GRENSOVERSCHRIJDENDE VERLIESVERREKENING
|
|
- Nele Sylvia Sanders
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar GRENSOVERSCHRIJDENDE VERLIESVERREKENING Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Laurens D Hoore (studentennr ) Promotor: Stefaan Van Crombrugge Commissaris: Paul Beghin
2 WOORD VOORAF Deze masterproef is geschreven ter afsluiting van de opleiding Master in de rechten aan de Universiteit Gent. Graag bedank ik alle mensen die mij bij het schrijven van deze masterproef met raad en daad hebben bijgestaan. In het bijzonder wil ik mijn promotor Prof. Dr. Stefaan Van Crombrugge bedanken voor het aanreiken van dit boeiende en uitdagende onderwerp, evenals voor zijn begeleiding en waardevolle feedback. Ook mijn commissaris Prof. Dr. Beghin wil ik bedanken. Een bijzondere vermelding verdienen ook de personen die deze masterproef kritisch hebben doorgelezen. Tot slot wil ik nog mijn ouders, familie en vrienden bedanken voor de geboden morele steun gedurende het voorbije jaar. Gent, mei 2013 Laurens D Hoore I
3 INHOUDSOPGAVE 1 Hoofdstuk 1. Inleiding Hoofdstuk 2. De belastingterritorialiteit Soevereiniteit en rechtsmacht Rechtsmacht in het internationaal belastingrecht Nationaliteitsbeginsel Territorialiteitsbeginsel a Belastingheffing op basis van het domiciliebeginsel b Belastingheffing op basis van het bronbeginsel Dubbele belasting en belastingverdragen... 9 Het OESO-Modelverdrag Besluit bij Hoofdstuk Hoofdstuk 3. De Belgische regeling inzake grensoverschrijdende verliesverrekening Inleidende begripsbepaling Vaste inrichting Dochteronderneming Verliesverrekening met vaste inrichtingen De Belgische regeling inzake verliesverrekening a Verrekening van verliezen van het belastbaar tijdperk b Verrekening van overgedragen verliezen De Velasquez-doctrine Dubbele verliesverrekening Verliezen van dochterondernemingen Begrip fiscale consolidatie Gebrek aan een systeem van fiscale consolidatie of fiscale eenheid in België Onrechtstreekse verliesverrekening als alternatief Initiatieven tot invoering van een systeem van fiscale consolidatie en toekomstperspectieven Argumenten pro de invoering van een systeem van fiscale consolidatie Besluit bij Hoofdstuk II
4 4 Hoofdstuk 4. Grensoverschrijdende verliesverrekening en de Europese Unie Onderliggende principes van het Unierecht Interne markt Vrijheid van vestiging a Vrijheid van vestiging in het VWEU b Concretisering door het HvJ Discriminatie Rechtspraak van het Hof van Justitie Grensoverschrijdende verliesverrekening met vaste inrichtingen Futura Participations: Niet-aftrekbaarheid van buitenlandse verliezen in staat van ontvangst AMID: Niet-verrekenbaarheid van verliezen van het hoofdhuis met vrijgestelde buitenlandse inkomsten Deutsche Shell: Aftrekbaarheid van buitenlandse verliezen in land van oorsprong Lidl Belgium: Niet-aftrekbaarheid van buitenlandse verliezen in land van oorsprong Krankenheim Ruhesitz: Aftrekbaarheid van buitenlandse verliezen in land van oorsprong gevolgd door recapture Besluit Grensoverschrijdende verliesverrekening met dochterondernemingen Bosal Holding: Aftrekbaarheid bij moederonderneming van rentekosten op een buitenlandse deelneming Keller Holding: Aftrekbaarheid bij moederonderneming van kosten op een buitenlandse deelneming Marks & Spencer: Aftrekbaarheid bij moederonderneming van definitieve verliezen van een buitenlandse dochteronderneming Oy AA: Niet-aftrekbaarheid bij dochteronderneming van winstoverdrachten naar een buitenlandse moederonderneming Rewe Zentralfinanz: Aftrekbaarheid bij moederonderneming van waardeverminderingen op buitenlandse deelnemingen X Holding: Onmogelijkheid een fiscale eenheid te vormen met een buitenlandse dochteronderneming III
5 Philips Electronics: Verrekenbaarheid van verliezen van een vaste inrichting toebehorend aan een buitenlandse onderneming Besluit Vraagstukken inzake definitieve verliezen De omvang van het in aanmerking te nemen verlies Berekening van het verlies volgens de regels van lidstaat B Berekening van het verlies volgens de regels van lidstaat A Berekening van het verlies volgens de regels van lidstaat A met een maximum Wanneer is sprake van definitieve verliezen? Problemen inzake het bewijs van het definitieve karakter Besluit Hoofdstuk 5. Initiatieven op Europees niveau Initiatieven uit het verleden Ontwerpverordening Europese Naamloze Vennootschap (SE) Voorstel verliesverrekeningsrichtlijn van Mededeling van de Commissie inzake de fiscale behandeling van verliezen in grensoverschrijdende situaties Het probleem van het niet of beperkt toestaan van grensoverschrijdende verliesverrekening De interne markt en het effect op de besluitvorming van bedrijven Verliezen binnen een vennootschap verliezen van vaste inrichtingen a Fiscale behandeling van verliezen in grensoverschrijdende situaties Verrekeningsmethode Vrijstellingsmethode b Vrijheid van vestiging en verliezen binnen een vennootschap Verliezen binnen een groep verliezen van buitenlandse dochterondernemingen a Een doelgerichte maatregel voor een minimaal niveau van verliesverrekening b Drie alternatieven voor grensoverschrijdende verliesverrekening Alternatief 1: definitieve overbrenging van verliezen (overbrenging van verliezen binnen de groep) IV
6 Alternatief 2: tijdelijke overbrenging van verliezen (methode van aftrek en inhaal) Alternatief 3: onmiddellijke belasting van de resultaten van de dochteronderneming (geconsolideerde-winstmethode) Conclusie van de Europese Commissie Beoordeling van de mededeling Het voorstel voor een CCCTB Totstandkoming voorstel CCCTB richtlijn Doelstelling en inhoud van de voorgestelde richtlijn Evaluatie van de voorgestelde richtlijn Besluit bij Hoofdstuk Hoofdstuk 6. Conclusie Belastingterritorialiteit De Belgische regeling inzake grensoverschrijdende verliesverrekening De rechtspraak van het Hof van Justitie inzake grensoverschrijdende verliesverrekening Toekomstperspectief Besluit V
7 A couple of years ago it was football players, nowadays it is losses: the hot topic at the European Court of Justice when it comes to the question whether they should be transferable across borders. Like football players, losses that are not transferable may still have some value, but they cannot shine as brightly and significantly as they would in case of an immediate transfer. C. WIMPISSINGER VI
8 Inleiding HOOFDSTUK 1. INLEIDING 1. De hedendaagse economie wordt gedomineerd door multinationale ondernemingen, welke verantwoordelijk zouden zijn voor meer dan 60 pct. van de wereldhandel 1. Het begrip multinationale onderneming kan eenvoudigweg omschreven worden als een onderneming die werkzaam is in verschillende landen 2. Dit kan door middel van vaste inrichtingen of dochtervennootschappen, waarover verder meer. Dergelijke ondernemingen brengen verscheidene problemen met zich mee. Men denke daarbij aan de talloze arbeidsrechtelijke en milieurechtelijke vraagstukken die in het verleden zijn gerezen. Zelf worden deze ondernemingen echter ook voor problemen geplaatst die het gevolg zijn van hun grensoverschrijdend karakter. De basis voor vele van die problemen is de uiteenlopende wijze waarop juridische vraagstukken in verschillende landen worden benaderd. Kortweg, de verschillen in reglementering. Dat verschillen in reglementering ernstige hinderpalen vormen voor internationaal opererende bedrijven en de internationale handel wordt waarschijnlijk nog het duidelijkst bewezen door de doelstellingen van de Europese Unie. 2. Een van de belangrijke probleemgebieden voor multinationale ondernemingen ten gevolge van de verscheidenheid aan nationale regelingen is dat van de belastingen. Voorliggende masterproef situeert zich in dit gebied en zal zich meer bepaald concentreren op volgende vraag: Kunnen over de staatsgrens heen geleden verliezen verrekend worden met het in een bepaald land belastbaar resultaat van een vennootschap? Het gaat met andere woorden over de vraag of grensoverschrijdende verliesverrekening al dan niet mogelijk is. Dit wordt zowel vanuit Belgisch als vanuit Europees perspectief onderzocht. 3. Het behoeft geen betoog dat het antwoord op bovenstaande vraag van aanzienlijk economisch belang is voor de multinationale onderneming. Indien de mogelijkheid van grensoverschrijdende verliesverrekening niet bestaat, is het mogelijk dat de vennootschapsgroep in bepaalde landen belast wordt op de aldaar gerealiseerde winst, terwijl het nettoresultaat van de gehele groep negatief is doordat elders aanzienlijke verliezen 1 L. HINNEKENS, Europese Unie en directe belastingen, Gent, Larcier, 2012, S. VAN CROMBRUGGE, Internationaal Fiscaal Recht, onuitg., academiejaar ,
9 Inleiding worden geleden. Zo ontstaat een conflict tussen de belastingheffing enerzijds en de economische werkelijkheid volgens dewelke het resultaat van de multinationale onderneming één is anderzijds 3. Hoewel de verliezen van een bepaalde entiteit inderdaad vaak overgedragen kunnen worden naar de volgende boekjaren, om wanneer de dochtervennootschap of vaste inrichting in het betreffende land weer winstgevend wordt in mindering gebracht te worden van het op dat moment aldaar belastbaar resultaat, zorgt het ontbreken van de mogelijkheid tot grensoverschrijdende verliesverrekening mogelijks voor ernstige cashflownadelen 4 die het gevolg zijn van het tijdverschil waarmee verliezen in aanmerking worden genomen, namelijk door overdracht en verrekening met toekomstige winsten, in vergelijking met een onmiddellijke verrekening met andere positieve belastingrondslagen binnen één vennootschap of binnen een groep van vennootschappen 5. Bovendien bestaat het risico dat de verliezen geheel of gedeeltelijk niet meer kunnen worden verrekend, bijvoorbeeld doordat geen winsten meer worden behaald of door het verstrijken van eventuele verliesverrekeningstermijnen; in welk geval sprake is van verliesverdamping. De mogelijkheid van grensoverschrijdende verliesverrekening zal gelet op deze mogelijke nadelen een invloed uitoefenen op de investeringsstrategieën van de onderneming. Zo zal men bij een gebrek aan de mogelijkheid van grensoverschrijdende verliesverrekening minder snel geneigd zijn over te gaan tot investeringen in het buitenland. Minstens zal het een invloed uitoefenen op de keuze van rechtsvorm voor de activiteiten aldaar. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat, zoals we zullen zien, op Europees niveau een belangrijk argument voor het toestaan van grensoverschrijdende verliesverrekening gevonden kan worden in de vrijheid van vestiging. 4. Voorliggende masterproef start met het in herinnering brengen van het aan de materie onderliggende fundamentele principe van de (fiscale) territorialiteit. Vervolgens zal in eerste instantie gekeken worden naar de mogelijkheden tot grensoverschrijdende verliesverrekening die op heden door het Belgisch fiscaal recht worden geboden. Daarna zal de stand van zaken 3 L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, HvJ C-446/03, Marks & Spencer, 2005, nr. 32 en P. VAN KRUNKELSVEN en T. WUSTENBERGHS, Grensoverschrijdende verliesverrekening: gemiste herkansing?, Fiscoloog (I.) 2008, afl. 299, 3. Indien het land waar de verliezen worden geleden een mechanisme van carry back van verliezen toepast, waarbij het verlies verrekend wordt met de winst uit voorgaande boekjaren, zullen zich in beginsel geen cashflownadelen voordoen, op voorwaarde dat er genoeg winst uit voorgaande boekjaren voorhanden is. 5 Mededeling van de Europese Commissie inzake de fiscale behandeling van verliezen in grensoverschrijdende situaties, COM(2006)824 definitief, 19 december 2006,
10 Inleiding op Europees niveau grondig worden onderzocht aan de hand van de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie en de verschillende Europese initiatieven. Tenzij anders wordt vermeld, beperkt deze masterproef zich tot de vennootschapsbelasting. De personenbelasting wordt in principe buiten beschouwing gelaten. Ook het vraagstuk van de grensoverschrijdende verliesverrekening in het kader van een grensoverschrijdende fusie wordt in principe buiten beschouwing gelaten. Gelet op het beperkte bestek van deze masterproef is enige aflijning van het onderzoeksdomein immers vereist. 3
11 De belastingterritorialiteit 2 HOOFDSTUK 2. DE BELASTINGTERRITORIALITEIT 5. In de inleiding werd er reeds op gewezen dat de problematiek van de grensoverschrijdende verliesverrekening verband houdt met de verscheidenheid aan nationale regelingen inzake belastingen. Het is inderdaad zo dat belastingwetten slechts een beperkte ruimtelijke werkingssfeer hebben. Hun werking wordt principieel beperkt door de staatsgrenzen 6. Dit is het gevolg van de soevereiniteit van de nationale staat enerzijds en het daarmee verband houdende territorialiteitsbeginsel anderzijds. In hetgeen volgt worden beide begrippen kort in herinnering gebracht, daar zij essentieel zijn voor een goed begrip van de internationale fiscale problematiek die het voorwerp uitmaakt van onderhavige masterproef. 2.1 SOEVEREINITEIT EN RECHTSMACHT 6. Soevereiniteit verwijst naar de bundel van rechten en bevoegdheden die een staat maken tot wat hij is. Het begrip kan gelijkgesteld worden met het staat-zijn 7. Krachtens zijn soevereiniteit handelt de staat op onafhankelijke en autonome wijze binnen zijn grondgebied 8. Rechtsmacht verwijst op haar beurt naar specifieke rechten uit die bundel van rechten die het staat-zijn uitmaken. Het verwijst naar het recht van de staat om regelgevend op te treden via de drie machten. Het hebben van rechtsmacht ligt dus vervat in en is een uitdrukking van de soevereiniteit van de nationale staat. Een van de fundamentele principes van het internationaal recht is dat van de gelijkheid van nationale staten 9. Dit houdt in dat iedere staat wordt geacht over een gelijke mate van soevereiniteit te beschikken, hetgeen met zich meebrengt dat staten elkaars rechten en meer concreet elkaars rechtsmacht dienen te respecteren 10. Dit idee van soevereine gelijkheid vinden we vandaag terug in artikel 2, lid 1 van het VN-Handvest, dat het volgende bepaalt: De Organisatie is gegrond op het beginsel van soevereine gelijkheid van al haar Leden. 6 L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, 9. 7 R. J. JEFFERY, The Impact of State Sovereignty on Global Trade and International Taxation, Den Haag, Kluwer Law International, 1999, L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, A. NOLLKAEMPER, Kern van het internationaal publiekrecht, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2011, R. J. JEFFERY, The Impact of State Sovereignty on Global Trade and International Taxation, Den Haag, Kluwer Law International, 1999, 27. 4
12 De belastingterritorialiteit 7. Op het gebied van de belastingen vertaalt dit principe van soevereiniteit zich in het beginsel van de belastingsoevereiniteit. Dit volkenrechtelijk erkend 11 beginsel houdt in dat de staat exclusief bevoegd is om op volkomen onafhankelijke wijze, maar binnen de grenzen van zijn grondgebied, belastingen te heffen volgens een zelf uitgebouwd stelsel en volgens zelf bepaalde toepassingsmodaliteiten. Ook op het gebied van de belastingen wordt iedere staat geacht over een gelijke mate van soevereiniteit te beschikken, de belastingsoevereiniteit van een staat wordt bijgevolg beperkt door de gelijke soevereiniteit van de andere staten. Staten dienen elkaars belastingsoevereiniteit te eerbiedigen en mogen hun heffingsbevoegdheid dan ook niet uitoefenen op het grondgebied dat onder de belastingsoevereiniteit van een andere staat ressorteert 12. De directe belastingbevoegdheid is een gebied waar de staatssoevereiniteit traditioneel een grote rol speelt, zoals binnen de Europese Unie wordt geïllustreerd door de beperkte Europese inmenging terzake 13. De veelheid aan dubbelbelastingverdragen die telkens een gezagsbeperking met zich mee brengen zou het tegendeel kunnen doen vermoeden. Echter, zij doen geen afbreuk aan de belastingsoevereiniteit in die zin dat de staat voorafgaandelijk en vrij heeft ingestemd met het verdrag RECHTSMACHT IN HET INTERNATIONAAL BELASTINGRECHT 8. In het internationaal publiekrecht worden een beperkt aantal grondslagen erkend waaraan staten hun rechtsmacht kunnen ontlenen. De belangrijkste grondslagen voor de uitoefening van rechtsmacht zijn nationaliteit, territorialiteit, universaliteit en de bescherming van de staat 15. Opdat een bepaalde staat het recht zou hebben over te gaan tot belastingheffing, dient een rechtsband te worden vastgesteld tussen die staat en het beoogde fiscaal subject of object. Traditioneel wordt dergelijke band geacht te bestaan wanneer men onderworpen is aan de 11 L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, 22-23; J-P. LAGAE, Noties van internationaal fiscaal recht in verband met personen en ondernemingen, TPR 1982, (171) 172; A. TIBERGHIEN, Inleiding tot het Belgisch fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, 136 en TIBERGHIEN ADVOCATEN, Tiberghien. Handboek voor Fiscaal Recht , Mechelen, Kluwer, 2010, 20, nr De Lidstaten van de EU hebben op het gebied van de directe belastingen hun zelfbeschikkingsmacht grotendeels behouden, zie in dit verband HvJ C-80/94, Wielockx, Jur. 1994, I, 2514, nr. 16 en D. WEBER, Op zoek naar een (nieuwe) balans tussen belastingsoevereiniteit en het recht op vrij verkeer binnen de EG, Deventer, Kluwer, 2006, L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, A. NOLLKAEMPER, Kern van het internationaal publiekrecht, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2005,
13 De belastingterritorialiteit personele soevereiniteit dan wel de territoriale soevereiniteit van een staat. In het internationaal belastingrecht zijn het dan ook de grondslagen nationaliteit en territorialiteit die worden toegepast om te bepalen of er sprake kan zijn van fiscale rechtsmacht Nationaliteitsbeginsel 9. Volgens het nationaliteitsbeginsel heeft een staat rechtsmacht over personen met de nationaliteit van die staat, ongeacht waar deze zich bevinden 17. Krachtens dit beginsel kan de belastingheffende staat personen met zijn nationaliteit belasten op hun wereldinkomen 18 en dit ongeacht of de betrokkene woonplaats heeft op het grondgebied van de staat van zijn nationaliteit dan wel op het grondgebied van een andere staat. Het speelt ook geen rol dat de bronnen waaruit het inkomen voortkomt zich in het buitenland bevinden 19. Hieruit volgt dat de staat onbeperkte fiscale rechtsmacht heeft over personen met de nationaliteit van die staat 20. Wat rechtspersonen betreft kan de oprichting naar het recht van een bepaalde staat gelijkgesteld worden aan het hebben van de nationaliteit van die staat, zodat over deze entiteiten ook onbeperkte fiscale rechtsmacht kan worden uitgeoefend 21. Onder meer de Verenigde Staten maakt toepassing van dit beginsel Territorialiteitsbeginsel 10. De meer algemeen erkende grondslag voor fiscale rechtsmacht is evenwel niet het zonet besproken nationaliteitsbeginsel, dat overigens niet door alle auteurs aanvaard wordt als een voldoende band ter verantwoording van fiscale rechtsmacht 23, maar wel het 16 R. S. J. MARTHA, The Jurisdiction to Tax in International Law. Theory and Practice of Legislative Fiscal Jurisdiction, Deventer, Kluwer Law and Taxation Publishers, 1989, A. NOLLKAEMPER, Kern van het internationaal publiekrecht, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2005, J-P. LAGAE, Noties van internationaal fiscaal recht in verband met personen en ondernemingen, TPR 1982, (171) 179 en R. S. J. MARTHA, The Jurisdiction to Tax in International Law. Theory and Practice of Legislative Fiscal Jurisdiction, Deventer, Kluwer Law and Taxation Publishers, 1989, Zie in dit verband de uitspraak van Rechter BASDEVANT in The Minquirs and Ecrehos: there is nothing to prevent a State s taxation of its nationals in respect of property abroad. IGH, The Minquirs and Ecrehos Case (France v. United Kingdom), Judgement, ICJ Reports 1953, R. J. JEFFERY, The Impact of State Sovereignty on Global Trade and International Taxation, Den Haag, Kluwer Law International, 1999, R. J. JEFFERY, The Impact of State Sovereignty on Global Trade and International Taxation, Den Haag, Kluwer Law International, 1999, 49 en R. S. J. MARTHA, The Jurisdiction to Tax in International Law. Theory and Practice of Legislative Fiscal Jurisdiction, Deventer, Kluwer Law and Taxation Publishers, 1989, L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, 37 en F. G. F. PETERS, De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief, Deventer, Kluwer, 2007, Zie R. S. J. MARTHA, The Jurisdiction to Tax in International Law. Theory and Practice of Legislative Fiscal Jurisdiction, Deventer, Kluwer Law and Taxation Publishers, 1989, 47 en de verwijzingen aldaar. 6
14 De belastingterritorialiteit territorialiteitsbeginsel. Uit de staatssoevereiniteit vloeit voort dat territorialiteit de primaire basis is voor rechtsmacht 24. Zoals hoger reeds werd uiteengezet is de rechtsmacht van een staat binnen zijn grondgebied onbeperkt 25. Op basis van het territorialiteitsbeginsel kan de staat belasting heffen indien er voldoende aanknopingspunten zijn tussen het subject of het object van de belasting enerzijds en het grondgebied van de staat anderzijds 26. Dergelijk aanknopingspunt kan ten eerste personeel of subjectief zijn. In dat geval houdt het aanknopingspunt verband met de persoon. Het aanknopingspunt kan echter ook materieel of objectief zijn. In dat geval houdt het aanknopingspunt verband met het inkomen 27. In het eerste geval baseert men zich voor de heffing op de woon- of vestigingsplaats van de persoon of rechtspersoon. In het tweede geval is de heffing gebaseerd op de bron 28. Met andere woorden, de territorialiteit als grondslag voor fiscale rechtsmacht kan leiden tot belastingheffing ten aanzien van een persoon of rechtspersoon die zijn woon- of vestigingsplaats binnen het grondgebied van de staat heeft óf tot belastingheffing op inkomsten die voortvloeien uit bronnen die zich situeren binnen het grondgebied van de staat 29. In België wordt de belastingheffing op basis van de woon- of vestigingsplaats beschouwd als een uitdrukking van het domicilie- of woonplaatsbeginsel. De belastingheffing op basis van de ligging van de inkomstenbron vloeit op zijn beurt voort uit het bronbeginsel. Beide beginselen berusten op de territoriale soevereiniteit en worden in het belastingrecht in het algemeen toegepast 30. Ook het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in zijn rechtspraak 31 beide beginselen erkend als zijnde in overeenstemming met het territorialiteitsbeginsel 32. De arresten van het Hof van Justitie inzake grensoverschrijdende 24 A. AUST, Handbook of International Law, Cambridge, Cambridge University Press, 2005, Cfr. supra nr S. VAN CROMBRUGGE, De grondregels van het Belgisch fiscaal recht, Kalmthout, Biblo, 2011, 49. Zie ook L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, P. DE VOS en T. JANSEN, Handboek internationaal en Europees belastingrecht, Antwerpen, Intersentia, 2006, S. VAN WEEGHEL, Thoughts on territoriality in relation to Dutch corporate tax reform in Liber Amicorum Jacques Malherbe, Brussel, Bruylant, 2006, (1129) L. HINNEKENS, De territorialiteit van de inkomstenbelasting op nieuwe wegen en grondslagen in G. JOSEPH, L. HINNEKENS, J. MALHERBE en J. VAN HOORN (eds.), Het Belgisch internationaal belastingrecht in ontwikkeling. Nieuwe wegen voor het Belgisch internationaal belastingrecht?, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, (3) en R. J. JEFFERY, The Impact of State Sovereignty on Global Trade and International Taxation, Den Haag, Kluwer Law International, 1999, R. P. VAN DEN DOOL, Territorialiteitsbeginsel in D. A. ALBREGTSE EN P. KAVELAARS (eds.), Maatschappelijk heffen: De wetenschap, Deventer, Kluwer, 2006, (207) Zie onder meer HvJ C-250/95, Futura Participations, 1997; HvJ C-451/99, Cura Anlagen, 2002; HvJ C- 319/02, Manninen, 2004; HvJ C-446/03, Marks & Spencer, 2005; HvJ C-470/04, N, 2006 en HvJ C-347/04, Rewe Zentralfinanz, R. P. VAN DEN DOOL, Territorialiteitsbeginsel in D. A. ALBREGTSE EN P. KAVELAARS (eds.), Maatschappelijk heffen: De wetenschap, Deventer, Kluwer, 2006, (207)
15 De belastingterritorialiteit verliesverrekening die verder besproken worden illustreren de belangrijke rol van het territorialiteitsbeginsel in deze materie a Belastingheffing op basis van het domiciliebeginsel 11. Krachtens het domiciliebeginsel is de staat bevoegd om belasting te heffen van alle individuen en rechtspersonen die wonen of gevestigd zijn op zijn grondgebied 33. De fiscale rechtsmacht van de staat ten aanzien van zijn inwoners wordt geacht onbeperkt te zijn; bijgevolg is de staat bevoegd om over te gaan tot belasting van het wereldinkomen van de individuen en rechtspersonen die hun woonplaats respectievelijk vestigingsplaats hebben in die staat 34. Staten kunnen hun inwoners dus niet enkel belasten op inkomsten die voortvloeien uit bronnen die binnen het grondgebied van de staat gelegen zijn, maar ook op inkomsten die voortvloeien uit buiten het grondgebied gelegen bronnen. Deze heffing op het wereldinkomen wordt toegestaan onder internationaal recht 35. Om tot heffing over het wereldinkomen te komen vereist het domiciliebeginsel een permanente band met het grondgebied van de staat, een louter tijdelijke aanwezigheid binnen het grondgebied van een staat zal niet volstaan ter verantwoording van dergelijke onbeperkte fiscale rechtsmacht b Belastingheffing op basis van het bronbeginsel 12. Ten aanzien van individuen en rechtspersonen waarvan de woonplaats respectievelijk vestigingsplaats niet binnen het grondgebied van de staat gelegen is, beschikt de staat slechts over een beperkte rechtsmacht. De staat mag deze personen slechts aan belastingheffing onderwerpen voor bronnen dan wel inkomsten uit bronnen die binnen het grondgebied van de staat zijn gelegen. Dit wordt ook wel het strikte territorialiteitsbeginsel genoemd 37. De fiscale rechtsmacht van een staat ten aanzien van niet-inwoners wordt ongeacht hun nationaliteit door het territorialiteitsbeginsel beperkt tot inkomsten die voortvloeien uit 33 S. VAN CROMBRUGGE, De grondregels van het Belgisch fiscaal recht, Kalmthout, Biblo, 2011, J-P. LAGAE, Noties van internationaal fiscaal recht in verband met personen en ondernemingen, TPR 1982, (171) R. S. J. MARTHA, The Jurisdiction to Tax in International Law. Theory and Practice of Legislative Fiscal Jurisdiction, Deventer, Kluwer Law and Taxation Publishers, 1989, R. J. JEFFERY, The Impact of State Sovereignty on Global Trade and International Taxation, Den Haag, Kluwer Law International, 1999, L. HINNEKENS, When business grows global, taxes cannot remain local. Quo vadis fiscal principle of territoriality? in F. ENGELEN, S. JANSEN en H. VAN ARENDONK (eds.), A Tax Globalist: Essays in Honour of Maarten J. Ellis, Amsterdam, IBFD Publications, 2005, (282)
16 De belastingterritorialiteit binnen het grondgebied van die staat gelegen bronnen en binnen die staat gelegen vermogens DUBBELE BELASTING EN BELASTINGVERDRAGEN 13. Grensoverschrijdende situaties die aanknopingspunten hebben in verschillende staten en daardoor binnen de toepassingssfeer vallen van de fiscale regelgeving van verscheidene staten, doen het risico op internationale dubbele belasting ontstaan 39. Internationale dubbele belasting is het onvermijdelijke gevolg van de uitoefening door de staten van hun belastingsoevereiniteit 40. Het is mogelijk dat een natuurlijke persoon of rechtspersoon door toepassing van de verschillende grondslagen voor fiscale rechtsmacht tegelijkertijd onder de rechtsmacht van verschillende staten ressorteert, bijvoorbeeld door toepassing van het nationaliteitsbeginsel in het ene land en het territorialiteitsbeginsel in het andere, of door gelijktijdige heffing op het wereldinkomen in de staat van domicilie enerzijds en heffing op het inkomen dat zich voordoet in een daarvan verschillend bronland anderzijds. Deze problematiek kan eenvoudig worden geïllustreerd aan de hand van volgend voorbeeld: Stel dat de zetel van een vennootschap gevestigd is in een staat A. De vennootschap ontplooit echter ook activiteiten in een staat B en is te dien einde overgegaan tot de oprichting van een vaste inrichting aldaar. Indien we het territorialiteitsbeginsel hanteren heeft deze vennootschap in eerste instantie een aanknopingspunt met het grondgebied van staat A op basis van het domiciliebeginsel. Gezien het domiciliebeginsel aanleiding geeft tot onbeperkte fiscale rechtsmacht kan staat A de vennootschap belasten op haar wereldinkomen met inbegrip van de inkomsten die in staat B gerealiseerd worden door toedoen van de vaste inrichting. Tegelijkertijd heeft de vennootschap een aanknopingspunt met het grondgebied van staat B door de vaste inrichting die daar wordt geëxploiteerd. In principe zullen daar inkomsten gerealiseerd worden die op basis van het bronbeginsel onder de heffingsbevoegdheid van staat B vallen. De in staat B gerealiseerde inkomsten vallen aldus onder de fiscale rechtsmacht van zowel staat A als staat B, op basis van het domiciliebeginsel respectievelijk het bronbeginsel, met internationale juridische dubbele belasting als gevolg. Bovendien kan nog aan de hypothese gedacht worden waarbij de vennootschap is opgericht 38 R. S. J. MARTHA, The Jurisdiction to Tax in International Law. Theory and Practice of Legislative Fiscal Jurisdiction, Deventer, Kluwer Law and Taxation Publishers, 1989, S. DOUMA, The Three Ds of Direct Tax Jurisdiction: Disparity, Discrimination and Double Taxation, European Taxation 2006, (522) J-P. LAGAE, Noties van internationaal fiscaal recht in verband met personen en ondernemingen, TPR 1982, (171)
17 De belastingterritorialiteit naar het recht van een derde staat C. Indien staat C het nationaliteitsbeginsel toepast ter bepaling van zijn fiscale rechtsmacht zal ook deze staat de vennootschap willen belasten op haar wereldwinst, met een driedubbele belastingheffing over de inkomsten van de vaste inrichting als gevolg. 14. Internationale juridische dubbele belasting wordt door het OESO-Modelverdrag gedefinieerd als de oplegging van vergelijkbare belastingen in twee (of meer) staten aan dezelfde belastingplichtige, met betrekking tot hetzelfde inkomens- of vermogensbestanddeel en dit voor identieke periodes 41. Juridische dubbele belasting moet worden onderscheiden van economische dubbele belasting 42. Om dit soort conflicten waarbij meerdere staten op basis van de algemeen aanvaarde heffingsbeginselen fiscale rechtsmacht kunnen doen gelden op te lossen, worden vaak overeenkomsten tot het vermijden van dubbele belasting gesloten. Deze bilaterale belastingverdragen of dubbelbelastingverdragen moeten voorkomen dat een persoon dubbel wordt belast op dezelfde materie 43. Hiertoe komen staten onderling een beperking overeen van de heffingsbevoegdheid die zij aan hun soevereiniteit ontlenen 44. HET OESO-MODELVERDRAG 15. De meerderheid van deze belastingverdragen is gebaseerd op het OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen 45. Het hoofddoel van dit modelverdrag is het aanreiken van een instrument om op uniforme basis de meest voorkomende problemen inzake internationale juridische dubbele belasting te regelen 46. Het OESO-modelverdrag is op zich geen officiële rechtsbron, maar is bedoeld als uitgangspunt voor de lidstaten bij het afsluiten of herzien van bilaterale belastingverdragen Het OESO-Modelverdrag bevat twee categorieën van regelen. In eerste instantie voorzien de artikelen 6 tot 22 in regels die de heffingsbevoegdheid tussen staten verdelen. 41 OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen, Introduction, nr Cfr. infra nr A. NOLLKAEMPER, Kern van het internationaal publiekrecht, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers, 2005, S. VAN CROMBRUGGE, Internationaal Fiscaal Recht, onuitg., academiejaar , OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen, Introduction, nr OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen, Introduction, nr OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen, Introduction, nr. 3. Zie ook P. DE VOS en T. JANSEN, Handboek internationaal en Europees belastingrecht, Antwerpen, Intersentia, 2006, 9 en P. VAN HEUVERSWYN, Algemene principes van de internationale fiscaliteit, Antwerpen, Standaard Uitgeverij, 1998,
18 De belastingterritorialiteit Een van de belangrijkste methoden van verdeling van de heffingsbevoegdheid is gebaseerd op het onderscheid tussen de woonstaat (belasting van ingezetenen, cfr. supra domiciliebeginsel) en de bronstaat (belasting van niet-ingezetenen, cfr. supra bronbeginsel) 48. Ten tweede voorziet het modelverdrag in zijn artikelen 23A en 23B regels met betrekking tot de voorkoming van dubbele belasting. Het verdrag laat de verdragsluitende staten daarbij de keuze tussen twee methoden, de vrijstellingsmethode of exemption method en de verrekeningsmethode of credit method 49. De verrekeningsmethode al dan niet met progressievoorbehoud houdt in dat de woonstaat het buitenlands inkomen integraal opneemt in de belastbare basis, maar tegelijk toestaat dat de in de bronstaat geheven belasting in mindering wordt gebracht van de in de woonstaat verschuldigde belasting 50. In de dubbelbelastingverdragen heeft België evenwel gekozen voor de vrijstellingsmethode als voornaamste methode ter voorkoming van dubbele belasting 51. Deze methode houdt in dat de woonstaat van de belastingplichtige het in het buitenland belastbaar inkomen of kapitaal vrijstelt van belastingheffing BESLUIT BIJ HOOFDSTUK In het voorgaande hoofdstuk zagen we dat staten hun heffingsbevoegdheid ontlenen aan het internationaalrechtelijk principe van de soevereiniteit. Dit brengt met zich mee dat ter verantwoording van fiscale rechtsmacht er een of meerdere aanknopingspunten dienen te zijn tussen het subject of object van de belasting enerzijds en de belastingheffende staat anderzijds. Dergelijk aanknopingspunt kan zijn grondslag vinden in nationaliteit dan wel territorialiteit. Waarbij deze laatste grondslag dan weer onder te verdelen is in het domiciliebeginsel en het bronbeginsel. De toepassing van deze verschillende grondslagen voor fiscale rechtsmacht kan leiden tot internationale (juridische) dubbele belasting. Staten trachten deze conflicten op te lossen aan de hand van dubbelbelastingverdragen die veelal gebaseerd zijn op het OESO-Modelverdrag. 18. Bij de bespreking van het Belgisch kader ter zake van grensoverschrijdende verliesverrekening, a fortiori bij de bespreking van het Europees kader, zal duidelijk blijken 48 Conclusie Advocaat-Generaal L.A. GEELHOED bij HvJ C-374/04, Test Claimants in Class IV of the ACT Group Litigation, Jur. 2006, I, 11696, nr OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen, Introduction, nr Art. 23B OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen. 51 Art. 155 WIB 92 en art. 76 KB/WIB 92; P. DE VOS en T. JANSEN, Handboek internationaal en Europees belastingrecht, Antwerpen, Intersentia, 2006, Art. 23A OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen. 11
19 De belastingterritorialiteit dat de belastingterritorialiteit onrechtstreeks een aanzienlijke rol speelt bij de vraag naar de mogelijkheid van grensoverschrijdende verliesverrekening. Zo zal de problematiek van de internationale dubbele belasting en de daarmee gepaard gaande dubbelbelastingverdragen aan bod komen bij de verliesverrekening in de verhouding tot vaste inrichtingen in het buitenland. Wat de verliesverrekening tussen moeder- en dochtervennootschappen betreft zal blijken dat vele lidstaten van de Europese Unie een systeem van fiscale consolidatie of fiscale eenheid kennen, dat evenwel in de meerderheid van de gevallen begrensd wordt door het territorium van de lidstaat. 12
20 De Belgische regeling inzake grensoverschrijdende verliesverrekening 3 HOOFDSTUK 3. DE BELGISCHE REGELING INZAKE GRENSOVERSCHRIJDENDE VERLIESVERREKENING 3.1 INLEIDENDE BEGRIPSBEPALING 19. In de inleiding hebben we reeds gezien dat de multinationale onderneming eenvoudigweg kan worden omschreven als een onderneming die in verschillende landen werkzaam is 53. Met het oog op dergelijke werkzaamheden in het buitenland kan de onderneming kiezen voor een vaste inrichting zonder rechtspersoonlijkheid of een dochteronderneming met rechtspersoonlijkheid 54. Verder in deze masterproef zal duidelijk worden dat de keuze van rechtsvorm een belangrijke impact heeft op de mogelijkheden tot grensoverschrijdende verliesverrekening. Om die reden volgt hieronder een beknopte duiding van deze twee structureringsmogelijkheden Vaste inrichting 20. De vaste aanwezigheid van de multinationale onderneming in het buitenland kan in eerste instantie de vorm aannemen van een vaste inrichting. Het begrip vaste inrichting in de Belgische wetgeving stemt plus minus overeen met dat in het OESO-Modelverdrag, welke de materiële vaste inrichting definieert als een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend 55. Daarnaast is ook de minder gangbare vorm van een personele vaste inrichting mogelijk Een vaste inrichting vormt geen afzonderlijke vennootschap en bezit dan ook geen rechtspersoonlijkheid. Het gevolg hiervan is dat de winst van de inrichting rechtstreeks deel uitmaakt van de winst van de vennootschap waarvan ze deel uitmaakt 57. Hoewel de vaste inrichting geen zelfstandige entiteit is, zal het land waar deze zich bevindt op basis van het bronbeginsel principieel ook kunnen overgaan tot belasting van de aldaar gerealiseerde winst 58, hetgeen de problematiek van de internationale juridische dubbele belasting doet 53 Zie randnummer S. VAN CROMBRUGGE, Actuele fiscale thema s 2007, Kalmthout, Biblo, 2008, Art. 5, 1 e lid OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen. 56 Art. 5, 5 e lid OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen. 57 S. VAN CROMBRUGGE, Internationaal Fiscaal Recht, onuitg., academiejaar , Zie art. 7 OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen. 13
21 De Belgische regeling inzake grensoverschrijdende verliesverrekening ontstaan 59. Het dient te worden opgemerkt dat voor de belasting van ondernemingswinsten op basis van het bronbeginsel 60 algemeen wordt aanvaard dat een vaste inrichting vereist is ter verantwoording van fiscale rechtsmacht voor de bronstaat. De loutere oorsprong in de bronstaat zonder dergelijke vaste aanwezigheid vormt geen voldoende nauwe band voor de belastbaarheid Dochteronderneming 22. De andere mogelijkheid voor een onderneming die een vaste aanwezigheid in het buitenland beoogt is over te gaan tot de oprichting van een dochteronderneming. Naar het Belgisch Wetboek van vennootschappen kan een dochteronderneming worden omschreven als een vennootschap ten opzichte waarvan een controlebevoegdheid bestaat 62, dewelke wordt uitgeoefend door een moederonderneming. In tegenstelling tot de vaste inrichting vormt de dochteronderneming een afzonderlijke juridische entiteit die aan de belastingheffing is onderworpen in haar staat van vestiging 63. Moeder- en dochteronderneming staan los van elkaar waardoor de winst van de ene juridisch gezien geen deel uitmaakt van de winst van de andere. In de woorden van JOSEPH trekt de afzonderlijke rechtspersoonlijkheid van de dochteronderneming als het ware een juridische muur op tussen de controlerende en de gecontroleerde onderneming, zodat hun resultaten fiscaal niet bijeen kunnen worden geteld Gezien de dochteronderneming een afzonderlijke juridische entiteit vormt en juridisch gezien dan ook geen band vertoont met de vestigingsstaat van de moederonderneming, stelt het probleem van de internationale juridische dubbele belasting zich hier niet. De problematiek die zich hier wel kan stellen in de relatie tot de moederonderneming is die van de internationale economische dubbele belasting. Deze houdt in dat eenzelfde object in hoofde van twee verschillende belastingplichtigen wordt belast, waarbij deze 59 Zie randnummer 13 ev. 60 Zie randnummer L. HINNEKENS, De territorialiteit van de Belgische belastingen in het algemeen en op de inkomsten in het bijzonder, Brussel, Samsom, 1985, 37; J-P. LAGAE, Noties van internationaal fiscaal recht in verband met personen en ondernemingen, TPR 1982, (171) 179 en A. TIBERGHIEN, Inleiding tot het Belgisch fiscaal recht, Antwerpen, Kluwer, 1986, Art. 6 W. Venn. 63 Zie in dit verband art. 7, 1 e lid OESO-Modelverdrag voor Belastingen naar Inkomen en Vermogen. 64 G. JOSEPH, Internationale verliesverrekening in België in G. JOSEPH, L. HINNEKENS, J. MALHERBE en J. VAN HOORN (eds.), Het Belgisch internationaal belastingrecht in ontwikkeling. Nieuwe wegen voor het Belgisch internationaal belastingrecht?, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, (351)
22 De Belgische regeling inzake grensoverschrijdende verliesverrekening belastingplichtigen enkel op juridisch vlak van elkaar gescheiden zijn, maar niet op economisch vlak 65. Economische dubbele belasting doet zich bijvoorbeeld voor wanneer een vennootschap A een dividend uitkeert aan een vennootschap B 66. De door vennootschap A gemaakte winst wordt een eerste keer belast in hoofde van deze vennootschap A en wordt na uitkering nogmaals belast als dividend in hoofde van vennootschap B. Ter vermijding van deze dubbele heffing kent België het systeem van de DBI-aftrek en de vrijstelling van meerwaarden op aandelen. Een bespreking van deze maatregelen zou evenwel het bestek van deze masterproef te buiten gaan. 3.2 VERLIESVERREKENING MET VASTE INRICHTINGEN 24. In dit onderdeel wordt de Belgische regeling voor verliesverrekening met vaste inrichtingen in het buitenland nader toegelicht. Voorafgaand dient te worden opgemerkt dat het vraagstuk naar de mogelijkheid van verliesverrekening met vaste inrichtingen zich enkel stelt met betrekking tot buitenlandse vaste inrichtingen. Verliezen van binnen het Belgisch grondgebied gelegen vaste inrichtingen, ook wel Belgische inrichtingen genoemd, zijn logischerwijze zonder meer verrekenbaar met het in België belastbaar resultaat. 25. Wat de verliesverrekening met buitenlandse vaste inrichtingen betreft kan een onderscheid gemaakt worden tussen de verrekening van verliezen van het belastbaar tijdperk enerzijds en de verrekening van overgedragen verliezen anderzijds 67. Twee relevante situaties kunnen zich voor de verliesverrekening voordoen. De eerste situatie is deze waarbij de vaste inrichting een verlies lijdt in het buitenland, de tweede is deze waarbij de onderneming een verlies lijdt in België. We zullen zien dat de Belgische verliesregeling in deze tweede situatie tot dubbele belasting kan leiden. Het is dan ook passend deze problematiek afzonderlijk te bespreken. In bepaalde gevallen kon de Belgische verliesregeling bovendien tot dubbele verliesverrekening leiden. De oplossing die aan dit vraagstuk werd gegeven wordt eveneens afzonderlijk besproken. 65 A. C. G. A. C. DE GRAAF, P. KAVELAARS en A. J. A. STEVENS, Internationaal belastingrecht, Deventer, Kluwer, 2009, P. DE VOS en T. JANSEN, Handboek internationaal en Europees belastingrecht, Antwerpen, Intersentia, 2006, G. JOSEPH, Internationale verliesverrekening in België in G. JOSEPH, L. HINNEKENS, J. MALHERBE en J. VAN HOORN (eds.), Het Belgisch internationaal belastingrecht in ontwikkeling. Nieuwe wegen voor het Belgisch internationaal belastingrecht?, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, (351)
23 De Belgische regeling inzake grensoverschrijdende verliesverrekening 26. De grensoverschrijdende verliesverrekening met vaste inrichtingen wordt geregeld door de artikelen 75 en 78 KB/WIB Artikel 75 KB/WIB 1992 behandelt in zijn tweede lid de verrekening van verliezen van het belastbaar tijdperk. Dit betreft fiscaaltechnisch de tweede bewerking voor het bepalen van de belastbare grondslag. Artikel 78 KB/WIB 1992 behandelt de verrekening van overgedragen verliezen. Dit betreft de zevende bewerking voor het bepalen van de belastbare grondslag De Belgische regeling inzake verliesverrekening a Verrekening van verliezen van het belastbaar tijdperk 27. Omdat het taxatieregime verschilt naar gelang van de oorsprong van de inkomsten 69, deelt art. 75 KB/WIB 1992 de vennootschapswinst volgens geografische oorsprong om in drie groepen: Belgische winst, tegen verlaagd tarief belastbare winst en bij verdrag vrijgestelde winst 70. De categorie tegen verlaagd tarief belastbare winst heeft betrekking op winst gerealiseerd door een vaste inrichting gelegen in een land waarmee geen dubbelbelastingverdrag werd gesloten. De juridische dubbele belasting die hiervan het onvermijdelijke gevolg was werd vroeger door België eenzijdig gemilderd door de toepassing van een verlaagd tarief dat was vastgesteld in art. 217 WIB Deze categorie bestaat evenwel niet meer met ingang van aanslagjaar 2004, daar de wet van 24 december 2002 het art. 217 WIB 1992 heeft opgeheven 71. Deze categorie behoudt evenwel haar belang voor de omdeling van de winst naar oorsprong die van belang is voor de aanrekening van de winsten of verliezen van buitenlandse vaste inrichtingen 72. De categorie bij verdrag vrijgestelde winst heeft betrekking op winst gerealiseerd door een vaste inrichting gelegen in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft 68 Zie P. BEGHIN en I. VAN DE WOESTEYNE, Handboek vennootschapsbelasting , Antwerpen, Intersentia, 2009, en G. JOSEPH, Internationale verliesverrekening in België in G. JOSEPH, L. HINNEKENS, J. MALHERBE en J. VAN HOORN (eds.), Het Belgisch internationaal belastingrecht in ontwikkeling. Nieuwe wegen voor het Belgisch internationaal belastingrecht?, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, (351) C. CHEVALIER, Vademecum Vennootschapsbelasting 2007, Gent, Larcier, 2007, G. JOSEPH, Internationale verliesverrekening in België in G. JOSEPH, L. HINNEKENS, J. MALHERBE en J. VAN HOORN (eds.), Het Belgisch internationaal belastingrecht in ontwikkeling. Nieuwe wegen voor het Belgisch internationaal belastingrecht?, Antwerpen, Kluwer Rechtswetenschappen België, 1993, (351) S. VAN CROMBRUGGE, Beginselen van de Vennootschapsbelasting, Kalmthout, Biblo, 2010, 129. Art. 217 WIB 1992 is door de wet van 29 maart 2012 opnieuw opgenomen en van toepassing vanaf aanslagjaar 2013, maar het voert de categorie van de tegen verlaagd tarief belastbare buitenlandse winst niet opnieuw in. 72 P. BEGHIN en I. VAN DE WOESTEYNE, Handboek vennootschapsbelasting , Antwerpen, Intersentia, 2009,
24 De Belgische regeling inzake grensoverschrijdende verliesverrekening afgesloten. Deze winst wordt in België van belasting vrijgesteld in de derde bewerking (art. 76 KB/WIB 1992). Op basis van het dubbelbelastingverdrag zal de heffingsbevoegdheid immers doorgaans toegekend zijn aan het land waar de vaste inrichting is gevestigd Indien gedurende het belastbaar tijdperk verliezen worden geleden in één of meerdere inrichtingen in België of in het buitenland, moeten deze meteen worden aangerekend op de winst van de andere inrichtingen 74. Hiertoe maakt art. 75 KB/WIB 1992 in zijn tweede lid, uitgaande van de omdeling van de vennootschapswinst naar geografische oorsprong, een onderscheid tussen verliezen geleden in een land waarvoor de winst bij verdrag vrijgesteld is ; verliezen geleden in een land waarvoor de winst tegen verlaagd tarief belastbaar is en in België geleden verliezen. De verliesverrekening dient voor iedere categorie volgens de in art. 75 KB/WIB 1992 bepaalde volgorde te gebeuren. Hierbij worden de verliezen bij voorkeur in hun eigen categorie verrekend. Slechts wanneer de winst van die categorie ontoereikend is, wordt naar de andere categorieën overgegaan 75. Verliezen geleden in een land waarvoor de winst bij verdrag is vrijgesteld worden achtereenvolgens verrekend met (i) de vrijgestelde winst afkomstig van inrichtingen gelegen in landen met verdrag; (ii) de tegen verlaagd tarief belastbare winst afkomstig van inrichtingen gelegen in landen zonder verdrag, indien de winst uit landen met verdrag onbestaande of ontoereikend is; (iii) de Belgische winst, indien er geen of onvoldoende buitenlandse winst bestaat. Deze regel kan in bepaalde omstandigheden als resultaat hebben dat verliezen die worden geleden in een land waarvan de winst is vrijgesteld door een dubbelbelastingverdrag, uiteindelijk worden verrekend met de Belgische winst 76. Verliezen geleden in een land zonder verdrag, waarvoor de winst tegen verlaagd tarief belastbaar is, worden achtereenvolgens verrekend met (i) de tegen verlaagd tarief belastbare winst afkomstig van inrichtingen gelegen in landen zonder verdrag; (ii) de vrijgestelde winst afkomstig van inrichtingen gelegen in landen met verdrag, indien de winst uit landen zonder 73 C. CHEVALIER, Vademecum Vennootschapsbelasting 2007, Gent, Larcier, 2007, P. BEGHIN en I. VAN DE WOESTEYNE, Handboek vennootschapsbelasting , Antwerpen, Intersentia, 2009, S. VAN CROMBRUGGE, Beginselen van de Vennootschapsbelasting, Kalmthout, Biblo, 2010, S. VAN CROMBRUGGE, Beginselen van de Vennootschapsbelasting, Kalmthout, Biblo, 2010,
VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :
VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot
Nadere informatieCirculaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen
Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/94 betreffende het vrijstellingsmechanisme in de internationale belastingverdragen Samenvatting : Deze circulaire beschrijft het mechanisme dat de woonstaat hanteert
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 22561 29 april 2016 Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht 25 april 2016 nr. DGB 2016/1731M
Nadere informatieBachelorthesis Fiscale Economie
Bachelorthesis Fiscale Economie Het arrest X Holding BV Naam : Malou van Dijnsen Adres : Kromwaarde 3A 4714 GW Sprundel Telefoonnummer : 0165-386605 Studierichting : Fiscale Economie Datum : 09 mei 2011
Nadere informatieZaak C-446/04. Test Claimants in the FII Group Litigation tegen
Zaak C-446/04 Test Claimants in the FII Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]
Nadere informatieArtikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is
Artikel 1 van het nieuwe Verdrag Personen op wie het Verdrag van toepassing is Art. 1. Dit Verdrag is van toepassing op personen die inwoner zijn van een of van beide verdragsluitende Staten. 2 larcier
Nadere informatieTWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING
TWEEDE PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN DE OVEREENKOMST TUSSEN DE REGERING VAN BELGIE EN DE REGERING VAN NIEUW-ZEELAND TOT HET VERMIJDEN VAN DUBBELE BELASTING EN TOT HET VOORKOMEN VAN HET ONTGAAN VAN BELASTING
Nadere informatieAbnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis?
Abnormale of goedgunstige voordelen toch geen minimale belastbare basis? Aan de hand van bepaalde transacties wordt binnen groepen van vennootschappen soms gepoogd om winsten te verschuiven naar de vennootschappen
Nadere informatieHof van Cassatie van België
16 FEBRUARI 2012 F.10.0115.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.10.0115.N 1. K.P., 2. H.D.S., eisers, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050
Nadere informatieTitel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van van het Grondwettelijk Hof inzake het
Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/106 met betrekking tot het arrest nr. 24/2018 van 01.03.2018 van het Grondwettelijk Hof inzake het verzoek tot nietigverklaring van de Fairness Tax Samenvatting
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Zevende kamer) 11 september 2014 (*)
ARREST VAN HET HOF (Zevende kamer) 11 september 2014 (*) Prejudiciële verwijzing Inkomstenbelasting Wetgeving ter voorkoming van dubbele belasting Belasting van in een andere lidstaat dan de woonstaat
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 28/05/2015
Datum van inontvangstneming : 28/05/2015 Vertaling C-176/15-1 Zaak C-176/15 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 20 april 2015 Verwijzende rechter: Tribunal de première instance
Nadere informatieDe Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?
De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen? Op 30 juli 2013 werd de wet houdende diverse bepalingen omtrent de nieuwe fiscale maatregelen in het kader van de begrotingscontrole
Nadere informatieZaak C-524/04. Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue
Zaak C-524/04 Test Claimants in the Thin Cap Group Litigation tegen Commissioners of Inland Revenue [verzoek van de High Court of Justice (England & Wales), Chancery Division, om een prejudiciële beslissing]
Nadere informatieDe Marks & Spencer uitzondering en de artikelen 13d, 15i en 20a Wet Vpb 1969 bezien vanuit het territorialiteitsbeginsel
De Marks & Spencer uitzondering en de artikelen 13d, 15i en 20a Wet Vpb 1969 bezien vanuit het territorialiteitsbeginsel Door: Faisal Janjua Opleiding: Master Fiscale Economie Begeleider: Dr. C.A.T. Peters
Nadere informatieBlok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.
Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde
Nadere informatieHet anti-belastingontwijkingspakket van de Europese Commissie bestaat uit:
De nieuwe Europese Anti-Belastingontwijking richtlijn Op 17 juni 2016 werd de nieuwe Europese richtlijn, die belastingontwijking door multinationals moet helpen bestrijden, gestemd door de Europese ministers
Nadere informatieOntbinding en vereffening
Ontbinding en vereffening Art. 208-214 Situering TITEL III : VENNOOTSCHAPSBELASTING Art. 179-219bis HOOFDSTUK I : AAN DE BELASTING ONDERWORPEN VENNOOTSCHAPPEN Art. 179-182 HOOFDSTUK II : GRONDSLAG VAN
Nadere informatieWetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.
Nadere informatieI. INLEIDING. http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...
Page 1 of 12 Home > Circulaire AAFisc Nr. 13/2014 (nr. Ci.RH.421/630.788) dd. 03.04.2014 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst VENB Vennootschapsbelasting/Belasting
Nadere informatieINHOUD. Voorwoord... v HOOFDSTUK 1 ALGEMENE INLEIDING... 1
INHOUD Voorwoord................................................................. v HOOFDSTUK 1 ALGEMENE INLEIDING.................................................... 1 1. Oorzaak van internationale dubbele
Nadere informatieRICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD
7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het
Nadere informatieDe grensoverschrijdende fiscale eenheid
De grensoverschrijdende fiscale eenheid Naam: Esther Op de Kamp Administratienummer: 459309 Studierichting: Examencommissie: Fiscale Economie Mr. dr. D.S. Smit Prof. mr. E.C.C.M. Kemmeren Inhoudsopgave:
Nadere informatieRegeling met België inzake ontslaguitkeringen
Regeling met België inzake ontslaguitkeringen Besluit 22-06-2006 nr CPP2006-1404 Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht
Nadere informatieRolnummer 5942. Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T
Rolnummer 5942 Arrest nr. 156/2014 van 23 oktober 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op
Nadere informatieFairness Tax lijst van nog hangende problemen
Fairness Tax lijst van nog hangende problemen De problemen die rijzen door de wet van 30 juli 2013 kunnen in 4 categorieën worden gerangschikt: - gewenste bevestigingen - gewenste verduidelijkingen - gewenste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 27 789 Modernisering Successiewetgeving Nr. 19 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 *
ARREST VAN 14. 12. 2000 ZAAK C-141/99 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 14 december 2000 * In zaak C-141/99, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van
Nadere informatieUitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement
Uitbreiding toepassingsgebied belastingneutrale zetelverplaatsing & andere fiscale bepalingen aangenomen in Parlement Na de Kamer van volksvertegenwoordigers heeft gisteren ook de Senaat diverse fiscale
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 16/09/2014
Datum van inontvangstneming : 16/09/2014 Vertaling C-388/14-1 Zaak C-388/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering
Nadere informatieHOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting
DEEL 1 Inleiding 31 HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting HOOFDSTUK 1 Situering van de vennootschapsbelasting In België onderscheiden we vier belastingstelsels, namelijk: 1 De directe belastingen
Nadere informatieSpotlights - juni 2014
Spotlights - juni 2014 De fairness tax, eindelijk (wat) verduidelijking Met ingang van aanslagjaar 2014 zijn de zogenaamde "grote" vennootschappen onderworpen aan een nieuwe belasting, de "fairness tax".
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 30/10/2018
Datum van inontvangstneming : 30/10/2018 Vertaling C-613/18-1 Zaak C-613/18 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 28 september 2018 Verwijzende rechter: Tribunal Tributário de Lisboa
Nadere informatieBoekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende
Boekdeel I Algemeen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten..... 7 Wet van 24 december 2002 tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake
Nadere informatieNotitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011
Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2011 Inhoud Voorwoord 9 Lijst van afkortingen 11 1 Het verdragsbeleid op hoofdlijnen 13 1.1 Inleiding 13 1.2 Kerninzet 14 1.2.1 Hoofddoelen
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met
Nadere informatieBesluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland
Besluit van PM datum tot wijziging van de Belastingregeling voor het land Nederland Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van PM; Gelet op artikel 37 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 29 034 Wijziging van enkele belastingwetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van de Europese Unie van 3 juni
Nadere informatieNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING
DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED EN DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Principiële goedkeuring van het voorontwerp
Nadere informatieAftrek voor risicokapitaal
Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR
Nadere informatieAANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van 6.12.2012. over agressieve fiscale planning
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.12.2012 C(2012) 8806 final AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale planning NL NL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 6.12.2012 over agressieve fiscale
Nadere informatieBoekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen. Deel 2. Met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen. zie afzonderlijk Boekdeel I
Boekdeel I zie afzonderlijk Boekdeel I Algemene inhoudstafel Boekdeel I Algemeen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten................. 5 Wet
Nadere informatieConsultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2
Consultatie wetsvoorstel implementatie ATAD2 Op 29 mei 2017 is een aanpassing van de EU-richtlijn ter bestrijding van belastingontwijking aangenomen, zodat deze richtlijn zich (ook) richt tegen hybridemismatches
Nadere informatieOmzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht
87 HOOFDSTUK 1 Omzetting van de Europese richtlijn naar het Belgisch recht AFDELING 1 Het fiscale stelsel opgelegd door de Europese fiscale fusierichtlijn van 23 juli 1990 (veelvuldig gewijzigd) 1. Toepassingsgebied
Nadere informatieInhoudsopgave Introductie De bronnen van het IBR en de samenhang daartussen
Inhoudsopgave 1 Introductie 13 1.1 Wat is internationaal belastingrecht? 13 1.2 De samenstellende onderdelen van het IBR 14 1.3 Nederlands IBR 14 1.4 Opbouw boek 15 Kennisvragen hoofdstuk 1 16 2 De bronnen
Nadere informatie138 De Pensioenwereld in 2014
17 138 De Pensioenwereld in 2014 Beleggingen 139 EU-claims: geen grijs gedraaide plaat Auteurs: Susan Groot Koerkamp en Erwin Nijkeuter In de meeste Europese landen worden of werden buitenlandse pensioenfondsen
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 26/07/2012
Datum van inontvangstneming : 26/07/2012 Vertaling C-303/12-1 Zaak C-303/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 21 juni 2012 Verwijzende rechter: Rechtbank van eerste aanleg te
Nadere informatieZevende bewerking: Aftrek vorige verliezen
Zevende bewerking: Aftrek vorige verliezen Zijn verliezen van vorige boekjaren Gebeurt in code [105] Belgische Verliezen, code [106] Buitenlandse Verliezen Overzicht fiscale verliezen: Vak IX Definitie
Nadere informatieBESCHIKKING VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 juli 2012 (*)
12/11/12 BESCHIKKING VAN HET HOF (Vijfde kamer) 12 juli 2012 (*) Artikel 104, lid 3, eerste alinea, van het Reglement voor procesvoering Artikel 63 VWEU Belastingwetgeving Dividenduitkering Bronheffing
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 15/09/2014
Datum van inontvangstneming : 15/09/2014 Vertaling C-386/14-1 Zaak C-386/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 13 augustus 2014 Verwijzende rechter: Cour administrative d appel
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 22/07/2016
Datum van inontvangstneming : 22/07/2016 Vertaling C-327/16-1 Zaak C-327/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 10 juni 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum
Nadere informatieMy Lawyer Info door Monard D Hulst
JE T AIME MOI NON PLUS. DE NIEUWE EUROPESE COÖRDINATIEREGELS VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID REVISITED VOOR BEDRIJFSLEIDERS De sociale zekerheid is per Europese lidstaat verschillend geregeld. Om te voorkomen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011) Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 26 oktober
Nadere informatieHuman Resources Sixco Policy
1. Inleiding Wanneer u België verlaat naar aanleiding van een tewerkstelling in het buitenland, is het belangrijk om na te gaan of u na uw vertrek uit België belastbaar blijft in België en of u bij voortduur
Nadere informatieeisers tot cassatie van een arrest, op 25 november 1997 gewezen vertegenwoordigd door mr. Francis Marck, advocaat bij de balie
16 JUNI 2000 F.98.0029.N/1 F.98.0029.N 1. V. H., en zijn echtgenote, 2. B.A., eisers tot cassatie van een arrest, op 25 november 1997 gewezen door het Hof van Beroep te Antwerpen, vertegenwoordigd door
Nadere informatieCirculaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen
Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen
Nadere informatieBoekdeel I. Algemeen. Deel 1. Inkomstenbelastingen
Boekdeel I Algemene inhoudstafel Boekdeel I Algemeen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (Uittreksel)........................ 5 Wet van 24
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.12.2006 COM(2006) 824 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD, HET EUROPEES PARLEMENT EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ
Nadere informatieEerste bewerking: Vaststellen fiscale winst/verlies
Eerste bewerking: Vaststellen fiscale winst/verlies 3 bestanddelen: Beweging van de belaste reserves Verworpen uitgaven Dividenden Terug te vinden in het vak IV Uiteenzetting van de winst Alleen het eerste
Nadere informatieHof van Cassatie van België
12 JUNI 2015 F.14.0080.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.14.0080.N SAINT-GOBAIN CONSTRUCTION PRODUCTS BELGIUM nv, met zetel te 9130 Beveren, Sint-Jansweg 9, eiseres, vertegenwoordigd door mr.
Nadere informatieniet verbeterde kopie
Rolnummer 4452 Arrest nr. 65/2009 van 2 april 2009 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 150 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing vanaf het aanslagjaar
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2012/8 De boekhoudkundige verwerking van de inbreng in eigendom in een Belgische burgerlijke maatschap die niet de rechtsvorm heeft aangenomen van een handelsvennootschap
Nadere informatieMemorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID
Memorandum REENTE ELASTINGONTWIKKELINGEN MET ETREKKING TOT DE FISALE EENHEID Op 6 juni 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën het wetsvoorstel Wet spoedreparatie fiscale eenheid gepubliceerd. In
Nadere informatieWet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen, de artikelen 107 tot 122.
de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Mededeling Brussel, 2 juni 2017 Kenmerk: NBB_2017_18 uw correspondent:
Nadere informatieHof van Cassatie van België
13 FEBRUARI 2014 F.13.0059.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0059.N STAD GENT, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 9000 Gent, Botermarkt 1, eiseres,
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN Advies 2009/7 - De boekhoudkundige verwerking van grensoverschrijdende fusies Advies van 15 juli 2009 Trefwoorden Belastingvrije reserves Fiscale aspecten Fusies
Nadere informatieDate de réception : 01/12/2011
Date de réception : 01/12/2011 Resumé C-544/11-1 Zaak C-544/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof
Nadere informatieBETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties.
ADVIES Nr 29 / 1997 van 5 november 1997 O. Ref. : 10 / A / 1997 / 014 BETREFT : Gebruik van het fiscaal identificatienummer in de betrekkingen met de buitenlandse fiscale administraties. De Commissie voor
Nadere informatieBENELUX ~ A 2006/2/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARREST van 19 maart 2007. Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF ~ A 2006/2/11 ARREST van 19 maart 2007 Inzake METABOUW BOUWBEDRIJF B.V. tegen BELGISCHE STAAT Procestaal : Nederlands ARRET du 19 mars 2007 En cause METABOUW BOUWBEDRIJF
Nadere informatieNaar een EU-bestendige vennootschapsbelasting. Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden
Naar een EU-bestendige vennootschapsbelasting Frank Engelen PricewaterhouseCoopers Universiteit Leiden International Tax Center Leiden Grondslagen van de interne markt De interne markt omvat een ruimte
Nadere informatieHet model van het aangifteformulier voor aanslagjaar 2014 is verschenen in het Belgisch Staatsblad dd. 02.05.2014.
Nieuwigheden in de aangifte aanslagjaar 2014 in de belasting van niet-inwoners Buitenlandse vennootschappen, verenigingen, instellingen of lichamen die een onderneming exploiteren of zich met verrichtingen
Nadere informatieVoorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )
stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159
Nadere informatieAftrek voor risicokapitaal
Opgave 275C 1/2 Benaming :............ Ondernemingsnummer :... Berekening van de aftrek voor risicokapitaal Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de Fiscaliteit Inkomstenbelastingen
Nadere informatieMeerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk?
Meerwaarden op aandelen: Vindt u uw weg in de praktijk? De programmawet van 27 december 2012 heeft een nieuwe belasting op meerwaarden op aandelen ingevoerd. Meer dan één jaar na de inwerkingtreding, blijven
Nadere informatieTETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN
TETRALERT-TAX ANTI-BELASTINGONTWIJKINGSRICHTLIJN I. Inleiding De Europese Commissie lanceerde op 28 januari 2016 haar voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 54139 11 oktober 2018 Vennootschapsbelasting. Subjectieve vrijstelling voor stichtingen en verenigingen (artikel 6 van
Nadere informatieTrefwoord(en) Cassatie I-> INKOMSTENBELASTINGEN-> VENNOOTSCHAPSBELASTING-> Vaststelling van het belastbaar nettoinkomen->
Details Justel Nummer: N-19970220-13 Rolnummer: F950097F Instantie: Hof van Cassatie, België Datum : 20/02/1997 Type van beslissing: Arrest Samenvatting Wanneer een vennootschap anders dan per kalenderjaar
Nadere informatieInternationaal Belastingrecht
Internationaal Belastingrecht prof. mr. dr. A.CG.A.C de Graaf prof. dr. P. Kavelaars prof. dr. A.J.A. Stevens Zesde herziene druk a Wolters Deventer 2012 business INHOUDSOPGAVE Voorwoord / V Lijst van
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/03/2017
Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum
Nadere informatieFEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING
Bestemd voor de Administratie Datum van ontvangst van de aangifte:.. FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen AANGIFTE IN DE ROERENDE VOORHEFFING
Nadere informatieTETRALERT FISCALITEIT HYBRIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PPL), KUNSTMATIGE CONSTRUCTIES EN EINDE VAN DE DBI-AFTREK
TETRALERT FISCALITEIT HYBRIDE FINANCIËLE INSTRUMENTEN (PPL), KUNSTMATIGE CONSTRUCTIES EN EINDE VAN DE DBI-AFTREK I. INLEIDING De Richtlijn 2011/96/EU betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling
Nadere informatieBoekdeel I. Algemeen. Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende
Boekdeel I Algemeen Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten (Uittreksel)........................ 5 Wet van 24 december 2002 tot wijziging van
Nadere informatieInterne rente bij de vaste inrichting
3 Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting Master Internationaal en Europees Belastingrecht Universiteit van Amsterdam Interne rente bij de vaste inrichting Het in aanmerking nemen van interne
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XXX - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag
Nadere informatieHoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht
Hoofdlijnen van het Nederlands belastingrecht door Mr. P.M. van Schie Prof. dr. CA. de Kam Mr. J. Lamens Mr. drs. F.J.P.M. Haas Twaalfde herziene druk Kluwer Deventer - 2004 INHOUDSOPGAVE Voorwoord bij
Nadere informatieDe laatste wijzigingen inzake de Kaaimantaks
De laatste wijzigingen inzake de Kaaimantaks An Weyn en Félix Teichmann 24 januari 2019 Brussels London - www.liedekerke.com Agenda Inleidende bespreking van het huidig regime Juridische constructies binnen
Nadere informatieZIFO Institute for Financial law en Corporate Law Amsterdam Toelichting bij de beantwoording van genoemde vragen uit de questionnaire.
Toelichting In dit document is een toelichting opgenomen bij de beantwoording op enkele - hieronder aangeduide - vragen uit de questionnaire. Vraag IV.5 Biedt de recente jurisprudentie van het EHvJ (bijv.
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 MEI 2012 F.11.0053.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0053.N STAD BRUSSEL, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en schepenen, met kantoor te 1000 Brussel, Grote Markt 1, eiseres,
Nadere informatieHet voorstel van rijkswet wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel b, aanhef, wordt de komma aan het slot vervangen door een dubbele punt.
33 955 Regeling voor Nederland en Curaçao tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en een woonplaatsfictie
Nadere informatieBlok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid
Blok 10: IS 1: tarieven, gelieerde partijen, onderkapitalisatie, belastingparadijzen, fiscale eenheid Vennootschapsbelasting (IS). 1. Algemeen. Vennootschappen. De vennootschapsbelasting (Impuesto sobre
Nadere informatieMasterproef. Globale benadering of benadering per land van de belemmeringen van het EG-verkeer. Academiejaar
Faculteit Rechtsgeleerdheid Masterproef Globale benadering of benadering per land van de belemmeringen van het EG-verkeer Academiejaar 2008-2009 Promotor: Prof. dr. Van Crombrugge S. Commissarissen: Prof.
Nadere informatieOverzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015
Overzicht van de belangrijkste wijzigingen aan het aangifteformulier inclusief de fiscale bijlagen voor het aj. 2015 Het model van het aangifteformulier voor aj. 2015 is verschenen in het Belgisch Staatsblad
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)
Nadere informatieSpoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting
Spoedreparatie in de Fiscale Eenheid Vennootschapsbelasting moeder dochter(s) WHITE PAPER 1 belastingplichtige Bol Adviseurs 29 November 2017 Inhoudsopgave Samenvatting... 3 Spoedreparatie in de Fiscale
Nadere informatieBelastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling.
Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/1 Circulaire nr. Ci.RH.421/579.072 (AOIF Nr. 60/2010) dd 10.09.2010 Vennootschapsbelasting Belasting van niet-inwoners vennootschappen
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/12/2017
Datum van inontvangstneming : 07/12/2017 Vertaling C-608/17-1 Zaak C-608/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 24 oktober 2017 Verwijzende rechter: Högsta förvaltningsdomstolen
Nadere informatieRolnummer 5541. Arrest nr. 159/2013 van 21 november 2013 A R R E S T
Rolnummer 5541 Arrest nr. 159/2013 van 21 november 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 218, 2, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing op
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/6 - Boekhoudkundige verwerking van de liquidatiereserve bedoeld in artikel 541 WIB 92 (Programmawet van 10 augustus 2015) en de bijzondere aanslag
Nadere informatie