Alle besturen van instellingen voor hoger onderwijs. Datum Doorontwikkeling van het accreditatiestelsel. Geacht bestuur,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Alle besturen van instellingen voor hoger onderwijs. Datum Doorontwikkeling van het accreditatiestelsel. Geacht bestuur,"

Transcriptie

1 >Retouradres Postbus BJ Den Haag Alle besturen van instellingen voor hoger onderwijs Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus BJ Den Haag Onze referentie Datum Betreft Doorontwikkeling van het accreditatiestelsel Geacht bestuur, De afgelopen maanden zijn belangrijke stappen aangekondigd om het huidige accreditatiestelsel door te ontwikkelen richting een stelsel dat meer uitgaat van vertrouwen in de professional en een beter evenwicht biedt tussen lasten en baten. Mijn ambitie is een accreditatiestelsel waarbij de docent zich meer eigenaar van het proces voelt, en dat ook is, en er een grotere rol is voor de student. In deze brief geef ik aan hoe ik mijn ambitie wil bereiken. Er is al veel gesproken met verschillende betrokkenen, denk aan medewerkers van instellingen en andere experts. Daarna heb ik mijn voornemens besproken met de Tweede Kamer. Ik vind het van belang om de interactieve werkwijze voort te zetten door u te informeren over de doorontwikkeling van het accreditatiestelsel en u uit te nodigen daar op verschillende manieren verder aan bij te dragen. In deze brief informeer ik u over het voorgenomen nieuwe accreditatiestelsel (spoor 1) en de ruimte die de pilot instellingsaccreditatie (spoor 2) uw instelling kan bieden en welke mogelijkheden dit kan opleveren. In deze brief verzoek ik uw instelling tevens om uw interesse in deelname aan de pilot aan mij kenbaar te maken. Tot slot ga ik in op het vervolg. Omdat ik van instellingen begrijp dat er een aantal vragen over de pilot leeft, is een bijlage toegevoegd met antwoorden op de meest gestelde vragen, evenals een bijlage over de selectiecriteria. Ik maak u er hierbij op attent dat de NVAO op korte termijn een brief stuurt naar instellingen, onder andere om u te informeren over de voorbereidingen voor de komende aanvragen voor instellingstoetsen kwaliteitszorg. Doelstellingen Het accreditatiestelsel is een krachtig stelsel en is een belangrijke waarborg voor de kwaliteit van het Nederlandse hoger onderwijs, maar het huidige stelsel kent een aantal punten van aandacht waardoor het naar een hoger niveau kan worden gebracht. Daar ga ik voor. Ik wil naar een stelsel waarbij visitatie plaatsvindt in een open en inspirerend gesprek tussen peers, een vorm van intervisie waar men naar uitkijkt in plaats van tegenop ziet. Docenten zijn daarbij van essentieel belang. Ik wil dat de onderwijsgemeenschap met docenten en studenten zich eigenaar voelt en eigenaar is van het accreditatieproces. Docenten en studenten moeten de ruimte hebben om zelf in the lead te zijn en vernieuwing en verbetering te kunnen initiëren en te benutten. Studenten moeten kunnen rekenen op goed onderwijs. Ik ga ook voor een accreditatiestelsel dat meer is vormgegeven vanuit vertrouwen. Daarbij spreekt het voor zich dat dit niets af mag doen aan de kwaliteit van het onderwijs; deze moet te allen tijde gewaarborgd zijn. Daar moeten studenten, werkgevers en de samenleving vanuit kunnen gaan. Pagina 1 van 11

2 Het Nederlandse hoger onderwijs is van niveau en verdient het vertrouwen. Daarbij hoort een stelsel dat ervan uitgaat dat het goed gaat, tenzij het tegendeel wordt bewezen. Dat moet ertoe leiden dat er meer evenwicht komt in het accreditatiestelsel. In het algemeen gaat het om een betere balans tussen wat het de onderwijsgemeenschap kost om accreditatie te verkrijgen en wat het haar oplevert. In het bijzonder gaat het om een betere balans tussen de functie van kwaliteitsverantwoording enerzijds, en die van kwaliteitsverbetering anderzijds, en ruimte om het kwaliteitszorgsysteem binnen de instelling (nog) meer naar eigen oordeel vorm te geven. Deze doelstellingen wil ik binnen een aantal randvoorwaarden bereiken, namelijk dat het stelsel doeltreffend, doelmatig en toekomstbestendig is, dat het stelsel aanzet tot verbetering en dat het voldoet aan internationale normen ten aanzien van de kwaliteitszorg in het hoger onderwijs. Zoals u ziet, mijn ambitie is hoog. Die kan ik alleen realiseren in samenwerking met alle betrokkenen, dus ook met u. De voorstellen die ik doe, zijn interactief tot stand gekomen. Zo heb ik een stuurgroep in het leven geroepen om mij te adviseren over de doorontwikkeling van het accreditatiestelsel, waarin vertegenwoordigers van instellingen, studenten, inspectie, NVAO en het ministerie van OCW zitting hadden, zijn gesprekken gevoerd met docenten, studenten, bestuurders, kwaliteitszorgmedewerkers en andere betrokkenen over de richting waarin het accreditatiestelsel zich zou moeten ontwikkelen en zijn verschillende overleggen gevoerd met de Tweede Kamer naar aanleiding van mijn brieven over het accreditatiestelsel. 1 Voor alle stakeholders is belangrijk dat het stelsel goed blijft werken en zich verder ontwikkelt en innoveert, net als het hoger onderwijs zelf, zodat studenten, werkgevers en andere maatschappelijke actoren ervan op aan kunnen dat de kwaliteit van de opleidingen is geborgd. Spoor 1: Optimalisering huidig accreditatiestelsel Vanuit verschillende onderwijsinstellingen heb ik vernomen dat er behoefte is aan enige rust en continuïteit in het accreditatiestelsel. Tegelijkertijd zijn er slimme en gerichte verbeteringen mogelijk die ertoe leiden dat het stelsel nog beter functioneert. Een aantal aspecten van het accreditatiestelsel blijft ongewijzigd. Zo wordt elke opleiding periodiek gevisiteerd door een panel van onafhankelijke en deskundige peers. Die periode beslaat zes jaar. De NVAO neemt op basis van deze visitaties een besluit over de accreditatie van de opleiding. Ook de huidige systematiek van toetsen blijft ongewijzigd: indien een instelling de instellingstoets kwaliteitszorg (ITK, op vrijwillige basis) met positief gevolg heeft afgelegd, worden de opleidingen op basis van een lichte opleidingsbeoordeling geaccrediteerd. Een instelling kan ook kiezen voor uitgebreide opleidingsbeoordelingen zonder ITK. Ook de toets nieuwe opleiding (TNO) blijft behouden. Meer vertrouwen Vertrouwen is een van de principes op basis waarvan de doorontwikkeling van het stelsel wordt vormgegeven. Dat moet ook zichtbaar worden in de wijze waarop accreditatie verleend wordt. Mijn voorstel is daarom dat een opleiding haar accreditatie voortaan niet meer automatisch verliest, zoals nu het geval is. Elke zes jaar wordt door de NVAO bekeken of er redenen zijn om de accreditatie in te trekken, aan de hand van een evaluatie door onafhankelijke en deskundige peers. Vertrouwen komt tot uiting in het principiële uitgangspunt van ja, mits in plaats van nee, tenzij. Het vertrouwen moet ook zichtbaar worden waar het gaat om de 1 Kamerstukken II 2014/15 resp. 2015/16, , nr. 471, 522 en 528 Pagina 2 van 11

3 terminologie en uitgangspunten. Daarom stel ik voor niet meer te spreken over een herstelperiode, maar in voorkomende gevallen over accreditatie onder voorwaarden. Meer ruimte voor verbetering Er bestaat in het huidige accreditatiestelsel een spanning tussen het afleggen van verantwoording over de behaalde kwaliteit en het voeren van een open gesprek over de ontwikkeling en verbetering van die kwaliteit. Die spanning is niet per se problematisch, en wellicht onvermijdelijk, maar er dient wel een gezond evenwicht te bestaan tussen beide. Verantwoording moet verbetering niet in de weg zitten. De toegenomen aandacht voor externe verantwoording is de laatste tijd te veel ten koste gegaan van de aandacht voor verbeteren en ontwikkelen. Ik zal daarom voorstellen dat het visitatiepanel in de toekomst separaat aan de instelling rapporteert over de uitkomsten van het gesprek over verbetering. Deze rapportage is uitsluitend voor de instelling bestemd en blijft buiten beschouwing bij het nemen van een accreditatiebesluit door de NVAO. Aan de NVAO wordt alleen gerapporteerd over hetgeen nodig is om verantwoording af te leggen over de kwaliteit van een opleiding. Het rapport dat bij de NVAO wordt ingediend ten behoeve van accreditatie krijgt dus een beperkter karakter in vergelijking met de huidige situatie. Hiermee wil ik meer ruimte creëren voor het open en inspirerende gesprek tussen vakgenoten. Er moet gelegenheid zijn om zonder belemmering en in openheid te spreken over punten van de opleiding die verbetering behoeven. De instelling krijgt de ruimte om de uitkomsten daarvan openbaar te maken op een moment dat past bij de interne kwaliteitszorgcyclus ook als dat moment valt na het accreditatiebesluit van de NVAO. Minder ervaren lasten In de praktijk blijkt er overlap te bestaan tussen datgene wat bij een instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) wordt gevraagd en dat wat er vervolgens wordt beoordeeld bij een beperkte opleidingsbeoordeling, met name op het gebied van personeel en voorzieningen. Deze overlap (en dus onnodige lasten) wil ik voorkomen. Zo stel ik voor dat bij instellingen met een ITK voorzieningen straks niet langer op opleidingsniveau worden beoordeeld, maar alleen nog op instellingsniveau. Ik heb de NVAO verzocht om het accreditatiekader zo te wijzigen dat het kader meer eenvoud en consistentie vertoont en meer vormvrijheid biedt. Van de panels verwacht ik terughoudendheid in het opvragen van aanvullende documenten. De NVAO is voortvarend aan de slag gegaan met de ontwikkeling van het nieuwe kader om mijn beleidsvoornemens ook tot uitdrukking te laten komen in haar werkwijze. Onbetwist uitgangspunt van opleidingsvisitaties is dat deze onafhankelijk dienen plaats te vinden: van de leden van een visitatiepanel wordt verwacht dat zij met voldoende afstand tot de te beoordelen opleiding tot een oordeel kunnen komen. Er mag geen sprake zijn van (schijn van) belangenverstrengeling of vooringenomenheid. Dit principe blijft ongewijzigd van kracht. Maar de uitwerking daarvan zal veranderen doordat er wordt gezocht naar ruimte voor instellingen om de keuze van panelleden meer vorm te geven op de door hen gewenste wijze. De regels voor onafhankelijkheid worden minder voorschrijvend. Meer eigenaarschap Waar het de instelling aangaat, stel ik voor bij de instellingstoets kwaliteitszorg, meer dan nu, de focus te leggen op een beoordeling van de mate waarin de onderwijsvisie wordt gerealiseerd, en niet zozeer op een inhoudelijk en normatief oordeel over de onderwijsvisie. Het feit dat er meer ruimte ontstaat voor het gesprek tussen vakgenoten over mogelijke verbeteringen van de opleiding, is een Pagina 3 van 11

4 uitdrukking van meer eigenaarschap van de opleiding. Daarmee worden de docenten beter in positie gebracht in het visitatieproces. Ook de rol van studenten is van belang. Studenten krijgen in mijn voorstellen het recht om een zelfstandige bijdrage te leveren aan de kritische zelfreflectie. Daarnaast ben ik voornemens om een studentenpanel in te stellen. Het studentenpanel bestaat uit studenten van de betreffende opleiding die het visitatiepanel van informatie en advies voorzien. De precieze uitwerking van dit voornemen is belegd bij de NVAO in samenwerking met het ISO en de LSVb. Bovendien wordt de opleidingscommissie beter gepositioneerd in het kader van de wet Versterking bestuurskracht waardoor zij een belangrijke rol kan vervullen in het bevorderen van de kwaliteitscultuur en het interne kwaliteitszorgsysteem. 2 Zo wordt geëxpliciteerd dat de kerntaak van de opleidingscommissie is om te adviseren over het bevorderen en waarborgen van de kwaliteit van de opleiding en krijgt de opleidingscommissie onder andere instemmingsrecht op de wijze waarop het onderwijs in de desbetreffende opleiding wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt in de wet vastgelegd dat zij kennis neemt van de uitkomsten van de visitatie. Op deze wijze wordt de onderwijsgemeenschap sterker betrokken bij de kwaliteitsborging van het onderwijs. Spoor 2: Pilot instellingsaccreditatie met lichte opleidingsaccreditatie In overleg met de Tweede Kamer heb ik besloten tot een pilot instellingsaccreditatie met lichte opleidingsaccreditatie. Daarvoor was breed draagvlak in de Tweede Kamer. Concreet betekent dit dat er uiteraard onder voorbehoud van blijvend draagvlak vanuit de beide Kamers der Staten-Generaal een experimenteer-amvb voor een pilot instellingsaccreditatie komt met lichte opleidingsaccreditatie, waarbij instellingen de kans krijgen om te experimenteren met een nieuwe vorm van accreditatie. Deze pilot is anders dan de genoemde stuurgroep aanvankelijk heeft geadviseerd en ook anders dan instellingen hadden verwacht (en in een aantal gevallen: gehoopt). Ook met deze pilot zijn de doelstellingen van de doorontwikkeling van het accreditatiestelsel te realiseren. De pilot draagt bij aan meer ruimte, vertrouwen en eigenaarschap van de professional en zorgt voor een beter evenwicht tussen de ervaren baten en de lasten. Mijn uitgangspunt bij de pilot is dat de instelling waar mogelijk alle ruimte moet krijgen om te kunnen experimenteren met deze vorm van accreditatie, zodat we daar lessen uit kunnen trekken die we kunnen meenemen bij de verdere ontwikkeling van het accreditatiestelsel. De pilot biedt instellingen meer ruimte om passend bij hun eigen kwaliteitszorgsysteem het visitatieproces in te richten. Daarmee is accreditatie op maat mogelijk. De pilot instellingsaccreditatie met lichte opleidingsaccreditatie Instellingsaccreditatie is een manier om het vertrouwen in de professional en de instelling uit te spreken. Dat is één van de uitgangspunten bij de doorontwikkeling van het accreditatiestelsel en bij uitstek bij de pilot instellingsaccreditatie. Voorwaarde voor deelname aan de pilot is dat instellingen een ITK hebben 3, dus er wordt uitgegaan van de vier criteria voor de lichte opleidingsbeoordeling uit het accreditatiekader. Instellingsaccreditatie leidt tot een halvering van de NVAObeoordelingscriteria op opleidingsniveau. De NVAO-beoordeling beperkt zich namelijk tot twee waar voorheen sprake was van vier standaarden: het beoogd en gerealiseerd eindniveau (standaard 1 en 4). 2 Voor niet-bekostigde instellingen zijn opleidingscommissies niet wettelijk verplicht. 3 Een uitzondering kan worden gemaakt voor instellingen zonder ITK die bij alle opleidingen het oordeel 'goed' hebben behaald op het criterium kwaliteitszorg in de uitgebreide opleidingsbeoordeling; ook zij komen in aanmerking voor deelname. Pagina 4 van 11

5 Ruimte voor instellingen voor eigen vormgeving peer review Binnen de pilot geldt dat de NVAO voor opleidingsaccreditatie alleen kijkt naar beoogd en gerealiseerd eindniveau. De overige onderwerpen (onderwijsleeromgeving en toetsing en examinering) komen aan de orde door middel van peer review die de instelling zelf organiseert, passend bij de kwaliteitszorg zoals een instelling die zelf vormgeeft. Resultaten van deze peer review worden niet naar de NVAO gestuurd. De pilot biedt instellingen ruimte om zelf te bepalen hoe het visitatieproces voor de standaarden 2 en 3 wordt ingericht. Overigens is er één uitzondering: bij een onvoldoende op gerealiseerd eindniveau kijkt de NVAO alsnog naar onderwijsleeromgeving en toetsing en examinering om te bezien of accreditatie onder voorwaarden mogelijk is. De instelling bepaalt wanneer en hoe de peer review plaatsvindt Er is binnen de pilot meer ruimte om een eigen invulling te geven aan de inrichting van de peer review. Er zijn diverse mogelijkheden waarop dat zou kunnen: in de planning en vormgeving van peer review, in de vormgeving van de vergelijkbaarheid, in het bepalen of en zo ja in hoeverre wordt aangesloten bij interne audits et cetera. Hieronder volgen enkele voorbeelden, deze voorbeelden zijn niet uitputtend. Laat ik nogmaals benadrukken dat mijn uitgangspunt is zoveel mogelijk ruimte te bieden aan de instelling om eigen keuzes te maken. Een instelling kan gesprekken op verschillende momenten laten plaatsvinden: het gesprek over standaard 1 en 4 kan op een bepaald moment in het jaar plaatsvinden en het gesprek over standaarden 2 en 3 kan vervolgens op een later moment plaatsvinden, zolang dat maar gebeurt binnen de accreditatietermijn van zes jaar. Een instelling kan er ook voor kiezen dit te laten samenvallen met een midterm review die een instelling toch al in gezamenlijkheid uitvoert of op een andere wijze die past bij het kwaliteitszorgsysteem van de instelling, bijvoorbeeld in de vorm van intervisiegesprekken per thema. Denk daarbij aan interne audits die een instelling al organiseert in het kader van haar kwaliteitszorgsysteem. Zo kan een instelling ervoor opteren dat zij beter aansluit bij haar interne kwaliteitszorgcyclus. Al met al is er dus meer ruimte om het visitatieproces zelf vorm te geven. Het wat staat globaal in de European Standards and Guidelines; het hoe, wanneer en door wie is volledig aan de instelling. Volledige vrijheid in keuze van onafhankelijke deskundigen bij eigen peer review Niet alleen de halvering van het aantal standaarden dat door de NVAO wordt beoordeeld, levert de instelling meer ruimte en vrijheid op. Dat geldt ook voor het aantrekken van de deskundigen ten behoeve van peer review voor standaard 2 en 3. De instelling bepaalt zelf wie deelneemt in het panel, dit vergroot het eigenaarschap van de instelling. Het is de verantwoordelijkheid van de instelling om een panel in te stellen dat onafhankelijk en deskundig is, daarin heeft ze alle ruimte mits uiteraard voldaan wordt aan de eisen die internationaal worden gesteld aan visitatie (European Standard Guidelines). Panelsamenstelling ten behoeve van de NVAO-beoordeling op beoogd en gerealiseerd eindniveau wordt ter instemming voorgelegd aan de NVAO; voor het panel ten behoeve van de peer review van onderwijsleeromgeving en toetsing is geen instemming van de NVAO vereist. De instelling bepaalt zelf of zij het panel voor standaard 1 en 4 ten behoeve van accreditatie ook vraagt voor de peer review van onderwijsleeromgeving en toetsing of dat zij daarvoor (deels of volledig) voor een ander panel gaat, bijvoorbeeld wanneer deze op een ander moment plaatsvindt. De instelling kiest zelf hoe zij vergelijkbaarheid en transparantie vormgeeft Ook binnen de pilot moet het resultaat van peer review transparant en vergelijkbaar zijn. Dit betekent dat opleidingen bij voorkeur in gezamenlijkheid worden geëvalueerd. Nu gebeurt dat door middel van groepsgewijze visitaties in het kader van opleidingsaccreditatie. Een instelling kan ervoor kiezen om deel te blijven nemen aan visitatiegroepen maar kan ook kiezen voor een andere manier Pagina 5 van 11

6 om vergelijkbaarheid te realiseren. Ook hier geldt: het hoe is aan de instelling. Dit geldt ook voor transparantie: de instelling communiceert transparant over de uitkomsten van peer review, zowel intern als extern, maar hoe en wanneer bepaalt de instelling grotendeels zelf. Betere balans tussen ervaren lasten en baten Ik verwacht dat deze pilot per saldo tot minder ervaren lasten leidt; de halvering van het aantal NVAO-criteria de ruimte op om het visitatieproces voor standaard 2 en 3 zelf vorm te geven. Ook wordt ruimte geboden doordat de instelling niet verplicht is om het accreditatiekader van de NVAO te gebruiken voor andere standaarden dan het beoogd en gerealiseerd eindniveau. Uitgangspunt hierbij is dat naarmate het eigenaarschap van de instelling toeneemt, er minder lasten en meer baten worden ervaren. Tussenrapportage wordt studiedag Bij een pilot is het gebruikelijk dat deelnemende instellingen tussentijds rapporteren over de stand van zaken van de pilot. Het doel daarvan is te bezien of het experiment op de goede weg is en of zich onvoorziene problemen voordoen die om (bij)sturing vragen vanuit mijn verantwoordelijkheid. Ook kan de tussenrapportage als basis dienen om van te leren; een manier om good practices boven tafel te krijgen. In dat licht stelde ik een tussenrapportage voor die de deelnemende instellingen anderhalf jaar nadat de pilot is gestart opleveren. Gelet op de signalen van een aantal instellingen dat een tussenrapportage leidt tot (extra) lasten en dat er onduidelijkheid is over de invulling van deze tussenrapportage zal ik voorstellen om de tussenrapportage in de vorm van een studiemiddag te laten plaatsvinden. Met elkaar het gesprek aangaan over hoe kwaliteitszorg en peer review kunnen worden vormgegeven, kan bijdragen aan kennisdeling, reflectie en aan de verdere ontwikkeling van lerende organisaties. Ik heb vanuit het veld begrepen dat er bij deelname aan de pilot ook behoefte is aan leren van andere deelnemende instellingen. Daarbij vind ik het van belang dat de medezeggenschapsraad een rol in dat leerproces heeft; de invulling daarvan laat ik aan de instelling over. Selectieprocedure Aan de pilot kunnen maximaal drie hogescholen en drie universiteiten deelnemen, zo is besloten in overleg met de Tweede Kamer. Om deel te nemen aan de pilot instellingsaccreditatie dient een instelling in ieder geval te voldoen aan een aantal voorwaarden (zie bijlage I). Een instelling die daaraan voldoet, komt in aanmerking voor deelname aan de pilot. Wanneer er meer instellingen in aanmerking komen dan het maximum toelaat, wordt geselecteerd op grond van de volgende twee overwegingen. Er wordt bezien of de instellingen die aan bovenstaande voorwaarden voldoen, de diversiteit die ons Nederlandse hoger onderwijs kent voldoende tot uiting brengen. Mochten er na de bovenstaande criteria nog te veel instellingen overblijven, dan is het tijdpad van de huidige instellingstoets kwaliteitszorg uiteindelijk doorslaggevend; de instelling die als eerst aan de beurt is, heeft alleen voorrang wanneer alle andere criteria niet voldoende tot een selectie leiden. Bij het opstellen van de selectiecriteria is expliciet rekening gehouden met de administratieve lasten die daarmee gepaard kunnen gaan. Ik heb geprobeerd die tot een minimum te beperken. Met uitzondering van een bewijs van instemming van de medezeggenschap hoeft de instelling geen nieuwe informatie aan te leveren, ervan uitgaande dat de visie op verbeterbeleid al door de instelling is opgesteld ten behoeve van het gesprek met de medezeggenschap. 4 4 De niet-bekostigde instellingen dienen aan te tonen dat ze voldoende draagvlak onder studenten en docenten hebben voor deelname aan de pilot instellingsaccreditatie. Voor deze instellingen zijn medezeggenschapsraden niet wettelijk verplicht. Pagina 6 van 11

7 De NVAO adviseert mij op grond van de selectiecriteria welke instellingen er uiteindelijk mogen deelnemen aan de pilot. Ik neem op basis van dit advies een besluit. Mijn besluit over deelname aan de pilot betekent dat de NVAO de instellingstoets kwaliteitszorg bij betreffende instelling omzet in instellingsaccreditatie. Vervolg Mijn inzet is om instellingen en opleidingen zo snel mogelijk te laten profiteren van de aangekondigde verbeteringen van het accreditatiestelsel. Ik ben dan ook van plan om waar mogelijk de verbeteringen van spoor 1 te realiseren door middel van een gewijzigd accreditatiekader. Dit kader wil ik na de zomer voorhangen bij de Eerste en Tweede Kamer en vervolgens goedkeuren. Hierdoor kunnen verbeteringen relatief snel worden ingevoerd. Sommige maatregelen kunnen echter niet geregeld worden via wijziging van het accreditatiekader en vereisen wetswijziging. Dit betreft o.a. het voorstel dat een opleiding accreditatie niet langer automatisch verliest en de positionering van de opleidingscommissies. Op dit moment worden er voorbereidingen getroffen voor wetswijziging. Het wetsvoorstel Accreditatie op maat gaat volgens planning rond de zomer van 2016 in internetconsultatie. U kunt op dat moment reageren op het wetsvoorstel. Ik roep u daartoe ook op. Ik hecht veel waarde aan het interactieve beleidsproces waar ik de afgelopen tijd in heb geïnvesteerd. Dat zal ik de komende tijd ook blijven doen; het is tenslotte ook uw accreditatiestelsel. Ik verzoek u verder om mij vóór 13 juni 2016 te laten weten of u interesse hebt in deelname aan de pilot. Als instellingen hun belangstelling kenbaar hebben gemaakt, kan ik in gesprek met deze instellingen over de nadere invulling van de pilot. Indien ik van uw instelling geen reactie heb ontvangen voor genoemde datum, dan ga ik er vanuit dat uw instelling geen interesse heeft om deel te nemen. Ik realiseer mij dat de termijn waarop u kunt reageren nogal kort is. Daarom volstaat een korte, schriftelijke verklaring waaruit blijkt dat het instellingsbestuur belangstelling heeft in deelname aan de pilot. Naar verwachting zal de experimenteer-amvb (waarmee de pilot instellingsaccreditatie wordt geregeld) in het najaar van 2016 worden voorgehangen bij de beide Kamers der Staten-Generaal. Ik verwacht plaatsing in de Staatsblad tegen het einde van het voorjaar In 2020 of 2021 wordt de pilot instellingsaccreditatie geëvalueerd, evenals de doorgevoerde verbeteringen in het gehele accreditatiestelsel. Ik vertrouw erop dat deze brief u voor nu voldoende duidelijkheid verschaft over mijn voornemens om het accreditatiestelsel door te ontwikkelen. Ik blijf investeren in een interactief beleidsproces. Een goed functionerend accreditatiestelsel is onontbeerlijk voor de kwaliteit van ons hoger onderwijs en alle betrokkenen hebben daarin een rol. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Jet Bussemaker Pagina 7 van 11

8 BIJLAGE I Voorwaarden voor deelname pilot instellingsaccreditatie Om deel te nemen aan de pilot instellingsaccreditatie dient een instelling in ieder geval te voldoen aan vier voorwaarden (zie hieronder). Een instelling die daaraan voldoet, komt in aanmerking voor deelname aan de pilot. Voorwaarden 1. De instelling is in bezit van een instellingstoets kwaliteitszorg Voorwaarde voor deelname aan de pilot is dat uw instelling reeds beschikt over een instellingstoets kwaliteitszorg. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan worden afgeweken: er zijn instellingen die op grond van pragmatische overwegingen (nog) geen instellingstoets kwaliteitszorg hebben aangevraagd, maar waarbij de interne kwaliteitszorg wel op orde is. In dat geval wordt gekeken naar de uitgebreide opleidingsbeoordelingen over de afgelopen zes jaar. Voor deelname dienen instellingen dienen dan voor alle opleidingen het oordeel 'goed' te hebben behaald op het criterium kwaliteitszorg in de uitgebreide opleidingsbeoordeling. Bij aanvraag hoeft uw instelling hiervoor geen documentatie aan te leveren. 2. De medezeggenschapsraad stemt in met deelname De medezeggenschapsraad heeft ingestemd met deelname aan de pilot. Overlegging van een beknopte verklaring van de medezeggenschapsraad volstaat. Niet-bekostigde instellingen dienen aan te tonen dat ze voldoende draagvlak onder studenten en docenten hebben voor deelname aan de pilot instellingsaccreditatie. Voor deze instellingen zijn medezeggenschapsraden niet wettelijk verplicht. 3. Afgeronde herstelperiodes zijn met succes afgerond Er wordt bezien hoe uw instelling is omgegaan met eerder toegekende herstelperiodes bij de opleidingen die uw instelling aanbiedt. Instellingen die geen negatief besluit hebben gekregen nadat een herstelperiode is toegekend, voldoen aan deze voorwaarde. Bij aanvraag hoeft uw instelling hiervoor geen documentatie aan te leveren. 4. Uw instelling formuleert haar visie op verbeterbeleid Uw instelling dient beknopt te beschrijven op welke wijze de instelling haar innovatieruimte tijdens de pilot van plan is te benutten om de onderwijsleeromgeving en toetsing en examinering bij visitaties aan de orde te laten komen. Uitgangspunt is dat de medezeggenschapsraad zijn instemming mede geeft op grond van de visie op het verbeterbeleid van de instelling. Deze visie op verbeterbeleid wordt niet inhoudelijk door de NVAO beoordeeld, maar het dient wel bij de aanvraag aangeleverd te worden. Wanneer er meer instellingen in aanmerking komen dan het maximum toelaat, wordt geselecteerd op grond van de volgende twee overwegingen: 1. Er wordt bezien of de instellingen die aan bovenstaande voorwaarden voldoen, de diversiteit die ons Nederlandse hoger onderwijs kent voldoende tot uiting brengen. 2. Mochten er na de bovenstaande criteria nog te veel instellingen overblijven, dan is het tijdpad van de huidige instellingstoets kwaliteitszorg uiteindelijk doorslaggevend. De NVAO wordt gevraagd om een advies aan de minister uit te brengen op grond van bovenstaande voorwaarden en afwegingen. Pagina 8 van 11

9 BIJLAGE II Veel gestelde vragen en antwoorden over de pilot instellingsaccreditatie 1. Is het binnen de pilot mogelijk om een gedifferentieerd oordeel te krijgen voor een opleiding? De beoordeling van standaard 2 en standaard 3 wordt in de pilot niet meer gedaan door de NVAO. Hierdoor kan de NVAO geen gedifferentieerd oordeel geven en stelt zij alleen vast of aan de basiskwaliteit wordt voldaan op grond van standaard 1 en 4. Instellingen die wel de behoefte hebben aan een gedifferentieerd oordeel, bijvoorbeeld omdat zij eerder het predicaat excellent hebben verkregen, zouden ervoor kunnen kiezen om een opleiding via de reguliere accreditatie te laten beoordelen. 2. Is het mogelijk om een deel van een instelling mee te laten doen aan de pilot? De pilot instellingsaccreditatie moet optimaal ruimte bieden om de kwaliteitszorg zo vorm te geven dat passend is bij de instelling. Een instelling met instellingsaccreditatie kan meteen volledig deelnemen aan de pilot, maar kan er ook voor kiezen om gefaseerd hiervan gebruik te maken of met een aantal onderdelen/faculteiten/opleidingen te profiteren van de voordelen van de pilot en andere onderdelen via het reguliere accreditatiestelsel te verlopen. Instellingen met instellingsaccreditatie zijn vrij om zelf die keuze te maken. Daarbij geniet het de voorkeur dat dit niet op een te kleine schaal gebeurt, gelet op het leervermogen binnen de pilot. 3. Wat zijn studentenpanels en zijn deze verplicht? Momenteel ben ik in gesprek met de NVAO over de mogelijkheden van studentenpanels. Een studentenpanel bestaat uit studenten van de betreffende opleiding die het visitatiepanel van informatie en advies voorzien. Op termijn is het de bedoeling dat er bij alle visitaties gebruik wordt gemaakt van deze studentenpanels, zodat studenten een grotere stem in het accreditatieproces krijgen. Het toevoegen van studenten kan een aanwinst zijn voor het visitatieproces en kan leiden tot grotere betrokkenheid van studenten. De bredere input van studenten over de kwaliteit van het onderwijs wordt gerealiseerd met het instellen van studentenpanels. Momenteel is het nog geen verplichting om een studentenpanel in te stellen, maar ik roep alle instellingen op om toe te werken naar deze doelstelling en om ervaringen op te doen hoe het studentenpanel het beste vorm kan krijgen in het accreditatiestelsel. 4. Is het binnen de pilot verplicht om deel te nemen aan een clustervisitatie? Visitatiegroepen hebben mede als doel om de peer review transparant en vergelijkbaar te maken. Instellingen kunnen ervoor kiezen om deel te blijven nemen aan visitatiegroepen, maar kunnen ook voor een andere manier kiezen om dit te bewerkstelligen. Het is belangrijk dat instellingen blijven communiceren over de uitkomsten, maar het is niet verplicht om dit te doen middels een visitatiegroep. 5. Wat gebeurt er bij een onvoldoende op gerealiseerd eindniveau? De onderwerpen die niet meer door de NVAO worden beoordeeld de onderwijsleeromgeving (standaard 2) en de toetsing en examinering (standaard 3) komen wel aan de orde aan de hand van peer review. De uitkomsten van de peer review over de onderwijsleeromgeving (standaard 2) en de toetsing en examinering (standaard 3) worden transparant door de instelling openbaar gemaakt, maar worden niet meegenomen in de NVAO-beoordeling. Uitzondering hierop is wanneer er een onvoldoende wordt behaald op het gerealiseerd eindniveau (standaard 4). Dat leidt tot een aanvullende NVAO-beoordeling op de onderwijsleeromgeving (standaard 2) en toetsing en examinering (standaard 3). Pagina 9 van 11

10 6. Geldt het accreditatiekader voor peer review op standaard 2 en 3? Nee. Om het eigenaarschap van de instelling te vergroten, bepaalt de instelling zelf hoe zij de visitatie op de onderwijsleeromgeving (standaard 2) en toetsing en examinering (standaard 3) vormgeeft. Concreet betekent dit dat het accreditatiekader niet leidend is bij de visitatie waar het gaat om onderwijsleeromgeving en toetsing en examinering; de instelling dient de visitatie vorm te geven binnen de eisen die internationaal gesteld zijn (European Standards and Guidelines). De wijze waarop de visitatie plaatsvindt, is een verantwoordelijkheid van de instelling; zij organiseert peer review aan de hand van de criteria die in de wet zijn opgenomen. Het staat de instelling vrij om daarbij al dan niet gebruik te maken van het accreditatiekader van de NVAO. Alleen wanneer een opleiding een negatieve beoordeling heeft op standaard 4 en toch op standaard 2 en 3 wordt beoordeeld, wordt daarbij wel uitgegaan van het accreditatiekader. Daarbij heeft een instelling de vrijheid zelf te kiezen op grond van welke peer review zij informatie aanlevert, mits het de onderwerpen van het accreditatiekader behelst. 7. Gelden er mogelijkheden voor ingrijpen binnen de pilot? In het hoger onderwijs zijn er diverse waarborgen die ervoor moeten zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd is. Deze waarborgen gelden ook voor de pilot instellingsaccreditatie met lichte opleidingsaccreditatie. Zo is de brandweerfunctie van de inspectie ook binnen de pilot van kracht en heb ik als minister en stelselverantwoordelijke bevoegdheden die ik kan inzetten in het geval de kwaliteit van het onderwijs in het geding is. Denk daarbij aan het intrekken van accreditatie als de kwaliteit van de opleiding niet gewaarborgd is, en het tussentijds beëindigen van (een deel van) de pilot. Deze bevoegdheden worden alleen als laatste redmiddel ingezet, want het is de onderwijsgemeenschap die als eerste aan zet is om eventuele maatregelen te nemen naar aanleiding van zorgen of problemen over de kwaliteit van het onderwijs. 8. Hoe ziet de zogenoemde noodremprocedure er uit? Op verzoek van de Kamer heb ik geschetst hoe de noodremprocedure in de pilot eruit ziet. Achterliggende gedachte bij de noodremprocedure is dat de onderwijsgemeenschap de mogelijkheid heeft om de pilot te beëindigen in het geval de kwaliteit van het onderwijs in het geding komt. Ik ga ervan uit dat het niet zo ver hoeft te komen dat de noodremprocedure wordt gestart. Ik verwacht namelijk dat er een kwaliteitscultuur is waar op frequente basis met elkaar het gesprek wordt gevoerd over de kwaliteit van het onderwijs en de ervaringen met de pilot. De medezeggenschap is daar nadrukkelijk bij betrokken. Mocht de medezeggenschap om hem moverende redenen vinden dat de pilot dient te worden beëindigd, dan kan hij zelf het initiatief nemen om het college van bestuur te adviseren de pilot te beëindigen. Daarbij zal sprake moeten zijn van nieuwe onvoorziene feiten die erop wijzen dat de kwaliteit van het onderwijs in het geding is; een nieuwe samenstelling van de medezeggenschap is geen reden voor het in gang zetten van de noodremprocedure. Het college van bestuur zal binnen een redelijke termijn reageren op het advies van de medezeggenschap, met een deugdelijke onderbouwing. Ik ga ervan uit dat dit tot overeenstemming leidt. Als dat niet geval is dan komt de raad van toezicht in beeld. De raad van toezicht kan een bemiddelende rol vervullen en onderzoeken of een minnelijke schikking mogelijk is tussen de medezeggenschap en het college van bestuur. Leidt dat niet tot een gemeenschappelijk beeld, dan staat Pagina 10 van 11

11 voor de medezeggenschap de weg open naar geschillencommissie 5 en ultiem naar de inspectie. De inspectie adviseert mij in het kader van haar brandweerfunctie of het nodig is deelname aan de pilot bij een instelling te stoppen bij kwaliteitsproblemen. 9. Welke gevolgen heeft een negatief besluit voor de instellingstoets kwaliteitszorg of een voorwaardelijk besluit voor de instellingstoets kwaliteitszorg voor deelname aan de pilot? Een onvoorwaardelijke instellingstoets kwaliteitszorg is een voorwaarde voor deelname aan de pilot instellingsaccreditatie. Met de selectie voor de pilot wordt deze instellingstoets omgezet in instellingsaccreditatie. Gedurende de pilot blijft het lopende ITK-tijdpad van kracht. Deelnemers aan de pilot zullen een heraanvraag voor de instellingstoets kwaliteitszorg moeten indienen wanneer hun instellingstoets afloopt. Bij een negatief besluit over de instellingstoets kwaliteitszorg vervalt ook de instellingsaccreditatie en wordt de pilot op de instelling stopgezet. Bij het besluit tot een instellingstoets kwaliteitszorg onder voorwaarden behoudt de instelling de instellingsaccreditatie en het recht om aan de pilot deel te nemen. Wanneer de instelling niet aan de voorwaarden kan voldoen en de instellingstoets verliest wordt de pilot alsnog stopgezet. 10. Vanaf wanneer wordt de lichte opleidingsaccreditatie uitgevoerd? Lichte opleidingsaccreditatie kan worden uitgevoerd vanaf de start van de pilot: wanneer de instellingstoets kwaliteitszorg voor deelnemende instellingen wordt omgezet in instellingsaccreditatie. Zoals aangegeven wordt de experimenteer- AMvB naar verwachting in het najaar van 2016 voorgehangen in de Kamer en tegen het einde van het voorjaar van 2017 in het Staatsblad geplaatst. 5 De geschillencommissie doet een juridische toets, geen inhoudelijke beoordeling. Het is denkbaar dat bij bepaalde situaties deze stap wordt overgeslagen. Pagina 11 van 11

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG..

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG.. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Datum 3 mei 2016 Betreft Reactie op vragen pilot instellingsaccreditatie n.a.v. verslag van een schriftelijk overleg

Datum 3 mei 2016 Betreft Reactie op vragen pilot instellingsaccreditatie n.a.v. verslag van een schriftelijk overleg >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA DEN HAAG. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Internetconsultatie IAK

Internetconsultatie IAK Internetconsultatie IAK NB Beantwoording van de 7 vragen uit het Integraal afwegingskader voor beleid en regelgeving (IAK) 1. Wat is de aanleiding? Accreditatie is een keurmerk van de overheid dat tot

Nadere informatie

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 584 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 april 2017 De vaste commissie

Nadere informatie

De Voorzitter van de Staten Generaal Postbus EA Den Haag.. Datum 16 december 2015

De Voorzitter van de Staten Generaal Postbus EA Den Haag.. Datum 16 december 2015 >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

Accreditatiestelsel 3.0

Accreditatiestelsel 3.0 Accreditatiestelsel 3.0 Paul Zevenbergen Bestuurslid NVAO NNK, 14 april 2016 Vandaag Uitgangspunten Korte toelichting Geest accreditatiestelsel Opzet instellingsbeoordeling Opzet opleidingsbeoordeling

Nadere informatie

BEOORDELING OPLEIDING MET LICHTERE OPLEIDINGSACCREDITATIE

BEOORDELING OPLEIDING MET LICHTERE OPLEIDINGSACCREDITATIE NVAO NEDERLAND BEOORDELING OPLEIDING MET LICHTERE OPLEIDINGSACCREDITATIE Experiment instellingsaccreditatie met lichtere opleidingsaccreditatie Nadere uitwerking JULI 2018 NVAO NEDERLAND BEOORDELING OPLEIDING

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1.7a, eerste en tweede lid, en 5a.2, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Gelet op de artikelen 1.7a, eerste en tweede lid, en 5a.2, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; Besluit van houdende bepalingen voor een experiment met instellingsaccreditatie met lichtere opleidingsaccreditatie gericht op onder meer een vermindering van de lasten die gepaard gaan met de accreditatie

Nadere informatie

Gelet op de artikelen 1.7a, eerste en tweede lid, en 5a.2, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Gelet op de artikelen 1.7a, eerste en tweede lid, en 5a.2, eerste lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek; [Versie ten behoeve van de consultatie en uitvoeringstoetsen] Besluit van houdende bepalingen voor een experiment met instellingsaccreditatie met lichtere opleidingsaccreditatie gericht op onder meer een

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Accreditatie 3.0 en peer review

Accreditatie 3.0 en peer review Accreditatie 3.0 en peer review Seminar verduurzaming peer review Paul Zevenbergen 22 november 2016 Twee onderwerpen Nieuwe accreditatiestelsel ( 3.0 ) Eigen peer review in relatie tot NVAO accreditatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 487 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 522 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK)

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) De instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) is een periodieke, externe en onafhankelijke beoordeling van de interne kwaliteitszorg van een instelling. Interne kwaliteitszorg

Nadere informatie

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg Accreditatie hoger onderwijs Onder welke voorwaarden kan accreditatie in de toekomst een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs. Blijvend succes

Nadere informatie

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Deze notitie schetst op hoofdlijnen de opbouw en inrichting van dat stelsel.

Deze notitie schetst op hoofdlijnen de opbouw en inrichting van dat stelsel. Preambule [1] De Nederlandse Universiteiten willen naar een stelsel van kwaliteitszorg waarbij de verbeterfunctie van het onderwijs weer centraal komt te staan, en de externe verantwoording op instellingsniveau

Nadere informatie

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Bijlage I Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Uit het onderzoek naar de ervaren regeldruk rondom kwaliteitszorg komt naar voren dat regeldruk niet zozeer in specifieke regels zit,

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag a > Retouradres Postbus 6375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 6375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van xxx, nr. xxx); Besluit van houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11, vierde lid, artikel 5a.12a, eerste lid, en artikel 5a.13d, zesde lid, van de Wet

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 735 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel

Nadere informatie

Training examencommissies

Training examencommissies Training examencommissies N.a.v. midterm review instellingstoets kwaliteitszorg 5 maart 2015 Linda Verbeek 1 Voorstellen Drs Scheikunde (UU) MSc Onderwijskundig ontwerp en advisering (UU) Nu: Beleidsmedewerker

Nadere informatie

*Inkomende post 3876 %PAGE%

*Inkomende post 3876 %PAGE% ' Ministerievan Ondemijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 1.6375 2500 BJ Den Haag ALLE INSTELLINGEN VOOR HOGER ONDERWIJS illll/ï'l C3O 1 '.. l Nr. 'ö l $?.d- ï'c1n Orilv, C éoof: Te beh. Nr.

Nadere informatie

Besluit van tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en enige andere besluiten in verband met de Wet accreditatie op maat

Besluit van tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en enige andere besluiten in verband met de Wet accreditatie op maat Besluit van tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en enige andere besluiten in verband met de Wet accreditatie op maat Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 536 Besluit van 24 oktober 2011, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur ter uitvoering van het bepaalde in artikel 5a.11,

Nadere informatie

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS NVAO NEDERLAND BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS PROTOCOL APRIL 2018 NVAO NEDERLAND BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS PROTOCOL APRIL 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure

Nadere informatie

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2017/18

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2017/18 EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2017/18 34 735 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel

Nadere informatie

Binnen het mogelijke is verrassend weinig onmogelijk

Binnen het mogelijke is verrassend weinig onmogelijk Binnen het mogelijke is verrassend weinig onmogelijk Kennisplatform Examinering Hoger Onderwijs 5 oktober 2017 Paul Zevenbergen Accreditatiekader 2016 Hoofdlijnen 2 Basis voor duurzame kwaliteit is een

Nadere informatie

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol NVAO Afdeling Nederland April 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure die losstaat van het NVAO beoordelingskader. Het

Nadere informatie

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen

Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen Standpunt van de VLIR betreffende de visitatie van het onderwijs aan de universitaire instellingen in Vlaanderen Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België Yvette Michotte 27 februari 2016 10-3-2016

Nadere informatie

Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013

Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013 Handreiking Toetsingskaders Opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO en OCW 30 augustus 2013 Inhoud 1 Algemeen 3 2 Toelichting op de toetsingskaders 5 3 Werkwijze beoordelingen 6 Bijlage Aanleveren

Nadere informatie

Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking

Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking Bijzondere kenmerken Nadere uitwerking NVAO Afdeling Nederland Juli 2017 Deze nadere uitwerking bevat de aanvullende eisen behorend bij een specifieke NVAO beoordelingsprocedure die staat vermeld in het

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

NVAO VERTROUWEN IN KWALITEIT. SAMENWERKINGSPROTOCOL INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS, NVAO en CDHO

NVAO VERTROUWEN IN KWALITEIT. SAMENWERKINGSPROTOCOL INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS, NVAO en CDHO C01*10 Hoger Onderwijs NVAO VERTROUWEN IN KWALITEIT Inspectie van het Onderwijs M inisterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap SAMENWERKINGSPROTOCOL INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS, NVAO en CDHO Inleiding

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 1 Besluit van 18 december 2018 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 en enige andere besluiten in verband met de Wet accreditatie

Nadere informatie

Accreditatiestelsel 3.0: Verdiend vertrouwen wordt beloond

Accreditatiestelsel 3.0: Verdiend vertrouwen wordt beloond Accreditatiestelsel 3.0: Verdiend vertrouwen wordt beloond Wiep Koehoorn CvB-Stafbureau Quality Assurance Stenden Hogeschool - Leeuwarden Donderdag 9 oktober 2014 In subgroepen discussiëren over het Accreditatiestelsel

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 6375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2008 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 6375

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs

Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs September 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Naamswijziging 3 3 Bijzonder kenmerk volgt reguliere procedure 3 4 Relatie met keurmerk Duurzaam Hoger Onderwijs: AISHE

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 679 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 2 januari 2019 De vaste commissie voor

Nadere informatie

2017 in cijfers Jaarbericht

2017 in cijfers Jaarbericht 2017 in cijfers Jaarbericht NVAO Afdeling Nederland Januari 2018 Totaal aantal afgehandelde aanvragen In 2017 zijn in Nederland 386 aanvragen afgehandeld 1. Daarmee is de groei naar een volgende piek in

Nadere informatie

Accreditatie op maat

Accreditatie op maat Stuurgroep Accreditatiestelsel 3.0 Accreditatie op maat EEN DOELTREFFEND EN GEDIFFERENTIEERD ACCREDITATIESTELSEL De stuurgroep Accreditatiestelsel 3.0 bestaat uit vertegenwoordigers van: VSNU, Vereniging

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 juni 2015 Betreft Accreditatie op maat

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 juni 2015 Betreft Accreditatie op maat >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013 NVAO 10 juni 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Definitie 6 3 Toetsingskaders 7 4 Werkwijze 12 pagina 2 1 Inleiding 1.1 Vooraf Beoordeling kwaliteit opleidingsschool

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs & Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017

Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Hoe kan IR de Instellingstoets Kwaliteitszorg verbeteren? Alexander Babeliowsky Kennissessie DAIR-seminar 1 november 2017 Even voorstellen. Achtergrond Bedrijfskunde (UvA) en postinitieeel managementconsultancy

Nadere informatie

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel (Wet accreditatie op maat) Voorstel van wet Allen, die

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid 34 735 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek

Nadere informatie

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET HOGER ONDERWIJS EN WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel (Wet accreditatie op maat) Voorstel van wet Allen, die

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

contactpersoon Iris Wubben telefoon (06) Opleidingscommissies 2017: de belangrijkste veranderingen op een rijtje

contactpersoon Iris Wubben telefoon (06) Opleidingscommissies 2017: de belangrijkste veranderingen op een rijtje Leer- en Innovatie Centrum Breda, 's-hertogenbosch, Tilburg NOTITIE ons kenmerk datum 4 mei 2017 onderwerp Opleidingscommissies: belangrijkste veranderingen op een rij van Projectgroep opleidingscommissies

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse aanvragen Toets Nieuwe Opleiding leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een toets nieuwe opleiding leidend

Nadere informatie

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland

11 juli 2012 Beleidsreactie advies NVAO m.b.t. kwaliteit en niveau van BE, VTM, CE en MEM bij Hogeschool Inholland a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Zoetermeer, 24 juni 2015

Zoetermeer, 24 juni 2015 Ministerie van OCW Mevrouw dr. M. Bussemaker Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG Zoetermeer, 24 juni 2015 Betreft: concept beleidsregel adviescommissie macrodoelmatigheid Kenmerk: gev15-0713mr/bes_alg Geachte

Nadere informatie

Beoordeling kwaliteitsafspraken hoger onderwijs Protocol

Beoordeling kwaliteitsafspraken hoger onderwijs Protocol Beoordeling kwaliteitsafspraken hoger onderwijs 2019-2024 Protocol NVAO Afdeling Nederland Mei 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure die losstaat van het NVAO beoordelingskader.

Nadere informatie

Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen: vervolgonderzoek 2013.

Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen: vervolgonderzoek 2013. 31 554 Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen: vervolgonderzoek 2013. nr. Verslag houdende lijst van vragen en antwoorden Vastgesteld (wordt door griffie ingevuld als antwoorden

Nadere informatie

Kwaliteitszorg en accreditatie

Kwaliteitszorg en accreditatie Infofiche Kwaliteitszorg en accreditatie Om kwaliteitsvol onderwijs te garanderen, worden opleidingen en instellingen beoordeeld. Enerzijds is er interne kwaliteitszorg die binnen de hogeschool of universiteit

Nadere informatie

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn NVAO Afdeling Nederland Augustus 2017 Deze richtlijn beschrijft de uitvoering van de praktijktoets behorend bij

Nadere informatie

Programma HBO-platform 8 december

Programma HBO-platform 8 december Programma HBO-platform 8 december 13.35 13.50 Belangrijkste wijzigingen in taken en bevoegdheden van de opleidingscommissie Mark Thomas, beleidsadviseur O&O HvA 13.50 14.20 Participatie van studenten Marjolijn

Nadere informatie

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2017/18

TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2017/18 TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2017/18 34 735 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Wetgeving en Juridische Zaken Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong

Toetsing en examinering bij accreditaties. door Inge de Jong Toetsing en examinering bij accreditaties door Inge de Jong Inhoud 1. Aan welke eisen op het gebied van toetsing moet een opleiding voldoen? 2. Hoe kijkt een panel? 3. Hoe kan een opleiding goed duidelijk

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA..DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 735 Wijziging van onder meer de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek met het oog op het optimaliseren van het accreditatiestelsel

Nadere informatie

Protocol TNO Educatieve Master

Protocol TNO Educatieve Master Protocol TNO Educatieve Master NVAO 14 maart 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Werkwijze toets nieuwe opleiding educatieve master (womaster) 4 3 Toelichting op het beoordelingskader beperkte toets nieuwe opleiding

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

1 > Retouradres Postbus BJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

1 > Retouradres Postbus BJ Den Haag. De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) van uw Kamer over problemen bij de VU.

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) van uw Kamer over problemen bij de VU. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 554 Kwaliteitsbewaking in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen Nr. 6 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 26 september 2013

Nadere informatie

Beoordelingen opleidingsschool en academische kop Sjoerd de Jong (OCW) Irma Franssen (NVAO) 10 juni 2014

Beoordelingen opleidingsschool en academische kop Sjoerd de Jong (OCW) Irma Franssen (NVAO) 10 juni 2014 Beoordelingen opleidingsschool en academische kop 2013 Sjoerd de Jong (OCW) Irma Franssen (NVAO) 10 juni 2014 Over de NVAO Binationale accreditatieorganisatie (Nederland en Vlaanderen); Oordeel over hoger

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het

Nadere informatie

Evaluatie Accreditatiestelsel

Evaluatie Accreditatiestelsel Evaluatie Accreditatiestelsel Deze vragenlijst maakt deel uit van het inspectieonderzoek naar het functioneren van het accreditatiestelsel in het hoger onderwijs in Nederland. Aan bod komen onder andere:

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

Openheid binnen kaders: op zoek naar de juiste balans

Openheid binnen kaders: op zoek naar de juiste balans TH MA themahogeronderwijs.org Accreditatie is een pijler van het Nederlandse hoger onderwijs. Met dit keurmerk laten opleidingen en instellingen zien dat hun onderwijs kwalitatief op orde is. Hoe werkt

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Primair Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag

Nadere informatie

Datum 24 augustus 2015 Tussenrapportage CE en MEM-opleidingen van Hogeschool Inholland

Datum 24 augustus 2015 Tussenrapportage CE en MEM-opleidingen van Hogeschool Inholland >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag. Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag

Nadere informatie

H JULI W. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ONTVANGEN

H JULI W. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ONTVANGEN Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BI Den Haag UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM T.A.V. mevrouw prof. dr. ten Dam POSTBUS 19268 1000 GG AMSTERDAM ONTVANGEN H JULI

Nadere informatie

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties

Nadere informatie

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be

Nadere informatie

Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010

Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree. 7 juni 2010 Protocol voor Nederlandse Aanvragen Accreditatie leidend tot een Joint degree 7 juni 2010 versie februari 2011 Inhoud Voorwoord 3 1 Inleiding 3 2 Wanneer kan een accreditatie voor een joint degreeopleiding

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Biomedisch Onderwijs in de weegschaal

Biomedisch Onderwijs in de weegschaal Ann Demeulemeester Biomedisch Onderwijs in de weegschaal Academie Geneeskunde 2016 De NVAO is als onafhankelijke, binationale accreditatieorganisatie bij verdrag opgericht door de Nederlandse en Vlaamse

Nadere informatie

Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht

Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht Opleidingscommissies Hogeschool Utrecht Feiten en cijfers 40 (gemeenschappelijke) opleidingscommissies 280 studenten / 30 docenten Vergoeding: 40 euro per vergadering, max. 10 vergaderingen (studenten)

Nadere informatie

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad; Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 2015, nr. , tot instelling van het tijdelijk Bureau ICT-toetsing (Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing) Handelend

Nadere informatie

31 288 Voorhang accreditatiekader NVAO en verbeteringen in het accreditatieproces

31 288 Voorhang accreditatiekader NVAO en verbeteringen in het accreditatieproces 31 288 Voorhang accreditatiekader NVAO en verbeteringen in het accreditatieproces Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Nadere informatie

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012

Visitaties in de hogescholen en universiteiten. VEP 7 december 2012 Visitaties in de hogescholen en universiteiten VEP 7 december 2012 1 Visitaties in de hogescholen en universiteiten 1. Situering van de visitaties in de kwaliteitsbewaking 2. Onderzoek van Belgische Rekenhof

Nadere informatie

0 h JULI 2016 ONTVANGEN 0 6 JIJI * Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

0 h JULI 2016 ONTVANGEN 0 6 JIJI * Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 4 * ONTVANGEN 0 6 JIJI.1 2016 Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De heer J. Bogerd MBA Postbus 573 3500 AN UTRECHT en Studiefinanciering Rijnstraat

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. 399 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

In deze brief informeren wij u over de ontstane situatie bij de Stichting Edudelta Onderwijsgroep (hierna: Edudelta).

In deze brief informeren wij u over de ontstane situatie bij de Stichting Edudelta Onderwijsgroep (hierna: Edudelta). >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag.. Middelbaar Beroeps Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU. Studiecentrum Minerva te Almere ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU Studiecentrum Minerva te Almere Plaats: Almere BRIN nummer: 24KK Onderzoeksnummer: 277938 Datum onderzoek: December 2014 Datum

Nadere informatie