Verzenddatum 29 september 2011 Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 7 oktober 2011 Provinciale Staten 11 november 2011

Transcriptie

1 Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Algemeen Commissiegriffier Margreeth Trimpe Inhoudelijk ambtenaar J.K. Coppoolse J.K. Verantwoordelijk bestuurder C. van Beveren Te verzenden aan Statenbreed Verzenddatum 29 september 2011 Betreft vergadering Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn 7 oktober 2011 Provinciale Staten 11 november 2011 Inhoudelijk Naam voorstel Nr. FEZ 017 Aanleiding Bevoegdheid Statenvoorstel begroting 2012, inclusief meerjarenraming van het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland Jaarlijkse indiening van begroting en meerjarenraming Taak volgt uit Leemtewet bodemsanering Wat wordt voorgesteld? Vaststellen van begroting 2012, inclusief meerjarenraming , van het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland Doelen en effecten Controleren Uitvoering Informeren Kosten en dekking Eeuwigdurende nazorg aan de twee stortplaatsen in Zeeland om de grootst mogelijke bescherming te bieden tegen nadelige gevolgen. Via jaarrekening van het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland Via actief projectmanagement van technische uitvoering en financiële middelen, vervolgens actief beheren en monitoren van eeuwigdurende nazorg van de stortplaatsen. Via jaarrekening van het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland In principe is de constructie kostendekkend. Het risico voor eventuele tekorten op waardevastheid en rendement ligt bij de provincie.

2 Provinciale Staten Provincie Zeeland Gedeputeerde belast met behandeling: Onderwerp: C. van Beveren Vaststellen begroting 2012, inclusief meerjarenraming van het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland. Vergadering PS: Nr: FEZ Agenda nr: Vergadering GS: 13 september Nr: VOORSTEL Aan de Provinciale Staten van Zeeland Samenvatting: De begroting 2012 met de meerjarenraming van het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland wordt ter vaststelling voorgelegd. Wat willen we bereiken? Eeuwigdurende nazorg aan de twee stortplaatsen in Zeeland conform de van toepassing zijnde wet en regelgeving om na sluiting van de stortplaatsen de grootst mogelijke bescherming te bieden tegen nadelige gevolgen. Waaraan kunnen we zien of alles bereikt is? Een actuele sluitende meerjarenbegroting met meerjarig doorgerekende voorzieningen van voldoende omvang en het goed managen van de nazorg. Wat doen we daarvoor? Het Fonds Nazorg is een apart rechtspersoon, dat bestuurd wordt door Gedeputeerde Staten. De uitvoering vindt plaats door actief projectmanagement van enerzijds de technische uitvoering en anderzijds het beheer van de financiële middelen. De technische uitvoering betrefl in eerste instantie handhaven van en overleg over het beheer en afsluiten van de stortplaatsen, wat uiteindelijk leidt tot de sluitingsverklaring en de definitieve belastingaanslag. Daarna onder verantwoordelijkheid van de provincie het actief beheren en monitoren van de eeuwigdurende nazorg van de stortplaatsen.,&q i; B Lw- - Wat mag het kosten? Het uitgangspunt is dat er met de definitieve belastingaanslag, conform de sluitingsverklaring er voldoende middelen in de voorziening zijn gestort door de dan voormalig eigenaar van de stortplaats om de eeuwigdurende nazorg uit te dekken, zodat het Fonds Nazorg zelfvoorzienend is. De provincie Zeeland staat garant voor eventuele tekorten op de waardevastheid en het rendement op het vermogen. Uiteindelijk staat de provincie garant voor eeuwigdurende nazorg. Achterarond. Op 1 april 1998 is de Leemtewet bodemsanering in werking getreden. In deze wet is de verantwoordelijkheid voor de eeuwigdurende nazorg voor gesloten stortplaatsen, waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort, neergelegd bij de provincies. Doel van de wetgever is te voorzien in een zodanig beheer van stortplaatsen dat na sluiting de grootst mogelijke bescherming wordt geboden tegen nadelige gevolgen. Om hiervoor de benodigde financiële middelen aan te trekken, is een nazorgheffing ingesteld die wordt opgelegd aan de stortplaatseigenaren. Deze heffing wordt door de Provincie Zeeland opgelegd aan de exploitant (Delta) door een nadere voorlopige aanslag.

3 vaststellen begroting 2012, inclusief meerjarenraming van het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland. De hoogte van de aanslag wordt door de Provincie berekend aan de hand van het door de exploitant ingediende nazorgplan, wat door de Provincie is goedgekeurd. In dit nazorgplan wordt het doelvermogen berekend aan de hand van een IPO-rekenmodel. In dit model wordt een raming gemaakt van de verwachte onderhoudskosten nadat de sluiting van de stortplaats heeft plaatsgevonden en de nazorg aanvangt. Vervolgens worden deze onderhoudskosten rekenkundig contant gemaakt naar het jaar waarin de stortplaats sluit en de aanvang van de nazorg plaatsvindt. Het totaal van deze contant gemaakte onderhoudskosten wordt het doelvermogen genoemd. Door de Provincie wordt dit doelvermogen vervolgens opnieuw rekenkundig contant gemaakt naar het moment waarop de aanslag door de Provincie Zeeland wordt opgelegd. De door de Provincie Zeeland ontvangen belastinggelden worden conform de wet belegd in het nazorgfonds. Daarbij wordt conform het IPO-rekenmodel uitgegaan van een beleggingsrendernent van 5%. Het risico van een mogelijk afwijkend werkelijk rendement en de waardevastheid van het vermogen ligt bij de Provincie Zeeland. Actuele zaken in beqrotinq 2012: In de jaarrekening 2010 is het vermogen op niveau gebracht. Bij het vaststellen van de begroting 2011 is besloten om meerjarig de liquide middelen volledig in een rekening courant uit te zetten bij de provincie Zeeland tegen een vast rendement van 5%. Dit is operationeel vanaf 1 januari 2011 en meerjarig in de begroting verwerkt. Bij de beleggingen wordt door de provincie Zeeland aan het nazorgfonds de hoofdsom en een meerjarig rendement van 5% per jaar gegarandeerd, derhalve wordt bij iedere jaarrekening getoetst of het vermogen op niveau is en wordt dit anders direct in die jaarrekening aangevuld ten laste van het rekeningresultaat van de provinciale jaarrekening van het zelfde jaar. De eerste jaarrekening waarbij dit toegepast gaat worden is die van In 2012 wordt de sluitingsverklaring opgesteld voor de Koegorspolder. Na de sluitingsverklaring gaat het eigendom over naar de provincie om eeuwigdurende nazorg uit te voeren. Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit, gedeputeerde staten, Karla Peijs, voorzitter, Viek Verdult, secretaris. De staten der provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 13 september 2001, nr ; besluiten: Begroting 2012, inclusief meerjarenraming van het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland vaststellen.

4 Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland Begroting 2012 (inclusief meerjarenraming )

5 1. Provinciaal fonds nazorg Stortplaatsen Zeeland 2. Paragraaf Weerstandsvermogen 3. Paragraaf Financiering 4. Begroting 2012 en mee jarenraming Geprognosticeerde meerjaren balans van 10

6 1. Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland. 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt als eerste ingegaan op het wettelijk kader van het Fonds Nazorg. Vervolgens komt het Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Zeeland aan bod. Binnen de Provincie Zeeland liggen twee stortplaatsen: stortplaats Koegorspolder en stortplaats Noord- en Midden Zeeland. De actuele ontwikkelingen van deze stortplaatsen worden behandeld in paragraaf 1.4 en 1.5. Tot slot wordt in paragraaf 1.6 de meejarenbegroting 2012 weergegeven. 1.2 Fonds Nazorg: Wettelijk kader Op 1 april 1998 is de Leemtewet bodemsanering in werking getreden. In deze wet is de verantwoordelijkheid voor de eeuwigdurende nazorg voor stortplaatsen, waar na 1 september 1996 afvalstoffen zijn of worden gestort, neergelegd bij de provincies. Doel van de wetgever is te voorzien in een zodanig beheer van stortplaatsen dat na de sluiting de grootst mogelijke bescherming wordt geboden tegen nadelige gevolgen. Om hiervoor de benodigde financiële middelen aan te trekken, hebben Provinciale Staten ex artikel van de wet milieubeheer een nazorgheffing ingesteld die wordt opgelegd aan de stortplaatseigenaren. Op het Fonds Nazorg is het Besluit Begroten en Verantwoorden gemeenten en provincies (BBV) van toepassing. Dit betekent dat de Begroting, begrotingswijzigingen en de Jaarrekening door Provinciale Staten (PS) vastgesteld moeten worden en aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gestuurd dienen te worden. Zij worden gelijktijdig met de provinciale programmabegroting en jaarstukken ter behandeling aan PS voorgelegd. Naast de algemene toelichting, de meerjarige exploitatiebegroting en balansmutaties wordt de paragraaf weerstandvermogen en de paragraaf financiering apart in de Begroting en Jaarrekening opgenomen. Het Fonds Nazorg is een krachtens de Wet milieubeheer ingestelde rechtspersoon, bestuurd door Gedeputeerde Staten (GS). Dat het fonds een aparte rechtspersoon vormt is door de wetgever zo bepaald om te kunnen garanderen dat tot in lengte van jaren de opgelegde nazorgheffingen alleen aan de uitvoering van de nazorg van stortplaatsen zal worden besteed. In het geval dat mocht blijken dat het fonds, om welke reden dan ook, niet toereikend zou zijn om de wettelijke verplichtingen na te komen, dient dit tekort aangevuld te worden uit de algemene middelen van de Provincie. Afvalbeheerolan In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is het landelijk "afvalbeheerplan " opgesteld. Als doelstellingen worden hierin vermeld het beperken van het ontstaan van afvalstoffen, het zoveel mogelijk hergebruiken van afvalstoffen. De afvalstoffen die vervolgens over blijven dienen te worden verbrand. Alleen onbrandbaar materiaal mag worden gestort. Dit mag alleen plaats vinden op de bestaande stortplaatsen. Mocht een tekort aan stortcapaciteit dreigen te ontstaan, dan wordt uitbreiding van de bestaande stortcapaciteit alleen toegestaan door uitbreiding van de bestaande stortplaatsen of door het heropenen van gesloten stortplaatsen die voldoen aan de eisen van het Stortbesluit Bodembescherming en de nazorgregeling stortplaatsen uit de Wet milieubeheer. Het realiseren van nieuwe stortplaatsen is niet aan de orde. 1.3 Het Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Zeeland Artikel van de Wet Milieubeheer schrijft voor dat GS een fonds oprichten waarin de opbrengst van de heffing wordt gestort. Conform deze Wet is het Provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland opgericht en het Reglement Fonds Stortplaatsen Provincie Zeeland vastgesteld. Om de benodigde financiële middelen aan te trekken, ter bestrijding van de kosten die gemoeid zullen zijn met de nazorg is door PS op basis van de Wet milieubeheer artikel een nazorgheffing ingesteld die wordt opgelegd aan de stortplaatseigenaren. Het bedrag van de heffing is zodanig vastgesteld, dat uit die opbrengst van de heffing en de daarover verkregen rentebaten en beleggingsopbrengsten de kosten kunnen

7 worden gedekt, die gemoeid zullen zijn met de uitvoering van de in artikel 8.49 van de wet milieubeheer bedoelde nazorg. De hoogte van de aanslag wordt door de Provincie berekend aan de hand het door de exploitant bij de Provincie ingediende nazorgplan. In dit nazorgplan wordt het doelvermogen berekend aan de hand van het IPO-rekenmodel RINAS (IPO = Inter Provinciaal Overleg; RINAS = Rekenmodel Ipo NAzorg Stortplaatsen). In dit model wordt een raming gemaakt van de verwachte onderhoudskosten nadat de sluiting van de stortplaats heeft plaats gevonden en de nazorg aanvangt. Dit conform de in artikel 8.49 van de wet milieubeheer bedoelde nazorg. Vervolgens worden deze onderhoudskosten rekenkundig contant gemaakt naar het jaar waarin de stortplaats sluit en de aanvang van de nazorg plaats vindt. Het totaal van deze contant gemaakte onderhoudskosten wordt het doelvermogen genoemd. Door de Provincie wordt dit doelvermogen vervolgens opnieuw rekenkundig contant gemaakt naar het moment waarop de aanslag door de Provincie Zeeland wordt opgelegd. De exploitant (Delta) dient deze netto contante waarde middels een door de Provincie Zeeland opgelegde "nadere voorlopige belastingaanslag" aan de Provincie te betalen. De door de Provincie Zeeland ontvangen belastinggelden worden conform de wet belegd in het nazorgfonds. Daarbij wordt conform het IPO-rekenmodel uitgegaan van een beleggingsrendement van 5%. Het risico van een mogelok afwijkend werkelijk rendement ligt bij de Provincie Zeeland. Ontwikkelingen in de stortsector gaan snel en inzichten veranderen steeds. Indien hier aanleiding toe is, dient het nazorgplan te worden geactualiseerd en wordt een nieuwe nadere voorlopige aanslag opgelegd. Dit is mogelijk tot het moment dat de sluiting van de stortplaats een feit is. Op het moment van de sluiting wordt de definitieve aanslag door de Provincie opgelegd. Na de sluiting van de stortplaats zal door de Provincie Zeeland het onderhoud van de stortplaats eeuwigdurend uit dit fonds betaald worden. financiële verantwoordeliikheid kosten stort~laatsen Ten aanzien van de financiële verantwoordelijkheid van de kosten gerelateerd aan de stortplaatsen zijn twee fasen te onderscheiden: Delta financieel verantwoorde1jk De eerste fase is de periode van het storten op de stortplaats tot het moment dat deze "vol" is. Nadat de stortplaats vol is wordt door de exploitant (Delta) een bovenafdichting aangebracht. In deze eerste fase is de exploitant Delta financieel verantwoordelijk voor alle te maken kosten. Het definitieve bovenafdichtingsplan zal voorafgaand aan de daadwerkelijke aanleg mede op basis van door de Provincie goedgekeurde bestekken worden vastgesteld. Pas nadat de aanleg van de bovenafdichting door de Provincie is goedgekeurd kan door Delta een definitief nazorgplan worden opgesteld en worden ingediend bij de Provincie. Op basis van het definitieve nazorgplan zal de Provincie Zeeland een definitieve belastingaanslag opstellen en richting de exploitant Delta sturen. Op dat moment vindt dus een laatste verrekening plaats tussen exploitant en nazorgfonds. Nadat de Provincie de, door de exploitant aangebrachte, bovenafdichting heeft goedgekeurd, wordt door beide partijen een sluitingsverklaring ondertekend en vervallen de verplichtingen uit de overeenkomst van borgtocht. Vanaf dat moment vangt fase 2 aan. FaSe Provincie Zeeland financieel verantwoorde@k Na het ondertekenen van de sluitingverklaring vindt de aanvang van de nazorg plaats. In deze fase is de Provincie Zeeland verantwoordelijk voor alle kosten voor de eeuwigdurende nazorg van de stortplaatsen. 1.4 Stortplaats Koegorspolder De gemeente Terneuzen en later Afvalverwerking Zeeuws-Vlaanderen (AVZV) hebben de stortplaats in opeenvolgende fasen aangelegd. De huidige eigenaar is Delta Milieu. De stortplaats is tot in 2005 in gebruik geweest. De eerste fase is al afgedekt en valt buiten het project. De fasen twee en drie zijn van recenter datum. In de jaren tachtig werd met de aanleg ervan begonnen. De inrichting is gebaseerd op de IBC-criteria voor het storten van afval; Isoleren, Beheersen en Controleren. Een onderafdichting moet voorkomen dat het afval in contact kan komen met de ondergrond of het grondwater. Een systeem van drainagepijpen en controlebuizen onder een dikke folie maken het mogelijk na

8 te gaan of de onderafdichting in tact blijft. Het storten en afdekken zelf is evenals de nazorg gebonden aan strenge Europese en nationale wetgeving. Delta Milieu heeft in 2009 het nazorgplan Koegorspolder opgesteld, waarin is aangegeven hoe de afdekking en nazorg moet worden uitgevoerd. Het nazorgplan Koegorspolder is door de Provincie goedgekeurd. Op basis van het nazorgplan is een "nadere voorlopige belastingaanslag" opgelegd aan Delta Milieu. Delta Milieu is begonnen met de voorbereidingen voor de afdekking en afsluiting van de voormalige stortplaats Koegorspolder bij Terneuzen, onder toezicht van Provincie Zeeland. De kosten van het afdekken van de stortplaats zijn voor rekening van Delta Milieu. De afdekking is gepland voor de zomer van 2011; naar verwachting zal eind 2012 de sluitingsverklaring rond zijn. Bij de Provincie is een projectgroep ingesteld om de operatie voor te bereiden en te begeleiden. Diverse disciplines, zoals vergunningverlening, handhaving, juristen en financiën zijn in de projectgroep vertegenwoordigd. Daarbij vindt overleg plaats met Delta Milieu. Door Delta is een eindafdichtingsplan en bestek uitgewerkt, waarin precies is beschreven hoe de afdichting er uit moet zien en welke controlesystemen aangelegd moeten worden. Voordat met de uitvoering van de bovenafdichting mag worden begonnen, moeten deze documenten door de Provincie worden goedgekeurd. Na die goedkeuring kan de aanbesteding plaatsvinden om de uitvoering van de bovenafdichting te realiseren. Indien deze gereed is kan na de ondertekening van de, door juristen opgestelde, sluitingsverklaring, de uitvoering van de nazorg beginnen. Deze eeuwigdurende nazorgfase zal naar verwachting in 2013 starten. Gedurende de eerste jaren zullen de nazorgkosten marginaal zijn, dit betreft met name monitoring. De projectgroep studeert ook op nieuwe bestemmingen voor de stortplaats. 1.5 Stortplaats Noord en Midden Zeeland De huidige eigenaar is Delta Milieu. Het huidige nazorgplan voor de stortplaats Noord en Midden Zeeland dateert uit eind Indien hier aanleiding toe is zullen de nazorgplannen worden geactualiseerd. In verband met nieuwe technische ontwikkelingen wordt in IPO-verband gewerkt aan een bijstelling van het RINAS model. Deze bijstelling is echter nog niet formeel goedgekeurd. De stortplaats is nog open tot ongeveer Pas bij aanvang van de nazorg wordt het definitieve nazorgplan vastgesteld. Het is waarschijnlijk dat een aantal jaren voor afsluiting van de stortplaats er een projectgroep ingesteld zal worden, om het afdekken en de nazorg voor te bereiden en te begeleiden, zoals bij de Koegorspolder. De aanvang van de nazorg voor de stortplaats Noord en Midden Zeeland zal naar verwachting plaatsvinden in Meerjarenbegroting 2012 De meeijarenbegroting en de geprognotiseerde meerjarige ontwikkeling van de balans staan in hoofdstuk 4 en 5 en worden daar toegelicht. Het is een meerjarig sluitend geheel van de opbouw en het beheer van twee voorzieningen.

9 2. Paragraaf Weerstandsvermogen 2.1 Inleiding In de paragraaf weerstandsvermogen gaat het vooral om de financiële risico's die de Provincie loopt met het provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland en om het vermogen om deze op te vangen. Hiervoor berekent de Provincie jaarlijks zowel de totale omvang van de financiële risico's als de totale omvang van de risicobuffer. Conform het Reglement Fonds Stortplaatsen Provincie Zeeland komen eventuele tekorten in het fonds ten laste van de algemene middelen van de Provincie. Daarom wordt dit ook jaarlijks bij het opstellen van de provinciale begroting meegenomen bij het berekenen van de risico's in de paragraaf weerstandsvermogen. Het provinciaal Fonds Nazorg Stortplaatsen Zeeland heeft zelf nagenoeg geen buffer om risico's op te vangen (Reserve vermogensbeheer). 2.2 Risico's Met betrekking tot het nazorgfonds kunnen de volgende risico's worden onderkend: Risico van onvoldoende rendement op termijn Het rendementsrisico over de liquide middelen is overgenomen door de Provincie Zeeland. De liquide middelen zijn namelijk in een rekening-courant verhouding meerjarig uitgeleend aan de Provincie Zeeland tegen het vaste rendement van 5% per jaar. Het doel dat met de beleggingen voor het nazorgfonds wordt nagestreefd kan worden aangeduid als het "onder de randvoorwaarden van beperking van de risico's en kosten maximaliseren van het rendement". Volgens het "Reglement Fonds Stortplaatsen Provincie Zeeland" mag er maximaal 40% van het vermogen belegd worden in aandelen. Het grootste risico van beleggen in aandelenfondsen is de mogelijkheid dat de koers van deze fondsen dalen en of dat er een lager of zelfs negatief rendement behaald wordt. Wel moet bedacht worden dat bij een "kopen en houdenr'strategie rbuy-and-hold'? van echt verlies pas sprake is wanneer dit verlies genomen wordt (bij verkoop van de aandelen(f0ndsen). In de Wet FIDO is één van de voorwaarden dat de hoofdsom gegarandeerd is. Bij de beleggingen wordt door de Provincie Zeeland aan het nazorgfonds de hoofdsom en een meerjarig rendement van 5% gegarandeerd. Bij iedere Jaarrekening wordt beoordeeld of er eventuele tekorten zijn op het behaalde rendement. Deze worden dan direct door de Provincie aangevuld en verwerkt in de Provinciale jaarstukken. Risico van onverwachte kostenstijgingen van de nazorg Op het moment van de aanvang van de nazorg is de Provincie Zeeland financieel verantwoordelijk voor alle kosten. Ter dekking van deze kosten is een nazorgfonds opgericht waarvan de hoogte gebaseerd is op het definitieve nazorgplan. De grondslag hiervan is het IPO-rekenmodel RINAS waar zo goed mogelijk met allerlei onvoorziene omstandigheden is rekening gehouden. De daadwerkelijke uitgaven worden echter beinvloed door externe ontwikkelingen zoals: de inflatie, technische ontwikkelingen en een mogelijke wijziging van het landelijke en Europese milieubeleid op lange termijn. Dit risico kan leiden tot een onverwachte stijging van de kosten van de nazorg voor de provincie Zeeland. Jaarlijks bij het opstellen van de begroting wordt de toereikendheid van de stand van de voorziening doorgerekend en afgezet tegen het geactualiseerde mee jarig onderhoud (en vermogensrendement). Risico van falen van de aangebrachte voorzieningen Het kan voorkomen dat ondanks regulier onderhoud en monitoring onverwacht, voorzieningen niet of in onvoldoende mate functioneren, waardoor grondwaterreiniging enlof schade bij derden ontstaat. Alhoewel de financiële gevolgen bij optreden aanzienlijk kunnen zijn, wordt de kans hierop uiterst gering geacht door de controle op de uitvoering door DELTA en de Provincie. Daarna is er het intensief monitorprogramma waarbij eventuele problemen snel gesignaleerd kunnen worden en handelend opgetreden kan worden om erger te voorkomen.

10 3. Paragraaf Enancìerlng 3.1. Inleiding Voor het financieringsbeleid wordt de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) gevolgd. Tevens is in de statenvergadering van 28 juni 2002 het "Reglement Fonds Stortplaatsen Provincie Zeeland" vastgesteld. 3.2 Algemeen De Wet FIDO biedt de mogelijkheid om 58% van de nazorgmiddelen te beleggen in aandelen. De redenen van beleggen in aandelen zijn: Het lange termijnkarakter van de beleggingen; historisch gezien geven beleggingen in aandelen op de lange termijn een hoger rendement dan deposito's; Het ontbreken van een liquiditeitseis gedurende een lange termijn; De rendementseis van minimaal 5%, samenhangend met de hoogte van de nazorgheffing. De Provincie Zeeland heeft voor het nazorgfonds gekozen om de beleggingsmix als volgt vast te stellen: Aandelen: maximaal 40%; Vastrentende waarden: minimaal 60%. Tevens zijn de voorwaarden, gesteld in de "Reglement Fonds Stortplaatsen Provincie Zeeland", bij het vaststellen van de beleggingsvormen, opgevolgd. Het is de bedoeling om de middelen van het nazorgfonds zodanig te beleggen dat er een minimaal rendement van 5% wordt gehaald. Bij de beleggingen wordt door de Provincie Zeeland aan het nazorgfonds de hoofdsom en een meerjarig rendement van 5% gegarandeerd. 3.3 Nazorgmiddelen Het overzicht van de belegde nazorgmiddelen is conform de Jaarrekening 2010 als volgt: Aandelenfonds ASN ten bedrage van E 1,4 miboen Rekening courant Provincie Zeeland E 8,4 miljoen Totaal per 1 januari 2011 E 9,8 miljoen De stijging ten opzichte van de Begroting 2011 wordt met name veroorzaakt door de toevoeging van 6,4 miljoen door de Provincie aan de rekening courant verhouding in De liquide middelen zijn volledig in een rekening-courant verhouding mee jarig uitgeleend aan de Provincie Zeeland tegen het vaste rendement van 5% per jaar. In deze Begroting is de waarde van het aandelenfonds ASN gebaseerd op de koersen van 1 januari 2011 en er wordt een rendement gehanteerd van 5% per jaar. 7 van 10

11 4. Begroting 2012 en meerjarenraming Toevoeging aan voorzieningen; Noord en MiddenZeeland en Koegorspolder Onderhoudskosten stortplaats Koegorspolder O O O Toevoeging reserve netto vermogensbeheer O O O O O Totaal Lasten

12 Toelichting: Lasten 1. Kosten Vermogensbeheer: Incidenteel bij aan en verkoop zijn er transactiekosten In 2011 en volgende jaren worden deze kosten promemorie geraamd. 2.Toevoeging aan voorziening Noord en Midden Zeeland en Koegorspolder Begroot wordt een samengestelde interest van 5% op de bedragen zoals in de voorlopige aanslagen reeds opgelegd. 3. Garantieprodukt afboeken De boekwaarde van het garantie product Lehman Brothers is afgeboekt in verband met de verkoop ervan. (Zie onderdeel 3 bg de baten) 4. Onderhoudskosten Stortplaatsen De daadwerkelijke nazorgkosten ontstaan vanaf het jaar Dit betreft: 1. controle en monitoring: - bemonstering en analyses - metingen - visuele inspecties - gasmetingen/analyce gas 2. onderhoud: - exploitatie voorzieningen- dwrspuitenldrainage - onderhoud terrein Deze te vetwachte kosten staan vermeld in het IPO-Nazorgmodel en worden gedekt uit de opgebouwde voorziening. 5. Toevoeging reserve netto vermogensbeheer Dit is de toevoeging aan reserve netto vermogensbeheer zodat deze weer op nul uitkomt (zie onderdeel 4 bij de baten). Baten 1. Rendement op beleggingen Begroot wordt een samengestelde interest van 5% netto. 2. Onttrekking voorziening Koegorspolder De lasten bij punt 4 onderhoudskosten stortplaats Koegorspolder worden onttrokken aan de voorziening. 3. Verkoop Garantieprodukt Dit is de opbrengst uit de verkoop van het garantieproduct van Lehman Brothers. (Zie ook onderdeel 3 bij de lasten) 4. Aanvulling tekort door Provincie Dit is de bijdrage van de Provincie aan het Fonds Nazorg, zodat het vermogen van het Fonds Nazorg volledig aangevuld is en de reserve netto vermogensbeheer op nul uitkomt. 5. Overige Baten Het voordelig verschil op de opgenomen nog te betalen bedragen uit de vorige jaarrekening van 10

13 5. Geprognosticeerde meerjaren balans van 10