BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT"

Transcriptie

1 BEROEPSPROFIEL KINDEROEFENTHERAPEUT

2 Algemene gegevens Initiatief Platform Kinderoefentherapie VvOCM VvOCM (Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck) Organisatie VvOCM (Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck) Financiering Dit beroepsprofiel is tot stand gekomen met financiële steun van de VvOCM

3 Algemene gegevens Colofon Beroepsprofiel Kinderoefentherapeut Copyright 05 VvOCM (Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck) Kaap Hoorndreef 8 56 AT Utrecht Tel: Website: info@vvocm.nl info@kinderoefentherapie.nl Alle rechten voorbehouden. De tekst uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën of enige andere manier, echter uitsluitend na voorafgaande toestemming van de uitgever. Toestemming voor gebruik van tekst(gedeelten) kunt u schriftelijk of per en uitsluitend bij de uitgever aanvragen. Adres en adres: zie boven. De Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck heeft als doel om de voorwaarden te scheppen waardoor oefentherapeutische zorg van goede kwaliteit gerealiseerd wordt, die toegankelijk is voor de gehele Nederlandse bevolking, met erkenning van de professionele deskundigheid van de oefentherapeut.

4 Inhoud Inleiding... Leeswijzer... Hoofdstuk. De specialisatie kinderoefentherapie...5. Beschrijving Positionering...6 Hoofdstuk. Methodisch handelen kinderoefentherapeut Theoretisch kader De stappen van het methodisch handelen van de kinderoefentherapeut Hoofdstuk. Competentieprofiel kinderoefentherapeut Vakinhoudelijk expert..... Communicatie...5. Samenwerken...7. Kennis en Wetenschap Maatschappelijk handelen Organisatie Professionaliteit... Bronnen...5. Hoofdstuk. Kwaliteitszorg...5. Verantwoordelijkheden van het Platform Kinderoefentherapie en de kinderoefentherapeut Grenzen van de specialisatie kinderoefentherapie...6. Borging van de kwaliteit van de kinderoefentherapie.7. Richtlijnen en kwaliteitsstandaarden Meten, onderzoeken en verbeteren...8 Bijlagen:

5 Algemene gegevens Samenstelling tekst Famke de Wilde MBA Klankbordgroep Drs. Mignon Biesta Johannes Noordstar MSc. Detti Steeman Platform Kinderoefentherapie VvOCM Brondocumenten Beroepsprofiel Kinderoefentherapeut 0 Beroepsprofiel Oefentherapeut 05 Legitimering Het beroepsprofiel is tijdens de ALV door de leden van het Platform Kinderoefentherapie goedgekeurd op 0 oktober 05.

6 Inleiding Kinderoefentherapie is sinds januari 008 een geregistreerde specialisatie van de algemene oefentherapie. De kinderoefentherapeut heeft zich gespecialiseerd in het behandelen of begeleiden van kinderen met motorische ontwikkelingsproblematiek. Sinds het verschijnen van het Beroepsprofiel Kinderoefentherapeut in 0 hebben er verschillende veranderingen plaatsgevonden die het beroep van oefentherapeut betreffen en die aanleiding zijn geweest tot het actualiseren van het Beroepsprofiel. Het Beroepsprofiel 05 heeft daarmee ook een nieuwe indeling gekregen en het competentieprofiel een nieuw raamwerk. Door hun eigen registratie binnen het Kwaliteitsregister Paramedici hebben Kinderoefentherapeuten en Psychosomatisch oefentherapeuten een eigen beroepsprofiel. Deze beide beroepsprofielen zijn nu ook herzien volgens het raamwerk van het Beroepsprofiel Oefentherapeut 05. De volgende definitie van een beroepsprofiel is gehanteerd: Een beroepsprofiel is een omschrijving van de beroepsactiviteiten in een bepaald beroep (de beroepstaken) en de vereisten waaraan iemand moet voldoen die dat beroep uitoefent of wil uitoefenen (de competenties). Het Beroepsprofiel Oefentherapeut is de centrale richtlijn voor oefentherapeuten. Het is richtinggevend en normstellend voor de beroepsuitoefening van alle oefentherapeuten. Een adequate omschrijving van het beroepsdomein gedragen door de beroepsgroep is verplicht door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het is een toetsingsinstrument voor de ontwikkeling van onderwijs (initieel en post initieel). Vanuit een beroepsprofiel worden de beroepscompetenties, die in de opleiding centraal staan (opleidingscompetentieprofiel), geformuleerd. In het beroepsprofiel gaat het niet om een uitvoerig en minutieus overzicht, maar om een weergave van de meest essentiële zaken en de benodigde competenties in de praktijk van de oefentherapeut. Met het huidige beroeps(competentie)profiel laat de VvOCM beide opleidingen voldoende ruimte voor de invulling van hun opleidingsplannen en opleidingscompetentieprofielen. Een beroepsprofiel vormt de basis voor kwaliteitsborging. Door de beroepsvereniging geaccepteerde producten zoals richtlijnen, handreikingen, standaarden en beroepsethiek worden hiervan afgeleid. Bovendien is het bepalend voor de eisen die gesteld worden in het Kwaliteitsregister Paramedici. Het Beroepsprofiel Oefentherapeut is niet alleen een belangrijk document voor oefentherapeuten, opleidingen oefentherapie en studenten oefentherapie, maar ook voor cliënten, overheid,

7 zorgverzekeraars en andere zorgaanbieders. Het profiel geeft immers een beeld van het beroep, van de competenties die van oefentherapeuten verwacht mogen worden en van de kenmerken van de te verlenen diensten: oefentherapie gegeven door oefentherapeuten. De beroepsprofielen komen alleen digitaal beschikbaar, zodat aanpassing op onderdelen in de toekomst relatief eenvoudig zal zijn. Leeswijzer Onderwerpen die alle oefentherapeuten gemeen hebben of die invloed hebben op het werk van alle oefentherapeuten staan beschreven in het Beroepsprofiel Oefentherapeut 05. Het gaat om: Wet- en regelgeving over aspecten van de beroepsuitoefening; Gedragsverandering en motorisch leren; Mijlpalen in de oefentherapie; Zorggerichte communicatie en samenwerking; In het beroepsprofiel wordt met kinderoefentherapeut bedoeld: kinderoefentherapeuten Cesar en Mensendieck. En met kinderoefentherapie: kinderoefentherapie gegeven door een kinderoefentherapeut Cesar of Mensendieck. Voor de leesbaarheid is de hij - vorm gehanteerd. Het aantal bijlagen, toelichtingen of voorbeelden is beperkt. In plaats daarvan wordt verwezen naar (digitale) bronnen.

8 De specialisatie kinderoefentherapie Kinderoefentherapie is een specialisatie van de algemene oefentherapie Cesar en Mensendieck. De kinderoefentherapeut heeft zich gespecialiseerd in het behandelen of begeleiden van kinderen met motorische ontwikkelingsproblematiek. Daarmee richt de kinderoefentherapie zich op de voorwaarden voor het ontwikkelen van bewegingsgedrag, wat aanpalend is aan de algemene oefentherapie die zich richt op het veranderen van bestaand gedrag op het gebied van houdings- en bewegingsgewoonten.. Beschrijving De kinderoefentherapeut behandelt kinderen met een stoornis, afwijking en/of achterstand in de motorische ontwikkeling. De kinderoefentherapeut behandelt kinderen die ten gevolge van een stoornis, afwijking en/of achterstand in hun motorische ontwikkeling in kwantitatieve of kwalitatieve zin hinder ondervinden in het dagelijks leven. Naast een motorische ontwikkelingsachterstand kunnen kinderen ook gedrags-, contact- en/of aandachtstoornissen hebben zoals ASS of hyperactiviteit (ADHD). Beïnvloeding van deze Beroepsprofiel Oefentherapeut 05 gedrags-, contact- en/of aandachtstoornissen vormen binnen kinderoefentherapie geen behandeldoel op zich, maar de kinderoefentherapeut is wel geschoold in het omgaan met en de aanpak van kinderen met dergelijke voor de kinderoefentherapeut onbehandelbare factoren tijdens de behandeling. De kinderoefentherapeut richt zich op de hulpvraag van het kind of de probleemhandeling die het kind ervaart. Denk hierbij aan het niet kunnen meekomen met leeftijdgenootjes bij sport en spel of het moeite hebben met schrijven. Het komt veel voor dat de hulpvraag aan de oefentherapeut geformuleerd wordt door ouders, verzorgers, leerkracht(en), huisarts, specialist of jeugdarts. In deze gevallen wordt gesproken over een secundaire hulpvraag. 5

9 De meeste kinderen bewegen van nature veel en graag. Ze grijpen, kruipen, bouwen, hollen, schreeuwen, klimmen, voetballen en fietsen. Bewegen is van alle leeftijden, en behalve leuk en gezond, is bewegen vooral ook heel nuttig. Spelenderwijs oefenen kinderen hun spieren, zintuigen en motoriek. Ongemerkt leren ze zo de vaardigheden die ze de rest van hun leven nodig hebben. Elk kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier, in zijn eigen tempo. Meestal gaat dat goed, maar soms loopt een kind een ontwikkelingsachterstand op. Er is bijvoorbeeld iets mis met een van de zintuigen, het zenuwstelsel of het bewegingsapparaat. Een kind met een motorische ontwikkelingsachterstand heeft extra zorg en aandacht nodig. Het moet meer zijn best doen en meer dan gemiddeld oefenen om bepaalde vaardigheden onder de knie te krijgen. De kinderoefentherapeut heeft zich gespecialiseerd in de motorische ontwikkeling van kinderen en jongeren van 0 tot 8 jaar ( 009). Kinderoefentherapie wordt gerekend tot de curatieve somatische zorg. De stoornissen en achterstanden in de motorische ontwikkeling vallen onder de afwijkingen en ontwikkelingsstoornissen in het zenuwstelsel. Kinderoefentherapeuten zijn ook werkzaam in preventieve zorg. Hieronder vallen voorlichtingsactiviteiten aan scholen, consultatiebureaus, voorschoolse opvang en ouders, deskundigheidsbevordering aan andere zorgprofessionals en het geven van groepslessen aan kinderen met problemen op het gebied van gewichtsbeheersing en functionele trainingen (sport-spel). Groepsbehandelingen aan kinderen met motorische ontwikkelingsachterstanden vallen onder curatieve zorg. Kinderoefentherapie is sinds januari 008 een geregistreerde specialisatie van de algemene oefentherapie en als zodanig opgenomen in het Kwaliteitsregister Paramedici. Van de 6 kwaliteitsgeregistreerde oefentherapeuten zijn er 0 geregistreerde Kinderoefentherapeuten bij het Kwaliteitsregister Paramedici, waarvan er 8 lid zijn van de beroepsvereniging en het Platform Kinderoefentherapie.. Positionering Kinderoefentherapie wordt voornamelijk in de eerste lijn gegeven. Kinderoefentherapie wordt aangeboden in Juli 05: 6% van 567 oefentherapeuten Cesar en 5% van 9 oefentherapeuten Mensendieck bron: Paginas/registers.aspx wijkpraktijken en gezondheidscentra. Daarnaast is er van oudsher een grote hoeveelheid therapeuten dat dependances heeft binnen het regulier en speciaal basisonderwijs of binnen de cluster,, of scholen. Door de wet op het primair onderwijs (998 en de aanpassing in 05) worden kinderen met een specifieke zorgvraag binnen het regulier onderwijs opgevangen, in plaats van doorgestuurd naar het 6

10 speciaal onderwijs (Studulski, 007). Hierdoor is er vanuit het onderwijs een toenemende vraag naar samenwerking met de kinderoefentherapeut, veelal binnen de instelling voor onderwijs. Het geven van oefentherapie binnen scholen is door de VvOCM geprotocolleerd sinds 00. Deze richtlijn kinderoefentherapie binnen onderwijsinstellingen wordt geactualisserd waar nodig en is te vinden op de openbare site van de beroepsvereniging VvOCM: richtlijnenprotocollen.aspx 7

11 Methodisch handelen kinderoefentherapeut Het methodisch handelen van zorgverleners bij het oplossen van een klinisch probleem kenmerkt zich door doelgerichtheid, systematiek, procesmatigheid en bewust handelen. Kenmerkend hierbij is dat de zorgverlener zich bewust is van de manier waarop hij handelt en bewust probeert dat handelen aan te passen aan de situatie waarin hij handelt. Vaardigheden die daarbij een rol spelen zijn evidence- en practice based handelen, reflecteren op het beroepsmatig handelen en klinisch redeneren. De verschillende cliëntgroepen vragen specifieke kennis en vaardigheden van de betreffende therapeuten. Het methodisch handelen heeft bij al deze beroepsbeoefenaren dezelfde kenmerken, fasen en stappen.. Theoretisch kader Rond 985 is vanuit de visie van de oefentherapie Cesar de kinderoefentherapie ontwikkeld, aangevuld met een pedagogische invalshoek (zie figuur ). De eerste aanzet en ontwikkeling van deze visie en aanpak binnen de kinderoefentherapie is gedaan door drs. M.M.E. Biesta 5. Vanaf het begin is de ontwikkeling van de motoriek en kinderoefentherapie vanuit een holistische visie benaderd. Het interactiemodel van de totale ontwikkeling is de basis van de opleidingen op het gebied van kinderoefentherapie. De visie van kinderoefentherapie is dat gedragsverandering, een belangrijke 5 Nu vanuit de faculteit gezondheidszorg Hogeschool Utrecht, Centrum voor Bewegingsstudies doelstelling van oefentherapie, een specifieke aanpak en kennis behoeft waar het gaat om aanpak hiervan bij kinderen, de ontwikkeling van motoriek en de voorwaarden voor het ontwikkelen van bewegingsgedrag bij kinderen. Interactiemodel van de totale ontwikkeling Centraal in dit model staat het zich ontwikkelende kind. De ontwikkeling is afhankelijk van de eigen specifieke kenmerken van het kind zoals temperament, leervermogen, bouw en eventuele aandoeningen (bijvoorbeeld 8

12 fysieke problematiek, neurologische aandoeningen of gedragsproblemen). Het verloop van de ontwikkeling is ook afhankelijk van de omgeving waarin het kind opgroeit. Een omgeving die veilig is en ruimte biedt, letterlijke ruimte, maar ook stimulans om bewegend te ontdekken, is een belangrijke positieve factor in de ontwikkeling. Figuur Interactiemodel kinderoefentherapie (Biesta, 987; 006) Motorische ontwikkeling Evenwicht Grove motoriek Fijne motoriek Oog-handcoördinatie Lichaamsschema Ruimtelijke oriëntatie Links-rechts samenwerking Taal/cognitieve ontwikkeling Ontwikkeling taal Leren op school Kind 6 Hypothese-geOrienteerd Algoritme voor Clinici 7 Oefentherapeutisch Diagnostiek en Interventie Model Omgeving Basisveiligheid Mogelijkheden Sociaal/emotionele ontwikkeling Zelfstandig Onafhankelijk Zelfbeeld -positief -negatief De ontwikkeling van de motoriek staat niet los van de ontwikkeling van taal, cognitie en de sociaal-emotionele ontwikkeling. Het bewegen stelt het kind in staat om het eigen lijf te ontdekken en van daaruit ruimtelijke ervaringen op te doen. Het kind oriënteert zich in de wereld om zich heen. Het leert werken met ruimtelijke vormen door te bouwen of te puzzelen en hierdoor worden begrippen geleerd en benoemd. Het bewegen speelt een zeer belangrijke rol in de wereld van het kind. Het heeft invloed op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Door ervaring en bevestiging krijgt het kind zelfvertrouwen om de wereld te gaan ontdekken en daarmee meer bewegingservaring op te doen. Mogelijke oorzaken voor motorische problemen bij kinderen moeten om de hiervoor genoemde redenen zoveel mogelijk beschouwd worden vanuit de totale ontwikkeling van het kind. Behandeling door een kinderoefentherapeut houdt, gebaseerd op bovenstaand model, rekening met al deze gebieden. Het doel van de kinderoefentherapie is altijd de motorische ontwikkeling en motorische gedragsverandering van het kind. Handelingsmodel kinderoefentherapie Het handelen van de kinderoefentherapeut wordt beïnvloed door wetenschap en nieuwe ontwikkelingen in de praktijk. De ontwikkelingen in het klinisch redeneren, HOAC II 6 en ODIM 7 hebben invloed op het diagnosticeren, evalueren en interveniëren van de kinderoefentherapeut. Onderzoek naar gedrag en gedragsverandering en nieuwe kennis over het motorisch leren hebben invloed op de behandeling van de kinderoefentherapeut. Door de invoering van de ICF en bijbehorend methodisch redeneren via RPS wordt de motorische problematiek omschreven vanuit 9

13 functies en activiteiten. Een gediagnosticeerde motorische ontwikkelingsachterstand of retardatie (bijlage. ZVw) wordt omschreven in de functies: stabiliteit, grove motoriek, fijne motoriek, oog-hand coördinatie, lichaamsschema en linksrechts samenwerking, wat op de volgende activiteiten invloed kan hebben; evenwicht, grof motorische vaardigheid, balvaardigheid, handvaardigheid en schrijf motorische vaardigheid. Op basis van het ontwikkelingsmodel van Biesta en van bovenstaande invloeden hebben Steeman en Smorenburg in 05 het handelingsmodel kinderoefentherapie ontwikkeld (zie figuur ). Figuur Handelingsmodel kinderoefentherapie Mijlpalen Ontwikkeling/opbouw Activiteiten - Evenwicht - Grof motorische vaardigheid - Balvaardigheid - Handvaardigheid - Schrijf motorische vaardigheid Functies - Stabiliteit - Grove motoriek - Fijne motoriek - Oog-hand coördinatie - Lichaamsschema - Ruimtelijke oriëntatie - Li/re samenwerking betekenis Motorisché ontwikkéling spel uitdaging Omgeving - Therapeut {instructie/f eedba de) Sociaal/emotionele Ontwikkeling - Motivatie (Steeman & Smorenburg 05) 0

14 . De stappen van het methodisch handelen van de kinderoefentherapeut De professionele benadering van de kinderoefentherapeut wordt gekenmerkt door een methodische werkwijze. Hierbij moet opgemerkt worden dat er binnen de behandelfase sprake is van Kinderoefentherapie richt zich binnen de behandeling op de belevingswereld van het kind, waardoor er sprake is van betekenisvol oefenen. Hierdoor is de transfer buiten de behandelsituatie van motorische voorwaarden en vaardigheden naar het dagelijks handelen geborgd. Als het kind iets leert kan hij het ook buiten de behandelsituatie toepassen. een continue terugkoppeling van kwalitatieve en kwantitatieve resultaten, waardoor de scheiding tussen diagnostiek en behandeling artificieel is. De fases tot en met 7 worden in de behandeling cyclisch doorlopen. De kinderoefentherapeut is tijdens het behandelen dus steeds bezig met het monitoren van de voortgang. Het is dan ook zinvoller om te spreken van onderzoekend behandelen en behandelend onderzoeken. Na eerste aanmelding wordt altijd de volledige diagnostische fase doorlopen. Deze diagnostische fase is geprotocolleerd binnen de richtlijn verslaglegging kinderoefentherapie van de VvOCM. Het methodisch handelen van de kinderoefentherapeut is te verdelen in de volgende stappen (zie ook figuur ): Diagnostische fase:. Aanmelding, screening en informatie patiënt. Anamnese/ hulpvraag. Onderzoek. Diagnose Behandelfase 5. Behandeldoel/behandelplan 6. Behandeling 7. Evaluatie 8. Afsluiting behandelperiode

15 Figuur Methodisch handelen kinderoefentherapie. Aanmelding, Inventarisatie hulpvraag en informatie patiënt. Anamnese hulpvraag. Onderzoek. Diagnose 5. Behandeldoel / plan 6. Behandeli 7. Evaluatie 8. natraject Afhankelijk van de setting(praktijk, SBO, BO, VSO, cluster) wordt relevante informatie gedocumenteerd NAW, BSN, COV, Identiteitscontrole, voorinformatie diagnose, toestemming ouders, informatie zorgteam, CB arts, huisarts, specialist Bespreking met ouders, school of andere zorgverleners VAS, M ABC, M ABC, MMT, MVPT, BHK, BSID II NL M, AIMS, MTZ, VMI, SP, GMFM, Pedi nl, CBSK-M, BSID III M, SOS, motorische observatie, overig Onderzoeksverslag naar ouders en/of verwijzer(s) Oudergesprek Gesprek andere betrokkenen, bijvoorbeeld leerkracht, IB, zorgteam Terugkoppeling naar ouders volgens protocol ouderparticipatie Platform Kinderoefentherapie N.a.v. eerder gebruikte klinimetrie en hulvraag Verslag/ terugkoppeling naar ouders en/of verwijzer(s) Periodieke monitoring van motorische ontwikkeling dmv observatie of informatie ouders/ leerkracht 9. Afsluiting behandelperiode

16 Diagnostische Fase Binnen de diagnostische fase wordt er gebruik gemaakt van zowel kwantitatieve als kwalitatieve diagnostiek en analyse. De klinimetrie op het gebied van het beoordelen van de motoriek is divers en dynamisch. De testen en toetsen worden gekozen naar aanleiding van de hulpvraag en kennis en kunde van de kinderoefentherapeut. De kinderoefentherapeut maakt een keuze uit diverse genormeerde klinimetrie op het gebied van de motorische ontwikkeling, waarbij de leeftijd van het kind en de hulpvraag centraal staan in de beslissing welke te gebruiken (zie figuur onder. Onderzoek). Deze onderzoeken geven kwantitatieve informatie (vergelijking van onderzochte functies of ontwikkelingen in de leeftijdsband van het kind) en leidt tot de conclusie of er een achterstand in de motorische ontwikkeling is ten opzichte van leeftijdsgenoten. Vanuit de visie van de kinderoefentherapie is het louter op kwantiteit meten niet voldoende om tot een gedegen en juiste analyse van de motoriek te komen in relatie tot de ervaren hulpvraag. De kwalitatieve component is belangrijk om deze hulpvraag te kunnen koppelen aan het motorisch functioneren van het kind. Het alleen analyseren van de motoriek vanuit rijping of leeftijdsadequaat functioneren is hiervoor te eng gebleken. Om de kwaliteit van bewegen te kunnen beoordelen is er door het Platform Kinderoefentherapie en de post HBO opleiding kinderoefentherapie een kwalitatieve motorische observatie ontwikkeld. De uniformiteit in gebruik van de observatie door kinderoefentherapeuten is geborgd in het verslagleggingformulier en de bijbehorende toelichting en normering.

17 Figuur Diagnostische fase kinderoefentherapie. Aanmelding, Inventarisatie hulpvraag en informatie patiënt Afhankelijk van de setting(praktijk, SBO, BO, VSO, cluster) wordt relevante informatie gedocumenteerd NAW, BSN, COV, Identiteitscontrole, voorinformatie diagnose, toestemming ouders, informatie zorgteam, CB arts, huisarts, specialist Figuur 5 Behandelfase 5. Behandeldoel / plan Oudergesprek 6. Behandeli. Anamnese hulpvraag Bespreking met ouders, school of andere zorgverleners. Onderzoek. Diagnose VAS, M ABC, M ABC, MMT, MVPT, BHK, BSID II NL M, AIMS, MTZ, VMI, SP, GMFM, Pedi nl, CBSK-M, BSID III M, SOS, motorische observatie, overig 7. Evaluatie 8. natraject Onderzoeksverslag naar ouders en/of verwijzer(s) Kinderoefentherapie richt zich binnen de behandeling op de belevingswereld van het kind, waardoor er sprake is van betekenisvol oefenen. Hierdoor is de transfer buiten de behandelsituatie van motorische voorwaarden en vaardigheden naar het dagelijks handelen geborgd. Als het kind iets leert kan hij het ook buiten de behandelsituatie toepassen. Kinderoefentherapie baseert zich tijdens de behandeling op een aantal uitgangspunten. De uitgangspunten zijn gevormd op basis van motorische leertheorieën en pedagogische modellen. Uitgangspunten die hieronder zijn geformuleerd kunnen samengebracht worden tot een kernprincipe: de opdracht moet voor het kind betekenisvol zijn. Centraal binnen het kinderoefentherapeutisch handelen staan (Biesta, 00, hoofdstuk.):. Hulpvraag van het kind (of secundaire hulpvraag). Aansluiten bij de beginsituatie van het kind. Aansluiten bij de leefwereld van het kind Gesprek andere betrokkenen, bijvoorbeeld leerkracht, IB, zorgteam Terugkoppeling naar ouders volgens protocol ouderparticipatie Platform Kinderoefentherapie N.a.v. eerder gebruikte klinimetrie en hulvraag Verslag/ terugkoppeling naar ouders en/of verwijzer(s) 9. Afsluiting behandelperiode Periodieke monitoring van motorische ontwikkeling dmv observatie of informatie ouders/ leerkracht Deze drie punten kunnen op drie verschillende, maar onlosmakelijke niveaus ondergebracht worden. Tijdens de behandeling van het kind staan in principe drie factoren centraal waar rekening mee gehouden wordt: - het kind zelf (mogelijkheden van het kind; aansluiten bij de beginsituatie); - de taak/beweging (hulpvraag); - de omgeving (factoren die het bewegen beïnvloeden).

18 Kwaliteitszorg. Verantwoordelijkheden van het Platform Kinderoefentherapie en de kinderoefentherapeut De werkgroep Motoriek & Kinderen, gestart in 985, is in 00 omgevormd naar Platform Kinderoefentherapie. De doelstelling veranderde daarmee van inhoudelijke werkgroep naar een platform met leden, werkgroepen en een dagelijks bestuur. Vanaf 00 wordt er gewerkt met projectgroepen, binnen de beleidskaders (professionaliteit, wetenschap, PR en innovatie) aansluitend aan het beleid van de VvOCM. Door de grootte van het werkveld was dit een beleidsmatige stap die gemaakt moest worden om de kwaliteit van de kinderoefentherapie te kunnen borgen. Het platform is sinds 009 georganiseerd om de pijlers:. Professionaliteit. Bekendheid. Samenwerken. Wetenschap Missie: Het Platform Kinderoefentherapie heeft als doel inhoudelijk en uitvoerend de belangen van deze beroepsgroep te bewaken, initiërend te zijn in inhoudelijke vernieuwingen en het verbeteren van de positie van de beroepsgroep kinderoefentherapie binnen de eerstelijns zorg (vastgesteld september 00). De leden van het dagelijks bestuur zijn projectleiders van door het bestuur van de VvOCM goedgekeurde projectplannen. Het platform reageert op signalen uit het veld; reactief vanuit signalen van de leden van het platform of de beroepsvereniging VvOCM, proactief vanuit signalen uit onderwijsinstanties en hogescholen, overheid en andere wet- en regelgevende instanties. De visie van het platform wordt jaarlijks door het dagelijks bestuur vastgesteld en voorgelegd aan de leden in een eigen ALV. De missie stuurt beleidsmatig de projectplannen. Een kinderoefentherapeut werkt nooit alleen. Om een optimaal resultaat te behalen is er altijd samenwerking vereist. Als eerste dient hier de samenwerking met de ouders genoemd te worden. Niet als co-therapeut, maar als belangrijke factor 5

19 in het aanbieden van optimale omgevingsfactoren en in de ondersteuning van de therapie. Een ouder die begrijpt wat het kind nodig heeft, is een belangrijke voorwaarde om de gestelde hulpvraag te kunnen beantwoorden of het opgestelde behandeldoel te kunnen behalen. De leefomgeving van het kind is groter dan alleen de ouders. De school en leerkracht zijn in de ontwikkeling van de motoriek ook erg belangrijk. De wens van veel scholen en schoolbesturen om een kinderoefentherapeut op school te laten behandelen, komt voort uit de veranderende structuur en doelstelling van het onderwijs zoals beschreven in hoofdstuk.. De keten rond de motorische ontwikkeling en de afbakening van prestaties en verantwoordelijkheden is verwerkt in de richtlijn kinderoefentherapie binnen onderwijsinstellingen van het Platform Kinderoefentherapie van de VvOCM 8. Binnen de oefentherapie wordt er gebruik gemaakt van de directe toegankelijkheid. Vanuit het Platform Kinderoefentherapie wordt de samenwerking met de huisarts als voorwaarde gezien voor een veilige behandeling. Een motorische ontwikkelingsachterstand kan één van de eerste signalen zijn van een meervoudige problematiek of al in een eerder stadium gesignaleerd zijn in een ander kader (bijvoorbeeld door een consultatiebureauarts). De positie van de huisarts in de eerste lijn, als de spin in het web maakt, dat er altijd door de kinderoefentherapeut contact gezocht wordt met de huisarts om diagnose en eventuele vroegsignalering op elkaar af te stemmen. Binnen de beroepsgroep is het gebruikelijk om direct na het onderzoek uitgebreid te rapporteren aan alle partijen, waaronder de huisarts. Vanuit het platform wordt het sterk afgeraden om (in het geval van ouders die dit vanuit de DTO niet wensen) de huisarts niet in te lichten.. Grenzen van de specialisatie kinderoefentherapie De kinderoefentherapeut behandelt kinderen met een stoornis, afwijking en/of achterstand in de motorische ontwikkeling. 8 De kinderoefentherapie wordt afgebakend van de algemene oefentherapie door een verschil in leeftijdscategorie (tot 8 jaar) maar ook door het aandachtsgebied. Daar waar er bij de algemene oefentherapie sprake is van gedragsverandering op het gebied van bewegen, is er bij de kinderoefentherapie naast gedragsverandering ook sprake van het ontwikkelen van motoriek. 6

20 . Borging van de kwaliteit van de kinderoefentherapie De minimale eisen die aan een gespecialiseerd kinderoefentherapeut gesteld worden zijn vastgelegd door middel van: - registratie van de specialisatie in het Kwaliteitsregister Paramedici - scholing Kwaliteitsregister Paramedici De registratie van de gespecialiseerde kinderoefentherapeuten is in handen van het Kwaliteitsregister Paramedici. De eisen die gesteld worden aan een registratie in dit register worden mede onder invloed van de VvOCM en het Platform Kinderoefentherapie vijfjaarlijks vormgegeven. Voor de eisen die gesteld worden aan deze registratie kwaliteitscriteria% pdf 9 De cursus Oefentherapie bij kinderen was opgenomen als nascholing binnen het Centrum voor bewegingsstudies van de Hogeschool Utrecht. De oefentherapeuten die deze scholing gevolgd hebben, hebben de benodigde kennis en vaardigheden om kinderen te behandelen. Het garandeert een grote groep algemene oefentherapeuten die - na onderzoek en diagnostiek door een kinderoefentherapeut - weet hoe te behandelen. Eind 0 zijn er ongeveer 05 oefentherapeuten die deze nascholing gevolgd hebben. De tweede stap in scholing voor de specialisatie kinderoefentherapie was een Post HBO. Het scholingstraject voor de gespecialiseerde kinderoefentherapeut is gericht op specifieke competenties ( ). De gespecialiseerde kinderoefentherapeut heeft kennis over de algemene ziektebeelden en over specifieke kind gerelateerde ziektebeelden die binnen de post HBO opleiding exemplarisch onderwezen zijn. Scholing In de initiële opleiding oefentherapie Cesar en Mensendieck, waar studenten worden opgeleid tot algemeen oefentherapeut, zijn er een aantal studietaken in het curriculum die gericht zijn op verkrijgen van vaardigheden ten behoeve van het behandelen van kinderen (zie bijlage ). Ook is het mogelijk voor studenten om bij een aantal andere studietaken (bijvoorbeeld groepslessen of kwaliteitszorg) het aandachtsgebied kinderen te kiezen. De tutor die deze processen begeleidt is een kinderoefentherapeut en docent op de opleiding. Tot 05 was de scholing tot kinderoefentherapeut een twee stappenmodel; eerst de verdiepingscursus oefentherapie bij kinderen met als vervolg hierop de post HBO kinderoefentherapie. De oefentherapeuten die nu de geregistreerde specialisatie kinderoefentherapie hebben zijn volgens dit scholingsaanbod opgeleid 9. Sinds 05 is in het kader van het project Leven Lang Leren (LLL) de opleiding kinderoefentherapie geherstructureerd tot het onderwijsprogramma kinderoefentherapie. Het programma bestaat uit tien cursussen van ieder 0 studiebelastingsuren (SBU) (= 5 EC), waarvan zes verplichte cursussen om geregistreerd kinderoefentherapeut te worden (totaal 80 SBU). De cursus oefentherapie bij kinderen is vervangen door de basiscursus het basisschoolkind. In deze verplichte start - cursus komen de uitgangspunten van de kinderoefentherapie aan de orde. Er wordt aandacht besteed aan het methodisch handelen van de kinderoefentherapeut, waarin klinimetrie, het klinisch redeneren met gebruik van het ODIM, de HOAC II en het RPS, het leren van kinderen, de pedagogische rol van de kinderoefentherapeut, en rapportage en verslaglegging. 7

21 De behandeling van de kinderoefentherapeut is vooral gericht op de motorische ontwikkeling en motorische gedragsverandering en op de invloed die de neurologische en orthopedische pathologie hierop kan hebben. Binnen de initiële HBO opleiding wordt ook aandacht besteed aan de specifieke aanpak van de verschillende leeftijdscategorieën ( EC, 67 studiebelastingsuren). In de scholing tot gespecialiseerd kinderoefentherapeut (post initieel) wordt aandacht besteed aan het doen van een motorisch onderzoek in de diagnostische fase en op de pedagogisch didactische benadering van normaal en afwijkend gedrag in de behandelfase. Zie Cursusonderdelen. Richtlijnen en kwaliteitsstandaarden In aanvulling op hoofdstuk. van het beroepsprofiel kinderoefentherapeut zijn de volgende richtlijnen binnen de kinderoefentherapie geïmplementeerd: - Richtlijn verslaglegging kinderoefentherapie - Richtlijn kinderoefentherapie binnen onderwijsinstellingen.5 Meten, onderzoeken en verbeteren Wetenschappelijke ontwikkelingen In 00 is de invloed van kinderoefentherapie bij kinderen met een motorische hulpvraag onderzocht (Noordstar & Biesta, 00). Het krijgen van een behandelreeks kinderoefentherapie bleek een positief effect te hebben op de motorische vaardigheden van kinderen in de basisschoolleeftijd. Wanneer onderscheid werd gemaakt naar de motorische onderdelen handvaardigheid, balvaardigheid en evenwicht, bleken de kinderen in de leeftijd -6 jaar en 7-8 jaar op alle domeinen significant vooruit te zijn gegaan. Kinderen in de leeftijd 9-0 jaar gingen significant vooruit op het domein balvaardigheid en evenwicht, terwijl de kinderen in de leeftijd van - jaar significant vooruit gingen op het domein handvaardigheid. Wetenschappelijke ontwikkelingen en onderzoeken op het gebied van motorische ontwikkeling bij kinderen worden door het Platform Kinderoefentherapie tijdens studiedagen en publicaties op het intranet onder de aandacht van de leden gebracht Intercollegiaal Overleg Over het hele land verspreid zijn er intercollegiale overleggen die specifiek gericht zijn op kinderoefentherapie (Kinder IOC/M). In deze overleggen worden nieuwe ontwikkelingen besproken, onder andere door middel van journal clubs. Vanaf 06 zal er een IO jaarprogramma DCD worden opgestart in samenwerking met kinderfysiotherapie. 8

22

23 Competentieprofiel kinderoefentherapeut Dit beroepscompetentieprofiel beschrijft de competenties die de kinderoefentherapeut nodig heeft om taken uit te voeren en problemen op te lossen in zijn werksituatie. Het competentieprofiel is opgebouwd volgens het CanMeds competentie raamwerk voor zorgprofessionals. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 7 competentiegebieden en de daarbij behorende beroepsrollen:. Vakinhoudelijk expert: de oefentherapeut als zorgverlener en behandelaar. Communicatie: de oefentherapeut als communicator. Samenwerken: de oefentherapeut als samenwerkingspartner. Kennis en Wetenschap: de oefentherapeut als reflectieve professional en praktijk onderzoeker 5. Maatschappelijk handelen: de oefentherapeut als gezondheidsbevorderaar 6. Organisatie: de oefentherapeut als organisator 7. Professionaliteit: de oefentherapeut als professional & kwaliteitsbevorderaar 0

24 Vakinhoudelijk expert De kinderoefentherapeut als zorgverlener en behandelaar Onderzoeken, behandelen en begeleiden vormen de kernbegrippen binnen dit competentiegebied. Uitgangspunt voor het handelen van de kinderoefentherapeut is de hulpvraag (op het gebied van bewegen) van de cliënt (kind, ouder/verzorger/leerkracht). Met behulp van het klinisch redeneren binnen alle fasen van het methodisch handelen wordt het bewegingsprobleem van het kind in beeld gebracht (kinderoefentherapeutische diagnose), wordt het behandeldoel geformuleerd en het behandelplan met tijdindicatie opgesteld. Dit behandelplan wordt besproken met de ouder/ verzorger en er wordt in overleg een besluit genomen tot behandeling, advisering of mogelijk verwijzing. Indien er besloten wordt om te starten met de behandeling wordt het behandelplan uitgevoerd, waarbij regelmatig wordt geëvalueerd op de subdoelen uit het behandelplan. Indien nodig wordt het behandelplan bijgesteld. Evidence/ practice based handelen is de basis voor diagnostiek, interventie en aanpak binnen het kinderoefentherapeutisch behandelen.

25 Competentie. Diagnosticeren De kinderoefentherapeut verzamelt op basis van de hulpvraag bij een kind met een mogelijke motorische ontwikkelingsachterstand systematisch gegevens op het gebied van functies, anatomische eigenschappen, activiteiten, participatie, de persoonlijke factoren van het kind en de omgevingsfactoren, om te komen tot een kinderoefentherapeutische diagnose. Op basis van het oefentherapeutisch diagnostiek en interventiemodel, ODIM (Bastiaanse C.S., 0)) leidt dit tot een transparante en beredeneerde keuze voor de op te stellen behandeling, advisering c.q. verwijzing. Indicatoren De kinderoefentherapeut: Voert in geval van directe toegankelijkheid een screening uit en maakt een screeningsrapportage volgens de richtlijn van het Platform Kinderoefentherapie Voert een intake en anamnese uit Voert een systematisch motorisch onderzoek uit, bestaande uit gedragsobservatie, motorische observatie (motoscopie) en motorische testen (motometrie) Past relevante, valide en betrouwbare klinimetrie toe Legt de gegevens vast in het cliëntendossier Expliciteert gemaakte keuzes en kan deze verantwoorden; betrekt daarin richtlijnen en beschikbare evidence Analyseert en interpreteert de verzamelde gegevens en formuleert op basis daarvan een kinderoefentherapeutische diagnose Formuleert op basis van de hulpvraag en onderzoeksresultaten een behandeldoel Formuleert mogelijk te verwachten proble(e)m(en) Formuleert een behandelprognose Formuleert een behandelplan en bijbehorende evaluatie

26 Competentie. Zorginterventies uitvoeren De behandelstrategie richt zich op het begeleiden en coachen van het kind (bewegingssturing en perceptie), de taak/handeling of activiteit, de omgevingsfactoren (context van de taak) en de benodigde gedragsverandering. Doel van de zorginterventie is het beantwoorden van de hulpvraag. De kinderoefentherapeut voert de interventie uit in nauw overleg met de ouder en andere betrokkenen. Hij betrekt hen, waar mogelijk, bij het begeleiden van het kind in het toepassen van de activiteiten in de leef/ woonomgeving (thuis en op school), zodat het kind hierin optimaal kan participeren. De kinderoefentherapeutische interventie is efficiënt, effectief, pedagogisch verantwoord en evidence/ practice based. Indicatoren De kinderoefentherapeut: Werkt planmatig en systematisch om een bepaald doel te bereiken (methodisch handelen) Kiest middelen afgestemd op het ontwikkelingsniveau van het kind Stimuleert het kind in het uitvoeren van activiteiten door de oefensituatie voor het kind betekenisvol te maken Kiest de didactische aanpak afgestemd op de kindfactoren Begeleidt/coacht het kind in de transfer van therapeutische setting naar toepassing in de reële context. Waar mogelijk vindt aansturing en begeleiding plaats in de reële context Expliciteert gemaakte keuzes en kan deze verantwoorden; betrekt daarin richtlijnen en beschikbare evidence Maakt op basis van het behandelplan een behandelprogramma en voert dit uit Begeleidt/ adviseert ouder en andere betrokkenen hoe te handelen in woon-/leefomgeving Verzorgt groepsbehandelingen aan specifieke doelgroepen, waarbij de overige indicatoren van de zorginterventies uitvoeren en diagnosticeren van toepassing zijn

27 Competentie. Evalueren Binnen de kinderoefentherapie is sprake van onderzoekend behandelen en behandelend onderzoeken. Na het motorisch onderzoek is er tijdens de behandelfase een continue terugkoppeling van de bereikte motorische ontwikkeling van het kind en het aanpassen van het behandelplan daaraan. Indicatoren De kinderoefentherapeut: Evalueert volgens het tijdspad het verloop van het behandelproces Bespreekt de resultaten van de behandeling met kind, ouder en andere betrokkenen en past zo nodig het behandeldoel, plan, prognose aan Bouwt tussentijdse evaluatiemomenten is, waardoor nieuwe informatie of een verandering in de situatie kan leiden tot een veranderende doelstelling of behandelplan Evalueert volgens het tijdspad het verloop van het behandelproces Bespreekt de resultaten van de behandeling met kind, ouder en andere betrokkenen en past zo nodig het behandeldoel, plan, prognose aan Legt behandel- en meetgegevens verkregen uit de therapeutische fase vast in het dossier Maakt een eind-/tussenrapportage voor verwijzer, ouder en andere betrokkenen Evalueert aan het einde van het behandelproces het resultaat van de behandeling en bespreekt dit met betrokkenen

28 Communicatie De kinderoefentherapeut als communicator De kinderoefentherapeut bouwt een vertrouwensrelatie op met het kind, de ouder/verzorger/leerkracht en zorgt voor een adequate uitwisseling van informatie nodig voor het goed verlopen van het zorgproces. Dit vraagt van de kinderoefentherapeut een goed inschattingsvermogen van informatiebehoefte en informatie noodzakelijkheid binnen de leefwereld van het kind. Competentie. Vertrouwensrelatie aangaan met het kind en de direct betrokkenen Indicatoren De kinderoefentherapeut zorgt dat er een vertrouwensrelatie ontstaat met het kind als basis voor een effectief zorgproces. Ook is het van belang om zowel ouder als leerkracht in dit zorgproces te betrekken, waardoor de kinderoefentherapeut ook moet zorgen voor een vertrouwensrelatie met deze betrokkenen. De kinderoefentherapeut: Gaat een professionele samenwerkingsrelatie aan met het kind, de ouder/verzorger/leerkracht Creëert een veilig pedagogisch klimaat in relatie tot het kind Speelt in op de belevingswereld en mogelijkheden van het kind Bejegent het kind met betrokkenheid, begrip en respect Luistert actief en verkrijgt op doelmatige wijze relevante cliëntinformatie Creëert een veilig pedagogisch klimaat Speelt in op het begripsniveau van het kind Bejegent de ouder/ verzorger/ leerkracht met betrokkenheid, begrip en respect Luistert actief en verkrijgt op doelmatige wijze relevante cliëntinformatie Geeft op basis van de resultaten van het diagnostisch proces gericht advies aan de cliënt Bespreekt de resultaten van de behandeling met kind, ouder en andere betrokkenen en past zo nodig het behandeldoel, plan, de prognose aan Bespreekt met de cliënt dan wel wettelijke vertegenwoordiger: - de resultaten van het diagnostische proces - de mogelijke interventies - wederzijdse verwachtingen en verantwoordelijkheden aangaande de interventie Staat open voor feedback en handelt hiernaar 5

29 Competentie. Geven van voorlichting en advies De kinderoefentherapeut geeft voorlichting en advies aan het kind, ouder/verzorger/ leerkracht op het gebied van de motorische ontwikkeling en bewegen in het algemeen gerelateerd aan gezondheid, sport en spel. Dit geldt zowel voor individuen als groepen Indicatoren De kinderoefentherapeut: Begeleidt en stimuleert op het gebied van bewegen Geeft advies over sport, spel en spelmateriaal Geeft voorlichting over de motorische ontwikkeling van het kind/de kinderen Competentie. Informatie geven en vastleggen Indicatoren De kinderoefentherapie legt relevantie informatie schriftelijk vast in een cliëntendossier en gebruikt die in de communicatie met betrokkenen. Dit gebeurt met respect voor de privacy van de betrokkenen. De kinderoefentherapeut: Binnen de kaders die aan de beroepsgroep gesteld worden legt de kinderoefentherapeut een patiëntendossier volgens de richtlijnen van de beroepsgroep aan en houdt dit bij. Verzamelt op doelmatige wijze informatie van de cliënt Maakt gebruik van cliëntendossier en onderhoudt deze Brengt tijdig en adequaat schriftelijk en/of mondeling verslag uit aan betrokkenen Neemt de rechten van de cliënt in acht, zoals deze voortvloeien uit wetgeving, rechtspraak en richtlijnen van de beroepsgroep Neemt de geheimhoudingsplicht in acht en eerbiedigt de persoonlijke levenssfeer van de cliënt en betrokkenen Legt de gegevens vast in een verslag conform het format verslaglegging van het Platform Kinderoefentherapie 6

30 Samenwerken De kinderoefentherapeut als samenwerkingspartner Het betreft hier zowel de monodisciplinaire en multidisciplinaire samenwerking ten behoeve van een optimale ontwikkeling van het kind. Monodisciplinair kan gedacht worden aan een overleg op basis van een kinderoefentherapeutisch onderzoek met een algemeen oefentherapeut die de behandeling zal gaan uitvoeren. Vaker zal het om een multidisciplinaire samenwerking gaan. Vanuit ieders expertise kan een goed op elkaar afgestemd behandelplan voor het kind ontwikkeld worden. Wanneer de kinderoefentherapeut op een school of instituut werkt, zal hij betrokken worden bij de bespreking van het kind. Tot slot kan de kinderoefentherapeut ook deel uitmaken van intercollegiaal overleg of een multidisciplinair team dat een richtlijn, protocol of nieuw product ontwikkelt ten behoeve van jeugdzorg. Kennis van elkaars expertise en delen van specialistische kennis zijn in alle gevallen noodzakelijk. Competentie Indicatoren Effectief samenwerken De kinderoefentherapeut: Bevordert activiteiten om tot multidisciplinair samenwerken te komen Verwoordt kort visie en doel van de kinderoefentherapie binnen het team Deelt kennis ten behoeve van de samenwerking/ het overleg Verwoordt kort de gegevens uit het kinderoefentherapeutisch onderzoek en/of behandeling ten behoeve van het overleg met inachtneming van het beroepsgeheim Stemt met andere hulpverleners en opvoeders af hoe de zorgverlening rondom het kind zo efficiënt en effectief mogelijk kan worden uitgevoerd Vraagt toestemming aan cliënt voor het delen van informatie voor het overleg Is zich bewust van verschillende rollen en mogelijke conflicten binnen een team en kan hierin adequaat handelen d.m.v. communicatievaardigheden Verwijst adequaat naar een andere hulpverlener ten behoeve van de ontwikkeling van het kind 7

31 Kennis en Wetenschap De kinderoefentherapeut als reflectieve professional en praktijkonderzoeker De kinderoefentherapeut gebruikt de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid om het kinderoefentherapeutisch handelen te onderbouwen (evidenceen practice based, EBP). Daarnaast draag de kinderoefentherapeut bij aan innovatie van de kinderoefentherapeutische zorg door actief deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek, dit te stimuleren en door nieuwe inzichten te implementeren binnen het kinderoefentherapeutisch handelen. De professional werkt permanent aan de ontwikkeling van zijn deskundigheid en levert een bijdrage aan de deskundigheid van collega s. Competentie. Kritisch analyseren van het kinderoefentherapeutisch handelen Indicatoren De kinderoefentherapeut werkt methodisch en evidence based. Als een reflectieve professional zorgt hij voor de op dit moment best mogelijke kwaliteit van de zorg. Daarbij is het van belang de eigen kennis actueel te houden en in te passen in het eigen handelen. De kinderoefentherapeut: Maakt het kinderoefentherapeutisch handelen transparant Past klinisch redeneren binnen het methodisch handelen toe en onderbouwt de keuzes zoveel mogelijk evidence based Signaleert veranderingen in de samenleving en analyseert deze op de consequenties voor het kinderoefentherapeutisch handelen Blijft op de hoogte van nieuwe inzichten binnen het vakgebied en past deze toe binnen het eigen kinderoefentherapeutisch handelen Hanteert de grenzen van het eigen kunnen en vraagt zo nodig consult Vindt op doelmatige wijze relevante en actuele literatuur betreffende aan de orde zijnde besluitvormingsthema s 8

32 Competentie. Bijdragen aan innovatie van het beroep De kinderoefentherapeut draagt systematisch bij aan kwalitatieve verbetering en vernieuwing van de zorgverlening door het ontwikkelen, toepassen en verspreiden van recente(wetenschappelijke) kennis. Indicatoren De kinderoefentherapeut: Houdt voortdurend en planmatig de eigen deskundigheid op peil Levert accuraat data aan ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek Beoordeelt toegepast onderzoek op zijn praktijkrelevantie Analyseert, interpreteert en evalueert wetenschappelijke vakliteratuur kritisch ten aanzien van effectonderzoek (RCT s, systematische reviews, meta-analyses) en meetinstrumenten (zoals validiteit, betrouwbaarheid, specificiteit, sensitiviteit en responsiviteit) Formuleert onderzoeksvragen voor wetenschappelijk onderzoek Levert een bijdrage aan de ontwikkeling van het eigen vakgebied en de gezondheidszorg door onder andere: - deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek binnen de kinderoefentherapie - onderzoeksvragen te formuleren Registreert systematisch relevante cliëntgegevens ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek binnen het specialisme Vertaalt uitkomsten van relevant wetenschappelijk onderzoek naar consequenties voor de kinderoefentherapie 9

33 Competentie. Deskundigheid bevorderen van professionals De kinderoefentherapeut levert een bijdrage aan kenniscirculatie betreffende kinderoefentherapeutische thema s zoals motorische ontwikkeling, klinimetrie bij kinderen, didactische en pedagogische aanpak binnen de behandeling van kinderen, DCD, schrijfproblematiek, etc. Indicatoren De kinderoefentherapeut: Verzorgt presentaties, workshops etc. voor: a. collegae b. (para)medici c. leerkrachten Begeleidt/ coacht kinderoefentherapeuten i.o., (kinder)oefentherapeuten en andere professionals bij het geven van therapie aan kinderen Wisselt kennis uit met collegae en andere professionals ten behoeve van eigen deskundigheidsbevordering 0

34 5 Maatschappelijk handelen De oefentherapeut als gezondheidsbevorderaar Dit competentiegebied betreft de maatschappelijke verantwoordelijkheid op het gebied van de jeugdgezondheid en welzijn die de kinderoefentherapeut heeft. Dit betreft zowel het kind, de gemeenschap en de bevolking. Denk hierbij bijv. aan het bevorderen van bewegen binnen het gezin, de school, de buurt. Het gaat om het signaleren en aanpakken van gezondheidsproblemen. Competentie 5 Bevorderen jeugdgezondheid en welzijn De kinderoefentherapeut is enerzijds binnen de diagnostiek en interventie van het individuele kind, maar ook binnen groepsbehandeling, gericht op preventie en het geven van voorlichting over gezond bewegen. Anderzijds zal hij, daar waar nodig en mogelijk het belang van gezond bewegen benadrukken. Indicatoren De kinderoefentherapeut: erkent naast de motorische problematiek, problemen die de ontwikkeling en de gezondheid van het kind beïnvloeden en neemt dit mee in de behandeling (aanpak, advies, verwijzing) Geeft voorlichting aan groepen ouders en instanties, zoals gemeente, jeugdzorg en scholen, ter preventie van gezondheidsproblemen Signaleert een trend die de ontwikkeling en gezondheid van kinderen beïnvloedt, en neemt hierin zijn verantwoordelijkheid om dit bespreekbaar te maken Concretiseert de kwaliteitseisen uit wet- en regelgeving die aan behandel- en zorgproces worden gesteld Draagt bij aan de patiëntveiligheid Is op de hoogte van overheid- / gemeentebeleid gericht op de jeugdgezondheid, onderwijs en welzijn Behartigt de belangen van de cliënt(groep) door beargumenteerd invloed uit te oefenen Behartigt de belangen van de kinderoefentherapie binnen instanties en organisaties

2012-2015. Richtlijn Kinderoefentherapie binnen een onderwijssetting

2012-2015. Richtlijn Kinderoefentherapie binnen een onderwijssetting 2012-2015 Richtlijn Kinderoefentherapie binnen een onderwijssetting Platform Kinderoefentherapie Nederland 2012-2015 Colofon Richtlijn Kinderoefentherapie binnen een onderwijssetting Een uitgave van VvOCM

Nadere informatie

Protocol Kinderoefentherapie binnen een onderwijssetting 2014 versie 1.0

Protocol Kinderoefentherapie binnen een onderwijssetting 2014 versie 1.0 Protocol Kinderoefentherapie binnen een onderwijssetting 2014 versie 1.0 Een uitgave van VvOCM/ Platform Kinderoefentherapie Kaap Hoorndreef 56 3563 AV Utrecht Tel: (030)26 25 627 E-mail: info@vvocm.nl

Nadere informatie

Ondersteuningsplan motoriek passend onderwijs

Ondersteuningsplan motoriek passend onderwijs Versie 1.0 2014 Ondersteuningsplan motoriek passend onderwijs Kind en Motoriek: All rights reserved by PMC Kind & Motoriek BV Plus praktijk voor kinderoefentherapie Zorgpad nderwijssetting versie 2014

Nadere informatie

Ondersteuningsplan motoriek binnen het passend onderwijs

Ondersteuningsplan motoriek binnen het passend onderwijs Ondersteuningsplan motoriek binnen het passend onderwijs Copyright Praktijk KLIM 2016 Inleiding Ook binnen uw school zullen er ongetwijfeld kinderen zijn met motorische problemen. Dagelijks zien de leerkrachten

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Competentieprofiel kaderhuisarts

Competentieprofiel kaderhuisarts profiel kaderhuisarts Versie 2017 Inleiding De kaderhuisarts is het antwoord op de vraag van het werkveld naar huisartsen met specifieke bekwaamheden. Voor huisartsen, specialisten, voorzieningen, instellingen,

Nadere informatie

Informatiebrochure Deskundigheidsbevordering Wijkverpleegkundige Indiceren en organiseren van zorg

Informatiebrochure Deskundigheidsbevordering Wijkverpleegkundige Indiceren en organiseren van zorg Informatiebrochure Deskundigheidsbevordering Wijkverpleegkundige Indiceren en organiseren van zorg AVZN Deskundigheidsbevordering wijkverpleegkundigen 2015 Pagina 1 van 8 AVZN Deskundigheidsbevordering

Nadere informatie

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011 Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011 Inleiding Door het toenemende belang van echoscopisch onderzoek in de zwangerschap en de invoering van prenatale screening in Nederland, wordt het

Nadere informatie

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog behandeling en evaluatie (volwassenen en ouderen)

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog behandeling en evaluatie (volwassenen en ouderen) Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog behandeling en evaluatie (volwassenen en ouderen) Doelstelling De volgende twee Kerncompetenties en vaardigheden in de Regeling periodieke registratie

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

A CLIENTSYSTEEM. 1 Intake

A CLIENTSYSTEEM. 1 Intake 1 Intake A CLIENTSYSTEEM De arts oriënteert zich op (claim-aan)vragen, weet vraagstellingen te formuleren, kan adequaat verwijzen en weet op hoofdlijn consequenties te schetsen binnen verschillende verzekeringssystemen.

Nadere informatie

Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland

Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland Kwaliteitsregister, criteria 2015-2020: Voorstel tot aanpassing door Ergotherapie Nederland Ergotherapie Nederland, november 2014. Hieronder volgt het voorstel van Ergotherapie Nederland voor een aanpassing

Nadere informatie

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend. Kerncompetenties Kerncompetentie 1 Vakinhoudelijk handelen De beroepsbeoefenaar integreert alle vakinhoudelijk kennis en vaardigheden en een professionele attitude t.b.v. optimale patiëntenzorg en werkprocessen.

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 2 (PL2)

Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Standaard-actieplan stage 2 (PL2) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 2 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Onderwijsprogramma Kinderoefentherapie Studiegids 2015-2016

Onderwijsprogramma Kinderoefentherapie Studiegids 2015-2016 Onderwijsprogramma Kinderoefentherapie Studiegids 2015-2016 Centrum voor Bewegingsstudies Hogeschool Utrecht 2 1. Inhoud 1. Inleiding... 5 2. Opzet van de opleiding tot kinderoefentherapeut... 5 3. Werkwijze

Nadere informatie

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden Module 1 Inhoud programma: Nieuw beroepsprofiel Bachelor Nursing 2020. Informatie over het nieuwe beroepsprofiel t.a.v. praktijkleren, CanMEDS-rollen. Stagewerkplan/portfolio, opstellen leerdoel, begeleiden

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 1 (PL1)

Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Standaard-actieplan stage 1 (PL1) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 1 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

geleid zelfstandig sturend lastig Complex 3 4 5

geleid zelfstandig sturend lastig Complex 3 4 5 Eindevaluatie Naam student: Michelle van der Aalst Huidtherapeutische praktijk: Huidtherapie Boxtel & Best Naam praktijkbegeleider: Doortje Putmans Datum: 16-10-2017 Invulinstructie: Als de student volgens

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Kerncompetenties psychotherapeut

Kerncompetenties psychotherapeut Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober 2006 Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,

Nadere informatie

Competentieprofiel van de genetisch consulent

Competentieprofiel van de genetisch consulent Competentieprofiel van de genetisch consulent De genetisch consulent is werkzaam binnen het specialisme klinische genetica. Het specialisme klinische genetica is gericht op zorgvragen van patiënten/ adviesvragers

Nadere informatie

Werktrajectbegeleider

Werktrajectbegeleider Werktrajectbegeleider Functiebeschrijving naar aanleiding van CAO-tekst Trajectbegeleider Vastgesteld door: Directeurbestuurder Datum: December 2005 Algemene kenmerken De werktrajectbegeleider richt zich

Nadere informatie

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 HET GEHEIM VAN GOED BEGELEIDEN IS GOED LUISTEREN NAAR DE STUDENTEN JOHN HATTIE HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 Beroepsprofiel 2020-Christine Rietveld Aan de slag Wat gaan we doen?

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Praktijkorganisatie/inrichting en organisatie

Praktijkorganisatie/inrichting en organisatie Auditcriteria Oefentherapie Beheersmodel audit 2013 versie 4.2 riterium 1 Vraagstelling Praktijkorganisatie/inrichting en organisatie 1.1 Is de praktijk ingericht conform de inrichtingseisen van de VvOM?

Nadere informatie

Kerntaak 1: Implementeert de intakefase en de bewegings- en/of leefstijlinterventie voor een of meerdere cliënten.

Kerntaak 1: Implementeert de intakefase en de bewegings- en/of leefstijlinterventie voor een of meerdere cliënten. Kerntaken Sportgezondheid Kerntaak 1: Implementeert de intakefase en de bewegings- en/of leefstijlinterventie voor een of meerdere cliënten. De SG beweeg-en leefstijladviseur draagt zorg voor een kwalitatieve

Nadere informatie

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind. De opleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot kinderverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De kinderverpleegkundige verzamelt

Nadere informatie

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde 1. Inleiding Vanuit de tandheelkundige praktijk komt de vraag naar een gedifferentieerde tandarts

Nadere informatie

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur

Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur Functionele omschrijving van de beweegprofessional BeweegKuur Inleiding Bewegen is voor veel mensen niet vanzelfsprekend. Professionals zijn nodig om belemmeringen bij mensen weg te nemen, hen te adviseren,

Nadere informatie

In de praktijk wat kan, op school wat moet

In de praktijk wat kan, op school wat moet Els Grijmans Docent verpleegkunde HVA Lynette Menting, Claudia Bronner Klinisch Verpleegkundig Opleider OLVG In de praktijk wat kan, op school wat moet Nieuw HBOV duaal curriculum HVA AMC OLVG Programma

Nadere informatie

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:

Nadere informatie

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur Inleiding Dat goede voeding een bijdrage levert aan de gezondheid van mensen, is algemeen bekend. Toch eet slechts een klein percentage van

Nadere informatie

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur

Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur Functieprofiel van de fysiotherapeut met aanvullende scholing binnen de BeweegKuur NISB ontwikkelt de BeweegKuur met subsidie van het ministerie van VWS en in samenwerking met NHG, LVG, NVDA, KNGF, LHV,

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 4 (PL4)

Standaard-actieplan stage 4 (PL4) Standaard-actieplan stage 4 (PL4) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 4 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Gedragsindicatoren HBOV cohort Competentie 1 (HBOV cohort 2010-2014 leerjaar 2) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde wijze verpleegkundige zorg op

Nadere informatie

Professional of niet? Nelleke Rietveld

Professional of niet? Nelleke Rietveld Professional of niet? Nelleke Rietveld Domein? Wat is het domein van de verpleegkundige? Professionalisering wat is dat eigenlijk? Professionalisering houdt in dat je je als beroepsgroep duidelijk onderscheidt

Nadere informatie

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag

Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag Keuzedeel mbo Mensen met licht verstandelijke beperking met moeilijk verstaanbaar gedrag behorend bij één of meerdere kwalificaties mbo Op dit moment is een wijziging van de WEB in voorbereiding waarmee

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Onderwijsprogramma Kinderoefentherapie Studiegids

Onderwijsprogramma Kinderoefentherapie Studiegids Onderwijsprogramma Kinderoefentherapie Studiegids 2016-2017 Centrum voor Bewegingsstudies Hogeschool Utrecht 2 1. Inhoud 1. Inleiding... 5 2. Opzet van de opleiding tot kinderoefentherapeut... 5 3. Werkwijze

Nadere informatie

Standaard-actieplan stage 3 (PL3)

Standaard-actieplan stage 3 (PL3) Standaard-actieplan stage 3 (PL3) Voorbereidingsfase: voorafgaand aan stage 3 Actie Oriëntatie op stage-instelling / achterhalen reistijd / bereikbaarheid Regelzaken: Mantouxtest, dienstkleding, sleutels

Nadere informatie

Onderscheid door Kwaliteit

Onderscheid door Kwaliteit Onderscheid door Kwaliteit 2010 Algemeen Binnen de intensieve overeenkomst fysiotherapie 2010 verwachten wij van u 1, en de fysiotherapeuten vallend onder uw overeenkomst, een succesvol afgeronde toets

Nadere informatie

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO

Functiebeschrijving schoolcoördinator BO Functiebeschrijving schoolcoördinator BO FUNCTIE INFORMATIE Functienaam Schoolcoördinator PO (met lesgevende taken) Salarisschaal 10 Werkterrein Management -> schoolmanagement - lesgeven Activiteiten Beleids-

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan

competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO

Nadere informatie

Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten

Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten Let op! Dit formulier kunt u het beste downloaden en digitaal invullen. Daarna uitprinten, ondertekenen en retour sturen. Bijlage Beroepscompetenties Fysiotherapeuten Deze bijlage is een verplicht onderdeel

Nadere informatie

Bijlage 7 Profielen Goudvisteam

Bijlage 7 Profielen Goudvisteam Bijlage 7 Profielen Goudvisteam Profiel psycholoog/gedragswetenschapper Multidisciplinaire Carrousel Poli van de Goudvis Doelgroep: Kinderen tussen de 0 en 6 jaar waarbij er sprake is van bijzonderheden

Nadere informatie

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel Soort Werksituatie Verdieping doelgroepen Cursus Medewerkers maatschappelijke zorg zijn werkzaam in instellingen voor wonen, dagbesteding en vrije tijd

Nadere informatie

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht

Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te

Nadere informatie

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het?

Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het? Team passend onderwijs wat is het, hoe werkt het? werkgroep bundelen van expertise, 25 mei 2012 Aanleiding voor een team passend onderwijs Passend onderwijs betekent dat iedere leerling het onderwijs en

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent

Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Functieprofiel van de Verpleegkundig consulent Voorstel BVVS, juni 2018 1. Definitie... 2 2. Rollen... 2 2.1 Verantwoordelijk voor het zorgproces... 2 2.2 Communicator... 3 2.3 Samenwerker... 3 2.4 Professionele

Nadere informatie

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage. Specificaties Medewerker maatschappelijke zorg Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Coachend begeleiden en sociaal activeren Cursus Gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg,

Nadere informatie

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Toetsingskader 2019, pagina 1 Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid De Wmo-toezichthouder ziet, in opdracht van de gemeenten in Gelderland-Zuid, toe op de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Helpt het hulpmiddel?

Helpt het hulpmiddel? Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht

Nadere informatie

Zorginnovaties en technologie

Zorginnovaties en technologie Keuzedeel mbo Zorginnovaties en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0138 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport

Nadere informatie

Hogeschool van Utrecht Opleiding Huidtherapie. Competentieboekje. 31 augustus 2004

Hogeschool van Utrecht Opleiding Huidtherapie. Competentieboekje. 31 augustus 2004 Hogeschool van Utrecht 31 augustus 2004 Samenstelling: Docententeam Onderwijskundige begeleiding: bureau Onderwijs Impuls 1 Competentiegebied I: Preventie, zorg, en begeleiding: werken met en voor cliënten/

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE 1. Deskundigheidsgebied van de intensive care verpleegkundige blad 2 van 11 2. Eindtermen voor de opleiding intensive care verpleegkundige blad 6 van 11 LRVV Deel

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Beroepsprofiel Gipsverbandmeester

Beroepsprofiel Gipsverbandmeester Beroepsprofiel Gipsverbandmeester Beroepsprofiel Gipsverbandmeester 2015-2 - Voorwoord Voor u ligt het Beroepsprofiel Gipsverbandmeester 2015. Dit document is opgebouwd uit twee delen. Het eerste deel

Nadere informatie

Leraar basisonderwijs LB

Leraar basisonderwijs LB Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

Gelet op artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en zevende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Gelet op artikel 8, tweede lid, onderdeel b, en zevende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg; (Tekst geldend op: 05-03-2012) Regeling van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 18 maart 2009, MEVA/BO-2819721, houdende regels inzake de periodieke registratie op grond van de Wet op

Nadere informatie

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk

Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Zelfevaluatie Kwaliteitslabel Sociaal Werk Kerngegevens Gegevens organisatie Gegevens zelfevaluatie Naam en adres organisatie Zelfevaluatie ingevuld op [Datum] Scope [werkzaamheden, onderdelen en locaties

Nadere informatie

BELEIDSREGEL CV-5900-4.0.-11

BELEIDSREGEL CV-5900-4.0.-11 BELEIDSREGEL Prestatiebeschrijvingen voor oefentherapie Gelet op het bepaalde in artikel 59 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit de volgende beleidsregel vastgesteld.

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige

Nadere informatie

Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling

Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling Developmental Coordination Disorder Schrijven, met bestek eten, een bal vangen, een logisch verhaal vertellen of huiswerkopdrachten uitvoeren.

Nadere informatie

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)

ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3) ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed

Nadere informatie

KINDER FYSIO THERAPIE

KINDER FYSIO THERAPIE KINDER FYSIO THERAPIE SPELENDERWIJS ONTWIKKELEN KINDEREN HUN ZINTUIGEN EN MOTORIEK. MEESTAL GAAT DAT GOED, MAAR BIJ SOMMIGE KINDEREN DUURT HET LANGER OF WIJKT DE ONTWIKKELING AF VAN WAT GEBRUIKELIJK IS

Nadere informatie

» 1 Inhoud. 2 Inleiding Over KIGZ Wie is KIGZ 3.2 Voor wie is KIGZ 3.3 Wat doet KIGZ. 4 KIGZ faciliteert beroepsorganisaties...

» 1 Inhoud. 2 Inleiding Over KIGZ Wie is KIGZ 3.2 Voor wie is KIGZ 3.3 Wat doet KIGZ. 4 KIGZ faciliteert beroepsorganisaties... » 1 Inhoud 2 Inleiding... 5 3 Over KIGZ... 7 3.1 Wie is KIGZ 3.2 Voor wie is KIGZ 3.3 Wat doet KIGZ 4 KIGZ faciliteert beroepsorganisaties... 9 5 Verantwoorde zorg... 10 5.1 Benoemen van kwaliteit 6 Hoe

Nadere informatie

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE

EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE EXPLORATIESTAGE Learning outcomes met indicatoren PXL HEALTHCARE PROFESSIONELE BACHELOR IN DE VERPLEEGKUNDE 2018-2019 1 ZORGVERLENER: De student/verpleegkundige stelt op basis van klinisch redeneren de

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

Verzamelen en interpreteren van gegevens

Verzamelen en interpreteren van gegevens De opleiding tot obstetrieverpleegkundige Eindtermen van de opleiding tot obstetrieverpleegkundige 1. Vakinhoudelijk handelen Verzamelen en interpreteren van gegevens 1.1. De obstetrieverpleegkundige verzamelt

Nadere informatie

Overzicht competenties en indicatoren

Overzicht competenties en indicatoren Overzicht competenties en indicatoren Werkdocument voor de ontwikkelgroepen vierjarig curriculum versie 6 januari 2006 G:projectgroep/documenten/overzichten/ indicatoren 1 Leeswijzer: Dit document is voor

Nadere informatie

Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO)

Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO) Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO) FUNCTIE-INFORMATIE Functienaam Operationeel Manager Codering 102 Organisatie Stichting Professionele Kinderopvang Bonaire Functieschaal

Nadere informatie

Gedragsindicatoren HBOV cohort 2008-2012 en VMH 2010-2012

Gedragsindicatoren HBOV cohort 2008-2012 en VMH 2010-2012 Competentie 1 (HBOV cohort 2008-2012 leerjaar 4 (formatief leerjaar 3)& VMH 2010-2012) Om de last van ziekte, handicap of sterven te verlichten, verleent de hbo-verpleegkundige op een professioneel verantwoorde

Nadere informatie

WORKSHOP: Competentiegericht opleiden

WORKSHOP: Competentiegericht opleiden Praktijkopleidersmiddag 15 november 2012 RINO Groep WORKSHOP: Competentiegericht opleiden Prof. dr. Theo K. Bouman & Drs. Valerie A. Hoogendoorn Hoofdopleider GZ & Praktijkcoördinator Opleidingsinstituut

Nadere informatie

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen Cursus PW peuterspeelzaal, kinderdagverblijf BSO 4 t/m 8 jaar

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Overeenkomst 1 e lijns Oefentherapie Cesar/Mensendieck 2014 AWBZ-instelling

Overeenkomst 1 e lijns Oefentherapie Cesar/Mensendieck 2014 AWBZ-instelling Overeenkomst 1 e lijns Oefentherapie Cesar/Mensendieck 2014 AWBZ-instelling Partijen De zorgverzekeraar: Azivo Zorgverzekeraar N.V. En De zorgaanbieder: Instelling ( Instellings AGB ) Adres Instelling

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. Werkzaamheden

FUNCTIEBESCHRIJVING. Werkzaamheden Leraar basisonderwijs LA Functiewaardering: 33333 33333 33 33 Salarisschaal: LA Werkterrein: Onderwijsproces > Leraren Activiteiten: Beleids en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen

Nadere informatie

Protocol. Kinderoefentherapie

Protocol. Kinderoefentherapie Protocol Kinderoefentherapie Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Samenwerking 4 3 Signalering 5 4 Verwijzing 6 5 Behandeling 7 6 In schema 8 7 Ouders 9 Bijlagen 1 Formulier Aanvraag buitengewoon verlof in verband

Nadere informatie

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1

FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet

Nadere informatie

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Gezondheidszorg Instituut voor Gezondheidszorg Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam Studiejaar 1 Naam Student: Studentnummer: Praktijkbeoordelingsformulier opleiding Verpleegkunde

Nadere informatie

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014

Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Concept zorgprotocol Beweeginterventies in de chronische ketenzorg 2014 Uitgangspunten: Beweeginterventies zijn het geheel van activiteiten dat tot doel heeft een bijdrage te leveren aan het voorkomen,

Nadere informatie

CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg

CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg CanMEDS-rollen in de praktijk van de ouderenzorg PROFESSIONAL EN KWALITEITS- BEVORDERAAR COMMUNICATOR ORGANISATOR ZORG- VERLENER SAMENWERKINGS- PARTNER GEZONDHEIDS- BEVORDERAAR REFLECTIEVE PROFESSIONAL

Nadere informatie

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden

LEERCOACH IN DE NETWERKSCHOOL. Verantwoordelijkheden Leercoaches begeleiden studenten in hun leertraject, studievoortgang en ieontwikkeling binnen de Netwerkschool ROC Nijmegen. Deze notitie uit 2013 beschrijft de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kerntaken

Nadere informatie

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Gehandicaptenzorg

3. Zorgvraag/aandoening(en) waarop de kwaliteitsstandaard betrekking heeft: Gehandicaptenzorg Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier heeft Zorginstituut Nederland getoetst of de kwaliteitsstandaard voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137 Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015

Nadere informatie

Bedrijfsmaatschappelijk werker

Bedrijfsmaatschappelijk werker Bedrijfsmaatschappelijk werker Doel Verlenen van hulp aan werknemers met (dreigende) (psycho)sociale moeilijkheden, alsmede adviseren van leidinggevenden over (psycho)sociale vraagstukken, binnen het sociaal

Nadere informatie

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties?

WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties? LOGO-congres 15 juni 2012 Onderwijsvernieuwing met Ambitie en Passie WORKSHOP: Wat zijn uw eigen competenties? Theo Bouman & Valerie Hoogendoorn Opleidingsinstituut PPO Groningen 1 Doel Feeling te krijgen

Nadere informatie

Factsheet Verpleegkundig Specialisten

Factsheet Verpleegkundig Specialisten en Utrecht, maart 2012 Sinds 1 januari 2012 zijn de wettelijke regelingen rondom de verpleegkundig specialist door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport erkend. In dit document worden de belangrijkste

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie