Bouw- en sloopafval in 2015; Trendbreuk inj^uèvan BSA? i~

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bouw- en sloopafval in 2015; Trendbreuk inj^uèvan BSA? i~"

Transcriptie

1 icatiereeks Grondstoffen V^3$3fi^ Nr1999/03 Bouw- en sloopafval in 2015; Trendbreuk inj^uèvan BSA? i~ / f " ' c B I D O C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus 5044, 2600 GA DELFT Tel / e Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde

2 1. Rapport nr. W-DWW Serie nr. Publicatiereeks grondstoffen 1999/03 3. Ontvanger catalogus nummer 4. Titel Bouw- en sloopafval in 2015: Trendbreuk in afzet van BSA? 7. Schrijvers R. van Selst en L.H.A.M. van Ruiten 5. Datum rapport november Code uitvoerende organisatie Intron / Van Ruiten 8. Nr. rapport uitvoerende organisatie 9. Naam en adres opdrachtnemer Intron Postbus PDSittard Van Ruiten Adviesbureau Parklaan GN Bussum 10. Projectnaam DROP/VERK/BSA 11. Contractnummer 12. Naam en adres opdrachtgever Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus GA Delft 13. Type rapport beleidsvoorbereidend onderzoek 14. Code andere opdrachtgever 15. Opmerkingen contactpersoon: J.W. Broers, tel. (015) Referaat In het kader van de Verkenningen secundaire grondstoffen voor het tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen is een studie uitgevoerd naar aanbod en afzet van bouw- en sloopafval in de periode tot Dit rapport bevat een kwalitatieve beschrijving van de ontwikkelingen op het gebied van bouw- en sloopafval. Deze is mede gebaseerd op de uitkomsten van een workshop met vertegenwoordigers uit de branche. 17. Trefwoorden secundaire grondstoffen, structuurschema oppervlaktedelfstoffen, scenario's, bouwen sloopafval, puingranulaat Op basis van deze informatie zijn enkele kwantitatieve scenario's geschetst voor het toekomstige aanbod van bouwen sloopafval. Als gevolg van een mogelijk sterke stijging van de sloopproductie zou het aanbod aan sloopafval enorm kunnen toenemen. Aangezien de huidige afzetmarkt, met name wegfunderingsmateriaal, dit vermoedelijk niet kan opnemen, kan een trendbreuk optreden waarbij bewerkt bouw- en sloopafval afgezet gaat worden op nieuwe markten: als ophoogmateriaal of als toeslagmateriaal in beton. 19. Classificatie 20. Classificatie deze pagina 21. Aant. Blz Distributiesysteem Verkrijgbaar bij DWW ((015) ) onder vermelding titel en nummer 22. Prijs f 10,= 23. Akkoord projectleider J.W. Broers % 24. Akkoord productgroepleider' J.R.K.Smit,23/ 25. Akkoord Afdelingshoofd P.M.C.B.M. Cools B I D O C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus ÖG0 GA DELFT, Tel /364 '' 23AU61999

3 Bouw- en sloopafval in 2015: Trendbreuk in afzet van BSA? R. van Selst (Intron) L.H.A.M. van Ruiten (Van Ruiten Adviesbureau) November 1998 W-DWW Dit rapport is opgesteld in het kader van het project 'Evaluatie en verkenningen kwantitatief gebruik secundaire grondstoffen voor SOD II' (EVAL/VERK/SG). Dit werkdocument wordt uitgegeven om geïnteresseerden de gelegenheid te bieden om van de voortgang van het desbetreffende onderzoek, e.d. kennis te nemen. Benadrukt wordt dat de gezichtspunten in dit werkdocument niet noodzakelijk overeen behoeven te komen met de officiële gezichtspunten of het beleid van de directeur-generaal van de Rijkswaterstaat. Met de in dit werkdocument gegeven informatie dient derhalve met de nodige voorzichtigheid te worden omgegaan, aangezien de hierin vermelde conclusies in de loop van het verder onderzoek of anderszins mogelijk herzien dienen te worden. Het Rijk sluit iedere aansprakelijkheid uit voor schade die uit het gebruik van de in dit werkdocument opgenomen gegevens mocht voortvloeien.

4 Voorwoord Voor u ligt het rapport 'Bouw- en sloopafval in 2015: Trendbreuk in de afzet van BSA?'. Dit rapport maakt deel uit van de serie van zes rapporten die zijn opgesteld in het kader van de verkenningen voor secundaire grondstoffen voor het tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen. Bouw- en sloopafval (BSA) is de grootste stroom secundaire grondstof en is heeft daarom bijzondere aandacht gekregen in een apart rapport en een aparte workshop over BSA. Net als de andere rapporten van de verkenningen wordt gewerkt met drie scenario's: een ongunstig scenario (wat vaak neerkomt op business as usual), een neutraal scenario (lichte stijging van de hoeveelheden en verbeteringen in de afzet) en een gunstig scenario (sterke stijging van de hoeveelheden/veel hoogwaardige afzet). Het centrale thema in voorliggend rapport is de verdeling van bouw- en sloopafval over de diverse toepassingen. Dit is, samen met de totale omvang van de stroom bouw- en sloopafval, besproken in een workshop met deskundigen. Als de omvang van de stroom BSA wordt vergeleken met de ramingen door het RIVM, die op basis van economische groeivoeten van het CPB zijn opgesteld, valt op dat het onderhavige rapport uitgaat van een sterkere groei. In onderstaande tabel worden de gegevens uit dit rapport vergeleken met die van het RIVM. Totaal aanbod aan BSA volgens twee bronnen in drie scenario's; hoeveelheden in min ton (C=gunstig, N=neutraal, O=ongunstig) Jaar dit rapport RIVM G N O G N _groei/jaar 2015 groei/jaar 25 (7%) 30 (2%) (4%) 25 (2%) 15 (1%) 18 (2%.) 16 (1,5%) 18 (1.1%) (1,5%) 18 (1,1%) O (0,7%) In de workshop is uitgegaan van het gegeven dat alle bouwwerken ooit in de sloopfase belanden. Vastgesteld is dat in het verleden de hoeveelheid gebruikte bouwmaterialen sterk is gestegen, vooral in de periode tot Als de levensduur van bouwwerken - enkele decennia - gelijk blijft (of daalt), moet op niet al te lange termijn eveneens een toename in de BSA-productie ontstaan. Dit beeld wordt versterkt door CPB-cijfers voor de hoeveelheid te slopen woningen: volgens langtermijnscenario's zal het aantal te slopen woningen stijgen van in 1995 tot in De ramingen van het RIVM gaan uit van de economische groeivoeten van het CPB, i.c. de Lange Termijn verkenningen uit Meer specifiek betreft het de fysieke ontwikkelingsreeksen daarin, die door het CPB zijn afgeleid uit de economische reeksen. Per saldo wordt daaruit een veel geleidelijker stijging van de totale BSAproductie geschetst. De stijging van de sloop van woningen speelt daarbinnen een beperkte rol. Immers, het sloopafval uit woningen bedraagt volgens RIVM-cijfers slechts ca. 5% van de totale hoeveelheid BSA en een verdrievoudiging ervan leidt tot

5 een beperkte stijging van het totaal. De grootste bronnen van BSA zijn sloop in de utiliteitsbouw en renovatie/groot onderhoud in de GWW-sector; beide markten zijn al lang volwassen en vertonen geen fysieke groei van 4-7% per jaar. Het onderhavige rapport plaatst daartegenover een ander beeld, ingegeven vanuit een meer kwalitatieve redenatie van experts. Op basis van deze ramingen, meer specifiek die voor de toepassingen van BSA onder het neutrale scenario, heeft de BRBS inmiddels een verdere marktverkenning uitgevoerd (Hoeveelheden en bewerkingskosten BSA-producten in 1996, 2000, 2005 en 2015: model ter berekening hoeveelheden in de verschillende afzetstromen en kosten slibverwerking, Intron rapport nr. G716080/R980540, december 1998). Gegeven het verschil tussen de ramingen van het RIVM enerzijds en die in het onderhavige rapport anderzijds wordt, evenals dit in het hoofdrapport 'Verkenningen secundaire grondstoffen ' is gedaan, aanbevolen nader onderzoek te verrichten naarde productie van BSA, waarin de levensduurbenadering en de economische benadering bij elkaar worden gebracht. De legitimatie voor een dergelijk onderzoek ligt in het belang van BSA als afvalstof en als secundaire grondstof voor diverse toepassingen. Rijswijk, 20 april 1999, Joris Broers, projectleider

6 Samenvatting Volgens de Ontgrondingenwet is het rijk verplicht elke 5 jaar een Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (SOD) op te stellen. Vanaf 1998 wordt gewerkt aan het SOD II. Ten behoeve van dit SOD zijn kwantitatieve gegevens nodig over het gebruik van secundaire grondstoffen. De Dienst Weg- en Waterbouwkunde heeft een project opgestart bestaande uit zes deelprojecten met allen als doel om kwantitatieve informatie te leveren met betrekking tot aanbod en afzet van secundaire grondstoffen die nodig is voor. het SOD II. INTRON en Van Ruiten Adviesbureau zijn gevraagd om een verkenning van het toekomstige aanbod aan bouw- en sloopafval (excl. asfalt) en de afzet van producten daaruit uit te werken. Gezien de beschikbare tijd en middelen is een grondige studie naar de afzetmogelijkheden, beleidsinstrumenten, (economische) factoren die de afzet beïnvloeden, etc. niet mogelijk gebleken. De studie is daarom beperkt tot een beschrijving van de mogelijke ontwikkelingen. Op basis van beschikbare literatuur en schattingen van deskundigen diende direct naar getallen toegewerkt te worden. Daardoor is een range ontstaan waarbinnen de afzet van producten uit BSA zich kan gaan begeven. In de periode verdubbelde het aanbod bouw- en sloopafval van ca. 6 naar 12 miljoen ton per jaar. Opwerking en hergebruik verviervoudigde van 2,3 naar ca. 10 miljoen ton per jaar, waarbij meer dan 80% toepassing vond in de wegenbouw als funderingsmateriaal. Hierbij werd ophoogmateriaal uitgespaard en kon op de benodigde asfaltdikte bespaard worden. Voor de komende 15 jaar wordt maximaal een verdubbeling van het aanbod aan te verwerken bouw- en sloopafval verwacht (ca. 25 miljoen ton). Afzet van deze toekomstige stroom louter in de funderingsmarkt is dan niet waarschijnlijk. De navolgende trendbreukscenario's zijn mogelijk: Een pragmatisch stortbeleid hetgeen tot gevolg heeft dat een deel gestort mag worden of geëxporteerd moet worden; Een afzet in de ophoogmarkt van afval dat na minimale bewerking voldoet aan de gestelde (minimale) criteria (soms zelfs onbewerkt); Een portfolio afzet waarbij hoogwaardige afzet in diverse deelmarkten van opgewerkt bouw- en sloopafval gerealiseerd wordt. Op 13 mei 1998 heeft een workshop plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de diverse geledingen van de bouwnijverheid (toeleveranciers, slopers, verwerkers, onderzoeksinstellingen) en vertegenwoordigers van de overheid. Tijdens de workshop is o.a. gepraat over het verwachte aanbod. Overeenstemming was er dat het aanbod naar verwachting zal stijgen en wel tot zo'n 20 miljoen ton in 2005 en vervolgens oplopend naar 25 miljoen ton in De vertegenwoordigers van diverse achterbannen hebben voorts geconstateerd dat er inderdaad een trendbreuk zal komen. Er was echter geen

7 eensgezindheid over het toekomstbeeld waar het gaat om deze afzet. Over de grote potentiële besparing van primaire grondstoffen was men het wel eens maar of de afzet in bijvoorbeeld de betonsector en/of de ophoogsector plaats zou gaan vinden bestond verschillend inzicht. Wel was het mogelijk om op basis van de workshop aangevuld met informatie verkregen van andere deskundigen een ongunstig, neutraal en een gunstig scenario voor aanbod en afzet van BSA te ontwikkelen. In het ongunstige scenario zal het aanbod in tot 18 miljoen ton bedragen. Ca. 40% van het aanbod zal binnen 6 jaar worden afgezet in de ophogingen. Dit zal vervolgens nog toenemen tot meer dan 50% in Een andere belangrijke afzet blijft de funderingenmarkt (20% van het aanbod in 2015). Het neutrale scenario gaat uit van een aanbod van 20 miljoen ton in 2005 en 25 miljoen ton in Ca 80% van dit productieaanbod zal naar verwachting worden afgezet in de wegenbouw in ophogingen en in funderingen. Hiermee kan dan zo'n 14 tot 17 miljoen ton primair ophoogzand worden uitgespaard. Het gunstige scenario levert het volgende beeld op: op de middellange termijn (2005) wordt verwacht dat 20% van het aanbod afgezet gaat worden in de betonmarkt als vervanger van zand en grind. Verdere stijging tot 33% afzet in de betonsector in 2015 is onder voorwaarden mogelijk. Selectieve sloop, hoogwaardige opwerking en afzet zullen de komende 15 jaar de besparing op de hoeveelheid primaire grondstoffen voor de bouw kunnen verhogen van ca. 8 naar ca. 25 miljoen ton per jaar.

8 1. Inleiding Volgens de Ontgrondingenwet is het rijk verplicht elke 5 jaar een Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (SOD) op te stellen. Vanaf 1998 wordt gewerkt aan het SOD II. Ten behoeve van dit SOD zijn kwantitatieve gegevens nodig over het gebruik van secundaire grondstoffen. De Dienst Weg- en Waterbouwkunde heeft een project opgestart met als doel om de kwantitatieve informatie te leveren met betrekking tot secundaire grondstoffen die nodig is voor SOD II. Het is de derde keer dat een dergelijke project wordt uitgevoerd. Voorafgaand aan het eerste Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen is de 'Evaluatie en actualisatie kwantitatieve inventarisatie gebruik van secundaire grondstoffen' uitgevoerd (Van Ruiten en DHV, 1990). Voorafgaand aan de voorloper van het structuurschema - de Nota 'Gegrond ontgronden' - is de studie 'Kwantitatieve inventarisatie gebruik van secundaire grondstoffen' uitgevoerd (Broers & Partners en DHV, 1984). Deze nieuwe studie komt echter in een andere omgeving terecht dan de vorige studies. Hergebruik is fors toegenomen, er is een forse uitbreiding van onderzoeksinzet en beleidsmatige inzet, en er is een forse uitbreiding van kennis, modellen en gegevens etc. Het project is gesplitst in zes kleinere studies (projectonderdelen): 1. een evaluatie van de eerdere verkenningen; 2. een studie naar de actuele situatie in het buitenland; 3. een verkenning van de toepassingsmogelijkheden van kleinere, onbekendere secundaire grondstoffen (in het algemeen de stromen van minder dan ton/jaar); 4. een verkenning van het toekomstige aanbod aan bouw- en sloopafval (excl. asfalt) en de afzet van producten daaruit; 5. een studie naar de huidige omzet van licht verontreinigde grond; 6. een verkenning naar toekomstig aanbod en afzet van de grotere, bekendere secundaire grondstoffen. INTRON en van Ruiten Adviesbureau zijn gevraagd om onderdeel PO4 uit te werken. Deze studie is nadrukkelijk bedoeld als voorbereiding op SOD II, waarin het gaat om een hoeveelheid grondstoffen van >100 miljoen ton. De bijdrage van veel secundaire grondstoffen aan de bouwgrondstoffenvoorziening is marginaal. Dit geldt echter niet voor het onderwerp van PO4, het bouw- en sloopafval. Daarom krijgt dit aparte aandacht in dit aparte deelproject. Gezien de beschikbare tijd en middelen is een grondige studie naar de afzetmogelijkheden, beleidsinstrumenten, (economische) factoren die de afzet beïnvloeden, etc. niet mogelijk gebleken. De studie is daarom beperkt tot een beschrijving van de mogelijke ontwikkelingen. Op basis van beschikbare literatuur en schattingen van deskundigen diende direct naar getallen

9 toegewerkt te worden. Daardoor dient een range te ontstaan waarbinnen de afzet van producten uit BSA zich kan gaan begeven. Deze scenario's en ramingen zijn voorgelegd aan vertegenwoordigers van betrokken partijen die, tijdens een workshop, hun kennis en inzichten hebben geventileerd. Doel van het deelproject is om een korte doorlooptijd (ca. 2 maanden) het aanbod en de afzet van bouw- en sloopafval voor de komende 15 jaar te prognosticeren. Als resultaat van de studie is dan ook aan het onderzoek meegegeven 'Een beknopt rapport waarin drie scenario's worden weergegeven voor de afzet van producten uit bouw- en sloopafval in de periode '.

10 2. Situatie 1982 (15 jaar geleden) In 1982 is in opdracht van de BRBS en het ministerie VROM de studie "De markt en marketing mogelijkheden van de producten van brekerijen voor bouw- en sloopafval" [12] uitgevoerd. De BRBS telde toen 23 leden die gezamenlijk, een totale afzet van circa 1,6 miljoen ton realiseerden en een capaciteit van 4 a 5 miljoen ton hadden. De prognose uit 1982 van het Economisch Instituut voor de Bouw (E.I.B.) voor het aanbod aan metselwerkpuin was circa 2,5 miljoen ton in 1985 oplopend tot 3,5 miljoen ton in Het aanbod betonpuin was geprognosticeerd op minder dan 2 miljoen ton oplopend tot ruim 3 miljoen ton in Nu blijkt dat de ramingen van de hoeveelheden bouw- en sloopafval laag waren. In die tijd werd echter veel puin ongebroken rechtstreeks toegepast als erfverharding en ophogingen en was storten goedkoop en makkelijk. Voorspeld werd dat de omzet sterk kon toenemen met name in de wegenbouw. Het technisch afzetpotentieel werd geschat op 6 miljoen in de wegenbouw, 2 miljoen betonwaren, 4 miljoen betonmortel en 0,5 miljoen ton waterbouw. Met een actieve marketing (kwaliteitsverbetering, assortimentsopbouw, actieve verkoop) werd met name een sterke groei voorspeld in de funderingsmarkt. De opbrengstprijzen zouden onder druk komen te staan. De belangrijkste kerncijfers uit 1982: Aanbod bouw- en sloopafval tussen de 5 en 7 miljoen ton waarvan: ca. 2,5 miljoen metselpuin en ca. 2 miljoen betonpuin Aangeboden aan brekers circa 2 miljoen ton sloopafval circa 0,3 miljoen ton bouwpuin Bewerkingscapaciteit 4 a 5 miljoen ton (30 a 40 bedrijven) Afzet 1,5 a 2 miljoen ton (met name wegfunderingen en ton in beton) Prijsniveau wegenbouw ƒ 20 a ƒ 25 per ton. (soms werd geld gekregen voor acceptatie, dikwijls moest men puin kopen) Gebruik van materialen/producten 1980/82 (tussen haakjes historisch verloop) - klei voor baksteenindustrie 5 a 6 miljoen ton (dalend) - kalkzandsteen 3,6 miljoen ton (stijgend) - asfalt 7,7 miljoen ton (sterk gedaald, maar in 1996 weer op niveau) - beton 40 miljoen ton (constant) - cement 5 a 6 miljoen ton (constant) - funderingen 4 a 6 miljoen ton (zeer sterk stijgend) - gips 0,5-0,75 (sterk stijgend)

11 3. Situatie Algemeen Sinds 1980 is de verwerking van bouw- en'sloopafval enorm gestegen. Een sterke brancheorganisatie (de belangenvereniging voor recycling van bouw- en sloopafval BRBS) heeft zich ingezet voor kwaliteitsverbeteringen. Samen met de overheid is middels een professionele aanpak de markt van wegfunderingen ontwikkeld. De aanvankelijke weerstand tegen wegfunderingen van BSA granulaten is omgezet in een positieve houding, met name toen aangetoond was dat met een goede steenfundering de asfaltconstructie veel dunner kon. In het volgende figuur is in een stroomschema in hoofdlijnen weergegeven hoe de kringloop voor bouw- en sloopafval qua aanbod en afzet er in 1996 uitzag. Het betreft de kringloop exclusief aanbod en verwerking van oud asfalt. Dit schema is tot stand gekomen door de gegevens uit de geraadpleegde literatuurbronnen [1, 3, 4, 11, 13] te bundelen en te interpreteren. In de volgende twee paragrafen wordt ingegaan op de huidige situatie van de granulaten en respectievelijk de zeefzanden Granulaten Het uit Bouw- en Sloopafval opgewerkte granulaat wordt voor het overgrote deel afgezet (ca. 90%) in de wegenbouwsector in de fractie 0/40 als funderings-materiaal. Een steenfundering moet het draagvermogen van de weg verbeteren, goed verdichtbaar zijn en bestand zijn tegen inwerking van vocht en vorst. BSA-granulaten zijn volledig geaccepteerd als kwalitatief hoogwaardig ongebonden (en lichtgebonden) steenfunderingsmateriaal. De fractie 0/4 mm maakt voor 30-60% uit van deze fractie van 0/40 mm en wordt hier integraal ingezet [8]. Te verwachten is dat deze afzet in de GWW-funderingenmarkt zal afnemen, omdat steeds vaker granulaten al zijn toegepast. Bij renovatie komt men deze dan tegen, waarna ze opnieuw worden gebruikt. Ook is in deze afzetmarkt (GWW-sector) een toenemende concurrentie van andere materialen te zien - o.a. wegfunderingen met gebonden teerhoudend asfalt en slakken. Om de afzet in kwantitatieve zin zeker te stellen, is het van belang te bezien op welke wijze andere afzetmarkten aangeboord kunnen worden. Op regelgevingsgebied is veel in ontwikkeling. Zowel aan technische als milieuhygiënische regelgeving wordt hard gewerkt. Op technisch gebied is regelgeving ontwikkeld in de vorm van een CURaanbeveling met eisen voor de toepassing van BSA-granulaat in beton. Deze aanbeveling gaat verder dan de bestaande 20% maximale vervanging van het grof toeslagmateriaal maar laat zelfs 100% vervanging van het grof toeslagmateriaal van beton voor bepaalde toepassingen toe. Eerste proefprojecten (Delft) bestaande uit woonhuizen met dit granulaatbeton zijn succesvol gerealiseerd.

12 - fundering 8,3 min ton beton 0,2 min ton - werk met werk? - zand 0,3 - overige 0,4 ** \ Gebruik materialen 130 Mton materialen 110 Mton primaire mat. ca. 20 Mton secundaire mat. toepassingen ophoging dijken oevers funderingen asfalt beton baksteen kalkzandsteen cement gips overige werk met werk? - verdwijnt - geen zicht op Opdrachtgever Aanbod B en S ca. 10 Mton wensen voorschriften herkomst 1996 samenstelling* 1995 > werk met werk > kosten laag > sluiten kringloop > convenant % oud asfalt % betongranulaat bouw besluit productvoorschriften logboek sloopbestek productie afval? bouwafval 1,9 renovatie 2,4* stoop'6.1 woningbouw 3,2 beton 5,3 metsel 3.7 dlv hout 0,2 >dubo utiliteitsbouw 5,4 overige 0,4 GWW*1,8 exclusief >Z5 Mton osïalt Bewerken 1996 productie ca. 10 Mton vast 9 mobiel 1 afzet: funderingen 8,6 capaciteit 16.3Mton"* 12.9BRBS 3,4 niet leden 67 leden BRBS > 52 niet leden A - storten (slib) - reststromen beton 0,2 - zand 0,3 diversen 0,4**.13,9 vast»2,4 mobiel ** exclusief 0,9 Mton asfalt, namelijk 0,2 Mton asfalt voor warme recycling en 0,7 Mton Agrac (asfalt granulaat cement) G8006 *** capaciteit ook geschikt voor breken asfaltschollen en grote brokken freesasfalt - storten 0,6 Mton? -divers Figuur 1. Kringloop bouw- en sloopafval 1996 in miljoen ton (excl. asfalt).

13 Op 1 januari 1999 treedt het Bouwstoffenbesluit Bodem- en Oppervlaktewaterenbescherming (BSB) in werking. Per 1 juli 1999 wordt dit besluit effectief. Als funderingsmateriaal voldoen betongranulaat en menggranulaat in het algemeen aan de kwaliteitseisen van het BSB voor categorie 1 bouwstoffen. Metselwerkgranulaat voldoet in het algemeen niet aan de eisen voor categorie 1 bouwstoffen en zou alleen geïsoleerd toegepast mogen worden. De BRBS ontwikkelt een certificeringschema voor de kwaliteitsborging van granulaat, zowel voor toepassing als funderingsmateriaal als voor toepassing in beton. De betreffende BRL (2506) stelt zowel civieltechnische eisen als milieuhygiënische eisen. Hierbij wordt een relatie verondersteld met de eisen uit het Bouwstoffenbesluit. Omdat de milieuhygiënische eisen worden afgemeten aan met name de fijne fractie van het granulaat, worden de gevolgen van opmengen met bijvoorbeeld zeefzand specifiek op milieuhygiënische gevolgen gescreend. De in ontwikkeling zijnde asbestzorgvuldigheidsmodule voor brekers wordt onderdeel van deze BRL. Een markt waar tot nu toe (nagenoeg) geen granulaten worden toegepast is de ophogingenmarkt. Toepassing van granulaten bij ophogingen is echter een laagwaardige toepassing en is om die reden in het (Herzien) Implementatieplan buiten beschouwing gebleven [5,9]. Toepassing van granulaten in de betonmarkt blijkt heel moeilijk (in 1996 ca. 2% van het aanbod). Factoren die daarbij een rol spelenzijn uiteenlopend: de kosten van granulaat zijn hoger dan van primaire grondstoffen, de toepassing vereist goede afspraken binnen de keten van producenten tot aannemers en er is - tenslotte - een mentaliteitsverandering nodig. 3.3 Zeefzand Na de verschillende bewerkingen van het Bouw- en Sloopafval ontstaan naast de granulaten (0/40 mm) het brekerzeefzand (0/8 mm) en het recyclingbrekerzand (0/6 of in 0/40 mm). Het sorteerzeefzand ontstaat bij een sorteerinrichting als het aldaar aangeboden (gemengde) Bouw- en Sloopafval wordt gescheiden en gezeefd. De huidige kwaliteit van sorteerzeefzand is zodanig, dat circa 90% gewassen/ gereinigd moet worden om toepassing van het materiaal (als BSB-categorie 2 vanwege het resterende sulfaatgehalte) in ongebonden vorm mogelijk te maken [9]. Deze kwaliteitsverbetering wordt nog steeds sterk belemmerd door de hoge storttarieven voor de afzet van de vrijkomende residuen. Was- en reinigingstechnieken voor het verbeteren van de kwaliteit van sorteerzeefzand zijn momenteel overigens wel beschikbaar. Brekerzeefzand en recyclingbrekerzand is in het algemeen relatief gemakkelijk op het kwaliteitsniveau van categorie 1 (BSB) te brengen. Toepassing van deze fracties vindt plaats als funderingszand, zand voor ophogingen en afdekkingen van stortplaatsen. Er is bij sommige provincies een voorkeur om het zeefzand zo hoogwaardig mogelijk toe te passen, maar een landelijk eenduidig beleid op provinciaal niveau (bijv. op basis van het BSB) ontbreekt vooralsnog. De totale hoeveelheid zeefzand is de laatste jaren verminderd, enerzijds door een

14 selectieve sloop en verwijdering anderzijds door een selectief acceptatiebeleid bij de brekerijen. De hoeveelheid zeefzand die bij brekers ontstaat is dan ook relatief gering. Zo ontstaat er ca. 0,5 Mton aan brekerzeefzand. Het recyclingbrekerzand zo'n 3 Mton wordt integraal afgezet in de wegfundering als onderdeel van de 0-40 mm fractie. Bij sorteerders is ca. 15% van het inkomende materiaal fijn waardoor de totale hoeveelheid sorteerzeefzand ingeschat wordt op zo'n 0,2 Mton in Nederland [1, 15]. Dit wordt vooral op stortplaatsen gebruikt. Toch vind er momenteel nog veel onderzoek plaats naar de geschiktheid van zeefzand voor bijvoorbeeld beton. Probleem is dat de betonmortel- en betonproductenbedrijven in het algemeen de fractie van 0 tot 4 mm toepassen als zandfractie, waarentegen dit zeefzand veel fijner is (een hoog percentage tussen 0 en 2 mm). Dit betekent dat technisch onderzoek naar de consequenties moet worden uitgevoerd. Zo heeft CUR-commissie B69 "Breker- en zeefzand" tot taak om door middel van karakteriserings- en betontechnologisch onderzoek meer inzicht te krijgen in de geschiktheid van dit zand als fijn toeslagmateriaal voor beton als basis voor later op te stellen voorschriften. Enerzijds resulteren onderzoeken aan deze zandfracties in een groot aantal technische en milieuhygiënische knelpunten anderzijds hebben diverse puinbrekers al succesvolle ervaringen opgedaan met het toepassen van bijvoorbeeld recyclingbrekerzand in betonmortel [15]. De provincie Zuid-Holland heeft grondig de mogelijkheden bekeken om deze zandfracties uit BSA in beton toe te passen. In de MER fase 1 schrijft Zuid- Holland dat in het voorkeursscenario circa 7,5% van het beton en metselzand behoefte door zand uit Bouw- en Sloopafval ingevuld kan worden [15]. De redenen voor dit lage percentage zijn gelegen in de hoge prijs, slechte acceptatie en technische beperkingen. B I D O C (bibliotheek en documentatie) Dienst Weg- en Waterbouwkunde Postbus GA DELFT Tel /364 10

15 4. Situatie 2015 (over 15 jaar) Het succes van bouw- en sloopafval in de periode is niet zonder meer te extrapoleren. In de verschillende schakels van de kringloop doen zich namelijk veranderingen voor. Sommige veranderingen vormen bedreigingen en andere vormen juist weer kansen. In deze paragraaf worden de kansen en bedreigingen kort weergegeven. In dit rapport wordt een bandbreedte gegeven ten aanzien van de mogelijke gevolgen van de gesignaleerde ontwikkelingen. Het beleid van overheid en de diverse marktpartijen zal bepalend zijn of er sprake is van een gunstige, neutrale of ongunstige ontwikkeling. In de workshop op 13 mei heeft aan de hand van een discussienota en de daarin verwoorde discussiepunten nadere afstemming plaatsgevonden over de te verwachte situatie 2005 en In de bijlage is een totaalbeeld geschetst hoe op de stellingen is gereageerd. (Hier zijn ook de resultaten opgenomen van schriftelijke reacties op de stellingen na 13 mei). Mede op basis van de workshop is een toekomstvisie verwoord. In hoofdstuk 4 en 5 wordt naast de drie scenario's een visie op de toekomst door Intron/Van Ruiten Adviesbureau uitgesproken. In het voorliggende hoofdstuk wordt achtereenvolgens aandacht gegeven aan veranderingen in het aanbod en bewerking en vervolgens de wensen/voorschriften met betrekking tot gebruik van BSA. Per onderdeel is in het kort ingegaan op de randvoorwaarden die de overheid zal (moeten) stellen. 4.1 Aanbod BSA Jaarlijks worden tussen 120 a 140 miljoen ton zand/steenachtige materialen gebruikt in de bouwnijverheid. Een groot deel wordt toegevoegd aan de uitbreiding van het gebouwen- en wegenbestand en de infrastructuur in waterwerken. Een deel van de materialen wordt bij reconstructie direct weer toegepast. Met name bij ophogingen, dijkenbouw en wegfundering is er dikwijls sprake van "werk met werk". Er is weinig zicht op deze stromen c.q. kwantitatieve gegevens ontbreken. Naast werk met werk komen er materialen vrij bij renovatie, reconstructie en veranderen van bestemming van gebouwen en (water) wegen. Mede door het Bouwstoffenbesluit is het waarschijnlijk dat meer materialen zullen worden aangeboden voor hergebruik/ verwerking. Bodemvreemde materialen mogen namelijk niet achter blijven bij verandering van bestemming en herbruikbare grondstoffen mogen niet meer worden gestort. Rekening houdend met het feitelijk materiaalgebruik in 1982 en de veranderingen in materiaalgebruik in de tijd (minder baksteen, iets meer beton, meer kalkzandsteen en een verdubbeling van de funderingenmarkt) kan verwacht worden dat het aanbod sterk kan toenemen. Ons inziens zijn de volgende veranderingentot 2005 en 2Q$5 i i.e verwachten:..., '** 11

16 Tabel 1: Raming toekomst hoeveelheden B en S afval ten opzichte van 1996 Vrijkomende afvalstromen Verwachte veranderingen* Metselwerkpuin Dakgrind Oud asfalt Betonpuin Gips Kalkzandsteenpuin Productieafval Funderingsmaterialen Overige separaat Overige niet separaat a4 0,2 a 0,3 3a4 8a12 0,2 a 0,5 1 a3 <0,1 2a3 0,5 a1 <0,5 2a3 0,1 a0,2 4a5 10a14 0,5 a 0,7 2a3 <0,1 3a5 1 è 1,5 <0,5 Totaal: 20 a 28 min ton 25 a 35 min ton * aantal + of -geeft indicatie van de toe- en afname in de komende jaren. De verwachting is dat op lange termijn de gebruiksduur van gebouwen enerzijds korter zal worden, met name in utiliteitssector, en anderzijds dat de levensduur van de draagconstructies langer zal worden. Dit impliceert dat buitenschil en scheidingswanden tussentijds meerdere malen vervangen gaan worden. Als het huidige stortregime (hoge storttarieven gekoppeld aan stortverboden) gehandhaafd blijft, kan de hoeveelheid te verwerken materiaal oplopen tot 20 a 30 miljoen ton per jaar in 2005 en 25 a 35 miljoen ton in Echter in 2050 zal het te verwerken aanbod weer afnemen omdat renovatie, partieel slopen en demontabel bouwen toe zal nemen [8]. Bovendien zijn er meer aanpasbare constructies door design voor recycling. In de workshop is hierop nader ingegaan. Overeenstemming was er dat het aanbod zal stijgen. De verwachting was dat het aanbod eerder aan de onderkant van de prognose zal uitkomen, dat wil zeggen 20 miljoen in 2005 en 25 miljoen in 2015 (zie ook respons op de stellingen opgenomen in de bijlage; het betrof hier echter geen uitspraken gebaseerd op rekenmodellen maar eerder op kennis van de markt). 12 Niet alle materialen gaan in de toekomst naar gespecialiseerde brekers toe. Een deel gaat rechtstreeks terug naar de producenten. Bovendien is te verwachten dat mede door de toename van industrieel bouwen (o.a. prefab) en meer retourstromen het afval bij producenten zal stijgen (productieafval, afkeuring en retour ontvangen bouwafval, post-consumer producten). We zien nu reeds dat

17 gipsproducenten bouwafval recyclen en sommige producenten van betonproducten (mobiele) brekers inhuren om hun betonafval te recyclen. De in situ recycling in met name de GWW-sector neemt eveneens sterk toe. Tevens is te verwachten dat selectief slopen zich verder zal ontwikkelen. Gebouwen worden niet alleen gestript, maar door nieuwe laser-, frees- en afzuigtechnieken kunnen daarna materialen zoals stucgips en glas apart worden verwijderd en aangeboden. Er ontstaan meer homogene deelstromen met asbest, PAK- verontreinigingen of stromen met hogere concentraties zware metalen. Voor diverse afvalstromen komen aparte containers. De verwijderingskosten zijn afhankelijk van de materiaaltechnische en milieuhygiënische kwaliteit van het afval (verdere prijsdifferentiatie). Het sorteren van materialen zal voor een deel een stap terug in de keten verschuiven van de brekers en sorteerbedrijven naar de slopers en bouwers, waardoor wassen mogelijk overbodig wordt. Opgemerkt werd dat de afgelopen jaren al veel minder gestort is. Tevens werd opgemerkt dat door toename van renovatie en meer gebruik van kunststoffen (tussen de 200 en 2000 soorten kunststoffen in de bouw) er steeds meer reststromen zullen ontstaan. Selectief slopen zal doorgaan, ook al zijn er grenzen aan. Niet alle materialen kunnen op de bouw- c.q. sloopplaats gescheiden worden. Sommige brekers kunnen met crushers, magneten en windzifters uitstekend metalen en kunststoffen terugwinnen c.q. apart houden. Een aantal deelnemers is er niet van overtuigd dat (stuc)gips apart verwijderd zal gaan worden. Wel zal door het zorgvuldig oppakken en schudden op de slooplocatie enkel het slooppuin in bewerking genomen worden en niet reeds aanwezige fijne fracties (grond). Klein chemisch afval en asbest zullen wel apart ingezameld worden. Verder is er een zeer interessante parallel te trekken met de asfaltbranche. Om de materiaal- eigenschappen van regeneraat goed te kunnen gebruiken, worden asfaltconstructies steeds selectiever verwijderd. Na een analyse van de samenstelling wordt selectief gefreesd en iedere fractie kent zijn eigen afzetmarkten. Opdrachtgevers, aannemers, asfaltbranche en overheden zijn er in geslaagd om op een professionele wijze marktconform om te gaan met oud asfalt. De betonindustrie kan veel leren van deze aanpak c.q. deze vorm van samenwerking. Niet alle deelnemers zijn ervan overtuigd dat er een groter prijsverschil komt tussen de verschillende kwaliteiten B en S afval. Ook zijn de meningen verdeeld of er grote stromen afval terug gaan naar de producent (producenten verantwoordelijkheid) en/of marktpositie van producten die moeilijk her te gebruiken zijn zal afnemen. De effecten van Dubo (duurzaam bouwen) zullen zowel voor de korte als de lange termijn (buiten de scope van dit project) effect hebben op aanbod en afzet van bouw- en sloopafvalgranulaten. Enerzijds betreft het de maatregelen betreffende het verlengen van de levensduur, sluiten van kringlopen en flexibele bouw en anderzijds de voorkeur voor bepaalde materialen en bouwwijzen. 13

18 4.2 Bewerken De brekerijen zullen geconfronteerd worden met een druk op het prijsniveau in de funderingsmarkt. De markt raakt verzadigd (studie Oranjewoud) o.a. door meer aanbod van reeds toegepast BSA-granulaat als funderingsmateriaal bij wegreconstructies, meer concurrentie met andere secundaire materialen en minder vraag door ondergronds bouwen. De druk op het prijsniveau zal ten dele opgevangen worden door verhogen van acceptatie tarieven. Vooral problematische en gemengde afvalstromen zullen duurder worden (afhankelijk van stortbeleid).via een verscherpt acceptatiebeleid en controle op het voorkomen van asbest (asbest-zorgvuldigheidsmodule) zal de hoeveelheid in het granulaat tot een minimum gedaald zijn. Er zal echter nog meer het accent gelegd worden op efficiency en kwaliteitsverbetering. De logistieke kosten zullen verminderd worden door meer mobiele brekers (in situ hergebruik) en door strategische vestigingslocaties (laagste transport afstanden, dichtbij nieuwe afzetmarkten, betere bereikbaarheid). Het schone beton zal apart gehouden worden en er zal meer gebroken worden bij grote betonproductenbedrijven en enkele betonmortelcentrales. Gezocht zal worden naar verfijnde breek- en sorteertechnieken (optisch en ballistisch) wellicht extra (thermische) stappen zodat minder primair cement ingekocht hoeft te worden. Grote betonproductenbedrijven en enkele betonmortelbedrijven zullen hun productieproces verder aanpassen om het bijmengen van betonpuin zonder stofproblemen te laten verlopen. Door extra voorbewerking zal getracht worden de economische aantrekkelijkheid te vergroten, omdat beton gescheiden wordt in grind, zand en een fractie met een bindend vermogen c.q. aantrekkelijke grondstoffen voor cementproductie. De prijsdifferenties bij acceptatie zijn afhankelijk van betonkwaliteit en aanwezige verontreinigingen. De nieuwe Beoordelingsrichtlijn 2506 benoemd nu reeds de fractie 0/4 (recyclingbrekerzand) en brekerzeefzand als producten waarvoor de kwaliteitsverklaring voor toepassing in de beton en wegenbouw geldt. Door selectieve sloop en het vermijden van bijmenging van vreemde (bijv. lokaal fijn zand en grond) stoffen behoeft deze fractie in de toekomst niet meer gewassen te worden. Enkel het sorteerzeefzand (ca. 5% van het totaal) wordt dan nog voor de helft gewassen ter toepassing in dezelfde markten. Voor het hierbij verkregen wasslib zal dan een betaalbare eindverwerking beschikbaar moeten zijn (zie ook par ). De totale milieubelasting van het bewerken zal hiermee dalen en op een vergelijkbaar niveau met die van de winning van primair zand uitkomen. Intron heeft in '97 [15] aangetoond dat met name de wasstap en het hierbij ontstane wasslib een negatieve invloed hebben op het milieuprofiel van het hiermee verkregen zand. 14

19 Mobiele bewerking Er is geen eenduidigheid gebleken over de toekomstige positie van mobiele brekers. De workshopdeelnemers zijn het maar gedeeltelijk eens met de stelling dat er meer mobiele brekers zullen komen*. De motivatie is deels ingegeven door de angst dat mobiele brekers de huidige marktpositie van vaste brekers zal ondergraven. Ook werd er nadrukkelijk opgewezen dat ze aan minder milieuvoorschriften hoeven te voldoen en een lagere kwaliteit eindproduct leveren (imago-aspect). Er zijn echter ook een aantal argumenten die pleiten voor meer mobiele brekers: Er is een tendens dat met name betonproductenfabrikanten hun productieafval, soms aangevuld met ander betonpuin, opsparen en op gezette tijden een mobiele breker laten komen die dit materiaal breekt en zeeft en daarmee geschikt maakt voor volledige hergebruik in de fabriek. Kostenoptimalisatie is essentieel voor de toekomst van de branche van brekers. Mobiele brekers kunnen de transport- en handelingskosten minimaliseren. Dit geldt met name voor reconstructie van (gebonden) steenfundering, verwerken productieafval, slopen grootschalige betonconstructies waarvan vrijkomende materialen ter plaatse kunnen_worden gebruikt voor bijvoorbeeld vliegvelden. Mobiele brekers kunnen transportkosten verlagen door van geval tot geval steeds opnieuw te kiezen voor de meest strategische ligging voor aanvoer en afzet. Kwaliteit en kwaliteitsbewaking kan een zwak punt zijn van mobiele brekers. In de toekomst komen echter meer grotere betonconstructies beschikbaar om gesloopt te worden. Selectief verwijderen van asbest, PAKhoudende materialen of anders verontreinigde gebouwonderdelen gebeurt steeds meer op de bouw- of sloopplaats zelf, waardoor het voor de hand ligt om de resterende, niet verontreinigde fracties ook ter plaatse te scheiden. Ongedefinieerd puin en puin met verontreiniging kunnen echter beter via een vaste breker gaan met een gericht acceptatiebeleid, kwaliteitsbewaking en wasstap. Mobiele brekers kunnen met een selectieve acceptatie en een mentaliteit gericht op het maken van goede hoogwaardige eindproducten ook hoogwaardige kwaliteiten leveren. Verminderen van transport heeft bovendien een gunstig effect op het milieuprofiel. Provincie is bevoegd gezag om vergunningen te verlenen voor (mobiele) brekers. Provincies kunnen voorwaarden stellen om te voorkomen dat er sprake is van downgrading en kunnen stimuleren dat de vrijkomende materialen zo hoogwaardig mogelijk in de bouwketen worden ingezet. De belangenvereniging Mobiele Recycling was niet vertegenwoordigd op de workshop maar heeft wel in een later stadium alsnog op de stelling gereageerd. In grote lijnen zijn zij het eens met de hier genoemde argumenten die pleiten voor meer mobiele brekers. 15

20 Kosten en opbrengsten bewerking De verhouding kosten en opbrengsten is essentieel; binnen een efficiënte bedrijfsvoering en schaalgrootte, zijn de logistieke kosten dominant. Wat de opbrengsten betreft is niet te verwachten dat voor 2005 de grindprijs sterk zal stijgen. De prijs voor specifieke zandfracties als ook de relatief hoge grindprijs voor logistiek moeilijk bereikbare afnemers, kan wel aantrekkelijk zijn om BSA granulaat in te zetten. De verzadiging in de funderingenmarkt en het grote aanbod van andere secundaire grondstoffen, zal een duidelijke druk veroorzaken op de markt voor funderingsmaterialen. Aanbieders van BSA-granulaat zullen voor de mindere kwaliteiten waarschijnlijk gaan uitwijken naar de ophoogmarkt en voor de goede kwaliteiten naar de betonmarkt. Aangezien de basis primaire grondstoffen goedkoop zullen blijven, is het een voorwaarde dat nog meer gezocht moet worden naar logistieke voordelen en speciale producten. Zo loont het op dit moment niet om bijvoorbeeld recyclingbrekerzand af te scheiden en in de betonmarkt af te zetten, omdat de opbrengstprijs in de funderingenmarkt hoog is en de nu nog daarvoor noodzakelijke wasstap hoge afschrijvingskosten en hoge stortkosten voor het wasslib met zich meebrengen. Technologisch onderzoek zal dan gericht moeten zijn op het gedeeltelijk vervangen van de dure componenten in beton, namelijk cement en speciale fracties. De vergelijking kan getrokken worden met de asfaltbranche. Daarin wordt dure bitumen bespaard en zijn hoekige materialen beter dan ronde materialen. Kwaliteit van asfaltgranulaat wordt verhoogd door materialen selectief te verwijderen (frezen), apart te houden en gericht te verwerken. Naast bijmengen/wegmengen van geringe hoeveelheden zijn er ook asfaltmengsels die voor het grootste deel bestaan uit oud asfalt. Samen met een pro-actieve betonindustrie zou nog meer gekeken moeten worden naar kwaliteitsparameters van betongranulaat, optimale recepturen en voor de lange termijn (thermisch) opwerken van betonpuin. Verrekenen via verwijderingsbijdrage en opslag op primaire grondstoffen zijn reeds eerder diverse malen onderzocht maar leveren veel ongewenste bijwerkingen op. Een vergroening van het fiscale stelsel op Europees niveau kan op den duur een bijdrage leveren. Op de CUR-dag van 12 mei 1998 is de suggestie gedaan om via een sloopheffing extra gelden te krijgen die noodzakelijk zijn om een verantwoorde bestemming te vinden voor het slib dat vrijkomt bij het wassen en voor de afgescheiden, verdachte deelfracties. Een aantal brekers hebben een duidelijk pleidooi gehouden om een goede regeling te vinden voor de financiering van de afzet van deze kwalitatief slechte fracties Afzet en wensen afnemers 16 Het grotere aanbod van secundaire grondstoffen, waaronder bouw- en sloopafval, en het verzadigd raken van de funderingenmarkt zet de kringloop voor BSA-granulaten onder druk. De "trekkracht" van de funderingenmarkt valt weg. Het afzetvolume in de wegfunderingenmarkt wordt minder en het prijsniveau wordt lager. De succesvolle historische trend kan zeer waarschijnlijk niet voortgezet worden. BSA begint aan een nieuwe product life cycle.

21 De volgende trendbreuken zijn mogelijk: I. Pragmatisch stortbeleid. Onder druk van Europese regelgeving en ontbreken van een goed afzetperspectief, wordt het Nederlandse stortbeleid versoepeld (lagere tarieven, minder verboden) en de export van bouw- en sloopafval neemt toe. Mobiel breken neemt toe en de huidige vaste bewerkingscapaciteit wordt voor minder dan de helft benut. Goede kwaliteiten betonpuin gaan in beperkte mate wel naar de betonindustrie. II. Selectief gesloopte materialen naar ophoogmarkt. Het grote volume BSA gaat naarde ophoogmarkt. Het sloop-, breek- en sorteerproces wordt geoptimaliseerd om te voldoen aan de verschillende categorieën van het bouwstoffenbesluit. Er is sprake van een downgrading. Een deel van de bijkomende materialen wordt tijdens het slopen/frezen zodanig verkleind dat ze rechtstreeks afgezet kunnen worden om kosten te besparen. Slechte kwaliteiten en ongedefinieerde granulaten worden of gestort of onder IBC-criteria toegepast. III. Portfolio afzet. Alle marktpartijen zetten zich in om de potenties van BSA optimaalte benutten. Overheid handhaaft stringent stortbeleid en draagt dit binnen Europa uit. Overheden als opdrachtgever schrijven hergebruik in eigen bestekken voor (zowel in asfalt, als beton als voor stortsteen). Net als de asfaltindustrie worden andere toeleverende industrieën zoals betonmortel, betonwaren, cement, gips, kalkzandsteen pro-actief. Investeringen worden gedaan in het zelf bewerken en opwerken van BSA. Metselwerkgranulaat naar de ophoogmarkt. De medio 1998 gevoerde discussie over de eisen ten aanzien van sulfaatuitloging in het Bouwstoffenbesluit hebben geleid tot een versoepeling waardoor metselwerkgranulaat onder categorie 1 eisen valt en dus zonder de dure IBCmaatregelen in de ophogingen met een minimum aan bewerkingen kan worden toegepast. Bij het ontwerpen van gebouwen wordt rekening gehouden met de afvalfase (logboek ten aanzien van materiaalgebruik, demontabel bouwen, voorschrijven regeneraten). Overheid en bedrijfsleven streven naar een duurzame samenleving. Duurzaam bouwen vindt steeds meer ingang en krijgt een formelere status. Prestatie-eisen worden bijvoorbeeld verwoord in het bouwbesluit en hergebruik van recycling materialen worden standaard voorgeschreven. Door optimalisatie van het bouw-, sloop-, bewerkings- en productieproces zijn betonproducten- en betonmortelbedrijven in staat om hoge percentages BSA te gebruiken zonder extra cement toe te voegen. Indien de noodzakelijke bewerking van het bouw- en sloopafval op een minimum is, de toepasbare hoeveelheid geoptimaliseerd en de 17

22 cementbehoefte geminimaliseerd, kan de kostprijs van dit beton zelfs omlaag gaan. Binnen de workshop was geen eenduidigheid over het toekomstbeeld. Een deel van de deelnemers was het volstrekt niet eens met de stelling dat onder druk van Europese regelgevingen en het wegvallen van de funderingenmarkt, het stortbeleid versoepeld zou worden en daardoor de te verwerken hoeveelheid BSA sterk af zal nemen. Enkele deelnemers hielden hier echter wel rekening mee, met name als de overheid zich nog meer zou terugtrekken. Voorwaarde voor een maximale verwerking van het aanbod is namelijk dat de overheid een stringent stortbeleid blijft voeren zowel ten aanzien van inhoud als handhaving. Voor 2005 is het onzeker of de betonindustrie pro-actief zal zijn ten aanzien van het sluiten van kringloop. Voor 2015 zijn de meeste het er wel mee eens dat de betonindustrie haar verantwoordelijkheid zal nemen c.q. haar kansen zal benutten. De deelnemers aan de workshop waren het er gedeeltelijk mee eens dat er een portfolio in de afzet moet komen. Sommige waren bang, dat wanneer de afzetmogelijkheden in de ophoogmarkt worden verruimd, alle "hoogwaardige" toepassingen om zeep worden geholpen. De betonindustrie ziet op dit moment wel een toename van het gebruik van BSA-granulaat en met name schoon betongranulaat. Een afzet van 20% in 2005 en 40% in 2015 van BSA-granulaat in beton vindt men in het algemeen zonder technologische veranderingen zeer hoog c.q. te hoog. Een aantal vertegenwoordigers van brekers daarentegen willen echter zelfs een afzet van 60% in de betonsector. Andere brekers houden vast aan 75% afzet in de funderingsmarkt en de resterende 25% mogelijk in betonsector. Hoe de toekomstige verdeling tussen de diverse afzetmarkten eruit zal zien is nog onzeker. Wel is een tendens te signaleren van voorwaartse en achterwaartse integratie. Grote betonproducenten willen meer grip hebben op grondstoffen door zelf te gaan breken en brekers tonen steeds meer belangstelling voor zowel het sloopproces als het maken en verkopen van producten met het BSA-granulaat (zowel betonmortel als betonwaren) en aannemers willen voor hun afnemers een volledig pakket aanbieden. Daarnaast komt de aanleg van wegen, reconstructie en verwerking in toenemende mate in één hand. De overheid kan door middel van een actieve opstelling inspelen op de door de markt ingezette veranderingen. Er was grote onzekerheid c.q. verschillen van inzicht of de berekende besparingsmogelijkheden voor 2005 gerealiseerd konden worden. Over de potenties voor 2015 waren de deelnemers aan de workshop eveneens het ten dele eens, met uitzondering van de besparing aan kalksteen. In het volgende hoofdstuk worden de scenario's verder uitgewerkt. Om een portfolio afzet te kunnen realiseren, dat wil zeggen zowel BSA-producten afzetten in funderingenmarkt, ophoogmarkt, betonindustrie en overige markten (zoals stortstenen, drainage), moet aan meerdere van de volgende voorwaarden worden voldaan: 18

23 beleid overheid ten aanzien van storten; Europese regelgeving; (vrijwillige) hergebruikverplichting; stimuleringsmaatregelen; pro-actieve betonindustrie (asfalt als voorbeeld); nog selectiever slopen (frezen, logboek); verfijnde breek- en sorteer technieken;. (thermische) opwerking (minder cement nodig); meer kwaliteiten betonpuin; design for recycling. In de workshop kwam verder naar voren dat de opdrachtgever vanuit een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid of vanuit de visie om duurzaam te willen bouwen voorkeuren kan/moet uitspreken voor regeneraten. In het verleden is op deze wijze ook een markt gecreëerd voor asfaltgranulaat. Genoemd werd ook dat de bouwvoorschriften nu soms contra productief werken (bijvoorbeeld maximaal 20% grindvervanging door BSA-granulaat en geen zandvervanging); een extra stroomlijning kan marktverruimend werken. Verder bleek dat de betonindustrie nu nog regelmatig "gesandwiched" wordt tussen opdrachtgevers die hoge technische eisen stellen en garanties eisen aan de ene kant en overheden die meer hergebruik willen aan de andere kant. Door een goede gecoördineerde aanpak kan de betonindustrie echter een goede boterham - verdienen met het benutten van de potenties van BSA Kostprijs granulaatbeton Het algemene beeld is dat op dit moment en voor de korte termijn BSAgranulaat niet kan concurreren met primaire grondstoffen. Daarentegen blijken in een aantal praktijksituaties betonwaren en betonmortelbedrijven momenteel reeds op een economisch verantwoorde wijze betongranulaat in te zetten. Afhankelijk van logistieke situatie, betonreceptuur en soms wensen van opdrachtgevers, is het economisch aantrekkelijk. De meeste deelnemers zijn er wel van overtuigd dat een mentaliteitswijziging nodig is. Breken is geen afvalverwijderingsactiviteit maar een noodzaak voor de winning van grondstoffen, het selectief accepteren van betonpuin, het apart houden van betonpuin en het optimaliseren van de receptuur. Verwacht wordt dat de huidige voorschriften die gebaseerd zijn op ervaringen met primaire, in Nederland beschikbare grondstoffen en beschrijvend van aard zijn, in de komende jaren worden omgebogen in meer prestatie gerichte voorschriften. Hierdoor zullen kansen voor bijv. 100% "recyclingbeton" ontstaan. Daarnaast zullen technologische doorbraken de toekomst bepalen. Het is essentieel om hier meer zicht op te krijgen (door thermische stap bindmiddel terugwinnen). Als de betonindustrie marktconform goede kwaliteit betonpuin uit de markt trekt dan kunnen de slechte en ongedefinieerde kwaliteiten gebruikt worden voor ophoog- en funderingenmarkt. Het toenemend aandeel beton in BSA werkt in deze gunstig. 19

Economisch voordeel in puin Samenvatting MKBA Betonketen

Economisch voordeel in puin Samenvatting MKBA Betonketen Economisch voordeel in puin Samenvatting MKBA Betonketen De maatschappelijke kosten en baten van betongranulaat 2 Samenvatting Economisch voordeel in puin - Kristian Oosterveen Samenvatting Economisch

Nadere informatie

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014

Structuuronderzoek 23 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 Structuuronderzoek 23 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2005 2014 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 25

Samenvatting Structuuronderzoek 25 Samenvatting Structuuronderzoek 25 1 Samenvatting Structuuronderzoek 25 Het verbruik van bouwgrondstoffen in Nederland van 2007 tot en met 2016 Samenvatting Structuuronderzoek 25 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland

Structuuronderzoek 24 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland Structuuronderzoek 24 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2006 2015 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 30 (onderdeel LAP) Sectorplan 30 Zeefzand I Afbakening Zeefzand bestaat in hoofdzaak uit sorteerzeefzand en brekerzeefzand. Sorteerzeefzand ontstaat bij het afzeven van het fijne materiaal

Nadere informatie

Bouw- en sloopafval: van bouwafval tot bouwmateriaal

Bouw- en sloopafval: van bouwafval tot bouwmateriaal Bouw- en sloopafval: van bouwafval tot bouwmateriaal VVSG 19 juni 2012 Antwerpen Koen De Prins OVAM - afdeling Afvalstoffen- en Materialenbeheer - Eindverwerking en Bouw Overzicht: 1. Regelgeving 2. Gerecycleerde

Nadere informatie

Samenvatting Structuuronderzoek 26

Samenvatting Structuuronderzoek 26 Samenvatting Structuuronderzoek 26 1 Samenvatting Structuuronderzoek 26 De handel in bouwgrondstoffen in Nederland van 2008 tot en met 2017 Samenvatting Structuuronderzoek 26 2 Colofon Auteur: De heer

Nadere informatie

: Acceptatie, verwerking en toepassing (depot Almere, Poortdreef ong.)

: Acceptatie, verwerking en toepassing (depot Almere, Poortdreef ong.) BIJLAGE 2 AAN : Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek/Provincie Flevoland VAN : Bouwcombinatie SAAone KOPIE : DATUM : 29-10-2013 KENMERK : aanvraag om milieuvergunning asfaltdepot Almere (Poortdreef

Nadere informatie

AANVRAAGFORMULIER SLOOPVERGUNNING

AANVRAAGFORMULIER SLOOPVERGUNNING (door gemeente AANVRAAGFORMULIER SLOOPVERGUNNING Woningwet 2001, artikel 8, lid 2, sub h (gewijzigd bij Staatsblad 518, 2001 Algemene wet bestuursrecht, artikelen 2:1, 4:1 en 4:2 (Model-) Bouwverordening,

Nadere informatie

Toonaangevend in hoogwaardig hergebruik. Breken TAG reiniging Granulaat Asfaltproductie Secundaire Grondstoffen

Toonaangevend in hoogwaardig hergebruik. Breken TAG reiniging Granulaat Asfaltproductie Secundaire Grondstoffen Toonaangevend in hoogwaardig hergebruik Breken TAG reiniging Granulaat Asfaltproductie Secundaire Grondstoffen Van Bentum Recycling Centrale (BRC) is in 1982 opgericht. In dat jaar startte Willem van Bentum

Nadere informatie

Kwaliteitsvolle gerecycleerde granulaten - Een stand van zaken

Kwaliteitsvolle gerecycleerde granulaten - Een stand van zaken Kwaliteitsvolle gerecycleerde granulaten - Een stand van zaken Trends en evoluties van het beleid Philippe Van de Velde, AMB, team EBO INHOUD 1. Kader verder in opbouw 2. Waarheen met het beleid? 3. En

Nadere informatie

KETENINITIATIEVEN TIMMERHUIS GROEP/TWEE R RECYCLING GROEP 15-01-2013

KETENINITIATIEVEN TIMMERHUIS GROEP/TWEE R RECYCLING GROEP 15-01-2013 KETENINITIATIEVEN TIMMERHUIS GROEP/TWEE R RECYCLING GROEP 15-01-2013 Inhoud 1. Keteninitiatieven Timmerhuisgroep: optimaliseren logistieke vormgeving puingranulaten... 3 2. Stap 1 in het proces de ontdoener...

Nadere informatie

ecycling Recycling Hergebruik voor een schoner millieu

ecycling Recycling Hergebruik voor een schoner millieu ecycling Recycling Hergebruik voor een schoner millieu Jansen Recycling B.V. Puinrecycling Extractieve (grond)reiniging Thermische reiniging Grondstoffen Jansen Recycling B.V. is het bedrijfsonderdeel

Nadere informatie

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4.1 Inleiding Deze bijlage geeft een toelichting bij de productie en verwerking van het Nederlands afval sinds 1985 plus een inschatting hiervan tijdens de komende planperiode.

Nadere informatie

VAN AFVAL TOT GRONDSTOF! SAMEN MET U DE JUISTE RECYCLING KOMBINATIE

VAN AFVAL TOT GRONDSTOF! SAMEN MET U DE JUISTE RECYCLING KOMBINATIE Beleid Nederlandse Overheid Groene Groeistrategie 1 Energie: naar een duurzame, betaalbare en betrouwbare energievoorziening 2 Biobased economy: substitutie fossiele door groene grondstoffen (biomassa)

Nadere informatie

Breker- en zeefzand van bouw- en sloopafval

Breker- en zeefzand van bouw- en sloopafval Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 95-5 Breker- en zeefzand van bouw- en sloopafval Mogelijkheden voor toepassing in beton Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-539600

Nadere informatie

Bouwen aan een milieuverantwoorde markt voor vaste en mobiele puinbrekers

Bouwen aan een milieuverantwoorde markt voor vaste en mobiele puinbrekers CE Centrum voor energiebesparing en schone technologie Oude Delft 180 2611 HH Delft Tel: (015) 2 150 150 Fax: (015) 2 150 151 E-mail: ce@antenna.nl URL: http://antenna.nl/ce Bouwen aan een milieuverantwoorde

Nadere informatie

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013

Structuuronderzoek 22 Samenvatting. De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 Structuuronderzoek 22 Samenvatting De handel in grind, industriezand en aanverwante materialen in Nederland 2004 2013 1. Inleiding De Nederlandse Vereniging van Leveranciers van Bouwgrondstoffen "NVLB"

Nadere informatie

FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën

FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën Koepel van het Nederlandse grondstofwinnende bedrijfsleven De leden van FODI zijn in principe brancheorganisaties. Zand (beton, wegfundering)

Nadere informatie

KWALITEIT FLEXIBEL VEILIG

KWALITEIT FLEXIBEL VEILIG KWALITEIT FLEXIBEL VEILIG SLOOPWERKEN GRONDWERKEN ASBESTSANERING BODEMSANERING RECYCLING CONTAINERSERVICE HOUTHANDEL MILIEUSTRAAT ARNO VAN DEN DUNGEN BV In ons vindt u een ervaren, gecertificeerde en deskundige

Nadere informatie

RECYCLINGGRANULAAT IN BETON

RECYCLINGGRANULAAT IN BETON RECYCLINGGRANULAAT IN BETON December 2010 Peter Broere 1 Recyclinggranulaat Granulaat Herkomst van constructies Productieafval uit industrie Gelijkwaardig steenachtig 2 Markt Hoeveelheden 20 miljoen ton

Nadere informatie

Acceptatie- en verwerkingbeleid

Acceptatie- en verwerkingbeleid Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Rijssense Gebouwensloperij b.v., gevestigd aan de Noordermorssingel 1 te Rijssen. Artikel 1 Toepassingsgebied Dit reglement

Nadere informatie

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 11 april 2013 CONCEPT rapportage - 1-11 april 2013 Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Status CONCEPT rapport

Nadere informatie

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII

Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII Productie en verbruik van betonen metselzand en (gebroken) grind in 2008 Stand van het Zand XIV Lint aan het Grind XII samenvatting In opdracht van Rijkswaterstaat Waterdienst Opgesteld door Projectnummer

Nadere informatie

Visie op duurzaamheid

Visie op duurzaamheid Beton goed op weg Trends en visies Visie op duurzaamheid André Burger Cement&BetonCentrum Bouw bewust, bouw gerust, bouw met beton. Betonwegendag, 11 oktober 2011 Door: André Burger Directeur Cement&BetonCentrum

Nadere informatie

Het Eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten

Het Eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten Het Eenheidsreglement voor gerecycleerde granulaten Studiedag Bouw- en sloopafval Antwerpen 24 februari 2015 Koen De Prins OVAM Afdeling Afvalstoffen- en Materialenbeleid team Bouw INHOUD 1. Bouwen in

Nadere informatie

Netwerk Betonketen 27 februari 2017 Nijverdal Daaf de Kok

Netwerk Betonketen 27 februari 2017 Nijverdal Daaf de Kok Netwerk Betonketen 27 februari 2017 Nijverdal Daaf de Kok 1 Netwerk Betonketen Waarom? Waar gaat het over Wie ben ik Waarom willen we iets met duurzaamheid Waarom willen we iets met beton Waarom nu Waarom

Nadere informatie

Sectorplan 26: Sectorplan 32: Cellenbeton

Sectorplan 26: Sectorplan 32: Cellenbeton TEKST SECTORPLAN 31 (onderdeel LAP) Sectorplan 31 Gips I Afbakening Gips komt vrij bij het bouwen, renoveren en slopen van gebouwen en bouwwerken. Gips wordt aan de bron gescheiden (op de lokatie van de

Nadere informatie

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld

Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid. Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid (MDO) Studiedag VPO 3 oktober 2017 Workshop 4 Bodem en ondergrond in beeld Overzicht presentatie 1. Inleiding - Wat is het MDO? 2. Werkwijze MDO

Nadere informatie

Versienummer : 1.0 Status : Definitief d.d Ketenanalyse Sloop

Versienummer : 1.0 Status : Definitief d.d Ketenanalyse Sloop Versienummer : 1.0 Status : Definitief d.d. 29-08-2016 Ketenanalyse Sloop INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING... 2 1.1 Ketenanalyse... 2 1.2 Activiteiten Dusseldorp ISM... 2 1.3 Leeswijzer... 2 2. BEREKENING SCOPE

Nadere informatie

CUR. fase 1 : inventarisatie van schiltechnieken voor betonconstructies. civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving

CUR. fase 1 : inventarisatie van schiltechnieken voor betonconstructies. civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving CUR civieltechnisch centrum uitvoering research en regelgeving rapport 92-1 volumereductie via selectieve slooptechnieken fase 1 : inventarisatie van schiltechnieken voor betonconstructies Postbus 420

Nadere informatie

CUR. Besparing op primaire granulaire grondstoffen door flexibel en demontabel bouwen in beton

CUR. Besparing op primaire granulaire grondstoffen door flexibel en demontabel bouwen in beton Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 99-2 Besparing op primaire granulaire grondstoffen door flexibel en demontabel bouwen in beton Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 0182-54

Nadere informatie

sectorplan 30 Accu s

sectorplan 30 Accu s sectorplan Accu s 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Startaccu s, tractiebatterijen, stationaire batterijen 2. Belangrijkste bronnen Garagebedrijven, autodemontagebedrijven, schadeherstelbedrijven

Nadere informatie

Duurzaam beton en de business

Duurzaam beton en de business Duurzaam beton en de business (Ver)binden is de sleutel tot duurzaam beton. Dat biedt in bouwprojecten minder bouwfouten, hoogwaardige oplossingen, minder verspilling, lagere faalkosten en meer Door: Rob

Nadere informatie

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen

Duurzaamheid. De voordelen van blikverpakkingen Duurzaamheid De voordelen van blikverpakkingen Duurzaamheid Duurzaamheid is één van de belangrijke aandachtspunten van het bedrijfsleven. Deze brochure is een initiatief van EMPAC, de organisatie van de

Nadere informatie

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht

ketenanalyse afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX - OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 27 Februari 2014 DEFINITIEVE rapportage - 1 - Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Voortgangsrapportage

Nadere informatie

van duurzaam tot circulair

van duurzaam tot circulair van duurzaam tot circulair van duurzaam tot circulair In gebouwen die ontmanteld moeten worden zijn veel materialen aanwezig die een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen, zoals staal, aluminium, vloerbedekking,

Nadere informatie

Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)

Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) Inrichtinghouder: Enzerink B.V. Varsselseweg 49 7255 NR HENGELO Adres inrichting:

Nadere informatie

Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)

Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) Acceptatie- en verwerkingsbeleid afvalstoffen (A&V-beleid) en de Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) Inrichtinghouder: Enzerink B.V. Varsselseweg 49 7255 NR HENGELO Adres inrichting:

Nadere informatie

De toekomst van. de sloop- en afval keten

De toekomst van. de sloop- en afval keten De toekomst van de sloop- en afval keten René Plaggenburg Directeur sloop en reststoffencentra Dusseldorp Wie is Dusseldorp? Ontstaan in 1949 2003: drie business units Dusseldorp Groep Inzameling en Recycling

Nadere informatie

sectorplan Ernstig verontreinigde grond

sectorplan Ernstig verontreinigde grond sectorplan Ernstig verontreinigde grond 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Ernstig verontreinigde grond 2. Belangrijkste bronnen Gemeenten en aannemers 3. Aanbod in 2000 (in Nederland)

Nadere informatie

MKI score van wegen aanleg en onderhoud

MKI score van wegen aanleg en onderhoud MKI score van wegen aanleg en onderhoud Inleiding Duurzaam gebruik van materialen & grondstoffen is onder te verdelen in twee hoofdonderwerpen: Keuze voor materialen & grondstoffen. Hierbij spelen aspecten

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL 2502

Wijzigingsblad BRL 2502 Wijzigingsblad BRL 2502 Korrelvormig materialen met een volumieke massa van ten minste 2000 kg/m 3 Vaststelling, aanvaarding en bindend verklaring Vastgesteld door College van Deskundigen Korrelvormige

Nadere informatie

sectorplan 13 Bouw- en sloopafval en daarmee vergelijkbare afvalstoffen

sectorplan 13 Bouw- en sloopafval en daarmee vergelijkbare afvalstoffen sectorplan Bouw- en sloopafval en daarmee vergelijkbare afvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Beton (40%), metselwerk (25%), asfalt (26%) 2. Belangrijkste bronnen Grond-, weg-

Nadere informatie

Sectorplan 19 Kunststofafval

Sectorplan 19 Kunststofafval Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste

Nadere informatie

DUURZAAMHEID LIGT OP STRAAT

DUURZAAMHEID LIGT OP STRAAT CYCLE FOR CONCRETE Betonnen bestrating wordt aan het einde van de levensduur retour gehaald en verwerkt tot puingranulaat. Deze hoogwaardige schone grondstof wordt weer verwerkt in nieuwe bestratingsproducten

Nadere informatie

Algemeen acceptatiebeleid

Algemeen acceptatiebeleid Pagina 1 van 7 Algemeen acceptatiebeleid Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Hellinga BV, gevestigd aan de Oevers 15 te Steenwijk. Artikel 1 Toepassingsgebied

Nadere informatie

7 Afvalbeheerscenario s

7 Afvalbeheerscenario s 7 Afvalbeheerscenario s 7.1 Inleiding Om het toekomstig afvalstoffenbeleid te kunnen formuleren en uitvoeren, is het noodzakelijk dat inzicht bestaat in het te verwachten afvalaanbod en afvalbeheer in

Nadere informatie

Hergebruik van beton, nog niet zo gewoon. Ronald Diele

Hergebruik van beton, nog niet zo gewoon. Ronald Diele Hergebruik van beton, nog niet zo gewoon Ronald Diele Schagen Infra MIO Asfaltcentrale Schagen Infra BCH Betoncentrale Schagen Infra Terug naar Pioneering bijeenkomst op 26 april jl. Sessie over hergebruik

Nadere informatie

Infoavond inerte materialen. Kwaliteit v/d gerecycleerde granulaten Situatieschets SUP Bouw en ketenbeheersysteem + FEBEM voorstellen

Infoavond inerte materialen. Kwaliteit v/d gerecycleerde granulaten Situatieschets SUP Bouw en ketenbeheersysteem + FEBEM voorstellen Infoavond inerte materialen Kwaliteit v/d gerecycleerde granulaten Situatieschets SUP Bouw en ketenbeheersysteem + FEBEM voorstellen 100421 FEBEM - Mireille Verboven 1 Situatieschets Kwaliteit van de gerecycl.

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Opheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998

Opheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998 Opheffen verbod op het toepassen Nr. RMW-634 van secundaire grondstoffen in integrale milieubeschermingsgebieden Vergadering 16 oktober 1998 Agenda nr. Commissie: Milieu Gedeputeerde met de verdediging

Nadere informatie

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet. Zaaknummer 1932/ Heijmans Van Hees I. MELDING 1. Op 22

Nadere informatie

Notitie evaluatie provinciaal impulsplan Starters: een eigen thuis!

Notitie evaluatie provinciaal impulsplan Starters: een eigen thuis! Notitie evaluatie provinciaal impulsplan Starters: een eigen thuis! een bijdrage in de besluitvorming omtrent verlenging van de regeling, oktober 2009 1. Aanleiding startersregeling Op 30 juni 2006 is

Nadere informatie

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen

Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen Bijlage Verlaging van afvalstoffenheffing door uitvoering van de Raamovereenkomst verpakkingen mei 2009 Pagina 1 van 7 Samenvatting In deze bijlage wordt inzicht gegeven in de mate waarin als gevolg van

Nadere informatie

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar

Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Bouwproductie 15 procent lager in komende twee jaar Het CPB heeft haar vooruitzichten voor de Nederlandse economie sterk neerwaarts aangepast. Het bbp daalt volgens het CPB dit jaar met 3,5 procent en

Nadere informatie

Beton en de belanghebbenden

Beton en de belanghebbenden Beton en de belanghebbenden Grondstofproducenten Betonindustrie Bouw partners Keur- en kennisinstellingen Zandproducenten Grindproducenten Betonmortel producenten Constructeurs Architecten Aannemers Slopers

Nadere informatie

Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Second opinion

Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Second opinion Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor Second opinion Jan Francke Jan Anne Annema oktober 2007 Second opinion ProRail studie Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor...............................................................................

Nadere informatie

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus Voorwoord en ontwikkeling BCTR Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus De ideale wereld Verharding constructies maken met hernieuwbare bouwstoffen (renewables) op basis van schuimbitumen/ cement. Renewables

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM GEDEPUTEERDE STATEN HOLLAND DIRECTIE GROEN, WATER EN MILIEU afdeling Vergunningen Alphense Puin Recycling BV Vondelingenplaat 17 3196 KL VONDELINGENPLAAT CONTACTPERSOON DOORKIESNUMMER E-MAIL 2006/15124

Nadere informatie

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval. TEKST SECTORPLAN 41 (onderdeel LAP) Sectorplan 41 Verpakkingen algemeen I Afbakening Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen

Nadere informatie

GOED SCHEIDEN LOONT. Het 1e kwartaal. Inhoud

GOED SCHEIDEN LOONT. Het 1e kwartaal. Inhoud Inhoud Inleiding... 2 Samenvattende conclusie... 2 Communicatie... 2 Inzamelmiddelen... 3 Afvalhoeveelheden... 3 Aanbiedgedrag... 5 Overig... 5 Inleiding Met ingang van 1 januari 2016 is Goed Scheiden

Nadere informatie

Bladnr. 1 van 13. Conceptversie RAW1190

Bladnr. 1 van 13. Conceptversie RAW1190 Colofon Dit bestekbestand bevat standaard bestekteksten, bepalingen en een aantal voorbeelden van resultaatsverplichtingen waarin de principes en werkwijzen rond het initiatief Stimulering Hergebruik Infra

Nadere informatie

Bijlage agendapunt 9. Vaststelling belastingverordeningen 2010 (afvalstoffenheffing)

Bijlage agendapunt 9. Vaststelling belastingverordeningen 2010 (afvalstoffenheffing) Bijlage agendapunt 9. Vaststelling belastingverordeningen 2010 (afvalstoffenheffing) In de programmabegroting 2010 is in de paragraaf B. Lokale heffingen een toelichting met onderbouwing opgenomen met

Nadere informatie

afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht

afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht BESIX Nederland Branch 5 oktober 2012 Eindrapportage - 1 - Documenttitel afvalverwijdering BESIX OVT Utrecht Verkorte documenttitel Status Eindrapport Datum 5 oktober

Nadere informatie

sectorplan 14 Verpakkingsafval

sectorplan 14 Verpakkingsafval sectorplan Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3. Aanbod

Nadere informatie

Beleidsprogramma 'Materiaalbewust bouwen in kringlopen'

Beleidsprogramma 'Materiaalbewust bouwen in kringlopen' Beleidsprogramma 'Materiaalbewust bouwen in kringlopen' Philippe Van de Velde OVAM, Afdeling Afvalstoffen en Materialenbeheer, team eindverwerking en bouw Staalbouwdag 2014 Brussel 27 november 2014 Inhoud

Nadere informatie

Welk perspectief heeft beton voor de transitie naar een klimaat neutrale en circulaire economie? Mantijn van Leeuwen (NIBE)

Welk perspectief heeft beton voor de transitie naar een klimaat neutrale en circulaire economie? Mantijn van Leeuwen (NIBE) Welk perspectief heeft beton voor de transitie naar een klimaat neutrale en circulaire economie? Mantijn van Leeuwen (NIBE) Klimaatakkoord Moet de invulling geven aan ons kabinetsbeleid: Broeikasgassen

Nadere informatie

CASUS: KERAMIEK, BITUMEN, ISOLATIE, GIPS

CASUS: KERAMIEK, BITUMEN, ISOLATIE, GIPS CASUS: KERAMIEK, BITUMEN, ISOLATIE, GIPS Scheiden vervuilende fracties Bouw en sloop Maar 10 van de totale volume behelst de meest vervuilende stromen zoals: Keramiek, Bitumen, Isolatie, C-Hout en E-waste,

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 24 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind, zand

Nadere informatie

Dag1.2 Inleiding en situatie in het BHG

Dag1.2 Inleiding en situatie in het BHG OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN: BOUWAFVAL Dag1.2 Inleiding en situatie in het BHG Koen Berghmans Lionel Billiet Rotor asbl berghmanskoen@gmail.com, billiet.lionel@gmail.com www.rotordb.org 3 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

GRANULAAT IN BETON. Peter Broere Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (BRBS)

GRANULAAT IN BETON. Peter Broere Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (BRBS) GRANULAAT IN BETON Peter Broere Branchevereniging Recycling Breken en Sorteren (BRBS) Màrie van der Poel Vereniging van ondernemingen van betonmortelfabrikanten in Nederland (VOBN) Samenvatting De recycling

Nadere informatie

KOMO productcertificaat

KOMO productcertificaat KOMO productcertificaat Nummer: BG-121/20 Uitgegeven: 2018-06-11 Geldig tot: onbepaalde tijd Vervangt: BG-121/19 d.d. 2018-06-04 Recyclinggranulaat voor toepassing in verhardingslaag, zandbed, ophoging

Nadere informatie

Evaluatierapportage Implementatie 4-wekelijks inzamelen Rest in Almelo 11 september 2017

Evaluatierapportage Implementatie 4-wekelijks inzamelen Rest in Almelo 11 september 2017 Evaluatierapportage Implementatie 4-wekelijks inzamelen Rest in Almelo 11 september 2017 Inhoudsopgave 1 Bestuurlijke samenvatting 3 2 Inleiding 4 3 Scheidingsresultaten 5 3.1 Totaaloverzicht 5 3.2 Restafval

Nadere informatie

Tracimat Sloopbeheersysteem Willem Moens

Tracimat Sloopbeheersysteem Willem Moens Tracimat Sloopbeheersysteem Willem Moens Bouw- en sloopafval enkele cijfers Bouw- en sloopafval: > 15 mio ton/jaar Vlaanderen Afkomstig van bouwen, renoveren en slopen ca. 90% steenachtige materialen (beton,

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 20 november 2018 Betreft AEC-bodemas. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 20 november 2018 Betreft AEC-bodemas. Geachte voorzitter, > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Circulaire Economie Tilburg. Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau

Circulaire Economie Tilburg. Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau Circulaire Economie Tilburg Analyse grondstofstromen op gemeenteniveau 28 november 2017 Aanleiding Aanpak circulaire economie Tilburg (december 2016): Voedsel: minder voedselverspilling Consumptiegoederen

Nadere informatie

Afvalstoffen naar Duitsland

Afvalstoffen naar Duitsland VROM-Inspectie Regio Zuid Afval Afvalstoffen naar Duitsland Rapportage VROM Inspectie Regio Zuid Kennedyplein 5-12, gebouw B1 Postbus 850 5600 AW Eindhoven Interne postcode - O.W. de Hollander Telefoon

Nadere informatie

Wijzigingsblad BRL

Wijzigingsblad BRL Dit wijzigingsblad behoort bij BRL 9311 d.d. 16-04-2008, Gerecycled grind voor toepassing op daken en gerecycled grind en gerecyclede steenslag voor toepassing in ongebonden lagen in civiele werken en

Nadere informatie

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2

Inhoud. Ketenanalyse prefab betonproducten GMB 2 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Stap 1: Uitwerking van de waardeketen... 4 2.1 Grondstoffen... 4 2.2 Transport naar betoncentrale... 4 2.3 Prefab betoncentrale... 4 2.4 Transport naar het project... 5 2.5 Gebruikersfase

Nadere informatie

Ketenanalyse betonproducten. Criteria Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0 Opgesteld door Dennis Kreeft Handtekening

Ketenanalyse betonproducten. Criteria Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0 Opgesteld door Dennis Kreeft Handtekening Ketenanalyse betonproducten Criteria Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0 Opgesteld door Dennis Kreeft Handtekening Autorisatiedatum 12-06-2016 Versie 12-06-2016 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. www.oranje-bv.nl. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015

Ketenanalyse project Kluyverweg. Oranje BV. www.oranje-bv.nl. Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0. Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015 Ketenanalyse project Kluyverweg Oranje BV Conform de CO 2 -Prestatieladder 3.0 Versie : Versie 1.0 Datum : 10-11-2015 Handtekening autoriserend verantwoordelijk manager Autorisatiedatum: 3-12-2015 Naam

Nadere informatie

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. MiIieu-effecten van. rapport demontabel bouwen

Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving. MiIieu-effecten van. rapport demontabel bouwen Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving rapport 94-15 MiIieu-effecten van demontabel bouwen I u!i Postbus 420 2800 AK Gouda Telefoon 01820-39600 94-15 MILIEU-EFFECTEN VAN DEMONTABEL

Nadere informatie

Workshop Bouwlogistiek

Workshop Bouwlogistiek Workshop Bouwlogistiek Duurzame concepten en kansen Innovatieprogramma Duurzame Logistiek Hans Vermij, 28 november 2008. Inhoud 1. Hand in hand met het bedrijfsleven in: Bouwlogistieke Terminal West-Friesland

Nadere informatie

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties PCB-bevattende apparaten en PCB-houdende olie 2. Belangrijkste bronnen Elektriciteitsbedrijven en industrie

Nadere informatie

Kansen voor samenwerking bij toezicht op puinbrekers. Ronald Peters PTB 11 november 2014

Kansen voor samenwerking bij toezicht op puinbrekers. Ronald Peters PTB 11 november 2014 Kansen voor samenwerking bij toezicht op puinbrekers Ronald Peters PTB 11 november 2014 Inhoud 1. Even voorstellen; ILT 2. ILT-inspectie puinbrekers; scope & selectie bedrijven. 3. Controlepunten ILT &

Nadere informatie

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen,

Winning en verbruik van oppervlaktedelfstoffen, Indicator 12 maart 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken Veel bouwgrondstoffen als grind,

Nadere informatie

tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond)

tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond) Besluit van tot wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod koud-immobiliseerbare grond) Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van,

Nadere informatie

WOW 27 september Paul Mul

WOW 27 september Paul Mul WOW 27 september 2018 - Paul Mul Programma Waar staan we in de Transitie Wat doet Almere om stappen te zetten? Case 1: Circulariteit koppelen aan beheersysteem Case 2: Circulair inkopen 3.0 Plasticfabriek

Nadere informatie

29-5-2013. Inhoud presentatie. Immobilisaten. Taken BG s uit Bbk. Taken Bbk art 28

29-5-2013. Inhoud presentatie. Immobilisaten. Taken BG s uit Bbk. Taken Bbk art 28 Inhoud presentatie Immobilisaten Vast en (on)zeker Richard Welling OMWB Chris Schuurbiers ILT Taken van bevoegde gezagen bij productie en toepassing van immobilisaten Taken Bbk art 28 / memo NBr Eisen

Nadere informatie

Green Deal. duurzaam denken & doen

Green Deal. duurzaam denken & doen Green Deal HEROS op koers duurzaam denken & doen HEROS SLUISKIL B.V. Heros ligt op koers met de implementatie van de Green Deal verduurzaming AEC-bodemas. Als specialist in het herwinnen van grondstoffen

Nadere informatie

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen.

Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen. Algemene voorwaarden behorende bij de omgevingsvergunning voor de activiteit slopen. 1. Het slopen, moet voor zo ver dat betrekking heeft op asbest, worden opgedragen aan een deskundig verwijderingsbedrijf.

Nadere informatie

BETON VERT, UNE CONTRIBUTION SIGNIFICANTE A L ECONOMIE CIRCULAIRE/ GROEN BETON, EEN BIJDRAGE TOT DE PLAATSELIJKE CIRCULAIRE ECONOMIE

BETON VERT, UNE CONTRIBUTION SIGNIFICANTE A L ECONOMIE CIRCULAIRE/ GROEN BETON, EEN BIJDRAGE TOT DE PLAATSELIJKE CIRCULAIRE ECONOMIE BETON VERT, UNE CONTRIBUTION SIGNIFICANTE A L ECONOMIE CIRCULAIRE/ GROEN BETON, EEN BIJDRAGE TOT DE PLAATSELIJKE CIRCULAIRE ECONOMIE Goossens Willy, GBV Groen Beton Vert HET BELANG VAN DE CIRCULAIRE ECONOMIE

Nadere informatie

BETONBAKKEN VOOR ONDERGRONDSE SYSTEMEN

BETONBAKKEN VOOR ONDERGRONDSE SYSTEMEN BETONBAKKEN VOOR ONDERGRONDSE SYSTEMEN BETONBAKKEN Voor de productie van beton worden door veel fabrikanten hoofdzakelijk primaire grondstoffen gebruikt, te weten zand en grind. Deze worden wegens uitputting

Nadere informatie

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012 Oktober 2013 Samenvatting Provinciebreed wordt er in 2012 met 91% van de medewerkers een planningsgesprek gevoerd, met 81% een voortgangsgesprek en met

Nadere informatie

Selectief verwijderd en separaat aangeboden asbest; Binnen verpakking lucht en vezeldicht materiaal;

Selectief verwijderd en separaat aangeboden asbest; Binnen verpakking lucht en vezeldicht materiaal; ASBEST Als asbest wordt geaccepteerd: Selectief verwijderd en separaat aangeboden asbest; Asbestcementbuizen; Ingezameld asbest. Voorwaarden: Materiaal van te voren bevochtigen; Dubbel verpakt aanleveren;

Nadere informatie

Samenvatting ketenanalyse FORZ Toeslagmateriaal

Samenvatting ketenanalyse FORZ Toeslagmateriaal Samenvatting ketenanalyse FORZ Toeslagmateriaal Mineralz b.v. Datum: 16-12-2018 Versie: 2.0 Auteur: Martin Vos, Bart Nevels Status: Concept Autorisatiedatum: 20-12-2018 INHOUD 1 Inleiding... 3 1.1 Wat

Nadere informatie

Kenmerken van het project

Kenmerken van het project Kenmerken van het project Inleiding Rewinn is opgericht in 2015 als samenwerking tussen Sagrex Nederland en Theo Pouw Groep en is gevestigd in Amsterdam. Met Rewinn hebben de twee partijen de betonkringloop

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2032122/2774502 op de op 26 mei 2011 bij hen ingekomen aanvraag van SABIC Innovative Plastics BV, om vergunning krachtens

Nadere informatie

Sectorplan 12: Metalen

Sectorplan 12: Metalen TEKST SECTORPLAN 14 (onderdeel LAP) Sectorplan 14 Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan I Afbakening Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan bestaan uit met papier

Nadere informatie