INDIVIDUELE FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR

Transcriptie

1 INDIVIDUELE FUNCTIEBESCHRIJVING VOOR HET AMBT VAN LERAAR Naam: Voornaam: School: Instellingsnummer: Schoolbestuur: vzw Katholiek Onderwijs De Pelgrim Eerste evaluator: Tweede evaluator: Kader Deze individuele functiebeschrijving kadert in een traject 1 van professioneel personeelsbeleid, gericht op het verstrekken van kwaliteitsvol onderwijs. Het doet geen afbreuk aan de rechten en plichten opgenomen in de arbeidsovereenkomst en in de documenten die met de arbeidsovereenkomst een ondeelbaar geheel vormen zoals de opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs 1, het algemeen reglement 1 van het katholiek gewoon en buitengewoon kleuter-, lager en secundair onderwijs met uitzondering van het volwassenen- en deeltijds kunstonderwijs, het arbeidsreglement 1, het opvoedingsproject 1 en andere wettelijke bepalingen in de mate dat zij bepalingen bevatten die verband houden met de uitvoering van de arbeidsovereenkomst. De verschillende onderdelen van uw individuele functiebeschrijving: DEEL I GEÏNTEGREERDE LERARENOPDRACHT In dit document wordt de geïntegreerde lerarenopdracht omschreven. Deze bestaat uit een bestaansreden en specifieke resultaatsgebieden die horen bij het lerarenberoep, alsook de wijze waarop het personeelslid wordt geacht de taken uit te voeren die deel uitmaken van deze resultaatsgebieden. 1. BESTAANSREDEN Op basis van de leerplannen 2, conform aan het opvoedingsproject en aan het christelijk karakter van de school, de toegewezen les- en schoolopdracht voorbereiden, uitvoeren, evalueren en bijsturen. samen met de collega s bijdragen tot de maximale ontplooiing van de leerlingen (op cognitief, affectief, emotioneel, motorisch en sociaal gebied); het behalen van de eindtermen 2 en/of het nastreven van de ontwikkelingsdoelen 2 ; het realiseren van de specifieke doelstellingen van de school; een kwalitatieve onderwijsomgeving door middel van eigen professionalisering. 1 Zie rubriek Downloaden bij de nieuwsbrief en wiki Personeelsbeleid in Smartschool 2 Zie Pagina 1 van 8

2 2. RESULTAATSGEBIEDEN 3 Resultaatsgebied 1: planning en voorbereiding van het lesgeven Op basis van het opvoedingsproject en de leer- of raamplannen, het jaarplan opstellen, de agenda opmaken en het lesgeven zelf voorbereiden. op een pedagogisch-didactisch verantwoorde wijze efficiënt kunnen lesgeven; de te behalen doelstellingen vertalen in een goed gespreid en op de leerlingen afgestemd programma; bewust de doelstellingen van de les kennen en kunnen uitleggen aan de leerlingen. maakt jaarplan op basis van de studie van de leerplannen en/of stuurt bij in functie van de resultaten; maakt een eigen agenda op, per klas en gebruikt deze als werkdocument en als bewijs van leerplanrealisatie; bereidt de lessen concreet voor (werkvormen, bordplan, agenda, structuur, concrete lesdoelen, effectmeting, timing); stemt de inhoud en/of deze activiteiten af met collega s; verricht mee het nodige denk- en organisatiewerk aan vakoverschrijdende projecten die het schoolwerkplan voorziet. Resultaatsgebied 2: lesgeven Op basis van een goede planning en voorbereiding lesgeven en met respect voor de leeromgeving leerlingen op een zelfstandige manier leren leren. in de hoogst mogelijke mate de doelstellingen (zowel naar kennisoverdracht als naar algemene ontplooiing van de leerlingen) realiseren; lessen op weloverwogen wijze vorm geven, met inschakeling van kwaliteitsvol materiaal; een krachtige leeromgeving realiseren, met aandacht voor de beginsituatie van de leerlingen en de heterogeniteit binnen de leergroep. zorgt voor een goed klasmanagement en creëert een geschikt leef- en leerklimaat; maakt goede afspraken met de leerlingen en laat deze ook nakomen; brengt op basis van de lesvoorbereiding het nodige aan om het leerplan te realiseren en speelt soepel in op de reacties van leerlingen; begeleidt leerlingen om inzicht en leerresultaten te verwerven (leren leren). Resultaatsgebied 3: leerlingenbegeleiding De leerlingen individueel en als klasgroep (pedagogische eenheid) sociaal en pedagogisch begeleiden, aandacht hebben voor hun persoonlijke noden en problemen. hun algemeen welzijn en persoonlijke ontwikkeling bevorderen; hen helpen om goede studieresultaten te bereiken; hen oriënteren bij de keuze van een verdere studierichting, opleiding of loopbaan. vult het leerlingvolgsysteem stipt aan en volgt het op; herkent groepsdynamische gebeurtenissen en speelt er op in; participeert actief aan de klassenraden en bereidt deze grondig voor; verzekert de eerstelijnszorg naar de leerlingen. 3 Uit alle resultaatsgebieden vloeien administratieve taken voort die ook door de leraar worden opgenomen. Pagina 2 van 8

3 Resultaatsgebied 4: evaluatie van de leerlingen De bereikte resultaten en ook de eigen werkwijze op een systematische en coherente wijze analyseren en evalueren in functie van de vooropgestelde doelstellingen. leerlingen waarderen en motiveren; weloverwogen feedback geven, remediëren en differentiëren; leerlingen, ouders en collega s informeren over de bereikte resultaten; de eigen werkwijze bijsturen en verbeteren. observeert en evalueert de gemaakte vorderingen van de leer- en leefhouding van de leerlingen (cognitief, affectief en motorisch); remedieert (gedifferentieerd) vanuit de analyse van de resultaten; licht de resultaten (rapporten) toe en bespreekt deze met de leerlingen, de ouders, de collega s en op de klassenraad. Resultaatsgebied 5: opvoeding van de leerlingen De leerlingen, binnen het kader van het opvoedingsproject, een aantal elementaire leefregels en sociale vaardigheden bijbrengen en hen helpen om waarden en normen gestalte te geven. bijdragen tot de opvoeding, de algemene ontplooiing en persoonlijkheidsvorming van de leerlingen; leerlingen helpen zich te ontwikkelen tot kritische, weerbare, verantwoordelijke mensen. leert sociale vaardigheden aan; geeft waarden mee die stroken met het opvoedingsproject van de school (bijv. respect voor zichzelf en voor elkaar, respect voor het milieu, verantwoordelijkheidszin ); brengt attitudes bij (bijv. kritisch constructieve ingesteldheid, assertief maar beleefd en respectvol opkomen voor zichzelf, voor de eigen mening ); geeft als leraar het voorbeeld (bijv. taal, houding, respecteren van afspraken en reglement...); stuurt bij het overtreden van leefregels of bij het niet naleven van gemaakte afspraken het gedrag bij. Resultaatsgebied 6: versterking van de school als organisatie Opnemen van verantwoordelijkheden die het les- of klasgebeuren overschrijden. ondersteunen van de goede werking van de school; bijdragen tot de uitstraling van de school in haar geheel; door collegiale opstelling en deelname aan activiteiten de goede teamgeest bevorderen. stelt zich loyaal op tegenover collega s, directie en schoolbestuur; participeert (voorbereiden, plannen, organiseren, begeleiden) aan diverse schoolactiviteiten en werkgroepen; verzorgt een goede communicatie met externe betrokkenen; is ook loyaal tegenover de andere scholen van de scholengemeenschap. Resultaatsgebied 7: overleg, samenwerking en coaching Op een bewuste en planmatige manier zorgen voor een goede communicatie en het nodige overleg met alle schoolbetrokken personen of instanties. leerlingen maximale groeikansen bieden dankzij een goede afstemming en samenwerking; de inzet, de collegialiteit en het engagement van alle participanten verhogen dankzij een grote betrokkenheid; bijdragen tot de onderwijskwaliteit door overleg met collega s en stagiairs. wisselt ervaringen uit en stemt af en met directie, collega s en ouders; Pagina 3 van 8

4 staat open voor coaching, begeleiding of goede raad; begeleidt studenten initiële lerarenopleiding en helpt nieuwe collega s om zich vlot te integreren in hun nieuwe school; werkt vakoverschrijdend samen, maakt en respecteert afspraken met collega s. Resultaatsgebied 8: materiaalzorg/beheer Instaan voor het beheer van het materiaal en toezien op het gebruik ervan. het nodige, kwaliteitsvolle materiaal steeds ter beschikking hebben in een goede staat; de leerlingen respect bijbrengen voor hun eigen materiaal, dat van een ander en van de school; veiligheid verzekeren en hygiënevoorschriften laten naleven; milieubewust omgaan met energie en verbruiksgoederen. controleert of alles op zijn plaats staat in de lokalen en of de toestellen en het lokaal zelf in goede en veilige staat zijn en goed gebruikt worden; zorgt ervoor dat de leerlingen de lokalen proper en ordelijk achterlaten; meldt meteen defecten, tekorten, vandalisme, onveilige situaties ; sluit ramen, deuren en dooft de lichten bij het verlaten van het lokaal. Resultaatsgebied 9: leerlingenstages (indien van toepassing) Zoeken naar, organiseren, opvolgen, controleren en evalueren van leerlingenstages. de leerling zo dicht mogelijk bij de praktijk brengen en/of concrete praktijksituaties laten ervaren; de leerling zo goed mogelijk voorbereiden op het beroepsleven; werkgelegenheidskansen vergroten. volgt het stageboek op en geeft feedback; volgt stages op en evalueert samen met de mentor; leest en verbetert stageverslagen van de leerlingen; bezoekt stageplaatsen; maakt een evaluatie van de stageplaats. Resultaatsgebied 10: klassenleraar (indien van toepassing) De belangen behartigen en de evolutie opvolgen van de leerlingen van de toegewezen klasgroep. eerste aanspreekpunt zijn van en voor de klasgroep (leerlingen, directie, collega s, ouders, ); het welzijn en de leerhouding van de klasgroep bevorderen; de klasgebonden administratie en organisatie behartigen. bewaakt de algemene studiebelasting van de klasgroep; formuleert de feedback op de rapporten en bespreekt deze met de leerlingen; bereidt klassenraden voor aan de hand van de input van de collega s en volgt de beslissingen op; geeft tijdens oudercontacten de mening van de klassenraad weer. Resultaatsgebied 11: vakcoördinator/vakhoofd (indien van toepassing) Aanspreekpunt zijn van de vakgroep en de werking ervan coördineren de kwalitatieve uitbouw van het vak coördineren het welzijn en de teamgeest van de vakgroep bevorderen is eerste aanspreekpunt van en voor de vakgroep (directie, (nieuwe) collega s, externen, ); stelt in overleg met directie en in samenspraak met de andere leden van de vakgroep de prioriteiten op en bewaakt de realisatie ervan; Pagina 4 van 8

5 verdeelt de taken in samenspraak met de andere leden van de vakgroep. FUNCTIEBESCHRIJVING AMBT VAN LERAAR 3. COMPETENTIEPROFIEL 1. Vakbekwaamheid Kerngedachte: de didactische en inhoudelijke kennis en vaardigheden die nodig zijn om de functie goed te kunnen blijven uitoefenen. beheerst goed de leerstof en de vakdidactiek, heeft inzicht in het praktisch gebruik en in de toepassingen ervan; kent de leerinhouden en de verticale samenhang binnen zijn vakgebied(en); heeft een goede kennis en beheersing van de Nederlandse taal (mondeling en schriftelijk); heeft basiskennis en- vaardigheid van moderne technologieën. 2. Leerlinggerichtheid Kerngedachte: de bekwaamheid om zich te kunnen inleven in de leef- en denkwereld van de leerlingen en de aanpak daarop af te stemmen. maakt tijd vrij voor leerlingen; vangt signalen op bij leerlingen, gaat er constructief mee om en verwijst zo nodig door volgens de schooleigen procedure; staat open voor de mening van leerlingen; spreekt het beste in leerlingen aan. 3. Gedrevenheid Kerngedachte: de wil om zich enthousiast en op een positieve wijze in te zetten. is gemotiveerd, toont dynamisme; houdt van het vak en straalt dit uit en gelooft in het belang van het eigen vak; heeft een constructieve inbreng bij de klassenraden. 4. Verantwoordelijkheidszin Kerngedachte: het vermogen zich op een plichtsbewuste manier te engageren om het takenpakket te realiseren en de gemaakte afspraken na te komen. neemt initiatief en werkt zelfstandig binnen de aangegeven bevoegdheid; komt deadlines en afspraken na en houdt hierbij rekening met interne regels en procedures; vraagt advies bij onduidelijkheid of wanneer de opdracht niet tot het directe takenpakket behoort. 5. Positief omgaan met diversiteit Kerngedachte: het aanvoelen en het onderkennen van de gevoeligheden van mensen met een andere culturele, sociale, emotionele, achtergrond, ervoor open staan en er constructief mee omgaan. toont oprechte belangstelling voor de ervaring en leefwereld van anderen; behandelt anderen met respect en geeft geen waardeoordeel aan verschillen; staat open voor en houdt rekening met andere benaderingen en invalshoeken; vermijdt vooroordelen en veralgemeningen, onthoudt zich van discriminatie. Pagina 5 van 8

6 6. Communicatievermogen Kerngedachte: de bekwaamheid om informatie te ontvangen en in een correcte taal over te brengen, aangepast aan de doelgroep. luistert actief om tot een goed begrip van de boodschap te komen; hanteert een aangepaste taal, stijl en medium, afgestemd op de gesprekspartner; drukt zich zowel schriftelijk als mondeling uit in een verzorgde en correcte taal aangepast aan het doelpubliek. 7. Teamgerichtheid Kerngedachte: de bekwaamheid om constructief en loyaal met anderen aan een gezamenlijk doel te werken, ook indien niet van persoonlijk belang. stelt het eigen belang ondergeschikt aan het belang van de (vak)groep, biedt ondersteuning waar nodig en kan het streven naar persoonlijk succes opzij schuiven; houdt zich aan afspraken en eigen taken en komt ze na, neemt verantwoordelijkheid op; klampt zich niet vast aan zijn eigen principes, staat open voor en respecteert andere standpunten en verdedigt gezamenlijke beslissingen; heeft vertrouwen in anderen. 8. Professionalisering Kerngedachte: de bereidheid om te reflecteren over het eigen functioneren, kansen zien en benutten om zichzelf op professioneel en persoonlijk vlak te ontwikkelen. evalueert kritisch de eigen prestaties, sterktes en zwaktes en staat open voor feedback; ontwikkelt zich door actieve deelname aan nascholing, raadplegen van literatuur, zelfstudie, in functie van de eigen sterktes, zwaktes en van de gevraagde competenties; deelt opgedane expertise met collega s en integreert deze in het eigen functioneren. 9. Flexibiliteit Kerngedachte: openstaan voor of zich kunnen aanpassen aan veranderende situaties zowel bij eigen functie-uitoefening als bij organisatieveranderingen. is bereid nieuwe taken op te nemen als de omstandigheden dit vereisen; schakelt gemakkelijk tussen diverse situaties, mensen en werkwijzen; blijft doelmatig handelen in situaties waar variabelen veranderen; ziet veranderingen als een opportuniteit. 10. Integriteit Kerngedachte: kunnen handelen in lijn met het opvoedingsproject en met respect voor andere algemeen aanvaarde normen en waarden. gaat vanuit een duidelijke visie op normen en waarden correct en consequent om met de belangen van verschillende partijen; is eerlijk en betrouwbaar in relaties met anderen, gaat discreet om met vertrouwelijke en gevoelige informatie; erkent eigen fouten, vergissingen of nalatigheden. Pagina 6 van 8

7 DEEL II INSTELLINGSGEBONDEN OPDRACHTEN Dit deel van de functiebeschrijving omvat alle verantwoordelijkheden die het les- of klasgebeuren overstijgen. Het opnemen van een aantal instellingsgebonden opdrachten garandeert een billijke taakverdeling over alle personeelsleden. De instellingsgebonden opdrachten die beleidsondersteunend zijn, worden gecompenseerd; de andere worden gewogen in het geheel van de opdracht zoals dat onderhandeld werd in het LOC. De algemene lijst met de instellingsgebonden opdrachten werd onderhandeld in het LOC en vindt u terug bij de rubriek Downloaden van de nieuwsbrief en de wiki Personeelsbeleid in Smartschool. 1. Taken voorzien binnen de opdracht Toezicht en wacht (of praktijkwachtensysteem) Begeleiding activiteiten of projecten Onthaalactiviteiten Restaurantdagen/infodag Inschrijfdag Oudercontacten Personeels- en andere vergaderingen en overlegmomenten 2. Engagementen in vakoverschrijdende werkgroepen en participatieorganen Zie schema/document (Zie rubriek Downloaden bij de nieuwsbrief en wiki Personeelsbeleid in Smartschool) 3. Beleidsondersteunende opdrachten Voornaam/naam wordt voor x uren vrijgesteld van lesopdracht en krijgt x BPT-uren voor het uitvoeren van de opdracht GOK-coördinator / Mentor beginnende leraren / SOHO-coördinator / ICT-coördinator / Preventieadviseur niveau 1, Preventieadviseur niveau 2, Preventieadviseur Basisopleiding, Zie de taakomschrijving van deze opdracht in bijlage 1.0. en verder. Deze bijlage vormt één geheel met uw functiebeschrijving. Indien uw beleidsondersteunende instellingsgebonden opdrachten in de loop van het traject wijzigen, wordt een aangepaste lijst als bijlage 2.0. en verder aan deze functiebeschrijving toegevoegd. Deze bijlagen vormen dan één geheel met deze functiebeschrijving. DEEL III INSTELLINGSSPECIFIEKE DOELSTELLINGEN Deze instellingsspecifieke doelstellingen zijn terug te vinden in: de opdrachtverklaring van het katholiek onderwijs 4 ; het opvoedingsproject van het schoolbestuur 4 ; richtlijnen, instructies en procedures 4. 4 Zie rubriek Downloaden bij de nieuwsbrief en wiki Personeelsbeleid in Smartschool Pagina 7 van 8

8 DEEL IV PERMANENTE VORMING EN NASCHOLING De lijst met de door u gevolgde nascholingen wordt door de bevoegde medewerker bijgehouden en kan u raadplegen op de server (partitie L) of kan u bij hem/haar opvragen. Deze lijst maakt deel uit van uw individuele functiebeschrijving en vormt er één geheel mee. Indien het schoolbestuur een nascholing oplegt aan het personeelslid dan worden alle kosten die aan deze nascholing verbonden zijn, gedragen door het schoolbestuur. DEEL V PERSOONS- EN ONTWIKKELINGSGERICHTE DOELSTELLINGEN De afspraken betreffende persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen die n.a.v. een functionerings- en/of van een evaluatiegesprek gemaakt worden, worden opgenomen in het bijhorende verslag waarvan u een kopie ontvangt en dat u voor kennisname en ontvangst handtekent. Deze verslagen maken deel uit van uw individuele functiebeschrijving en vormen er één geheel mee. Eerste evaluator: Voor kennisname en ontvangst, Personeelslid:... [datum]... [datum]... [handtekening]... [handtekening] Pagina 8 van 8