Raadsmededeling - Openbaar

Transcriptie

1 Raadsmededeling - Openbaar Nummer : 107/2013 Datum : 7 augustus 2013 B&W datum : 13 augustus 2013 Portefeuillehouder : H.J. Rijks Onderwerp : Reactie op de door de Progressieve Partij en CU ingediende Motie 5a inzake Huihoudelijke hulp Aanleiding In de Raadsvergadering van dinsdag 9 juli 2013 is door de Progressieve Partij en CU een motie ingediend inzake het kader van de Huishoudelijke hulp. Vervolgens is deze motie na wijziging, unaniem aangenomen door de raad. De wijziging houdt in dat de genoemde verzoeken onder 1 tot en met 3 zijn geschrapt. Door middel van deze raadsmededeling geven wij u een reactie op de in de motie genoemde verzoekpunten 4 tot en met 8. Inhoud mededeling De genoemde verzoeken in de motie zijn: 4. in de eventuele besteksvoorwaarden op te nemen dat nieuwe aanbieders het personeel overnemen met dezelfde rechten. Een en ander conform het integraal in het bestek op te nemen artikel 12.3 van de CAO VVT; 5. te overleggen met de raad over de wijze van contracteren (meervoudige onderhandse aanbesteding, bestuurlijk of maatschappelijk aanbesteden) en de gunningcriteria; 6. zeer terughoudend te zijn met inschakeling van door de overheid of zorginstellingen opgezette of gefaciliteerde alfa-bureau s en de p.g.b. s vooral inzetten waarvoor ze bedoeld zijn; 7. dit helder te communiceren met cliënten en werknemers in de zorg; 8. het initiatief te nemen om over de situatie na 2014 tijdig te overleggen met cliënten, aanbieders (werkgevers), werknemers en gemeenten; Beantwoording: 4 Met betrekking tot het verzoek om in het bestek op te nemen dat de nieuwe aanbieders het personeel overnemen met dezelfde rechten zijn wij van oordeel dat dit een rol is van de thuiszorgorganisaties en de vakbonden onderling en niet van de gemeenten. Hierover is op 21 maart 2013 nog een uitspraak van de Rechtbank Oost-Nederland gedaan (zie bijlage I). Rond dit onderwerp spelen twee zaken een rol: Artikel 10a Wmo, waarin wordt aangegeven dat zogenaamde winnende werkgevers in overleg treden met verliezende werkgevers over de overname van het betrokken personeel. Daarnaast is artikel 12.3 van de CAO-VVT van toepassing waarin de overname van personeel in de hiervoor genoemde situatie is geregeld. Wij geven in het bestek aan dat artikel 12.3 van de CAO-VVT geldt indien een winnende werkgever in overleg moet treden met een verliezende werkgever over overname van het personeel. Wij gaan er niet vanuit dat dit betekent dat alle rechten van alle individuele werknemers altijd moeten worden gerespecteerd. In het verplichtend opleggen van het overnemen van alle individuele rechten van de werknemers door de nieuwe partijen

2 voorzien wij o.a. een onwenselijk opdrijvend effect van de huidige tarieven. Dit blijkt al in het verschil dat in tarieven wordt gehanteerd door de aanbieders onderling en mede in relatie tot de basistarieven die nu worden voorgesteld. Met de beantwoording van dit punt 4 is door ons tevens een reactie gegeven op het schrijven dat u hebt ontvangen van de ABVAKABO/FNV d.d. 3 augustus 2013 (zie bijlage II) 5. De wijze van aanbesteden is een bevoegdheid van het college. Met de 7 Achterhoekse gemeenten (exclusief Montferland) gaan wij voor het jaar 2014 hulp bij het huishouden aanbesteden door middel van een B-dienst procedure (= meervoudig onderhands aanbesteden, oftewel bestuurlijk aanbesteden). Dit houdt in dat wij met alle huidige aanbieders in overleg gaan om ook in 2014 Hulp bij het huishouden uit te voeren, met een optie tot verlenging met 1 jaar (2015). In de besteksvoorwaarden wordt o.a. het basistarief vermeld (= minimumtarief waaronder men niet mag aanbieden, zodat een bepaalde mate van kwaliteit kan worden gegarandeerd). Het basistarief wordt vastgesteld door de raad op grond van de nieuwe Wet basistarieven. Hiervoor ontvangt u een apart raadsvoorstel dat regionaal met de 7 hiervoor genoemde gemeenten is afgestemd. Verder wordt in het bestek de onder punt 4 genoemde voorwaarden van overname van personeel opgenomen. 6. De cliënt bepaalt op welke manier hij/zij ondersteuning ontvangt en als hij/zij kiest voor pgb dan is dat aan de cliënt. Als gemeente spelen wij hier geen rol in. Op dit moment zijn er 2 alfabureaus voor de gemeente Aalten die de bemiddeling tussen cliënt en alfahulp uitvoeren. 7. (en 8) U verzoekt het college om helder te communiceren met cliënten en werknemers in de zorg. De verantwoordelijkheid van de gemeente ligt bij de zorg voor de cliënt die een beroep doet op ondersteuning. Naar hen toe zullen wij helder en zo snel als mogelijk zijn in onze communicatie. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd: Bijlage I : Uitspraak van de Rechtbank Oost-Nederland Bijlage II : Schrijven van de ABVAKABO/FNV De volgende stukken zijn voor u ter inzage gelegd:

3 Zoetermeer, 3 augustus 2013 Beste gemeenteraadslid, Recent heeft u kunnen zien hoe de thuiszorgvrouwen van Sensire hun hoofdkantoor in Varsseveld bezetten. Zij deden dit omdat zij van het UWV een brief hadden ontvangen waarin stond dat Sensire toestemming heeft om hen te ontslaan. Het bevreemdt ons zeer dat het UWV toestemming heeft verleend aan dit voornemen tot ontslag, aangezien het geld en het werk blijft. Wij zullen hierover in contact treden met minister Asscher en staatssecretaris van Rijn. Voor u als gemeenteraadslid ligt er echter ook een belangrijke taak om een dramatisch massa ontslag in uw gemeente te voorkomen. Wij roepen u op om uw bestek zo te formuleren dat medewerkers baanzekerheid en cao arbeidsvoorwaarden hebben en cliënten hun vertrouwde zorg krijgen Geld en werk blijft Het Kabinet is voornemens om 40% op de thuiszorg te bezuinigen, in Door het Zorgakkoord worden de bezuinigingen verzacht (niet 75% maar 40%) en uitgesteld waardoor het budget in 2014 gelijk blijft. Tevens zijn deze plannen nog niet goedgekeurd door de Tweede Kamer en niet door de Eerste Kamer, waar het kabinet geen meerderheid heeft. Het geld blijft dus, maar ook het werk blijft. De cliënten in uw gemeente zullen komend jaar ook thuiszorg nodig hebben. Waarom doet Sensire dit? Sensire zegt haar activiteiten te beëindigen en al haar thuiszorgmedewerkers preventief te moeten ontslaan, omdat u als gemeente hen geen duidelijkheid geeft over het toekomstig werk. En dat ontslag zou ook nu al moeten worden aangezegd, omdat de medewerkers een lange opzegtermijn van zes maanden hebben. Echter, navraag leert dat deze opzegtermijn van zes maanden slechts 34 medewerkers betreft. Desondanks wil Sensire nu alle 1115 medewerkers ontslaan. Wij vinden dat helemaal niet nodig, maar op zijn minst veel te vroeg. Het werk zal immers blijven, want het budget is in 2014 hetzelfde. Het is slechts de vraag welke aanbieder(s) dit gaat verzorgen. De onzekerheid voor Sensire zit hem er ten dele wel in dat de ze geen 100% zekerheid heeft dat al haar personeel overgenomen wordt door een andere zorgaanbieder. Dat zou betekenen dat Sensire niet de cliënten (en inkomsten) meer heeft, maar wel het personeel. De Wet Overgang Onderneming is in dit soort situaties niet zonder meer van toepassing. Dat is achteraf pas vast te stellen als bijvoorbeeld een substantieel deel van de medewerkers is overgenomen door de verkrijger. Tevens is de cruciale Cao-bepaling over overname van een deel van het personeel vanaf 1 september 2013 niet meer van toepassing. Dat is pas weer het geval nadat de Cao algemeen verbindend is verklaard en dat zal zeer waarschijnlijk niet voor al gerealiseerd zijn. Voor de medewerkers, maar ook voor Sensire, is het daarom van groot belang dat de overgang van medewerkers met behoud van rechten naar de verkrijger van de opdracht in het bestek als voorwaarde wordt opgenomen. Wij zullen hiervoor een tekstvoorstel doen. Sensire zegt haar thuiszorgactiviteiten te beëindigen. Uit de ontslagaanvraag blijkt echter ook dat ze andere scenario's niet uitsluiten. Er staat dat Sensire "in de huidige vorm" niet door gaat met de thuiszorg activiteiten, maar "andere business modellen" vindt Sensire wél interessant. Bijvoorbeeld d.m.v. het oprichten van specifieke BV-tjes waar medewerkers dan weer op hun eigen baan moeten solliciteren. Maar dan wellicht als Alfahulp zonder Caorechten of toch gewoon als werknemer maar dan tegen slechtere voorwaarden als voor 1 januari Wij hopen dat u met ons vindt dat dergelijke constructies slecht voor de werknemers en de kwaliteit van zorg zijn en dus uitgesloten moeten worden.

4 Bestek Gezien bovenstaande roepen wij u op om een aantal zaken expliciet in het bestek op te nemen. Goede (thuis)zorg kan alleen worden verleend door goede medewerkers die goed worden behandeld. Daarom moet loondumping en verdere onzekerheid voor medewerkers en cliënten worden voorkomen. Wij vragen u in het bestek in ieder geval het volgende op te nemen. 1) De in de wet genoemde, vereiste vaardigheden leiden tot een cao waardering en beloning op minimaal FWG 15. Hier dient het basistarief op gebaseerd te zijn. Voor de letterlijke wettekst van de wetten Kant/Leijten, verwijzen wij u naar bijlage 1. 2) De cao VVT (verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg) moet van toepassing verklaard worden en gehanteerd worden. 3) De tekst van artikel 12.3 van de cao VVT (verpleeg-, verzorgingshuizen en thuiszorg) moet expliciet op worden genomen. Dit artikel regelt dat het beschikbare werk aan de medewerkers moet worden gegeven van "verliezende" partij bij de aanbesteding. Dit is van belang voor zowel de medewerkers die hiermee baanzekerheid hebben (ook al wint een andere zorgorganisatie dan hun eigen werkgever de aanbesteding) als voor de zorgorganisaties (die lopen financiële risico's wanneer niet gegarandeerd is dat hun mensen worden overgenomen door de winnaar van de aanbesteding). Op het moment dat dit niet geregeld is leidt dit tot risicomijdend gedrag van zorgorganisaties en betalen de medewerkers hiervan de rekening (die worden "preventief" ontslagen) en bestaat het gevaar dat niet georganiseerde werkgevers (cowboys) de zorg betreden. Wij wijzen u erop dat de cao VVT op 1 september afloopt en dat hiermee de algemeen verbindend verklaring komt te vervallen. Strikt noodzakelijk is dus om dit cao artikel in het bestek op te nemen, ook nádat de cao afloopt. Voor de letterlijke tekst van artikel 12.3 cao VVT, verwijzen wij u naar bijlage 2. Overigens is het aanbesteden van de thuiszorg, sinds de wetten Kant/Leijten door de Tweede en de Eerste Kamer zijn aangenomen, in zijn geheel niet meer nodig. Wij zijn van mening dat de nadelige gevolgen van de marktwerking in de zorg inmiddels dusdanig manifest zijn dat we dit niet meer zouden moeten doen. Tevens doen wij een dringend beroep op u als gemeenteraadslid ervoor te zorgen dat er geen verdringing plaats zal gaan vinden. Anders gezegd: dit belangrijke thuiszorgwerk, of delen van dit werk, mogen niet overgenomen worden op basis van werk met behoud van uitkering. Mocht u behoefte hebben aan meer informatie of zijn er vragen? Wij zijn graag tot overleg bereid. Met vriendelijke groet, Wim van der Hoorn wvanderhoorn@abvakabo.nl Lilian Marijnissen lmarijnissen@abvakabo.nl Cao VVT onderhandelaars Abvakabo FNV

5 Bijlage 1: Wet Kant/Leijten Artikel 21a 1. De gemeenteraad stelt basistarieven vast voor het verlenen van huishoudelijke verzorging. 2. De basistarieven worden vastgesteld: a. op basis van reële kostprijzen van de onderscheidenlijke vormen van huishoudelijke verzorging; en b. uitgaande van inzet van personeel door de aanbieder tegen arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden benodigd voor het leveren van huishoudelijke verzorging. 3. Het college van burgemeester en wethouders neemt bij het aangaan van overeenkomsten met derden over het verlenen van huishoudelijke verzorging de door de gemeenteraad vastgestelde basistarieven in acht. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde basistarieven en de in het tweede lid bedoelde arbeidsvoorwaarden. 5. Het ontwerp van een krachtens het vierde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Bijlage 2: Artikel 12.3 cao VVT Overname personeel Wmo (Dit artikel treedt in werking voor inschrijvingen op gemeentelijke opdracht tot het leveren van Wmo huishoudelijke verzorging vanaf het moment dat de deze bepaling Algemeen Verbindend is verklaard). In aanvulling op de overlegplicht van artikel 10a Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Stb. 2006, 351 en Stb. 2009, 346) gelden, in het kader van het aangaan respectievelijk in het kader van wijzigingen in de contractuele betrekkingen tussen de werkgever en de gemeente inzake de opdracht tot het leveren van WMO huishoudelijke verzorging in natura, voor de bij dit overleg betrokken werkgevers de navolgende leden: 1. Werkingssfeer a. Verliezende werkgever: de werkgever die de opdracht tot het verlenen van huishoudelijke verzorging ingevolge de WMO zorg in natura van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente heeft verloren of wiens gegunde opdracht is verminderd. b. Verkrijgende werkgever: de werkgever die de opdracht tot het verlenen van huishoudelijke verzorging ingevolge de WMO zorg in natura van het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente heeft verkregen of wiens gegunde opdracht is vermeerderd. c. Werknemer: de werknemer die uitsluitend of in hoofdzaak uitvoerende werkzaamheden verricht bij cliënten in het kader van hulp bij het huishouden voor wie door het verlies van de opdracht geen arbeid meer beschikbaar is bij de verliezende werkgever.

6 d. Deze regeling geldt niet indien de Wet overgang ondernemingen als bedoeld in de artikelen 7: 662 tot en met 7: 666 BW van toepassing is, waarbij de rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst tussen hem en de daar werkzame werknemer(s) bij overgang van rechtswege overgaan op de verkrijgende werkgever. 2. Verplichtingen a. De werkgever die inschrijft op een gemeentelijke opdracht tot het leveren van WMO huishoudelijke verzorging in natura, vermeldt de verplichtingen ingevolge deze regeling in de offerte. b. De verliezende werkgever(s) en de verkrijgende werkgever(s) treden gezamenlijk in overleg over de overname door de verkrijgende werkgever(s) van de bij de verliezende werkgever in dienst zijnde werknemers, voor wie door het verlies van de opdracht geen arbeid meer beschikbaar is. De in sub b genoemde werkgevers stellen de betrokken gemeente(n) op de hoogte van dit overleg met het verzoek hieraan deel te nemen met als doel te komen tot concrete afspraken over een inhoudelijke bijdrage van de gemeente op grond van de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor (behoud van) de locale werkgelegenheid. d. De verliezende werkgever(s) stelt (stellen) een (gezamenlijk) overzicht op met werknemers als bedoeld in lid 1 sub c. Daarbij worden de werknemers evenredig ingedeeld, waarbij tenminste rekening wordt gehouden met: - functiegroep; - de contractuele arbeidsduur. e. In goed onderling overleg tussen de verkrijgende werkgevers vindt een redelijke en evenredig gespreide verdeling van het aantal werknemers plaats, te meten op FTE-basis en rekening houdend met de indeling als bedoeld in sub d. f. De verkrijgende werkgever(s) is (zijn) verplicht aan de op grond van de sub e verdeelde werknemer(s) een arbeidsovereenkomst aan te bieden. Deze arbeidsovereenkomst wordt aangegaan tegen dezelfde cao- arbeidsvoorwaarden zoals die laatstelijk op de werknemer van toepassing waren bij de verliezende werkgever. g. Als voor een of meer werkgevers uit dwingende wet- en regelgeving verplichtingen voortvloeien die van invloed zijn op de toepassing van dit artikel, zoals (herplaats) verplichtingen tegenover huidige werknemers die van invloed zijn op de mate waarin nieuw personeel kan worden overgenomen, kan van de verplichtingen van sub d, e en f worden afgeweken. Daarbij wordt zoveel mogelijk in de geest van deze regeling gehandeld.

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

17

18

19

20

21

22

23