1 Si + 1 O 2 1 SiO 2 4 Al + 3 O 2 2 Al 2 O 3 4 Fe + 3 O 2 2 Fe 2 O 3 2 Mg + 1 O 2 2 MgO

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Si + 1 O 2 1 SiO 2 4 Al + 3 O 2 2 Al 2 O 3 4 Fe + 3 O 2 2 Fe 2 O 3 2 Mg + 1 O 2 2 MgO"

Philomena Christel Smeets
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 1 ANORGANISCHE STOFFEN 1.B.1 Metaaloxiden: voorgetallen 1 Si + 1 O 2 1 SiO 2 4 Al + 3 O 2 2 Al 2 O 3 4 Fe + 3 O 2 2 Fe 2 O 3 2 Mg + 1 O 2 2 MgO 1.B.2 Nietmetaaloxiden: voorgetallen Onvolledig: 2 C + 1 O 2 2 CO (met onvoldoende zuurstof t.a.v. C) Volledig 1 C + 1 O 2 1 CO 2 (met voldoende zuurstof t.a.v. C) 1 S + 1 O 2 1 SO 2 1.C Systematische naamgeving en formules voor oxiden SiO 2 siliciumdioxide Cl 2 O 7 dichloorheptaoxide N 2 O distikstof(mono)oxide N 2 O 5 distikstofpentaoxide Fe 2 O 3 diijzertrioxide FeO (mono)ijzer(mono)oxide Cu 2 O dikoperoxide 4 Cu + 1 O 2 2 Cu 2 O 1.E Oefeningen 1) Omcirkel de metaaloxiden blauw en de nietmetaaloxiden rood CO N 2 O 3 NO Sb 2 O 3 Sb 2 O 5 Cl 2 O 7 P 2 O 5 PbO CO 2 H 2 O P 2 O 3 PbO 2 Pt (geen oxide) NaCl (geen oxide) H 2 S (geen oxide) Br 2 (geen oxide) CH 4 (geen oxide) Au (geen oxide)

2 2 2) Zoek de voorgetallen voor volgende oxidevormingen a? P 4 +? O 2? P 2 O 5 * Kies eerst O (slechts 1x in een reagens ; slechts 1x in reactieproduct EN hoogste index). * kgv van 2 en 5 = 10? P O 2 2 P 2 O 5 * Nog 1 vraagteken over tellen hoeveel P in reactieproducten: 2x2 = 4 RECHTS 4 Links ook 4 Dwz. 1 P 4. 1 P O 2 2 P 2 O 5 b? Na +? O 2? Na 2 O * Kies eerst O (slechts 1x in een reagens ; slechts 1x in reactieproduct EN hoogste index). * kgv van 2 en 1 = 2? Na + 1 O 2 2 Na 2 O * Nog 1 vraagteken over tellen hoeveel Na in reactieproducten: 2x2 = 4 RECHTS 4 Links ook 4 Dwz. 4 Na 4 P O 2 2 P 2 O 5 3) Schrijf de oxidevormingsreactie voor volgende oxiden a K 2 O c Ga 2 O 3 b BaO d SeO 3 a Het is een metaaloxide, dat van het metaal Kalium K? K +? O 2? K 2 O 4 K + 1 O 2 2 K 2 O b Het is een metaaloxide, dat van het metaal Barium Ba? Ba +? O 2? BaO 2 Ba + 1 O 2 2 BaO c Het is een metaaloxide, dat van het metaal Gallium Ga? Ga +? O 2? Ga 2 O 3 4 Ga + 3 O 2 2 Ga 2 O 3 b Het is een niet-metaaloxide, dat van het niet-metaal Seleen(ium) Se? Se +? O 2? SeO 3 2 Se + 3 O 2 2 SeO 3

3 3 4) Geef de naam van volgende verbindingen a) N 2 O 3 distikstoftrioxide b) NO (mono)stikstof(mono)oxide c) PbO (mono)lood(mono)oxide d) PbO 2 (mono)looddioxide e) CO (mono)koolstofmonooxide f) CO 2 (mono)koolstofdioxide g) H 2 O diwaterstof(mono)oxide (=water) h) H 2 O 2 UITZONDERING: waterstofperoxide i) P 2 O 3 difosfortrioxide j) P 2 O 5 difosforpentaoxide k) Sb 2 O 3 diantimoontrioxide l) Sb 2 O 5 diantimoonpentaoxide 5) Vermeld of het om een metaaloxide of nietmetaaloxide gaat (MO of nmo) a) N 2 O 3 nmo b) NO nmo c) PbO MO d) PbO 2 MO e) CO nmo f) CO 2 nmo g) H 2 O nmo h) H 2 O 2 UITZONDERING: waterstofperoxide i) P 2 O 3 nmo j) P 2 O 5 nmo k) Sb 2 O 3 MO l) Sb 2 O 5 MO 6) Bepaal het oxidatiegetal van beide elementen vanuit de Lewisformule! a) Bvb. Al 2 O 3 is een ionverbinding (M+O en O is een nm) O + 2 e - O 2- O 2- is het stabiele ion van O Al Al e - Al 3+ is het stabiele ion van Al het kgv van +3 en -2 is 6 Ø = 2.(+3) + 3.(-2) OG (O)= -II Al 2 O 3 heeft volgende Lewisvoorstelling: O 2- Al 3+ O 2- Al 3+ O 2- OG (Al)= +III c) PbO 2 is een ionverbinding (M+O en O is een nm) O + 2 e - O 2- O 2- is het stabiele ion van O Pb Pb e - Pb 4+ is een stabiel ion van Pb het kgv van +4 en -2 is 4 Ø = 1.(+4) + 2.(-2) OG (O)= -II PbO 2 heeft volgende Lewisvoorstelling: O 2- Pb 4+ O 2- OG (Pb)=+IV

4 4 d) Cs 2 O is een ionverbinding (M+O) O + 2 e - O 2- O 2- is het stabiele ion van O Cs Cs e - Cs 1+ is het stabiele ion van Cs het kgv van +1 en -2 is 2 Ø = 2.(+1) + 1.(-2) OG (O)= -II Cs 2 O heeft volgende Lewisvoorstelling: Cs 1+ O 2- Cs 1+ OG (Cs)=+I e) Bvb. CO is een atoomverbinding (nm+nm) Stap 1: Je krijgt de Lewisstructuur gegeven: Stap 2: Zet alle gemeensch. elektronen bij O: C O C O We geven hier de gemeenschappelijke elektronen aan het element met de grootste EN-waarde (we doen dus even alsof het een ionbinding wordt). EN O = 3,5 EN C = 2,5 C O Stap 3: Normaal # valentieelektronen (PSE) 4 6 min gecreëerd # valentieelektronen: Stap 4: De OG zijn de verschillen OG(C) = +II f) Br 2 O is een atoomverbinding (nm+nm) Stap 1: Je krijgt de Lewisstructuur gegeven: Stap 2: Zet alle gemeensch. elektronen bij O: We geven hier de gemeenschappelijke elektronen aan het element met de grootste EN-waarde (we doen dus even alsof het een ionbinding wordt). EN O = 3,5 EN C = 2,5 Br Br O Br O Br Br O Stap 3: Normaal # valentieelektronen (PSE) 7 6 min gecreëerd # valentieelektronen: Stap 4: De OG zijn de verschillen OG(Br) = +I

5 5 g) H 2 O is een atoomverbinding (nm+nm) Stap 1: Je krijgt de Lewisstructuur gegeven: Stap 2: Zet alle gemeensch. elektronen bij O: We geven hier de gemeenschappelijke elektronen aan het element met de grootste EN-waarde (we doen dus even alsof het een ionbinding wordt). EN O = 3,5 EN H = 2,1 H H O H O H H O Stap 3: Normaal # valentieelektronen (PSE) 1 6 min gecreëerd # valentieelektronen: Stap 4: De OG zijn de verschillen OG(H) = +I 7) Bepaal de brutoformule van a) het oxide van het metaal Cr met OG(Cr)= +III Bvb. OG (Cr) = +III 2 x Cr kgv = VI Cr 2 O 3 dichroomtrioxide 3 x O b) het oxide van het metaal Zn met OG(Zn)= +II OG (Zn) = +II 1 x Zn kgv = II ZnO (mono)zink(mono)oxide 1 x O c) het oxide van het nietmetaal S met OG(S)= +IV OG (S) = +IV 1 x S kgv = IV SO 2 (mono)zwaveldioxide 2 x O d) het oxide van het nietmetaal Cl met OG(Cl)= +I OG (Cl) = +I 2 x Cl kgv = II Cl 2 O dichloor(mono)oxide 1 x O

6 6 8) Bepaal het oxidatiegetal van a) Bvb. Bepaal OG(Si) in de brutoformule SiO 2 SiO 2 bevat 2x O totale lading alle zuurstoffen = -4 totale lading alle silicium = +4 1 Silicium in SiO 2 : dus OG(Si) = +IV b) Bvb. Bepaal OG(Li) in de brutoformule Li 2 O Li 2 O bevat 1x O totale lading alle zuurstoffen = -2 totale lading alle lithiums = +2 2 Lithiums in Li 2 O: dus OG(Li) = +I c) Bvb. Bepaal OG(Co) in de brutoformule Co 2 O 3 Co 2 O 3 bevat 3x O totale lading alle zuurstoffen = -6 totale lading alle cobalten = +6 2 Cobalts in Co 2 O 3 : dus OG(Co) = +III d) Bepaal OG(Ni) in de brutoformule NiO NiO bevat 1xO totale lading alle zuurstoffen = -2 totale lading alle nikkels = +2 1 Nikkel in NiO: dus OG(Ni) = +II e) Bepaal OG(Pb) in de brutoformule PbO 2 PbO 2 bevat 2xO totale lading alle zuurstoffen = -4 totale lading alle lood = +4 1 lood in PbO 2 : dus OG(Pb)= +IV f) Bepaal OG(Pb) in de brutoformule PbO PbO bevat 1xO totale lading alle zuurstoffen = -2 totale lading alle lood = +2 1 lood in PbO: dus OG(Pb)= +II

7 7 9) Bepaal het oxide van a) Bvb. Li 1 x O 2- (groep1 PSE) Li Li + + 1e - OG(Li) = +I Kgv = II Li + O 2- Li + = Li 2 O 2x Li + b) Bvb. Ga 3 x O 2- (groep3 PSE) Ga Ga e - OG(Ga) =+III Kgv = VI Ga 2 O 3 2x Ga 3+ c) Na 1 x O 2- (groep1 PSE) Na Na e - OG(Na) = +I Kgv = II Na 2 O 2x Na 1+ d) Sn 2 x O 2- (groep4 PSE) Sn Sn e - OG(Sn) = +IV Kgv = IV SnO 2 1x Sn 4+ e) Bepaal het oxide van Fe waarin OG(Fe)= +III 3 x O 2- O + 2e- O 2- Kgv = VI O 2- Fe 3+ O 2- Fe 3+ O 2- OG(Fe)=+III dus Fe 3+ OG(Fe) = +III Fe 2 O 3 = 2x Fe 3+

8 8 f) Bepaal het oxide van Pb waarin OG(Pb)= +IV 2 x O 2- O + 2e- O 2- Kgv = IV O 2- Pb 4+ O 2- OG(Pb)=+IV dus Pb 4+ OG(Pb) = +IV PbO 2 = 1x Pb 4+ g) Bepaal het oxide van Zn waarin OG(Zn)= +II 1 x O 2- O + 2e- O 2- Kgv = II O 2- Zn 2+ = OG(Zn)=+II dus Zn 2+ OG(Zn) = +II ZnO 1x Zn 2+ h) Bepaal het oxide van Hg waarin OG(Hg)= +I 1 x O 2- O + 2e- O 2- Kgv = II Hg 1+ O 2- Hg 1+ = OG(Hg)=+I dus Hg 1+ OG(Hg) = +I Hg 2 O 2x Hg 1+ 10) Stel de correcte brutoformule op EN geef de systematische naam Oxidatiegetal Brutoformule van het oxide Systematische naam OG (Ba) = +II BaO (mono)barium(mono)oxide OG(Cr)= +III Cr 2 O 3 dichroomtrioxide OG(N) = +V N 2 O 5 distikstofpentaoxide OG(P) = +V P 2 O 5 difosforpentaoxide OG(Sb)= +III Sb 2 O 3 diantimoontrioxide

9 9 1.F Fysische en chemische eigenschappen van metaaloxiden Het experiment: 1) Verbranding van magnesiumlint. Neem een stukje magnesiumlint in een tang. Beschrijf je staal: Metallisch: grijs, blinkend, Verbrand het in de vlam van een bunsenbrander. Opgelet voor het hevige licht. Niet in de vlam kijken! Pits je ogen! Beschrijf de kenmerken van de vlam vanop een afstandje. Vang het verbrandingsproduct op in een porseleinen schaaltje. Hoe ziet het verbrandingsproduct er uit? Noteer je waarneming. Noteer aggregatietoestand, kleur, Helder wit licht Er ontstond een wit poeder uit het metaal. Dus vast, wit, fluffy 2) Is magnesiumoxide een elektrolyten? Voeg wat gedestilleerd water toe aan het verbrandingsproduct en test de elektrische geleidbaarheid van het mengsel met een batterij en een lampje. Noteer je waarneming. Als je het poeder met water mengt, gaat het lampje branden Verwerking: 1) Welk bindingsmodel geldt voor MgO (type binding)? M + nm ionbinding 2) Is de vorming van MgO een exothermproces? Leg uit Exotherm: er komt energie uit: nl. licht en warmte. 3) Schrijf een correcte reactievergelijking voor de verbranding van Mg met dizuurstof uit de lucht tot MgO. 2 Mg + 1 O 2 2 MgO 4) Verklaar waarom MgO een vaste stof is en geen vloeistof of een gas. M + nm ionbinding Dus ionen, die trekken hard aan elkaar omwille van de tegengesteldeladingen 5) Is MgO een elektrolyt? Motiveer! Lampje gaat branden als je MgO mengt met water, dus mobiele ladingsdragers, dus elektrolyt (ionen in oplossing).

Vergelijkbare documenten

ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,.

PARATE KENNIS CHEMIE 4 e JAAR SCHEMA ZUIVERE STOF één stof, gekenmerkt door welbepaalde fysische constanten zoals kooktemperatuur, massadichtheid,. MENGSEL bestaat uit meerdere zuivere stoffen, de kooktemperatuur,