Concept statutenwijziging stichting Groningse Schoolvereniging. Naam, zetel en duur. Artikel 1

Transcriptie

1 Concept statutenwijziging stichting Groningse Schoolvereniging Naam, zetel en duur Artikel 1 1. De stichting is genaamd: Stichting Groningse Schoolvereniging. 2. De stichting is gevestigd in de gemeente Groningen. 3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. Doel en middelen Artikel 2 1. Het doel van de stichting is: a. Het stichten en in stand houden van scholen voor alle vormen van onderwijs; b. Het geven van deze vormen van onderwijs aan kinderen, ongeacht hun gezindte, met dien verstande dat dit onderwijs uitgaat van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen; c. Het samenwerken met stichtingen, verenigingen en/of publiekrechtelijke lichamen, die een aanverwant doel nastreven. 2. De stichting tracht dit doel te bereiken met alle wettige middelen. 3. De stichting heeft een ideëel doel en beoogt niet het maken winst. Geldmiddelen Artikel 3 De geldmiddelen van de stichting bestaan uit subsidies, vergoedingen, donaties, schenkingen, erfstelling, legaten, toevallige baten en andere wettige inkomsten. Artikel 4 Erfstellingen mogen niet anders worden aanvaard dan onder het voorrecht van boedelbeschrijving. Bestuur Artikel 5 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit tenminste vijf (5) en ten hoogste zeven (7) personen. 2. Het bestuur van de stichting wordt gevormd door de bestuursleden van de vereniging: Groningse Schoolvereniging, welke vereniging is ingeschreven in het handelsregister van de Kamers van Koophandel onder dossiernummer: , welk dossiernummer valt onder beheer van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland, hierna te noemen: GSV. De benoeming van de bestuursleden geschiedt aan de hand van, een door het bestuur vast te stellen, en vooraf aan de leden van de GSV bekend gemaakte, profielschets. De profielschets bevat de kwaliteiten en deskundigheden waaraan een bestuurslid dient te voldoen.

2 3. De voorzitter van het bestuur wordt in functie gekozen door de algemene ledenvergadering van de GSV. De algemene ledenvergadering van de GSV is tevens bevoegd tot benoeming van de overige bestuursleden van de stichting. De algemene ledenvergadering van de GSV is voorts bevoegd om de voorzitter, alsmede de overige door haar benoemde bestuursleden te schorsen en te ontslaan. 4. Personen in dienst van de GSV en/of de stichting kunnen geen bestuurslid van de stichting zijn. 5. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster. Een volgens het rooster afgetreden bestuurslid is eenmaal herbenoembaar voor dezelfde termijn. Het in een tussentijdse vacature benoemd bestuurslid neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd benoemd. 6. Het lidmaatschap van het bestuur eindigt door overlijden en onder curatelestelling van het bestuurslid, alsmede indien hij in staat in faillissement wordt verklaard. Het lidmaatschap eindigt ook zodra het bestuurslid geen bestuurslid meer is van de GSV. 7. Het bestuur kan een bestuurslid schorsen of ontslaan mits het besluit daartoe wordt genomen door meer dan de helft van het aantal bestuursleden. Degene, die geschorst of ontslagen zal worden, mag over dat voorstel geen stem uitbrengen. 8. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien, met dien verstande dat zolang in een vacature niet is voorzien, de overblijvende leden het bestuur blijven vormen. Tussentijd benoemde bestuursleden nemen voor wat betreft de tijd van aftreden, op het in lid 4 bedoelde rooster de plaats van hun voorganger in. Taken en bevoegdheden bestuur Artikel 6 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en doet dit op basis van een toezichthoudend bestuursconcept. 2. Het bestuur houdt integraal intern toezicht op de werkzaamheden van de directie, op de gang van zaken in de stichting, alsmede op de uitvoering van de kwaliteit van het onderwijs. Het bestuur kan de directie gevraagd en ongevraagd adviseren. Het bestuur is in ieder geval belast met: a. Het toezien op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting, het bereiken van de doelen en gewenste resultaten in de beleidsplannen van de stichting; b. Het houden van toezicht op het functioneren van de directie en het toezien op de naleving van de wettelijke verplichtingen, de Code voor Goed Bestuur en eventuele afwijkingen van die code; c. Het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige, efficiënte en rechtmatige bestemming en aanwending van financiële middelen. 3. Voorbehouden aan het bestuur is besluitvorming strekkende tot: a. vaststelling en wijziging van de strategische doelstellingen van de stichting (missie en visie); b. vaststelling van het toezichtkader; c. vaststelling en wijziging van het school(beleids)plan, het jaarplan en de (meerjaren)begroting van de stichting; d. vaststelling van het bestuursverslag en de jaarrekening van de stichting; e. vaststelling van het managementstatuut;

3 f. benoeming van de controlerend accountant; g. benoeming, schorsing en ontslag van de leden van de directie; h. juridische fusie, splitsing of ontbinding van de stichting; i. bestuursoverdracht van de onderwijsinstelling, wijziging van de doelstelling/grondslag, de verhuizing of opheffing van de school, een nevenvestiging of dislocatie van de school; j. het verkrijgen, bezwaren en vervreemden van onroerend goed; k. duurzame samenwerking met andere instellingen van ingrijpende aard; l. vaststelling van een code Goed Bestuur. 4. Het bestuur, alsmede de voorzitter en een ander bestuurslid gezamenlijk, zijn bevoegd de stichting te vertegenwoordigen. 5. De stichting kent buiten het bestuur geen andere organen die namens de stichting kunnen handelen of zeggenschap in de zin van (gedeelde) bestuursmacht kunnen uitoefenen, behoudens na te melden de door het bestuur aan te stellen directeur en behoudens natuurlijke personen die daartoe op basis van een uitdrukkelijke volmacht door het bestuur worden aangewezen. 6. Het bestuur is bevoegd met voorafgaande toestemming van de algemene ledenvergadering van de GSV tot het sluiten van overeenkomsten, tot het kopen vervreemden, bezwaren, huren of verhuren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheid voor de schuld van een derde verbindt, alsmede tot de overdracht van het bestuur van de onderwijsinstelling. 7. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directieleden. De directie bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur. Binnen de directie draagt de directeur de eindverantwoordelijkheid. De benoeming van de directie geschiedt aan de hand van de door het bestuur vast te stellen selectieprocedure en profielschets. De profielschets bevat de kwaliteiten en deskundigheden waaraan een directie(lid) dient te voldoen. Taken en bevoegdheden directie Artikel 7 1. De directie is belast met de dagelijkse leiding van de onderwijsinstelling en verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs binnen de onderwijsinstelling. 2. De directie is voorts belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid en bevoegd alle daarvoor noodzakelijke handelingen te verrichten op basis van het managementstatuut. 3. Het bestuur mandateert het bestuur en beheer over de onderwijsinstelling aan de directeur door het vaststellen van een managementstatuut waarbinnen hij zijn taken en bevoegdheden dient uit te voeren. 4. Het bestuur kan middels daartoe strekkende volmacht de directeur de bevoegdheid geven om de stichting in en buiten rechte te vertegenwoordigen. 5. De directie geeft leiding aan het personeel dat werkzaamheden verricht voor de onderwijsinstelling. 6. De directie legt aan het bestuur verantwoording af over de uitvoering van de directie-taken waaronder de aan de directeur gemandateerde bestuurstaken. 7. De directie draagt er zorg voor dat het bestuur beschikt over de informatie die vereist is voor de uitoefening van de bestuurstaken waaronder de vaststelling van het beleid als bepaald in de statuten en de uitoefening van het interne toezicht.

4 8. Voorstellen voor besluiten als bedoeld in artikel 6 lid 3, uitgezonderd het derde lid onder g, worden door de directie voorbereid en aan het bestuur voorgelegd, voorzien van een schriftelijke toelichting met vermelding van de gevolgen van het beoogde besluit. Onafhankelijkheid Artikel 8 1. Ieder lid van het bestuur dient zich ten opzichte van medeleden, en ieder deelbelang van de organisatie kritisch te kunnen opstellen. 2. Tot leden van het bestuur wordt niet toegelaten iemand die wegens de vervulling van een bestuurs- of toezichtfunctie bij een andere organisatie in dezelfde sector en dezelfde regio met onverenigbare belangen geconfronteerd kan worden. Werkwijze en vergaderingen van het bestuur Artikel 9 1. Het bestuur benoemt uit zijn midden een secretaris en een penningmeester dan wel een secretaris/penningmeester en een plaatsvervangend voorzitter. 2. Het bestuur kan commissies instellen uit zijn midden die belast zijn met voorbereidende, adviserende taken naar het bestuur. 3. Het bestuur vergadert zo dikwijls de voorzitter en de secretaris gezamenlijk dit wenselijk oordelen, doch tenminste twee maal per jaar. 4. De bestuursvergaderingen worden zo mogelijk schriftelijk geconvoceerd door of namens de secretaris, zo mogelijk op een termijn van tenminste tien dagen. De convocatie bevat de te behandelen agendapunten. 5. Indien twee andere bestuursleden onder schriftelijke opgave van redenen het beleggen van een bestuursvergadering wenselijk achten, is de secretaris verplicht binnen een termijn van een maand na ontvangst van bedoelde brief, het bestuur in vergadering bijeen te roepen. Voldoet de secretaris niet aan deze verplichting, dan zijn de desbetreffende bestuursleden gerechtigd zelf de bestuursvergadering bijeen te roepen. 6. Van alle vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden. Deze notulen dienen op de eerstvolgende vergadering te worden vastgesteld en daartoe door de voorzitter en de secretaris te worden getekend. 7. Jaarlijks voor een (1) juli wordt een vergadering van het bestuur gehouden, waarin het bestuursverslag en de jaarrekening aan de orde komt. Voor het begin van het enig boekjaar dient in een bestuursvergadering de begroting voor het komende jaar te worden vastgesteld. Besluitvorming Artikel Rechtsgeldige besluiten kunnen door het bestuur slechts worden genomen in een vergadering waarin tenminste de helft van het aantal bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd is. Indien zulks niet het geval is, wordt binnen een maand, doch niet binnen tien (10) dagen, een tweede vergadering gehouden waarin besluiten kunnen worden

5 genomen, ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden. Een lid kan zich schriftelijk door een ander lid laten vertegenwoordigen. 2. Tenzij in de statuten anders is bepaald besluit het bestuur met gewone meerderheid van stemmen. 3. Voor zover niet uit de statuten het tegendeel blijkt kan raadpleging van bestuursleden ook plaats vinden per brief of door een electronische verklaring houdende instemming, met dien verstande dat geen besluit zal worden geacht te zijn genomen, indien niet alle bestuursleden zich terzake van het betreffende voorstel schriftelijk dan wel electronisch hebben uitgesproken. Het buiten vergadering genomen besluit wordt nadien aan de notulen toegevoegd. Stemmingen Artikel Stemmingen over zaken geschieden mondeling, stemmingen over personen schriftelijk, met ongetekende briefjes. 2. Blanco stemmen en ongeldige stemmen, zulks ter beoordeling van de voorzitter van de vergadering, zijn van onwaarde en worden geacht niet te zijn uitgebracht. 3. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Bij staking van stemmen over personen beslist het lot. 4. Benoeming van personen kan ook bij acclamatie geschieden. Boekjaar en jaarstukken Artikel Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur van de stichting is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van al hetgeen verder de financiën van de stichting betreft op zodanige wijze boek te houden dat daaruit te allen tijde de rechten en plichten van de stichting kunnen worden gekend. 3. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Daaruit wordt door het bestuur binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een jaarrekening opgemaakt bestaande uit een balans en een staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar. Voorts stelt het bestuur een bestuursverslag op. 4. De jaarrekening wordt ingericht overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de richtlijnen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 5. Verder wordt de jaarrekening gecontroleerd door de accountant die door het bestuur is benoemd. Deze accountant brengt over zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring over de getrouwheid van de in het vorige leden bedoelde stukken. Hij brengt zijn verslag ter kennis van het bestuur. 6. In de jaarvergadering, die jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt gehouden, legt het bestuur rekening en verantwoording af over het verstreken boekjaar, aan de hand van een door het bestuur vastgestelde jaarrekening en bestuursverslag. 7. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren. Huishoudelijk reglement Artikel 13

6 Het bestuur kan de nadere werkwijze en regeling van de taken van het bestuur regelen bij een vast te stellen huishoudelijk reglement. Dit reglement mag geen bepaling bevatten dat in strijd is met de statuten. Wijziging statuten Artikel In de statuten van de stichting kan, behoudens het hierna bepaalde, slechts wijziging worden gebracht in een bestuursvergadering waarin tenminste drie/vierde gedeelte van het aantal bestuursleden aanwezig is en tenminste drie/vierde gedeelte van de door de aanwezige bestuursleden uitgebrachte geldige stemmen voor het voorstel worden uitgebracht. 2. Is in een vergadering, waarin het voorstel tot statutenwijziging wordt behandeld, niet het vereiste aantal bestuursleden aanwezig, dan wordt binnen dertig (30) dagen, doch niet binnen tien (10) dagen, een nieuwe vergadering gehouden, waarin ongeacht het aantal aanwezige bestuursleden tot de wijziging wordt besloten mits tenminste drie/vierde gedeelte van de geldig uitgebrachte stemmen voor het voorstel wordt uitgebracht. 3. De wijziging is eerst van kracht nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Een afschrift daarvan wordt neergelegd in het stichtingenregister, ten kantore van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Groningen. Opheffing Artikel 15 De stichting kan worden opgeheven bij bestuursbesluit, waarbij het bepaalde in artikel 14 lid 1 en 2 van overeenkomstige toepassing is. Bij opheffing van de stichting geschiedt de liquidatie door het bestuur. Aan een eventueel batig saldo bij de vereffening na opheffing overblijvende wordt door het bestuur een bestemming gegeven, zoveel mogelijk in overeenstemming met het doel van de stichting. Toestemming GSV Artikel 16 Besluiten als bedoeld in de artikelen 14 en 15 kunnen slechts worden genomen met toestemming van de algemene ledenvergadering van de GSV. Slotbepaling Artikel 17 Het bestuur beslist ten aanzien van datgene, wat niet in deze statuten is geregeld. (volgt volmacht, slotbepaling in door de notaris op te stellen notariële akte)