheerplan voorziene werken. B. Verdelingseffecten, geen 2) De procedure voor goedkeuring van het natuurbeheerplan De Vlaamse Regering heeft in het decreet natuurbehoud de delegatie gekregen om nadere regels te bepalen voor de procedure van goedkeuring van het natuurbeheerplan. -» Optie 2: één goedkeuringsprocedure voor alle types terreinen, maar de goedkeuring verloopt in twee fasen - gekozen optie In deel 1 - verkenning wordt op basis van een algemene beschrijving eerst de functie-invulling en het globaal kader vastgelegd. Pas na de goedkeuring van dit deel worden de overige delen van het beheerplan, met meer specifieke doelstellingen en maatregelen uitgewerkt ET GEKOZEN OPTIE Effectbeschrijving A. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 11 1 J

12 VOORDELEN Burgers-verenigingen-administratieve overheden Directe effecten: - tijdens de 1s,e fase, de verkenning, is er tijd voorzien voor overleg tussen het agentschap en de beheerder(s), wat leidt tot beheerplannen die beter beantwoorden aan de reële noden en mogelijkheden van de beheerder. Na de goedkeuring van het deel één verkenning, zijn de keuzes waarover meest discussie mogelijk is al gemaakt. De uitwerking van de overige delen van het beheerplan bouwt daar op verder. Daardoor wordt vermeden dat er bij de eindbeoordeling door het agentschap nog fundamentele vragen tot wijzigingen gesteld worden, die ertoe leiden dat ook alle meer gedetailleerde beheermaatregelen bijgewerkt moeten worden. Dit betekent tijdwinst ten opzichte van de goedkeuring in één fase. - Na de goedkeuring van het deel 1 verkenning, liggen de belangrijkste parameters vast, die nodig zijn voor een inschatting van de mogelijk te bekomen subsidies. Hierdoor kan de beheerder bij het uitwerken van de beheermaatregelen een betere inschatting maken van de netto kost van het uitgestippeld beheer. Indirecte effecten: - Meer maatwerk en tijd voor overleg zorgen er ook voor dat het ANB iets meer als 'compagnon' beschouwd wordt dan enkel als vergunnende en controlerende overheid. - Betere afstemming van de beheerplannen op de instandhoudingsdoelstellingen, doordat bij de beoordeling van het deel 1 - verkenning er meer gefocust wordt op dit aspect - hogere kans dat de in het beheerplan voorziene beheermaatregelen ook effectief uitgevoerd worden. Bedrijven Directe effecten: - Bij uitbesteding van het opstellen van het beheerplan: indien het bestek voor de opdracht pas gemaakt wordt na goedkeuring van het deel 1 verkenning, kan het veel gedetailleerder de opdracht omschrijven, zodat het studiebureau een realistischer inschatting kan maken van de nodige tijd en dus een exactere raming van de kostprijs maken. Het werken met deel 1 verkenning, geeft ook de mogelijkheid dat er minder onderzocht en uitgewerkt moet worden in de tweede fase, waardoor de kostprijs van de opdracht door de beheerder, lager zal zijn. Indirecte effecten: geen NADELEN Burgers REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 12 ' I mobdbobobobobobobobobobobobobobabobobobo

13 Directe effecten; Voor eenvoudige beheerplannen van privé-eigenaars zonder belangrijke ecologische beheerdoelstellingen (type 1), betekent het opsplitsen van de goedkeuringsprocedure in twee fasen niet altijd tijdwinst, maar eerder een verhoging van de administratieve lasten en een langere tijd nodig voor goedkeuring van het beheerplan. Dit nadelig effect kan echter voorkomen worden door flexibele toepassing van de procedureregels; indien een beheerplan toch al volledig is uitgewerkt bij de eerste indiening en er zijn geen fundamentele bezwaren m.b.t. de gemaakte keuzes m.b.t. de functie- invulling en het globaal kader, dan moet het ook door het agentschap toch al onmiddellijk volledig behandeld kunnen worden. Indirecte effecten: Mogelijk schrikt de opsplitsing in 2 fases de burger die zelf een beheerplan voor zijn eigen terrein wil opstellen wat af, zodat er minder beheerplan van type 1 worden ingediend. Verenigingen Directe effecten: Voor de terreinbeherende natuurverenigingen betekent het opsplitsen in 2 fases bijkomende administratieve belasting en een grotere inmenging van de overheid bij het maken van het beheerplan in vergelijking met huidige situatie. Indirecte effecten: Geen Bedrijven Directe effecten: Voor studiebureaus die beheerplannen opstellen, waarbij het studiebureau pas betrokken wordt na de goedkeuring van deel 1 verkenning, betekent dit dat het bureau zijn cliënt niet kan adviseren bij het opstellen van het globaal kader en dus mogelijk de overige delen van het beheerplan moet uitwerken verder bouwend op een globale visie waar het bureau zelf niet helemaal achterstaat. Indirecte effecten: geen -» Optie 3: één goedkeuringsprocedure voor alle types, maar de goedkeuring verloopt in één fase Het volledige beheerplan wordt in één keer goedgekeurd Effectbeschrijving A. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. VOORDELEN Burgers- verenigingen - bedrijven - administratieve overheden REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN m m u s m m m m m a m m m m m m m m m m

14 Directe effecten: Minder administratieve lasten doordat het beheerplan in één keer kan ingediend worden. Dit geldt vooral voor eenvoudige beheerplannen, waar geen bijzondere of extra ecologische beheerdoelstellingengesteld worden. Indirecte effecten: Geen Bedrijven Directe effecten: Studie bureaus die beheerplannen opstellen : het bureau wordt betrokken van bij het begin van het beheerplan proces en dus ook bij het opstellen van het globaal kader. Indirecte effecten: geen NADELEN Burgers- verenigingen - administratieve overheden Directe effecten: - overleg op voorhand tussen de beheerder(s) en het ANB is niet in de procedure ingebouwd. Wanneer een beheerplan volledig wordt uitgewerkt zonder voorafgaand overleg met het ANB, zal relatief beschouwd het vaker voorkomen dat het ANB bij de beoordeling bezwaren heeft tegen het globaal kader en de beheerdoelstellingen. Dat kan bijvoorbeeld zijn omdat het globaal kader niet of te weinig rekening houdt met de instandhoudingsdoelstellingen. Daardoor kan de aanvankelijke schijnbare tijdwinst volledig verloren gaan doordat ook de reeds tot in detail uitgewerkte beheermaatregelen dan volledig (zouden) moeten herschreven worden; - minder snel duidelijkheid over de mogelijke subsidies. Indirecte effecten: Kleinere 'compagnon '-rol van het ANB en hogere kans op perceptie van "betuttelende overheid". Bedrijven Directe effecten: Studiebureaus die beheerplannen opstellen : bij goedkeuring in éèn fase is het moeilijker in te schatten hoeveel tijd gerekend moet worden voor de aanpassing van het beheerplan aan de (eventuele) opmerkingen van het ANB. Indirecte effecten: geen 3) De invulling van de beroepsprocedure: samenstelling van de adviesinstantie De Vlaamse Regering heeft in het decreet natuurbehoud de delegatie gekregen om de samenstelling van de adviesinstantie te bepalen. Verwacht wordt dat in het kader van een beroep vooral zal gaan over volgende mogelijke discussies, die elke ook een impact kunnen hebben op de bepaling tot welk type het beheerplan gerekend kan worden en bijgevolg ook tot welke subsidies de goedkeuring van het beheerplan toegang heeft: REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 14 I i a M B B E E E U B B m m u B B B. m a m m

15 - is het gekozen natuurstreefbeeld in overeenstemming met de instandhoudingsdoelstellingen; - is het gekozen natuurstreefbeeld geschikt voor de betrokken standplaats; - is een voorgestelde beheermaatregel haalbaar voor de beheerder; - is een voorgestelde beheermaatregel geschikt voor het realiseren van de voor dat perceel geldende beheerdoelstelling; - is een door het ANB opgelegde randvoorwaarde (bijvoorbeeld schoontijd) nodig voor het realiseren van de doelstelling of meer algemeen in het kader van de zorgplicht. -> Optie 2: beroep bij de minister, die advies vraagt aan een adviesinstantie, 1 samengesteld uit onafhankelijke deskundigen op het gebied van natuurbeheer en instandhoudingsdoelstellingen - gekozen optie < De minister stelt de adviesinstantie samen uit deskundigen, geselecteerd op basis van cv en beroepsloopbaan. Effectbeschrijving A. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. VOORDELEN Burgers- verenigingen bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: De neutrale en wetenschappelijke onderbouwing van het advies biedt betere garantie voor een correcte vertaling van de instandhoudingsdoelstellingen en meer algemeen de regelgeving inzake natuurbehoud in het beheerplan. Indirecte effecten: Hoger vertrouwen bij zowel administratie als natuurverenigingen - Algemeen belang komt beter aan bod bij advies. NADELEN Burgers- verenigingen -bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: mogelijks houden de leden van de adviesinstantie minder rekening met - a) de economische gevolgen voor de beheerder en voor de beheerders van de omliggende terreinen (o.m. landbouw), - b) de vrijheid van beheer op de eigen terreinen bij privé-eigenaars. Indirecte effecten: Weinig tot minder vertrouwen bij de private beheerders van terreinen. REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 15 1 J O a a B B B B B B B a m m a u t B B B B B a

16 -» Optie 3: beroep bij de minister, die advies vraagt aan een adviesinstantie, samengesteld uit vertegenwoordigers van het agentschap en van de beheerders van terreinen beheerd ten behoeve van het natuurbehoud De minister stelt de adviesinstantie samen uit vertegenwoordigers van het agentschap en beheerders van terreinen, vergelijkbaar met de samenstelling van het huidige comité van beroep voor de bosbeheerplannen. Effectbeschrijving A. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. VOORDELEN Burgers - verenigingen - bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: - mogelijks houden de leden van de adviesinstantie meer rekening met de economische gevolgen voor de beheerder en voor de omliggende terreinen (o.m. landbouw); - mogelijks is er meer aandacht voor de vrijheid van beheer op de eigen terreinen bij privéeigenaars. - door de combinatie van vertegenwoordigers van het ANB en van de beheerders wordt meer in een geest van overleg naar een oplossing gezocht. Indirecte effecten: Meer vertrouwen bij de private beheerders van terreinen en bij de landbouwsector NADELEN Burgers - verenigingen - bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: - risico dat het advies te weinig wetenschappelijk onderbouwd is, dat het tegenstrijdig is met de instandhoudingsdoelstellingen is, dat er te weinig kansen m.b.t. het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen benut worden, of dat niet voor het realiseren van de doelstelling efficiëntste beheermaatregelen genomen worden - risico bij de vertegenwoordigers van het ANB in de adviesinstantie dat er te weinig openheid is voor een andere visie dan deze van de dossierbeheerder van het beheerplan in eerste aanleg. Indirecte effecten: Minder vertrouwen bij de administratie en de natuun/erenigingen. Optie 4 : beroep bij de minister, die advies vraagt aan een adviesinstantie samengesteld uit vertegenwoordigers van de doelgroepen De minister stelt de adviesinstantie samen uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zoals deze ook betrokken werden bij het vooroverleg bij de uitwerking van het decreet en de uitvoeringsbesluiten (Boerenbond, Landelijk Vlaanderen. Sint-Hubertusvereniging. Natuurpunt, Koepel van fctosgroepenj Effectbeschrijving A. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 16 1 i O S U H f i S I S I B D D B B B B B I S B H B B BOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBO

17 VOORDELEN Burgers- verenigingen - bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: - blijvende betrokkenheid van de vertegenwoordigers van doelgroepen sinds het begin van het beleidsontwikkelingsproces. Deze vertegenwoordigers hebben een goede kennis van het concept geïntegreerd beheer ten behoeve van het natuurbehoud. Indirecte effecten: Meer vertrouwen bij de doelgroepen die nu betrokken zijn bij de totstandkoming van de regelgeving NADELEN Burgers - verenigingen - bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: - risico dat het advies te weinig wetenschappelijk onderbouwd is, dat het tegenstrijdig is met de instandhoudingsdoelstellingen is, dat er te weinig kansen m.b.t. het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen benut worden, of dat niet voor het realiseren van de doelstelling de meest efficiënte beheermaatregelen genomen worden; - risico dat elke vertegenwoordiger te veel de eigen sector beschermt, waardoor het advies moeizaam tot stand komt Indirecte effecten: Minder vertrouwen bij de administratie. 4) Procedure voor erkenning als natuurreservaat: De Vlaamse Regering heeft in het decreet natuurbehoud de delegatie gekregen om nadere regels te bepalen voor de procedure van erkenning van een terrein als natuurreservaat. -> Nuloptie: gelijk aan de huidige procedure voor erkenning als natuurreservaat. De aanvraag voor erkenning wordt voorafgaand aan de beslissing door de minister voor advies voorgelegd aan de Mina-raad, de gemeente, in agrarisch gebied aan ADLO en in beschermd landschap aan OE. De adviezen betreffen in hoofdzaak de afbakening van een visiegebied. B. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. VOORDELEN Burgers - verenigingen - bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: Het advies van de Mina- raad maakt het mogelijk de doelgroepen die betrokken waren bij de totstandkoming van de regelgeving blijvend te betrekken bij de uitvoering ervan. Indirecte effecten: Meer vertrouwen in het feit dat de erkenning als natuurreservaat niet als een bedreiging voor landbouw en private terreinbeheerders moet gezien worden. REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 17 1 I O m m m m m m m m m m m m m m u m m m m u

18 NADELEN Burgers- Verenigingen- bedrijven - administratieve overheden Directe effecten; - een advies van de Mina-raad zal meer rekening houden met mogelijke externe effecten van de erkenning voor de landbouwsector en de beheerders van aangrenzende terreinen. Doordat er niet langer een afbakening van een visiegêbied of binnen de speciale beschermingszones van een uitbreidingsperimeter mogelijk is, is het belang van deze externe effecten sterk verminderd. - De Minaraad zelf is van oordeel dat deze raad niet als taak heeft om individuele dossiers te adviseren, er is dus weinig motivatie om een goed onderbouwd advies te geven; - De criteria voor erkenning als natuurreservaat vergen in grote mate een meer wetenschappelijke onderbouwing. De Mina -raad is niet het geschikte orgaan om deze onderbouwing te adviseren. - een aanzienlijke verlenging van de tijd nodig om de erkenningsprocedure te doorlopen en stijging van administratieve lasten. Indirecte effecten: - Geen, -» Optie 2: gelijk aan de huidige procedure voor erkenning als bos reservaat. De aanvradg voor erkenning wordt voorafgaand aan de beslissing door de minister voor advies voorgelegd aan een adviescommissie, samengesteld uit vertegenwoordigers van het agentschap en vertegenwootdigers van het Instituut voor' natuur - en bosonderzoek. C. De directe effecten en indirecte effecten worden per doelgroep beschreven in de onderstaande tabellen. VOORDELEN Burgers- verenigingen - bedrijven - administratieve overheden Directe effecten: - beter wetenschappelijk onderbouwd advies. Indirecte effecten: Meer vertrouwen in de wetenschappelijk onderbouwing van de erkenning van natuurreservaten. NADELEN Burgers- verenigingen - bedrijven - administratieve overheden REGULERINGSIMPACTANALYSE VOOR DE NATUURBEHEERPLANNEN 18 1 J BOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBOBO