Biologie: E-practicum 1

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Biologie: E-practicum 1"

Transcriptie

1 1.Inleiding en celkweek Biologie: E-practicum 1 CELKWEEK, CELDELING EN CELCYCLUS, KLIEVING EN VROEGE EMBRYONALE ONTWIKKELING. De vraagjes van het e-practicum zijn enkel een aanzet tot verder nadenken over deze materie. Neem zelf notities en maak tekeningen (schetsen), zodat je goed studiemateriaal hebt om je voor te bereiden op het examen. De link naar het e-practicum blijft gedurende twee weken beschikbaar. Om het practicum volledig te doorlopen, reken je 3 uur. Je bent niet verplicht het practicum in één keer af te werken, als je het volledige practicum maar binnen de termijn van twee weken hebt doorlopen. Tijdens practica komt er weinig of geen nieuwe leerstof aan bod. Het is een aanvulling bij de cursus en hoorcolleges, een hulpmiddel om beter inzicht te krijgen in de leerstof. Je krijgt geen puntenscore voor ieder practicum, maar de practica zullen op het eindexamen in januari ook ondervraagd worden. Aan het eind van ieder vragenblok, verschijnt er feedback op je vragen. Indien het combinatievragen betreft, krijg je enkel de vraag opnieuw te zien met de combinaties die je zelf had ingevoerd. Dit betekent dus dat je een foutieve combinatie maakte en dat je het antwoord op deze vraag best nog eens opnieuw opzoekt in je handboek of cursus. Tot slot: iedere student is verplicht deze sessies met de nodige aandacht te doorlopen. Het is een aanzet om zelfstandig je verantwoordelijkheid te nemen in je eigen studeren. Inleiding: Dieren, hoewel allen meercellig georganiseerd, doorlopen van generatie tot generatie steeds een eencellig stadium: de bevruchte (zygote) of onbevruchte (parthenogenese) eicel. Zeker tijdens de embryonale ontwikkeling (= toename aantal cellen), maar ook tijdens hun ganse bestaan, blijft de nood aanwezig tot celvermenigvuldiging (= celvervanging). Alle cellen, behorend tot eenzelfde individu, bezitten eenzelfde genotype. In diercellen (= eukaryote celtype) zit dit genotype gematerialiseerd in afzonderlijke chromosomen (chromatinedraden in de interfase cel). Vermenigvuldiging van eukaryote cellen vereist aldus een mechanisme waarbij de chromosomen ondanks hun complexe structurele organisatie (= solenoïd model, chromatine/chromosoom), op een onveranderlijke manier worden doorgegeven aan de dochtercellen. Bij eukaryota zitten de chromosomen bovendien gecompartimentaliseerd binnen de celkern

2 en dienen de dochtercellen van de oudercel ook additionele elementen (celmachinerie), aanwezig in het cytoplasma en het plasmalemma, te verwerven. Mitose of eukaryote celdeling verwijst daarom naar een specifiek proces dat al deze bovenstaande behoeften op een correct reproduceerbare manier laat verlopen. Doelstelling: Via observatie en redenering wordt het probleem van celvermenigvuldiging inzichtelijk uitgewerkt. Naast louter herkennen van delingsstadia is het vooral de bedoeling dat de achterliggende betekenis en de intrinsieke karakteristieken van mitose duidelijker worden. Anderzijds wil dit practicum duidelijk maken dat mitose of eukaryote celvermenigvuldiging op zichzelf onvoldoende is om, vertrekkende van de eencellige zygote, een meercellig organisme te maken. Daarom wordt in een tweede practicumonderdeel ruime aandacht besteed aan processen als blastulavorming, gastrulatie en tot standkoming van de 3 kiembladen of orgaanvormende gebieden en dit bij een eenvoudig modelorganisme: de zeester (zie ook hoorcollege). Opdracht 1: Parthenogenese Tracht zelf het begrip parthenogenese te definiëren en geef twee voorbeelden van diersoorten waarbij dit proces gebeurt. Parthenogenese: feedback. Parthenogenese is een vorm van ongeslachtelijke (of maagdelijke) voortplanting waarbij vrouwtjes nakomelingen krijgen zonder de hulp van mannetjes. De maagdelijke vrouwtjes leggen spontaan eitjes of baren jongen. Voorbeelden vindt men bij de bijen, waar uit een onbevrucht eitje een dar ontstaat, en bij vele soorten bladluizen. Een belangrijk onderdeel van het examen is begrippen verklaren. Kom je nieuwe begrippen tegen in de cursus of tijdens het hoorcollege, dan is het belangrijk dat je zelf op zoek gaat naar de betekenis ervan. Raadpleeg hiervoor in de eerste plaats je handboek of kijk eens op internet. Op toledo vind je een lijst van begrippen, die gaandeweg het semester aan bod komen. Al de begrippen kunnen op deze manier ondervraagd worden. Opdracht 2: Solenoïd model Maak een schets van de verschillende spiralisatie niveaus om van een DNA helix tot een chromosoom te komen. Op die manier krijg je een overzicht van de verschillende stappen die een DNA helix, georganiseerd in chromatine, nodig heeft om te spiraliseren (condenseren) tot een chromosoom tijdens de mitose. Duid op je schets de volgende begrippen aan: chromosoom, chromatide, centromeer, chromatine, nucleosoom, histonen, kinetochoor Solenoïd model: feedback.

3 DNA materiaal wordt op verschillende niveaus opgewonden. De DNA dubbele helix Het draaien van de helix rond de kern van histoneiwitten (nucleosomen). De parelsnoer van nucleosomen wordt nogmaals rond een centrale as van histon 1- eiwitten gewikkeld. Op die manier bekom je een chromatinedraad. Wanneer de cel gaat delen, worden de chromatine draden nog verder opgewonden, zodat chromosomen zichtbaar worden. Van heel wat figuren wordt er verwacht dat je deze zelf schematisch kan tekenen. Maak tijdens het studeren voor jezelf schetsen en schema's. Het is een hulpmiddel om meer inzicht in de materie te krijgen. CELKWEEK Bij een in vitro celkweek worden cellen van een stabiele cellijn uitgezaaid in kweekflesjes, voorzien van het nodige medium. Deze kweekflesjes worden in een incubator geplaatst. Het tellen van cellen gebeurt aan de hand van een Bürker telkamer. Het onderscheid tussen levende en dode cellen kan aangetoond worden met trypaanblauw. Deze testkleurstof kleurt dode cellen blauw. Levende cellen nemen de kleurstof niet op en blijven ongekleurd. Gedifferentieerde cellen kunnen moeilijk in kweek gehouden worden, omwille van hun zeer

4 geringe delingscapaciteiten. Meestal wordt gewerkt met tumorcellen of stamcellen (totipotent of pluripotent). Noodzakelijke eisen voor een kweekmedium zijn: Energievoorziening voor de cel Bouwstenen voor aanmaak van zelf te synthetiseren biomoleculen Biomoleculen die de cel zelf niet kan synthetiseren Zorgen dat de cel osmotisch in evenwicht is Bufferend vermogen Opdracht: celdensiteit Om de celdensiteit te bepalen, maakt men gebruik van een Bürker telkamer. Er werd een verdunning gemaakt met trypaanblauw in verhouding 1 op 1. Bereken aan de hand van onderstaande figuur de celdensiteit (= aantal levende cellen/ml). Vul enkel het decimale getal in dat je bij je berekening bekomt voor het aantal cellen per ml Het aantal levende cellen = 41 Berekening: 41 x 10 4 x 2 = 82 x 10 4 cellen/ml = cellen/ml

5 Hoeveel cellen (met een celcyclus van 8 uur) moet je uitplaten om na exact 2 dagen 64 miljoen cellen te verkrijgen? Geef het antwoord in de vorm van een decimaal getal. 20 Na 2 dagen (= 48 uren) zijn er 6 cycli (van 8 uren) doorlopen. Bij iedere cyclus krijgen we een verdubbeling van het aantal cellen. 64 miljoen / 2 6 = 1 miljoen cellen. Celgroei- en mortaliteitscurve. Teken een celgroei- en mortaliteitscurve aan de hand van de gegeven data. Op dag 0, start van het experiment, werden cellen van een stabiele cellijn, in een gelijk aantal, uitgezaaid in kweekflesjes. De kweekflesjes, voorzien van het nodige medium, worden onder correcte kweekomstandigheden in de incubator geplaatst. Met telkens een interval van 24 uur werden willekeurig drie flesjes uit de incubator gehaald en het aantal aanwezige cellen per flesje (uitgedrukt in aantal cellen per ml) werd bepaald met behulp van een Bürker telkamer. Het tellen van de cellen gebeurde in aanwezigheid van trypaanblauw kleurstof, zodat het aantal levende en dode cellen apart genoteerd werden. De resultaten zijn weergegeven in onderstaande tabel. Aantal (x 10 4 ) levende en (dode) cellen/ml. Maak op basis van deze gegevens een celgroei- en mortaliteitscurve. (Tip: bereken eerst een gemiddelde van de drie flesjes). Tracht voor jezelf deze curve kritisch te analyseren en zoek een antwoord op de volgende vragen. Kan je voor jezelf een verklaring geven voor de vorm van deze groei- en mortaliteitscurve? Waarom bereiken de cellen een groeistop na continu doorkweken in hetzelfde medium? Welke gegeven informatie bevestigt deze hypothese? Geef een benaderende verdubbelingstijd van deze cellijn. Is in ideale omstandigheden de toename van het aantal cellen lineair of exponentieel?

6 Aan een groeicurve onderscheiden we volgende fasen: exponentiële fase, medium uitputtingsfase, lagfase, vergiftigingsfase. Plaats deze in de juiste volgorde en vul deze termen ook aan op je getekende groeicurve. Opdracht 3: Feedback. Groei kinetica van dierlijke celkweek. Bij optimale kweekomstandigheden vertonen cellen een karakteristiek groeipatroon (zie figuur). Een initiële lag fase, waarin er een verhoogde celactiviteit is, maar schijnbaar geen gestegen celgroei. De duur van deze fase hangt af van verschillende factoren. De lag fase wordt gevolgd door een log fase, waarin we een exponentiële groei vaststellen met hoge metabole activiteit. De cellen bereiken een stationaire fase, waar geen verdere groei is door uitputting van het groeimedium. Dit kan door accumulatie van toxische stoffen of door te weinig vrije ruimte. Indien er geen stappen worden ondernomen, zullen de cellen dood gaan. Dit resulteert in de verval fase van de groei curve. De verdubbelingstijd (= de tijd die nodig is om het aantal cellen te verdubbelen) wordt berekend in de logfase.

7 2.Celcyclus CELCYCLUS Inleiding Via specifieke DNA kleuring (Fuelgenkleuring, Fluoroescentiemerkers) kan de hoeveelheid DNA, aanwezig in een celkern, gekwantificeerd worden. Meting van de DNA hoeveelheid, aanwezig in de cel voorafgaand aan, tijdens en volgend op het delingsproces, heeft geleid tot het begrip celcyclus. Duid de juiste volgorde aan. G1, G1 checkpoint, G2, G2 checkpoint, S, M S, G1, G1 checkpoint, G2, G2 checkpoint, M G1, G1 checkpoint, S, G2, G2 checkpoint, M G1, S, G1 checkpoint, G2, G2 checkpoint, M Duid aan wat er precies gebeurt in elk stadium van de celcyclus. Indien je sommige combinaties fout maakt, lees dan nog eens in je handboek pg. 35 wat de verschillende stadia van de celcyclus precies inhouden. DNA replicatie Bijmaken van essentiële celorganellen en uitoefenen van celfunctie Controle punt dat na gaat of de verdubbeling van het genetisch materiaal correct is verlopen. Voorbereiding op de delingsfase Mitose en cytokinese Controle punt dat bepaalt of de cel al dan niet klaar is voor overstap naar de S fase S G2 G1 checkpoint M G2 checkpoint G1 Vervolledig de volgende zin door de correcte term te selecteren. Men definieert het proces cytokinese als zijnde een celdeling. Cytokinese is bijgevolg een proces dat volgt op CELDELING (MITOSE) een kerndeling. Hieronder zie je preparaten van de verschillende fasen van het mitose proces. Benoem de verschillende fasen van mitose en maak er een schets van. Tracht voor jezelf te formuleren wat er precies gebeurt tijdens de verschillende fasen.

8 Hieronder zie je opnieuw de preparaten van verschillende fasen van het mitose proces. Duid de juiste volgorde aan: Dit antwoord is correct! Indien je alle informatie nog eens wil nakijken, bekijk dan figuur 28 in je illustratiebundel en lees in je handboek pagina 36 en 37. In welke fase van de mitose zijn de chromosoomaantallen het best te tellen? Anafase Telofase Metafase Profase Kan je dit ook zien op voorgaande delingsfiguren? Tracht voor jezelf een verklaring te noteren. Ja

9 Neen 3. Klievingsdeling en embryonale ontwikkeling Feedback klievingsdelingen. A: Deze eicel heeft zeer weinig dooier. Oligolecithale eieren ondergaan een holoblastische klieving (= een volledige klieving). Dit soort eicellen komt voor bij de mens (de vroege klievingen zijn holoblastische klievingen), zie ook het filmpje van de ontwikkeling van de mens, dat je op het einde van het practicum kan bekijken. B: Dit is een eitype met extreem veel dooier in de eigenlijke eicel. Een kippenei is een voorbeeld van een telolecithaal ei. Telolecithale eieren ondergaan een discoã dale of schijfvormige klieving.

10 C: Hierbij ligt de dooier centraal met daarrond een dunne doorlopende cytoplasmatische cortex. Centrolecithale eieren komen bijvoorbeeld voor bij insecten. Centrolecithale eieren ondergaan een periblastische of oppervlakkige klieving. VROEGE EMBRYONALE ONTWIKKELING van de zeester (Asteria rubens). Inleiding: De stekelhuidigen of Echinodermata nemen een sleutelpositie in op de fylogenetische stamboom. In tegenstelling tot de overige ongewervelden (Invertebrata - Achordata), die als Protostomia worden aangeduid, bezitten de Echinodermata uitgesproken kenmerken die verwijzen naar hun verwantschap met de Chordata - Vertebrata, waartoe ook de zoogdieren en dus ook de mens behoren. Tijdens de embryonale ontwikkeling, die overeenkomstig de biologische recapitulatiewet een licht werpt op de fylogenetische oorsprong of ontstaansgeschiedenis van de groep waartoe het ontwikkelend individu behoort, is heel duidelijk waarneembaar dat de blastoporus of oermond, zichtbaar vanaf het gastrula stadium, later ontwikkelt tot anus en de mond een nieuwgevormde opening vertegenwoordigt. Echinodermata zijn dus net als chordata vertegenwoordigers van echte Deuterostomia-organismen. Verdere evidentie voor deze op het eerste zicht onverwachte evolutionaire verwantschap, kan men concluderen uit de manier waarop het derde, namelijk het mesodermale, kiemblad wordt gevormd. De blaasvormige laterale afsplitsingen vanuit de darm illustreren heel duidelijk de betekenis en oorsprong van het enterocoeloom. Beide observaties, later aangevuld met meer biochemisch fysiologische data (bvb. het gemeenschappelijk gebruik van creatinine fosfaat voor de snelle aanmaak van ATP), liggen aan de basis van de door Romer geformuleerde hypothese betreffende de evolutie van de Chordata - Vertebrata uit (een) invertebrate voorouder(s). Doelstelling: Inzicht verwerven in de vroeg embryonale ontwikkeling bij dieren aan de hand van totaalpreparaten en doorsneden, representatief voor opeenvolgende ontwikkelingsstadia. Naast de herkenning en benoeming van chronologisch opeenvolgende stadia, dient hierbij nagedacht over de modaliteiten waarop specifiek bij de hier bestudeerde zeester deze ontwikkeling wordt gerealiseerd. Bekijk aandachtig het filmpje over de ontwikkeling van de zeester. Het filmpje opent in een nieuw venster, om nadien verder te gaan met het practicum, sluit je dit venster. Probeer voor jezelf, op basis van het filmpje dat je zojuist bekeken hebt, een antwoord te zoeken op onderstaande vragen: Wat is de bedoeling van Meiose?

11 Kan gelijk welke cel meiose ondergaan? Verduidelijk je antwoord. Wat is het opvallende verschil tussen een vroege en een late blastula? Op onderstaande figuur zie je een eicel die net meiose heeft ondergaan. Hoe heet de kleine cel (?) die ontstaat tijdens de meiose? Poolgranula Poollichaampje Blastomeer. Zygote Dit antwoord is correct. Zie ook figuur 113 in de illustratiebundel. Primaire oã cyten ondergaan een meiose I en geven zo het ontstaan enerzijds aan genetisch verschillende secundaire oã cyten en anderzijds aan kleine, niet-functionele poollichaampjes. Welke afbeelding stelt een bevruchte eicel voor? Tracht voor jezelf te formuleren waarom. 2, omwille van de lichter wordende cortex van de cel. 1, omwille van het zichtbare fertilisatiemembraan. 1, omwille van de donkere opvulling van de cel. 2, omwille van de duidelijke dikkere celmembraan (= oã lemma). Dit antwoord is correct. Op figuur 1 zie je duidelijk het doorschijnende vliesje rond de bevruchte eicel, het fertilisatiemembraan.

12 Bestudeer onderstaande figuur. Welke klievingsdeling heeft de zeester? Holoblastische klieving. Periblastische klieving. Discoà dale klieving. Dit antwoord is correct! Net zoals bij de mens vertoont de zygote van een zeester holoblastische klievingsdelingen. Welk eitype heeft de zeester?

13 Centrolecithaal ei. Telolecithaal ei. Oligolecithaal ei. Dit antwoord is correct! Zoals eerder vermeld zijn de klievingsdelingen bij de zeester gelijkaardig aan die bij de mens. Aangezien ook in de eicel van een zeester maar weinig dooier aanwezig is en hierdoor een holoblastische klieving kan optreden, spreken we bij de zeester eveneens van een oligolecithaal ei. Hoe staan de delingsfiguren of klievingsvlakken in opeenvolgende klievingen t.o.v. elkaar? Loodrecht. Parallel. Dit antwoord is correct! Zie onderstaande figuur.

14 Hoe evolueert het volume van het totale embryo tijdens de klievingsdelingen? Gelijk aan de zygote. Kleiner dan de zygote. Groter dan de zygote. Dit antwoord is correct! Ter illustratie, zie onderstaande figuur. Hoe evolueert het volume van de individuele blastomeren? Het volume van de blastomeren blijft gelijk. Het volume van de blastomeren neemt toe. Het volume van de blastomeren neemt af. Dit antwoord is correct! Als je weet dat het volume van de zich delende zygote tijdens de klievingsdelingen constant blijft, is het logisch dat de gevormde cellen steeds kleiner worden en hun volume bijgevolg afneemt. Het onderstaande preparaat is een...

15 Gastrula Blastula Morula Zygote Helaas, dit antwoord is niet correct. Tip: deze structuur lijkt op een wel bepaalde vrucht, waaraan het zijn naam te danken heeft. In onderstaande figuur zie je enkele embryonale ontwikkelingsstadia van de zeester. Tracht aan de hand van de slides over embryonale ontwikkeling (zie hoorcollege), de stadia te benoemen en duid de cijfercombinatie aan die deze stadia in een juiste chronologische volgorde plaatst

16 Dit antwoord is niet correct. Als je weet dat jouw antwoord overeen komt met: "late blastula, vroege blastula, vroege gastrula, late gastrula", redeneer dan nog een keer opnieuw en kijk ter controle naar de figuren in je handboek. Het onderstaande preparaat is een... Zygote Morula Gastrula Blastula Dit antwoord is correct! Benoem vervolgens de aangeduide structuren van het preparaat.

17 Opmerking: Indien je deze vraag foutief beantwoordt, zoek de verschillende delen van een blastula dan nog eens op in je handboek. 1. Fertilisatiemembraan 2. Blastomeer 3. Blastocoel Hieronder zie je drie opeenvolgende figuren die het gastrulatieproces illustreren. Benoem de aangeduide structuren. Opmerking: Indien je deze vraag foutief beantwoord, zoek dan het verloop van het gastrulatieproces nog eens op in je cursus en/of handboek. 1. Blastoporus 2. Archenteron 3. Coeloom De latere bestemming van de blastoporus op voorgaand preparaat is de mond.

18 Dit antwoord is helaas niet correct. Bij het gastrulatieproces van de zeester wordt eerst de anus gevormd en daarna de mond. De mond is dus nieuwvorming, terwijl de anus uit de vroegere blastoporus zal ontstaan. Alle organismen waarbij het gastrulatieproces op deze manier verloopt, worden deuterostomia of deuterostomata genoemd (deutero = tweede, stomia = mond). Bekijk het preparaat opnieuw aandachtig. Om welk soort coeloom gaat het hier? Enterocoeloom Schizocoeloom Dit antwoord is correct! Duid aan welke snedes overeen komen met de verschillende figuren.

19 Opmerking: Indien je deze vraag foutief beantwoordt, teken voor jezelf dan nog eens bovenstaande figuur en maak een tekening van de doorsnedes op plaats 1, 2 en a 2. c 3. b Hieronder zie je twee doorsnedes door gastrula stadia, waarbij de rechtse figuur op een later tijdstip is genomen. Je ziet hier namelijk een doorlopend spijsverteringsstelsel. Benoem de genummerde structuren. Weet dat de embryo's in dezelfde richting op de lengte as georiã«nteerd liggen. 1. Anus 2. Mond Hieronder zie je een zij-aanzicht, of met andere woorden een lateraal zicht. Benoem de aangeduide specialisaties van het darmkanaal.

20 1. Anus 2. Einddarm 3. Maag 4. Voordarm 5. Mondveld Hieronder zie je twee afbeeldingen van een bipinnarialarve vanuit twee verschillende gezichtspunten. Beide larven liggen in dezelfde richting op de lengte as georiã«nteerd. Maak de juiste combinatie. 1. een dorsoventraal zicht 2. een lateraal zicht Ter opfrissing van de begrippen lateraal en dorsoventraal zicht, bekijk je best onderstaande illustratie. Maakte je in voorgaande opdracht de correcte combinatie?

21 Een larvaal stadium dat sterk verschilt van het volwassen of adulte stadium, impliceert een metamorfose of vormverandering, waarbij larvale structuren door apoptosis (= geprogrammeerde celdood) opgeruimd worden. Hierbij worden de gevormde bouwstenen gebruikt voor de opbouw van de adulte weefsels en organen.

22 Bekijk aandachtig onderstaande figuren, die elk een verschillend zicht tonen op de bipinnarialarve. Maak zo mogelijk een plasticinemodel van de larve met aanduiding van de mond en anus en het verloop van de cilliënband. Hierdoor krijg je een beter inzicht in de 3D structuur van deze larve. Tijdens de volgende practica oefeningen zal je meermaals geconfronteerd worden met zowel sagittale doorsnedes als dwarse of transversale doorsnedes. Ook is het mogelijk dat je werkt met een frontale doorsnede. Het is dan ook de bedoeling dat je de betekenis van deze verschillende soorten doorsnedes goed begrijpt en in je achterhoofd houdt. Op onderstaande figuren zijn drie verschillende doorsnedes van de regenworm te zien. Combineer de figuren met de naam van de doorsnede.

23 Opmerking: Noteer dat frontale en sagittale doorsnedes beiden overlangse of longitudinale doorsnedes zijn. Probeer voor jezelf ook bijkomende vraag te beantwoorden: Bij welke doorsnede zou men duidelijk, indien aanwezig, de bilaterale symmetrie zien? A. Sagittale doorsnede B. Frontale doorsnede C. Dw arse doorsnede

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?

3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat

Nadere informatie

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli blauw Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Juli geel Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Voortplanting en celdeling

Voortplanting en celdeling Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken

Nadere informatie

Embryologie van de zee-egel van onbevrucht ei tot vrij-zwemmend pluteus larve

Embryologie van de zee-egel van onbevrucht ei tot vrij-zwemmend pluteus larve Embryologie van de zee-egel van onbevrucht ei tot vrij-zwemmend pluteus larve Serie van 14 dia s Virtual Classroom Biologie Objectief: - ter ondersteuning van het praktikum - ter beperking van het aantal

Nadere informatie

Oplossingen Biologie van 2000

Oplossingen Biologie van 2000 www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag

Nadere informatie

Kennismaking met natuurwetenschappen

Kennismaking met natuurwetenschappen Kennismaking met natuurwetenschappen 1 De natuurwetenschappen 5 1.1 De natuurwetenschap en de levende natuur 7 1.2 De natuurwetenschap en de niet-levende natuur 8 1.3 De natuurwetenschappelijke methode

Nadere informatie

Biologie (jaartal onbekend)

Biologie (jaartal onbekend) Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren

Nadere informatie

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Microvilli Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum

Nadere informatie

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2

Nadere informatie

Examen Voorbereiding Cellen

Examen Voorbereiding Cellen Examen Voorbereiding Cellen Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 2 Cellen Begrippenlijst: Begrip Organellen Plastiden Stamcellen Embryonale stamcellen Adulte stamcellen Endoplasmatisch reticulum

Nadere informatie

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3. Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1

Nadere informatie

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Microvilli Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2

Nadere informatie

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?

Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2

Nadere informatie

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Jongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 24 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62534 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld

Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari 2005 6 511 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 5 Opdracht 1 1. Het uiterlijk is een fenotype van een organisme. 2. Alle erfelijke informatie

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen

Nadere informatie

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS

SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS SAMENVATTING IN HET NEDERLANDS Een organisme bestaat uit verschillende weefsels, die opgebouwd zijn uit cellen. Cellen zijn dus de bouwblokken van elk levend organisme. De ontwikkeling van slechts een

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum http://www.toelatingsexamen-geneeskunde.be

Nadere informatie

ZONDER CELDELING GEEN KANKER

ZONDER CELDELING GEEN KANKER DE GEMENE DELER ZONDER CELDELING GEEN KANKER Naam: Klas: Datum: ZONDER CELDELING GEEN KANKER HAVO Celdeling is cruciaal voor het leven van organismen, en wordt dan ook heel nauwkeurig gereguleerd. Wanneer

Nadere informatie

Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel?

Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel? Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel? Myeline is een hoofdzakelijk eiwitrijke stof die aangemaakt wordt door Schwann cellen. Myeline

Nadere informatie

Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel?

Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel? Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande beweringen is correct met betrekking tot het zenuwstelstel? Myeline is een hoofdzakelijk vetachtige stof die aangemaakt wordt door Schwann cellen. Myeline

Nadere informatie

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke

Nadere informatie

Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct?

Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? Biologie Vraag 1 Welke combinatie van twee celorganellen en hun respectievelijke functies is correct? ribosoom en synthese van eiwitten kern en fotosynthese mitochondrion en fotosynthese ribosoom

Nadere informatie

Teveel centrosomen in kankercellen

Teveel centrosomen in kankercellen Teveel centrosomen in kankercellen Ongecoördineerde celdeling zorgt ervoor dat kankercellen steeds verder ontsporen, denkt een onderzoeksgroep van oncologen uit Boston. Kankercellen zijn vaak aneuploïd:

Nadere informatie

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen). Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van

Nadere informatie

Eencellige en meercellige organismen

Eencellige en meercellige organismen 2 Eencellige en e organismen 2.1 Eencelligen en en Tonen onderstaande microscopische foto s een of een organisme? Kruis aan. 1 2 pantoffeldiertje amoebe 3 4 lever nier 5 6 blauwwier wortel tuinboon Conclusie

Nadere informatie

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Celdeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 14 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62460 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif. Samenvatting Thema 1: Organen en cellen Basisstof 1 Levenskenmerken (levensverschijnselen): - stofwisseling (ademhaling, voeding, uitscheiding) - groei - voortplanting - reageren op prikkels - ontwikkeling

Nadere informatie

GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT

GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT GENEXPRESSIE VERVOLGOPDRACHT Alle organismen op aarde zijn opgebouwd uit cellen. Ook jouw eigen lichaam bestaat uit cellen. Die cellen zien er niet allemaal hetzelfde uit. Zo is een huidcel heel compact,

Nadere informatie

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens!

We wensen je veel succes met studeren en het halen van jouw tentamens! Voorwoord Beste geneeskundestudent, Voor je ligt de samenvatting van Blok 1.1.1 Deel 2 voor de studie geneeskunde. SlimStuderen.nl heeft de belangrijkste informatie uit alle verplichte literatuur voor

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen Samenvatting door M. 721 woorden 15 januari 2014 7,1 28 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Organismen Organismen is een levend wezen:

Nadere informatie

Begrippenlijst Biologie DNA

Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar

Nadere informatie

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41 3 1 Functionele morfologie van de cel 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 2.1 Bouw en functie van het eenheidsmembraan 10 2.2 Overzicht van de celorganellen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de

Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de biologie Samenvatting door E. 1726 woorden 5 november 2013 7,7 20 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie hoofdstuk 1, wat is biologie?

Nadere informatie

Biologie 1997 Augustus

Biologie 1997 Augustus www. Biologie 1997 Augustus Vraag 1 In de onderstaande tekening is de elektronenmicroscopische afbeelding van een cel van een traanklier van een mens weergegeven. Het afgescheiden traanvocht bevat een

Nadere informatie

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen.

Nadere informatie

AVL-nascholing NW02. KU Leuven

AVL-nascholing NW02. KU Leuven Toelichtingen en praktische didactische tips bij de leerplandoelstellingen genetica in het Leerplan D/2017/13.758/009 Aardrijkskunde/Natuurwetenschappen 3 graad kso/tso; sept 2017: Leerplan van het Secundair

Nadere informatie

Dutch Summary. Nederlandse Samenvatting

Dutch Summary. Nederlandse Samenvatting Dutch Summary Nederlandse Samenvatting Nederlandse samenvatting Voor het goed functioneren van een cel is het van groot belang dat de erfelijke informatie intact blijft. De integriteit van het DNA wordt

Nadere informatie

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1 de cel Elk levend wezen is opgebouwd uit cellen. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat over de verschillende onderdelen van een cel. We bespreken het celmembraan, het cytoplasma en de belangrijkste organellen.

Nadere informatie

THEORETISCHE ACHTERGROND VOOR LERAREN. Basis van het leven. Gekaderd binnen het leerplan. Aardrijkskunde-Natuurwetenschappen 3 e graad

THEORETISCHE ACHTERGROND VOOR LERAREN. Basis van het leven. Gekaderd binnen het leerplan. Aardrijkskunde-Natuurwetenschappen 3 e graad THEORETISCHE ACHTERGROND VOOR LERAREN Basis van het leven Gekaderd binnen het leerplan Aardrijkskunde-Natuurwetenschappen 3 e graad BRUSSEL D/2017/13.758/009 September 2017 Bijscholing SLO Natuurwetenschappen

Nadere informatie

T G7091. G1-fase en bevat A chromosomen en B DNA. M-fase en bevat 1 2 A chromosomen en 1 2 B DNA. S-fase en bevat A chromosomen en 1 2 B DNA

T G7091. G1-fase en bevat A chromosomen en B DNA. M-fase en bevat 1 2 A chromosomen en 1 2 B DNA. S-fase en bevat A chromosomen en 1 2 B DNA . Tijdens welke fase van de celcyclus gebeurt DNA-replicatie van het genoom? Hoeveel chromosomen en hoeveel DNA bevat een cel onmiddellijk na de mitose als je weet dat het aantal chromosomen van die cel

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen Samenvatting door een scholier 751 woorden 30 mei 2017 8,2 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou H3 organen en cellen iets uitleg voorbeelden

Nadere informatie

S e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e

S e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e 76 Voortplanting S e k s u e l e v o o r t p l a n t i n g De seksuele voortplanting of reproductie van de mens houdt in dat man en vrouw elk de helft van hun erfelijke aanleg, dus één van elk van de 22

Nadere informatie

Inleiding in de biologie

Inleiding in de biologie Examen Voorbereiding Inleiding in de biologie Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 1 Inleiding in de biologie Begrippenlijst: Begrip Biologische eenheden Prokaryoten Eukaryoten Populatie Levensgemeenschap

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

1: Nanotechnologie. 2: Cellen bekijken

1: Nanotechnologie. 2: Cellen bekijken 1: Nanotechnologie Een cel is een zelfstandige biologische eenheid - Door celmembraan in het inwendige van de cel gescheiden met zijn omgeving. - Met behulp van eiwitten in het celmembraan wordt de opname

Nadere informatie

5 H5. Een kind. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/51183

5 H5. Een kind. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/51183 Auteur Its Academy Laatst gewijzigd Licentie Webadres 08 mei 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/51183 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Bouw van een cel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73566

Bouw van een cel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73566 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 december 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/73566 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

GENEXPRESSIE VOORBEREIDENDE LES

GENEXPRESSIE VOORBEREIDENDE LES GENEXPRESSIE VOORBEREIDENDE LES Alle organismen op aarde zijn opgebouwd uit cellen. Ook jouw eigen lichaam bestaat uit cellen. Die cellen zien er niet allemaal hetzelfde uit. Zo is een huidcel heel compact,

Nadere informatie

Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015

Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Membranen, membraantransport en cytoskelet Versie 2015 Vragen bij COO over hoofdstuk 11, 12 en 17 van Alberts Essential Cell Biology, 4e druk Membranen 1. Je wordt gevraagd een kunstmatige membraan te

Nadere informatie

Eindexamen biologie vwo I

Eindexamen biologie vwo I Eendagshaantjes In de pluimveehouderij worden in Nederland jaarlijks tientallen miljoenen eendagshaantjes gedood. Dit cijfer is te vinden in het rapport Alternatieven voor doding van eendagskuikens, in

Nadere informatie

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine.

<A> Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. <B> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Thymine is een pyrimidinebase en vormt 3 waterstofbruggen met adenine. Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Cytosine

Nadere informatie

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine.

<A> Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. <B> Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Biologie Vraag 1 Welke uitspraak is correct? Adenine is een purinebase en vormt 2 waterstofbruggen met thymine. Guanine is een pyrimidinebase en vormt 2 waterstofbruggen met cytosine. Thymine

Nadere informatie

Biologie ( havo vwo )

Biologie ( havo vwo ) Tussendoelen Biologie ( havo vwo ) Biologie havo/vwo = Basis Biologische eenheid Levenskenmerk Uitleggen hoe bouw en werking van onderdelen van een organisme bijdragen aan de functies voeding, verdediging

Nadere informatie

het machtigste leven op aarde erfelijkheid & ordening

het machtigste leven op aarde erfelijkheid & ordening antwoorden en uitleg bij Micropia-onderwijsmateriaal Havo/VWO 3-4 het machtigste leven op aarde erfelijkheid & ordening In dit document vindt u de vragen uit het Micropia-onderwijsmateriaal voor Havo/VWO

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie

Samenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting Biologie Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting door een scholier 1888 woorden 16 juni 2016 6,5 5 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 De zichtbare eigenschappen (het uiterlijk) van een

Nadere informatie

4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1

4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1 Boekverslag door N. 1802 woorden 11 april 2013 4.5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BS1 Pigment wordt veroorzaakt door enzymen, oftewel: eiwitten, bestaande uit een groot aantal

Nadere informatie

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3

LEREN CLASSIFICEREN. Classificatie van ongewervelde dieren. Werkblad Niveau 3 LEREN CLASSIFICEREN Classificatie van ongewervelde dieren Werkblad Niveau 3 In de tentoonstellingszalen van het museum krijg je een overweldigend beeld van de grote verscheidenheid aan dieren. Op basis

Nadere informatie

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.

Nadere informatie

Thema: Inleiding in de biologie & Cellen

Thema: Inleiding in de biologie & Cellen Thema: Inleiding in de biologie & Cellen HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] ARTHUR A. HOOGENDOORN ATHENEUM - VRIJE ATHENEUM - AAHA Docent: A. Sewsahai VWO DOELSTELLINGEN (1) 4V:

Nadere informatie

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns

Genetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns Genetische Selectie Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar Sabine Spiltijns 2010-2011 0 We kunnen aan de hand van een genetische selectie ongeveer voorspellen hoe de puppy s van onze hondjes er gaan uitzien.

Nadere informatie

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen?

Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? Van mens tot Cel oefenvragen 1. De celdeling bestaat uit verschillende fasen. Hoe heten de G1, S en de G2 fase samen? A: interfase B: profase C: anafase D: cytokinese 2. Een SNP (single nucleotide polymorphism)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Eukaryotische cellen bevatten een celkern welke in hoge mate georganiseerd is. De celkern bevat naast genetische informatie,

Nadere informatie

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA. Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke

Nadere informatie

Signaaltransductie en celcyclus (COO 6)

Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) Signaaltransductie en celcyclus (COO 6) oefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 en 12 van Unit 1 van Campbell, 10 e druk versie 2014-2015 Communicatie 1. Hier zie je drie manieren waarop een

Nadere informatie

1 (~20 minuten; 20 punten)

1 (~20 minuten; 20 punten) TENTAMEN Moleculaire Cel Biologie (8A840) Prof. Dr. Ir. L. Brunsveld & Dr. M. Merkx 27-01-2012 14:00 17:00 (totaal 100 punten) 6 opgaven in totaal + 1 bonusvraag! (aangegeven tijd is indicatie) Gebruik

Nadere informatie

Newsletter April 2013

Newsletter April 2013 1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien

Nadere informatie

STAMCELLEN. 1. Definitie 2. Soorten 3. Eicel 4. Morula 5. Blastocyst 6. Foetus 7. Navelstrengbloed 8. Stamcellen uit volwassen individu

STAMCELLEN. 1. Definitie 2. Soorten 3. Eicel 4. Morula 5. Blastocyst 6. Foetus 7. Navelstrengbloed 8. Stamcellen uit volwassen individu STAMCELLEN 1. Definitie 2. Soorten 3. Eicel 4. Morula 5. Blastocyst 6. Foetus 7. Navelstrengbloed 8. Stamcellen uit volwassen individu DRIE EIGENSCHAPPEN: DEFINITIE VAN STAMCELLEN A) NIET- DIFFERENTIATIE

Nadere informatie

Samenvatting biologie thema 2

Samenvatting biologie thema 2 Samenvatting biologie thema 2 Doelstelling 1 Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerende biologische eenheid. - Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen

Nadere informatie

Structuur, vorm en dynamica van biologische membranen

Structuur, vorm en dynamica van biologische membranen SAMENVATTING Structuur, vorm en dynamica van biologische membranen Biofysica is de studie van de natuurkunde achter biologische processen. Haar werkterrein is voornamelijk de individuele cel. Cellen zijn

Nadere informatie

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31

2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting

Nadere informatie

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.

Tussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd. Biologie SE4 Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van de beide ovaria. Deze eicel komt terecht in een eileider. Een van de zaadcellen die de tocht van de vagina naar

Nadere informatie

Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9

Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9 Begrippenlijst Biologie Thema 4 DNA, paragraaf 1 t/m 9 Begrippenlijst door een scholier 2843 woorden 2 april 2007 7,2 74 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie thema 4, DNA, samenvatting

Nadere informatie

Evolutie van de generatiewisseling

Evolutie van de generatiewisseling Evolutie van de generatiewisseling Oefen- en zelftoetsmodule bij hoofdstukken 29 en 30 van Campbell november 2006 Introductie Met behulp van dit zelfstudie-onderdeel oefen je de termen en begrippen die

Nadere informatie

INFOFICHE. HOEK 1: Lichaamssymmetrie. Zie kijkwijzer

INFOFICHE. HOEK 1: Lichaamssymmetrie. Zie kijkwijzer INFOFICHE HOEK 1: Lichaamssymmetrie LICHAAMSSYMMETRIE Wanneer je een organisme in twee gelijke helften kunt verdelen, spreken we van lichaamssymmetrie. De twee lichaamshelften zijn elkaar spiegelbeeld.

Nadere informatie

Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA

Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Periode 9 - deel 1 MOLECULAIRE GENETICA Lesstof PW9 Toets 9.1 Boek: Biologie voor het MLO (zesde druk) Hoofdstuk 5 Biomoleculen blz. 89 t/m 106 Hoofdstuk 11 Klassieke genetica blz. 224 t/m 227 Hoofdstuk

Nadere informatie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen

Nadere informatie

Basisstof 7 Genetische variatie

Basisstof 7 Genetische variatie Afbeelding 33. RNA-interferentie.1 RNA bevat 2 complementaire sequenties die aan elkaar plakken, zodat er een haarspeld structuur ontstaat (1 van afbeelding 33). Het enzym Dicer knipt het dubbele RNA in

Nadere informatie

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren :

Bij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren : Samenvatting door een scholier 1923 woorden 10 maart 2002 7,6 81 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1: Eiwitmolecuul bestaan uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren. In het lichaam zijn

Nadere informatie

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?

Welke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen? Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande

Nadere informatie

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen: Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o

Nadere informatie

ZONDER EIWITINTERACTIES KOM JE NERGENS

ZONDER EIWITINTERACTIES KOM JE NERGENS DE GEMENE DELER ZONDER EIWITINTERACTIES KOM JE NERGENS Naam: Klas: Datum: ZONDER EIWITINTERACTIES KOM JE NERGENS VWO Zonder eiwitten is het leven niet mogelijk. Interacties tussen eiwitten zijn cruciaal

Nadere informatie

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington 2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Voortplanting

Samenvatting Biologie Voortplanting Samenvatting Biologie Voortplanting Samenvatting door een scholier 2095 woorden 10 december 2009 4,7 20 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoudsopgave 1. De cel 3 1.1 De cel als bouwsteen van het leven 3 1.2

Nadere informatie

Samenvatting Biologie H1+2

Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting Biologie H1+2 Samenvatting door Marjolein 2356 woorden 20 december 2017 7,5 1 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting: https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-h12

Nadere informatie

Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die zich blijven delen. Drie verschillende stamcelbronnen zijn:

Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die zich blijven delen. Drie verschillende stamcelbronnen zijn: Boekverslag door L. 1556 woorden 8 april 2014 7.4 100 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 4.1 Levende cellen Van systeem aarde tot molecuul Een organisatieniveau is de schaal waarop onderzoek plaatsvindt,

Nadere informatie

KANKER EN KANKERONDERZOEK

KANKER EN KANKERONDERZOEK DE GEMENE DELER KANKER EN KANKERONDERZOEK Naam: Klas: Datum: INLEIDING Kanker is een veelvoorkomende ziekte. Bijna een derde van de Nederlanders krijgt er vroeg of laat zelf mee te maken. Op dit moment

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 157 N ederlandse samenvatting Nederlandse Samenvatting 158 Nederlandse samenvatting Het aantal gevallen van huidkanker, waaronder melanoom, neemt nog steeds toe in de westerse

Nadere informatie

GENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING

GENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING GENOMISCH KOOKBOEK LEERLINGENHANDLEIDING LEERLINGENHANDLEIDING GENOMISCH KOOKBOEK 1 HOOFDSTUK 1 DNA EN DE ROL VAN RNA BIJ TRANSCRIPTIE 1.1 Hieronder zie je een vak met daarin de begrippen DNA en RNA. Maak

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Thema 2

Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting Biologie Thema 2 Samenvatting door Adeline 2260 woorden 18 oktober 2016 6,6 8 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1 Nanotechnologie Met nano wordt aangeduid dat iets erg

Nadere informatie

Begrippen Hoofdstuk 3

Begrippen Hoofdstuk 3 Begrippen Hoofdstuk 3 aminozuur organische stoffen met carboxyl- en aminogroepen. Ongeveer 20 aminozuren spelen een rol als grondstof voor de synthese van eiwitten amyloplasten basenparing biotechnologie

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO

Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO Praktische-opdracht door Bieb 1397 woorden 18 mei 2017 6,2 4 keer beoordeeld Vak Biologie Nieuwe olifantensoort ontdekt in Afrika 1a: Wat zijn de wetenschappelijke

Nadere informatie

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen

Moleculaire mechanismen. De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen Moleculaire mechanismen De connectie tussen interacties van eiwitten en activiteiten van cellen The Hallmarks of Cancer Hanahan and Weinberg, Cell 2000 Niet afhankelijk van groei signalen Apoptose ontwijken

Nadere informatie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 Samenvatting door een scholier 1216 woorden 2 februari 2005 7,6 9 keer beoordeeld Vak Methode Biologie ViaDELTA H3 1 klievingsdeling- deling van een cel zonder dat deze

Nadere informatie

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A An Quaghebeur Leraar biologie VLTI - Torhout Vakbegeleider biologie-natuurwetenschappen Bisdom Brugge 1 Waar biologie de grens met ethiek raakt Situering

Nadere informatie