Interculture taaltrainer Frans 3 CD s teksten Copyright Interculture Amersfoort

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Interculture taaltrainer Frans 3 CD s teksten www.interculture.nl 2014 Copyright Interculture Amersfoort"

Transcriptie

1 1

2 2 Interculture taaltrainer Frans 3 CD s Uitgeverij Interculture

3 3 In de serie Interculture taaltrainers Frans zijn de volgende uitgaven verschenen: Interculture Franse grammatica en communicatie taaltrainer 3 CD s ISBN Interculture taaltrainer Frans 3 CD s ISBN Interculture Frans op reis taaltrainer 3 CD s ISBN Interculture telefoneren in het Frans taaltrainer CD ISBN Uitgeverij Interculture Amersfoort alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, openbaar gemaakt in een geautomatiseerd gegevensbestand, in enige wijze of vorm, hetzij door elektronische verzending, kopiëren, of op enige andere manier, zonder toestemming van de uitgever. Ondanks de zorg bij het samenstellen van deze uitgave, kan Interculture geen enkele aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout. Taleninstituut Interculture is gevestigd in Amersfoort en verzorgt cursussen Frans op maat voor bedrijven en particulieren in Nederland. Deze taaltrainingen en workshops Frans door native speakers zijn individueel of in groepsverband, voor beginners en gevorderden, in company of bij Interculture. Voor meer informatie info@interculture.nl

4 4 Interculture taaltrainer Frans 3 CD s 1 Dit is een uitgave van taleninstituut Interculture Amersfoort, alle rechten voorbehouden. CD 1 Woordtrainer Frans 1. Inleiding Welkom bij de Interculture woordtrainer Frans. Met deze woordtrainer oefent u interactief veelvoorkomende woorden, zinnetjes en uitdrukkingen, die u nodig hebt om een Frans gesprek te kunnen voeren. Na deze training beheerst u een basisvocabulaire van zo n 1500 woorden en hebt u ook uw uitspraak verbeterd. We beginnen nu met uw vocabulaire training. U hoort eerst het Nederlandse woord, daarna hebt u gelegenheid in de spreekpauze het Franse woord uit te spreken, vervolgens hoort u het juiste woord in het Frans. *Teksten in grijs staan niet op CD, tracknummers aangegeven met 1. Basislijst structuur- en sleutelwoorden 2 a.u.b. (verzoek) s'il vous plaît al/alles/alle/heel/hele - allen tout(e)(s) - tous (allen: s uitspreken) als/indien/of (voegw) si ander autre(s) beter (bn) meilleur(e)(s) beter (bw) mieux bij/naar (+persoon) chez daar (bw) là/là-bas daar immers puisque hier is/zijn, daar is/zijn, a.u.b (aanreiken) voici, voilà dag! (tot ziens) au revoir! dag (de) jour m / journée v dank u merci dat/als/dan (in vergelijkingen) que dat is/dat wil zeggen soit de/het (lidw) le/la/les deze, dit, dat, die ce/cet/cette/ces. (-ci/-là) die/dat (betr vnw) qui/que dik (bn) gros(se(s)) dit is/dat is het is... c'est dit is/dat zijn het zijn... ce sont dus donc één (telwoord) un/une een/'n (onbep lidw) un/une een ogenblik un instant eerste premier(s)/première(s) en et er/erop/daar(heen)/erin (vnw) y er/eruit/ervan/erover/ervandaan (vnw) en er is/er zijn il y a gaan aller geen pas (de) geen dank de rien/je vous en prie geven donner

5 5 goed (bw) bien goed (bn) bon(ne)(s) goedenavond bonsoir goedendag/goedemiddag bonjour groot grand(e)(s) hebben avoir hem/haar (pers vnw verbonden met ww) lui/le/la hen/ze (pers vnw verbonden met ww) les het spijt mij je suis désolé/je regrette het/dit/dat ce hij, zij (pers vnw) il(s)/elle(s) hoe? comment? hoeveel? combien? hoog (bn) 3 haut(e)(s) hun (pers vnw) leur hun (bz vnw) leur/leurs ik (onderwerp) je ik zou graag je voudrais /j'aimerais ik/mij (pers vnw niet verbonden met ww) moi in/aan/naar/te (vz) dans in/aan/naar/te/tot (vz) à in/naar (vz) en ja (bw) oui ja/zo (bw) si je (in combinatie met ww) te/toi je (als onderwerp) tu je/jouw (bez vnw) ton/ta/tes jong jeune(s) kind l'enfant m klein petit(e)(s) knap/leuk joli(e)(s) komen venir kunnen pouvoir lang long(s)(/(longue(s)) laatste (bn) dernier(s)(/dernière(s) langs/door par maar mais maken/doen faire man/mens l'homme meer plus (de) men on met avec mooi (bn) beau(x),belle(s) mij (pers vnw: verbonden met ww) me/moi mijn (bez vnw) mon/ma/mes nee non neemt u mij niet kwalijk/pardon excusez-moi nemen prendre niet, niets, nooit ne pas, ne rien, ne jamais niets te danken je vous en prie of (voegw) ou ofschoon quoique/bien que akkoord! d'accord! omdat parce que ons/onze (bez vnw) notre/nos

6 6 op/boven/over sur oud (bn) vieux/vieille(e) over (betreffende) sur/concernant/à propos de overal partout slecht (bn) mauvais(e(s)) slecht (bw) mal tegen contre terwijl/gedurende 4 pendant toen/wanneer/als quand twee deux u/jullie (pers vnw) vous uw/jullie (bez vnw) votre/vos van de voor/om te pour vooral surtout vrouw femme (la) waar? où? waarom? pourquoi? wanneer/als/toen lorsque/quand want car wat...? (vr vnw) que...?/qu'est-ce que? wegens à cause de welk/welke? (vr vnw) quel(s)/quelle(s)? weten/kennen/kunnen savoir wie? (vr vnw) qui? wij/ons nous willen vouloir zeggen dire zich/zichzelf se zien voir zijn, haar/(bez vnw) son/sa/ses, son/sa/ses zo/zoals (bw) comme zonder (te) sans zoniet sinon 2. Gespreksformules 5 Goedendag/goedemiddag mijnheer Bonjour, monsieur Goedenavond mevrouw Bonsoir, madame Prettige dag mijne heren Bonne journée, messieurs Prettige avond dames en heren (informeel) Bonne soirée messieurs dames Goede nacht Bonne nuit A.u.b. (verzoek) S'il vous plaît Hoe gaat het met u? Comment allez-vous? Het gaat goed Ça va bien Beterschap Meilleure santé/bonne convalescence " Je vous souhaite un prompt rétablissement Prettige vakantie Bonnes vacances Prettige feestdagen Bonnes fêtes Gelukkig nieuwjaar Bonne année Gefeliciteerd (verjaardag) Bon anniversaire Gefeliciteerd (huwelijk) Tous mes voeux de bonheur Gefeliciteerd (prestatie) Toutes mes félicitations Eet smakelijk, proost Bon appétit, à votre santé/à la vôtre Ik ben Je suis Dit is de heer C'est monsieur

7 7 Ik stel u voor aan juffrouw Je vous présente mademoiselle... Kent u mevrouw? Vous connaissez madame? Aangenaam Bonjour, enchanté Waar komt u vandaan? D'où êtes-vous? Ik woon in Amersfoort J'habite (à) Amersfoort Woont u in Frankrijk? Vous habitez en France? Ik spreek geen Frans Je ne parle pas français Kunt u langzamer spreken a.u.b.? Pouvez-vous parler plus lentement s.v.p.? Ik begrijp het niet Je ne comprends pas Ik weet het niet Je ne sais pas Hoe zeg je dat in het Frans? Comment dit-on (ça) en français? Kunt u herhalen a.u.b.? Pouvez-vous répéter s.v.p.? Zou u het kunnen opschrijven? Pourriez-vous l'écrire s.v.p.? Ik zou graag spreken met Je voudrais parler à Wie is dat? C'est qui? Het is mijn collega C'est mon collègue/c'est ma collègue Wat is uw naam? Comment vous appelez-vous? Ik heet Je m'appelle Kunt u uw naam spellen a.u.b.? Pouvez-vous épeler votre nom s.v.p.? Dat is genoteerd C'est noté Bent u alleen? Êtes-vous seul? Ik zoek Je cherche Is die stoel bezet? 6 Cette chaise est occupée? Dat is erg aardig van u C'est très gentil à vous Mag ik (= kan ik) u even storen? Puis-je vous déranger? Mag ik (= kan ik) u even onderbreken? Puis-je vous interrompre? Wat zegt u? Que dites-vous? Pardon/neemt u mij niet kwalijk Pardon/excusez-moi Het geeft niet Ce n'est pas grave Het spijt mij Je suis désolé/je regrette Dank u Je vous remercie/merci Niets te danken De rien Geen dank Je vous en prie/il n'y a pas de quoi Wat kan ik voor u doen? Que puis-je faire pour vous? Wilt u misschien graag? Aimeriez-vous? Wat vindt u van? Que diriez-vous de...? Graag Volontiers/avec plaisir Goed idee C'est une bonne idée Ja, natuurlijk Oui, bien sûr Nee Non Welkom Bienvenue Succes Bonne chance/bon courage Op uw gezondheid/proost À votre santé Goede reis Bon voyage Gecondoleerd Toutes mes condoléances Pardon Pardon Gaat uw gang! Allez-y! Volgt u mij! Suivez-moi! Na u! Après vous! Komt u later nog eens terug a.u.b. Revenez plus tard s.v.p. Tot ziens Au revoir Tot straks À tout à l'heure Tot de volgende keer À la prochaine (fois) Ik hoop u weer te zien J'espère vous revoir Dank voor uw hulp Merci de votre aide

8 8 Help! Ga weg! Brand! Het is een noodgeval! Bel de politie/ambulance/dokter! Ja, graag Nee, dank u Wij hebben nodig Ik heb nodig Au secours! Allez-vous-en!/dégagez! Au feu! C'est une urgence! Appelez la police/une ambulance/un médecin! Oui, merci Non, merci Il nous faut Il me faut 3. Veelgebruikte bijwoorden 7 (Een bijwoord is onveranderlijk en zegt iets over een werkwoord, bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord) grondig nauwelijks absoluut bij benadering genoeg/redelijk/tamelijk/vrij/nogal beslist geenszins veel compleet/helemaal/totaal geheel/heel/helemaal/volkomen/volledig aanzienlijk/behoorlijk naar schatting verreweg/veruit steeds meer grotendeels ongeveer/circa/om en nabij buitengewoon/uitermate/uiterst geleidelijk/langzamerhand meestal ruim minst het meest lichtelijk maar minder deels/gedeeltelijk beetje bij beetje een beetje weinig min of meer meer eerder/nogal 8 vrijwel/bijna nagenoeg/zo goed als bijna/haast hoofdzakelijk/voornamelijk enigszins opmerkelijk alleen slechts op grote/kleine schaal vooral à fond/profondément à peine absolument approximativement assez assurément aucunement beaucoup complètement complètement/entièrement considérablement d'après les estimations de loin/de beaucoup de plus en plus en grande partie environ/à peu près extrêmement petit à petit/peu à peu la plupart du temps largement le moins le plus légèrement mais/seulement moins partiellement petit à petit/peu à peu un peu peu plus ou moins plus/davantage plutôt/assez pour ainsi dire pratiquement/quasiment presque/à peu près principalement/surtout quelque peu remarquable(correctie=bn, remarquablement=bw) seulement seulement/ne que sur/à une grande/petite échelle surtout

9 9 ondanks hoogstens erg/heel/zeer te (veel) een beetje daarom desondanks/echter niettemin toch weliswaar overigens, trouwens desnoods gegarandeerd, ongetwijfeld zeker misschien/wellicht enerzijds/anderzijds blijkbaar malgré tout au plus/au maximum très trop un petit peu c'est pourquoi cependant/malgré cela néanmoins quand même il est vrai du reste/d'ailleurs si besoin est/au besoin sans aucun doute/sûrement sûrement, certainement peut-être/sans doute d'une part/d'autre part apparemment 4. Veelgebruikte bijvoeglijke naamwoorden 9 (Een bijvoeglijk naamwoord is veranderlijk en zegt iets over een zelfstandig naamwoord) raadzaam prudent/opportun/recommandé relevant réel/pertinent gedwongen forcé afhankelijk dépendant geloofwaardig, waarschijnlijk vraisemblable aangenaam agréable aanvechtbaar contestable aanzienlijk/beduidend considérable/important afwijkend/uiteenlopend divergent afwisselend (opvolgend) alternatif alledaags normal/courant/banal ander autre apart à part/séparé banaal banal/commun bedoeld visé/en question bedreven in/deskundig expert bedroefd navré/triste begaafd doué bekwaam capable belangrijk (van betekenis) important/considérable/d'importance beledigd offensé bepaald défini bereidwillig serviable/prêt beslissend déterminant/décisif bevoegd compétent bevooroordeeld prévenu bijkomstig secondaire/accessoire bitter amer complex/ingewikkeld complexe/compliqué cruciaal crucial/fondamental dergelijk pareil/tel discutabel/controversieel discutable/contestable doelbewust réfléchi/volontaire/voulu doelgericht direct/adéquat doeltreffend efficace

10 10 doorslaggevend/overwegend duidelijk economisch overeenkomstig eensgezind eersterangs eigen 10 eigenaardig erkend (= algemeen bekend) ervaren essentieel/wezenlijk fundamenteel gelijk gelijksoortig gelijkvormig gelijkwaardig/overeenkomstig gepast/passend gering/zwak gespecialiseerd gevarieerd gewichtig/belangrijk gewild/opzettelijk gezocht gunstig indrukwekkend inschikkelijk kieskeurig kwaad/boos perfect moeilijk/makkelijk nieuw nuttig omstreden onaanzienlijk onbetekenend/onbeduidend onbetwistbaar onbevooroordeeld onhandig, handig tevreden onverenigbaar onverschillig onverwacht onvoorzien onweerlegbaar onwillig onzeker opzettelijk overbodig plotseling raadgevend 11 resoluut soortgelijk tegengesteld tegenstrijdig teleurgesteld déterminant/décisif évident/clair économique conforme unanime/solidaire de premier ordre propre/à soi curieux/bizarre reconnu/avéré expérimenté essentiel fondamental égal/pareil analogue/semblable uniforme/identique équivalent approprié faible spécialisé varié important voulu demandé/recherché favorable impressionnant indulgent difficile (à contenter) en colère/fâché/furieux parfait/excellent difficile/facile nouveau/neuf utile controversé modeste/insignifiant insignifiant incontestable sans préjugés maladroit, habile content/satisfait incompatible indifférent inattendu imprévu incontestable peu disposé/de mauvaise volonté incertain voulu/intentionnel/volontaire superflu soudain/brusque consultatif ferme similaire contraire/opposé contradictoire déçu

11 11 toegelaten/toegestaan/veroorloofd toelaatbaar toevallig twijfelachtig vastberaden vastbesloten veelbetekenend veranderd veranderlijk/wisselvallig verbaasd/verwonderd verbazingwekkend/verwonderlijk vereist vergelijkbaar vermeldenswaardig verplicht verschillend verstandig vervelend verwant aan verwonderd vooraanstaand voorgenomen/gepland voorhanden/beschikbaar voorwaardelijk vreemd waardeloos wenselijk wettelijk wijs zeker zwaar zwaarwegend mooi goed leuk/aardig hoog lang klein jong uitgestrekt/ruim groot oud slecht boosaardig, stout, ondeugend dik laatste/vorig autorisé admissible par hasard douteux déterminé résolu significatif changé variable surpris/étonné surprenant/étonnant exigé/demandé/requis comparable digne de mention obligé/obligatoire différent raisonnable/sensé ennuyeux/embarrassant proche de étonné/surpris éminent prévu disponible conditionnel étrange sans valeur/nul souhaitable légal sage certain lourd de poids beau bon joli haut long petit jeune vaste grand vieux mauvais méchant gros dernier 5. Veelvoorkomende plaatsbepalingen 12 aan boord van à bord de aan de achterkant sur le côté arrière aan de voorkant sur le devant aan de zijkant sur le côté achter derrière achteraan à l'arrière/au fond achteruit en arrière

12 12 beneden/op de begane grond bij/dichtbij (+plaatsaanduiding) binnen binnenin/van binnen boven boven(aan) opwaarts buiten daar(-ginds) ergens hier in de kelder ingesloten langs links middenin naar links/naar rechts naast neerwaarts nergens onder onderaan op op de eerste verdieping rechtdoor rechts rondom tegenover tussen tussenin van/uit ver voor/vooraan voorbij vooruit/voorwaarts aan weerszijden en bas/au rez-de-chaussée près de/tout près de à l'intérieur au-dedans au-dessus (de) en haut (de) vers le haut à l'extérieur/dehors là(-bas) quelque part ici à la cave dans/inclus/enfermé le long de à gauche au milieu vers la gauche/vers la droite à côté de vers le bas nulle part sous/en dessous de en bas de sur au premier (étage) tout droit à droite autour de en face de entre entre les deux de loin devant après en avant de part et d'autre/des deux côtés 6. Het weer 13 le temps/la météo wat voor weer is het? quel temps fait-il? het is il fait...mooi (weer)...beau...slecht (weer)...mauvais...heet...chaud koud...froid...zonnig...du soleil bewolkt un ciel couvert/gris...mistig du brouillard benauwd...lourd...25 graden vingt-cinq degrés...winderig (het waait)...du vent het regent il pleut het onweert il fait de l'orage het ijzelt il fait du verglas gaat het? il va?...sneeuwen...neiger

13 13...regenen...pleuvoir...vriezen...geler...dooien...dégeler...betrekken...se couvrir opklaren...s'éclaircir/se dégager motregenen...bruiner wat zijn de weersvoorspellingen? quelles sont les prévisions du temps? gaat de temperatuur? la température va?...stijgen...monter...dalen baisser er is il y a... lawinegevaar...un danger d'avalanches morgen wordt het beter/slechter demain, ça va s'améliorer/se gâter 7. Tijdsbepalingen 14 maanden/dagen/feestdagen/seizoenen januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag in de zomer in de herfst in de winter in het voorjaar in de vakantie half april werkdag week eeuw met Kerstmis met Pasen met Pinksteren les mois/les jours/les jours fériés/les saisons janvier février mars avril mai juin juillet août septembre octobre novembre décembre lundi mardi mercredi jeudi vendredi samedi dimanche en été en automne en hiver au printemps pendant les vacances à la mi-avril le jour ouvrable la semaine le siècle à Noël à Pâques à la Pentecôte 8. De tijd 15 l heure hoe laat is het? het is 10 uur quelle heure est-il? il est dix heures om 3 uur à trois heures van 11 tot 4 de onze heures à seize heures voor 9 (uur) en na tien voor half twaalf avant neuf heures, après onze heures vingt tussen 12 en 2 entre midi et quatorze heures 12 uur (overdag), 12 uur ('s nachts) midi, minuit

14 14 uur half uur kwartier half één kwart voor negen vijf over half drie kwart over elf une heure une demi-heure/trente minutes un quart d'heure/quinze minutes midi trente/midi et demi huit heures quarante-cinq/neuf heures moins le quart deux heures trente-cinq/trois heures moins vingt-cinq onze heures quinze/onze heures et quart 9. Overige tijdsbepalingen 16 dag (tijdstip), dag (tijdsbesteding) le jour, la journée avond/'s avonds (tijdstip) avond (tijdsbesteding) le soir, la soirée ochtend/'s morgens (tijdstip) ochtend (tijdsbest.) le matin, la matinée nacht la nuit (na)middag/'s middags l'après-midi welke dag is het vandaag? quel jour sommes-nous aujourd'hui? vandaag aujourd'hui morgen demain overmorgen après-demain gisteren hier eergisteren avant-hier de dag ervoor la veille de dag erna le lendemain de vorige week la semaine passée/dernière de volgende week la semaine prochaine over een week dans huit jours/dans une semaine binnen een week en huit jours/d'ici huit jours vandaag over een week aujourd'hui en huit over veertien dagen dans quinze jours een week/maand geleden il y a une semaine/un mois 2 weken terug il y a deux semaines (de ça) over een uur dans une heure een jaar (tijdrekening/datum) un an een jaar (tijdsbeleving) une année één, vijf, twintig jaar un an, cinq ans, vingt ans enkele jaren plusieurs/quelques années jarenlang pendant des années dit jaar cette année een half jaar six mois anderhalf jaar dix-huit mois over 5 dagen dans cinq jours binnen 5 dagen dans les cinq jours op dat ogenblik, toen à ce moment-là op die datum à cette date op den duur à la longue voortaan/later/in het vervolg à l'avenir/dorénavant/par la suite vanaf 5 april 17 à partir du cinq avril dan/toen alors op z'n laatst au plus tard op z'n vroegst au plus tôt soms quelquefois/parfois vroeger autrefois toekomst l'avenir eerst d'abord van recente datum de date récente afgelopen/laatste dernier

15 15 op het ogenblik, nu ten slotte vervolgens/daarna toen/dan nu op maandag 20 mei zo spoedig mogelijk verleden/vorige volgend(e) (tijd) een andere keer vóór (tijd) sinds/vanaf wanneer plotseling in de nabije toekomst op het ogenblik waarop elke dag van 9 tot 11 uur gesloten van 1 tot 19 juni tien augustus een halve eeuw ik heb zojuist besteld ik ga zo weg tot (en met) donderdag vanaf 7 uur tot morgen! dadelijk en ce moment enfin ensuite/puis/après (cela) alors maintenant le lundi vingt mai le plus vite que possible/au plus vite passé prochain/suivant une autre fois avant depuis quand tout à coup/soudain dans un proche avenir au moment où tous les jours de neuf à onze heures fermé du premier au dix-neuf juin le dix août un demi-siècle je viens de commander je vais partir jusqu'à jeudi (inclus) dès sept heures à demain! aussitôt 10. Leeftijd/relaties 18 wanneer bent u geboren? quelle est votre date de naissance? wanneer bent u jarig? quel est le jour de votre anniversaire? hoe oud bent u? quel âge avez-vous? ik ben 25 jaar j'ai vingt-cinq ans ik ben gisteren 60 geworden j'ai eu soixante ans hier verjaardag l'anniversaire vandaag ben ik jarig aujourd'hui, j'ai mon anniversaire leeftijd l'âge mijn vader mon père zijn oom son oncle zijn tante sa tante de zoon le fils de dochter la fille onze zuster notre soeur hun moeder leur mère hun ouders leurs parents uw/jullie broer votre frère vrijgezel/single célibataire/seul gehuwd marié samenwonen vivre ensemble dit is mijn man, vrouw / echtgenoot, echtgenote c'est mon mari, ma femme haar kind son enfant uw vriend/jullie vriendin votre ami/votre amie onze partner notre partenaire/associé mijn collega mon collègue/ma collègue 11. Ontkenningen/niet nader bepaald/vergelijkingen/gradaties 19

16 16 niet nooit nooit meer niets niet meer niemand nergens geen enkel(e) nauwelijks ook niet/evenmin nog niet een ding iets iemand sommige sommigen meerdere alle/allen heel/hele elk(e) iedereen groot, groter, het grootst leeg, leger, het leegst weinig/minder/minst veel/meer/meest duurder goedkoper net zo/even handig als eerste, laatste voornaamste uiterst lager dan (=minder dan) hoger dan ne pas ne jamais ne plus jamais ne rien ne plus ne personne ne nulle part ne aucun(e) ne guère/ne presque pas ne pas non plus ne pas encore une chose quelque chose quelqu'un(e) quelques quelques-un(e)s plusieurs tous/toutes tout entier, toute entière chaque tout le monde grand, plus grand, le plus grand vide, plus vide, le plus vide peu/moins/le moins beaucoup/plus/le plus plus cher moins cher/meilleur marché aussi habile que premier, dernier principal extrême/dernier inférieur à supérieur à 12. Vragen stellen 20 Wie? Qui? Welk? Quel(le)(s)? Wat? (onderwerp) Qu'est-ce qui? Wat? (lijdend voorwerp) Qu'est-ce que/que? Wat? (+ vorm van zijn) Quel(le)(s)? (+ vorm van être, bv. Quel est le prix?) Wat? (los gebruikt) Quoi? Waarom? Pourquoi? Waar? Où? Hoe? Comment? Hoeveel? Combien? Wanneer? Quand? Bent u klaar? Êtes-vous prêt(e)?/avez-vous fini? Hebt u het in? L'avez-vous en? Hebt u nog plaats? Avez-vous encore de la place? Hebt u plannen? Avez-vous des projets? Hebt u uw keus bepaald? Avez-vous choisi? Hebt u? Avez-vous? Hoe laat begint...? À quelle heure commence? Hoe laat zullen wij afspreken? À quelle heure on se retrouve/on se donne rendez-vous? Hoe lang gaat het duren? Ça va prendre combien de temps?

17 17 Hoe gaat het met u? Comment allez-vous? Hoe vond u de/het...? Le/la vous a plu? Hoe lang is het geldig? C'est valable combien de temps? Hoeveel (is) kost dit? C'est combien? Hoeveel kost het per uur? Une heure, ça coûte combien? Hoeveel wilt u? Combien en voulez-vous? Houdt u van...? Aimeriez-vous? Is er een vlak bij? Y a-t-il un/une près d'ici? Is er/zijn er? Y a-t-il? Kan het geruild worden? On peut l'échanger? Krijg ik mijn geld terug? Est-ce remboursable? Kan ik gebruiken? Je peux utiliser? Kunt u mij helpen? 21 Pourriez-vous m'aider? Kunt u mij iets aanraden? Pouvez-vous me recommander quelque chose...? Kunt u..., a.u.b? Pourriez-vous, s'il vous plaît? Waar is de dichtstbijzijnde? Où est le(/la)...le(/la)plus proche? Waar is/zijn? Où est/sont...? Waar kan ik kopen/huren? Où est-ce que je peux acheter/louer? Waar kan ik? Où puis-je? Waar zullen wij elkaar ontmoeten? Où est-ce qu'on se retrouve? Waarom bent u? Pourquoi êtes-vous? Wanneer is het klaar? Quand est-ce que ce sera prêt? Wanneer is het? Quand est-ce? C'est quand? Wat doet u vanavond? Qu'est-ce que vous faites ce soir? Wat gebeurt er? Qu'est-ce qui se passe? Wat is de prijs..? Quel est le prix...? Wat is dit voor een C'est quel(le)? Wat is het? Qu'est-ce que c'est? Wat is uw adres? Quelle est votre adresse? Wat is uw naam? Comment vous appelez-vous/quel est votre nom? Wat kunt u eraan doen? Qu'est-ce qu'on peut faire? Wat moet ik doen om in te loggen? Comment fait-on pour se connecter? Wat moet ik doen om in te loggen? Comment fait-on pour entrer dans le système? Wat wilt u drinken? Qu'est-ce que vous désirez boire? Wat zou u willen doen? Que voulez-vous faire? Wie speelt er? Wat is de score? Qui joue? Quel est le score? Zou u kunnen.? Pourriez-vous? Zou u kunnen nakijken? Pourriez-vous vérifier? Zou u een kunnen bellen? Pourriez-vous appeler un/une? Zou u willen? Voudriez-vous? Zou u willen komen? Est-ce que vous voulez venir? 13. Kleuren/stoffen/maten/gewichten (pdf bijlage) rood rouge blauw bleu roze rose groen vert zwart noir wit blanc bruin brun geel jaune oranje orange paars pourpre beige beige

18 18 hemelsblauw donkerblauw lichtgroen gouden zilveren ijzeren plastic kilo pond fles ons/100 gram een stukje helft een derde deel een kwart deel liter vierkante meter kubieke meter bleu ciel bleu foncé vert clair en or en argent en fer en (matière) plastique le kilo la livre la bouteille cent grammes un morceau la moitié un tiers un quart la partie le litre le mètre carré le mètre cube 14. Entertainment/opschriften (pdf bijlage) attractiepark le parc d'attractions ballet la danse bioscoop/filmkunst le cinéma boot le bateau bridgen le bridge concertgebouw la salle de concert dierentuin le zoo festival le festival film le film galerie la galerie golf le golf het casino le casino kaartspel le jeu de cartes klassieke, pop muziek la musique classique, pop oude kunst l'art ancien moderne dans la danse moderne museum voor moderne kunst le musée d'art moderne nachtclub la boîte de nuit/le night-club opera l'opéra park/plantsoen le parc/le jardin public skiën le ski sporten les sports stadion le stade strand la plage tennis le tennis theater le théâtre tuin le jardin videospelletjes les jeux vidéo voetbal le foot(ball) zeilen la voile zwembad la piscine dames, heren (opschrift op wc-deuren) Dames, Messieurs gevaar! danger! duwen, trekken (opschrift op deuren) pousser, tirer

19 19 ingang, uitgang, nooduitgang let op! niet storen open, gesloten openingstijden te huur te koop verboden vrij/bezet vol entrée, sortie, sortie de secours attention! ne pas déranger ouvert, fermé heures d ouverture à louer à vendre interdit libre/occupé complet Dit is het einde van CD 1 de Interculture woordtrainer Frans. Meer informatie vindt u op

20 20 Interculture taaltrainer Frans 3 CD s CD 2 Werkwoordtrainer Frans 1 Dit is een uitgave van Interculture Amersfoort, alle rechten voorbehouden. Woorden in grijs staan niet op CD, tracknummers aangegeven met Welkom bij de werkwoordtrainer Frans. Met deze werkwoordentrainer oefent u 160 veel voorkomende Franse werkwoorden. Op die manier leert u zinnen in de meest gebruikte tijden te zetten: de toekomende, tegenwoordige en verleden (voltooide) tijd. Als u deze basisvervoegingen eenmaal kent, dan hebt u daarna geen enkele moeite meer met de andere persoonsvormen in die tijden: u kunt ze hier immers weer van afleiden. U gaat nu de volgende 4 basisvervoegingen trainen: 1. ik ga (zal) bestellen = je vais commander 2. ik bestel = je commande 3. wij bestellen = nous commandons 4. ik heb besteld = j ai commandé Uitleg: 1. ik ga (zal) bestellen: je vais commander (futur proche = nabije toekomende tijd) Met behulp van het werkwoord aller gevolgd door een heel werkwoord (infinitif) kan gemakkelijk de toekomst worden uitgedrukt (ik ga (zal) ). Dit gaat als volgt: je vais commander = ik ga bestellen tu vas commander = jij gaat bestellen il va commander = hij gaat bestellen nous allons commander = wij gaan bestellen vous allez commander = jullie gaan/u gaat bestellen ils vont commander = zij gaan bestellen 2. ik bestel = je commande (présent = o.t.t. onvoltooid tegenwoordige tijd) Met behulp van deze vorm kunt u meestal gemakkelijk de andere personen enkelvoud (tu, il, elle, on) en de derde persoon meervoud (ils, elles) maken. je commande = ik bestel tu commandes = jij bestelt il commande = hij bestelt ils commandent = zij bestellen 3. wij bestellen = nous commandons Met deze vorm kunt ook de vorm voor vous maken. nous commandons = wij bestellen vous commandez = jullie bestellen/u bestelt 4. ik heb besteld = j ai commandé (passé composé = v.t.t. voltooid tegenwoordige tijd)

21 21 Met behulp van vormen van de werkwoorden avoir (hebben) en être (zijn), gevolgd door een voltooid deelwoord kunt u een verleden (voltooide) tijd maken. * (in het Nederlands begint een voltooid deelwoord met "ge-" en in het Frans eindigt het op -é, -i, -u of op -s, -t bij onregelmatige werkwoorden) j ai commandé = ik heb besteld tu as commandé = jij hebt besteld il (elle) a commandé = hij heeft besteld nous avons commandé = wij hebben besteld vous avez commandé = jullie hebben/u hebt besteld ils (elles) ont commandé = zij hebben besteld je suis allé(e) = ik ben gegaan tu es allé(e) = jij bent gegaan il (elle) est allé(e) = hij is gegaan nous sommes allé(e)s = wij zijn gegaan vous êtes allé(e)(s) = jullie zijn/u bent gegaan ils (elles) sont allé(e)s = zij zijn gegaan Overzicht vervoeging van de regelmatige werkwoorden (niet op CD) commander bestellen finir(be)eindigen vendre verkopen -er -ir -re présent (o.t.t.) je commande je finis je vends tu commandes tu finis tu vends il commande il finit il vend nous commandons nous finissons nous vendons vous commandez vous finissez vous vendez ils commandent ils finissent ils vendent passé composé (v.t.t) j ai commandé j ai fini j ai vendu tu as commandé tu as fini tu as vendu il a commandé il a fini il a vendu nous avons commandé nous avons fini nous avons vendu vous avez commandé vous avez fini vous avez vendu ils ont commandé ils ont fini ils ont vendu Wij gaan nu beginnen! Franse hele werkwoord eindigend op er 2 kopen houden van gaan aankondigen telefoneren/bellen waarderen steunen aankomen je vais acheter - j achète, nous achetons - j ai acheté je vais aimer - j aime, nous aimons - j ai aimé je vais aller - je vais, nous allons - je suis allé(e) je vais annoncer - j annonce, nous annonçons - j ai annoncé je vais appeler - j appelle, nous appelons - j ai appelé je vais apprécier - j apprécie, nous apprécions - j ai apprécié je vais appuyer - j appuie, nous appuyons - j ai appuyé je vais arriver - j arrive, nous arrivons - je suis arrivé(e)

22 22 naar voren gaan schitteren afstaan vieren zingen beginnen bestellen aanvullen (aan)raden scheppen schreeuwen geven verpakken 3 binnenkomen verzenden spellen hopen (be)studeren factureren sluiten winnen wonen aarzelen je vais avancer - j avance, nous avançons - j ai avancé je vais briller - je brille, nous brillons - j ai brillé je vais céder - je cède, nous cédons - j ai cédé je vais célébrer - je célèbre, nous célébrons - j ai célébré je vais chanter - je chante, nous chantons - j ai chanté je vais commencer - je commence, nous commençons - j ai commencé je vais commander - je commande, nous commandons - j ai commandé je vais compléter - je complète, nous complétons - j ai complété je vais conseiller - je conseille, nous conseillons - j ai conseillé je vais créer - je crée, nous créons - j ai créé je vais crier - je crie, nous crions - j ai crié je vais donner - je donne, nous donnons - j ai donné je vais emballer - j emballe, nous emballons - j ai emballé je vais entrer - j entre, nous entrons - je suis entré(e) je vais envoyer - j envoie, nous envoyons - j ai envoyé je vais épeler - j épelle, nous épelons - j ai épelé je vais espérer - j espère, nous espérons - j ai espéré je vais étudier - j étudie, nous étudions - j ai étudié je vais facturer - je facture, nous facturons - j ai facturé je vais fermer - je ferme, nous fermons - j ai fermé je vais gagner - je gagne, nous gagnons - j ai gagné je vais habiter - j habite, nous habitons - j ai habité je vais hésiter - j hésite, nous hésitons - j ai hésité aangeven, vaststellen je vais indiquer - j indique, nous indiquons - j ai indiqué integreren, opnemen werpen/weggooien spelen (be)oordelen werpen laten leveren je vais intégrer - j intègre, nous intégrons - j ai intégré je vais jeter - je jette, nous jetons - j ai jeté je vais jouer - je joue, nous jouons - j ai joué je vais juger - je juge, nous jugeons - j ai jugé je vais lancer - je lance, nous lançons - j ai lancé je vais laisser - je laisse, nous laissons - j ai laissé je vais livrer - je livre, nous livrons - j ai livré

23 23 eten 4 leiden stijgen/instappen tonen schoonmaken spreken je vais manger - je mange, nous mangeons - j ai mangé je vais mener - je mène, nous menons - j ai mené je vais monter - je monte, nous montons - je suis monté(e) je vais montrer - je montre, nous montrons - j ai montré je vais nettoyer - je nettoie, nous nettoyons - j ai nettoyé je vais parler - je parle, nous parlons - j ai parlé doorverbinden, je vais passer - je passe, nous passons - j ai passé door/voorbij/langs/gaan betalen je vais payer - je paie/paye, nous payons - j ai payé wegen plaatsen (in/onder)dompelen /duiken bezitten/beheersen je vais peser - je pèse, nous pesons - j ai pesé je vais placer - je place, nous plaçons - j ai placé je vais plonger - je plonge, nous plongeons - j ai plongé je vais posséder - je possède, nous possédons - j ai possédé stoten/drukken/ je vais pousser - je pousse, nous poussons - j ai poussé duwen/voortdrijven de voorkeur geven aan je vais préférer - je préfère, nous préférons - j ai préféré presenteren beschermen overmaken/regelen/ afstellen/betalen heersen/regeren herhalen blijven terugkeren 5 je vais présenter - je présente, nous présentons - j ai présenté je vais protéger - je protège, nous protégeons - j ai protégé je vais régler - je règle, nous réglons - j ai réglé je vais régner - je règne, nous régnons - j ai régné je vais répéter - je répète, nous répétons - j ai répété je vais rester - je reste, nous restons - je suis resté(e) je vais retourner - je retourne, nous retournons - je suis retourné(e) openbaren/ontwikkelen je vais révéler - je révèle, nous révélons - j ai révélé heten zaaien vallen werken vinden doden je vais m appeler - je m appelle, nous nous appelons - je me suis appelé(e) je vais semer - je sème, nous semons - j ai semé je vais tomber - je tombe, nous tombons - je suis tombé je vais travailler - je travaille, nous travaillons - j ai travaillé je vais trouver - je trouve, nous trouvons - j ai trouvé je vais tuer - je tue, nous tuons - j ai tué Franse hele werkwoord eindigend op re 6 leren je vais apprendre - j apprends, nous apprenons - j ai appris

24 24 wachten slaan drinken begrijpen je vais attendre - j attends, nous attendons - j ai attendu je vais battre - je bats, nous battons - j ai battu je vais boire - je bois, nous buvons - j ai bu je vais comprendre - je comprends, nous comprenons - j ai compris concluderen/besluiten je vais conclure - je conclus, nous concluons - j ai conclu leiden/besturen kennen overtuigen vrezen geloven/denken koken/bakken/braden je vais conduire je conduis, nous conduisons - j ai conduit je vais connaître - je connais, nous connaissons - j ai connu je vais convaincre - je convaincs, nous convainquons - j ai convaincu je vais craindre - je crains, nous craignons - j ai craint je vais croire - je crois, nous croyons - j ai cru je vais cuire - je cuis, nous cuisons - j ai cuit verdedigen/verbieden je vais défendre - je défends, nous défendons - j ai défendu dalen/uitstappen zeggen beschrijven (schrijven = écrire) horen zijn insluiten 7 introduceren doen/maken/laten bijsluiten/bereiken (telefonisch) lezen leggen/zetten geboren worden schaden verschijnen schilderen verliezen veroorloven/toestaan behagen/bevallen nemen je vais descendre - je descends, nous descendons - je suis descendu(e) je vais dire - je dis, nous disons - j ai dit je vais (d)écrire - j (je d )écris, nous (d)écrivons - j ai (d)écrit je vais entendre - j entends, nous entendons - j ai entendu je vais être - je suis, nous sommes - j ai été je vais inclure - j inclus, nous incluons - j ai inclus je vais introduire - j introduis, nous introduisons - j ai introduit je vais faire - je fais, nous faisons - j ai fait je vais joindre - je joins, nous joignons - j ai joint je vais lire - je lis, nous lisons - j ai lu je vais mettre - je mets, nous mettons - j ai mis je vais naître - je nais, nous naissons - je suis né(e) je vais nuire - je nuis, nous nuisons - j ai nui je vais paraître - je parais, nous paraissons - j ai paru je vais peindre - je peins, nous peignons - j ai peint je vais perdre - je perds, nous perdons - j ai perdu je vais permettre - je permets, nous permettons - j ai permis je vais plaire - je plais, nous plaisons - j ai plu je vais prendre - je prends, nous prenons - j ai pris

25 25 beloven teruggeven antwoorden oplossen lachen (ver)breken klagen 8 voldoen aan/ voldoende zijn volgen zwijgen vertalen je vais promettre - je promets, nous promettons - j ai promis je vais rendre - je rends, nous rendons - j ai rendu je vais répondre - je réponds, nous répondons - j ai répondu je vais résoudre - je résous, nous résolvons - j ai résolu je vais rire - je ris, nous rions - j ai ri je vais rompre - je romps, nous rompons - j ai rompu je vais me plaindre - je me plains, nous nous plaignons - je me suis plaint(e) je vais suffire - je suffis, nous suffisons - j ai suffi je vais suivre - je suis, nous suivons - j ai suivi je vais me taire - je me tais, nous nous taisons - je me suis tu je vais traduire - je traduis, nous traduisons - j ai traduit overwinnen/overtreffen je vais vaincre - je vaincs, nous vainquons - j ai vaincu verkopen leven je vais vendre - je vends, nous vendons - j ai vendu je vais vivre - je vis, nous vivons - j ai vécu Franse hele werkwoord eindigend op ir 9 ontvangen aankopen/verkrijgen opmerken je vais accueillir - j accueille, nous accueillons - j ai accueilli je vais acquérir - j acquiers, nous acquérons - j ai acquis je vais apercevoir - j aperçois, nous apercevons - j ai aperçu afzwakken/verzwakken je vais affaiblir - j affaiblis, nous affaiblissons - j ai affaibli handelen toebehoren hebben loven/zegenen koken (onpersoonlijk) (hard)lopen/rennen bedekken ontdekken worden je vais agir - j agis, nous agissons - j ai agi je vais appartenir - j appartiens, nous appartenons - j ai appartenu je vais avoir - j ai, nous avons - j ai eu je vais bénir - je bénis, nous bénissons - j ai béni il va bouillir - il bout - il a bouilli je vais courir - je cours, nous courons - j ai couru je vais couvrir - je couvre, nous couvrons - j ai couvert je vais découvrir - je découvre, nous découvrons - j ai découvert je vais devenir - je deviens, nous devenons - je suis devenu(e) moeten/verschuldigd zijn je vais devoir - je dois, nous devons - j ai dû slapen je vais dormir - je dors, nous dormons - j ai dormi

26 26 ontroeren je vais émouvoir - j'émeus, nous émouvons - j ai ému moeten/nodig zijn(onp.) il va falloir - il faut, il nous faut - il a fallu vluchten (be)eindigen haten gaan zitten liegen 10 sterven gehoorzamen (ver)krijgen aanbieden openen vertrekken regenen (onpers.) voorzien in/van kunnen/mogen voorzien/plannen ontvangen weten/kennen voelen/ruiken bedienen uitgaan zich herinneren houden waard zijn komen zien willen je vais fuir - je fuis, nous fuyons - j ai fui je vais finir - je finis, nous finissons - j ai fini je vais haïr - je hais, nous haïssons - j ai haï je vais m asseoir - je m assieds, nous nous asseyons - je me suis assis(e) je vais mentir - je mens, nous mentons - j ai menti je vais mourir - je meurs, nous mourons - je suis mort(e) je vais obéir - j obéis, nous obéissons - j ai obéi je vais obtenir - j obtiens, nous obtenons - j ai obtenu je vais offrir - j offre, nous offrons - j ai offert je vais ouvrir - j ouvre, nous ouvrons - j ai ouvert je vais partir - je pars, nous partons - je suis parti(e) il va pleuvoir - il pleut - il a plu je vais pourvoir - je pourvois, nous pourvoyons - j ai pourvu je vais pouvoir - je peux, nous pouvons - j ai pu je vais prévoir - je prévois, nous prévoyons - j ai prévu je vais recevoir - je reçois, nous recevons - j ai reçu je vais savoir - je sais, nous savons - j ai su je vais sentir - je sens, nous sentons - j ai senti je vais servir - je sers, nous servons - j ai servi je vais sortir - je sors, nous sortons - je suis sorti(e) je vais me souvenir - je me souviens, nous nous souvenons - je me suis souvenu(e) je vais tenir - je tiens, nous tenons - j ai tenu je vais valoir - je vaux, nous valons - j ai valu je vais venir - je viens, nous venons - je suis venu(e) je vais voir - je vois, nous voyons - j ai vu je vais vouloir - je veux, nous voulons - j ai voulu 11 Dit is het einde van CD 2 de Interculture werkwoordtrainer Frans. Meer informatie op

27 27 Interculture taaltrainer Frans 3 CD s CD 3 gesprektrainer Frans 1 Dit is een uitgave van Interculture Amersfoort, alle rechten voorbehouden. Welkom bij de Interculture gesprektrainer Frans. Met deze gesprektrainer oefent u de meest voorkomende Franse zinnen uit het dagelijkse taalgebruik. U hoort eerst de Nederlandse zin, daarna kunt u in een korte pauze de Franse zin uitspreken, vervolgens hoort u de juiste zin in het Frans. Woorden in grijs staat niet op CD, tracks aangegeven met Interculture module 1 1. Begroeten 2 Dag, mevrouw. Bonjour, madame. Goedenavond, mijnheer. Bonsoir, monsieur. Hoe gaat het met u? Comment allez-vous? Uitstekend. Dank u. Je vais très bien. Merci. En met u? Et vous? Ik ben blij u te zien. Je suis content de vous voir. Hebt u een goede reis gehad? Vous avez fait bon voyage? Dag, mevrouw. Wat kan ik voor u doen? Bonjour, madame. Que puis-je faire pour vous? 2. Afscheid nemen 3 Het is tijd om te gaan. C est l heure de partir. Sorry, dat ik zo vroeg weer weg moet. Je regrette de devoir partir si tôt. Tot ziens, mijnheer en nog bedankt. Au revoir, monsieur. Et merci encore. Een fijne dag nog. Bonne journée.

28 28 Insgelijks. De même/pareillement. Ik wens u hetzelfde. Je vous en souhaite autant. Tot straks. A tout à l heure. Tot morgen. A demain. Tot binnenkort, hoop ik. A bientôt, j espère. Fijn weekend. Bon week-end. Welterusten. Bonne nuit. Tot zo meteen. A tout de suite. Ik wens u een goede reis. Je vous souhaite un bon voyage. Goede terugreis. Bon retour. Goede reis. Bonne route. Bedankt voor deze fijne dag. Merci pour cette excellente journée. Bedankt voor uw bezoek. Merci de votre visite. Veel geluk/succes! Bonne chance. Doe uw ouders de groeten. Faites mes amitiés à vos parents. 3. U voorstellen 4 Ik zou mij even willen voorstellen. Permettez-moi de me présenter. Ik ben (noem uw naam). Dit is mijn kaartje. Je suis Voici ma carte. Ik heet (noem uw naam) Je m appelle... Aangenaam (met u kennis te maken). Bonjour./Enchanté (de faire votre connaissance). Dit is de heer Dekkers. Voici monsieur Dekkers.

29 29 Ik stel u mijn vrouw voor. Je vous présente ma femme. Kent u elkaar al? Vous vous connaissez déjà? Ja, nu herinner ik mij u weer. Oui, je me souviens de vous maintenant. Ja, wij hebben al telefonisch contact met elkaar gehad. Oui, nous nous sommes déjà parlé au téléphone. 4. Welkom heten 5 Ik heet u van harte welkom. Je vous souhaite la bienvenue. U bent welkom. Vous êtes les (le/la) bienvenu(e)s. Dag iedereen. Welkom hier. Bonjour à tous. Bienvenue chez nous. We zijn erg blij u te mogen ontmoeten. Nous sommes très heureux de vous rencontrer. [Wees(t)] Welkom. Soyez les bienvenu(e)s. [soyez le/la bienvenu(e)] Ik ben erg blij dat u in zo groten getale aanwezig bent. Je suis très content de vous voir si nombreux. Komt u toch binnen, a.u.b. Mais entrez donc, je vous en prie. Gaat u toch zitten. Asseyez-vous donc. Wij danken u voor uw hartelijke ontvangst. Nous vous remercions de votre accueil chaleureux. We zijn erg blij u te mogen begroeten in ons bedrijf. Nous sommes très heureux de vous accueillir dans notre entreprise. 5. Uw personalia - vos coordonnées 6 Hoe heet u? Comment vous appelez-vous? Wat is uw (achter)naam ook al weer? Quel est votre nom (de famille) déjà? En wat is uw voornaam? Et quel est votre prénom? Ik heet (noem uw naam) Je m appelle Kunt u dat even herhalen a.u.b.? Voulez-vous répéter s il vous plaît? Ik heb het niet goed verstaan. Je n ai pas très bien compris.

30 30 Kunt u uw naam even spellen? Pouvez-vous épeler votre nom, s il vous plaît? Wat is uw adres? Quelle est votre adresse? Wat is uw woonplaats? Quel est votre domicile? Ik woon in Eindhoven. J habite à Eindhoven. Wat is uw nationaliteit? Quelle est votre nationalité? Ik ben Nederlander. Je suis Néerlandais/je suis Néerlandaise. Wat is uw geboortedatum? Quelle est votre date de naissance? Ik ben geboren op 2 oktober Je suis né(e) le deux octobre mil neuf cent cinquante-six. Bent u gehuwd? Vous êtes marié(e)? Nee, ik ben vrijgezel. Non je suis célibataire. Wat is uw beroep? Quelle est votre profession? Ik ben ingenieur. Je suis ingénieur. 6. Een gesprek beginnen 7 Neem me niet kwalijk, mijnheer. Mag ik even storen? Pardon, monsieur. Excusez-moi de vous déranger? Wordt u al geholpen? On s occupe de vous? Pardon, mevrouw. Zou u mij kunnen zeggen of het hotel echt volgeboekt is? Pardon, madame. Pourriez-vous me dire si l hôtel est vraiment complet? Ik wil u zeggen dat het me echt spijt. Je voudrais vous dire que je suis vraiment désolé(e). Mag ik u een vraag stellen? Permettez-moi de vous poser une question? Neem me niet kwalijk dat ik u onderbreek. Ne m en voulez pas si je vous interromps. Zou u dat punt wat nader willen toelichten? Pourriez-vous préciser ce point? Pardon, mijnheer. Kunt u een briefje van 5 euro wisselen? Het is voor de parkeerautomaat. Pardon, monsieur. Avez-vous la monnaie d un billet de cinq euros, s il vous plaît?

31 31 C est pour le parcmètre. Goedenavond mijnheer. Mag ik u wat vragen? Bonsoir, monsieur. Je voudrais avoir un petit renseignement, s il vous plaît? Dag mevrouw. Waarmee kan ik u helpen? Bonjour, madame. Vous désirez? Wat kan ik voor u doen? Que puis-je faire pour vous? Laat me de situatie even uitleggen. Permettez-moi d expliquer la situation. 7. Een gesprek beëindigen 8 Zo. Ik hoop u binnenkort terug te zien. Voilà. J espère vous revoir bientôt. Ik bedank u voor alles. Je vous dis merci pour tout. Graag gedaan. Je vous en prie. Tot uw dienst. A votre service. Niets te danken. Il n y a pas de quoi. Ik moet u bedanken. C est moi qui vous remercie. Dank u voor uw telefoontje. Merci de votre appel. Ik dank u voor uw begrip. Je vous remercie de votre compréhension. Ik wens u nog een fijne dag. Je vous souhaite encore une excellente journée. U ook. A vous aussi. Maakt u zich niet ongerust. Het komt in orde. Ne vous inquiétez pas. Cela va s arranger. We zullen uw probleem serieus bekijken. Nous allons étudier votre problème sérieusement. Aarzelt u niet opnieuw te bellen. N hésitez pas à nous rappeler. Interculture module Bevestigen, instemmen en accepteren Ik ben het met u eens. Je suis d accord avec vous. Ik denk er precies zo over.

32 32 Je suis entièrement de votre avis. U hebt helemaal gelijk Vous avez parfaitement raison. Ja, dat is zo. Oui, c est sûr. Zeker! Certainement! Natuurlijk wel! Bien sûr que oui! Maar natuurlijk! Mais évidemment! Vanzelfsprekend! Bien entendu! Dat klopt helemaal! C est tout à fait ça! O.K. D accord. Akkoord! Oui, ça va!/c est bien! Dat is waar. C est vrai. Precies! Exactement! Ik ben er zeker van. J en suis certain. Ik verzeker u dat het zo is. Je vous assure que c est ainsi. Dat is een prima idee. C est une excellente idée. Ja, dat begrijp ik. Oui, je comprends. Ik kan uw gedachtegang volgen. J approuve votre raisonnement. Er zit wel iets in. Votre point de vue a du bon. U hebt mijn instemming. Je vous donne mon consentement. Hij heeft zijn goedkeuring aan dat plan gegeven. Il a donné son accord à ce projet. Zo denk ik er ook over.

33 33 C est également mon avis. Dat komt me wel heel goed uit. Ça m arrange très bien. Dat schikt prima. Cela me convient parfaitement. Hij heeft de order bevestigd. Il a confirmé la commande. Ik ben helemaal voor. Je suis franchement pour. Hij is akkoord gegaan met dat project. Il a donné son accord à la réalisation de ce projet. Er is niets op tegen, denk ik. Je n y vois pas la moindre objection. We staan welwillend tegenover uw voorstel. Nous sommes favorables à votre proposition. Ik geef toe dat op u dat punt wel enigszins gelijk hebt. J admets que, sur ce point, il y a du vrai dans ce que vous dites. Ik ben er van overtuigd dat dat zo is. Je suis persuadé que c est le cas. 2. Ontkennen, weigeren en afwijzen 10 Dat is niet zo. Ce n est pas vrai. Dat is helemaal niet zo. Ce n est pas du tout le cas. Dat is totaal onmogelijk. C est tout à fait impossible. Ik sla uw aanbod af. Je refuse votre offre. Daar is geen sprake van. C est hors de question. Dat is uitgesloten. C est exclu. Dat is onacceptabel! C est inacceptable! Dat lijkt me onwaarschijnlijk. Cela me semble invraisemblable. Dat moeten we afraden. C est à déconseiller. We moeten daar maar niet op rekenen. Il ne faut pas y compter. Iets klopt er niet.

34 34 Il y a quelque chose qui ne va pas. Dat lijkt me onmogelijk. Cela me paraît impossible. Totaal niet. Absolument pas. Zeker niet! Certainement pas! Dat is niet juist. Ce n est pas correct. Dat is niet goed. Ce n est pas bien. Dat is niet zo. C est faux. U vergist zich, mevrouw. Vous faites erreur, madame. Hij heeft die afspraak afgezegd. Il a annulé ce rendez-vous. Ze heeft afgezegd. Elle s est décommandée. Dat wilde ik helemaal niet zeggen. Ce n est pas du tout ce que je voulais dire. Ik ben het niet eens met uw ideeën. Je ne partage pas vos idées. 3. Ontkenningen 11 Ik heb uw mail niet binnen gekregen. Je n ai pas reçu votre courriel/(e)-)mail. Hij verstaat geen Frans. Il ne comprend pas le français. Ze hebben geen vakantie. Ils n ont pas de vacances. We hebben niets afgesproken. Nous n avons pas fixé de rendez-vous. We vragen nooit inlichtingen. Nous ne demandons jamais de renseignements. Er zijn nooit klachten geweest. Il n y a jamais eu de plaintes. Er is niemand bij me geweest. Personne n est venu me voir. Ze drinkt bijna geen wijn. Elle ne boit guère de vin. Ik heb bijna geen last.

35 35 Je n ai presque pas d ennuis. Ik kan dat dossier nergens vinden. Je ne trouve ce dossier nulle part. Die zending is nog niet binnen. Cet envoi n est pas encore arrivé. Ik heb die bestelling nog niet binnen. Je n ai pas encore reçu cette commande. Er is niets meer over. Il ne reste plus rien. Er is niets meer mogelijk. Plus rien n est possible. Ze hebben maar tien werknemers. Ils n ont que dix employés. 4. Vragen stellen 12 Deel 1 zonder vraagwoord Zou ik de heer Yvetot kunnen spreken? Est-ce que je pourrais parler à Monsieur Yvetot? Is dit boek leverbaar? Est-ce que ce livre est disponible? Is Eindhoven een stad in het westen van het land? Eindhoven, c est une ville dans l ouest du pays? Is uw baas aanwezig? Votre patron est là? Gaat de bank om 5 uur dicht? La banque ferme à 17 heures? Hebt u voldoende gegeten? Avez-vous assez mangé? Is ze op de hoogte van dat voorval? Est-elle au courant de cet incident? Spreekt uw broer Frans? Votre frère, parle-t-il le français? Is het huis groot genoeg? La maison, est-elle assez grande? Is uw man arts? Votre mari, est-il médecin? 5. Vragen stellen 13 Deel 2 met een vraagwoord Met wie spreek ik? Qui est à l appareil? Met wie wilt u spreken?

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden

Taalregels. Praten, hebben, zijn, gaan, De werkwoorden Taalregels In dit grammaticaoverzicht kun je kiezen uit: S Volgorde in de Franse zin S Man, huis, deur, en zwaar, geel, zelfst. naamwoord en bijv. naamwoord S Le, la, les, de lidwoorden S Praten, hebben,

Nadere informatie

basiszinnen spreekvaardigheid

basiszinnen spreekvaardigheid basiszinnen spreekvaardigheid Formele en informele spreektaal In dit hoofdstuk krijg je allerlei uitdrukkingen die je in veel voorkomende gesprekssituaties kunt gebruiken. Er zijn, net zoals in het Nederlands,

Nadere informatie

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal.

J aimerais savoir. Que je suis content! Pourrais-tu parler plus lentement? Bouger me fait mal. Je regrette. Ce n est pas grave. Ce n est pas normal. C est bête. J accepte tes excuses. J en ai marre! Oublions-le. Ne t inquiète pas! N en parlons plus. Profites-en! As-tu envie de Vous avez encore d

Nadere informatie

Talenquest Frans 2thv: Grammatica

Talenquest Frans 2thv: Grammatica Talenquest Frans 2thv: Grammatica Épisode 1: Onregelmatige werkwoorden Er zijn in het Frans naast regelmatige werkwoorden ook onregelmatige werkwoorden. Het is lastig om van onregelmatige werkwoorden de

Nadere informatie

INTERCULTURE werkwoordtrainer Frans track 1. Uitleg: Dit is een uitgave van Interculture Amersfoort, alle rechten voorbehouden.

INTERCULTURE werkwoordtrainer Frans track 1. Uitleg: Dit is een uitgave van Interculture Amersfoort, alle rechten voorbehouden. INTERCULTURE werkwoordtrainer Frans track 1 Dit is een uitgave van Interculture Amersfoort, alle rechten voorbehouden. Welkom bij de werkwoordtrainer Frans. Met deze werkwoordentrainer oefent u 160 veel

Nadere informatie

Le passé composé. = avoir of être + participe passé (= voltooid deelwoord) Infinitif passé composé traduction

Le passé composé. = avoir of être + participe passé (= voltooid deelwoord) Infinitif passé composé traduction Le passé Imparfait Le passé composé = avoir of être + participe passé (= voltooid deelwoord) 1) Etre of avoir a) être Infinitif passé composé traduction Naître Aller Devenir Entrer Monter Rester Partir

Nadere informatie

Aantekening Frans les pronoms personnels

Aantekening Frans les pronoms personnels Aantekening Frans pronoms personnels Aantekening door een scholier 648 woorden 16 februari 2016 0 keer beoordeeld Vak Frans Pronoms personnels Plaats in de zin: Voor alle persoonlijke voornaamwoorden die

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît?

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon.

U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. U21 mezelf en anderen voorstellen. Ik heet Ric. / M n naam is Verdonk. Wat is je voornaam? M n voornaam is Luc. Ziehier m n vriend. Hij heet Yvon. Je m appelle Ric. / Mon nom est Verdonk. Quel est ton

Nadere informatie

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok.

VOCABULAIRE FRANCOFAN 1 MODULE 1 5. bonjour goeiedag voilà daarzo. salut hallo voici hierzo. oui ja aussi ook. non nee d accord ok. basiswoordenschat en uitdrukkingen bonjour goeiedag voilà daarzo salut hallo voici hierzo oui ja aussi ook non nee d accord ok et en les de merci (bien) bedankt les parents de ouders un / une een des /

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Kunt u me alstublieft helpen? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Spreekt u Engels? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Spreekt u _[taal]_?

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie. Om hulp vragen. Vragen of iemand Engels spreekt - Belangrijkste benodigdheden Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Parlez-vous anglais? Vragen of iemand Engels spreekt Parlez-vous _[langue]_? Vragen of iemand een bepaalde taal spreekt

Nadere informatie

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir.

l'argent Donne. L'argent! pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! sûr - T'es sûr? Je connais quelqu'un qui peut. Merci Merci. Au revoir. bon anniversaire Bon anniversaire, mon petit. l'argent Donne. L'argent! le quartier Tu habites dans le quartier? le ticket T'as le ticket? pris J'ai pris mon suppositoire. Dépêche-toi! donne Donne. L'argent!

Nadere informatie

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee

Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Dag, de verbinding werd verbroken Allô, la communication a été coupée Aaloo laa kommuuniekatjoñ aa eetee koepee Blijft u aan de lijn Restez en ligne s.v.p. Restee añ lienju siel voe ple Blijft u aan de

Nadere informatie

4,8. Le Présent (tegenwoordige tijd) Le passé composé. Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari keer beoordeeld

4,8. Le Présent (tegenwoordige tijd) Le passé composé. Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari keer beoordeeld Opdracht door een scholier 744 woorden 7 januari 2008 4,8 360 keer beoordeeld Vak Frans Franse werkwoorden, eindiging op: ir, re, er Deze regels geldt alleen voor werkwoorden die eindigen op ir, re, er

Nadere informatie

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi?

Voudriez-vous me faire savoir si vous pouvez nous recevoir dans votre hôtel le 16 août dans l après-midi? Hilversum, le 15 janvier 2012 Monsieur, J ai l intention de passer mes vacances à Nice pendant la seconde moitié du mois d août. Je ferai le voyage en auto avec ma femme et mes deux fils de 12 et de 15

Nadere informatie

pendant le mieux serait de il vaut mieux

pendant le mieux serait de il vaut mieux en fin de sinon le passe-temps favori le lundi après-midi un dîner de famille grave pendant le mieux serait de il vaut mieux il est facile de il m arrive de j ai appris à parler français de toute façon

Nadere informatie

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais

Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Comprendre et se faire comprendre commence par s exprimer en néerlandais Begrijpen en begrepen worden begint met het spreken van de Nederlandse taal La langue néerlandaise crée un lien entre nous Wat leest

Nadere informatie

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het?

6,6. Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni keer beoordeeld. Grandes Lignes Phrases Clés. Hoofdstuk 1. Ça va? = Hoe gaat het? Begrippenlijst door Jessy 1095 woorden 25 juni 2017 6,6 19 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Grandes Lignes Phrases Clés Hoofdstuk 1 Ça va? = Hoe gaat het? Comment tu t'appelles? = Hoe heet

Nadere informatie

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté!

UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! UNITE 26 : On a joué, on a nagé, on a chanté! Oefening 1: Cherchez les phrases dans le texte. Ecrivez les phrases sans fautes. Zoek volgende zinnen in de tekst. Schrijf ze correct over. - In de namiddag,

Nadere informatie

Chapitre 4, Ensemble!

Chapitre 4, Ensemble! ntwoorden 47 Chapitre 4, Ensemble! Orientation Exercice 1a 1 Grégoire 2 Julia 3 Julia 4 Camille 5 Romain 6 Hugo Exercice 1b B Exercice 1c 1 B 3 4 C 5 6 B 7 B Exercice 2 près le bac, je vais faire des études

Nadere informatie

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands.

Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. II Noteer het juiste woord en vertaal het in het Nederlands. Libre Service Junior 1 HV Kennistoets versie A Unité 4 Toets Exercice A Vocabulaire F-N I Vertaal de vetgedrukte woorden in het Nederlands. 5 points / R 1 Dans ma rue, il y a beaucoup de magasins. 2 L

Nadere informatie

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3

4 nummer 1 nummer 2 nummer 3 Chapitre 0: C est parti 1 a 1) 2 a les vacances de school la nourriture la famille la maison l école les passe-temps het huis de familie de vakantie het eten de hobby s 2 b les vacances la nourriture la

Nadere informatie

Je n ai pas reçu le dépliant.

Je n ai pas reçu le dépliant. 1 Je n ai pas reçu le dépliant. Je bent telefoniste bij de klantendienst van Macro Alleur. Bij de aanbiedingen van de week is er een citruspers Philips AZ77. 1 Lees de dialoog La réception / Le service

Nadere informatie

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten):

Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): Mogelijke 'vragen' mondelinge examens zesde leerjaar (per 4 contacten): 1. Contact 1 t.e.m. 4 (onthoudboek blz. 20-26) 1.1 Parler des vacances. (spreek over jouw bestaande of gedroomde vakantie) Mogelijke

Nadere informatie

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand )

geen voorzetsel in het NL iemand antwoorden répondre à qn ( = quelqu'un = iemand ) Voorzetsels zijn altijd lastig in een vreemde taal. Wanneer vertaal je op met sur, wanneer met de, wanneer met à? Je moet het maar net weten. Of hier opzoeken natuurlijk :-) voorzetsels prépositions geen

Nadere informatie

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden

SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden SECTION 7. LES PRONOMS PERSONNELS de persoonlijke voornaamwoorden INTRODUCTION Alle persoonlijke voornaamwoorden vormen tezamen een groot en essentieel deel van de Franse taal en dan met name op het gebied

Nadere informatie

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2

Frans grammatica hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door Een scholier 768 woorden 30 september 2015 7,3 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Regelmatige ww. Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re Présent J habite

Nadere informatie

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit

Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit Vocabulaire September - december Vijfde leerjaar klas Birgit 1. Kopieer de Franse woorden in de tweede kolom. Let op de accentjes en de hoofdletters! 2. Markeer de mannelijke woorden in het blauw en de

Nadere informatie

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50.

Hôtel Eurocatering. 26 oct. Sauna 24,75 7 173,25. 27 oct. Petit-déjeuner 14,50 15 217,50. Sous-total 3645,25 TVA 21% 765,50. CONTEXTE 1.3 Une erreur dans la facture 1. Lisez les nombres productief kaartjes - klassikaal Zie Fiches à découper. Aantal setjes = 1. Elke leerling krijgt een kaartje. Ze lopen rond in de klas en houden

Nadere informatie

bij, dichtbij, ongeveer à travers door ( heen ) tijdens, gedurende met betrekking tot, over, n.a.v. beletten, evrhinderen

bij, dichtbij, ongeveer à travers door ( heen ) tijdens, gedurende met betrekking tot, over, n.a.v. beletten, evrhinderen teksten CE MAVO voorzetsels près de bij, dichtbij, ongeveer à travers door ( heen ) à côté de naast sur op, over depuis sinds pour voor, om te à cause de vanwege jusqu'à tot, tot aan pendant tijdens, gedurende

Nadere informatie

Samenvatting Frans Grammaticatijden

Samenvatting Frans Grammaticatijden Samenvatting Frans Grammaticatijden Samenvatting door een scholier 908 woorden 28 oktober 2009 7,8 14 keer beoordeeld Vak Frans Passé Composé - Wat in het verleden gebeurt is of wat iemand gedaan heeft.

Nadere informatie

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan.

MÉTRO, BOULOT, DODO. Unité 1. Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. Unité 1 MÉTRO, BOULOT, DODO Vocabulaire 1 Lees de zinnen en kruis het juiste woord / de juiste uitdrukking aan. 1. Aujourd hui, c est la rentrée. Les enfants a reprennent b rangent c terminent l école

Nadere informatie

Le Français des vacances. Niveau

Le Français des vacances. Niveau Le Français des vacances Niveau 1 Unité 1 Se Présenter 1. Lees de volgende uitspraken. Wat zeggen deze mensen? Bonjour Bonsoir Salut Ça va? Ça va, et toi? Ça va, et vous? 2. Luister naar de dialoog. Wat

Nadere informatie

LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF

LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF LE SUBJONCTIF OU L'INDICATIF Après des verbes l'emploi du subjonctif het gebruik van de subjonctief Nous voulons qu'elle parte. Il est souhaitable qu'il vienne. DES VERBES DE VOLONTÉ/DE DÉSIR werkwoorden

Nadere informatie

Éventail-junior. woordkaarten

Éventail-junior. woordkaarten Éventail-junior En action 6 woordkaarten 2 Unité 21 un oncle une tante l anglais (m.) 21 la mer un pays un village une ville jouer de la guitare jouer du piano parler (anglais) parler à (Sam) travailler

Nadere informatie

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk

Quel travail font tes parents? Ma mère travaille à la maison et mon père travaille dans une office. Welk Boekverslag door A. 1461 woorden 16 mei 2005 6.1 445 keer beoordeeld Vak Frans Frans Proefwerk hoofdstuk 12-13-14: Taalvaardigheid: Comment tu t appelles? Comment t appelles tu? Je m appelle Henrike. Wat

Nadere informatie

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé

III. L adjectif. III. L adjectif. 1. Accord de l adjectif 1.1 L adjectif prend s 1.2 L adjectif + E 1.3 L adjectif substantivé III. 1. Accord de l adjectif 1.1 prend s 1.2 + E 1.3 substantivé 2. Les degrés de comparaison 2.1 Les comparatifs 2.2 Les superlatifs 2.3 Les irréguliers 1 III. 1. Accord de l adjectif 1.1. prend S Quand

Nadere informatie

Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois!

Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur ajoutée pour tous les Amstellodamois! Votre excellence, chers amis, Hartelijk welkom, As-salam alaykom Bienvenue à la Nuit des Idées, Le transfert de la magnifique collection des livres français vers l OBA de cette année est une énorme valeur

Nadere informatie

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel.

Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. Rollenspellen groenten-, fruit- en bloemenhandel. 1 Nieuwe klanten zoeken 1.1 Zich inschrijven op een beurs 1.2 Zijn bedrijf voorstellen 1.3 Over de levering praten 1.4 Nieuwe klanten telefonisch benaderen

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module flink gewerkt. Nu kan je zelfstandig verder werken aan module 12. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS

Zich voorstellen. Hoofdstuk 1 Chapitre 1. Se présenter OBJECTIFS Zich voorstellen Se présenter OBJECTIFS Je suis capable de saluer quelqu un. Je me présente avec des formules de base. Je sais dire où j habite. Je communique les langues que je maîtrise. J emploie les

Nadere informatie

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2

Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Voorbeelden van examenopgaven moderne vreemde talen op niveau A2 Niveau: A2 Beheersingsniveau: Kan korte, eenvoudige teksten lezen. Kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse

Nadere informatie

Aantekening Frans Werkwoorden Frans

Aantekening Frans Werkwoorden Frans Aantekening Frans Werkwoorden Frans Aantekening door D. 1120 woorden 21 april 2013 5,5 4 keer beoordeeld Vak Frans Présent Werkwoorden op er Werkwoorden op ir Werkwoorden op -re je parle finis vends tu

Nadere informatie

6.1. Boekverslag door E woorden 19 maart keer beoordeeld

6.1. Boekverslag door E woorden 19 maart keer beoordeeld Boekverslag door E. 1474 woorden 19 maart 2011 6.1 186 keer beoordeeld Vak Frans Aankondiging van de brief, verwijzing naar een artikel - Ik heb uw advertentie in de volkskrant gelezen J ai lu votre annonce

Nadere informatie

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO)

LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) LES CHIFFRES DE 1 À 40 (1STE GRAAD BSO) De zéro à quarante Van nul tot veertig 0 zéro 1 un 11 onze 21 vingt et un 31 trente et un 2 deux 12 douze 22 vingt-deux 32 trente-deux 3 trois 13 treize 23 vingt-trois

Nadere informatie

k ga naar school e vais à l ecole

k ga naar school e vais à l ecole Nederlandstalig onderwijs k ga naar school e vais à l ecole Nederlands Français k ga naar school e vais à l école Wat heb ik goed geslapen. Mama helpt me bij het wassen en aankleden. Ze vertelt me dat

Nadere informatie

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar voor meer informatie.

En action 6. Woordtrainer. Salut! Ga naar  voor meer informatie. Salut! Voor het tweede jaar op rij leer je Frans. Misschien heb je intussen ook al Frans kunnen spreken met Franstaligen. Lukte dat al? Of vond je het nog moeilijk? Bedenk dan dat je vorig jaar nog helemaal

Nadere informatie

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad

Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad dbp Villangues Carnet de voyage, op reis naar Taalstad Auteurs: Els Pieters Diane Olivier Ed de Boer Uitgever: dbp-villangues Ritzema Boskade 7 2101 GL

Nadere informatie

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld

6,1. Aantekening door K woorden 15 november keer beoordeeld Aantekening door K. 1880 woorden 15 november 2014 6,1 18 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord, B.V. un grand magasin = een

Nadere informatie

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen

CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen CA MARCHE 5 : Au carrefour : Nederlands en Franse tekst samen 1 Charles is in de groentenwinkel = Charles est au magasin de légumes. La vendeuse Vraag de meneer wat hij wenst. Monsieur, vous désirez? Vraag

Nadere informatie

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique.

Q U K G D T P E H B Z L R W C I F J M S X. Maman est allée au supermarché. Elle a acheté beaucoup et elle a tout mis. en plastique. 35 unité 1 Welke letters van het alfabet vind je niet terug in het kader? Schrijf ze in de goede volgorde op, dan kun je er een korte Franse zin mee maken. Hoe zeg je hetzelfde in het Nederlands? Q U K

Nadere informatie

Praktische zaken omtrent de vakantieregeling EGOV SELECT

Praktische zaken omtrent de vakantieregeling EGOV SELECT Praktische zaken omtrent de vakantieregeling Questions pratiques concernant les jours de congés Inhoud: 1.Wettelijke vakantie 2.Extra legale verlofdagen a)categoriedagen b)ancieniteitsdagen c) 55+ dagen

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Demander son chemin vers un logement - Trouver Où puis-je trouver? Demander son chemin vers un logement Waar kan ik vinden?... une chambre à louer?... een kamer te huur?... une auberge de jeunesse?... een hostel?... un hôtel?... een hotel?...

Nadere informatie

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1

Unité 5 Diagnose Kopieerblad 1 Unité 5 Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet

Nadere informatie

SECTION 21. LES VERBES EN -IR de werkwoorden eindigend op -ir

SECTION 21. LES VERBES EN -IR de werkwoorden eindigend op -ir SECTION 21. LES VERBES EN -IR de werkwoorden eindigend op -ir INTRODUCTION Voor een aantal werkwoorden die uitgaan op ir geldt een zekere regelmaat. Choisir, finir, réunir, réussir zijn voorbeelden van

Nadere informatie

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting Frans Stencil Franse tijden Samenvatting door een scholier 2255 woorden 17 juli 2006 5,6 431 keer beoordeeld Vak Frans Présent ( Tegenwoordige tijd ). De présent is de tegenwoordige tijd.

Nadere informatie

Samenvatting Frans Oefeningen en herhaling

Samenvatting Frans Oefeningen en herhaling Samenvatting Frans Oefeningen en herhaling Samenvatting door een scholier 1577 woorden 19 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Frans LIDWOORDEN Mannelijk enkelvoud Vrouwelijk enkelvoud Klinker/ stomme h enkelvoud

Nadere informatie

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord

3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord 3 L adjectif Het bijvoeglijk naamwoord Plaats 1. De meeste bijvoeglijke naamwoorden staan achter het zelfstandig naamwoord, zeker als het bijvoeglijk naamwoord meer dan een lettergreep heeft. un livre

Nadere informatie

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering.

Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO)

Bonjour, Amicalement. Peter SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) SE PRÉSENTER (2DE GRAAD BSO) 1 Lisez la lettre et complétez la fiche. (compréhension écrite) Lees de brief en vul de fiche aan. Bonjour, Je m'appelle Peter Versteene et j'ai treize ans. J'habite à Steenderen

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... une chambre à louer?... une auberge de jeunesse?... un hôtel?... une chambre d'hôtes?... un camping? Quels sont les prix là-bas? Over

Nadere informatie

FABULOUS CHIC WINTER LODGE CHRISTMAS MORNING BALANCED WHITE

FABULOUS CHIC WINTER LODGE CHRISTMAS MORNING BALANCED WHITE FABULOUS CHIC WINTER LODGE CHRISTMAS MORNING BALANCED WHITE We presenteren u graag onze nieuwe kerstthema s: FABULOUS CHIC, WINTER LODGE, CHRISTMAS MORNING, BALANCED WHITE.* Naast deze thema s blijven

Nadere informatie

DREAMS NATURE GLAMOUR WINTER

DREAMS NATURE GLAMOUR WINTER CHRISTMAS at work 2014 We presenteren u graag onze nieuwe kerstthema s: DREAMS, NATURE, GLAMOUR, WINTER Naast deze thema s blijven we u ook onze CLASSIC-thema s (rood, zilver of goud) aanbieden; onze sfeer-volle

Nadere informatie

Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1

Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1 Voorbeelden van examenopgaven op niveau A2, B1, B2, C1 Per ERK-niveau en descriptor zijn voorbeelden opgenomen van mogelijke eindexamenopgaven. 3.1 Toelichting bij de voorbeelden Onder opgave wordt hier

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in de vorige module goed gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 11. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je een dialoog of een oefening moet

Nadere informatie

Vendredi le dix-huit de cembre 2015.

Vendredi le dix-huit de cembre 2015. 2 Vendredi le dix-huit de cembre 205. Aangezien het jullie eerste jaar Frans is, is het belangrijk dat je continu blijft oefenen! (Dus ook in de vakanties ) Om jullie een beetje te verplichten alles bij

Nadere informatie

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE

Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE Opdracht A1/A2 EERSTE RONDE TOP 50 FRANCOPHONE (van 17 maart tot 28 maart) Activiteit 1 : ik ken het Franse Welke artiesten en Franse s ken je? Artiest... Chanson..... Artiest... Chanson..... Artiest...

Nadere informatie

C'est fini les vacances!

C'est fini les vacances! Contact 1 C'est fini les vacances! un 1 Écoute les 4 dialogues. ote le numéro de chaque dialogue dans le bon dessin. uister naar de 4 dialogen. oteer het nummer van elke dialoog bij de juiste tekening.

Nadere informatie

bab.la Uitdrukkingen: Persoonlijke correspondentie Gelukwensen Frans-Nederlands

bab.la Uitdrukkingen: Persoonlijke correspondentie Gelukwensen Frans-Nederlands Gelukwensen : Huwelijk Félicitations. Nous vous souhaitons à tous les deux tout le bonheur du monde. Van harte gefeliciteerd. Wij wensen jullie alle geluk in de wereld. Gelukwensen aan een vers Félicitations

Nadere informatie

Op het potje Sur le petit pot

Op het potje Sur le petit pot Op het potje Sur le petit pot Wanneer wordt je kind zindelijk? Wat is zindelijkheid? Je kind is zindelijk als het: - niet meer in zijn broek plast. - overdag droog is. - zelf op het potje of het toilet

Nadere informatie

Samenvatting Frans Grammatica

Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting Frans Grammatica Samenvatting door een scholier 3050 woorden 11 oktober 2008 6,2 213 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! Grammatica Frans eerste jaar 1. Het lidwoord: L article défini

Nadere informatie

Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein?

Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein? 1 Tekst 1 Hoe laat vertrekt de trein? Hallo! Dag! Goedemorgen! Hoe laat is het? - Bijna negen uur. Oké, dan wachten we nog even tot het negen uur is. Goed, het is negen uur. Iedereen is er, behalve Anita.

Nadere informatie

Bilan 4 «À la recherche»

Bilan 4 «À la recherche» Begeleid zelfstandig leren Bilan 4 «À la recherche» Tijdsduur: 50 minuten Benodigdheden: een blauwe en groene balpen Nom:............ Classe:............................ N :............ Een woordje uitleg:

Nadere informatie

Voyage Se débrouiller

Voyage Se débrouiller - Lieux Ik ben de weg kwijt. Ne pas savoir où vous êtes Kunt me op de kaart aanwijzen waar het is? Demander un sur un plan Waar kan ik vinden? Demander où se trouve une en particulier... een toilet?...

Nadere informatie

QUESTIONS RÉPONSES Réf. FIN/PRO/JND/KH/GVDD/2016/42

QUESTIONS RÉPONSES Réf. FIN/PRO/JND/KH/GVDD/2016/42 QUESTIONS RÉPONSES Réf. FIN/PRO/JND/KH/GVDD/2016/42 Marché public de services Q1. De buitendiameter van de kern is 44,45 mm. De dikte van de kern is 6,35 mm (±0,762mm). Kunnen jullie bevestigen of de binnendiameter

Nadere informatie

Le logement. In deze les leert u

Le logement. In deze les leert u Le logement In deze les leert u een woning beschrijven: Ta maison, elle est grande? vragen waar iemand vandaan komt: Je suis de Marseille. Et vous, est-ce que vous êtes d ici? de vormen van het bepaald

Nadere informatie

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze.

Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Spreek Nederlands tijdens de koffiepauze. Gebruik 3 zinnen in het Nederlands tijdens een vergadering. Parlez français à la pause-café. Utilisez 3 phrases en français pendant une réunion. Spreek Nederlands

Nadere informatie

Qui est à l appareil?

Qui est à l appareil? Qui est à l appareil? Plein feu Unité 2 Qui est à l appareil? Unité 2 2 Je leert een kort telefoongesprek voeren vragen of iemand er is afspreken met iemand en vragen of iemand al klaarstaat Het gebruik

Nadere informatie

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen

Reizen Accommodatie. Accommodatie - Vinden. Accommodatie - Boeking. Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen - Vinden Waar kan ik vinden? Où puis-je trouver? Om de weg naar je accommodatie vragen... een kamer te huur?... une chambre à louer?... een hostel?... une auberge de jeunesse?... een hotel?... un hôtel?...

Nadere informatie

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23.

J' à Amersfoort, Lindenlaan 23. Unité Diagnose Kopieerblad Hier kun je jezelf evalueren: Prima! Lukt bijna. Nog even oefenen. Vul hier je antwoorden in en vergelijk met het antwoordenblad. Als je een antwoord niet goed hebt of niet wist,

Nadere informatie

Samenvatting Frans Franconville tape 9

Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting Frans Franconville tape 9 Samenvatting door een scholier 709 woorden 18 november 2006 5,7 18 keer beoordeeld Vak Frans Woordjes étape 9 (handboek) La visite Het bezoek Un hôtel Een hotel La

Nadere informatie

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen).

Exercice 18a De Franse schooldagen zijn lang (omdat er meer lesuren zijn dan in andere landen). Antwoorden 70 C L'organisation scolaire Exercice 15a 1 une nouvelle élève Fragment 2 2 un proviseur Fragment 1 3 un père X 4 deux copains de classe Fragment 3 Exercice 15b 5 de gastgezinnen ontmoeten 2

Nadere informatie

Antwoorden thème 2 Après le bac

Antwoorden thème 2 Après le bac Antwoorden door een scholier 963 woorden 1 november 2012 5,1 6 keer beoordeeld Vak Methode Frans Grandes Lignes Antwoorden thème 2 Après le bac Paragraaf A ORIENTATION Opdracht 1a De tekst onderzoekt voor

Nadere informatie

Zakelijke correspondentie

Zakelijke correspondentie - Aanhef Nederlands Frans Geachte heer President Monsieur le Président, Zeer formeel, geadresseerde heeft een speciale titel die in plaats van de naam wordt gebruikt Geachte heer Formeel, mannelijke geadresseerde,

Nadere informatie

AAN DE ANDERSTALIGE OUDERS VAN KINDEREN IN DE SCHOLEN VAN TERVUREN

AAN DE ANDERSTALIGE OUDERS VAN KINDEREN IN DE SCHOLEN VAN TERVUREN AAN DE ANDERSTALIGE OUDERS VAN KINDEREN IN DE SCHOLEN VAN TERVUREN Hoe schrijf ik mijn kind in op school? Welk schoolgerief moet ik kopen? Wat mag mijn kind eten en drinken op school? Wat heeft mijn kind

Nadere informatie

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement

Voyage Logement. Logement - Trouver. Logement - Réserver. Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement - Trouver Waar kan ik vinden? Demander son chemin vers un logement... een kamer te huur?... een hostel?... een hotel?... een bed-and-breakfast?... een camping? Hoe zijn de prijzen daar? Demander les prix

Nadere informatie

Bulletin d informations novembre 2016

Bulletin d informations novembre 2016 Bulletin d informations novembre 2016 Het Bulletin d informations is een maandelijkse terugkerende nieuwsbrief waarin u op de hoogte wordt gesteld van de laatste nieuwtjes en wetenswaardigheden. Bezoek

Nadere informatie

bab.la Phrases: Personnel Meilleurs Vœux français-néerlandais

bab.la Phrases: Personnel Meilleurs Vœux français-néerlandais Meilleurs Vœux : Mariage Félicitations. Nous vous souhaitons à tous les deux tout le bonheur du monde. Van harte gefeliciteerd. Wij wensen jullie alle geluk in de wereld. Félicitations et meilleurs vœux

Nadere informatie

Getuigenissen Témoignages

Getuigenissen Témoignages «Je tiens, par ce mail, à vous signifier mon mécontentement. Vous qui êtes sensé protéger les joueurs pathologiques ( ), mon mari est exclu ( ) depuis 5 ans volontairement, ( ) Mon mari a ouvert un compte

Nadere informatie

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91

Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85. Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87. Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89. Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 inhoud lente zomer herfst winter Reizen 6 7 32 33 58 59 84 85 Wonen 8 9 34 35 60 61 86 87 Koken & genieten 10 11 36 37 62 63 88 89 Cultuur & vermaak 12 13 38 39 64 65 90 91 Mode & schoonheid 14 15 40 41

Nadere informatie

naam :.. nr. : klas :.. computer :..

naam :.. nr. : klas :.. computer :.. Je hebt het in module 8 knap gedaan. Je mag daarom zelfstandig verder werken aan module 9. Je hebt daarvoor wel je boek 2B nodig. Lees steeds goed de opgave, zodat je weet wat je moet doen. Wanneer je

Nadere informatie

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ )

6,2. Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari keer beoordeeld. 1.-Woorden SO en GP Frans (15/ ) Samenvatting door Jens 368 woorden 10 februari 2015 6,2 11 keer beoordeeld Vak Methode Frans D'accord! 1.-Woorden SO en GP Frans (15/20-01-15) https://www.scholieren.com/verslag/84625 Pagina 1 van 5 Frans

Nadere informatie

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten.

Lees aandachtig de instructies. Als u onzeker bent over een antwoord, sla dan de opgave over. U krijgt dan geen punten. Voyages nieuw 1 Met deze instaptoets kunt u zelf uw kennis van het Frans op niveau A1 toetsen. U krijgt, afhankelijk van uw uitslag, een advies met welke unité van Voyages nieuw 1 u het beste kunt beginnen.

Nadere informatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie

Reizen Algemeen. Algemeen - Belangrijkste benodigdheden. Algemeen - Conversatie - Belangrijkste benodigdheden Can you help me, please? Vous pouvez m'aider, s'il vous plaît? Om hulp vragen Do you speak English? Parlez-vous anglais? Vragen of iemand spreekt Do you speak _[language]_?

Nadere informatie

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:...

Wie helpt? Weet je het nog? Luister en kies de juiste foto. Datum:... Klas:... Naam:... Voornaam:... Naam:... Voornaam:... Datum:... 65 Luister en kies de juiste foto. Éditions VAN IN Onderweg! 3 Reproduction autorisée. Weet je het nog? Wie helpt? Klas:... 142 Onderweg3 GUIDE PROF.indd 142 1/12/14 20:56

Nadere informatie

Veilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant!

Veilig werken? Da s kinderspel! Travailler en toute sécurité? Un jeu d enfant! Onze kinderen zijn onze grootste schatten. We proberen ze zo goed mogelijk af te schermen van alle potentiële gevaren. Maar met onze eigen veiligheid springen we vaak minder zorgzaam om. Met als uitgangspunt

Nadere informatie

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen

Les gebruik je voor zelfstandige naamwoorden in het meervoud. Mannelijk of vrouwelijk maakt niet uit: les frères de broers les soeurs de zussen Werkstuk door een scholier 2812 woorden 7 september 2007 6,9 210 keer beoordeeld Vak Frans Lidwoorden Het bepaald lidwoord In het Nederlands heb je twee bepaalde lidwoorden: de en het. In het Frans heb

Nadere informatie

SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord

SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord SECTION 3. L ADJECTIF het bijvoeglijk naamwoord INTRODUCTION Zo we zijn al lekker op weg! Je hebt nu voldoende bagage om zelfstandige naamwoorden met de juiste lidwoorden te combineren. Twee essentiële

Nadere informatie