Betalingen aan belastingparadijzen Commentaar op de artikelen 128, 133, 134 en 136 van de programmawet van 23 december 2009

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Betalingen aan belastingparadijzen Commentaar op de artikelen 128, 133, 134 en 136 van de programmawet van 23 december 2009"

Transcriptie

1 Circulaire AFZ nr. 13/2010 dd 30/11/2010 Circulaire nr. Ci. RH.421/ (AAF 64/2010). INKOMSTENBELASTING PROCEDURE Aangifteverplichting Belastingparadijzen Landenlijst VENNOOTSCHAPSBELASTING BELASTING VAN NIET-INWONERS/VENNOOTSCHAPPEN Aftrek als beroepskost Werkelijke en oprechte verrichtingen Personen andere dan artificiële constructies Verrekenprijzen Betalingen aan belastingparadijzen Commentaar op de artikelen 128, 133, 134 en 136 van de programmawet van 23 december 2009 Aan alle ambtenaren van de Administratie van Fiscale Zaken, van de Algemene administratie van de fiscaliteit en van de Algemene administratie van de strijd tegen de fiscale fraude niveaus A, B en C Deze circulaire bevat de commentaar op de artikelen 128, 133, 134 en 136 van de programmawet van 23 december 2009 (MB ). INHOUDSTABEL I WETTELIJKE BEPALINGEN Programmawet van 23 december 2009 II. REGLEMENTAIRE BEPALINGEN 1. Koninklijk besluit van 6 mei 2010 ter uitvoering van artikel 307, 1, derde tot zesde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de lijst van Staten zonder of met een lage belasting 2.Koninklijk besluit van 7 mei 2010 tot vastlegging van het model van formulier als bedoeld in artikel 307, 1, zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 III. BESPREKING 1. Achtergrond 2. Bedoelde belastingplichtigen 3. Aangifteverplichting 3.1. Geviseerde Staten Staten die de OESO-standaard inzake de uitwisseling van inlichtingen niet effectief en substantieel toepassen Lijst van Staten zonder of met een lage belasting (i.e. landen met een nominaal tarief van de vennootschapsbelasting lager dan 10pct) 3.2. Betalingen aan personen gevestigd in de geviseerde Staten Betaling Persoon Gevestigd 3.3. Rechtstreekse of onrechtstreekse betalingen 3.4. Aangifte via het formulier 275 F 4. Niet aftrekbare beroepskosten 4.1. Niet-aangegeven betalingen 4.2. Aangegeven betalingen Werkelijke en oprechte verrichtingen Personen andere dan artificiële constructies Marktconforme betalingen Algemene aftrekbaarheidsvoorwaarden

2 4.3. Samenloop IV. VERENIGBAARHEID VAN DE WETTELIJKE BEPALINGEN MET DE NON-DISCRIMINATIEBEPALING IN DUBBELBELASTINGVERDRAGEN EN MET HET VRIJ VERKEER VAN KAPITAAL EN BETALINGEN VOORZIEN IN HET EU-VERDRAG 1. De non-discriminatiebepaling in Belgische dubbelbelastingverdragen 2. EU-verdrag : vrijheid van kapitaal- en betalingsverkeer 2.1. Geen uitwisseling van fiscale inlichtingen 2.2. Uitwisseling van fiscale inlichtingen Geen bewijs van werkelijke en oprechte verrichtingen Vrij verkeer van kapitaal en betalingen niet van toepassing V. INWERKINGTREDING I. WETTELIJKE BEPALINGEN Programmawet van 23 december 2009 (BS , ED.1) Art In artikel 198, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 25 april 2007, wordt de bepaling onder 10 hersteld in volgende lezing : «10 onverminderd de toepassing van artikel 219, de betalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn verricht naar Staten die in artikel 307, 1, derde lid, zijn bedoeld, en die niet zijn aangegeven overeenkomstig genoemd artikel 307, 1, derde lid, of, als ze toch aangegeven zijn, waarvoor de belastingplichtige niet door alle rechtsmiddelen bewijst dat zij in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen en die met personen andere dan artificiële constructies zijn verricht;». Art Artikel 128 treedt in werking vanaf aanslagjaar 2010 voor de betalingen die vanaf 1 januari 2010 worden gedaan. Art Artikel 307, 1, van hetzelfde Wetboek, gewijzigd bij koninklijk besluit van 20 december 1996 en bij de wet van 10 augustus 2001, wordt aangevuld met de volgende leden : «De belastingplichtigen onderworpen aan de vennootschapsbelasting of, overeenkomstig artikel 227, 2, aan de belasting van niet-inwoners, zijn gehouden aangifte te doen van alle betalingen die zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen gevestigd in een Staat die : a) ofwel gedurende het volledige belastbaar tijdperk waarin de betaling heeft plaatsgevonden, door het Mondiaal Forum van de OESO inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen, na een grondige beoordeling van de mate waarin de OESO-standaard op het gebied van uitwisseling van inlichtingen in deze Staat is toegepast, werd aangemerkt als een Staat die niet effectief of substantieel deze standaard toepast; b) ofwel voorkomt op de lijst van Staten zonder of met een lage belasting. Voor de toepassing van het derde lid wordt onder Staat zonder of met een lage belasting verstaan een Staat waarvan het nominaal tarief van de vennootschapsbelasting lager is dan 10 pct. De lijst van Staten zonder of met een lage belasting wordt bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. Deze lijst wordt herzien bij koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. De in het derde lid bedoelde aangifte moet slechts worden gedaan voor zover het totaal van de betalingen die tijdens het belastbaar tijdperk werden gedaan, een minimum bedrag van euro bereikt. De aangifte wordt gedaan op een formulier waarvan het model door de Koning wordt vastgesteld en gevoegd bij de in artikel 305, eerste lid, bedoelde aangifte.». Art Artikel 134 treedt in werking vanaf aanslagjaar 2010 voor de betalingen die vanaf 1 januari 2010 worden gedaan. II. REGLEMENTAIRE BEPALINGEN

3 1. Koninklijk besluit van 6 mei 2010 ter uitvoering van artikel 307, 1, derde tot zesde lid van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 betreffende de lijst van Staten zonder of met een lage belasting (BS , Ed.1) Artikel 1. In hoofdstuk III van het KB/WIB 92, wordt een afdeling VIIIbis ingevoegd met als opschrift «Aangifteplicht betreffende betalingen die zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen gevestigd in Staten zonder of met een lage belasting (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 307)» en die een artikel 179 bevat, luidende : «Art De in artikel 307, 1, derde lid, b, van het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992, bedoelde lijst van Staten zonder of met een lage belasting is de hiernavolgende : 1. Abu Dhabi 2. Ajman 3. Andorra 4. Anguilla 5. Bahama's 6. Bahrein 7. Bermuda 8. Britse Maagdeneilanden 9. Kaaimaneilanden 10. Dubai 11. Fujairah 12. Guernsey 13. Jersey 14. Jethou 15. Malediven 16. Eiland Man 17. Micronesië (Federatie van) 18. Moldavië 19. Monaco 20. Montenegro 21. Nauru 22. Palau 23. Ras al Khaimah 24. Saint-Barthelemy 26. Sharjah 27. Turks en Caicos Eilanden 28. Umm al Qaiwain 29. Vanuatu 30. Wallis-en-Futuna». Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari Koninklijk besluit van 7 mei 2010 tot vastlegging van het model van formulier als bedoeld in artikel 307, 1, zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (1) (BS , Ed. 1) Artikel 1. Het model van formulier als bedoeld in artikel 307, 1, zesde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt in de bijlage van dit besluit vastgelegd. Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Het model van het formulier 275 F is als bijlage toegevoegd. III. BESPREKING 1. Achtergrond De invoering van de verplichting om op een apart formulier, dat bij de aangifte in de vennootschapsbelasting (Ven.B) of de belasting van niet-inwoners/vennootschappen (BNI/ven.) moet worden gevoegd, de betalingen aan personen gevestigd in bepaalde Staten aan te geven, moet worden gesitueerd tegen de achtergrond van de beslissingen die de G20 in de loop van 2009 heeft genomen inzake de belastingparadijzen. Die beslissingen hebben tot doel om de OESO-standaard op het gebied van de uitwisseling van inlichtingen op te leggen in de fiscale betrekkingen tussen Staten. Die standaard

4 laat een Staat niet langer toe zich te verschuilen achter zijn bankgeheim om aldus te weigeren antwoord te geven op een verzoek om inlichtingen. De G20 beveelt aan om op nationaal niveau maatregelen te nemen die gericht zijn tegen Staten die hun verbintenis om de OESO-standaard inzake de uitwisseling van inlichtingen toe te passen, niet effectief nakomen. De lijst van Staten die hun verbintenis om de OESO-standaard inzake de uitwisseling van inlichtingen toe te passen niet effectief nakomen, wordt opgesteld door het Mondiaal Forum van de OESO inzake transparantie en uitwisseling van fiscale inlichtingen. De nieuwe regeling bestaat erin dat de eraan onderworpen vennootschappen verplicht zijn aangifte te doen van de betalingen die ze rechtstreeks of onrechtstreeks gedaan hebben aan personen gevestigd in de geviseerde Staten, althans indien het totale bedrag van dergelijke betalingen een minimum van ,00 euro bereikt. De Belgische maatregel gaat evenwel verder in de mate dat de aangifteplicht ook van toepassing is op de betalingen die door in België belastingplichtige vennootschappen worden verricht met personen die gevestigd zijn in Staten waar het nominaal tarief van de vennootschapsbelasting minder dan 10 pct bedraagt. Deze aangifteplicht heeft tot doel de belastingcontroles in verband met die betalingen naar belastingparadijzen efficiënter te maken. Het opsporen van dergelijke betalingen in de volledige boekhouding van vennootschappen is immers vaak een lange en zware taak die weinig tijd laat voor het eigenlijke onderzoek van de betalingen zelf. Voortaan zullen de controlediensten de mogelijkheid hebben om zich te concentreren op het onderzoek van de legitimiteit van die betalingen eerder dan op het opsporen ervan. Er zal in het bijzonder worden nagegaan of die betalingen wel degelijk beantwoorden aan rechtmatige overwegingen van industriële of commerciële aard, of ze at arm s length zijn en gedaan zijn in het kader van verrichtingen die geen kunstmatige constructies zijn bedoeld om in België de belasting te ontwijken. 2. Bedoelde belastingplichtigen De hierna besproken nieuwe bepalingen hebben enkel betrekking op de belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de Ven.B (art. 2 en 179, WIB 92) of aan de BNI/vennootschappen (art. 227, 2, WIB 92). 3. Aangifteverplichting Indien het totaal van de betalingen tijdens het belastbaar tijdperk rechtstreeks of onrechtstreeks gedaan aan personen gevestigd in bepaalde Staten een bedrag van ,00 euro bereikt, moeten deze betalingen worden opgenomen in een formulier 275 F Geviseerde Staten De geviseerde Staten kunnen in twee categorieën worden verdeeld. Enerzijds zijn er de Staten die niet effectief en substantieel de OESO-standaard op het gebied van uitwisseling van inlichtingen toepassen en anderzijds zijn er de Staten zonder vennootschapsbelasting of met een nominaal tarief van de vennootschapsbelasting dat lager is dan 10 pct. Alle betalingen aan personen gevestigd in een Staat die behoort tot één van deze twee categorieën, moeten in aanmerking worden genomen om te bepalen of de ,00 euro-grens is bereikt Staten die de OESO-standaard inzake de uitwisseling van inlichtingen niet effectief en substantieel toepassen 1 Om na te gaan of Staten de verbintenis om de internationale standaard inzake uitwisseling van bankgegevens in de praktijk ook toepassen, heeft het Mondiaal Forum van de OESO een werkgroep (de zgn. Peer Review Group of Groep voor opvolging door gelijken) opgericht. Deze groep is belast met het opvolgen van de vooruitgang die gerealiseerd wordt in de toepassing van een effectieve en volledige uitwisseling van inlichtingen tussen de fiscale administraties van de verschillende Staten. De werkzaamheden van die Peer Review Group zullen de identificatie toelaten van de Staten die moeten beschouwd worden als Staten die de standaard inzake uitwisseling van inlichtingen niet reëel en substantieel hebben toegepast. 1 De Nederlandstalige en Franstalige versie van de wettekst verschillen op dit punt. De of in de Nederlandstalige versie moet gelezen worden als en.

5 Op dit ogenblik is deze toetsing nog niet afgelopen. Het is dus nog niet mogelijk de Staten te identificeren die de standaard niet effectief en substantieel hebben toegepast. Van zodra dit wel het geval is zal er hieromtrent een aanvullende circulaire worden gepubliceerd. Opgemerkt wordt dat de aangifteplicht slechts geldt ten aanzien van Staten die gedurende het volledige belastbaar tijdperk waarin de betaling plaatsvindt door de OESO worden beschouwd als Staten die de standaard inzake uitwisseling van inlichtingen niet effectief en substantieel hebben toegepast Lijst van Staten zonder of met een lage belasting (i.e. landen met een nominaal tarief van de vennootschapsbelasting lager dan 10 pct) Een Staat zonder of met een lage belasting wordt gedefinieerd als een Staat waarvan het nominaal belastingtarief voor vennootschappen lager is dan 10 pct. Die Staten zijn opgesomd in een lijst, die is vastgelegd bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit en die om de twee jaar zal worden herzien. De belastingplichtige zal zich moeten baseren op de lijst die van kracht is op 1 januari van het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk tijdens hetwelk de bedoelde verrichtingen zijn uitgevoerd (Gedr. St., Kamer , nr. 2278/001, blz. 70). De lijst die met ingang van 1 januari 2010 van toepassing is, is opgenomen in artikel 179, KB/WIB 92 (zie punt 1 van rubriek II. REGLEMENTAIRE BEPALINGEN ) Betalingen aan personen gevestigd in een geviseerde Staat De bedoelde belastingplichtigen zijn verplicht aangifte te doen van alle betalingen die zij rechtstreeks of onrechtstreeks hebben gedaan aan personen gevestigd in een voornoemde Staat, voor zover het totaal van die betalingen die werden gedaan tijdens het belastbaar tijdperk een minimum bedrag van ,00 euro bereikt. Voor de aan de Ven.B onderworpen belastingplichtigen strekt deze aangifteverplichting zich uit tot de betalingen die gedaan zijn door hun buitenlandse inrichtingen. Een betaling moet worden aangegeven indien ze wordt gedaan aan een persoon die gevestigd is in een geviseerde Staat. De aangifte moet worden gedaan voor het belastbaar tijdperk waarin de betaling effectief wordt verricht. De aangifteplicht geldt inzoverre de belastingplichtige weet of redelijkerwijze geacht is te weten dat hij een betaling verricht aan een persoon gevestigd in een geviseerde Staat. Bijvoorbeeld in het geval van interestbetalingen opgenomen in een vereffeningsstelsel of met betrekking tot beursgenoteerde obligaties kan de emittent niet verondersteld worden te weten wie de uiteindelijke verkrijger van de geviseerde betaling is. Het aan te geven bedrag is dat van de effectieve betaling. Een vennootschap die interesten of royalty s betaalt, zal rekening moeten houden met het nettobedrag zoals bedoeld in artikel 22, 1, WIB 92, dus met inbegrip van de roerende voorheffing die in voorkomend geval werd ingehouden, voor de berekening van het grensbedrag van ,00 euro en zal dit nettobedrag moeten opnemen in het formulier 275 F. Het feit dat deze betaling reeds voorkomt in een andere opgave, ontslaat de bedoelde belastingplichtige er niet van om dit bedrag op te nemen voor de berekening van de geviseerde betalingen en, desgevallend, in het formulier 275 F Betaling Het begrip betaling omvat zowel een betaling in giraal geld of chartaal geld als betalingen in natura. Het begrip omvat bovendien zowel betalingen in eigen naam als betalingen in naam en/of voor rekening van derden. Artikel 307, 1, derde lid, WIB 92 spreekt zonder onderscheid over alle betalingen. Het is niet vereist dat de betaling een kost dekt of dat er een tegenprestatie tegenover staat. Het kan gaan om de betaling van huur, interesten, kapitaalaflossingen, royalties, aankoop van goederen of vaste activa, dienstverrichtingen, bezoldigingen, commissies, makelaarslonen, erelonen, enz. De geldoverdrachten uitgevoerd door de in België gevestigde kredietinstellingen bedoeld in de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, naar aanleiding van de betalingsopdrachten gegeven door hun rekeninghouders, worden in hoofde van deze kredietinstellingen niet geviseerd door artikel 307, 1, derde lid, WIB 92. Door deze bepaling zijn eveneens niet geviseerd, in hoofde van kredietinstellingen, van erkende en in België gevestigde beursvennootschappen, verrekenings- en vereffeningsinstellingen, de betalingen aan buitenlandse vennootschappen bedoeld in artikel 261, vierde lid, WIB 92 voor zover deze instellingen de betaling uitsluitend als tussenpersoon uitvoeren Persoon

6 Het begrip persoon omvat zowel de natuurlijk personen, als de rechtspersonen als elke andere vereniging van personen, ongeacht of de persoon of personen als dusdanig aan een inkomstenbelasting worden onderworpen. In het geval van een trust worden zowel de instellers ( settlors ), de beheerders ( trustees ), de toezichthouders ( protectors ) als de gerechtigden ( beneficiaries ) van de trust beoogd Gevestigd Beschikt de verkrijger van de betaling over een adres (of een financiële rekening) in één van de geviseerde Staten dan valt deze betaling in principe onder de aangifteplicht, tenzij de belastingplichtige aan de hand van objectieve en controleerbare gegevens kan aantonen dat de bestemmeling fiscaal inwoner (of gevestigd) is van (in) een niet-geviseerde Staat. Eveneens zijn bedoeld, betalingen door een belastingplichtige aan een bijkantoor gelegen in een niet-geviseerde Staat, terwijl het hoofdhuis van dat bijkantoor in een geviseerde Staat is gevestigd. In de praktijk kunnen zich onder meer volgende situaties voordoen: 1 de bestemmeling van de betaling beschikt over een adres in één van de geviseerde Staten en de betaling gebeurt op een financiële rekening gehouden bij een financiële instelling gevestigd in één van de geviseerde Staten; 2 idem als 1 doch de betaling gebeurt op een financiële rekening gehouden bij een financiële instelling gevestigd in een andere Staat dan één van de geviseerde Staten; 3 idem als 1 doch de betaling in chartaal geld of in natura gebeurt op het grondgebied van de geviseerde Staat of de betaling gebeurt daarbuiten en de fondsen worden binnengebracht in het territorium van één van de geviseerde Staten; 4 idem als 1 doch de betaling in chartaal geld of in natura gebeurt buiten het grondgebied van de geviseerde Staat en de fondsen worden niet binnengebracht in het territorium van één van de geviseerde Staten; 5 de betaling gebeurt op een financiële rekening gehouden bij een financiële instelling gevestigd in één van de geviseerde Staten; 6 de betaling in chartaal geld of in natura gebeurt op het grondgebied van de geviseerde Staat of de betaling gebeurt daarbuiten en de fondsen worden binnengebracht in het territorium van één van de geviseerde Staten; 7 de bestemmeling van de betaling beschikt niet over een adres in één van de geviseerde Staten en de betaling gebeurt op een financiële rekening gehouden bij een financiële instelling die niet gevestigd is in één van de geviseerde Staten. 8 de bestemmeling van de betaling beschikt niet over een adres in één van de geviseerde Staten en de betaling in chartaal geld of in natura gebeurt niet op het grondgebied van één van de geviseerde Staten of de betaling gebeurt buiten het grondgebied van één van de geviseerde Staten en de fondsen worden niet binnengebracht in het territorium van één van de geviseerde Staten. De betalingen vermeld onder 1,2, 3, 4, 5 en 6 moeten worden aangegeven, tenzij de belastingplichtige aan de hand van objectieve en controleerbare gegevens kan aantonen dat de verkrijger inwoner is van een niet-geviseerde Staat. De belastingplichtige zal overeenkomstig artikel 315 en 315bis, WIB 92 alle bescheiden moeten voorleggen die de controlerende ambtenaar moeten toelaten na te gaan of de aangifte op dat vlak correct werd opgesteld. De betalingen onder 7 en 8 moeten niet worden aangegeven, tenzij de belastingplichtige op het ogenblik van de betaling op de hoogte was of redelijkerwijze geacht kon worden op de hoogte te zijn van het feit dat de bestemmeling van de betaling over een adres in één van de geviseerde Staten beschikt Rechtstreekse of onrechtstreekse betalingen De bedoeling van de wetgever is de belastingcontroles in verband met die betalingen naar belastingparadijzen efficiënter te maken. Het begrip rechtstreeks of onrechtstreeks, dat onder andere in artikel 54, WIB 92, werd gebruikt, heeft tot doel mechanismen tegen te gaan die erin bestaan betalingen te laten doorstromen naar personen (rechtspersonen, inclusief entiteiten die als transparant worden beschouwd, en natuurlijke personen) gevestigd in belastingparadijzen via tussenpersonen die niet in een belastingparadijs zijn gevestigd.

7 Indien de belastingplichtige weet of geacht is te weten dat de juridische verkrijger van de betaling slechts een tussenpersoon is en de werkelijke verkrijger van de betaling in een geviseerde Staat gevestigd is, valt deze betaling binnen het toepassingsgebied van artikel 307, 1, derde lid WIB 92. Het is hierbij van geen belang of de tussenpersoon de betaling al dan niet voor eigen rekening heeft ontvangen. Met betrekking tot betalingen tussen verbonden ondernemingen kan worden verwacht dat de uiteindelijke verkrijger van de verrichting gekend is. 3.4 Aangifte via het formulier 275 F De bedoelde betalingen worden aangegeven in een formulier 275 F dat moet worden gevoegd bij de aangifte in de Ven.B of de BNI/ven. voor het aanslagjaar dat verbonden is met het belastbaar tijdperk waarin de betalingen hebben plaats gehad (zie bijlage 1). Indien meerdere betalingen aan eenzelfde verkrijger worden gedaan, moeten deze betalingen afzonderlijk worden aangegeven. Naast de betrokken Staat moeten ook de verkrijger, de datum, de aard en het bedrag in euro van de betaling afzonderlijk worden vermeld. In de rubriek verkrijger van de betaling moet melding worden gemaakt van de identiteit of de benaming, evenals het adres in de betreffende Staat van de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de betalingen rechtstreeks of onrechtstreeks werden gedaan. De waarde van de betaling moet worden uitgedrukt in euro. Gebeurde de betaling in een vreemde munt, dan moet de omrekening in euro gebeuren tegen de wisselkoers op het tijdstip van de betaling. Het formulier 275 F moet slechts worden ingediend als de totale waarde van de betalingen minimum ,00 euro bedraagt. De waarde van de betalingen zoals dit werd aangegeven door de belastingplichtige in het formulier 275 F zal door de bevoegde taxatieambtenaar naar aanleiding van het onderzoek van het dossier van de belastingplichtige worden nagekeken. Het staat de belastingplichtige vrij de hier bedoelde betalingen toch op het formulier 275 F op te nemen, ook al bereiken zij niet de som van minimum ,00 euro. 4. Niet aftrekbare beroepskosten Overeenkomstig artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92, zijn de betalingen die rechtstreeks of onrechtstreeks zijn verricht naar Staten die in artikel 307, 1, derde lid, WIB 92, zijn bedoeld én waarbij het minimum bedrag van ,00 euro is bereikt, niet aftrekbaar : - wanneer ze niet zijn aangegeven overeenkomstig artikel 307, 1, derde lid, WIB 92, OF, - indien ze toch zijn aangegeven, wanneer de belastingplichtige niet door alle rechtsmiddelen bewijst dat zij in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen en met personen andere dan artificiële constructies zijn verricht. Evenwel kunnen enkel de betalingen die als aftrekbare beroepskosten worden beschouwd, aan de verworpen uitgaven worden toegevoegd (zie eveneens de PV nr. 485 van 10 maart 2010 van Ducarme) Niet-aangegeven betalingen De betalingen die niet werden aangegeven, worden in principe toegevoegd aan de verworpen uitgaven, ook al gaat het om betalingen in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen. In het kader van de strijd tegen de fraude heeft het nieuwe artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92, immers tot doel de aftrekbaarheid te weigeren van betalingen die direct of indirect worden gedaan naar Staten die in artikel 307, 1, derde lid, WIB 92, zijn bedoeld, en dit bij wijze van sanctie, wanneer de belastingplichtige nagelaten heeft om deze betalingen aan te geven volgens de regels van artikel 307, 1, derde lid, WIB 92 (Gedr. St., Kamer , nr. 2278/001, blz. 65). Bij wijze van voorbeeld kunnen de volgende gevallen worden aangehaald. Geval 1 Een vennootschap heeft geen aangifte 275 F bij haar aangifte in de Ven.B gevoegd, want de betalingen aan geviseerde Staten bedragen slechts ,00 euro. Uit een fiscaal onderzoek blijkt dat de aan te geven betalingen ,00 euro (bedrag opgenomen in kosten) bedragen. Het bedrag dat in principe aan de verworpen uitgaven moet worden toegevoegd bedraagt ,00 euro. Geval 2

8 Een vennootschap heeft een aangifte 275 F bij haar aangifte in de Ven.B gevoegd, want de betalingen aan geviseerde Staten bedragen ,00 euro. Uit een fiscaal onderzoek blijkt dat de aan te geven betalingen ,00 euro (bedrag opgenomen in kosten) bedragen. Het bedrag dat in principe aan de verworpen uitgaven moet worden toegevoegd bedraagt ,00 euro. Geval 3 Een vennootschap heeft spontaan een aangifte 275 F bij haar aangifte in de Ven.B gevoegd, hoewel de bedoelde betalingen slechts ,00 euro bedragen (bedrag opgenomen in kosten). Uit een fiscaal onderzoek blijkt dat de aan te geven betalingen ,00 euro bedragen (bedrag opgenomen in kosten). Het bedrag dat in principe aan de verworpen uitgaven moet worden toegevoegd bedraagt ,00 euro. Geval 4 Een vennootschap heeft spontaan een aangifte 275 F bij haar aangifte in de Ven.B gevoegd, hoewel de betalingen slechts ,00 euro bedragen (met betrekking tot de betaling van kosten). Uit een fiscaal onderzoek blijkt dat de aan te geven betalingen ,00 euro bedragen. Het saldo van ,00 euro dat bij het fiscaal onderzoek bovenkomt, heeft betrekking op de inschrijving op een kapitaalverhoging. Er moet in principe niets aan de verworpen uitgaven worden toegevoegd. Geval 5 Een vennootschap heeft geen aangifte 275 F bij haar aangifte in de Ven.B gevoegd, want de bedoelde betalingen aan geviseerde Staten bedragen slechts ,00 euro en het gaat om bedrijfskosten. Uit een fiscaal onderzoek blijkt dat de aan te geven betalingen ,00 euro bedragen. Het saldo van ,00 euro dat bij het fiscaal onderzoek naar bovenkomt, is een inschrijving op een kapitaalverhoging. Het bedrag dat in principe aan de verworpen uitgaven moet worden toegevoegd bedraagt ,00 euro Aangegeven betalingen In de veronderstelling dat betalingen zijn aangegeven overeenkomstig artikel 307, 1, derde lid, WIB 92, moet de belastingplichtige met alle rechtsmiddelen bewijzen, dat de desbetreffende betalingen werden uitgevoerd in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen en dat ze met personen andere dan artificiële constructies zijn verricht. Het opnemen van de bedoelde betalingen op de aangifte 275 F wijzigt inderdaad niets aan de vereiste dat kosten verband moeten houden met werkelijke en oprechte verrichtingen en moeten voldoen aan het at arm s length -criterium teneinde op fiscaal gebied aftrekbaar te zijn (Gedr. St., Kamer , nr. 2278/001, blz. 65 en 71) Werkelijke en oprechte verrichtingen Wat de notie werkelijke en oprechte verrichtingen betreft, wordt verwezen naar de administratieve commentaar op artikel 54, WIB 92, met name naar de nummers 54/16 en 54/28. Het betreft beroepsverrichtingen die werkelijk beantwoorden aan een industriële, commerciële of financiële noodzaak, en die normaal een compensatie vinden of moeten vinden in de totaliteit van de ondernemingsactiviteit. Om de aftrekbaarheid te kunnen doen aanvaarden, moet de belastingplichtige aantonen: - dat de compensatie, die de persoon gevestigd in een geviseerde Staat verleend heeft, werkelijk bestond, én; - dat de waarde van die compensatie vergelijkbaar is met deze die zou zijn gekregen voor verrichtingen van dezelfde aard tegen de marktvoorwaarden (zie in dezelfde zin Gedr.St., Kamer, , nr. 444/9, blz. 131) Personen andere dan artificiële constructies Naast de voorwaarde van werkelijke en oprechte verrichtingen moet de betaling worden verricht aan een persoon die geen artificiële constructie is. Als een persoon andere dan een artificiële constructie wordt aanzien elke persoon die een daadwerkelijke activiteit ontwikkeld in het land waar hij gevestigd is. Dit houdt onder andere in dat de belastingplichtige aantoont op basis van objectieve en verifieerbare elementen, het fysieke bestaan van de buitenlandse onderneming in termen van lokalen, personeel en uitrusting. Indien blijkt dat de buitenlandse verkrijger van de betaling een fictieve vestiging is die geen enkele daadwerkelijke economische activiteit verricht op het grondgebied van de Staat waar haar

9 maatschappelijke zetel gevestigd is, dan moet haar oprichting als een volstrekt kunstmatige constructie worden beschouwd (HvJ, 12 september 2006, Cadbury-Schweppes, zaak C-196/04, par. 54 en 55 en 66 tot 68). Een artificiële constructie houdt bijgevolg geen verband met elke economische realiteit en is bedoeld om een belastingvoordeel te verkrijgen of de verschuldigde belasting te ontduiken. Het kan bijvoorbeeld gaan om een dochter- of kleindochteronderneming die een brievenbus- of een dekmantelvennootschap is (HvJ, 2 mei 2006, Eurofood IFSC, zaak C-341/04, par. 34 en 35). Voorheen werd reeds geoordeeld dat het bestaan van een buitenlandse vennootschap die geen enkele werkelijke activiteit uitoefent en uitsluitend is gecreëerd om inkomsten aan de Belgische belasting te onttrekken, niet bewezen is (Gent, 10 september 2002 inzake D.V.L.). In de veronderstelling dat de exploitatiezetel is gevestigd in een ander land dan de maatschappelijke zetel, spreekt het voor zich dat het fysieke bestaan van de exploitatiezetel in het land van vestiging kan worden gecontroleerd. Er kan worden toegestaan dat, in principe, niet worden bedoeld door de bepalingen van artikel 198, eerste lid, 10 WIB 92, de betalingen voor dewelke de schuldenaar (de vennootschap onderworpen aan de Ven.B. of BNI/Ven.) vaststelt dat zij : enerzijds, de compensatie zijn van reële en werkelijke verrichtingen; en anderzijds, dat het kader waarin de verrichtingen werden uitgevoerd geen middel is geweest voor de partijen (of één van hen) om direct of indirect te ontsnappen aan de Belgische inkomstenbelastingen Marktconforme betalingen In het kader van het onderzoek naar de legitimiteit van betalingen naar de geviseerde Staten zal ook worden nagegaan of die betalingen niet leiden tot abnormale of goedgunstige voordelen in de zin van artikel 26, WIB 92. Evenwel kan een fiscale herziening ook nodig zijn indien het niet in de bedoeling van de belastingplichtige ligt om de belastingen tot een minimum te beperken of te ontwijken. Het onderzoek van verrekenprijzen mag niet worden beperkt tot het onderzoek van problemen inzake belastingontduiking of belastingontwijking, alhoewel de verrekenprijzen voor dergelijke doeleinden kunnen worden aangewend (PV nr van 11 januari 2010 van Wille). In de circulaire nr. Ci.RH.421/ (AOIF 40/2006) van 14 november 2006 wordt een controleonderzoek met betrekking tot verrekenprijzen in het bijzonder aanbevolen ingeval van: - gebruik van belastingparadijzen en vluchtlanden wanneer aldaar geen of weinig economische waarde wordt toegevoegd (voorbeeld herfactureringsactiviteiten); - rechtstreekse of onrechtstreekse betalingen aan vestigingen in belastingparadijzen en vluchtlanden (commissielonen, royalty's, management fees, ); - complexe regelingen en cirkelstructuren die weinig of geen handels- of economische waarde toevoegen. Voor een verdere bespreking van de richtlijnen betreffende de regels die van toepassing zijn inzake verrekenprijzen kan nuttig worden verwezen naar de circulaire AFZ/ van 28 juni Algemene aftrekbaarheidsvoorwaarden De Memorie van Toelichting bevestigt dat de wetgever met artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92 de bedoeling had om de bewijslast in hoofde van de belastingplichtige een meer concrete invulling te geven naast de algemene aftrekbaarheidsvoorwaarden voorzien in de artikelen 49 en 54, WIB 92 (Gedr. St., Kamer , nr. 2278/001, blz. 65). De artikelen 49 en 54, WIB 92, zijn van toepassing op alle uitgaven en bijgevolg ook op betalingen aan personen gevestigd in onder het punt III.3.1 geviseerde Staten. Met betrekking tot artikel 49, WIB 92 is het algemeen aanvaard dat de belastingplichtige niet alleen het beroepskarakter maar ook de realiteit van de gemaakte kosten moet bewijzen (o.m. Antwerpen, 17 december 1997, Fisc.Koer., 97/198; Luik, 8 juni 2001, F.J.F., 2002/8). Dat bewijs moet geleverd worden door bewijskrachtige stukken. Een factuur op zich volstaat niet als bewijs (Cass., 16 mei 1986, Arr.Cass , 1264; Brussel, 15 september 2000, T.F.R., 2001, 28; Antwerpen, 18 mei 1999, Fisc.Koer., 1999/595; Antwerpen, 26 mei 1998, F.J.F., 1998/190). Het gegeven dat de administratie niet de bevoegdheid heeft om te oordelen over de opportuniteit of het nut van een uitgave, betekent niet dat zij

10 niet de bevoegdheid heeft om te onderzoeken of tegenover deze uitgave wel een werkelijke tegenprestatie staat (Gent, 24 september 2002, Fisc., nr. 869, 9). Kosten met een fictief karakter zijn vanzelfsprekend niet aftrekbaar (Cass., 13 februari 1962, Pas., 1962, I, 675; Luik, 2 december 1987, FJF 1988/89). Zo nodig zullen de controleagenten controleren of het gaat om een betaling bedoeld in artikel 54, 24 WIB Samenloop Artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92, vermeldt expliciet dat de niet-aftrekbaarheid geldt onverminderd de toepassing van artikel 219. Wanneer de betalingen dus betrekking hebben op commissies, erelonen, enz. (zoals omschreven in artikel 57, WIB 92) zal er bijgevolg een dubbele verplichting ontstaan: enerzijds de indiening van de individuele fiches en anderzijds de nieuwe aangifte 275 F zoals bepaald in artikel 307, 1, derde lid, WIB 92. Bij niet-aangifte van de betalingen of wanneer er wel een aangifte gebeurde, maar niet het bewijs wordt geleverd dat de betaling betrekking heeft op een werkelijke en oprechte verrichting met personen andere dan artificiële constructies, is het mogelijk dat tevens een afzonderlijke aanslag zoals bedoeld in artikel 219, WIB 92, wordt gevestigd. Het spreekt voor zich dat door de toepassing van de voormelde afzonderlijke aanslag bij gebrek aan een verantwoording van de in artikel 57, WIB 92, vermelde kosten, de bepalingen van het desbetreffende artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92, geen toepassing vinden en dat die niet-verantwoorde kosten als aftrekbare beroepskosten zijn aan te merken (artikel 197, WIB 92), tenzij het om sommen zoals bedoeld in artikel 53, 24 WIB 92 gaat. IV. VERENIGBAARHEID VAN DE WETTELIJKE BEPALINGEN MET DE NON-DISCRIMINATIEBEPALING IN DUBBELBELASTINGVERDRAGEN EN MET DE VRIJHEID VAN VERKEER VAN KAPITAAL EN BETALINGEN VOORZIEN IN HET EU-VERDRAG 1. De non-discriminatiebepaling in Belgische dubbelbelastingverdragen De Belgische verdragen ter vermijding van dubbele belasting (dubbelbelastingverdragen of DBV ) bevatten doorgaans een artikel dat voorziet in een verbod tot discriminatie van de inwoners of onderdanen van de partnerstaat. In het Belgisch modelverdrag ( Belgisch modelverdrag ) is dit verbod opgenomen in artikel 23 ( non-discriminatie ), hetgeen is gebaseerd op artikel 24 van het OESOmodelverdrag. Paragraaf 5 van artikel 23 van het Belgisch modelverdrag bepaalt onder meer dat, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 9, 1, artikel 11, 7, of artikel 12, 5, interest, royalty s en andere uitgaven die door een onderneming van een overeenkomstsluitende Staat aan een inwoner van de andere overeenkomstsluitende Staat worden betaald, bij het bepalen van de belastbare winst van die onderneming op dezelfde voorwaarden in mindering gebracht worden als wanneer zij aan een inwoner van de eerstgenoemde Staat zouden zijn betaald. Met de volgende Staten die zijn opgenomen in de lijst van Staten zonder belasting of met lage belasting (artikel 179, KB/WIB 92) heeft België een DBV ondertekend waarin een artikel inzake non-discriminatie is opgenomen: Bahrein, Eiland Man, Moldavië en de Verenigde Arabische Emiraten (met name de zeven emiraten: Abu Dhabi, Dubai, Sharjah, Ajman, Umm Al Qaywayn, Ras al-khaimah en Fujairah). Op datum van deze circulaire is enkel het verdrag met de Verenigde Arabische Emiraten in werking. Op de aangifteverplichting van de betalingen zoals bepaald in artikel 307, 1, derde lid WIB 92, heeft dit discriminatieverbod geen enkele invloed (Comm. OESO, art. 24, par. 75). De aftrekbaarheid van betalingen aan personen gevestigd in de hiervoor genoemde verdragslanden kan evenwel niet worden geweigerd louter omdat de betreffende betaling niet via het formulier 275 F werd aangegeven. Betalingen waarvoor de belastingplichtige niet bewijst dat zij in het kader van werkelijke en oprechte verrichtingen en met personen andere dan artificiële constructies zijn verricht, blijven evenwel niet aftrekbaar. Artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92, beoogt immers niet de aftrek van interesten, royalty's en andere uitgaven te beperken of te verbieden om de enkele reden dat de verkrijger van die inkomsten een niet-inwoner zou zijn. Deze bepaling heeft enkel tot doel een welomschreven informatieverplichting en bewijslast op te leggen aan Belgische belastingplichtigen die bepaalde betalingen ten gunste van verkrijgers die niet of slechts gering zullen worden belast in hoofde van die betalingen in het land waarin ze zijn gevestigd, als beroepskost willen aftrekken, hetgeen op zich een omstandigheid is die op voorhand al twijfels doet rijzen omtrent de werkelijkheid en de oprechtheid van de verrichtingen. (PV nr.

11 1087 van Ghesquière van 14 oktober 1997, Vr. & Antw., Kamer, , nr. 114, blz ; Rb. Antwerpen, 3 oktober 2007, FJF, 2008/255; Comm. OESO, art. 5, par. 4). Ook in deze verdragscontext moet bovendien rekening worden gehouden met de bewijslast opgelegd in het kader van artikel 49, WIB 92, die voor iedere belastingplichtige een drievoudig aspect inhoudt: (i) de realiteit van de afgetrokken kosten (ii) de professionele aard ervan en (iii) de waarde (Gedr.St., Kamer, , nr. 444/9, blz. 3). 2. EU-verdrag : vrijheid van kapitaal- en betalingsverkeer Artikel 63 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (EU-verdrag) regelt de vrijheid van verkeer van kapitaal en betalingen. Alle beperkingen van het kapitaal- en betalingsverkeer tussen enerzijds lidstaten onderling en anderzijds tussen lidstaten en derde landen zijn daarbij verboden. De gecombineerde toepassing van artikel 307, 1, derde lid en artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92, zou in dit kader kunnen worden beschouwd als een beperking van de betalingen tussen België en de geviseerde Staten in de zin van artikel 63 van het EU-verdrag. Artikel 65, 1 van het EU-verdrag stelt evenwel dat de vrijheid van kapitaal- en betalingsverkeer de lidstaten niet het recht ontneemt alle nodige maatregelen te nemen om overtredingen van de nationale (fiscale) wetten en voorschriften te bestrijden, of te voorzien in procedures voor de kennisgeving van kapitaalbewegingen ter informatie van de overheid. Hierbij moet weliswaar worden nagegaan of deze artikelen geen willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van het vrije kapitaal- en betalingsverkeer in de zin van artikel 63 van het EU-verdrag vormen (cf. artikel 65, 3 van het EUverdrag). De rechtspraak, die traditioneel betrekking heeft op beperkingen van de uitoefening van de EUverdragsvrijheden, kan niet integraal worden getransponeerd naar het kapitaalverkeer tussen lidstaten en derde landen, aangezien dat kapitaalverkeer in een andere juridische context valt (HvJ, 18 december 2007, A, zaak C-101/05, par. 60). 2.1 Geen uitwisseling van fiscale inlichtingen Indien het betalingen betreft aan personen gevestigd in Staten waarmee België geen overeenkomst of akkoord heeft gesloten die voorzien in de uitwisseling van fiscale inlichtingen, is er geen sprake van een inbreuk op artikel 63 van het EU-verdrag, zowel wat de aangifeplicht overeenkomstig artikel 307, 1, derde lid WIB 92 betreft, als wat de niet-aftrekbaarheid van de betalingen overeenkomstig artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92 betreft. België beschikt immers in dat geval niet over de mogelijkheid om aan dergelijke staten inlichtingen op te vragen omtrent de betalingen aan personen die aldaar zijn gevestigd (HvJ, 18 december 2007, A, zaak C-101/05, par. 63) Uitwisseling van fiscale inlichtingen Met de volgende staten die zijn opgenomen in de lijst van staten zonder belasting of met lage belasting (artikel 179, KB/WIB 92) heeft België wel een overeenkomst ondertekend die voorziet in de uitwisseling van fiscale inlichtingen: Andorra, Bahamas, Bahrein, Eiland Man, Moldavië, Monaco, Montenegro en de Verenigde Arabische Emiraten. Enkel de overeenkomsten met Montenegro en de Verenigde Arabische Emiraten zijn op datum van deze circulaire in werking. Indien het betalingen betreft aan personen gevestigd in de hierboven bedoelde Staten, is er in principe sprake van een inbreuk op artikel 63 van het EU-verdrag, tenminste wat de niet-aftrekbaarheid van de betalingen overeenkomstig artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92 betreft. In de onder de punten IV en IV vermelde situaties kan artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92 toch worden toegepast Geen bewijs van werkelijke en oprechte verrichtingen. Ten aanzien van derde landen gelden a fortiori de klassieke gronden die een belemmering van het vrij verkeer tussen lidstaten kunnen rechtvaardigen. Het is vaste rechtspraak dat de toepassing van de gemeenschapsregels niet zo ver gaat dat transacties zijn gedekt die niet zijn verricht in het kader van normale handelstransacties, maar uitsluitend met het doel om de door het gemeenschapsrecht toegekende voordelen op onrechtmatige wijze te verkrijgen (zie, in die zin HvJ, 5 juli 2007, Kofoed, zaak C-321/05, par. 38; HvJ, 9 maart 1999, Centros, zaak C-212/97, par. 24; HvJ, 12 september 2006, Cadbury Schweppes, zaak C-196/04, par. 35). Opdat een betaling aan een geviseerde Staat aftrekbaar is, moet de belastingplichtige aantonen dat de compensatie die de persoon gevestigd in een geviseerde Staat verleend heeft, werkelijk bestond en dat de waarde van die compensatie at arm s length is (cf. punt 4.2.1). Om te beoordelen of een transactie een volstrekt kunstmatige constructie vormt, mogen lidstaten dergelijke vermoedens hanteren om de

12 situaties waarin de waarschijnlijkheid van misbruik het grootst is, af te dekken. Om te voorkomen dat echte vestigingen en transacties ten onrechte worden bestraft, is het evenwel zaak dat een belastingplichtige, wanneer het bestaan van een volstrekt kunstmatige constructie wordt vermoed, de mogelijkheid krijgt om te bewijzen dat die constructie een zakelijke grondslag heeft, zonder dat hij daarvoor aan overdreven administratieve eisen moet voldoen (Mededeling van de Europese Commissie van 10 december 2007, Antimisbruikmaatregelen op het gebied van de directe belastingen, toepassing in de EU en ten aanzien van derde landen, COM(2007) 785 def). Het voorgaande impliceert dat de omkering van de bewijslast in voorkomend geval niet onverenigbaar is met het vrij verkeer van kapitaal en betalingen ten aanzien van derde landen Vrij verkeer van kapitaal en betalingen niet van toepassing Er dient telkens in concreto nagegaan worden of het vrij verkeer van kapitaal en betalingen van toepassing is op de betaling in kwestie. Vrij verkeer van diensten Indien de tegenprestatie voor de betaling bestaat uit een dienst (bijvoorbeeld een commissieloon of vergoeding voor een prestatie), dan is het vrij verkeer van kapitaal en betalingen niet van toepassing, maar het vrij verkeer van diensten (HvJ 3 oktober 2006, Fidium Finanz, zaak C-452/04, par. 34 e.v.). Vrijheid van vestiging Een nationale wettelijke regeling waarvan de toepassing niet afhankelijk is van de omvang van de deelneming die de ontvangende vennootschap in de uitkerende vennootschap heeft (in casu artikel 198, eerste lid, 10, WIB 92), kan zowel onder artikel 49 EU betreffende de vrijheid van vestiging als onder artikel 63 EU betreffende het vrij verkeer van kapitaal vallen. Het vrij verkeer van kapitaal en betalingen is in principe niet van toepassing indien uit de feiten blijkt dat er sprake is van een groepsrelatie, een controlerende deelneming of minstens een beslissende invloed van een aandeelhouder op de vennootschap (HvJ, 10 mei 2007, Lasertec, zaak C-492/04, par. 21 en 22; HvJ, 26 juni 2008, Burda, zaak C-284/06, par. 71, HvJ, 4 juni 2009, KBC, zaken C-439/07 en C-499/07, par. 69 en 70). Het vrij verkeer van kapitaal is bijgevolg ondergeschikt aan de andere verdragsvrijheden (die niet gelden ten aanzien van derde landen). V. INWERKINGTREDING Zowel de aangifteplicht als de wijzigingen in verband met de aftrekbaarheid treden in werking vanaf aanslagjaar 2010 voor de betalingen die vanaf 1 januari 2010 worden gedaan en ongeacht of de boekhouding al dan niet per kalenderjaar wordt gehouden (artikel 133, tweede lid, en artikel 136 van de programmawet van 23 december 2009, BS ). NAMENS DE MINISTER: Adjunct administrateur-generaal van de belastingen NAMENS DE MINISTER: Administrateur-generaal van de fiscaliteit d.d., Jean-Marc DELPORTE Carlos SIX

Circulaire 2017/C/14 betreffende de aangifteverplichting van betalingen verricht aan

Circulaire 2017/C/14 betreffende de aangifteverplichting van betalingen verricht aan Home > Recente wijzigingen > Circulaire 2017/C/14 betreffende de aangifteverplichting van betalingen verricht aan bepaalde Staten Circulaire 2017/C/14 betreffende de aangifteverplichting van betalingen

Nadere informatie

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803

Voorafgaande opmerking bij de circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten Circulaire nr. Ci.RH.421/628.803 (AAFisc Nr. 30/2013) dd. 22.07.2013 Berekening van de Ven.B Rechtspersonenbelasting Berekening van de RPB Afzonderlijke

Nadere informatie

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

I. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting

Nadere informatie

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.

Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling. Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/1 Circulaire nr. Ci.RH.421/579.072 (AOIF Nr. 60/2010) dd 10.09.2010 Vennootschapsbelasting Belasting van niet-inwoners vennootschappen

Nadere informatie

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting.

Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. Wetsvoorstel tot versterking van de doorkijkbelasting. TOELICHTING De kaaimantaks is een doorkijkbelasting in de personen- en de rechtspersonenbelasting waarbij inkomsten ontvangen door een juridische

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

1 van 5 4-10-2013 11:02 Home > Recente wijzigingen > Circulaire nr. Ci.RH.233/629.295 (AAFisc. 35/2013) dd. 01.10.2013 Algemene administratie van de Fiscaltiteit - Centrale diensten Dienst Personenbelasting

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT

REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT REGELING TUSSEN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN VAN RWANDA EN BELGIE INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN NAAR HET INKOMEN EN NAAR HET VERMOGEN Artikel 1 Wettelijke grondslag

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

Circulaire 2017/C/30 betreffende de artikelen 45 t.e.m. 50 van de programmawet van

Circulaire 2017/C/30 betreffende de artikelen 45 t.e.m. 50 van de programmawet van Home > Recente wijzigingen > Circulaire 2017/C/30 betreffende de artikelen 45 t.e.m. 50 van de programmawet van 01.07.2016 Samenvatting Deze circulaire bespreekt de door de programmawet van 01.07.2016

Nadere informatie

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?

Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............ Ondernemingsnummer :... Berekening van de aftrek voor risicokapitaal Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Kosten eigen aan de werkgever

Kosten eigen aan de werkgever CLAEYS & ENGELS Advocaten Vorstlaan 280 1160 Brussel Tel +32 2 761 46 00 Fax +32 2 761 47 00 Kosten eigen aan de werkgever info@claeysengels.be www.claeysengels.be www.iuslaboris.com De bedragen die aan

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010

CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 CIRCULAIRE AOIF Nr. 27/2010 Federale Overheidsdienst Brussel, 31 maart 2010 FINANCIEN ----------------------------------------- Personenbelasting. Administratie van de ondernemings- Bijzondere bijdrage

Nadere informatie

De laatste wijzigingen inzake de Kaaimantaks

De laatste wijzigingen inzake de Kaaimantaks De laatste wijzigingen inzake de Kaaimantaks An Weyn en Félix Teichmann 24 januari 2019 Brussels London - www.liedekerke.com Agenda Inleidende bespreking van het huidig regime Juridische constructies binnen

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments... Page 1 of 5 Home > Résultats de la recherche > Circulaires > Circulaire nr. Ci.RH.231/532.259 (AAFisc Nr. 3/2013) dd. 25.01.2013 Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Personenbelasting

Nadere informatie

Jan Tuerlinckx. Heet hangijzer : belastingparadijzen

Jan Tuerlinckx. Heet hangijzer : belastingparadijzen Heet hangijzer : belastingparadijzen Eerder genomen maatregelen, over de nieuwe aangifteverplichting, tot de voorgenomen doorkijkbelasting Jan Tuerlinckx Tuerlinckx Fiscale Advocaten www.tuerlinckx.eu

Nadere informatie

Rolnummer Arrest nr. 11/2016 van 21 januari 2016 A R R E S T

Rolnummer Arrest nr. 11/2016 van 21 januari 2016 A R R E S T Rolnummer 6128 Arrest nr. 11/2016 van 21 januari 2016 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 198, 1, 10, en 307, 1, derde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH 241/605.665 (AOIF 55/2010). Personenbelasting. Onderhoudsuitkering. Voorwaarde van aftrekbaarheid van een

Nadere informatie

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen

Fairness Tax lijst van nog hangende problemen Fairness Tax lijst van nog hangende problemen De problemen die rijzen door de wet van 30 juli 2013 kunnen in 4 categorieën worden gerangschikt: - gewenste bevestigingen - gewenste verduidelijkingen - gewenste

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB Samenvatting : Deze circulaire gaat over de nieuwe bepaling die betrekking heeft op de

Nadere informatie

U gelieve als bijlage de tekst van de commentaar op art. 219, WIB 92, te willen vinden, die de huidige commentaar vervangt.

U gelieve als bijlage de tekst van de commentaar op art. 219, WIB 92, te willen vinden, die de huidige commentaar vervangt. Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/1 Circulaire nr. Ci.RH.421/605.074 (AOIF Nr. 71/2010) dd 01.12.2010 Vennootschapsbelasting Berekening van de belasting Afzonderlijke

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. http://minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën http://minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/586.459 (AOIF 43/2007). Aftrek voor enige woning. Belastingvermindering voor het lange termijnsparen. Kapitaalaflossing

Nadere informatie

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL

Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting. Aan alle ambtenaren INHOUDSTAFEL pagina 1 van 6 Directe belastingen >> Circulaires >> Personenbelasting / Vennootschapsbelasting CIRC 05.02.04/1 Circulaire nr. Ci.RH.241/561.364 (AOIF 8/2004) dd. 05.02.2004 BEDRIJFSVOORHEFFING Inkomen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.421/620.779 (AAFisc Nr. 19/2013). Belastbare grondslag in de Ven.B. Meerwaarde. Verwezenlijkte meerwaarde.

Nadere informatie

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014.

Het model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014. Nieuwigheden in de aangifte aanslagjaar 2014 in de belasting van niet-inwoners Buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die een onderneming exploiteren of zich met verrichtingen

Nadere informatie

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties.

BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. ADVIES Nr 29 / 1997 van 5 november 1997 O. Ref. : 10 / A / 1997 / 014 BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. De Commissie voor

Nadere informatie

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue

Zaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte:.. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/2 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve (Programmawet van 19 december 2014) en de afzonderlijke aanslag op deze liquidatiereserve Advies

Nadere informatie

TOELICHTING 275 C VOORAFGAANDE OPMERKINGEN TOELICHTINGEN

TOELICHTING 275 C VOORAFGAANDE OPMERKINGEN TOELICHTINGEN Toelichting 275 C 1/7 TOELICHTING 275 C (De wettelijke bepalingen zijn beschikbaar op de website van de FOD Financiën www.fisconetplus.be) Bedoelde artikelen: Art. 205bis tot 205novies, 236, 239/1 en 536

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015

Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Vertaling C-176/15-1 Zaak C-176/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 april 2015 Verwijzende rechter: Tribunal de première instance

Nadere informatie

Het bankgeheim in het fiscaal recht

Het bankgeheim in het fiscaal recht Het bankgeheim in het fiscaal recht Johan Speecke Advocaat A. Algemeen niet strafrechtelijk, enkel discretieplicht specifiek fiscaal kader B. Successierechten artikel 96 ev W.S. (incl bankkluis) (art 97

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci. RH 331/598.621 (AOIF 37/2010). Personenbelasting. Kind ten laste. Alleenstaande belastingplichtige met kind.

Nadere informatie

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE

SPECIMEN. Bankinformatie. Contactpersoon. AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) BIJKOMENDE INFORMATIE Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE RECHTSPERSONENBELASTING AANSLAGJAAR 2016 (Inkomsten van het jaar 2015) De aangifte moet,

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling. Advies van 21 maart

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling. Advies van 21 maart COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2018/02 Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling Advies van 21 maart 2018 1 I. Inleiding 1. Met onderhavig advies verduidelijkt de Commissie

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/14 - Addendum bij de circulaire. aanvullende rapporteringsverplichtingen inzake verrekenprijzen. Verwante documenten.

Circulaire 2019/C/14 - Addendum bij de circulaire. aanvullende rapporteringsverplichtingen inzake verrekenprijzen. Verwante documenten. GEAVANCEERD ZOEKEN RECENTE WIJZIGINGEN CONTACT MYFISCONETPLUS FISCONET plus.be Federale Overheidsdienst FINANCIEN NL Circulaire 2019/C/14 - Addendum bij de circulaire 2017/C/56 betreffende de aanvullende

Nadere informatie

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen

Zaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Zaak C-446/04 Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]

Nadere informatie

BETALINGEN AAN BELASTINGPARADIJZEN

BETALINGEN AAN BELASTINGPARADIJZEN BETALINGEN AAN BELASTINGPARADIJZEN 1. Na de onthullingen van 4 april 2016 in de zogenaamde Panama papers (panamapapers.icij.org) rezen er vragen over de betrokkenheid van financiële instellingen bij transacties

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage

Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/116 over de wijzigingen die werden aangebracht aan de tarieven van de VenB en aan de aanvullende crisisbijdrage Samenvatting : Deze circulaire bespreekt de wijzigingen

Nadere informatie

CIRCULAIRE. AOIF nr. 24/2009. Brussel, 9 mei 2009

CIRCULAIRE. AOIF nr. 24/2009. Brussel, 9 mei 2009 CIRCULAIRE AOIF nr. 24/2009 Federale Overheidsdienst FINANCIEN Administratie Van de ondernemings- en inkomensfiscaliteit Centrale diensten Directie I/5A Ci.RH.241/598.219 ONDERWERP : Inkomstenbelastingen

Nadere informatie

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.

Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:

Nadere informatie

Het anti-belastingontwijkingspakket van de Europese Commissie bestaat uit:

Het anti-belastingontwijkingspakket van de Europese Commissie bestaat uit: De nieuwe Europese Anti-Belastingontwijking richtlijn Op 17 juni 2016 werd de nieuwe Europese richtlijn, die belastingontwijking door multinationals moet helpen bestrijden, gestemd door de Europese ministers

Nadere informatie

Planning the Year End

Planning the Year End www.pwc.com Tom Wallyn De nieuwe antimisbruikbepaling in de praktijk Agenda Deel 1 : Theoretische beschouwingen Deel 2 : Casestudies Slide 2 Deel 1 Theoretische beschouwingen 1. Ontstaan van de antimisbruikbepalingen

Nadere informatie

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING

TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE EN DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING

Nadere informatie

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd

Home > Addendum dd bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/ ) dd Page 1 of 6 Home > Addendum dd. 18.11.2014 bij de circulaire AAFisc 36/2008 (nr. Ci.RH.421/574.945) dd. 09.10.2008 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst

Nadere informatie

Wetstraat BRUSSEL

Wetstraat BRUSSEL FOD FINANCIEN DIENST VOORAFGAANDE BESLISSINGEN Wetstraat 24 1000 BRUSSEL Gent, 20/11/2015 BETREFT: PREFILINGAANVRAAG U. Ref.: Nieuw dossier O. Ref.: Geachte Heer, Mevrouw, 1. Wij schrijven u aan namens

Nadere informatie

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015

Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Het model van het aangifteformulier voor aj. 2015 is verschenen in het Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

And3 Accountants en Belastingconsulenten * Niet-verantwoorde / overdreven beroepskosten

And3 Accountants en Belastingconsulenten * Niet-verantwoorde / overdreven beroepskosten And3 Accountants en Belastingconsulenten * Niet-verantwoorde / overdreven beroepskosten Een recente administratieve circulaire bespreekt uitvoerig de administratieve aanpak van niet-verantwoorde en overdreven

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar. Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN advies 2017/XX Belastingkrediet voor kosten van onderzoek en ontwikkeling Ontwerpadvies van 25 oktober 2017 I. Inleiding 1. Met onderhavig advies verduidelijkt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 788 Wijziging van de Wet op de dividendbelasting 1965, de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en enige andere wetten in verband met de introductie

Nadere informatie

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking.

Voor welke belastingplichtigen geldt die vrijstelling? Iedere aan de Belgische personenbelasting onderworpen belastingplichtige komt in aanmerking. 1/7 Leidraad voor de terugvordering van de roerende voorheffing op de eerste schijf van 640 EURO aan gewone dividenden uit aandelen of rechten van deelneming De programmawet van 25 december 2017 bevat

Nadere informatie

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN

TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN I. Inleiding De Europese Commissie lanceerde op 28 januari 2016 haar voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN De boekhoudkundige verwerking met betrekking tot de toepassing van de overgangsregeling zoals vermeld in artikel 537 WIB 92 Ontwerpadvies van X november 2013 I. Inleiding

Nadere informatie

TETRALERT FISCALITEIT HYBRIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PPL), KUNSTMATIGE CONSTRUCTIES EN EINDE VAN DE DBI-AFTREK

TETRALERT FISCALITEIT HYBRIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PPL), KUNSTMATIGE CONSTRUCTIES EN EINDE VAN DE DBI-AFTREK TETRALERT FISCALITEIT HYBRIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PPL), KUNSTMATIGE CONSTRUCTIES EN EINDE VAN DE DBI-AFTREK I. INLEIDING De Richtlijn 2011/96/EU betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XXX - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Belangrijkste gegevens van het dossier

Belangrijkste gegevens van het dossier Advies- en controlecomité op de onafhankelijkheid van de commissaris Ref : Accom AFWIJKING 2006/9 Samenvatting van het advies dd. 21 september 2006 met betrekking tot een vraag om afwijking van de regel

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/17 - De boekhoudkundige verwerking met betrekking tot de toepassing van de overgangsregeling zoals vermeld in artikel 537 WIB 92 Advies van 27 november

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie

Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie 1 van 5 19-1-2014 16:19 fisconetplus Lexalert informeert u gratis en per e-mail over de juridische actualiteit. Schrijf gratis in via www.lexalert.net/registratie Home > Recente wijzigingen

Nadere informatie

WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN

WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN WETSARTIKELEN DIE VERWIJZEN NAAR DE SANCTIES DIE WORDEN OPGELEGD BIJ NIET- OF LAATTIJDIGE INDIENING VAN STUKKEN Dit document werd opgesteld om gemakkelijk de wetsartikelen te kunnen terugvinden die nodig

Nadere informatie

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale

Nadere informatie

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement

Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Na de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft gisteren ook de Senaat diverse fiscale

Nadere informatie

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017.

A. Inleiding. De Hoge Raad had zijn advies uitgebracht op 7 september 2017. Advies van 20 december 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275 C 1/4 Benaming:............ Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de Fiscaliteit AANSLAGJAAR 2019 (Boekjaar van... tot...) Ondernemingsnummer:... Aftrek voor risicokapitaal

Nadere informatie

FOD Financiën - www.fisconet.be - 18/06/2015

FOD Financiën - www.fisconet.be - 18/06/2015 Home > Recente wijzigingen > Circulaire AAFisc Nr. 24/2015 (nr. Ci.RH.421/636.468) dd. 11.06.2015 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Rechtspersonenbelasting/Belasting

Nadere informatie

De (ver)nieuw(d)e fiscale regularisatie. Een overzicht van de aangekondigde wijzigingen

De (ver)nieuw(d)e fiscale regularisatie. Een overzicht van de aangekondigde wijzigingen De (ver)nieuw(d)e fiscale regularisatie Een overzicht van de aangekondigde wijzigingen DLA Piper www.dlapiper.com Vanaf 2 juli 2013 t.e.m. 31 december 2013 wordt de bestaande regularisatiewet aangepast.

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/17 - De boekhoudkundige verwerking met betrekking tot de toepassing van de overgangsregeling zoals vermeld in artikel 537 WIB 92 Advies van 27 november

Nadere informatie

AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE ANTIGUA EN BARBUDA INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGAANGELEGENHEDEN

AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE ANTIGUA EN BARBUDA INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGAANGELEGENHEDEN AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN ANTIGUA EN BARBUDA INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGAANGELEGENHEDEN AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIE EN ANTIGUA EN BARBUDA

Nadere informatie

Afdeling 24. Kosten eigen aan de werkgever

Afdeling 24. Kosten eigen aan de werkgever BEROEPSKOSTEN 61 4. BTW Volgens het Europese Hof van Justitie is factoring een dienstprestatie die uitgesloten is van de BTW-vrijstellingen voor financiële diensten: factoring is onderworpen aan BTW ongeacht

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Tiberghien Advocaten www.tiberghien.be Onderwerp Welke interesten en dividenden komen in aanmerking voor voordelen arrest Dijkman? Datum 3 december 2010 Copyright and disclaimer De inhoud van

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XXX - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve en de afzonderlijke aanslag op deze liquidatiereserve Ontwerpadvies van 4 maart 2015 I. Algemeen

Nadere informatie

De wijzigingen aan de regelgeving

De wijzigingen aan de regelgeving aangeboden door www.boekhouder.be De bijzondere aanslag van 309% wordt versoepeld De wetgever heeft zeer recent een wetswijziging gepubliceerd die voorziet in een versoepeling van de bijzondere aanslag

Nadere informatie

Worden EBA-attesten ook door de AOIF geverifiëerd?

Worden EBA-attesten ook door de AOIF geverifiëerd? Worden EBA-attesten ook door de AOIF geverifiëerd? Auteur(s): Gerd D. Goyvaerts Editie: 1203 p. 9 Publicatiedatum: 28 april 2010 Zoals vorige week gesignaleerd, heeft de Administratie een omstandige circulaire

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Omrekening van kapitaal bij grensoverschrijdende fusies Advies van 16 december 2009 I. INLEIDING De Belgische wetgever heeft de grensoverschrijdende fusie, voorzien

Nadere informatie

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW IN DE PAARDENSECTOR TWEE UITZONDERINGEN Reeds vele jaren dringt de Belgische Confederatie van het Paard er bij de overheid op aan om voor de paardensector

Nadere informatie

Deeleconomie: de btw-aspecten

Deeleconomie: de btw-aspecten Newsflash Deeleconomie: de btw-aspecten Eerder bespraken we al het nieuwe regime in de inkomstenbelasting voor inkomsten uit de deeleconomie. Activiteiten ontplooien in de deeleconomie heeft echter ook

Nadere informatie

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht

Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht 87 HOOFDSTUK 1 Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht AFDELING 1 Het fiscale stelsel opgelegd door de Europese fiscale fusierichtlijn van 23 juli 1990 (veelvuldig gewijzigd) 1. Toepassingsgebied

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september 2013 1

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september 2013 1 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/12 - Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty's, evenals de toewijzing van de resultaten in de vorm van

Nadere informatie

houdende diverse fiscale bepalingen Tekst aangenomen door de commissie

houdende diverse fiscale bepalingen Tekst aangenomen door de commissie stuk ingediend op 174 (2014-2015) Nr. 3 9 december 2014 (2014-2015) Ontwerp van decreet houdende diverse fiscale bepalingen Tekst aangenomen door de commissie Stukken in het dossier: 174 (2014-2015) Nr.

Nadere informatie

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994 24 MEI 1994. - Wet tot oprichting van een wachtregister voor vreemdelingen die zich vluchteling verklaren of die vragen om als vluchteling te worden erkend. ALBERT ll,

Nadere informatie

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt?

FAQ - TAX REFORM. 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? FAQ - TAX REFORM 1. Hoe weet men of de drempel van de 20.020 aan roerende inkomsten overschreden wordt? Hiervoor moet men in twee stappen te werk gaan. In eerste instantie moeten de intresten op «staatsbons

Nadere informatie

AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË SAINT VINCENT EN DE GRENADINES INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN

AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË SAINT VINCENT EN DE GRENADINES INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN SAINT VINCENT EN DE GRENADINES INZAKE DE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN MET BETREKKING TOT BELASTINGAANGELEGENHEDEN AKKOORD TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN SAINT

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer; 1/7 Advies nr 18/2012 van 23 mei 2012 Betreft: advies betreffende een voorontwerp van wet inzake het gebruik van het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen door de personen

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Erkende ondernemingslokketten verrichten zowel taken van openbare dienst of van algemeen belang als een aantal adviserende

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling FOD FINANCIËN Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.241/575.580 (AOIF 33/2007). Bericht aan de vennootschappen.. Zelfstandige bedrijfsleider. Sociaal voordeel aan het personeel.. Voordeel van alle

Nadere informatie

Wetgeving inzake het Diamant Stelsel (gecoördineerde wettekst)

Wetgeving inzake het Diamant Stelsel (gecoördineerde wettekst) Wetgeving inzake het Diamant Stelsel (gecoördineerde wettekst) In dit verband kan verwezen worden naar de Programmawet van 10 augustus 2015 ( B.S. 18 augustus 2015), alsook naar de Programmawet van 18

Nadere informatie

Aangifte in de personenbelasting Inkomsten 2013 - Aanslagjaar 2014

Aangifte in de personenbelasting Inkomsten 2013 - Aanslagjaar 2014 MELDING VAN EEN BUITENLANDSE JURIDISCHE CONSTRUCTIE? Aangifte in de personenbelasting Inkomsten 2013 - Aanslagjaar 2014 DPO Accountants en Belastingconsulenten* 28-4-2014 * DPO Accountants en Belastingconsulenten

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte:.. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING

Nadere informatie

Page 1 of 6 Home > FAQ Deeleconomie Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst PB Personenbelasting FAQ - Deeleconomie ALGEMEEN 1. Wat is deeleconomie? 2.

Nadere informatie

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is

Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Art. 1. Dit Verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een of van beide verdragsluitende Staten. 2 larcier

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het

Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van 01.03.2018 van het Grondwettelijk Hof inzake het verzoek tot nietigverklaring van de Fairness Tax Samenvatting

Nadere informatie

Liquidatiebonus: overgangsregel. Vroeger en nu : hoeveel Liquidatietax te betalen?.

Liquidatiebonus: overgangsregel. Vroeger en nu : hoeveel Liquidatietax te betalen?. Liquidatiebonus: overgangsregel Vanaf 1 oktober 2014 is het afgelopen met de voordelige behandeling van liquidatieboni. Het tarief van de roerende voorheffing stijgt dan van 10 naar 25 %. Om die tariefverhoging

Nadere informatie