Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust DWW

Transcriptie

1 Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust DWW december 2002

2 Colofon Uitgegeven door: Dienst Weg- en Waterbouwkunde Rapportnummer: DWW Informatie: ir. A.F. Wolters Telefoon: Fax: Uitgevoerd door: Auteurs: Dienst Weg- en Waterbouwkunde i.s.m. Rijksinstituut voor Kust en Zee A.F. Wolters, A.P. de Looff, F. den Heijer m.m.v. B.W.A.H. Parmet, J.E. Venema, J. van Marle, P. Roelse Opmaak: Dienst Weg- en Waterbouwkunde Datum: december 2002 Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 2

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 1 Inleiding Aanleiding Resultaten eerste inventarisatie (september 2002) TAW-advies naar aanleiding van eerste inventarisatie Vervolg vragen 6 2 Doelen, aanpak en uitgangspunten Doelen Aanpak nadere inventarisatie Afbakening Opzet vervolg van dit rapport 9 3 Analyses harde zeeweringen Beoordelingsmethode en aanscherping uitgangspunten Hollandse kust Harde zeeweringen Hollandse kust: Helderse Zeewering Pettemer Zeewering Hondsbossche Zeewering Havengebied IJmuiden Katwijk, Scheveningen Het Deltagebied Harde zeeweringen Deltagebied Stellendam Flaauwe werk Schouwen Duiveland en Onrustpolder (aansluiting SVKO) Westkapelse Zeedijk Zeedijk Zoutelande Vlissingen, Nolledijk/Zwanenburg Vlissingen, Boulevards Bankert, Evertsen en De Ruyter Vlissingen, Oranjedijk Vlissingen, Eilanddijk Vlissingen, Buitenhaven Oud Breskens Waddenzee Conclusies harde zeeweringen 20 4 Analyses zandige kust Aanpak voor de zandige kust Resultaten toetsing Golfbelastingen Gehanteerde toetsmethodiek Resultaten Drie scenario s Den Helder - Callantsoog IJmuiden, industrieterrein Corus 24 Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 3

4 4.5.4 Noordwijk aan Zee, Katwijk aan Zee en Scheveningen Kijkduin Hoek van Holland Goeree Schouwen Noord-Beveland Walcheren Zeeuwsch-Vlaanderen Conclusies zandige kust 26 5 Conclusies Algemeen Conclusies veiligheidsbeoordeling Harde zeeweringen Zandige kust 28 6 Aanbevelingen Relatie met de eerste inventarisatie Waterbouwkundige maatregelen Ontwikkeling van hydraulische randvoorwaarden en toetsmethodieken 30 7 Literatuur 32 8 Bijlagen 33 1 Gebruikte dwarsprofielen harde zeeweringen Kaartbijlagen met resultaten...43 Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 4

5 1 Inleiding Aanleiding Reeds enige tijd zijn er sterke aanwijzingen dat de golfrandvoorwaarden op diep water langs de kust zoals die nu worden gehanteerd, te laag zijn. Dit betreft dan de golfhoogte en met name de golfperiode. Omdat deze aanwijzingen niet algemeen geaccepteerd waren en er nog vele vragen spelen, zijn de zwaardere golfbelastingen niet opgenomen in het recente randvoorwaardenboek HR Resultaten eerste inventarisatie (september 2002) Op verzoek van de TAW is gedurende de zomerperiode door RWS (RIKZ en DWW) een onderzoek uitgevoerd [1], waarbij de effecten van de zwaardere golfbelastingen voor de waterkeringen van de kust in beeld zijn gebracht. Hierbij zijn ook de vragen, die nog niet beantwoord kunnen worden, beschreven. Deze vragen betreffen in de eerste plaats de vertaling van zwaardere golfrandvoorwaarden op diep water naar golfbelastingen in estuaria en Waddenzee. Hierover kan alleen duidelijkheid ontstaan door een golvenmeetprogramma in deze gebieden op te zetten. Langs de Hollandse, gladde kust speelt dit kennisprobleem in veel mindere mate. In de tweede plaats betreft het de effecten van hogere golfbelastingen voor de formuleringen die de sterkte van de waterkeringen beschrijven (duinafslag, golfoverslag, e.d.). De bestaande formuleringen zijn niet geijkt en gevalideerd voor de (veel) hogere golfperioden zoals die nu worden ingeschat. Met bovenstaande vragen (en onzekerheden) is voor een aantal waterkeringen het effect van de hogere golfbelastingen ingeschat. De resultaten geven aan dat de keringen zwaarder worden belast. Voor de zandige Hollandse kust worden dezelfde zwakke plekken onderkend zoals die ook in de meest recente kustnota zijn beschreven. De resultaten voor de harde keringen geven geen eenduidig beeld. De bevindingen van het RWS rapport [1] zijn in drie delen te beschrijven : 1. korte termijn : vanwege alle onzekerheden bij het uitvoeren van betreffende inventarisatie kon niet gesproken worden van aperte onveiligheid. De schop hoeft niet morgen al in de grond. 2. middellange termijn : in 2004 wordt beslist welke hydraulische randvoorwaarden in HR2006 worden opgenomen. Naar verwachting kunnen dan voor de gladde Hollandse kust andere randvoorwaarden afgegeven worden dan in HR2001. Hiertoe wordt in de periode tot 2004 ook naar sterkteformuleringen gekeken (met name duinafslag). 3. lange termijn : vanaf 2003 (en minstens tot 2015) moet een grootschalig golvenmeetprogramma worden opgezet om de kennisleemte voor estuaria en Waddenzee op te lossen. Gekoppeld aan dit programma moet in samenhang met de belasting ook aan de sterkte van waterkeringen aandacht worden besteed. Dit laatste wordt inmiddels in het kennisontwikkelingsproject Sterkte en Belastingen uitgewerkt. 1.3 TAW-advies naar aanleiding van eerste inventarisatie Het TAW advies [3] dat is gebaseerd op het RWS rapport [1] ondersteunt de lijn uit het RWS rapport. Voor de korte termijn voegt de TAW aan het advies toe om Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 5

6 in een nadere inventarisatie de effecten van de zwaardere golfbelastingen voor de kustveiligheid beter te onderbouwen. Hieraan gekoppeld schetst het TAW advies dat er rekening gehouden moet worden met onveilige locaties die ook tot aanpakken nopen. Dit laatste moet dan uit de voorgestelde nadere inventarisatie afgeleid worden. 1.4 Vervolg vragen Het TAW advies heeft bij DGW aanleiding gegeven om een second opinion te vragen op het RWS rapport [1] dat ter onderbouwing van het TAW advies heeft gediend. Dit zal door WL Delft Hydraulics worden gecoördineerd. Tevens heeft DGW verzocht de nadere inventarisatie naar de effecten van de zwaardere golfbelastingen voor de kustveiligheid versneld uit te voeren. Dit rapport beschrijft de aanpak, resultaten en mogelijke consequenties van de nadere inventarisatie. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 6

7 2 Doelen, aanpak en uitgangspunten Doelen De doelen van de nadere inventarisatie zijn: 1. Inzichtelijk maken in welke mate de golfhoogte en golfperiode toenemen ten opzichte van HR Op basis van expert judgement aangeven welke locaties door deze nieuwe golfbelastingen niet meer aan de norm voldoen en in hoeverre sprake is van een veiligheidsprobleem. 3. Inzichtelijk maken hoe met deze resultaten omgegaan kan worden in relatie tot : a. de eerste toetsronde, die heeft geresulteerd in de Landelijke Rapportage Toetsing op Veiligheid die binnenkort aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, b. korte termijn acties op het vlak van aanpak van eventuele locaties die niet aan de norm voldoen, c. de komende toetsronde, LRT 2006 en het eerstkomend randvoorwaardenboek, HR2006 (middellange termijn), d. het project sterkte en belasting dat er op is gericht om de huidige kennisleemtes op te vullen en de kennisontwikkeling te stroomlijnen (lange termijn). 2.2 Aanpak nadere inventarisatie De nadere inventarisatie is opgebouwd volgens onderstaand stroomschema. Er wordt uitgegaan van een drietal watersystemen, de Waddenzee, de Hollandse kust en de Delta. Per watersysteem is de eerste vraag die gesteld moest worden of de nieuwe golfbelastingen betrouwbaar en beschikbaar zijn. Deze vraag kan op drie manieren beantwoord worden. Er zijn geen betrouwbare golfbelastingen, er zijn onder voorbehoud betrouwbare golfbelastingen en er zijn volmondig ondersteunde golfbelastingen. In het eerste geval kan op de lange termijn pas verwacht worden dat er meer inzicht in de golfbelastingen beschikbaar komt. Over de sterkte (en dus over een eventueel veiligheidsprobleem) kan in dit geval verder geen uitspraak worden gedaan. In de andere gevallen kan wel iets over sterkte gezegd worden. Omdat de sterkteformules niet afgeleid zijn voor de nieuwe golfbelastingen, moet uitgegaan worden van expert judgement. De combinatie van mate waarin de golfbelastingen betrouwbaar en beschikbaar worden geacht en de mate waarin het expert judgement betrouwbaar wordt geacht, bepaalt de hardheid waarmee uitspraken over een eventueel veiligheidsprobleem gedaan kunnen worden. De resultaten worden vergeleken met de resultaten van de eerste toetsronde. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 7

8 2.3 Afbakening De aanpak zoals bovenstaand geschetst leidt tot de volgende afbakening per watersysteem : - Waddenzee : o Golfbelastingen : Voor de Waddenzee zijn geen betrouwbare golfbelastingen beschikbaar. Voor de Waddenzee is de vertaling van de golven op diep water naar de teen van de dijk een grote kennisleemte. o Sterkte waterkeringen : Voor de Waddenzee wordt in de nadere inventarisatie geen uitspraak over eventuele veiligheidsproblemen als gevolg van nieuwe golfbelastingen gedaan. - Hollandse kust : o Golfbelastingen : Voor de Hollandse kust kunnen de nieuwe golfbelastingen onder voorbehoud worden afgeleid. Het voorbehoud zit in de correctie op golfperioden. Hiervoor wordt van bestaande kennis gebruik gemaakt. o Sterkte waterkeringen : Voor de harde zeeweringen wordt in de nadere inventarisatie conform de huidige toetsregels naar overslagdebieten gekeken. Er wordt een uitspraak over eventuele onveiligheid gedaan. Voor de duinen worden op basis van de huidige toetsregels alle zwakke plekken, zoals in de kustvisie onderkend, doorgerekend. Voor de huidige toetsregel bestaat twijfel of deze toegepast kan worden voor een langere golfperiode. Hier wordt op basis van expert judgement een uitspraak over gedaan. Ook wordt een uitspraak over eventuele onveiligheid gedaan. - Delta : o Golfbelastingen : Voor de Delta kunnen voor de gebieden direct aan open zee de nieuwe golfbelastingen onder voorbehoud worden afgeleid. Voor de gebieden met een estuarium-achtig karakter kan dat niet. o Sterkte waterkeringen : Voor de harde zeeweringen zonder voorland wordt in de nadere inventarisatie conform de huidige toetsregels naar Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 8

9 overslagdebieten gekeken. Er wordt een uitspraak over eventuele onveiligheid gedaan. Voor de duinen worden op basis van de huidige toetsregels de zwakke schakels doorgerekend. Voor de huidige toetsregel bestaat twijfel of deze toegepast kan worden voor een langere golfperiode. Hier wordt op basis van expert judgement een uitspraak over gedaan. Ook wordt een uitspraak over eventuele onveiligheid gedaan. Andere afbakeningen zijn dat : - in vergelijking met het eerdere onderzoek [1] dezelfde methodieken zijn gebruikt. Deze nadere inventarisatie heeft met name gebruik gemaakt van nauwkeurigere gegevens over profielen en de golfbelastingen ter plekke; - de toetsing is alleen voor hoogte uitgevoerd, niet voor andere faalmechanismen; - voor kunstwerken en bijzondere waterkeringen is geen analyse uitgevoerd. 2.4 Opzet vervolg van dit rapport Het vervolg van het voorliggende rapport van de nadere inventarisatie is ingedeeld in twee inhoudelijke hoofdstukken en twee afsluitende hoofdstukken met conclusies en aanbevelingen. De twee inhoudelijke hoofdstukken beslaan achtereenvolgens de harde zeeweringen en de zandige kust. Deze hoofdstukken gaan in op de volgende punten: 1) terugblik op de resultaten van de eerste toetsronde; 2) veranderingen in golfbelastingen (alleen voor de Hollandse Kust en delen van de Deltakust); 3) effecten voor (on)veiligheid langs de kust (alleen voor de Hollandse Kust en delen van de Deltakust). Bij de afsluitende hoofdstukken wordt ingegaan op de mogelijke consequenties voor de korte, de middellange en de lange termijn Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 9

10 3 Analyses harde zeeweringen Beoordelingsmethode en aanscherping uitgangspunten Volgens de vigerende leidraden voldoen (rivier)dijken zeker aan de norm wanneer er onder maatgevende omstandigheden minder dan 0,1 l/s/m over de dijk loopt. Van oudsher is deze hoeveelheid gekoppeld aan de zogenaamde 2%- golfoploop. Specifiek voor zeedijken ligt het bij het 2%-criterium behorende overslagdebiet op circa 1 l/s/m. In voorliggende studie is dan ook gesteld dat bij debieten onder de 1 l/s/m de dijk voldoet aan de norm (golfoverslagcriterium). Bij overslagdebieten tussen de 1 l/s/m en de 10 l/s/m dient onderzocht te worden of de erosiebestendigheid van het binnentalud voldoende is. Bij overslagdebieten die groter zijn dan 10 l/s/m voldoet een dijk niet aan de norm. De overslagdebieten zijn berekend voor een aantal representatieve dwarsdoorsneden. Voor een aantal complexe constructies zoals havens en boulevards zijn deze berekeningen niet gemaakt. Hiervoor kan in eerste instantie gesteld worden dat hiervan niet bekend is of ze aan de norm voldoen. Daarnaast kan op basis van expert-judgement geschat worden of deze locaties wel of niet aan de norm voldoen. In de eerder uitgevoerde analyses [1] is een aantal aannames gedaan die de onzekerheid omtrent de uitkomsten waarschijnlijk hebben vergroot. Op het gebied van de golfoverslagberekeningen is in deze nadere inventarisatie een aantal eenvoudig te realiseren verbeteringen aangebracht. Zo zijn de locaties van de dwarsprofielen exact gekoppeld aan de locaties waar de golfbelastingen gegeven zijn. Daarnaast zijn nu de ruwheden van de gebruikte doorsneden, voor zover bekend, meegenomen. Tenslotte is de hoek van golfinval in de nieuwe berekeningen meegenomen. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 10

11 Toelichting op de tabellen Weergave resultaten golfoverslagberekeningen Per locatie worden in een tabel de resultaten van de golfoverslag berekeningen gepresenteerd. In de eerste kolom wordt aangegeven welke randvoorwaardenset gebruikt is. In de meeste gevallen komen de waarden die gebruikt zijn in de eerste toetsronde (LRT) overeen met de getallen uit HR1996 en HR2001. Soms werd daar door de beheerder echter van afgeweken. Voor deze gevallen zijn geen overslagberekeningen gemaakt. De oude golfkarakteristieken worden weergegeven als significante golfhoogte (Hs) en piekperiode (Tp). Toetspunt bepaald met Hydra-K De nieuwe golfbelastingen worden in de tabel weergegeven als een probabilistisch bepaald toetspunt met een toetspeil, golfkarakteristieken Hs en Tm-1,0 en een hoek van golfinval. Met name de parameters Tp en Tm-1,0 zijn onderling lastig te vergelijken omdat de laatste een spectrale periodemaat is die op het oog lager is dan de Tp maar desalniettemin voor een hogere belasting kan zorgen. Daarnaast valt op dat probabilistisch bepaalde waterstanden (in de kolom waterstand) afwijken van de ouderwetse deterministisch bepaalde Toetspeilen. Dit is verklaarbaar uit het feit dat bij de probabilistische aanpak de meest maatgevende combinatie van de belastingparameters wordt berekend wat niet automatisch resulteert in de hoogste parameters. Correctiefactoren golfperioden Voor de nieuwe golfbelastingen is gerekend met correctiefactoren voor de door het golfmodel SWAN berekende golfperioden. Voor de Hollandse kust en de koppen van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden bedraagt deze correctiefactor 1,2. Voor de Westerschelde westelijk van de buitenhaven van Vlissingen en de veerhaven van Breskens wordt 1,1 gebruikt. Deze factoren zijn afgeleid uit beschikbare metingen en zijn derhalve redelijk betrouwbaar. Voor de Waddenzee en een deel van de Westerschelde zou deze factor hoger kunnen liggen. Metingen ontbreken echter om dit te onderbouwen. De gebruikte golfbelastingen kunnen afwijken van degene die gebruikt zijn voor de eerste inventarisatie. Nu is namelijk gewerkt door de locaties van de beschikbare profielen exact te koppelen aan de randvoorwaardenlocatie. Bij de eerste inventarisatie [1] kwam het nog wel eens voor dat een randvoorwaardenlocatie niet correspondeerde met de locatie waar het dwarsprofiel beschikbaar was. In deze studie is incidenteel wel gekeken of omliggende randvoorwaardenlocaties kunnen leiden tot significante afwijkingen. Toeslag voor buistoten en -oscillaties In de zesde kolom wordt de toeslag voor buistoten en oscillaties gegeven die is toegepast op de waterstanden volgens [4]. Beoordeling kruinhoogte Vervolgens worden de benodigde kruinhoogten voor overslagdebieten van 1 l/s/m en 10 l/s/m gegeven welke vergeleken worden met de beschikbare kruinhoogte. Als bij de aanwezige kruinhoogte een overslagdebiet optreedt van meer dan bij 10 l/s/m dan voldoet de locatie niet aan de norm. Als het overslagdebiet kleiner is dan 1 l/s/m dan is in deze studie verondersteld dat de locatie aan de norm voldoet. Indien bij de aanwezige kruinhoogte een overslagdebiet tussen de 1 l/s/m en de 10 l/s/m ligt dient de erosiebestendigheid van het binnentalud beschouwd te worden. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 11

12 3.2 Hollandse kust In onderstaande paragrafen worden de analyses over de verschillende harde zeeweringen langs de Hollandse kust beschreven. Per locatie wordt eerst beschreven hoe de betreffende locatie in de eerste toetsronde is beoordeeld [8]. Vervolgens wordt bekeken in welke mate de golfbelastingen voor de betreffende locatie zouden kunnen toenemen en wat de consequenties daarvan zijn Harde zeeweringen Hollandse kust: Voor de Hollandse kust zijn voor de volgende dijken golfoverslag berekeningen uitgevoerd: Helderse zeewering; Hondsbossche zeewering; Pettemer zeewering. Van deze dijken zijn de Hondsbossche en de Pettemer zeewering reeds meegenomen in de eerder uitgevoerde inventarisatie [1]. De Helderse zeewering is aan de selectie toegevoegd. Voor de overige constructies/locaties zijn slechts kwalitatieve analyses uitgevoerd: Haven IJmuiden; Uitwateringssluis Katwijk; Boulevard Scheveningen. Voor de eerste twee locaties geldt dat ze te complex zijn om in deze nadere inventarisatie meegenomen te kunnen worden. Hiervoor is namelijk informatie nodig over de golftransmissie over de havendammen van IJmuiden en door het kanaal bij Katwijk. De boulevard van Scheveningen valt onder de zandige kust Helderse Zeewering Voor de Helderse Zeewering is een dwarsprofiel met aanduiding km 3900 gebruikt. Details over het profiel zijn te vinden in de bijlage. Resultaten eerste toetsronde Een gedeelte van de Helderse Zeewering scoort onvoldoende op hoogte. Bij dit traject (dp 0.1 t/m dp 2.2) merkt de beheerder op dat hij twijfelt aan de optredende golfrandvoorwaarde aan de teen van de dijk. De beheerder vermoedt dat deze aan de te hoge kant is. Het aspect golfhoogte in relatie tot bodemdiepte doet inderdaad vermoeden dat de randvoorwaarden verbetering behoeven. Daarbij geldt dat het afgekeurde traject meer aan de Waddenzeekant is gelegen dan aan de Noordzeekant. Omdat de golfbelastingen in dit gebied met grote twijfel zijn omgeven wordt dit traject niet beschouwd in deze inventarisatie (zie hoofdstuk 2) maar is een profiel gekozen wat juist aan de Noordzeekant ligt bij dp 3,9. Op dit traject, aan de Noordzeezijde, scoort de waterkering voldoende op hoogte in de eerste toetsronde. Resultaten golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 12

13 Helderse Zeewering Golfbelastingen Kruinhoogten (Noordzeezijde) Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR <12,33 <12, LRT <12,33 <12, Nieuw (Tm-1,0 *1,2) Conclusie De Noordzeezijde van de Helderse Zeewering blijft aan de norm voldoen Pettemer Zeewering Voor de Pettemer zeewering is dwarsprofiel 9 gebruikt. Details van dit profiel zijn te vinden in de bijlage. Resultaten uit eerste toetsronde De Pettemer Zeewering heeft in de eerste toetsronde op hoogte voldoende gescoord. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Pettemer zeewering Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR <12.82 < LRT <12.82 < Nieuw (Tm-1,0 *1,2) Conclusie Voor de Pettemer Zeewering geldt dat de overslagdebieten onder maatgevende omstandigheden liggen tussen de 1 l/s/m en de 10 l/s/m. Het hangt van de erosiebestendigheid van het binnentalud af of deze dijk aan de norm blijft voldoen. De sterkte van het binnentalud dient nader onderzocht te worden Hondsbossche Zeewering Voor de Hondsbossche Zeewering is dwarsprofiel 24 gebruikt. Details van dit profiel zijn te vinden in de bijlage. Resultaten uit eerste toetsronde De Hondsbossche Zeewering heeft in de eerste toetsronde op hoogte voldoende gescoord. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Hondsbossche zeewering Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR <12.02 < LRT <12.02 < Nieuw (Tm-1,0 *1,2) Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 13

14 Conclusie Voor de Hondsbossche Zeewering geldt dat de overslagdebieten onder maatgevende omstandigheden liggen tussen de 1 l/s/m en de 10 l/s/m. Het hangt van de erosiebestendigheid van het binnentalud af of deze dijk aan de norm blijft voldoen. De sterkte van het binnentalud dient nader onderzocht te worden Havengebied IJmuiden Resultaten uit eerste toetsronde De grondlichamen van het sluizencomplex werden op het moment van toetsing verbeterd. Voor 2 kunstwerken zijn verbeteringswerkzaamheden voorgenomen. Derhalve is voor deze onderdelen geen toetsing uitgevoerd zoals bedoeld in de LTV. Overigens is voor de overige 4 kunstwerken van sluizencomplex IJmuiden geen toetsing uitgevoerd. Conclusie Omdat het havengebied in deze nadere inventarisatie niet met de nieuwe golfbelastingen getoetst is kan gesteld worden dat niet bekend is of dit gebied aan de norm blijft voldoen. Bij het ontwerp van de verbeteringswerken is uitgegaan van de vigerende randvoorwaarden. Wel is de verwachting dat, gezien het feit dat de belastingen gedempt worden door de havendammen, de consequenties beperkt zullen zijn. Om dit volledig te kunnen onderbouwen is een geavanceerde toetsing nodig Katwijk, Scheveningen Resultaten uit eerste toetsronde In de duinen van Zuid-Holland liggen op enkele plaatsen harde verdedigingen, zoals de strandmuur bij Scheveningen en de dijk met spuisluis in Katwijk aan Zee. Deze beide keringen zijn getypeerd als dijk. In Scheveningen is over een lengte van circa 2 km een strandmuur aanwezig. Deze heeft alleen bij de Keizerstraat een waterkerende functie; hiervoor is geen beoordeling uitgevoerd. De waterkering bij Katwijk is beoordeeld als een verborgen dijk aangezien de boulevard niet voldoende veiligheid biedt en heeft als eindscore goed gekregen. De uitwateringssluis bij Katwijk voldoet ook aan de norm. Conclusie De situaties bij Katwijk en Scheveningen zijn te complex gebleken om in deze inventarisatie meegenomen te kunnen worden. Voor Scheveningen kan wel gesteld worden dat de harde constructies deel uitmaken van de zandige kustverdediging. Hierdoor is deze locatie wel in de analyses van de zandige kust meegenomen (zie hoofdstuk 4). Van de constructies bij Katwijk is dus niet bekend of ze ook bij hogere golfbelastingen blijven voldoen. 3.3 Het Deltagebied In deze paragraaf worden de analyses over de verschillende harde zeeweringen in het deltagebied (inclusief de Zuid-Hollandse eilanden) beschreven. Op basis van het wel of niet aanwezig zijn van een voordelta is besloten of voor de betreffende locatie dezelfde benadering als voor de Hollandse kust kon worden gekozen of dat (aanvullend) een kwantitatieve analyse nodig was. Wederom wordt per locatie in de eerste plaats beschreven hoe de betreffende locatie uit de eerste toetsronde is gekomen [8]. Daarna wordt beschreven in welke mate de golfbelastingen voor de betreffende locatie toenemen en wat de consequenties daarvan zijn. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 14

15 3.3.1 Harde zeeweringen Deltagebied Zoals gezegd zijn de resultaten van het golfmodel SWAN in estuaria en Waddenzee niet betrouwbaar. Dus ook in het Deltagebied is het de vraag of de SWAN-resultaten gebruikt kunnen worden voor de analyses. Op basis van zeekaarten is bekeken hoe de voorlanden bij de verschillende dijken in het Deltagebied er bij liggen. Indien geen sprake was van een complex voorland is aangenomen dat de SWAN-resultaten gebruikt kunnen worden met verschillende correctiefactoren die zijn afgeleid uit beschikbare metingen en/of expert-judgement. De gebruikte factoren komen ongeveer overeen met de factoren die voor de Hollandse gesloten kust worden gebruikt. De volgende dijken langs de Deltakust kunnen volgens de methode van de Hollandse kust benaderd worden: Flaauwe werk; Westkapelse Zeedijk; Zeedijk Zoutelande; Nolledijk/Zwanenburg; Eilanddijk Vlissingen; Oranjedijk Vlissingen; Oud-Breskens. De locaties Eilanddijk en Oranjedijk liggen strikt genomen in het estuarim en zouden volgens bovenstaande afbakening in deze studie niet meegenomen moeten worden. Omdat deze locaties ook in de eerste inventarisatie [1] zijn meegenomen, zijn ze in onderhavige studie toch beschouwd. De volgende dijken zijn vanwege hun ligging in het estuarium of door een te complexe toetsmethode niet meegenomen in de analyses: Schouwen-Duiveland, aansluiting noorzijde SVKO; Onrustpolder, aansluiting zuidzijde SVKO; Boulevard Vlissingen. Voor deze locaties wordt afzonderlijk een kwalitatieve analyse gegeven. De dijken langs Wester- en Oosterschelde zijn niet meegenomen in de analyses. Meer specifiek voor de Westerschelde: de noordoever ten oosten van de buitenhaven van Vlissingen en de zuidoever ten oosten van Breskens zijn niet meegenomen. Op het gebied van steenbekledingen lopen hier verbeteracties, uitgevoerd door het projectbureau Zeeweringen. Voor deze verbeteracties wordt in het kader van robuust ontwerpen gebruik gemaakt van de zwaardere golfbelastingen. Wat betreft de bekledingen is derhalve de kans klein dat er onaangename verrassingen zullen opduiken wanneer in de Westerschelde getoetst gaat worden met de nieuwe golfbelastingen. Wat betreft de hoogte kan echter, conform het in hoofdstuk 2 gestelde, nog niets gezegd worden Stellendam Resultaten uit eerste toetsronde De score volgens de LTV voor hoogte voor de Mr. Snijderdijk (0,8 km) in Stellendam is geen oordeel. Van dit dijkvak waren ontwerpgegevens noch dijktafelhoogtes beschikbaar. Derhalve is deze locatie voor deze inventarisatie ook buiten beschouwing gelaten Flaauwe werk Voor het Flaauwe werk bij Ouddorp is het dwarsprofiel gebruikt bij Raai 12. Meer informatie over het dwarsprofiel is te vinden in de bijlage. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 15

16 Resultaten uit eerste toetsronde De beheerder heeft bij de toetsing ietwat afwijkende randvoorwaarden van HR1996 gebruikt, namelijk een toetspeil van NAP +5.15m, een golfhoogte van Hs=3.10 m, en een Tp=8.6s. HR1996 geeft hiervoor de waarden van respectievelijk NAP 4.95, 3.00 m en 7,5s. Niettemin is de score op het spoor hoogte van het Flaauwe werk (2,75 km) voldoende. Er is weliswaar geen dijktafelhoogte beschikbaar van het Flaauwe werk, maar uit metingen blijkt dat de actuele hoogte nauwelijks kleiner is dan de aanleghoogte, het gaat om een verschil van 1 cm. Wel stelt de beheerder dat de dijk lager is dan de eisen die hij zelf aan de dijk stelt maar zal hier in de volgende toetsronde nader onderzoek naar verrichten. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Flaauwe werk Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR <9.74 < LRT <9.74 < Nieuw (Tm-1,0 *1,2) Conclusie Voor het Flaauwe Werk geldt dat de overslagdebieten onder maatgevende omstandigheden liggen tussen de 1 l/s/m en de 10 l/s/m. Het hangt van de erosiebestendigheid van het binnentalud af of deze dijk aan de norm blijft voldoen. De sterkte van het binnentalud dient nader onderzocht te worden. Opgemerkt wordt dat op het dijkprofiel plaatselijk duinvorming plaatsvindt. Onder maatgevende omstandigheden is het onzeker of deze zandbuffer aan de sterkte bijdraagt. In de hier uitgevoerde berekening is met de zandbuffer geen rekening gehouden Schouwen Duiveland en Onrustpolder (aansluiting SVKO) Resultaten uit eerste toetsronde Bij de eerste toetsronde zijn beide aansluitconstructies getoetst met hogere golfbelastingen dan in het HR1996 en HR2001 gegeven. De score op de hoogtetoets was goed. Conclusie De aansluitconstructies zijn te complex om in deze nadere inventarisatie mee te nemen. Wel kan gesteld worden dat omdat er reeds op hogere golfbelastingen getoetst is de nieuwe inzichten hier niet tot afkeuring zullen leiden Westkapelse Zeedijk Voor de Westkapelse Zeedijk zijn twee dwarsprofielen bekeken. Meer informatie over de dwarsprofielen is te vinden in de bijlage. Resultaten uit eerste toetsronde De Westkapelse Zeedijk scoort in de eerste toetsronde voldoende op hoogte. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 16

17 Westkapelse zeedijk 1 Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR LRT Nieuw (Tm-1,0 *1,2) Westkapelse zeedijk 2 Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR LRT Nieuw (Tm-1,0 *1,2) Conclusie De Westkapelse Zeedijk blijft in alle gevallen aan de norm voldoen Zeedijk Zoutelande Voor de zeedijk bij Zoutelande is een representatief dwarsprofiel gekozen. Meer informatie over het dwarsprofiel is te vinden in de bijlage. Resultaten uit eerste toetsronde De zeedijk bij Zoutelande scoort in de eerste toetsronde voldoende op hoogte. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Dijk bij Zoutelande Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR LRT Nieuw (Tm-1,0 *1,1) Conclusie De Zeedijk bij Zoutelande blijft in alle gevallen aan de norm voldoen Vlissingen, Nolledijk/Zwanenburg Voor deze locatie is een representatief dwarsprofiel gekozen bij Zwanenburg. Meer informatie over het dwarsprofiel is te vinden in de bijlage. Resultaten uit eerste toetsronde De zeedijk bij Zwanenburg scoort in de eerste toetsronde voldoende op hoogte. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 17

18 Zwanenburg Golfbelastingen Kruinhoogten+G72 Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR LRT Nieuw (Tm-1,0 *1,1) Conclusie Wanneer volgens de meeste recente inzichten met nieuwe golfcondities gerekend wordt dan blijkt het overslagdebiet net iets boven de 1 l/s/m uit te komen. Het is mogelijk dat de golfbelastingen op deze locatie zwaarder zijn dan hier is aangehouden. Het hangt van de erosiebestendigheid van het binnentalud af of deze dijk aan de norm blijft voldoen. De sterkte van het binnentalud dient nader onderzocht te worden Vlissingen, Boulevards Bankert, Evertsen en De Ruyter Resultaten uit de eerste toetsronde De boulevards zijn te complex om met een simpele golfoverslag berekening te analyseren. Uit de eerste toetsronde is gebleken dat de overslagdebieten (te) hoog zijn. Hierbij is echter geen rekening gehouden met de reducerende werking van de parapetconstructies en de bebouwing. Tevens kan voor boulevards worden aangenomen dat de erosiebestendigheid van de binnentaluds goed is. Ook is bij de toetsing gebleken dat de waakhoogte voldoende is. Conclusies Op basis van de toetsing dient geconcludeerd te worden dat onbekend is of de boulevards bij hogere golfbelasting aan de norm blijven voldoen. Wanneer echter naar de aannames bij de toetsing gekeken wordt kan worden aangenomen dat de boulevards nu en in de toekomst aan de norm zullen blijven voldoen. Tevens valt uit de overige beschouwingen van de omliggende dijken af te leiden dat de golfbelastingen niet in die mate toenemen dat hier een afname van de veiligheid te verwachten valt Vlissingen, Oranjedijk Meer informatie over het dwarsprofiel wat gebruikt is voor deze locatie is te vinden in de bijlage. Resultaten uit eerste toetsronde De Oranjedijk scoort in de eerste toetsronde voldoende op hoogte. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Oranjedijk Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR LRT Nieuw (Tm-1,0 *1,1) Conclusie De Oranjedijk bij Vlissingen blijft in alle gevallen ruimschoots aan de norm voldoen. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 18

19 Vlissingen, Eilanddijk Meer informatie over het dwarsprofiel wat gebruikt is voor deze locatie is te vinden in de bijlage. Resultaten uit eerste toetsronde De Eilanddijk scoort in de eerste toetsronde voldoende op hoogte. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Eilanddijk Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR LRT Nieuw (Tm-1,0 *1,1) Conclusie De Eilanddijk blijft aan de norm voldoen. Dit staat haaks op de uitkomsten van de eerste inventarisatie [1] waar het berekende overslagdebiet groter was dan 10 l/s/m. Gebleken is dat bij die inventarisatie een verkeerd dwarsprofiel is gebruikt. Tevens blijken de golfbelastingen lager te liggen dan die gebruikt zijn in de eerste inventarisatie [1] Vlissingen, Buitenhaven Voor de buitenhaven Vlissingen is gekeken of de golfbelastingen zijn veranderd t.o.v. de recent uitgevoerde studie t.b.v. de verbeteringswerken [9]. Hierin is uitgegaan van de golfbelastingen die zijn afgegeven voor de steenbekledingen in Zeeland. Met deze getallen zijn vervolgens detailberekeningen uitgevoerd voor de buitenhaven. In deze berekeningen zijn de nieuwe inzichten reeds meegenomen. Ten opzichte van deze eerder uitgevoerde studie vallen dus geen veranderingen meer te verwachten waardoor de buitenhaven in deze inventarisatie buiten beschouwing kan worden gelaten Oud Breskens Voor de dijken aan de Noordzeezijde van Zeeuwsch-Vlaanderen waren geen actuele gegevens beschikbaar. Daarom is gebruik gemaakt van een ontwerpprofiel voor Oud-Breskens [7]. Meer informatie over het dwarsprofiel is te vinden in de bijlage. Resultaten eerste toetsronde Het dijkvak bij Oud-Breskens scoort in de eerste toetsronde voldoende op hoogte. Golfoverslagberekeningen Voor de interpretatie van onderstaande tabel wordt verwezen naar het tekstkader na hoofdstuk Breskens Golfbelastingen Kruinhoogten Waterstand Golfhoogte Golfperiode Invalshoek Toeslag bij 1 l/s/m bij 10 l/s/m Aanwezig Belasting (m+nap) (m) (s) ( o ) (m) (m+nap) (m+nap) (m+nap) HR1996/HR LRT Nieuw (Tm-1,0 *1,1) Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 19

20 Conclusie De dijk bij Breskens blijft, wanneer uitgegaan wordt van de meest recente inzichten m.b.t. de golfcondities, aan de norm voldoen. De aanwezige marge in kruinhoogte wordt voldoende geacht om de eventuele zetting van de dijk sinds de aanleg op te vangen. Het gekozen dijkprofiel kan representatief geacht worden voor de dijken langs de Noordzeekust van Zeeuwsch-Vlaanderen. 3.4 Waddenzee Het golfmodel SWAN berekent de golfdoordringing in een estuarium zoals de Waddenzee niet goed en dientengevolge wordt de golfperiode ernstig onderschat. Daarom is gekozen voor een omgekeerde aanpak. Aan de beheerder is gevraagd aan te geven waar een zwakke schakel in de Friese en/of Groningse kust zit en hiervoor een profiel aan te leveren. Vervolgens is teruggerekend welke belasting het dijkprofiel maximaal kan hebben en of deze belasting in het bereik valt van de huidige SWAN-berekeningen. Conclusie Voor de Waddenzee kan hieruit geconcludeerd worden dat het mogelijk is dat, indien wordt uitgegaan van de meest recente inzichten, de golfperioden in de Waddenzee dermate toenemen dat het overslagdebiet over waterkeringen langs delen van de Friese en Groningse kust meer dan 1 l/s/m gaat bedragen. In welke mate dit zal gebeuren valt echter niet te voorspellen door de grote onzekerheid die heerst omtrent de performance van het golfmodel in estuaria en Waddenzee. Van groot belang is om beter inzicht te krijgen in de toename in golfperiode en golfhoogte middels een monitoringprogramma. Onderzoek naar de erosiebestendigheid van binnentaluds kan hier op termijn noodzakelijk zijn. 3.5 Conclusies harde zeeweringen Hieronder staat een samenvattende tabel. In de tweede kolom zijn de resultaten van de eerste toetsronde op hoogte vermeld. In de derde kolom is aangegeven of de betreffende waterkering op hoogte voldoet wanneer de zwaardere golfbelastingen worden meegenomen in de huidige toetsmethodiek. In de vierde kolom wordt tenslotte aangegeven of de toevoeging van een expert judgement de score uit de derde kolom doet veranderen. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 20

21 Locatie Resultaten eerste toetsronde Resultaten toetsing met nieuwe inzichten Resultaten toetsing met nieuwe inzichten incl. expert-judgement Helderse zeewering Voldoet aan norm Voldoet aan norm Voldoet aan norm Pettemer Zeewering Voldoet aan norm Afhankelijk van sterkte Afhankelijk van sterkte Hondsbossche Zeewering Voldoet aan norm Afhankelijk van sterkte Afhankelijk van sterkte Havengebied IJmuiden Voldoet aan norm Onbekend Onbekend Katwijk Voldoet aan norm Onbekend Onbekend Scheveningen Onbekend Onbekend Onbekend Stellendam Voldoet aan norm Onbekend Voldoet aan norm Flaauwe werk Voldoet aan norm Afhankelijk van sterkte Afhankelijk van sterkte Aansluitconstructies SVKO Voldoet aan norm Onbekend Voldoet aan norm Westkapelse Zeedijk Voldoet aan norm Voldoet aan norm Voldoet aan norm Zoutelande Voldoet aan norm Voldoet aan norm Voldoet aan norm Zwanenburg Voldoet aan norm Afhankelijk van sterkte Afhankelijk van sterkte Boulevards Vlissingen Afhankelijk van sterkte Onbekend Voldoet aan norm Oranjedijk Vlissingen Voldoet aan norm Voldoet aan norm Voldoet aan norm Eilanddijk Vlissingen Voldoet aan norm Voldoet aan norm Voldoet aan norm Buitenhaven Vlissingen Onbekend Onbekend Voldoet aan norm Breskens Voldoet aan norm Voldoet aan norm Voldoet aan norm Waddenzee Voldoet aan norm Onbekend Onbekend Beoordeling op hoogte van de harde waterkeringen langs de Nederlandse kust volgens drie beoordelingsmethoden De resultaten van kolom 3 zijn weergegeven in de kaartbijlagen (Kaart 1 t/m Kaart 4). Puntsgewijs kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Algemeen Over de gehele linie gaan de waarden van de golfbelastingen omhoog. Een vergelijking tussen de oude (huidige) toetsmethode en de nieuwe kan niet gemaakt worden wegens gebrek aan consistente gegevens in HR2001. Voor de onderzochte locaties kan verondersteld worden dat de golfperiode door het golfmodel SWAN wordt onderschat. Hiertoe is op basis van beschikbare informatie een correctiefactor afgeleid. Ook voor de andere gebieden waar sprake is van golfdoordringing wordt vermoed dat de periode onderschat wordt. Duidelijk naar voren komt dat er op het gebied van de golfmodellering de nodige kennis ontbreekt en dat de onzekerheden dermate groot zijn dat geen eenduidige conclusies m.b.t. de consequenties van de nieuwe golfbelastingen getrokken kunnen worden. Dit geldt met name in de estuaria en Waddenzee. Daarbij ontbreekt ook de kennis aan de sterktekant, benodigd om de effecten van de hogere golfperioden op de golfoverslag en op bekledingen met redelijke zekerheid te kunnen berekenen. Specifiek Voor de Pettemer en de Hondsbossche zeewering, voor het Flaauwe Werk en voor de dijk bij Zwanenburg geldt dat de overslagdebieten onder maatgevende omstandigheden tussen de 1 l/s/m en de 10 l/s/m liggen. Het hangt van de erosiebestendigheid van het binnentalud af of deze dijken aan de norm blijven voldoen. De sterkte van het binnentalud dient nader onderzocht te worden. Ondanks de correcties die zijn toegepast op de golfperioden zou voor de Pettemer en de Hondsbossche zeewering deze periode wel eens onderschat Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 21

22 Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 22 kunnen zijn. Hierdoor zou de situatie op deze locaties dus ernstiger kunnen zijn dan nu wordt berekend. In tegenstelling tot de eerste inventarisatie blijkt de Eilanddijk te Vlissingen ook bij toepassing van de nieuwe inzichten aan de norm te voldoen. In de eerste inventarisatie is een foutief dwarsprofiel gebruikt.

23 4 Analyses zandige kust Aanpak voor de zandige kust Voor deze nadere inventarisatie zijn alleen de zogenaamde zwakke schakels in de zandige Hollandse kust en Deltakust beschouwd. De zandige Waddenkust, en de duingebieden in de Hollandse en Deltakust die niet tot de zogenaamde zwakke schakels behoren, worden na een blik op de kaart verondersteld breed en hoog genoeg te zijn. Achtereenvolgens zijn de volgende stappen gerapporteerd: De gebruikte golfbelastingen Enkele opmerkingen met betrekking tot de toetsmethode Een overzicht van de doorgerekende varianten en effecten Conclusies Het uitgevoerde werk is vastgelegd in [11]. Voorliggend hoofdstuk vat de belangrijkste elementen samen. 4.2 Resultaten toetsing Alle duinwaterkeringen zijn in de eerste toetsronde als voldoende beoordeeld. 4.3 Golfbelastingen Voor het toetsen van de veiligheid van de duinenkust zijn hydraulische randvoorwaarden nodig die bestaan uit een combinatie van waterstand en golfcondities op diep water. De waarden die voor de eerste toetsronde zijn gebruikt ( ) zijn gebaseerd op de gegevens in de Leidraad Duinafslag (1984) en de basispeilen (1993). Waarden die gebaseerd zijn op de zwaardere golfcondities zijn niet beschikbaar. In 1995 en 1996 zijn hiervoor alleen de marginale (ééndimensionale) statistieken afgeleid. Voor de onderhavige studie is de inschatting gedaan dat de golfcondities behorende bij het rekenpeil (=waterstand) gelijk zijn aan de golfcondities met een marginale overschrijdingskans van 1/10000 per jaar. station Hs (m) Tp (s) SON 9,6 19,4 ELD 10,0 17,1 K13 9,7 15,8 YM6 9,1 15,7 EUR 8,4 13,3 Overzicht golfbelastingen op dieper water. 4.4 Gehanteerde toetsmethodiek Sinds begin 90-er jaren het kustbeleid is gewijzigd in dynamisch handhaven van de kustlijn, is de toetsmethode uit de Leidraad Duinafslag verouderd. Langs duinwaterkeringen waar niet wordt gesuppleerd is de methode toepasbaar. In andere gevallen is dit niet meer onverkort het geval. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 23

24 Tevens is het huidige toetsmodel DUROS afgestemd op een golfperiode van 12 seconden, zoals die ook in de afgelopen versies van de Hydraulische Randvoorwaarden zijn opgenomen. Het model is niet onverkort geldig, en in elk geval niet gevalideerd voor hogere golfperioden. Er is in overleg met de TAW (werkgroep kust) een aangepaste toetsmethode gekozen die bij suppletiekusten (en dat is bijna overal) een indruk geeft van de veiligheid. Voor elk jaar sinds het suppletiebeleid is ingezet wordt van de desbetreffende JARKUS-meting een afslagpunt berekend. Hierbij wordt noodgedwongen gebruik gemaakt van het model DUROS. Ingeval het gemiddeld over deze periode onveilig is wordt het profiel als onveilig aangemerkt. In een rapport van ALKYON [10] is een inschatting gemaakt van de toename van de duinafslag tengevolge van de hogere golfperiode. Volgens [10] kan deze toename oplopen tot 50%. 4.5 Resultaten Drie scenario s De effecten van zwaardere golfbelastingen en een aangepaste toetsmethode zijn met behulp van een drietal scenario s in beeld gebracht. a) bij de huidige randvoorwaarden en de aangepaste toetsmethode. Dit geeft net als bij de LRT overal een veilig resultaat b) bij de geschatte nieuwe waarden van de golfcondities en deze aangepaste toetsmethode. Hier wordt ook nog bijna overal een veilig resultaat bereikt. Dit moet met name toegeschreven worden aan het ontbreken van de invloed van de langere golfperiode c) bij de geschatte nieuwe waarden van de golfcondities en de aangepaste toetsmethode, aangevuld met een indicatief effect van de hogere golfperiode. Dit geeft voor grote delen van de huidige zwakke schakels in onze duinwaterkeringen een onveilig resultaat. Gesteld kan worden dat het laatst genoemde scenario het meest waarschijnlijke is. Hierbij dient wel bedacht te worden dat dit scenario, door het ontbreken van geschikte meetgegevens van duinafslagprocessen bij hogere golfperioden, met grote onzekerheden omgeven is. De resultaten van het laatste scenario zijn weergegeven in de kaartbijlagen (Kaart 1 t/m Kaart 4). In [11] zijn de resultaten van de werkzaamheden beschreven. Een korte toelichting per zwakke schakel volgt in de volgende paragrafen Den Helder - Callantsoog Het duin voldoet niet aan de norm. Het zwakke gedeelte betreft hier het traject Groote Keeten Callantsoog. In het iets bredere duingedeelte bij Groote Keeten zijn de achterliggende duintjes soms te laag. In de rest van het traject is het duin simpelweg te smal IJmuiden, industrieterrein Corus Het duin voldoet aan de norm. Wel ligt er een buitendijks industrieterein aan de voorhaven. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 24

25 4.5.4 Noordwijk aan Zee, Katwijk aan Zee en Scheveningen Bij Noordwijk aan Zee en Katwijk aan Zee is de situatie onzeker, omdat de JARKUS-profielen aan de landzijde te kort zijn. Bij Scheveningen is de situatie met de huidige randvoorwaarden en toetsingsmethode voldoende. De JARKUS-profielen zijn weliswaar ook daar te kort, maar de beheerder heeft aanvullende informatie waaruit blijkt dat het zandprofiel ruim voldoende is. Tussen de meetraaien zit een zwakke plek (Keizerstraat), maar hier is de strandmuur constructief stabiel gemaakt, zodat de afslag wordt gereduceerd. Bij zwaardere randvoorwaarden is de situatie onzeker Kijkduin Hoek van Holland Bij Kijkduin ontbreekt in JARKUS informatie over het achterliggende duinterrein zodat geen beoordeling kan worden gegeven. Het is hier echter zo breed dat geen onveilige situatie wordt verwacht. Voor de duinwaterkering nabij Terheijde is dit wel het geval. Hierbij moet worden opgemerkt dat de duinvoetverdediging bij Terheijde niet in rekening is gebracht, omdat wordt verwacht dat deze bij de zwaardere golfbelastingen niet stabiel is Goeree Het duin voldoet aan de norm Schouwen Het duin van het Noorderstrand tussen Renesse en de Brouwersdam is marginaal, doch het kustvak zandt aan. Tegen een zwaardere golfbelasting is het duin echter (nog) niet bestand Noord-Beveland Tussen de Veersedam en de Oosterscheldekering ligt nog het stukje lage zeedijk van de Onrustpolder. Vanwege het voorliggende duingebied is deze dijk niet deltaverzwaard. Het voorliggende duingebied heeft geen gesloten zeereep, maar slufters. Beoordeeld als duinwaterkering voldoet het niet, maar de dijk erachter zal het geheel naar verwachting voldoende doen zijn. Een gecombineerde beoordeling is niet uitgevoerd Walcheren Bij Vrouwenpolder en Domburg en tussen Westkapelle en Zoutelande is de veiligheid door de zandsuppleties zodanig toegenomen dat een zwaardere belasting kan worden opgevangen. Tussen Westkapelle en Zoutelande speelt de niet-erodeerbare geulrand hierbij een beslissende rol. Ten noorden van Vlissingen heeft het duin een duinvoetverdediging. Het reducerend effect ervan op de duinafslag is niet in rekening gebracht, omdat niet zeker is of deze stabiel is bij de zwaardere golfbelastingen. Consequenties nieuwe golfbelastingen voor de kust 25