Vereniging voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag

Transcriptie

1 SCHOOLVERENIGING Vereniging voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag Hoornbeeck College Van Lodenstein College Statuten en huishoudelijk reglement Vereniging voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag Utrechtseweg 226 Postbus AK Amersfoort T (033) F (033) E vdk@sorg.nl

2 STATUTEN EN HUISHOUDELIJK REGLEMENT van de VERENIGING VOOR ONDERWIJS OP REFORMATORISCHE GRONDSLAG te Amersfoort (opgericht 29 november 1968) 1

3 STATUTEN van de Vereniging voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag 2

4 NAAM, PLAATS VAN VESTIGING EN DATUM OPRICHTING Artikel 1 De Vereniging draagt de naam: Vereniging voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag. Zij is gevestigd te Amersfoort. Zij is opgericht op negen en twintig november negentienhonderd acht en zestig. GRONDSLAG Artikel 2 De grondslag der vereniging is Gods Woord, zoals dit wordt beleden in de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld in de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren zestienhonderdachttien/zestienhonderdnegentien, met handhaving van de Statenvertaling. Artikel 3 De vereniging onderschrijft onvoorwaardelijk en geheel de Heilige Schrift als het onfeilbaar Woord van God alsmede de daarop gegronde Drie Formulieren van Enigheid. Zij handhaaft het gebruik van de Statenvertaling als de getrouwe overzetting van de Heilige Schrift uit de oorspronkelijke talen, zoals deze tot stand gekomen is volgens het besluit van de in artikel 2 genoemde synode. DOEL Artikel 4 De vereniging stelt zich ten doel het verstrekken van voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs, overeenkomstig de in artikel 2 genoemde grondslag. Artikel 4a De vereniging stelt zich voorts ten doel het verstrekken van beroepsonderwijs in de zin van de Wet educatie en beroepsonderwijs, overeenkomstig de in artikel 2 genoemde grondslag. MIDDELEN Artikel 5 De vereniging tracht dit doel te bereiken door het oprichten van één of meer stichtingen met als doel het stichten en in stand houden van één of meer scholen voor voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs en andere vormen van onderwijs alsmede door andere wettige middelen. 3

5 IDENTITEITSBORGING Artikel 6 Het bestuur is gehouden tot het bevorderen en handhaven van de identiteit van de in artikel 5 genoemde scholen die onder de stichting(en) ressorteren. Tot de taak van het bestuur behoort het vaststellen van het benoemingsbeleid van personeelsleden en de uitvoering daarvan en het toelatingsbeleid van leerlingen / studenten en de uitvoering daarvan voor zover het de identiteit betreft. Het bestuur stelt een kaderstellend document vast waarin identiteitsgebonden aspecten ten aanzien van de onderwijsprogrammering, het vak godsdienst en praktische zaken (zoals dagopening en sluiting) in overeenstemming met de voorgestane beginselen worden vastgelegd. Onder meer wordt het gebruik van de psalmberijming van zeventienhonderd drie en zeventig hierin vermeld. Het behoort tot de bevoegdheid van het bestuur een verklaring van geen bezwaar met betrekking tot de identiteit af te geven of te onthouden, alvorens de Raad van Toezicht van de stichting(en) tot benoeming van leden van het College van Bestuur van de stichting(en) overgaat en het College van Bestuur van de stichting(en) tot benoeming van personeelsleden of toelating van leerlingen / studenten overgaat. Verder draagt het bestuur er bij de benoeming zorg voor dat het College van Bestuur van de stichting(en) de personeelsleden een akte van benoeming of aanstelling ter ondertekening voorlegt, waarin onder meer de voorwaarde is opgenomen dat zij de in artikelen 2 en 3 van deze statuten genoemde grondslag onderschrijven en onvoorwaardelijk aanvaarden en dat zij bij al hun handelingen in de eerste plaats de handhaving van de daar uitgesproken beginselen zullen bevorderen. Het bestuur heeft onverminderd de overige bevoegdheden die blijkens de statuten van de in artikel 5 genoemde stichting(en) aan het bestuur zijn toegekend de bevoegdheid tot het doen van een bindende voordracht aan de algemene ledenvergadering voor de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht van de in artikel 5 genoemde stichting(en). LEDEN EN BUITENGEWONE LEDEN Artikel 7 1. Leden der vereniging kunnen zijn alle mannelijke personen die zich daartoe schriftelijk bij de secretaris van het bestuur hebben aangemeld en als zodanig zijn toegelaten. 2. Tot het lidmaatschap kunnen alleen worden toegelaten die mannelijke personen die: a. schriftelijk instemming betuigen met de grondslag en het doel der vereniging als omschreven in de artikelen 2, 3, 4 en 4a dezer statuten; b. het in de artikelen 2 en 3 dezer statuten omschreven beginsel voorstaan in leer en leven alsmede belijdend en kerkelijk lid meelevend lid zijn van de Gereformeerde Gemeenten, de Hersteld Hervormde Kerk, de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, de Christelijke Gereformeerde Kerken of andere gemeenten, een en ander naar het oordeel van het bestuur; c. de leeftijd van een en twintig jaar hebben bereikt, en d. zich verbinden tot het betalen van een jaarlijkse contributie waarvan het minimum wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering. 3. Leerlingen/studenten van een der scholen uitgaande van de in artikel 5 genoemde stichting(en) en personen in dienst van de in artikel 5 genoemde stichting(en) kunnen geen lid zijn van de vereniging. 4

6 Artikel 8 1. Buitengewone leden der vereniging kunnen zijn: a. moeders van leerlingen/studenten van een van de in artikel 5 genoemde stichting(en) uitgaande school die als gezinshoofd de verantwoordelijkheid dragen voor de opvoeding van hun kinderen; en b. personen in dienst van de in artikel 5 genoemde stichting(en), die zich daartoe schriftelijk bij de secretaris van het bestuur hebben aangemeld en als zodanig zijn toegelaten, waarbij het in artikel 7 lid 2 bepaalde van overeenkomstige toepassing is. 2. Buitengewone leden hebben geen stemrecht en kunnen geen deel uitmaken van het bestuur. Artikel 9 1. Het bestuur beslist binnen drie maanden na aanmelding over de toelating als (buitengewoon) lid. Artikel Het (buitengewoon) lidmaatschap eindigt: a. door overlijden van het (buitengewone) lid; b. na schriftelijke opzegging door het (buitengewone) lid; c. na opzegging namens de vereniging. Deze kan geschieden wanneer een (buitengewoon) lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten voor het (buitengewone) lidmaatschap bij de statuten gesteld, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt alsmede wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het (buitengewone) lidmaatschap te laten voortduren; d. na ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een (buitengewoon) lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt dan wel de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. 2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur. 3. Opzegging van het (buitengewone) lidmaatschap door het (buitengewone) lid of namens de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Echter kan het (buitengewone) lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van het (buitengewone) lid of van de vereniging niet gevergd kan worden het (buitengewone) lidmaatschap te laten voortduren. 4. Ontzetting uit het (buitengewone) lidmaatschap geschiedt door het bestuur. 5. Van een besluit tot opzegging van het (buitengewone) lidmaatschap door de vereniging op grond dat redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het (buitengewone) lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting staat de betrokkene binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene ledenvergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het (buitengewone) lid geschorst. 5

7 BESTUUR Artikel Het bestuur bestaat uit een oneven aantal van tenminste dertien en ten hoogste zeventien personen, die door de algemene ledenvergadering uit de leden der vereniging worden gekozen, met dien verstande dat de echtgenoten van personen in dienst van de in artikel 5 genoemde stichting(en), geen deel uit kunnen maken van het bestuur. 2. Van de in het bestuur van de vereniging zitting hebbende personen dienen er tenminste vijf te behoren tot de Gereformeerde Gemeenten, tenminste twee tot de Hersteld Hervormde Kerk, tenminste twee tot de Gereformeerde Gemeenten in Nederland, tenminste twee tot de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland en tenminste twee tot de Christelijke Gereformeerde Kerken. 3. De zittingsduur van elk bestuurslid bedraagt drie jaar. Jaarlijks treedt bij voorkeur een gelijk aantal bestuursleden af volgens een door het bestuur op te stellen rooster. Aftredende bestuursleden zijn terstond herkiesbaar. In tussentijdse vacatures wordt zo mogelijk in de eerstvolgende algemene ledenvergadering na het ontstaan ervan, voorzien. Een tussentijds gekozen bestuurslid neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in. 4. De benoeming van een bestuurslid geschiedt uit een door het bestuur op te maken bindende voordracht, welke bij de oproeping voor de vergadering wordt meegedeeld. 5. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste tweederde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene ledenvergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste tweederde van de leden tegenwoordig is. 6. Is geen voordracht opgemaakt of besluit de algemene ledenvergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordracht het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene ledenvergadering vrij in de keus. 7. Een bestuurslid kan te allen tijde door de algemene ledenvergadering worden geschorst of ontslagen, mits het besluit daartoe wordt genomen met een meerderheid van tenminste tweederde der geldig uitgebrachte stemmen. Een schorsing die niet binnen drie maanden wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn. Artikel Het bestuur wijst uit zijn midden aan een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, tezamen vormende het dagelijks bestuur. De voorzitter van het bestuur van de vereniging en/of de voorzitter van de Raad van Toezicht van de in artikel 5 genoemde stichting(en) dient belijdend lid te zijn van de Gereformeerde Gemeenten. 2. Het bestuur wijst uit zijn midden voor elk hunner een vervanger alsmede een algemeen-adjunct aan. 3. De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris tezamen. Bij de ontstentenis of verhindering van één hunner wordt deze vervangen door zijn plaatsvervanger en bij ontstentenis of verhindering van deze laatste door de algemeen-adjunct. 6

8 Artikel 13 Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging, met dien verstande dat het de machtiging van de algemene ledenvergadering behoeft: a. voor het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen; b. voor het sluiten van overeenkomsten anders dan ten behoeve van de in artikel 5 genoemde stichting(en), waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt; c. voor het aangaan van geldleningen boven een bedrag van 10% van het eigen vermogen van de vereniging, blijkens de laatstelijk door de algemene ledenvergadering vastgestelde jaarrekening. GELDMIDDELEN Artikel 14 De geldmiddelen van de vereniging worden op wettige wijze verkregen uit contributies, giften, collecten, leningen, legaten en andere haar rechtmatig toekomende baten. Zij mag deze evenwel niet aannemen of aanvaarden, indien daaraan voorwaarden zijn verbonden die haar bij nakoming op enigerlei wijze zouden kunnen noodzaken te handelen in strijd met de artikelen 2, 3, 4, 4a en 5 van deze statuten. Erfstellingen mogen niet anders dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden aanvaard. ALGEMENE LEDENVERGADERING Artikel De algemene ledenvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur, zo dikwijls als het dit wenselijk oordeelt of het volgens de statuten verplicht is. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van alle leden. De termijn voor oproeping bedraagt tenminste zeven dagen. 2. Op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van ééntiende gedeelte der stemmen in een algemene ledenvergadering is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene ledenvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Het verzoek dient een opgave van de te behandelen onderwerpen te bevatten. Indien aan het verzoek tot bijeenroeping binnen veertien dagen nadat dit door het bestuur werd ontvangen geen gevolg wordt gegeven, zullen de verzoekers zelf tot bijeenroeping kunnen overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene ledenvergadering bijeenroept. 7

9 Artikel 16 Jaarlijks wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene ledenvergadering gehouden, behoudens de verlenging van deze termijn door de algemene ledenvergadering. In deze vergadering vindt de periodieke bestuursverkiezing plaats. Tevens brengt het bestuur dan zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van de nodige bescheiden, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Het bestuur doet de jaarrekening vergezeld gaan van een verklaring daaromtrent van een register-accountant. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene ledenvergadering; de algemene ledenvergadering wordt gevraagd het bestuur kwijting te verlenen. STEMMINGEN Artikel 17 Elk niet-geschorst lid heeft een stem. Behoudens het in deze statuten anders bepaalde, worden alle besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Over zaken wordt mondeling, over personen schriftelijk gestemd. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht. Bij staken van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Wordt bij een verkiezing van personen door niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan heeft een tweede vrije stemming, of, ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten plaats. Indien ook dan niemand de volstrekte meerderheid verkrijgt, geldt het volgende: a. ingeval van een bindende voordracht wordt hij geacht te zijn gekozen die bij die tweede stemming de meeste stemmen op zich heeft verenigd, terwijl voor het geval dat bij die tweede stemming de kandidaten een gelijk aantal stemmen op zich hebben verenigd de oudste in jaren geacht zal worden te zijn gekozen; b. indien er geen sprake is van een bindende voordracht dan vindt herstemming plaats tussen hen die bij die tweede stemming tegelijkertijd het hoogste aantal stemmen op zich verenigden, of, indien het hoogste stemmental niet tegelijkertijd verkregen werd door twee of meer personen, tussen hen die bij die tweede stemming de hoogste twee aantallen stemmen verwierven. Wordt bij die derde stemming geen volstrekte meerderheid behaald, dan wordt degene die bij deze laatste stemming het hoogste aantal stemmen verwierf, geacht te zijn gekozen. Wordt bij die derde stemming het hoogste aantal stemmen tegelijkertijd verkregen door twee of meer personen, dan wordt van hen de oudste in jaren geacht te zijn gekozen. Stemmen bij volmacht is niet toegestaan. HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 18 De algemene ledenvergadering stelt een huishoudelijk reglement vast, dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met de wet, ook waar die slechts regelend recht bevat, of met deze statuten. Wijziging van dit reglement kan geschieden bij besluit van de algemene ledenvergadering met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. 8

10 STATUTENWIJZIGING Artikel 19 Wijzigingen in deze statuten zijn mogelijk bij besluit van een algemene ledenvergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet tenminste zeven dagen bedragen. Zij die de oproeping tot de algemene ledenvergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag, waarop de vergadering wordt gehouden. Bovendien wordt de tekst van de voorgestelde wijziging(en) aan de oproeping voor de betreffende vergadering toegevoegd. Tot wijziging van de statuten wordt besloten wanneer het voorstel daartoe is aangenomen met een meerderheid van tenminste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister. Artikel 20 Wijziging van de artikelen 2, 3, 4 en 20 is niet mogelijk. ONTBINDING EN VEREFFENING Artikel 21 Ontbinding van de vereniging is mogelijk bij besluit van de algemene ledenvergadering, genomen op voorstel van het bestuur of van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van ééntiende gedeelte der stemmen in een algemene ledenvergadering, met een stemmenmeerderheid tenminste gelijk aan tweederde deel van het aantal leden der vereniging en verder conform het bepaalde in artikel 19. Een besluit tot ontbinding wordt geacht tevens een besluit tot vereffening te zijn. Indien bij zodanig besluit te dien aanzien geen andere regelingen zijn gesteld, geschiedt de vereffening door het bestuur. Eigendommen en een eventueel batig saldo vervallen bij ontbinding aan de in artikel 5 genoemde stichting(en), tenzij de algemene ledenvergadering besluit het liquidatiesaldo toe te kennen aan één of meer andere instellingen die op dezelfde grondslag staan als de vereniging. SLOTBEPALING Artikel 22 In gevallen waarin de wet, deze statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist het bestuur, behoudens de rechten van de algemene ledenvergadering. Aldus vastgesteld bij notariële akte, verleden d.d. 1 juni De vereniging is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amersfoort onder nr

11 HUISHOUDELIJK REGLEMENT van de Vereniging voor Onderwijs op Reformatorische Grondslag 10

12 LEDEN EN BUITENGEWONE LEDEN Artikel 1 Het verzoek tot het verkrijgen van het (buitengewone) lidmaatschap van de vereniging wordt gericht aan de secretaris. Deze zendt een aanmeldingsformulier toe, met een exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement. Artikel 2 De aanmelding zoals bedoeld in Artikelen 7 en 8 van de statuten is een feit wanneer de secretaris het volledig ingevulde en ondertekende aanmeldingsformulier ontvangen heeft. Deze legt de aanmelding aan het bestuur voor. Artikel 3 Van de beslissing over toelating door het bestuur ontvangt de betrokkene zo spoedig mogelijk bericht. Eerst na ontvangst van een bericht van toelating gaat het lidmaatschap in. Artikel 4 Elk ingeschreven (buitengewoon) lid is de jaarlijkse bijdrage verschuldigd over het gehele jaar waarin hij als (buitengewoon) lid is toegelaten. Bij beëindiging van het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar blijft de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd, behoudens ontheffing door het bestuur. Artikel 5 Elk (buitengewoon) lid is verplicht wijzigingen van de bij de aanmelding verstrekte gegevens zo spoedig mogelijk mee te delen aan de secretaris. BESTUUR Artikel 6 Het bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter, of tenminste drie leden van het bestuur dit wenselijk achten. Artikel 7 Het bestuur is tot het nemen van besluiten slechts bevoegd, indien ter bestuursvergadering tenminste de absolute meerderheid van het aantal in functie zijnde bestuursleden aanwezig is. Artikel 8 Het bestuur is bevoegd ter ondersteuning van zijn werkzaamheden, commissies en adviseurs te benoemen en te ontslaan. De betreffende taken, werkwijze, verantwoordelijkheden worden door het bestuur voor elke commissie of adviseur vastgelegd in een taakomschrijving. 11

13 Artikel 9 Het bestuur is bevoegd bepaalde werkzaamheden of bevoegdheden te delegeren aan het dagelijks bestuur, dat op de eerstvolgende bestuursvergadering rapport uitbrengt van de door hem verrichte werkzaamheden. Artikel 10 Het dagelijks bestuur kan in spoedeisende gevallen beslissen, indien het niet mogelijk is hiervoor een gewone bestuursvergadering te beleggen. Artikel 11 De voorzitter is belast met de leiding van bestuursvergaderingen en van algemene ledenvergaderingen en ziet toe op naleving van statuten en reglementen. Artikel 12 De secretaris is verantwoordelijk voor: a. het convoceren van de bestuursvergaderingen en de algemene ledenvergaderingen; b. het notuleren van alle vergaderingen van bestuur, dagelijks bestuur en de algemene ledenvergaderingen; c. het ter vergadering aanwezig zijn van een exemplaar van de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging; d. het voeren van correspondentie en de zorg voor het archief; e. het bijhouden van de naamlijst van de leden en buitengewone leden; f. het opmaken van een schriftelijk jaarverslag. Artikel 13 De penningmeester is verantwoordelijk voor: a. het beheren van de financiën en de administratie daarvan; b. het opmaken van de jaarrekening. ALGEMENE LEDENVERGADERINGEN Artikel 14 Bij de convocatie voor de algemene ledenvergadering wordt een agenda gevoegd, waarop zoveel mogelijk de onderwerpen vermeld staan, die in de vergadering behandeld zullen worden. Artikel 15 Een algemene ledenvergadering is niet tot het nemen van besluiten bevoegd, indien niet tenminste 50 van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Wanneer in een algemene ledenvergadering het vereiste aantal leden niet aanwezig is, wordt binnen drie maanden opnieuw een vergadering belegd, welke vergadering in ieder geval tot het nemen van die besluiten bevoegd is waartoe de vorige vergadering geen bevoegdheid had. 12

14 WIJZIGING VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT Artikel 16 Voorstellen van de leden tot wijziging van het huishoudelijk reglement worden op de eerstvolgende algemene ledenvergadering aan de orde gesteld, mits deze voorstellen tenminste vier weken voor deze algemene ledenvergadering schriftelijk zijn ingediend, door tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van ééntiende gedeelte der stemmen in een algemene ledenvergadering. 13