Verschillen tussen huisartsenposten op basis van het patiëntenoordeel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verschillen tussen huisartsenposten op basis van het patiëntenoordeel"

Transcriptie

1 Verschillen tussen huisartsenposten op basis van het patiëntenoordeel S. Marcelis Studentnummer: Kenniscentrum Huisartsenposten en spoedeisende zorg Afd. Kwaliteit van Zorg (WOK) UMC St Radboud Nijmegen Begeleiders: Drs. P. Giesen, huisartsonderzoeker Dr. H. Mokkink, methodoloog Scriptie wetenschappelijke stage Geneeskunde 14 juni t/m 2 november 2004

2 Samenvatting Achtergrond: Sinds de oprichting van huisartsenposten staat ter discussie of de kwaliteit van de geleverde huisartsenzorg kan voldoen aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg. Kwaliteit is onder andere te meten door het oordeel van de patiënt over de verkregen zorg in kaart te brengen. Uit onderzoek (Giesen et al.) blijkt dat patiënten die in contact zijn geweest met een huisartsenpost, over het algemeen tevreden zijn, maar dat er duidelijke verschillen in tevredenheid bestaan tussen patiënten. Doel: Deze studie werd uitgevoerd om vast te stellen of er verschillen zijn tussen huisartsenposten op basis van de uitkomsten van het patiëntentevredenheidsonderzoek en of deze verschillen te verklaren zijn door kenmerken van huisartsenposten. Methode: Er werd een data-analyse verricht op de uitkomsten van het patiëntentevredenheidsonderzoek dat werd uitgevoerd bij achttien huisartsenposten. Resultaten: Er blijken verschillen te zijn tussen huisartsenposten (HAP s). Die verschillen openbaren zich met name op het gebied van telefonische hulpverlening, voorlichting over de HAP en bereikbaarheid van de apotheek. Verder zijn er verschillen die te maken hebben met de locatie van de HAP. Als deze patiëntenoordelen gecorreleerd werden met kenmerken van HAP s bleek dat er enkele duidelijke verbanden waren. Er was, bijvoorbeeld, een duidelijke correlatie tussen de tevredenheid met de voorlichting over de HAP en de postomvang. Dit geldt ook voor de bereikbaarheid van de apotheek. Patiënten van posten met een kleine omvang zijn minder ontevreden met de voorlichting over de HAP en de bereikbaarheid van de apotheek. Conclusies en discussie: Er zijn duidelijke verschillen tussen huisartsenposten. Deze verschillen kunnen slechts gedeeltelijk worden verklaard door kenmerken van huisartsenposten. Zie onder het voorwoord voor een Engelstalige samenvatting. 1

3 Inhoudsopgave Samenvatting 1 Inhoudsopgave 2 Voorwoord 3 1 Inleiding Achtergrond Vraagstelling 5 2 Methode Opzet Onderzoekspopulatie Variabelen Het oordeel van de patiënt Kenmerken van huisartsenposten Analyse 9 3 Resultaten Verschillen tussen huisartsenposten Het oordeel over de huisartsenpost Onbeantwoorde verwachtingen Belemmeringen Kenmerken van HAP s als verklaring voor verschillen tussen HAP s Het oordeel over de huisartsenpost Onbeantwoorde verwachtingen Belemmeringen 12 4 Beschouwing Conclusie Discussie en aanbevelingen 13 Afkortingen en definities 15 Literatuur 16 Bijlagen 17 Bijlage I Methode van het patiëntentevredenheidsonderzoek 17 Bijlage II Toelichting bij tabel Bijlage III Codeboek van de SPSS-bestanden 20 Bijlage IV Onderzoeksresultaten 22 Bijlage V Werkplan 28 2

4 Voorwoord Voor dit onderzoek is aangenomen dat de gegevens uit het rapport Huisartsenposten in Nederland. Nieuwe structuren met veel kinderziekten (mei 2004) en de bijbehorende benchmark (zomer 2003) correct zijn. Bij deze wil ik graag mijn begeleiders, Paul Giesen en Henk Mokkink, bedanken, omdat zij ervoor gezorgd hebben dat het onderzoek in goede banen werd geleid. Verder wil ik Eric Moll van Charante bedanken voor zijn opbouwende kritiek op de verschillende versies van mijn verslag. Resi Rutten voor haar hulp bij verkrijgen van gegevens van huisartsenposten die mee hebben gedaan aan het patiëntentevredenheidsonderzoek. Rob Sardeman en zijn secretaresse Bep Liedorp van de Inspectie voor de Gezondheidszorg voor de gegevens van de benchmark van huisartsenposten. En tenslotte Jeroen van de Wijdeven voor zijn algemene steun. Zonder hen allen was dit onderzoek niet mogelijk geweest. Abstract Background: Since the foundation of general practitioner co-operatives stands to discussion whether the quality of the delivered care by general practitioners can meet the conditions of reliable care. Quality can be measured by listening to the judgement of the patient over the obtained care. Research (Giesen et al.) showed that patients that have been in contact with a general practitioner co-operative, are generally satisfied, but clear differences in satisfaction exist between patients. Objectives: This study was designed to determine whether differences in results of the patient satisfaction survey could be explained by differences in characteristics of general practitioner cooperatives. Methods: A data analysis has been carried out on the results of the patient satisfaction survey, which has been carried out by eighteen general practitioner co-operatives. Results: There are differences between general practitioner co-operatives, especially in the field of telephone aid, information over the general practitioner co-operative and accessibility of the pharmacy. Furthermore, there are differences concerning the location of the general practitioners cooperative. There appeared to be some clear correlations between these patient judgements and characteristics of general practitioner co-operatives (GPC). There was, for example, a clear correlation between the contentment with the information over the GPC and the post size. This applies also to the accessibility of the pharmacy. Patients of GPC s with a small size are less dissatisfied with the information over the GPC and the accessibility of the pharmacy. Conclusions and discussion: There are clear differences between general practitioner co-operatives. These differences can only partially be explained by characteristics of general practitioner cooperatives. 3

5 1 Inleiding 1.1 Achtergrond Met de komst van de huisartsenposten in Nederland is de werkdruk voor huisartsen afgenomen en de arbeidssatisfactie toegenomen. [1] Sinds de oprichting van huisartsenposten staat ter discussie of de kwaliteit van de geleverde huisartsenzorg kan voldoen aan de voorwaarden voor verantwoorde zorg. Volgens de Kwaliteitswet is verantwoorde zorg van goed niveau, doelmatig, doeltreffend en patiëntgericht en afgestemd op de reële behoefte van de patiënt. [2] Kwaliteit is onder andere te meten door te luisteren naar het oordeel van de patiënt over de verkregen zorg. Door Giesen et al. is veldonderzoek verricht naar het oordeel van de patiënt met behulp van een betrouwbare en valide vragenlijst. [3,4] Hieruit blijkt dat patiënten over het algemeen tevreden zijn. De organisatie van de huisartsenzorg buiten kantooruren is in meerdere landen aan veranderingen onderhevig. [5-12] De huidige organisatie in Engeland en Denemarken is enigszins vergelijkbaar met Nederland. In Engeland, waar huisartsenposten al langer bestaan, is eveneens onderzoek [6-8] verricht naar het oordeel van patiënten over huisartsenposten. Hieruit blijkt dat de meeste patiënten, net als in Nederland, tevreden zijn. Daar bleek dat een verkeerde combinatie tussen de verwachte en de gekregen zorg voor een belangrijk deel een negatief patiëntenoordeel kon verklaren. Ook werd er gekeken naar belemmeringen die patiënten ervoeren als ze naar de post kwamen. Het vervoer naar de post blijkt voor patiënten het belangrijkste obstakel. [7,9] Denemarken is in 1992 landelijk overgegaan op grootschalige huisartsenposten om te voorzien in de huisartsenzorg buiten kantooruren. [10-12] Hierdoor is de werkdruk afgenomen. [10] De patiënten krijgen tegenwoordig altijd een volledig opgeleide huisarts aan de telefoon, die de triage uitvoert. Deze huisarts bepaalt of de patiënt een consult of een visite nodig heeft of dat telefonisch advies voldoende is. De verdeling van de geleverde zorg veranderde opvallend. Het aantal visites daalde na de hervorming van 46% naar 18% en het aantal telefonische consulten verdubbelde bijna. Bij gebrek aan voorlichting, verwachtten veel patiënten vlak na de hervorming een visite, terwijl ze nu vaker alleen een telefonisch consult kregen. Onder andere dit zorgde voor een daling van de patiëntentevredenheid. [10,12] Met de tijd steeg de tevredenheid weer. Kennelijk begonnen patiënten gewend te raken aan de nieuwe situatie. Naar aanleiding van klachten van patiënten, en daaropvolgende ongerustheid onder politici, deed de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) onderzoek naar organisatie, toegankelijkheid en kwaliteit van huisartsenposten. Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De IGZ presenteerde haar bevindingen in mei 2004 in het rapport Huisartsenposten in Nederland. Nieuwe structuren met veel kinderziekten. [2] In dit rapport werd 4

6 geconcludeerd dat huisartsenposten in veel gevallen niet voldoen aan voorwaarden voor verantwoorde zorg. De IGZ heeft een aantal punten ter verbetering aangedragen om de verschillen tussen huisartsenposten te verkleinen. Deze punten hadden betrekking op de organisatie, de triage door de assistente, de continuïteit van zorg en de spreiding van de posten door Nederland. Huisartsenposten onderscheiden zich van elkaar op het gebied van organisatie, toegankelijkheid en kwaliteit en de vraag is of er een samenhang bestaat tussen deze onderscheiden aspecten en de tevredenheid van patiënten. Volgens de IGZ valt het aspect toegankelijkheid uiteen in bereikbaarheid, bekendheid en triage. [2] Als deze punten slecht geregeld zijn, ervaart de patiënt dit als belemmeringen die het contact met een huisartsenpost in de weg staan. Het aspect kwaliteit heeft te maken met onder andere deskundigheid. [2] De tevredenheid van patiënten hangt nauw samen met de mate van afstemming tussen het hulpverleningsaanbod en de eigen verwachtingen van de patiënt. Al deze aspecten worden mogelijk beïnvloed door de bestaansduur van een post. De bestaansduur is niet te beïnvloeden, maar wel veranderlijk. Het vaststellen van HAP-gebonden factoren die de tevredenheid van patiënten beïnvloeden en die te verbeteren zijn, is van belang voor verbetering van de kwaliteit van zorg. Mogelijk levert dit exploratieve onderzoek hypothesen op over eventuele beïnvloedbare relaties tussen de tevredenheid van patiënten met de geleverde zorg en specifieke kenmerken van een huisartsenpost. Dit onderzoek zou dan kunnen bijdragen aan verbetering van huisartsenposten en daarmee ook aan het ontwikkelen van een kwaliteitssysteem voor huisartsenposten. 1.2 Vraagstelling Door middel van dit onderzoek zal getracht worden de volgende vragen te beantwoorden: 1. Welke verschillen zijn er tussen huisartsenposten op basis van de uitkomsten van het patiëntentevredenheidsonderzoek? 2. Zijn deze verschillen te verklaren door specifieke kenmerken van een huisartsenpost? 5

7 2 Methode 2.1 Opzet Dit onderzoek bestond uit een transversale data-analyse. Door middel van deze data-analyse werden huisartsenposten met elkaar vergeleken. Allereerst werd er gezocht naar verschillen tussen deze huisartsenposten op basis van het patiëntentevredenheidsonderzoek. [3,4] Vervolgens werden de patiëntenoordelen, op basis waarvan verschillen tussen huisartsenposten optraden, gecorreleerd met kenmerken van de huisartsenposten. 2.2 Onderzoekspopulatie Inclusie in het onderzoek vond plaats voor huisartsenposten die mee deden aan het patiëntentevredenheidsonderzoek (tot juli 2004) dat werd uitgevoerd door het Kenniscentrum Huisartsenposten en Spoedeisende zorg, afdeling Kwaliteit van Zorg (WOK). De methode van dat onderzoek is weergegeven in bijlage I. Het tweede inclusiecriterium was dat de huisartsenpost meegenomen moest zijn in de benchmark van de Inspectie voor de Gezondheidszorg van juli

8 2.3 Variabelen Het oordeel van de patiënt De gegevens die door middel van ongeveer 300 ingevulde vragenlijsten per HAP zijn verkregen, vormen de uitkomsten van het patiëntentevredenheidsonderzoek (PTO). De 300 lijsten zijn gelijkelijk verdeeld over drie contactvormen. De contactvormen zijn telefonische contacten, consulten en visites. Voor dit onderzoek zijn er dus drie soorten patiënten: telefoonpatiënten, consultpatiënten en visitepatiënten. Een groot deel van de uitkomsten van het PTO bestaat uit het oordeel van de patiënt over de telefonische hulpverlener, de dokter en de organisatie. Dit patiëntoordeel gaven zij door middel van schoolcijfers, de cijfers 1 t/m 10. In tabel 2.1 zijn de aspecten die patiënten beoordeelden, weergegeven. De telefonische hulpverlening en de dokter werden op meerdere punten beoordeeld, maar voor de overzichtelijkheid zijn deze aspecten geclusterd weergegeven. De hulpverlener aan de telefoon en de dokter werden bijvoorbeeld beoordeeld op vriendelijkheid en deskundigheid. De locatie van huisartsenpost werd alleen beoordeeld door patiënten die voor een consult naar de post gingen. Dit geldt ook voor aspecten die direct samenhangen met de locatie, zoals de parkeergelegenheid in de buurt van de post. Tabel 2.1: Patiëntenoordelen; aspecten die door patiënten werden beoordeeld Oordeel over T C V Telefonische hulpverlening (geclusterd) Dokter (geclusterd) Voorlichting over de HAP Bereikbaarheid van de apotheek Telefonische bereikbaarheid De tijd tussen zelf bellen en teruggebeld worden of afspraak Bewegwijzering tot de huisartsenpost Toegankelijkheid van het gebouw Parkeergelegenheid Wachttijd in de wachtkamer Inrichting van de wachtkamer Netheid en hygiëne van de HAP Eindoordeel organisatie = van toepassing voor deze contactvorm - = niet van toepassing voor deze contactvorm Tevens is gevraagd of men vooraf een consult, visite, dan wel telefonisch advies verwachtte. Uit feedbackrapporten [3,4] blijkt dat deze verwachting hun oordeel sterk beïnvloedt. Er is gekeken of er tussen huisartsenposten een relevant verschil is op basis van onbeantwoorde verwachtingen. De uitkomsten van het PTO geven verder een beeld van belemmeringen die patiënten ervoeren toen zij contact hadden met de post. Patiënten kunnen alleen belemmeringen ondervinden als ze daadwerkelijk naar de post gaan. Daarom zijn de verschillen tussen posten op basis van de belemmeringen alleen onderzocht voor de contactvorm consult. 7

9 2.3.2 Kenmerken van huisartsenposten In de zomer van 2003 voerde de IGZ een benchmark van de Nederlandse huisartsenposten uit. Zij formuleerde een aantal criteria waarop de posten werden beoordeeld. De beoordelingsscores van de IGZ en een aantal andere kengetallen zijn voor dit onderzoek als kenmerk meegenomen. Dit heeft geleid tot de eerste veertien kenmerken die weergegeven zijn in tabel 2.2. De overige kenmerken uit deze tabel (15 t/m 21) zijn zelf toegevoegd. Om gegevens over deze kenmerken te verkrijgen, is via e- mail een korte vragenlijst naar de posten verstuurd. Tabel 2.2: Kenmerken van huisartsenposten Nr Kenmerk Type variabele 1 Aantal bestaansjaren van de HAP metrisch (in jaren) 2 Score voor het organisatiebeleid metrisch (schaal 1 t/m 10) 3 Omvang van het verzorgingsgebied metrisch (aantal inwoners) 4 Bevolkingsdichtheid (inwoners in verzorgingsgebied metrisch (aantal per km 2 ) gedeeld door de oppervlakte van het gebied) 5 Score voor de telefonische bereikbaarheid metrisch (schaal 0 t/m 5) 6 Percentage inwoners dat langer dan 15 minuten moet metrisch (in procenten) reizen naar de HAP 7 Gemiddelde reistijd van de patiënt thuis tot de HAP metrisch (in minuten) 8 Score voor de algemene kwaliteit van de post metrisch (schaal 1 t/m 10) 9 Score voor de deskundigheid van de medewerkers metrisch (schaal 1 t/m 10) 10 Score voor de mate van protocollair werken metrisch (schaal 1 t/m 10) 11 Score voor de triage metrisch (schaal 1 t/m 10) 12 Score voor het dossier metrisch (schaal 1 t/m 10) 13 Score voor de registratie/overdracht medische gegevens metrisch (schaal 1 t/m 10) 14 Score voor de medicatie veiligheid metrisch (schaal 1 t/m 10) 15 Jaarlijks aantal contacten metrisch (totaal aantal contacten) 16 Verdeling van deze contacten in telefoon, consult en visite metrisch (in procenten) 17 Aanwezigheid van een telefoonarts dichotoom (ja of nee) 18 Afstand van de HAP tot de SEH dichotoom (vlakbij of niet vlakbij) 19 HAP heeft één vaste apotheek dichotoom (ja of nee) 20 Afstand van de HAP tot die vaste apotheek* dichotoom (vlakbij of niet vlakbij) 21 Bestuursvorm dichotoom (coöperatie of stichting) *Omdat niet alle huisartsenposten gebruik maken van één vaste apotheek, kan de afstand tot de vaste apotheek niet voor alle posten worden berekend. Interessant zijn met name de gegevens met betrekking tot de omvang en de bevolkingsdichtheid van het verzorgingsgebied, de telefonische bereikbaarheid en of er een telefoonarts werkzaam is op de post. Ook de samengestelde scores voor de deskundigheid van de medewerkers op de post en uitvoering van de triage zijn interessant. Voor de deskundigheidsscore bepaalde de IGZ het opleidingsniveau van de dokterassistenten. Voor de triagescore werd onder andere nagegaan door wie de triage uitgevoerd werd. Een toelichting bij deze tabel is te vinden in bijlage II 8

10 2.4 Analyse Om het eerste deel van de vraagstelling te beantwoorden, zijn de verschillen tussen huisartsenposten, op basis van de uitkomsten van het PTO, onderzocht. De patiëntenoordelen waarbij relevante verschillen tussen huisartsenposten optraden, werden vervolgens als variabelen gebruikt om het tweede deel van de vraagstelling te beantwoorden. De ingevulde vragenlijsten, onderverdeeld in telefonische contacten, consulten en visites, waren reeds ingevoerd in SPSS. Om verschillen tussen de huisartsenposten op basis van de patiëntenoordelen te meten, zijn de vragenlijsten per contactvorm geanalyseerd in SPSS. Voor elke contactvorm is per aspect (patiëntenoordeel) een standaarddeviatie op patiëntniveau berekend. Dat houdt in dat er een gemiddeld oordeel per aspect is berekend voor alle patiënten samen. Bij dit gemiddelde oordeel hoort een standaarddeviatie. Vervolgens is er een postniveau gecreëerd door het oordeel van alle patiënten van één post te middelen. Hierdoor ontstaat er één patiëntenoordeel per post. Op postniveau is gekeken of het spreiding tussen het hoogste en het laagste patiëntenoordeel groter was dan de helft van deze standaarddeviatie. [13] Indien dat het geval was, dan werd vastgesteld dat het verschil tussen de posten voor dat patiëntenoordeel relevant was. Daarna werd er gekeken of één huisartsenpost voor een specifiek patiëntenoordeel sterk afweek van de rest. Als dit het geval was, werd er een nieuwe analyse verricht, om na te gaan of er nog steeds een statistisch verschil was tussen de posten als de sterk afwijkende huisartsenpost tijdelijk weggelaten werd. Deze werkwijze is niet alleen uitgevoerd voor alle patiëntenoordelen, maar ook voor de onbeantwoorde verwachtingen en belemmeringen. Om het tweede deel van de vraagstelling te beantwoorden zijn de patiëntoordelen, waarvan de verschillen tussen de posten relevant bleken, gecorreleerd met kenmerken van huisartsenposten op basis van hypothesen. Dit is gedaan door middel van een bivariate analyse. Om een bivariate analyse mogelijk te maken, zijn de individuele patiëntoordelen gedichotomiseerd. Patiënten gaven punten van 1 tot en met 10. De cijfers 1 t/m 5 zijn onvoldoende, de cijfers 6 t/m 10 zijn voldoende. Voor de analyse zijn alleen de onvoldoendes meegenomen, zodat duidelijk wordt waar patiënten ontevreden mee zijn. Uit tabel 2.2 wordt duidelijk dat er metrische en dichotome gegevens van kenmerken van huisartsenposten zijn. De metrische kenmerken zijn ook gedichotomiseerd. Dit is voor de scores gebeurd op basis van een theoretisch criterium. Voor de score van de telefonische bereikbaarheid (schaal 0 t/m 5) is het criterium: 0 t/m 2 is onvoldoende en 3 t/m 5 is voldoende. Voor de scores met een tien-puntenschaal is gesteld dat 1 t/m 5 onvoldoende is. Voldoende is dan 6 t/m 10. Voor de overige metrische kenmerken is de mediaan gebruikt. De mediaan is dan de scheidslijn tussen de dichotome uitkomsten. 9

11 In bijlage III is een korte omschrijving van de dichotome en de gedichotomiseerde kenmerken weergegeven. Door dichotomisatie van de gegevens van de kenmerken van posten ontstaan er steeds twee groepen huisartsenposten per kenmerk. Bijvoorbeeld een groep huisartsenposten met een onvoldoende telefonische bereikbaarheid en een groep posten met een voldoende telefonische bereikbaarheid. De correlatie tussen de patiëntenoordelen en de kenmerken van posten werd uitgevoerd door middel van een variantieanalyse (ANOVA). Hierbij werd de η (eta) en de significantie van de correlatie berekend. Hoe de η berekend wordt, is weergegeven in formule 2.1. tussenvariantie η = formule 2.1 binnenvariantie + tussenvariantie Deze associatiemaat geeft de sterkte van het verschil tussen de twee groepen weer. Er is in de beschikbare literatuur gezocht naar normwaarden om aan te geven wanneer er sprake is van welk verschil. Er zijn geen normwaarden gevonden. Daarom is voor dit onderzoek bepaald dat er boven 0,25 sprake is van een verschil tussen de twee groepen. Onder 0,25 is er nauwelijks tot geen verschil. Het verschil tussen twee groepen is significant als de p-waarde lager is dan of gelijk is aan 0,05. 10

12 3 Resultaten Na toepassing van de inclusiecriteria werden achttien huisartsenposten meegenomen als onderzoekspopulatie. De jongste huisartsenpost bestond ten tijde van het PTO ruim één jaar, de oudste post bestond toen ruim zes jaar. Slechts drie van de achttien posten hebben een telefoonarts tot hun beschikking. Ongeveer de helft ligt op het terrein van een ziekenhuis met een spoedeisende hulp. Elf posten maken gebruik van de diensten van een vaste apotheek. Tabellen met resultaten zijn weergegeven in bijlage IV. 3.1 Verschillen tussen huisartsenposten Het oordeel over de huisartsenpost De patiënten beoordeelden huisartsenposten op meerdere punten zeer verschillend. Zo is opvallend dat voor alle contactvormen de beoordeling van de telefonische hulpverlening, de voorlichting over de huisartsenpost en de bereikbaarheid van de apotheek tussen de posten relevant verschilt. Voor de tevredenheid met de bereikbaarheid van de apotheek zijn de verschillen erg groot. Voor de contactvorm visite blijkt één HAP sterk af te wijken van de overige. Van deze relatief jonge post, gelegen in een stedelijk gebied, is ruim 45% ontevreden met de bereikbaarheid van de apotheek. Van de overige posten samen is dit iets meer dan 15%. Patiënten die voor een consult op de post kwamen, beoordeelden aspecten die daarmee samenhangen ook zeer verschillend. Het grootste verschil tussen posten op dat gebied, is de tevredenheid met de parkeergelegenheid. Dit verschil wordt versterkt doordat één huisartsenpost sterk afwijkt van de rest. Deze post bestaat relatief lang en is gelegen in een stedelijk gebied. Ruim 45% van de patiënten van deze post is ontevreden met de parkeergelegenheid, van de overige posten samen is dit slechts iets meer dan 10%. De overige verschillen voor consultpatiënten zijn op het gebied van tevredenheid met de bewegwijzering, toegankelijkheid van het gebouw, wachttijd in -en inrichting van- de wachtkamer en de netheid en hygiëne van de post. Alleen voor de contactvorm visite was er een verschil in tevredenheid met de dokter, dit verschil is echter miniem. Gemiddeld is van de alle visitepatiënten 3% ontevreden met een arts Onbeantwoorde verwachtingen Uit de analyse van de onbeantwoorde verwachtingen blijkt dat er alleen een verschil tussen posten is voor het geval dat patiënten een consult of visite hadden verwacht, maar niet hadden gekregen. Deze patiënten werden alleen telefonisch te woord gestaan. Het blijkt dat dit verschil hoofdzakelijk komt door één huisartsenpost, met een telefoonarts. Van deze post wordt door 31%, van de telefoonpatiënten een consult, en door 27% een visite, verwacht. Van de overige posten tezamen is dit 11

13 voor consult gemiddeld 8% en voor visite gemiddeld 3%. Als voor deze afwijkende post wordt gecorrigeerd, is het verschil tussen de posten te verwaarlozen Belemmeringen Er is één huisartsenpost die sterk afwijkt van de overige. Als hiervoor wordt gecorrigeerd, is het verschil tussen de posten te verwaarlozen. De afwijkende post is in een zeer stedelijk gebied gelegen. Van deze post had 10% moeite met het vinden van de post en voor 18% was de afstand tot de HAP een probleem. Voor de overige posten was dit respectievelijk gemiddeld 2% en 5%. 3.2 Kenmerken van HAP s als verklaring voor verschillen tussen HAP s Het oordeel over de huisartsenpost Aangezien er slechts achttien huisartsenposten werden onderzocht, zijn er weinig significante correlaties tussen de patiëntenoordelen en de kenmerken van posten te verwachten. Toch blijkt dat zeven correlaties significant zijn. De bijbehorende η is in dat geval hoog (0,48 tot 0,74). Daarnaast komt de η nog relatief vaak boven de 0,25. De correlatie van patiëntenoordelen met kenmerken van huisartsenposten heeft een aantal noemenswaardige resultaten tot gevolg. Patiënten van huisartsenposten met een relatief kleine omvang, zijn minder vaak ontevreden met de voorlichting over de post en de bereikbaarheid van de apotheek, dan patiënten van posten met een grote omvang. Daarbij wordt de bereikbaarheid van de apotheek positiever beoordeeld als de HAP niet op het terrein van een spoedeisende hulp gelegen is. Consultpatiënten vinden het prettiger als de apotheek, die ze na hun afspraak moeten bezoeken, altijd dezelfde apotheek is. Consultpatiënten van huisartsenposten met een grote omvang, zijn vaker ontevreden met onder andere de toegankelijkheid van het gebouw, de parkeergelegenheid en de inrichting van de wachtkamer, dan die van posten met een kleine omvang. Telefoonpatiënten beoordelen de telefonische hulpverlening van posten met een telefoonarts positiever, dan van posten zonder telefoonarts. Een voldoende score voor de kwaliteit van de triage heeft een zelfde invloed Onbeantwoorde verwachtingen Het komt bij posten met een telefoonarts significant vaker voor dat telefoonpatiënten vooraf eigenlijk een consult of een visite hadden verwacht. Dit is in overeenstemming met het in paragraaf gemelde resultaat Belemmeringen Patiënten met een relatief lange reistijd (>15 minuten), zien de afstand van thuis tot de huisartsenpost significant vaker als een belemmering, dan patiënten met een korte reistijd. Bovendien vinden patiënten die verder moeten reizen het moeilijker om de huisartsenpost te vinden. 12

14 4 Beschouwing 4.1 Conclusie Er blijken verschillen te bestaan tussen huisartsenposten. Deze verschillen zijn op het gebied van de telefonische hulpverlening en de organisatie. De resultaten wijzen uit dat er nauwelijks verschil is tussen de posten als er wordt gekeken naar hoe patiënten dokters beoordelen. De dokter wordt over het algemeen positief beoordeeld. Doordat op elke post zowel goede als minder goede dokters werken, is er binnen een post wel verschil tussen dokters, maar tussen verschillende posten niet. De verschillen tussen posten op basis van onbeantwoorde verwachtingen ontstaan doordat één huisartsenpost sterk afwijkt van de overige. Voor de verschillen op basis van belemmeringen is hetzelfde het geval. Als deze twee afwijkende posten niet meegenomen werden in de analyse, dan was er geen noemenswaardig verschil tussen de posten. De verschillen tussen huisartsenposten zijn gedeeltelijk te verklaren door kenmerken van huisartsenposten. Er zijn een aantal significante correlaties, waarbij er ook een hoge η werd gevonden. Daarnaast zijn er nog een groot aantal hoge η s gevonden, maar deze bleken niet significant. Tenslotte kan opgemerkt worden dat de patiënten van posten met een kleine omvang, minder vaak ontevreden zijn met de voorlichting over de huisartsenpost en de bereikbaarheid van de apotheek. En als de huisartsenpost op hetzelfde terrein als een SEH gelegen is, komt dat de tevredenheid met de bereikbaarheid van de apotheek niet ten goede. Wellicht moeten patiënten dan verder reizen. 4.2 Discussie en aanbevelingen Voor dit onderzoek zijn achttien huisartsenposten met elkaar vergeleken. Dit is een relatief klein aantal, omdat er na dichotomisatie van de gegevens van de kenmerken van posten soms erg kleine groepen ontstaan. Zo bestaat de groep posten mét telefoonarts uit drie HAP s. Dat betekent dat de groep zonder telefoonarts bestaat uit vijftien HAP s. Dan een tweede voorbeeld, over de apotheek. Iets meer dan de helft van de huisartsenposten maakt gebruik van de diensten van een vaste apotheek. Daarvan is er slechts één post die niet vlakbij die apotheek ligt. Mogelijk is deze ongelijke verdeling van groepen van invloed op de resultaten. De periode waarin dit onderzoek werd uitgevoerd, was te kort om aandacht te besteden aan verstorende variabelen (zoals het feit dat het patiëntentevredenheidsonderzoek niet bij elke post tegelijkertijd werd uitgevoerd). Verstorende variabelen zijn dus niet onderzocht. Mogelijk zijn deze echter wel van invloed op de resultaten. De keuze om de gegevens van de IGZ te gebruiken als kenmerken van huisartsenposten, was achteraf niet zo verstandig. De IGZ voerde de benchmark voor de eerste keer uit. Na hun benchmarking bleek dat sommige scores tamelijk ongelukkig waren samengesteld, dit geldt met name voor de score van de telefonische bereikbaarheid. Huisartsenposten kregen op dit gebied één punt als ze een norm hadden voor de tijd die een patiënt aan de telefoon zit voordat deze iemand te spreken krijgt. Zij kregen dit 13

15 punt ook als de norm 10 minuten of meer was. Posten die geen norm niet hadden, maar wel razendsnel hun patiënten telefonisch te woord stonden kregen geen punt. Desalniettemin zijn de resultaten van dit onderzoek interessant. Ze geven aanleiding tot een groter opgezet vervolgonderzoek. Bij voorkeur moet het vervolgonderzoek landelijk worden uitgevoerd, zodat een groot aantal posten met elkaar kan worden vergeleken. De conclusies, die dan getrokken worden, zijn vele malen betrouwbaarder. Een landelijk onderzoek is wellicht niet haalbaar, omdat de middelen om het doel te bereiken te kostbaar en tijdrovend zijn. Eigenlijk is dat ook niet persé nodig. Als huisartsenposten het feedbackrapport naar aanleiding van het patiëntentevredenheidsonderzoek bestuderen, kunnen ze zichzelf verbeteren. Door meerdere feedbackrapporten met elkaar te vergelijken, kunnen trends worden ontdekt. Deze kunnen door middel van onderzoek worden bewezen, maar de resultaten liggen dan eigenlijk voor de hand. Als er dan toch een landelijk onderzoek uitgevoerd wordt, dan kan dit het beste pas gebeuren als huisartsenposten uit de ontwikkelingsfase zijn. In dat onderzoek kan er meer aandacht worden besteed de invloed van achtergrondfactoren, zoals de gemiddelde leeftijd van de patiënten van een post, en andere factoren die mogelijk de resultaten beïnvloeden. Om deze factoren te onderzoeken, is een multivariate analyse meer geschikt dan een bivariate analyse. Mogelijk verklaren die factoren dat deel van de verschillen tussen posten, dat niet verklaard kan worden door kenmerken van huisartsenposten. Voor een nieuw onderzoek is het onverstandig nogmaals de gegevens van de IGZ te gebruiken. Deze zijn inmiddels gedateerd en niet volledig geschikt voor de correlaties die zouden kunnen worden berekend. Dus zal er eerst onderzoek gedaan moeten worden naar kenmerken van huisartsenposten op basis van nog op te stellen criteria. Uiteraard zijn, tegen de tijd dat een landelijk onderzoek gerealiseerd wordt, de gegevens van het patiëntentevredenheidsonderzoek gedateerd. Het patiëntentevredenheidsonderzoek zou eigenlijk bij alle huisartsenposten opnieuw moeten worden uitgevoerd. Voor dit doel zou de vragenlijst wel korter kunnen, zodat de verwerking van de ingevulde vragenlijsten minder tijd kost. 14

16 Afkortingen en definities Afkorting Betekenis ANOVA Analysis of variance, variantieanalyse ANW-dienst Avond, nacht of weekenddienst: buiten kantooruren (kantooruren: u, maandag tot en met vrijdag) avond nacht en weekend (inclusief erkende feestdagen). [1] Binnenvariantie Variantie binnen één groep huisartsenposten. C Consult; de patiënt komt naar de huisartsenpost om een arts te consulteren. Dichotomie Tweedeling. η Eta, deze Griekse letter is het symbool voor de grootte van het verschil tussen twee groepen. HAD Huisartsendienst, dit is hetzelfde als een huisartsenpost. HAP Huisartsenpost; onderdeel van een HDS, het is een organisatie die voorziet in ANW-zorg. HDS Huisartsen Diensten Structuur; rechtspersoon, bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) aangewezen als zorginstelling, vallend onder de Kwaliteitswet zorginstellingen, en verantwoordelijk voor de voorzieningen op een huisartsenpost. Een HDS kan één of meer HAP s omvatten. [1] IGZ Inspectie voor de Gezondheidszorg. KWAZO Afdeling Kwaliteit van Zorg; vroeger WOK. PTO Patiëntentevredenheidsonderzoek. SEH Spoedeisende Hulp. T Telefonisch contact, de patiënt wordt telefonisch te woord gestaan door een hulpverlener of een arts. In het laatste geval is er sprake van een telefonisch consult. Telefoonarts Een arts die tijdens zijn dienst op de HAP alleen telefonische consulten afhandelt. Triage Het proces van toepassen van voorrangsregels op een ongeordende verzameling hulpvragen en de toedeling van de hulpvraag aan een daarvoor aangestelde of aangewezen gekwalificeerde functionaris. [1] Tussenvariantie Variantie tussen twee groepen huisartsenposten. V Visite; een arts gaat bij een patiënt thuis langs, zodat de patiënt de arts kan consulteren. 15

17 Literatuur 1. Giesen P, Hiemstra N, Mokkink H, Grol R. Tevreden over diensten, centrale huisartsenpost voldoet aan verwachtingen. Medisch Contact 2002; 57(45): Inspectie voor de gezondheidszorg, Huisartsenposten in Nederland. Nieuwe structuren met veel kinderziekten, mei Giesen PHJ, Moll van Charante EP, Goed bevonden. Patiënten geven huisartsenpost het rapportcijfer 8. Medisch Contact 2004; 59(17): Giesen PHJ, Janssens H, Feedbackrapport Huisartsenpost Tiel. Centrale Huisartsenposten: Het oordeel van de patiënt, mei 2004 (zo ook: IJsselland, maart 2004; Leiden, maart 2004; Enschede, mei 2004). 5. Leibowitz R, Day S, Dunt D. A systematic review of the effect of different models of after-hours primary medical care services on clinical outcome, medical workload, and patient and GP satisfaction. Family Practice 2003 Jun; 20(3): McKinley RK, Roberts C, Patient satisfaction with out of hours medical care. Quality in Health Care 2001; 10: Shipman C, Payne F, Dale J, Jessop L, Patient-percieved benefits of and barriers to using out-ofhours primary care centres. Family Practice 2001; 18(2): Salisbury C, Postal survey of patients' satisfaction with a general practice out of hours cooperative. BMJ 1997; 314: Shipman C, Payne F, Hooper R, Dale J, Patient satisfaction with out-of-hours services; how do GP co-operatives compare with deputizing and practice-based arrangements? J Publ Hlth Med 2000; 22(2): Christensen MB, Olesen F, Out of hours service in Denmark: evaluation five years after reform. BMJ 1998; 316: Vedsted P, Christensen MB, The effect of an out-of-hours reform on attendance at casualty wards. The Danish example. Scand J Prim Health Care 2001; 19(2): Hansen BL, Munck A, Out-of-hours service in Denmark: the effect of a structural change. Br J Gen Pract 1998; 48(433): Norman GR, Sloan JA, Wyrwich KW, Point/counterpoint. Interpretation of changes in healthrelated quality of life. The remarkable universality of half a standard deviation. Medical Care 2003; 41(5):

18 Bijlagen Bijlage I Methode van het patiëntentevredenheidsonderzoek I.1 Opzet Het patiëntentevredenheidsonderzoek is een transversaal onderzoek dat uitgevoerd werd met behulp van vragenlijsten. Deze vragenlijst is ontwikkeld door onderzoekers van het Kenniscentrum 'Huisartsenposten en Spoedeisende Zorg' van het UMC St Radboud te Nijmegen in samenwerking met de Universiteit van Amsterdam en de Provinciale Patiënten Consumentenfederatie Gelderland. Het onderzoek heeft tot doel een kwantitatieve beschrijving te geven van de zorg die geleverd wordt door de huisartsenposten in Nederland. I.2 Populatie Voor de survey wordt een steekproef van 600 patiënten uit de populatie van de betreffende HAP genomen. Deze groep wordt gestratificeerd in drie groepen. Deze drie groepen zijn: telefonisch contact, consult of visite. In elk van deze groepen krijgen 200 personen een dag na een contact een enquête thuisgestuurd. De ervaring leert dat de respons per HAP op ongeveer 50% uitkomt [3]. Uit een powerberekening bleek dat 300 ingevulde vragenlijsten per HAP voldoende zijn om conclusies te kunnen trekken. Vandaar dat er 600 vragenlijsten verstuurd zijn. Inmiddels zijn de volgende posten onderzocht: Nijmegen, Winterswijk, Velsen, Almere, Blaricum, Breda, Etten-Leur, Roosendaal, Oosterhout, Bergen op Zoom, Leiden, Alphen aan de Rijn, Capelle aan de IJssel, Enschede, Ede, Tiel, Woerden, Leidsche Rijn, Mesos Overvecht en Diakonessenhuis Utrecht. Het onderzoek is gestart in juni 2003 en is nog lopende [2,3]. Momenteel wordt het onderzoek uitgevoerd in Almelo en in Rotterdam. I.3 Metingen De vragenlijst bestaat uit vijf secties. In het eerste, algemene deel wordt gevraagd naar achtergronden (leeftijd, geslacht, opleiding), verwachtingen (aard en inhoud van het contact), mogelijke belemmeringen om naar de post te komen en of er sprake is van een chronische aandoening. In het tweede, derde en vierde deel van de vragenlijst gaat het respectievelijk om de waardering van de communicatie en de inhoudelijke kwaliteit van de zorg van de hulpverlener aan de telefoon, van de zorg van de huisarts en van de organisatie van de huisartsenpost. Tot slot worden nog enkele vragen gesteld over de continuïteit van de zorg en suggesties ter verbetering van de zorg. Behalve deze 'gesloten' vragen zijn er open vragen en mogelijkheden voor patiënten om commentaar te leveren. Er zijn drie lijsten, aangepast aan de contactvorm (telefonisch, consult of visite). Elke huisartsenpost verstuurt 600 vragenlijsten, gelijkelijk verdeeld over de contactvorm. De vragenlijsten worden een dag na het contact met de huisartsenpost gestuurd; een reminder volgt na tien dagen. De teruggezonden vragenlijsten worden door het Kenniscentrum van het UMC St Radboud in Nijmegen verwerkt, ingevoerd en geanalyseerd. 17

19 I.4 Gegevensverwerking De resultaten worden uitgesplitst in een beschrijving van de onderzoekspopulatie, verwachtingen van de patiënt, belemmeringen ondervonden door de patiënt, continuïteit van zorg, waardering voor de HAP en overige kwalitatieve opmerkingen. I.5 Slotopmerking Op grond van deze analyse ontvangen de huisartsenposten een rapport met de belangrijkste uitkomsten, een vergelijking van hun resultaten met het gemiddelde van alle andere posten en aanbevelingen voor verbeteringen. Bijlage II Toelichting bij tabel 2.2 In deze tabel bestaan bepaalde kenmerken uit scores. Voor de scores van kenmerk 2 en 8 t/m 17 geldt dat deze scores oorspronkelijk een schaal van 1 t/m 10 hadden. Voor dit onderzoek is deze schaalverdeling omgezet in onvoldoende (1 t/m 5) en voldoende (6 t/m 10). Voor de score van kenmerk 5 geldt dat deze score oorspronkelijk een schaal van 1 t/m 5 had. Voor dit onderzoek is deze schaalverdeling omgezet in onvoldoende (0 t/m 2) en voldoende (3 t/m 5). De onderstaande nummering komt overeen met de nummering van de kenmerken in tabel 2.2. De eerste veertien omschrijvingen zijn afkomstig van de benchmark van de IGZ. 1. Het verschil tussen de oprichtingsdatum van de HAP en de maand waarin het feedbackrapport naar aanleiding van het patiëntentevredenheidsonderzoek bij de betreffende post werd afgerond (hierbij is afgerond op hele maanden). 2. De samengestelde organisatiescore is opgebouwd uit de volgende componenten: taakfunctieomschrijvingen management en ondersteunend personeel HDS; contracten voor personeel; BIG controle van aangesloten en waarnemend artsen; vastgelegde medische eindverantwoordelijkheid; beleid t.a.v. verantwoordelijkheid van artsen, doktersassistenten en chauffeurs; aanwezigheid van leidinggevend huisarts of doktersassistente; beleid t.a.v. disfunctioneren van (waarnemend) artsen en doktersassistenten. 3. Aantal inwoners in het opgegeven verzorgingsgebied van de HAP. 4. Aantal inwoners per km² in het opgegeven verzorgingsgebied van de HAP. 5. De samengestelde score telefonische bereikbaarheid is opgebouwd uit de volgende componenten: wachttijd wordt gelimiteerd; norm wachttijd bedraagt minder dan 5 minuten; wachttijd wordt gemeten; HAP is direct bereikbaar (normaal of 0800 tarief); wachtrij kan via een keuzetoets worden omzeild. 6. Percentage inwoners in het verzorgingsgebied van de HAP dat meer dan 15 minuten moet reizen om de HAP te bereiken. 7. Naar inwoners gewogen gemiddelde reistijd voor het verzorgingsgebied. Voor iedere postcode in het verzorgingsgebied is de afstand tot de HAP berekend. Deze afstand wordt gewogen naar aantal 18

20 inwoners, dat betekent dat postcodegebieden met meer inwoners zwaarder meewegen bij de berekening van de gemiddelde reistijd tot de HAP dan postcodegebieden met weinig inwoners. 8. De samengestelde algemene kwaliteitsscore is opgebouwd uit de volgende componenten: kwaliteitsvisie; LHV document Kwaliteitsmodel HAP wordt gebruikt; kwaliteitsjaarverslag; kwaliteitscommissie of -functionaris; certificering vóór 2006; scholingsbeleid; procedure voor interne klachten; procedure voor het melden van incidenten; procedure voor het melden aan de inspectie; registratie van outcomeparameters. 9. De samengestelde deskundigheidsscore is opgebouwd uit de volgende componenten: HDS stelt eisen aan de opleiding van (waarnemend) huisartsen, haio s, doktersassistenten, chauffeurs; >90% van de medewerkers voldoet aan de gestelde opleidingseisen; taakgerichte nascholing (percentage dat centraal wordt bijgehouden). 10. De samengestelde score voor protocollair werken is opgebouwd uit de volgende componenten: protocollen zijn aanwezig en/of geïmplementeerd (dat wil zeggen getoetst in de vragenlijst HDS en in het interview leidinggevenden, én bekend en in gebruik bij uitvoerenden ) en/of geborgd. 11. De samengestelde triagescore is opgebouwd uit de volgende componenten: waar vindt de triage plaats; wie verricht de triage; welke triagemethode wordt gebruikt; wijze van supervisie; tijdstip van supervisie; handelwijze bij spoed; wat is het belangrijkste criterium bij triage. 12. De samengestelde dossierscore is opgebouwd uit de volgende componenten: inzage medische voorgeschiedenis; structurele overdracht bij dienstwisseling; overdracht actuele aandacht patiënten. 13. De samengestelde score registratie en overdracht is opgebouwd uit de volgende componenten: registratie medische gegevens; registratie behandeling (tijdstippen, doktersassistente, arts); wijzigingen geregistreerde gegevens mogelijk; terugrapportage aan huisarts. 14. De samengestelde score voor medicatieveiligheid is opgebouwd uit de volgende componenten: afspraken over voorschrijven; afspraken/ beheer medicijnvoorraad op HAP; afspraken/ beheer medicijnvoorraad visitetas; afspraken medicijnen die onder de opiumwet vallen. 15. Jaarlijks aantal contacten van de huisartsenpost. 16. Verdeling van deze contacten in telefonische contacten, consulten en visites 17. Een telefoonarts is een arts die tijdens zijn of haar dienst alleen telefonische consulten doet en ondertussen de doktersassistentes superviseert. 18. Als een huisartsenpost is gelegen op het terrein van een ziekenhuis met een SEH, dan werd dat gezien als vlakbij de SEH. Als dit niet het geval was, werd de huisartsenpost gezien als een losstaande voorziening. 19

21 Bijlage III Codeboek van de SPSS-bestanden Tabel III.1: Uitkomsten van het patiëntentevredenheidsonderzoek, het SPSS-bestand op patiëntniveau Nr Naam van de variabele Bereik Type Omschrijving/toelichting v_ locatie 1-19 dichotoom 1 = Nijmegen/Wijchen 2 = Tiel 3 = IJmuiden/Velsen 4 = Winterswijk 5 = Blaricum 6 = Almere 7 = Breda 8 = Oosterhout 9 = Etten-Leur 10 = Roosendaal 11 = Bergen op Zoom 12 = IJsselland 13 = Alphen ad Rijn 14 = Leiden 16 = Ede 17 = Harderwijk 18 = Woerden/Leidsche Rijn 19 = Mesos/Diakonessen Verwachtingen v_020 8a. telefonisch contact 1-2 dichotoom 1 = ja, 2 = nee v_022 8b. bezoek aan de dokter 1-2 dichotoom idem v_024 8c. visite 1-2 dichotoom idem Belemmeringen v_ vervoer probleem 1-2 dichotoom 1 = ja, 2 = nee v_070 15a. vinden 1-2 dichotoom idem v_072 15b. vervoer 1-2 dichotoom idem v_074 15c. afstand 1-2 dichotoom idem v_076 15d. niet van huis weg 1-2 dichotoom idem v_078 15e. kosten 1-2 dichotoom idem v_080 15f. handicap 1-2 dichotoom idem v_082 15g. leeftijd 1-2 dichotoom idem v_084 15h. te ziek 1-2 dichotoom idem v_086 15i. anders 1-2 dichotoom idem Patiëntoordelen v_ vriendelijkheid telefonische hulpverlener (tel hvl) 1-10 metrisch 1-5 = onvoldoende, 6-10 = voldoende, 11 = n.v.t. en 99 = missing v_ deskundigheid tel hvl 1-10 metrisch idem v_ serieus nemen tel hvl 1-10 metrisch idem v_ tijd nemen tel hvl 1-10 metrisch idem v_ begrijpen probleem tel hvl 1-10 metrisch idem v_ begrijpelijke uitleg tel hvl 1-10 metrisch idem v_ vertrouwen in tel hvl 1-10 metrisch idem v_ gerustgesteld door tel hvl 1-10 metrisch idem v_ gekregen advies behandeling tel 1-10 metrisch idem hvl v_ uitvoerbaarheid advies tel hvl 1-10 metrisch idem v_ baat advies tel hvl 1-10 metrisch idem v_ eindoordeel telefoon 1-10 metrisch idem v_ vriendelijkheid dokter (dr) 1-10 metrisch idem v_ deskundigheid dr 1-10 metrisch idem v_ serieus nemen dr 1-10 metrisch idem v_ tijd nemen dr 1-10 metrisch idem 20

22 Vervolg tabel III.1 Nr Naam van de variabele Bereik Type Omschrijving/toelichting v_ begrijpen probleem dr 1-10 metrisch idem v_ zorgvuldigheid lo 1-10 metrisch 1-5 = onvoldoende 6-10 = voldoende v_ begrijpelijke uitleg dokter (dr) 1-10 metrisch idem v_ vertrouwen in dr 1-10 metrisch idem v_ geruststelling van dr 1-10 metrisch idem v_ advies of behandeling 1-10 metrisch idem v_ uitvoerbaarheid behandeling 1-10 metrisch idem v_ baat behandeling 1-10 metrisch idem v_ eindoordeel dokter 1-10 metrisch idem v_ voorlichting over HAP 1-10 metrisch idem v_ telefonische bereikbaarheid 1-10 metrisch idem v_ bewegwijzering 1-10 metrisch idem v_ toegankelijkheid 1-10 metrisch idem v_ parkeergelegenheid 1-10 metrisch idem v_ tijd tot terugbellen of tot afspraak 1-10 metrisch idem v_ wachttijd wachtkamer 1-10 metrisch idem v_ inrichting wachtkamer 1-10 metrisch idem v_ netheid en hygiëne 1-10 metrisch idem v_ bereikbaarheid apotheek 1-10 metrisch idem v_ eindoordeel organisatie 1-10 metrisch idem tcv telefonisch contact-, consult- of visitevragenlijst 1-4 dichotoom 1= telefoon, 2 = consult 3 = visite, 4 = telefoonarts (alleen gebruikt voor Ede) Het SPSS-bestand op postniveau bestaat uit één gemiddelde per aspect per post op basis van het bestand dat wordt beschreven in tabel III.1. Tabel III.2: Kenmerken van de huisartsenposten Nr Naam van de variabele Bereik Type Omschrijving/toelichting v_ bestaansduur 1-2 dichotoom 1 = lang, 2 = kort v_ organisatie 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ postomvang (aantal inwoners) 1-2 dichotoom 1 = groot, 2 = klein v_ bevolkingsdichtheid 1-2 dichotoom 1 = stedelijk, 2 = landelijk v_ tel bereikbaarheid 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ percentage inwoners >15min 1-2 dichotoom 1 = laag, 2 = hoog v_ gemiddelde reistijd 1-2 dichotoom 1 = kort, 2 = lang v_ kwaliteit 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ deskundigheid 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ protocollair werken 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ triage 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ dossier 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ registratie 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ medicatie veiligheid 1-2 dichotoom 1 = voldoende, 2 = onvoldoende v_ afstand tot de SEH 1-2 dichotoom 1 = vlakbij, 2 = los v_ vaste apotheek 1-2 dichotoom 1 = ja, 2 = nee v_ afstand tot apotheek 1-2 dichotoom 1 = vlakbij, 2 = los; 11 = nvt v_ coöperatie of stichting 1-2 dichotoom 1 = coöperatie, 2 = stichting v_ jaarlijks aantal contacten 1-2 dichotoom 1 = veel, 2 = weinig v_ verdeling in T, C en V 1-2 dichotoom 1 = veel, 2 = weinig v_ telefoonarts 1-2 dichotoom 1 = ja, 2 = nee 21

23 Bijlage IV Onderzoeksresultaten Om een vollediger beeld te geven van de onderzoeksresultaten zijn in deze bijlage een aantal tabellen met resultaten weergegeven. IV.1 Onderzoekspopulatie In tabel IV.1 is de onderzoekspopulatie weergeven, deze bestaat uit achttien huisartsenposten. Voor elke huisartsenpost zijn vier kenmerken weergegeven. De gegevens van de eerste twee kenmerken zijn afkomstig van de benchmark van de IGZ. De gegevens van de laatste twee uit eigen onderzoek. Tabel IV.1: Onderzoekspopulatie Huisartsenpost Bestaansduur Aantal Jaarlijks Telefoonarts? (in jaren) [2] inwoners [2] aantal contacten Nijmegen en Wijchen 3, ja Gelders Rivierenland (Tiel) 2, nee IJmuiden-Velsen 2, nee Oost Achterhoek (Winterswijk) 1, nee Gooi en Vechtstreek (Blaricum) 1, ja Almere 2, nee Breda 2, nee Oosterhout 3, nee Etten-leur 2, nee Roosendaal 2, nee Bergen op Zoom 2, nee IJsselland (Capelle aan de IJssel) 6, nee Alphen aan de Rijn 2, nee Leiden 3, nee Gelderse Vallei (Ede) 2, ja Noord West Veluwe (Harderwijk) 1, nee Woerden en Leidsche Rijn 1, nee Mesos Overvecht en Diakonessenhuis Utrecht 2, nee 22

Scholingsbeleid. Kwaliteitsvisie

Scholingsbeleid. Kwaliteitsvisie Registratie outcomeparameters Procedure melden inspectie Procedure melden incidenten Procedure voor interne klachten Scholingsbeleid Certificering vóór 2006 Kwaliteitscommissie/functionaris Kwaliteitsjaarverslag

Nadere informatie

Chronisch zieken op de huisartsenpost

Chronisch zieken op de huisartsenpost Chronisch zieken op de huisartsenpost Drs. R.Oosterhof Studentnr: 9726160 Kenniscentrum Huisartsenposten en spoedeisende zorg Afd. Kwaliteit van Zorg UMC St Radboud Nijmegen (WOK) Begeleiders: Drs. P.

Nadere informatie

Samenvatting SAMENVATTING

Samenvatting SAMENVATTING Samenvatting SAMENVATTING De organisatie van de huisartsenzorg buiten kantoortijd is in Nederland in korte tijd omgevormd van kleinschalige waarneemgroepen naar grootschalige centrale huisartsenposten.

Nadere informatie

Hoofdstuk 9 Werken op een huisartsen post: de ervaring van de huisartsen

Hoofdstuk 9 Werken op een huisartsen post: de ervaring van de huisartsen Hoofdstuk 9 Werken op een huisartsen post: de ervaring van de huisartsen J. Post, J. de Haan Samenvatting Inleiding: Aan de huisartsen in de provincie Groningen en de kop van Drenthe werd gevraagd naar

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Onderzoek naar patiënttevredenheid

Onderzoek naar patiënttevredenheid Onderzoek naar patiënttevredenheid Uitslag patiënten enquête 2012 Dermatologisch Centrum Amstel & Vechtstreek Oktober 2012 Introductie In dit rapport vindt u de resultaten van het onderzoek naar de tevredenheid

Nadere informatie

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015. Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC?

RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015. Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC? RESULTATEN PATIENTEN ENQUETE 2015 Hoe vaak heeft u in de afgelopen 6 maanden contact (spreekuur, huisbezoek, telefonisch consult) gehad met de HAPEC? Gemiddeld 5 x Vind u dat u altijd door een arts geholpen

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Huize het Oosten Gemeten met de CQI index April 2014 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: april 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond en

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten

Werkinstructies voor de CQI Huisartsenposten Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg op een huisartsenpost (HAP) te meten vanuit het perspectief van de patiënt. De vragenlijst kan worden

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)

Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Inhoudsopgave Verslag 2-4 Grafieken 5-10 Samenvatting resultaten 11-16 Bijlage - Vragenlijst 17+18 Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN

Nadere informatie

Te snel naar de huisartsenpost

Te snel naar de huisartsenpost Spoedbeleving patiënten is amper te beïnvloeden beeld: Vincent van den Hoogen, HH Te snel naar de huisartsenpost dr. Paul Giesen, huisarts, onderzoeker en projectleider Alice Hammink, MSc onderzoeker dr.

Nadere informatie

Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn

Deelrapportage Apotheken door Cliënten Bekeken Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn Deelrapportage "Apotheken door Cliënten Bekeken" Vorige en huidige meting Apotheek Den Hoorn E Inhoud 1. Inleiding en methode 1 1.1. Achtergrond 1 1.2. Doel van het kwaliteitstraject: meten en verbeteren

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Ervaringen thuiszorgcliënten V&V Raffy Breda Gemeten met de CQI index Februari 2015 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

Vergelijking patiëntoordeel op de Huisartsenpost en Spoed Eisende Hulp

Vergelijking patiëntoordeel op de Huisartsenpost en Spoed Eisende Hulp Vergelijking patiëntoordeel op de Huisartsenpost en Spoed Eisende Hulp Dorien Rottier Studentnr: 0238864 Kenniscentrum Huisartsenposten en spoedeisende zorg Afd. Kwaliteit van Zorg UMC St Radboud Nijmegen

Nadere informatie

Benchmarkbulletin 2010

Benchmarkbulletin 2010 Benchmarkbulletin 2010 Inleiding De benchmark 2010 is in augustus 2011 afgerond. In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste landelijke resultaten. Alle leden van de VHN hebben meegedaan

Nadere informatie

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's

Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Rapportage Ervaringsonderzoek WOT's Versie 5.0.0 Drs. J.J. Laninga December 2015 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde ervaringsonderzoek naar

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/47736

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Ervaringen thuiszorgcliënten V&V De Leystroom Gemeten met de CQI index Februari 2016 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: februari 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC Diabetes Mellitus Eerste lijn

Klanttevredenheidsonderzoek DBC Diabetes Mellitus Eerste lijn Inleiding: Sinds 1 januari 2008 wordt in Noord-Limburg de diabeteszorg in de eerste lijn door Cohesie Cure and Care georganiseerd. De diabeteszorg wordt als DBC Diabetes Mellitus Eerste Lijn op gestructureerde

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014

Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014 Klanttevredenheid Gemeentewinkel Zwijndrecht 2014 Inhoud 1. Conclusies en aanbevelingen 2. Dienstverlening Gemeentewinkel 3. Contact met de gemeente 4. Wensen en behoeften De gemeente Zwijndrecht heeft

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn

Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanttevredenheid consultatiebureaus Careyn Klanten van Careyn over het consultatiebureau Inhoud: 1. Conclusies 2. Algemene dienstverlening 3. Het inloopspreekuur 4. Telefonische dienstverlening 5. Persoonlijk

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

87,6 (bevolkingsonderzoek, inentingen) Voor het uitleg geven over wat de bedoeling is van onderzoeken en

87,6 (bevolkingsonderzoek, inentingen) Voor het uitleg geven over wat de bedoeling is van onderzoeken en Uitkomst Patiëntenoordeel Huisarts GezondheidsCentrum Beverwaard Onderstaande vragenlijst weerspiegelt de prioriteiten van patiënten en huisartsen, is gevalideerd en toepasbaar gebleken. De uitkomst is

Nadere informatie

Slotbeschouwing en conclusie

Slotbeschouwing en conclusie Samenvatting De huisartsenzorg is volop gewikkeld in een transitieproces. De oude huisarts in een solopraktijk is aan het verdwijnen. Overal zien we groepspraktijken ontstaan, vaak in de vorm van een HOED-structuur:

Nadere informatie

Ervaringen met de zorg van de huisarts

Ervaringen met de zorg van de huisarts Ervaringen met de zorg van de huisarts Huisartsenpraktijk Rivierenbuurt - Huisarts Achterhuis te Amsterdam Rapportage patiëntervaringen mei 2017 ARGO BV, mei 2017 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Huisartsenposten, een brug te ver?

Huisartsenposten, een brug te ver? De invloed van de factor afstand op het patiëntenoordeel Drs. M.W.P van den Eijnden Begeleiders: Drs. P. Giesen, huisarts-onderzoeker Dr. H. Mokkink, methodoloog Kenniscentrum huisartsenposten en spoedeisende

Nadere informatie

De toekomst van de acute zorg

De toekomst van de acute zorg De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Stella Zonneveld & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW De landelijke enquête 4000 huisartsen Binnen 2 weken 1400 open reacties

Nadere informatie

Enquête Telefonische dienstverlening

Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Enquête Telefonische dienstverlening Colofon Titel:Enquête Enquete Telefonische dienstverlening Opdrachtgever: Gemeente Velsen Opdrachtnemer: Marieke Galesloot Datum:

Nadere informatie

Bereikbaarheid Huisartsenpraktijken Nijmegen en omgeving

Bereikbaarheid Huisartsenpraktijken Nijmegen en omgeving Bereikbaarheid Huisartsenpraktijken Nijmegen en omgeving Voorwoord In het voorliggende rapport worden de resultaten van het onderzoek weergegeven die de HA Kring Nijmegen en omgeving heeft verricht om

Nadere informatie

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V St. Elisabeth Gemeten met de CQI index

Ervaringen thuiszorgcliënten V&V St. Elisabeth Gemeten met de CQI index Ervaringen thuiszorgcliënten V&V St. Elisabeth Gemeten met de CQI index December 2014 Samenstelling: drs. Jeroen J. Haamers, Versie: december 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 CQI-onderzoek; achtergrond

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Ervaringen met de zorg van de huisarts. Huisartsenpraktijk de Pelikaan

Ervaringen met de zorg van de huisarts. Huisartsenpraktijk de Pelikaan Ervaringen met de zorg van de huisarts Rapportage voor: Huisartsenpraktijk de Pelikaan te Zelhem december 2015 ARGO BV www.argo-rug.nl INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING... 5 1.1 Ervaringen met de zorg

Nadere informatie

Huisartsenzorg Veen, Genderen en Wijk en Aalburg

Huisartsenzorg Veen, Genderen en Wijk en Aalburg Huisartsenzorg Veen, Genderen en Wijk en Aalburg Ontstaan huisartsenpost Oprichting 2002 Posten in s-hertogenbosch, Zaltbommel, Oss en Uden Lagere dienstbelasting voor huisartsen Van circa 700 naar 225

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen

Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken. Groepspraktijk Huizen Door Cliënten Bekeken voor Huisartsenpraktijken Rapportage voor: Groepspraktijk Huizen Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV www.argo-rug.nl INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

Nadere informatie

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Huisartsenzorg Pekkeriet

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Huisartsenzorg Pekkeriet Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Huisartsenzorg Pekkeriet Peildatum: maart 2014 Brenda Pekkeriet, Huisarts Huisartsenzorg Pekkeriet 17 maart 2015 info@huisartsenzorgpekkeriet.nl 1 Aanleiding Om

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Vervolgmeting. Rapportage Gezondheidscentrum Maarn-Maarsbergen

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Vervolgmeting. Rapportage Gezondheidscentrum Maarn-Maarsbergen Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Vervolgmeting Rapportage Gezondheidscentrum Maarn-Maarsbergen ARGO BV 2014 Vervolgmeting Door Cliënten Bekeken In het gezondheidscentrum is een vervolgmeting

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages

Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Stoppen als huisarts: trends in aantallen en percentages Een analyse van de huisartsenregistratie over de

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEW

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEW RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEW Huisartsenpraktijk Heino Rapportage wachtkamerinterview Inleiding Onder de cliënten van huisartsenpraktijk Heino zijn de afgelopen 2 jaren tevredenheidsonderzoeken uitgevoerd.

Nadere informatie

De toekomst van de acute zorg

De toekomst van de acute zorg De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Bart Huber & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW Van enquête naar notitie* 4000 reacties huisartsen 1400 suggesties Themabijeenkomst

Nadere informatie

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief

Factsheet. Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Factsheet Evaluatie van het Transmuraal Interactief Patiënt Platform (TIPP) vanuit patiënten perspectief Onderzoek naar de ervaringen en behoeften van patiënten over TIPP, het verwijsproces en de zorgaanbieders

Nadere informatie

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014

Inspectie Jeugdzorg. Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Inspectie Belevingsonderzoek naar klanttevredenheid 2014 Samenvatting Opzet belevingsonderzoek naar klanttevredenheid De Inspectie heeft een belevingsonderzoek naar klanttevredenheid gedaan, om inzicht

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Vervolgmeting. Rapportage Julius Gezondheidscentrum Veldhuizen

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Vervolgmeting. Rapportage Julius Gezondheidscentrum Veldhuizen Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Vervolgmeting Rapportage Julius Gezondheidscentrum Veldhuizen ARGO BV 2015 Vervolgmeting Door Cliënten Bekeken Op vier locaties van de Stichting Leidsche Rijn

Nadere informatie

Ervaringen met de zorg van de huisarts

Ervaringen met de zorg van de huisarts Ervaringen met de zorg van de huisarts Huisartsenpraktijk Oelrich en Wit te Krimpen aan den IJssel Rapportage patiëntervaringen oktober 2017 ARGO BV, oktober 2017 2 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1. INLEIDING...

Nadere informatie

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Compensatie eigen risico is nog onbekend Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (M. Reitsma-van Rooijen, J. de Jong. Compensatie eigen risico is nog onbekend Utrecht: NIVEL, 2009) worden gebruikt. U

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK JUNI 2015

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK JUNI 2015 KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK JUNI 2015 resultaten & conclusies Orthopedagogische Praktijk Ermelo 23 december 2015 Jenneke Zomer 1. Inleiding In dit verslag zijn de resultaten te vinden van het klanttevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Rapportage Beleving patiënten van huisartsenpost Oost-Achterhoek Augustus 2016

Rapportage Beleving patiënten van huisartsenpost Oost-Achterhoek Augustus 2016 Rapportage Beleving patiënten van huisartsenpost Oost-Achterhoek Augustus 2016 Inhoudsopgave Situatie en centrale vraagstelling Samenvatting, conclusies en aanbevelingen Grafieken Tabellen Wordclouds gegeven

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Heeft de inzet van een telefoonarts op de huisartsenpost invloed op de telefonische triage?

Heeft de inzet van een telefoonarts op de huisartsenpost invloed op de telefonische triage? Heeft de inzet van een telefoonarts op de huisartsenpost invloed op de telefonische triage? Drs. Drieske Halink studentnummer 0031127 Nederlands Kenniscentrum Huisartsenposten en Spoedzorg Afd. Kwaliteit

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Uitslag Patiënten Enquête

Uitslag Patiënten Enquête Uitslag Patiënten Enquête December 2011 Een onderzoek naar patiënttevredenheid. Dermatologisch Centrum Amstel & Vechtstreek Introductie Voor u ligt het rapport patiënttevredenheid 2011. Omdat wij als dermatologisch

Nadere informatie

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913

Tevredenheid over MEE. Brancherapport 2011. Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland. Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Tevredenheid over MEE Brancherapport 2011 Een onderzoek in opdracht van MEE Nederland Marieke Hollander Betty Noordhuizen BA3913 Zoetermeer, 21 december 2011 De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust

Nadere informatie

Resultaten van de patiënten enquête 2010

Resultaten van de patiënten enquête 2010 FYSIO HUIS patiënten enquête Resultaten patiëntenenquête Fysiohuis Resultaten van de patiënten enquête Inleiding In het kader van de doelstelling van het kwaliteitsjaarplan van om inzicht te krijgen in

Nadere informatie

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Vervolgmeting. Rapportage Julius Gezondheidscentrum Parkwijk

Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra. Vervolgmeting. Rapportage Julius Gezondheidscentrum Parkwijk Door Cliënten Bekeken voor Gezondheidscentra Vervolgmeting Rapportage Julius Gezondheidscentrum Parkwijk ARGO BV 2015 Vervolgmeting Door Cliënten Bekeken Op vier locaties van de Stichting Leidsche Rijn

Nadere informatie

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgplein Zuid 2018

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgplein Zuid 2018 20181217 Klanttevredenheidsonderzoek Zorgplein Zuid 2018 Geachte cliënt, In de maanden maart en oktober 2018 zijn er door de huisartsen, de fysiotherapie en de apotheek van Zorgplein Zuid vragenlijsten

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

De toekomst van de acute zorg

De toekomst van de acute zorg De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Arnoud Hansma & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW Van enquête naar notitie* 4000 reacties huisartsen 1400 suggesties Themabijeenkomst

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma COPD - Eerste lijn (2013)

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma COPD - Eerste lijn (2013) Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma COPD - Eerste lijn (2013) Inhoudsopgave Verslag 2-4 Grafieken 5-10 Samenvatting resultaten 11-15 Bijlage - Vragenlijst 16+18 Cohesie Cure and Care Hagerhofweg

Nadere informatie

Openingstijden Stadswinkels 2008

Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 Openingstijden Stadswinkels 2008 René van Duin & Maaike Dujardin Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) december 2008 In opdracht van Publiekszaken afdeling Beleid

Nadere informatie

Rapportage cliëntervaringsonderzoek

Rapportage cliëntervaringsonderzoek Rapportage cliëntervaringsonderzoek Versie 2.0.0 Drs. J.J. Laninga december 2017 www.triqs.nl Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Leeswijzer... 4 Methode... 5 Uitkomsten meting... 6 Samenvatting...

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie

Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Twee en een half jaar Kwaliteitsmeting in de Fysiotherapie Feiten en cijfers tot nu toe Managementsamenvatting Na twee en een half jaar kwaliteitsmetingen in de fysiotherapie is het een geschikt moment

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de praktijk: Locatie Plantsoen 57B

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de praktijk: Locatie Plantsoen 57B Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de praktijk: Locatie Plantsoen 57B Datum aanmaak rapport:09-06-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten praktijk Periode waarin ingevuld van: 8-3-2017

Nadere informatie

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar

Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar Cliëntenthermometer jongeren vanaf 12 jaar Accare Totaal Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2014 www.triqs.nl VOORWOORD Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over de uitgevoerde CT

Nadere informatie

Huisartsenpost: momentje alstublieft!

Huisartsenpost: momentje alstublieft! Huisartsenpost: momentje alstublieft! Telefonische bereikbaarheid van huisartsenposten A.C.J.J. de Hoogh Studentnr: 9826475 Kenniscentrum Huisartsenposten en spoedeisende zorg Afd. Kwaliteit van Zorg UMC

Nadere informatie

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg

Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg Rapport Het recht op informationele zelfbeschikking in de zorg in opdracht van de Raad voor Volksgezondheid & Zorg Datum 24 april 2014 Versie 1.0 Auteur Miquelle Marchand T: +31 13 466 8323 E: m.marchand@uvt.nl

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de praktijk:

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de praktijk: Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de praktijk: Van der Lek Huisartsenpraktijk Datum aanmaak rapport: 29-06-2017 Aantal patiënten lijsten dat bij de analyse betrokken is: 26 Periode waarin

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

Zorg in Houten: ervaringen met de samenwerking in Medisch Centrum Dorp. ARGO BV juni Drs. B.P. te Velde Drs. E.Til

Zorg in Houten: ervaringen met de samenwerking in Medisch Centrum Dorp. ARGO BV juni Drs. B.P. te Velde Drs. E.Til Zorg in Houten: ervaringen met de samenwerking in Medisch Centrum Dorp juni 2014 Drs. B.P. te Velde Drs. E.Til Inhoud HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Uitvoering van het onderzoek...

Nadere informatie

Huisartsen- en apothekerszorg buiten kantoortijd in de regio Kampen

Huisartsen- en apothekerszorg buiten kantoortijd in de regio Kampen Huisartsen- en apothekerszorg buiten kantoortijd in de regio Kampen Dr. A. Mulders, onderzoeker Dr. P. Giesen, huisarts-onderzoeker Drs. A. Oude Bos, projectondersteuner Juni 2008 Kennisnetwerk Huisartsenposten

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam

Omgekeerd Inzamelen. Datum: 11 augustus 2014. Versie 3.0. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Mevr M. Stam Omgekeerd Inzamelen Datum: 11 augustus 2014 Versie 3.0 Uitgevoerd door: Auteurs: Opdrachtgever: Newcom Research & Consultancy B.V. drs. S. Buitinga & de heer R. Sival, BSc. Gemeente Woerden Mevr M. Stam

Nadere informatie

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017

EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 EINDRAPPORTAGE OUDERTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2017 DE SLEUTELBLOEM BAKEN ADVIESGROEP JUNI 2017 AUTEUR: ANNE MOSTERT 1 INLEIDING Voor u ligt de eindrapportage Oudertevredenheidsonderzoek van basisschool De

Nadere informatie

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek

Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Rapportage Deelnemerservaringsonderzoek Versie 1.0.0 Drs. A. Weynschenk november 2017 www.triqs.nl Voorwoord Met genoegen bieden wij u hierbij de rapportage aan over het uitgevoerde deelnemerservaringsonderzoek

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling?

Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Welke Factoren hangen samen met Kwaliteit van Leven na de Kanker Behandeling? Which Factors are associated with Quality of Life after Cancer Treatment? Mieke de Klein Naam student: A.M.C.H. de Klein Studentnummer:

Nadere informatie

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling

Aanpassingen takenboek! Statistische toetsen. Deze persoon in een verdeling. Iedereen in een verdeling Kwantitatieve Data Analyse (KDA) Onderzoekspracticum Sessie 2 11 Aanpassingen takenboek! Check studienet om eventuele verbeteringen te downloaden! Huidige versie takenboek: 09 Gjalt-Jorn Peters gjp@ou.nl

Nadere informatie

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw

van Werknemers Well-being Drs. P.E. Gouw De Invloed van Werk- en Persoonskenmerken op het Welbevinden van Werknemers The Influence of Job and Personality Characteristics on Employee Well-being Drs. P.E. Gouw Eerste begeleider: Dr. S. van Hooren

Nadere informatie

AFKORTINGEN IN TABELLEN

AFKORTINGEN IN TABELLEN VERANTWOORDING Dit document bevat de tabellen waarop het volgende artikel gebaseerd is: Veer, A.J.E. de, Francke, A.L. Verpleegkundigen positief over bevorderen van zelfmanagement. TVZ: Tijdschrift voor

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie