FIETSENSTALLINGVOORZIENINGEN BIJ BOUWPLANNEN IN DE BINNENSTAD

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag Ons kenmerk DSO/ RIS FIETSENSTALLINGVOORZIENINGEN BIJ BOUWPLANNEN IN DE BINNENSTAD HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, overwegende dat: - voor een aantal in ontwikkeling zijnde bouwplannen in de binnenstad, gelegen binnen en nabij het voetgangersgebied, de toepassing van het vigerende parkeerbeleid niet uitvoerbaar en of wenselijk is; - nieuw parkeerbeleid voor het voetgangersgebied binnen de pollers nog moet worden uitgewerkt en vastgesteld als nadere uitwerking van de Nota Parkeernormen; - dat de afhandeling van beginselplanaanvragen voor de betreffende bouwplannen niet kan wachten op de vaststelling van nieuw parkeerbeleid voor het voetgangersgebied in de binnenstad, - de gemeente nog op zoek is naar oplossingen voor het stallingvraagstuk voor fietsen/tweewielers in de Grote Marktstraat. Besluit: Bij de aanvragen Omgevingsvergunning voor de bouwplannen: - hoek Spui/Kalvermarkt; - hoek Grote Marktstraat/Wagenstraat (La Cigüeña); - hoek Grote Marktstraat/Wagenstraat (Sijthoff City). I. Een ontheffing te verlenen voor de verplichting tot parkeren van auto s op eigen terrein bij bouwplannen voor winkels binnen het voetgangersgebied, e.e.a. op grond van artikel lid 4 onder b. van de bouwverordening. II. Een verplichting voor betreffende ontwikkelaars op te nemen tot het voorzien in gebouwde openbare stallingvoorzieningen voor fietsen op eigen terrein óf elders in de buurt en deze gedurende minimaal tien jaar te exploiteren. III. Bij de bepaling van de omvang van het te realiseren aantal stallingplaatsen per bouwplan uit te gaan van de stallingbehoefte voor het gehele plan en vast te stellen op: a. 3,5 fietsen/100 m2 winkeloppervlak; b. 1,7 fietsen /100 m2 kantooroppervlak; c. 5 fietsen/100 m2 horeca. Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Fax: Internetadres:

2 DSO/ IV. Indien er geen bereidheid is voor een openbare stallingvoorziening, de ontwikkelaar een verplichting op te leggen om conform het vigerend beleid een bedrag te storten in het parkeerfonds van de gemeente. V. De afspraken voor het te realiseren aantal stallingplaatsen en de exploitatieperiode en/of voor de stortingen in het parkeerfonds per plan vast te leggen in een overeenkomst die vóór verstrekking van de omgevingsvergunning door beide partijen ondertekend moet zijn. VI. De gebruiksmogelijkheden van de middelen die in het parkeerfonds van de gemeente worden gestort voor deze drie plannen te verruimen zodat ook de realisatie en exploitatie van fietsenstallingvoorzieningen hieruit kunnen worden betaald. Specifiek geldt voor de aanvraag Omgevingsvergunning voor het bouwplan hoek Spui/Kalvermarkt: VII. In afwijking van de onder besluit IV genoemde verplichting tot het storten van een bedrag in het parkeerfonds deze verplichting vast te stellen op ,00 per 10 niet-gerealiseerde parkeerplaatsen. Den Haag, 22 november 2011 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

3 DSO/ Toelichting bij b. en w.-voorstel DSO/ Fietsenstallingvoorzieningen bij bouwplannen in de binnenstad Inleiding In het stadsdeel centrum worden ontwikkelaars van grote bouwinitiatieven zoveel mogelijk gefaciliteerd als het ontwikkelingen betreft die de gemeente ondersteunt. Er zijn nu in en bij de Grote Marktstraat drie belangrijke bouwinitiatieven als beginselplan ingediend die een goede ontwikkeling voor de binnenstad zijn. De locaties aan de Grote Marktstraat zijn in het Strategisch Locatiebeleid Binnenstad benoemd als te ontwikkelen locaties. In dat kader is vanaf 2009 actief gewerkt aan het begeleiden en stimuleren van nieuwe winkelprojecten in de binnenstad en is met de initiatiefnemers intensief contact geweest in het kader van de planvorming. Bij deze bouwplannen hangt de verdere afhandeling nu vooral af van het parkeervraagstuk. Onlangs is de Nota parkeernormen vastgesteld (rv 139, van 3 november 2011) waarin aangegeven is dat er nog een nadere regeling komt voor het parkeerbeleid in het voetgangersgebied. De ontwikkelaars hebben aangegeven binnenkort de officiële omgevingsaanvragen te willen indienen omdat zij potentiële huurders hebben. Gezien de benodigde proceduretijd, sloop- en bouwperiode is de planning krap. Een extra vertraging van een half jaar is volgens de aanvragers funest. Brief aan raadscommissie Tijdens de werkbespreking van de Commissie Ruimte op 23 maart 2011 is door de wethouder Binnenstad aangegeven dat de commissie zal worden geïnformeerd over de oplossingsrichtingen voor de vraagstukken over het parkeren van auto s en het stallen van fietsen bij grootschalige bouwinitiatieven in en rond de Grote Marktstraat. Het huidige instrumentarium is niet adequaat om te voldoen aan de nu voorliggende vraagstukken over het parkeren en stallen in dit deel van de binnenstad. De initiatiefnemers dringen aan op snelle beginseluitspraken om daarmee een basis te hebben voor de indiening van de aanvragen voor een omgevingsvergunning. Beginselplannen De drie huidige bouwinitiatieven zijn: A. Hoek Spui/Kalvermarkt (in het verlengde van de Grote Marktstraat), het oprichten van een winkelcomplex met daarboven 76 woningen, ontwikkeld door Provast/ASR; B. Hoek Grote Marktstraat/Wagenstraat (La Cigüeña), het oprichten van een nieuw winkelcomplex met daarboven tien woningen ontwikkeld door het Gemeenschappelijk Bezit Wagenhoek. C. Hoek Grote Markstraat/Wagenstraat (Sijthoff), het herontwikkelen en vergroten van het kantoor/winkelcomplex ontwikkeld door Impact Vastgoedrealisme BV. De totale investering van deze drie plannen bedraagt samen minimaal 100 miljoen. Volgend op het informele overleg vanaf 2009 zijn begin 2011 drie beginselplannen ingediend. Door de regisseurs van BTD zijn de plannen opgepakt en besproken met betreffende adviseurs. In beginsel kan, mits de plannen op een aantal punten aangepast worden, grotendeels akkoord worden gegaan met de plannen. De adviezen/eisen zijn aan de ontwikkelaars meegedeeld en de verwachting is dat we hier uitkomen. Op basis van vigerend beleid t.a.v. het parkeren kan de afdeling Verkeer bij deze drie plannen wegens het ontbreken van (voldoende) parkeerplaatsen op eigen terrein, niet positief adviseren. Volgens vigerend beleid kan een ontheffing worden gegeven van de parkeereis bij een storting van ,00 per autoparkeerplaats in het parkeerfonds van de gemeente Den Haag.

4 DSO/ Bij de 3 beginselplannen zijn de tekorten aan autoparkeerplaatsen: A. 147 autoparkeerplaatsen B. 236 autoparkeerplaatsen C. 156 autoparkeerplaatsen De forse bedragen die moeten worden gestort bij het niet-realiseren van de parkeervoorzieningen kunnen voor de drie bouwinitiatieven doorslaggevend zijn voor de haalbaarheid en tot gevolg hebben dat de initiatiefnemers afhaken. De huurders, onder andere grote internationale winkelketens die zich in Nederland willen vestigen, hebben als eis gesteld dat ze binnen een bepaalde termijn kunnen beschikken over de gebouwen. Zo niet, dan kan het zijn dat ze hun werkterrein gaan verleggen naar andere grote steden. In de uitwerking van de onlangs aangenomen Nota Parkeernormen wordt nu voorgesteld om de ontwikkelaars bij bouwplannen in het centrumgebied een vrijstelling te verlenen van de parkeerplaatsverplichting: de locaties zijn gelegen in of direct tegen het voetgangersgebied in de binnenstad. De locaties zijn, door gemeentelijk beleid, niet of moeilijk bereikbaar voor auto s van bezoekers. In de omgeving bevinden zich een aantal grootschalige parkeergarages die, ook op de piekmomenten, nog enige overcapaciteit hebben. Daarnaast zijn denkbare regelingen voor bezoekers, zoals het huren van plaatsen elders, nauwelijks praktisch uitvoerbaar. De aanwezigheid van de tramtunnel maakt het ook nog eens constructief moeilijk om in de buurt hiervan parkeerkelders te realiseren. Daarnaast wordt nu gezocht naar een oplossing voor het fietsenstallingvraagstuk. Voor het stallen van fietsen van bezoekers is in de bouwverordening niets geregeld terwijl dit in de Grote Marktstraat nu al tot problemen leidt. Nota Herijking Parkeernormen Om aan de gewenste voortgang die de gemeente en initiatiefnemers voor ogen hebben tegemoet te komen kunnen de drie bouwplannen worden benaderd in de geest van de nota Herijking Parkeernormen. Deze nota geeft aan dat in het voetgangersgebied door b&w een andere parkeereis kan worden gehanteerd. De parkeerbehoefte is door het goede aanbod aan openbaar vervoer en fietsvoorzieningen lager. In de praktijk wordt vaak al afgezien van het opleggen van een parkeereis voor bezoekers. Enerzijds is het parkeren op eigen terrein in het voetgangersgebied ongewenst. Anderzijds is op het parkeren door bezoekers door een individuele winkelier of exploitant niet te sturen. Het parkeren door bezoekers wordt in de praktijk dan ook al grotendeels aan de markt overgelaten. De nu voorliggende grotere bouwplannen leiden er mogelijk toe dat op piekmomenten niet meer in de parkeerbehoefte kan worden voldaan met de nog beschikbare capaciteit in de directe omgeving van het voetgangersgebied. Voor die momenten kan vanuit het parkeerfonds een aanvullende voorziening worden gefinancierd die het gebruik van de garages op afstand kan bevorderen. De nota Herijking Parkeernormen zet in op een andere werking van het parkeerfonds om hierin vaker te kunnen voorzien. Daarnaast bevat de nota Herijking Parkeernormen het voornemen om bij bouwplannen ook de verplichting op te nemen om voorzieningen te treffen voor het stallen van fietsen van bezoekers. Voorstel In de uitwerking van deze nota Herijking Parkeernormen en vanuit de wens om deze bouwplannen daadwerkelijk op korte termijn te realiseren is het vasthouden aan de huidige parkeerregeling en wordt voorgesteld om voor de onderhavige bouwplannen eisen op te nemen voor het realiseren van gebouwde stallingsvoorzieningen voor fietsen in of in de omgeving van het bouwplan. Bij het realiseren van een gebouwde voorziening voor het stallen van fietsen kan worden afgezien van het opleggen van een parkeerplaatsverplichting.

5 DSO/ Voorgesteld wordt om hiervoor uit te gaan van een stallingsnorm van 3,5 fietsen/100m 2 bruto winkeloppervlak. Hiermee wordt uitgegaan van een hogere norm dan de landelijk gehanteerde CROW-normen. De CROW geeft als kencijfer 2,7 plaatsen/100m 2 voor een winkelcentrum in de bebouwde kom. De norm van 3,5 fiets/100 m2 zit aan de bovenkant van de waargenomen CROW-spreiding van 1,5 tot 4,0 plaatsen. Voor een kantoor wordt, conform de CROW-kencijfers, uitgegaan van 1,7 plaatsen /100 m 2 en voor horeca 5 plaatsen/100 m 2. Voor de betrokken bouwblokken wordt voor het bepalen van de benodigde stallingcapaciteit uitgegaan van de behoefte voor het gehele pand en alle daarin aanwezige functies. Gebruikelijk is om bij een verbouwplan voor het bepalen van de parkeerplaatsverplichting slechts uit te gaan van het saldo aan extra benodigde parkeerplaatsen door de uitbreiding en/of omzetting van functies in een gebouw (ervan uitgaande dat in de bestaande parkeerbehoefte al wordt voorzien). Door voor de betrokken bouwblokken uit te gaan van het voorzien in de gehele stallingbehoefte van dat blok, wordt het stallen door de bezoekers in de omgeving van dat bouwblok beperkt. Voor de betrokken bouwplannen gaat het om de volgende aantallen: A. Hoek Spui/Kalvermarkt: Nieuw: ca m 2 winkel; stallingbehoefte: ca. 300 plaatsen Huidig: ca m 2 winkel; stallingbehoefte: ca. 75 plaatsen. B. Hoek Grote Marktstraat/Wagenstraat (La Cigüeña), Nieuw: ca m 2 winkels, ca m 2 kantoor; stallingbehoefte ca. 450 plaatsen Huidig: ca m 2 winkels, ca m 2 kantoor; stallingbehoefte: ca. 125 plaatsen. C. Hoek Grote Markstraat/Wagenstraat (Sijthoff City), Nieuw: ca m 2 winkels, ca m 2 kantoor, ca m 2 horeca; stallingbehoefte ca. 400 plaatsen). Huidig: ca m 2 winkels, ca m 2 kantoor; stallingbehoefte: ca. 225 plaatsen. Samengevat leidt het voorstel tot de volgende verplichtingen voor het te realiseren aantal stallingplaatsen voor fietsen/tweewielers: Te realiseren fietsenstallingplaatsen A. Spui/Kalvermarkt 300 B La Cigüeña 450 C. Sijthoff 400 Indien er geen bereidheid is voor de realisatie van een gebouwde fietsenstalling in het plan of in de directe omgeving van het plan dient - conform vigerend beleid - een storting plaats te vinden in het parkeerfonds van de gemeente. Voor het bouwplan Spui-Kalvermarkt geldt een gereduceerd tarief van ,00 per tien niet-gerealiseerde parkeerplaatsen. Redenen voor het aangepaste tarief voor het bouwplan Spui-Kalvermarkt zijn: het onderhavige plan is niet gelegen in de Grote Marktstraat waar de urgentie voor een oplossing voor het stallingvraagstuk voor fietsen/tweewielers het grootst is; gezien de fase waarin de ontwikkeling van dit project zich bevindt en gezien de maximale benutting van de kelder voor de inpandige (bewoners-)autoparkeervoorziening, is het zonder een onevenredige belasting van het planresultaat niet mogelijk een gebouwde inpandige fietsenstalling te realiseren. Als vertrouwelijke bijlage is bijgevoegd de conceptovereenkomst tussen de gemeente en Movement Real Estate voor het plan La Cigüeña.