Tekstbijlage 2. Beschrijving van het Noordvleugelmodel
|
|
- Regina Jansen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tekstbijlage 2 Beschrijving van het Noordvleugelmodel In het navolgende wordt een beschrijving gegeven van het Noordvleugelmodel. Het Noordvleugelmodel is het verkeersmodel, waarmee de verkeersberekeningen zijn uitgevoerd die in de nota's Westrandweg en Hoofdwegennet regio Schiphol gebruikt zijn, Het Noordvleugelmodel is een integraal verkeers en vervoersmodel dat operationeel is in de Noordvleugel van de Randstad. De Noordvleugel van de Randstad vormt het studiegebied, Dit gebied wordt gevormd door het gehele streekplangebied AmsterdamNoordzeekanaal(ANZKG), het streekplan Gooi en Vechtstreek, alsmede een groot deel van het streekplan Waterland, In dit studiegebied wordt om rekentechnische reden een aantal fijne zones onderscheiden. Buiten het studiegebied worden meer grove zones gehanteerd, Binnen het studiegebied zijn er 235 fijne zones; er buiten 230. Daarbij moet bedacht worden dat het buitengebied geheel Nederland omvat, In de studie wordt met netwerken gewerkt. Deze netwerken geven het relevante autowegennet en het gehele openbaar vervoersnet weer. In dit openbaar vervoersnet zijn dus opgenomen alle spoorverbindingen, het locale tram, metro en busnet en alle streekvervoerslijnen. De studie doet berekeningen naar het autoverkeer, het openbaar vervoer en het (brom)fietsverkeer in het jaar De studie is integraal in die zin, dat alle vervoerswijzen in onderlinge afhankelijkheid meedoen. De berekeningen kunnen worden gemaakt als de sociaal en financieeleconomische gegevens alsmede de netwerken zijn gedefinieerd en ingevoerd. De sociaaleconomische gegevens die zijn ingevoerd betreffen in het kort het volgende; inwoners, arbeidsplaatsen in de detailhandel en overige arbeidsplaatsen, alsmede de werkende beroepsbevolking. De gegevens voor het jaar 2000 zijn gebaseerd op vnl. het streekplan ANZKG. De gegevens staan gegroepeerd weergegeven in tabel 1. Voor de verkeersberekeningen is de hoogte van de kosten van verkeer en vervoer uitermate relevant. Voor het jaar 2000 is het zogenaamde middenscenario van het Centraal Planbureau aangehouden. Dit middenscenario gaat van het volgende uit. Het inkomen stijgt 2% reëel per jaar, de brandstofkosten blijven op niveau 86 (reëel), Dit geldt voor het zogenaamde nulalternatief. Voor andere alternatieven is met hogere autokosten gerekend. Dit is gedaan in relatie tot het beoogde rekening rijden. De kosten van het openbaar vervoer blijven reëel op 85, met dien verstande, dat de kosten van het streekvervoer toenemen van 70 tot 80 % van de kosten van het treinvervoer, het autobezit neemt toe tot 450/1000 inwoners, de autobezetting daalt van 1,4 tot 1.3. In algemene zin werkt het verkeersmodel als volgt. Eerst worden de verplaatsingen per zone berekend. Vervolgens wordt de vervoerswijzekeuze gelijk met de distributie berekend. 395
2 TEKSTBIJLAGE De verkregen verplaatsingen worden aan het wegennet toegedeeld. Na toetsing kan dan een berekening voor een toekomstig jaar worden gemaakt. Per stap in dit proces zullen kort de gang van zaken en de relevante parameters worden toegelicht. Ritproductie en attractie Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar motief (wonenwerken, overig) en naar verstedelijkingsgraad. Tevens is de autobeschikbaarheid van belang. Per onderscheiden categorie kan een berekening worden gemaakt waarbij de onderscheiden parameters zijn inwoners, arbeidsplaatsen (detail, overig), beroepsbevolking. Na berekening worden de verplaatsingen zogenaamd gebalanceerd, opdat de totale hoeveelheden aankomsten en vertrekken gelijk zijn. Simultane distributie en modalsplit In deze berekeningsslag wordt tegelijkertijd bepaald waar het verkeer naar toe gaat (distributie) en met welk vervoermiddel. Onderscheid wordt hier gemaakt naar gebiedstypologie, motief en autobeschikbaarheid. De berekening is mede afhankelijk van de zogenaamde zwaartekrachtformule, waarin aankomsten en vertrekken en de onderlinge aantrekkingskracht een belangrijke rol spelen. De kwaliteit van de aangeboden verkeersvoorziening speelt hierbij tevens een rol. Toedeling Nadat op deze wijze de verplaatsingen per auto, per openbaar vervoer en per (brom)fiets zijn berekend, kunnen ze worden toegedeeld aan de respectievelijke netwerken. De netwerken worden gekenmerkt door wegvaktypologie, afstand, snelheid en capaciteit. Voor het openbaar vervoer is mede van belang frequentie, overstapgelegenheid, voor en natransport. Het autoverkeer wordt toegedeeld aan het netwerk waarbij capaciteitsbeperking op de wegvakken en de weerstanden op de kruispunten een belangrijke rol spelen, Via een stapsgewijze toedeling wordt een zoveel mogelijk realistisch beeld verkregen, waarbij rekening is gehouden met (over)belasting op wegvakken. Vermeldenswaard is dat bij berekeningen wordt gerekend met gewogen combinaties van tijd.afstand en kosten. Deze combinatie die voor auto, openbaar vervoer en fiets verschillend is, wordt "gegeneraliseerde tijd" genoemd. 396
3 Tabel 1 Sociaaleconomische gegevens * f IRO Naam Inwoners Beroepsbevolking Arbeidsplaatsen Noordkop NH Westfriesland Alkmaar e,o. Waterland Zaanstreek Ifmond Agglomeratie H'lem Hoofddorp GrootAmsterdam Gooi en Vechtstreek Totaal Provincie NoordHolland Amsterdam HavensWest MAP Sloten Amstel m Zeeburg Haarlem Haarlemmermeer SchipholCentrum SchipholOost Alkmaar Hoom Purmerend Zaanstad Hoogovens Almere Lelystad Indeling ten behoeve van regionaal onderzoek 397
4 Tekstbijlage 3 Beslismodel vervoer gevaarlijke stoffen toegepast op een aantal routealternatieven rond Schiphol M In deze bijlage worden de belangrijkste onderdelen uit de studie "Het H beslismodel vervoer gevaarlijke stoffen toegepast op een aantal route alternatieven rond de Coentunnel en Schiphol" aangehaald, voor zover van toepassing op het hoofdwegennet in de regio Schiphol. Deze studie is verricht door TNO, hoofdgroep Maatschappelijke Technologie en verschenen in maart Algemeen Er is bij de berekeningen uitgegaan van de verkeersprognose voor het totale verkeer en vervoer. Effecten van de maatregelen ter beperking van de mobiliteit zijn naar evenredigheid ook voor het vervoer van gevaarlijke stoffen van toepassing verklaard. Het is echter de vraag, of dit uitgangspunt wel juist is. In het hoofdstuk "Leemten in kennis en informatie" is dan ook aangegeven, dat onvoldoende informatie bekend is over de ontwikkeling van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, mede in relatie met de ontwikkeling van de totale verkeers en vervoerssituatie en in relatie met het geboden afwikkelingsniveau op de hoofdwegen. Daarnaast is te weinig bekend over de kwantitatieve bijdragen van andere maatregelen ter beperking van de risico's bij deze vervoerswijze. De huidige risico's zijn vergelijkbaar met de risico's, zoals berekend voor het milieuvriendelijk alternatief 3. Gezien de directe koppeling tussen de prognoses en de transporten gevaarlijke stoffen, zullen de overige alternatieven dan ook een verhoging van het risico opleveren. Om echter toch een inzicht in de gevolgen van calamiteiten in de verschillende alternatieven te verkrijgen, is gekozen voor dit beslismodel, omdat daarin de vergelijkingsmethodiek nauwkeurig is opgenomen. Aan de uitkomsten mogen geen vergaande conclusies verbonden worden, Wel biedt de studie een redelijk inzicht in de (relatief geringe) verschillen tussen de alternatieven. Eindconclusie van de studie is: "...dat de verschillen in risico's tussen de verschillende alternatieven dermate gering zijn, dat zij nauwelijks significant te noemen zijn". De beschouwde routealternatieven In de studie zijn de alternatieven, welke in de projectnota "Hoofdwegennet Regio Schiphol" worden beschreven, door middel van een beslismodel met elkaar vergeleken op de consequenties voor de bevolking en de gebouwen bij optredende calamiteiten. Resultaten van de toepassing In het model worden de kansen berekend op zowel slachtoffers als materiële schade. Voor beide elementen wordt daarbij rekening gehouden met de mogelijke gemiddelde schade per ongeval, de EVfactor (Expected Value) en met de mogelijke gemiddelde schade per ongeval, welke een zekere grenswaarde overschrijdt, de ELAfactor T (Expected Large Accidents). 399
5 TEKSTBIJLAGE,«*, i i*r De berekende waarden zijn in onderstaande tabel aangegeven. Uit de tabel blijkt, dat de waarden nauwelijks afwijken tussen de verschillende alternatieven. Tabel 1 Resultaten beslismodel Slachtoffers xlo" 3 per jaar Materiële schade in guldens/jaar Alternatief EV ELA EV ELA Nul Nulplus MWIIA MWmA MnA MIÏÏA Combinatie Milieuvr. 1 Milieuvr. 2 Milieuvr. 3 16,4 14,0 17,0 16,7 17,0 16,6 16,1 13,8 12,4 16,1 14,8 12,5 15,2 15,1 15,3 14,0 13,5 12,3 11,1 13,5 163,0 137,0 167,9 154,0 169,0 153,0 149,0 136,0 122,0 149,0 14,4 11,5 15,1 00,0 15,1 00,0 12,8 11,6 10,8 12,8 400
6 Tekstbijlage 4 Berekende totale emissies voor verschillende stoffen voor de huidige situatie en de alternatieven Alternatief Weglengte (in km) Emissie CO (ton/jaar) Emissie NO x (ton/jaar) Emissie Lood (kg/jaar) Emissie so 2 (ton/jaar) Emissie CxHy (ton/jaar) Emissie Aerosol (ton/jaar) Emissie Benzeen (ton/jaar) Emissie Benz(a)pyreen (kg/jaar) huidige situatie 12, nul 12, nulplus 12, MWÏÏA MWmA MnA MIIIA 25,5 25,6 22,5 22, combinatie 19, milieuvriendelijk 1 milieuvriendelijk 2 12,1 12,
7 Tekstbijlage 5 Berekening van kosten en baten Inleiding In deze bijlage zijn van elk alternatief de kosten van aanleg en onderhoud van wegen en de openbaar vervoerskosten verzameld. Voor zover nodig, worden berekeningen getoond, zoals bij onderhoud en exploitatie van wegen. Congestiekosten worden vermeld, Voor het openbaar vervoer is een globale schatting gemaakt van de benodigde investeringen (dus niet de exploitatie) bij de diverse alternatieven. Naast de feitelijke wegenkosten mondt deze bijlage uit in een rendementsberekening ten aanzien van de totale investeringen in wegen en openbaar vervoer en een rendementsberekening ten aanzien van het zakelijk en goederen verkeer, Kosten Ten behoeve van de rendementsberekeningen dienen de volgende kosten en baten per alternatief te worden bepaald: besparing congestiekosten besparing omrijden kosten aanleg wegen onderhoud en exploitatie wegen investeringen in het openbaar vervoer kosten omrijden Van andere kosten en baten zijn geen of onvoldoende gegevens bekend, waardoor deze niet in de berekeningen meegenomen kunnen worden. Voorbeelden hiervan zijn de kosten van het rekening rijden, de baten van de verkeersveiligheid e.d, De kosten c.q. baten verband houdend met congestie en omrijden zijn in hoofdstuk 7 onder "Economie", toetsingscriterium 18 (De vervoerskosten voor het zakelijk verkeer), aangegeven. In deze bijlage zullen de drie resterende kostenposten nader worden behandeld. 403
8 A. Kosten aanleg De aanlegkosten zijn per alternatief geraamd, waarbij een splitsing is gemaakt tussen de tunnels onder de start en landingsbanen en de overige werken. In tabel 1 zijn de aanlegkosten aangegeven. Tabel 1 Aanlegkosten (in miljoenen guldens) Alternatief Tunnel Overige Totale Infrastructuur Kosten Nul Nulplus Tracé MWIIA MWÏÏIA MIIA MIIIA Combinatie Milieualt. 1 Milieualt. 2 Milieualt Bedragen incl. B.T.W., engineering en grondverwerving. B. Kosten onderhoud en exploitatie rijkswegen In de directie NoordHolland van de Rijkswaterstaat wordt per jaar aan jaarlijks en nietjaarlijks terugkerend onderhoud en verbeteringswerken op de planwegen een bedrag van rond ƒ 80 miljoen besteed. Deze planwegen hebben een totale ontwikkelde lengte van 243 km bij een gemiddelde verhardingsbreedte van 22,5 m, globaal overeenkomend met de verhardingsbreedte van een 2 x 2strooks autosnelweg. In genoemde kosten is het onderhoud begrepen van zowel de hoofdrijbanen als de knooppunten en de aansluitingen. Uitgesplitst naar onderdelen wordt het onderhouds en exploitatiebudget als volgt besteed: groenvoorzieningen 10% verhardingen 40% kunstwerken 20% wegmeubilair 25% overig 5% Op basis van deze kostenverdeling is bij benadering een inschatting te maken van de jaarlijkse onderhouds en exploitatiekosten van de verschillende typen wegen. Deze bedragen per kilometer voor bovengenoemde 2 x 2strooks autosnelweg ƒ per jaar, welk bedrag op 100%o is gesteld, Voor de omrekening naar de zogenaamde contante waarde b, met verwaarlozing van de veelal geringe bedragen, die gedurende de eerste vijfjaar aan een nieuwe weg worden besteed, een factor 16 toegepast, 404
9 In tabel 2 zijn voor een aantal wegtypes de jaarlijkse onderhouds en exploitatiekosten en de gekapitaliseerde kosten weergegeven. Tabel 2 Kosten onderhoud en exploitatie per kilometer weg Type weg kosten per jaar in milj. guldens in procenten gekapitaliseerd in milj.guld. lxl str m.vl 1x2 str m.vl 2x2 str m.vl of 2x3 str z.vl 2x3 str m.vl 1x3 m. vl + 1x4 str. m. 2 vl 2x4 str m. vl 2x4 str m. 2 vl 2x5 str m. vl. 2x5 str m. 2 vl 2x3 str m. vl + 2x2 str m. vl of 2x (1+1) str. m. vl 2x4 str m. vl + 2x2 str m. vl of 2x (1+1) str m.vl ,13 0,19 0,33 0,41 0,47 0,48 0,53 0,56 0,61 0,69 0,76 2,1 3,0 5,3 6,6 7,5 7,7 8,5 9,0 9,8 11,0 12,2 Opm. m.vl = met 1 vluchtstrook per rijbaan m. 2 vl = met 2 vluchtstroken per rijbaan z.vl = zonder vluchtstrook Aan de hand van deze gegevens kunnen de gekapitaliseerde kosten voor onderhoud en exploitatie van de wegen in het studiegebied in miljoenen guldens per alternatief worden berekend. In tabel 3 zijn die kosten aangegeven. Onderhouds en exploitatiekosten van het openbaar vervoer zijn niet meegenomen, omdat de noodzakelijke gegevens over de uitbreidingen van het openbaar vervoer niet voor de afzonderlijke openbaar vervoermaatregelen bekend zijn. Tabel 3 Kosten per alternatief Nulaltematief Nulplusalternatief Wegenalternatief MWIIA Wegenaltematief MWrïïA Wegenaltematief MIIA Wegenaltematief MIIIA Combinatiealternatief Milieuvriendelijk alternatief 1 Milieuvriendelijk alternatief 2 Milieuvriendelijk alternatief 3 *) kosten /160 /170 ƒ270 ƒ270 ƒ330 ƒ330 ƒ250 ƒ170 ƒ170 ƒ250 extra kosten t.o.v. nulalternatief ƒ ƒ 10 ƒ110 ƒ110 ƒ170 ƒ170 ƒ 90 ƒ 10 ƒ 10 ƒ 90 ') Exclusief de extra kosten voor de mitigerende maatregelen
10 TEKSTBIJLAGE C. Kosten openbaar vervoer Om een globale schatting te kunnen maken van de openbaar vervoerskosten is nagegaan wat de landelijke investeringskosten en exploitatiekosten tot nu toe zijn geweest. In 1987 bedroeg het aantal reizigerskilometers per openbaar vervoer 20 miljard (20 x 10 8 ). Het aantal reizigerskilometers per auto over de weg bedroeg in dat jaar 140 x Voor de regio Amsterdam is aangenomen dat, gezien deze landelijke cijfers, de reizigerskilometers in 1987 per auto en per openbaar vervoer 5 x 10 9 resp. 22 x 10 9 waren. De exploitatie van het openbaar vervoer kostte in dat jaar ongeveer ƒ 5 miljard, waarvan ca. ƒ 1,9 miljard door de reizigers werd betaald. Het resterende bedrag van ƒ3,1 miljard is door de overheid gefinancierd. Dit is het exploitatietekort waarvan in het SW II is aangegeven, dat dit tekort niet mag toenemen. In het SW II wordt namelijk gesteld, dat nieuwe of sterk verbeterde voorzieningen in, van en naar de grote steden geëxploiteerd kunnen worden zonder dat er sprake is van een substantiële verhoging van de huidige meerjarencijfers voor deze steden. Naar thans bestaande inzichten zal de verhoging na aanleg en verbetering uitkomen op 5 a 8%. De investeringskosten lagen in de afgelopen jaren in de orde van grootte van ƒ300 miljoen per jaar. In het SW II is aangegeven dat de forse taakstelling voor het openbaar vervoer (landelijke groei van het openbaar vervoersvolume met 65%) de komende twee decennia een investering vraagt van circa ƒ12,4 miljard (ƒ8 miljard spoorwegennet, ƒ4 miljard stadsgewestelijk openbaar vervoer en ƒ0,4 miljard streekvervoer en kleinere steden). In het Meerjarenprogramma Personenvervoer van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (M.P.P.) was voor deze periode rekening gehouden met een investering van circa ƒ7,4 miljard. De extra investering bedraagt dus ƒ5 miljard in 20 jaar. Bij toename van het openbaar vervoersvolume met 65% zijn de investeringen nagenoeg evenredig met de groei van dat openbaar vervoersvolume. In het nulalternatief is de landelijke f1,4 miljard in 20 jaar te besteden, vertaald naar ƒ0,9 miljard voor de Amsterdamse regio in 10 jaar te besteden. Analoog wordt, de f 12,4 miljard vertaald naar ƒ 1,55 miljard voor de Amsterdamse regio. Deze investering van ƒ12,4 miljard, komt overeen met de benodigde investeringen van het nulplus en het combinatiealternatief, Uit onderzoek is gebleken, dat het totale aantal reizigerskilometers met 20%. zal stijgen in 2000 bij ongewijzigd beleid. Dit percentage van 20% ligt lager dan het groeipercentage van het autoverkeer van 30% in het nulalternatief ten gevolge van de lage autobezettingsgraad in dit alternatief. Voor het autoverkeer houdt dit in, dat het eerder genoemde aantal stijgt van 22 x 10 9 naar 26,4 x 10 9 reizigerskilometers. Het aantal reizigerskilometers per openbaar vervoer neemt dan toe tot 6 x Dit geeft een totaal van 32,4 x 10 9 reizigerskilometers in Voor het nulaltematief geeft dat bij een bezettingsgraad van 1,3 per auto 20,3 x 10 9 voertuigkilometers. 406
11 Voor alle alternatieven zijn deze aantallen dan vermeld in tabel 4. Tabel 4 Voertuigkilometers per alternatief in Regio Amsterdam 1* 2* 3* Nulaltematief Nulplus.alternatief Wegenalternatief Comb. alternatief Milieuvr.alt.1 Milieuvr.alt,2 Milieuvr.alt.3 (0,85x20,3) (0,85x20,3) (0,82x20,3) (0,75x20,3) (0,85x20,3) 20,3 17,3 20,3 17,3 16,6 15,2 17,3 26,4 24,2 26,4 24,2 23,2 22,8 24,2 _,. 2,2 2,2 3,2 3,6 2,2 1' = Voertuigkilometers x 10 9 (auto) 2' = Reizigerskilometers per auto x ' = Van auto naar openbaar vervoer x 10 9 ten opzichte van het nulalternatief Als bezettingsgraad is aangehouden 1,3 bij nul en wegenalternatief, 1,4 bij nulplus, combinatie en milieuvriendelijke alternatieven 1 en 3 en een bezettingsgraad van 1,5 bij milieuvriendelijk alternatief 2. Deze waarden geven de relatie aan tussen de getallen van 1* en 2*. De percentages van de reizigerskilometers per openbaar vervoer worden dan als in onderstaande tabel aangegeven. De investeringen (in miljarden guldens) zijn eveneens vermeld, waarbij is uitgegaan van vaste kosten en variabele kosten en evenredigheid is verondersteld tussen reizigerskilometers en deze variabele investeringskosten. De investeringskosten van de milieuvriendelijke alternatieven 1 en 2 zijn rechtlijnig geëxtrapoleerd. Tabel 5 Reizigerskilometers per openbaar vervoer en investeringen in openbaar vervoer per alternatief Reizigerskm's km's t.o.v. huidig /x 10 9 nulaltematief nulplusaltematief wegenaltematief combinatiealternatief milieuvriendelijk alt. 1 milieuvriendelijk alt, 2. milieuvriendelijk alt. 3 6,0 x ,2 x ,0 x ,2 x ,2 x ,6 x ,2 x %. 165% 120% 165% 185% 190% 165% 0,900 1,550 0,900 1,550 1,850 1,950 1,550 Opm. Een nauwkeuriger opgave van de kosten is niet mogelijk gebleken, omdat hiervoor onvoldoende gegevens beschikbaar waren. D. Resumé baten en kosten Voor de afzonderlijke posten worden de volgende aanduidingen gehanteerd: al/a2 : Kosten t.g.v. congestie algemeen resp. voor zakelijk verkeer en goederen vervoer bl/b2: Besparing omrijden algemeen resp. voor zakelijk verkeer en goederen vervoer c : Kosten aanleg wegen d : Onderhoud en exploitatie wegen 407
12 *K*4*»i!**a» ;; JW^,, S^ J&* e : Investeringen in het openbaar vervoer, meerkosten t.o.v. het nulaltematief f l/f2 : Kosten omrijden algemeen resp. voor zakelijk en goederen vervoer Tabel 6 Kosten en baten HRS (bedragen in miljoenen guldens) Alternatief al/a2 bl/b2 c d e fl/f2 Nulalternatief Nulplus. alternatief Wegenalternatief MWIIA MWIIIA MIIA MIIIA Comb. alternatief Milieuvr.alt.1 Milieuvr.alt.2 Milieuvr.alt.3 60/37 1/0,5 _ 10/6,5 10/6,5 10/6,5 10/6,5 7/4,5 7/4,5 _ _ _ 11/7 22/14 11/7 In de nota Westrandweg Amsterdam (WRW) zijn de kosten en baten op analoge wijze bepaald en weergegeven in tabel 6a. Tabel 6a Kosten en baten WRW (bedragen in miljoenen guldens) Alternatief al/a2 bl/b2 c d fl/f2 Nulaltematief Nulplus. alternatief Tracéaltematief 1 hoog 1 laag 2 hoog 2 laag Comb. alternatief Milieuvr.alt.1 Milieuvr.alt.2 Milieuvr,alt.3 49/32 25/ /470 50/ E Formule bepaling rendement Op basis van de onder D gehanteerde aanduidingen wordt het rendement bepaald met behulp van de volgende formules. Algemeen rendement = (60al) + bl + (49al) + bl c + d + e+16fl + c + d+16fl x 100 (% per jaar) 408
13 Voor zakelijk verkeer en goederen vervoer rendement = (37 a2) + b2 + (32 a2) + b2 c + d + e+16f2 + c + d+16f2 x 100 (% per jaar) Tabel 7 Rendement alternatieven HRS en WRW F Rendementsberekening Voor het bepalen van het rendement van de investeringen is niet alleen rekening gehouden met de baten en kosten van de alternatieven Hoofdwegennet Regio Schiphol, maar ook met de baten en kosten van de alternatieven Westrandweg (zie hiervoor bijlage 6 van de nota Westrandweg). Dit is nodig omdat de investeringen voor het openbaar vervoer betrekking hebben op beide projecten. Toedeling van de openbaarvervoerkosten naar beide projecten afzonderlijk is niet goed mogelijk. HRS NUL NUL+ MWIIA MWIIIA MIIA MHA COMB.ALT. MV 1 MV 2 MV 3 Congestiekosten 60/37 _ (per jaar) Aanlegkosten S Onderhoudsen exploitatiekosten WRW NUL NUL+ 1 hoog 1 laag 2 hoog 2 laag COMB.ALT. MV 1 MV 2 MV 3 Congestiekosten 49/32 25/16 (per jaar) Aanlegkosten / Onderhoudsen /45 45 exploitatiekosten O.V. (meerkosten t.o.v. nulalt.) Rendement * 6.2** 6.9/ algemeen (%/jaar) Zakelijk/goede 7 5.8* 4.2** 4.4/ renverkeer (%/jr) 409
14 Literatuurlijst Boer, E. de en Vos, K., "Geen halve maatregelen? Het woon en en leefmilieu in Badhoevedorp beïnvloed door de A9 en eventuele aanpassingen", T.U. Delft, 1989 Bureau Stichting Milieubeleid en Ekologie, "MER A4: Beschrijving huidige situatie, autonome ontwikkelingen, toetsingscriteria, effectbeschrijving en beoordeling alternatieven. Vegetatie, fauna en landschapsecologie", Nijmegen, 1988/1989 DHV Raadgevend Ingenieursbureau BV, "De invloed van verbeterd openbaar vervoer op het A4autoverkeer ter hoogte van Schiphol", Amersfoort, december 1988 DHV Raadgevend Ingenieursbureau BV, "MER wegenstructuur Schiphol/Westrandweg, openbaar vervoervariant/ Variant A", Amersfoort DHV Raadgevend Ingenieursbureau BV, "Veranderingen in het verkeersbeeld als gevolg van verbeterd openbaar vervoer en rekening rijden", Amersfoort, februari 1989 D.O.R.O. Haarlemmermeer, "30 jaar ontwikkeling Haarlemmermeer", Hoofddorp, 1987 D.O.R.O. Haarlemmermeer, "Vierde kwartaalbericht 1987", Hoofddorp, 1987 D.R.O, gemeente Amsterdam, "Structuurschets westrand Amsterdam", Amsterdam, 1989 E.T.D voor NoordHolland, "Cijfemota 1986", Haarlem, 1987 E.T.D voor NoordHolland, "Economische perspectieven voor de Noordzeekanaalhavens", Haarlem, 1986 E.T.D voor NoordHolland, "Economische perspectieven voor AmsterdamMeerlanden", Haarlem, 1986 E.T.D voor NoordHolland, "Economische perspectieven voor de Zaanstreek", Haarlem,
15 TEKSTBIJLAGE E.T.D voor NoordHolland, "Economische perspectieven voor ZuidKennemerland/IJmond", Haarlem, 1986 Gemeente Amsterdam, "Bestemmingsplan Amstel III", Amsterdam, 1986 Gemeente Amsterdam, "Structuurplan "de stad centraal"", Amsterdam, 1985 Gemeente Amsterdam, "De Amsterdamse bedrijven en het aantal werkzame personen vanaf 1968 tot 1978", Amsterdam, 1978 Gemeente Amsterdam, "Vestigingen en het aantal werkzame personen in Amsterdam ", Amsterdam, 1987 Gemeente Haarlemmermeer, "Structuurplan Haarlemmermeer", Hoofddorp, 1985 Gemeente Haarlemmermeer, "Structuurvisie Schipholzone", Hoofddorp, 1987 Haas, W. de, "Landbouw en grondonttrekking; een studie in de Haarlemmermeer en Legmeerpolders", Den Haag, Landbouw Economisch Instituut, 1988, publikatie "Handleiding Milieuhygiëne" Samson, Alphen a/d Rijn, 1981 Leu, L. Th. de. "Studie naar de gevolgen van de aanleg van nieuwe wegen in de omgeving van Schiphol op de luchtkwaliteit" Rapport nr: R 89/075, MTTNO, Delft, 1989 Ministerie van Landbouw en Visserij, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, "Structuurschema Natuur en Landschapsbehoud (deel d)", 's Gravenhage, 1985 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, "Structuurschema Verkeer en Vervoer (deel d)", 's Gravenhage, 1979 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, "Afrekenen met files", 's Gravenhage, 1986 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, "Meerjarenprogramma personenvervoer ", 's Gravenhage,
16 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, "Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer (deel a)", 's Gravenhage, 1988 Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, "Indicatief Meerjaren Programma Water, " 's Gravenhage, 1985 Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, "De tweede Nota over de ruimtelijke ordening", 's Gravenhage, 1967 Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, "De derde nota over de ruimtelijke ordening: de verstedelijkingsnota (deel 2). nota landelijke gebieden (deel 3)", 's Gravenhage, 1979 Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, "Structuurschets voor de stedelijke gebieden", 's Gravenhage, 1985 Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, "De vierde nota over de ruimtelijke ordening (deel a)", 's Gravenhage, 1988 Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, "Indicatief Meerjaren Programma Milieubeheer ", 's Gravenhage, 1986 Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, "Nationaal Milieubeleids Plan" (Concept), 's Gravenhage, december 1988 Projectgroep Toekomstige Ontwikkeling Werkgelegenheid en Arbeidsmarkt, "De werkgelegenheidsontwikkeling in Amsterdam en omstreken", Amsterdam, 1988 Provinciaal Bestuur van NoordHolland, "Beleidsnota Natuur en Landschap NoordHolland", Haarlem, 1987 Provinciaal Bestuur van NoordHolland, "Beleidsvisie Randstadgroenstructuur" (Ontwerp), Haarlem, 1988 Provinciaal Bestuur van NoordHolland, " 'De stelling van Amsterdam', een provinciale beleidsvisie", Haarlem, 1987 Provinciaal Bestuur van NoordHolland, "Provinciaal grondwaterplan van NoordHolland" (Ontwerp), Haarlem,
17 Provinciaal Bestuur van NoordHolland, "Provinciaal waterkwaliteitsplan NoordHolland", Haarlem, 1984 Provinciaal Bestuur van NoordHolland, "Streekplan voor het AmsterdamNoordzeekanaalgebied; beschrijving van de meest gewenste ontwikkeling in hoofdlijnen", Haarlem, 1979 en 1987 Provinciale Waterstaat NoordHolland, "Florainventarisatie provincie NoordHolland 1982", Haarlem, 1982 Provinciale Waterstaat NoordHolland, "Herpetofaunainventarisaties + avifaunainventarisatie provincie Noord Holland", Haarlem, 1983 Rijksinstituut voor onderzoek in de bos en landschapsbouw "De Dorschkamp", "Mer Hoofdwegennet Regio Schiphol; onderdeel landschap", Wageningen, 1988/1989 Rijkswaterstaat Directie NoordHolland, "Verkeersproblematiek van het hoofdwegennet in de Haarlemmermeer en op de Bollenroute", Haarlem, september 1985 Steinmetz, B., "Wegen als ordenend element in het landschap", Landbouw Hogeschool, Wageningen, 1984 Stichting Milieubeleid en ekologie, "Mer A4, beschrijving huidige situatie vegetatie, fauna en landschaps ekologie", Nijmegen, november 1988 Stuurgroep Activiteitenplan Westelijk Havengebied, "Aktiviteitenplan Westelijk Havengebied", Amsterdam, 1988 Tebodin, Advies en Constuctiebureau BV, "Akoestisch onderzoek Hoofdwegennet Regio Schiphol", Den Haag, april 1989 Tukkers, Raadgevend Bureau drs. A., "Literatuuronderzoek naar de samenstelling van de runoff van wegen en voorspellende berekeningen t.a.v. de bermbodem en grondwaterkwaliteit voor een periode van 100 jaar", Woerden, 1987 Wareco Amsterdam bv, adviesburo voor milieu en bodemtechniek, "MER A4: Beschrijving huidige situatie, autonome ontwikkelingen tot 2000, effecten wegalternatieven. Aspekten bodem en water", Amsterdam, 1988/1989 "Wet Bodembescherming", 's Gravenhage,
18 ÜËiÉföi HAARL M " I "vay^egenda ;W % r '<"* //<V^fflB0l...»3yï ^4^%tEIGRONDEN: ^ leek / woudeerdgronden L %s^. ' I poldervaaggronden I ^ ikw....i V* i i a p i f * Si 1!"'! M m i l i l tochteerdgronde«j F UUT" [ K f f c ' H H nesvaaggronden * N S i V ^ WEÈBÊm c "~*9S Luchthaven Schiphol ^ m ZANDGRONDEN: WEM ^ ^ ^ ^ ^ :* ^ 7" ^ ^L ^Z vlakeerdgronde LVEE! 0VERGAN GANGSZONE: ^ f f l plaseerdgronden j ' é f e i VEENGRONDEN koopveengronden rs^ö^ " /^rf A ^ >E Konsept bodemkaart noordelijk deel Haarlemmermeer ^ werktekening STIBOKA, 1987) kaartbijtage 1 ' ^ 3»«E s, / V' r ' *J
19 &? *»&**# /A B V LEGENDA HARDHEIDSKATEGOR reëel en/of al in ontwikkeling "1 *~T i ^_s2 n 0 zeer waarschijnlijk plan/ontwikkeling S!S H 5^nn 00 mncr 1000 LD ~ plannen zonder stat 1 // i ^. AyT^AertjBnjjo w. H.' EB! 3fl # AMSTllkAM y: SS ^ ' j^* 0 W«, raïn ^ %x f**3t**ï «Sn 4.., ^Sfe. KW iassé^! ' SS? CSemendaal " 6 Gemeente s h i "'? %;, ::, Si 1.jjUjlUj». " <a) I o. Wad Het * JR Ni e iiwn i 'P&fe*' X Haarlemmermei " E Ft \. /. ^s. ' Luchthaven Schiphol ' \ 0 < > DX R löó^^kerk 'HHIegorrR.«$ /v 25 ~ ' N. *"«H<.f>' Hoont neer?/ Ruimtelijke plannen in de Haarlemmerm _/ >&&', 23 // polde
20
21
22
23
24
25
26
27 AMSTERDAM
28
29
30 H_ J» «, 06, «r " i O»,_ OB_, 1 1».US. dwarsprofiel AA ^ r dwarsprofiel DD «" 1» '? BO? i» " ' dwarsprofiel EE maten n meters dwarsprofiel FF dwarsprofielen alternatief MIDDEN11/m alternatief MIDDENWESTn/I kaartbijlage 13
31 Ü I dwarsprofiel II oio? iso " m "" ra ]» r r i r^i r 100 W» f iso "S 150 P 150 y i» g aso ""sop 1 in, a» 35Q «6 35a QC is0 ia ; a ut m aa M 3,S_1JL5L dwarsprofiel JJ mmr rn «1, ««7» a «, aso u " iw "* J 3» uw I aso "TJI <»5 I«I 1S0 0» 1S0 i«"? 150 *».M0 OM I MO "* ÏSO u 010? 3.S0 ISO W W «1, OB 150 M,M a*s aa? aso? wo _JY lil f dwarsprofiel K~K 3 dwarsprofielen alternatief MIDDEN H /1 alternatief MIDDEN WEST IIE kaartbijlage 14
32 vcui uc cuycöiicucii j^avcio, uiudiaat ecu ICDUIUCJK. UUU1 UC "resthoek" met bos te beplanten zal het als één geheel ruimtelijk herkenbaar blijven, dat als rand het gebied van de Raasdorperweg omgeeft. Om extra sprongen in de hoogteligging van de autosnelweg op korte afstand van elkaar te voorkomen wordt voorgesteld de weg op een niveau in ophoging te houden. Het talud van de weg, de geluidswallen en de sloot met natte oeverzone worden geïntegreerd als één geheel aangelegd. Hierdoor ontstaat een ecologisch waardevolle strook evenwijdig aan de autosnelweg. Door een ruime overbrugging kan de hoofdvaart met naastgelegen wegen en bebouwingslinten ononderbroken worden doorgezet. Hiermee wordt het belang van deze structurerende lijn in de Haarlemmermeer benadrukt. Omdat RW9 de ruimtelijke opbouw van Badhoevedorp doorsnijdt zonder die in sterke mate te beïnvloeden, wordt deze weg "los" van zijn directe omgeving vorm gegeven. Hiertoe wordt het dwarsprofiel van de weg constant gehouden over de totale lengte van de doorsnijding. Vormmiddelen zijn: de constant hoge ligging ten opzichte van de omgeving, zodat het locale verkeer onbelemmerd RW9 kan kruisen; het rechte tracé dat niet reageert op locale patronen; geluidsschermen aan weerszijden van de weg die het omliggende gebied gedeeltelijk afschermen, waardoor het zicht tot de weg wordt beperkt. Het aansluitingspunt wordt geaccentueerd vanwege de functionele relatie van de weg met het onderliggende wegenpatroon. Om het agrarisch grondgebruik in het gebied ten zuiden van Badhoevedorp te handhaven is een goede ontsluiting nodig. Het locale blokvormige basispatroon wordt zoveel mogelijk in stand gehouden en blijft ondanks de doorsnijding van nieuwe infrastructuur richtinggevend voor de inrichting van dit gebied. Om de wegen in het landelijke gebied van de Haarlemmermeer (Verlengde Westrandweg en RW4) zo veel mogelijk als een doorgaande lijn vorm te geven, die het omliggende gebied met zijn eigen technische logica doorsnijdt, wordt de weg zo "los" mogelijk van de omliggende patronen in de Haarlemmermeer vormgegeven. Hierdoor ontstaat een herkenbaar contrast tussen de autosnelweg en de omgeving. Hiervoor zijn de volgende middelen aan de weg voorgesteld: constante hoogteligging op maaiveld tussen de knooppunten met RW4 en RW9 (uitzondering) vormt de kruising met de hoofdvaart). constant dwarsprofiel waarin een brede sloot met natte oeverzone over de totale lengte van de weg is opgenomen om de "losse" ligging te onderstrepen. In het omliggende gebied wordt ten behoeve van het agrarisch gebruik het blokvormige basispatroon van wegen en waterlopen in stand gehouden. Door de hoogteligging van de autosnelwegen in het landelijk gebied van de Haarlemmermeer op maaiveld te houden en de opgaande elementen langs de autosnelwegen te beperken tot uitsluitend technische voorzieningen, nodig voor het functioneren van de weg, blijven deze wegen ruimtelijk ondergeschikt aan de ruimtelijke opbouw van het landelijk gebied en blijft het open karakter van de Haarlemmermeer zoveel mogelijk gehandhaafd. Door vanaf het knooppunt RW4 in tunnelbak omlaag te leiden naar de tunnel onder de startbaan, kan het viaduct van de Verlengde Westrandweg op maaiveld worden gehouden. Het knooppunt is hierdoor visueel minder dominant in de Haarlemmermeer. Om het agrarisch grondgebruik in de "restruimte" tussen de autosnelweg en de Zwanenburgbaan te handhaven is een goede ontsluiting van dit gebied noodzakelijk. De wegen en waterlopen zijn door middel van onderdoorgangen in stand gehouden. Hierdoor wordt de barrière van de doorsnijding verminderd en isolatie van het gebied langs de startbaan tegengegaan. De continuïteit in hoogteligging van de autosnelweg wordt niet door deze onderdoorgangen onderbroken, Ten behoeve van het ecologisch functioneren moeten de onderdoorgangen ruimer dan verkeerskundig noodzakelijk is, worden uitgevoerd. alternatief middenwest I IA kaartbijlage 16 Omdat de ruimtelijke ontwikkeling en de opbouw van de stedelijke "lob" Schiphol/Badhoevedorp sterk samenhangt met de aansluitingspunten van RW4, wordt RW4 als een "dragende lijn" vormgegeven. Dit wordt bereikt door de aansluitingspunten sterk te accentueren en in vormgeving aan te sluiten op de ruimtelijke opbouw van de omgeving, op gedeelten dat de "lob" wordt doorsneden.
33 Voorzieningen met betrekking tot de weg AUTOSNELWEG OP MAAIVELD (1.5 M) AUTOSNELWEG OP DIJKLICHAAM (7 M) AUTOSNELWEG OP PIJLERS IN HOGE LIGGING (716 M) AUTOSNELWEG OP HELLEND DIJKLICHAAM AUTOSNELWEG IN TUNNELBAK KNOOPPUNT VAN SNELWEGEN De knooppunten worden als zelfstandige elementen in hun omgeving ingericht. Het voorstel is gebruik te maken van het element water. Dit kan gecombineerd worden met natuurbouw. AANSLUITINGSPUNT 1 Aansluitingspunten die geaccentueerd worden en waarvan de vormgeving geïntegreerd is met de ruimtelijke opbouw van de omgeving. AANSLUITINGSPUNT 2 Aansluitingspunten die geaccentueerd worden, maar zelfstandig ten opzichte van de omgeving worden vormgegeven. OVERGEDMENSIONEERD VIADUCT Ruim gedimensioneerde viaducten worden toegepast om behalve de kruisende weg, ook begeleidende watergang, dijklichaam of ander lineair element door te zetten, Op deze wijze blijven locale patronen gehandhaafd, hetgeen vanuit ecologisch, functioneel of visueelruimtelijk oogpunt gewenst kan zijn. VIADUCT TEN BEHOEVE VAN EEN KRUISENDE WEG ONDERDOORGANG VOOR EEN LOCALE WEG De onderdoorgang is primair aangelegd met het oog op de locale ontsluiting. De onderdoorgang kan al dan niet gecombineerd worden met voorzieningen ten behoeve van het opheffen van de ecologische barrièrewerking van de autosnelweg. DUIKER Toegepast bij hoofdwatergangen. De duikers worden zo geconstrueerd dat zij ook kunnen dienen als voorziening om de ecologische barrièrewerking van de autosnelweg op te heffen. AMFIBIEËNTUNNEL Amfibieëntunnels met geleidingsvoorzieningen zijn nodig ten behoeve van de amfibieëntrek in de gebieden waar nu amfibieën worden aangetroffen. De exacte locatie is afhankelijk van de trekbanen. GELUIDSWERENDE VOORZIENING WATERKERENDE DIJKEN SLOOT MET NATTE OEVERZONE Voorzieningen met betrekking tot de omgeving VERSTERKING LOCALE (LIJNVORMIGE) ELEMENTEN Met behulp van beplanting worden de belangrijke patronen in het omliggend gebied versterkt Hierdoor worden deze lijnen beter als doorlopende lijnen ervaren en hun ordenende werking op omliggend gebied vergroot TE HANDHAVEN LOCAAL LIJNVORMIG ELEMENT Hetzij vanuit visueelruimtelijke redenen, hetzij vanuit cultuurhistorische redenen. BEGELEIDINGSMAATREGELEN Om de migratie van dieren en planten via de beoogde kruisingen te vergemakkelijken, zijn begeleidingsmaatregelen nodig. Als maategel worden onder andere houtwallen, ruigten of sloten toegepast. AANGELEGDE WEG Ten behoeve van de ontsluiting van geïsoleerde gebieden of het doortrekken van recreatieve routes worden nieuwe wegen aangelegd. POTENTIËLE NATUURONTWIKKELINGSLOCATIE BOS
34 Vanwege de geringe mogelijkheden voor het agrarisch gebruik van de afgesneden kavels, ontstaat een "resthoek". Door de "resthoek" met bos te beplanten zal het als één geheel ruimtelijk herkenbaar blijven, dat als rand het gebied van de Raasdorperweg omgeeft. <3f' Om extra sprongen in de hoogteligging van de autosnelweg op korte afstand van elkaar te voorkomen wordt voorgesteld de weg op een niveau in ophoging te houden. O /A o Vi.\ UK? Het talud van de weg, de geluidswallen en de sloot met natte oeverzone worden geïntegreerd als één geheel aangelegd. Hierdoor ontstaat een ecologisch waardevolle strook evenwijdig aan de autosnelweg. Door een ruime overbrugging kan de hoofdvaart met naastgelegen wegen en bebouwingslinten ononderbroken worden doorgezet. Hiermee wordt het belang van deze structurerende lijn in de Haarlemmermeer benadrukt. RW9 als omleiding om Badhoevedorp, word "los" van de omgeving vormgegeven. De weg wordt daartoe over de gehele omleiding in ophoging gehouden. Vanwege de functionele relatie met het onderliggende wegenpatroon van de "lob" Schiphol/Badhoevedorp wordt het aansluitingspunt langs deze weg geaccentueerd. Om te anticiperen op de zuidelijke uitbreiding van Badhoevedorp wordt de geluidswerende voorziening aan de noordkant van de weg geïntegreerd met het stedelijk gebied van Badhoevedorp vorm gegeven. t= O/fi! I / = i 'O*,0 m ">, % '*«"'T, V ^ Sfe Om het agrarisch grondgebruik in het gebied ten zuiden van Badhoevedorp te handhaven is een goede ontsluiting nodig. Het locale blokvormige basispatroon wordt zoveel mogelijk in stand gehouden en blijft ondanks de doorsnijding van nieuwe infrastructuur richtinggevend voor de inrichting van dit gebied. Ten behoeve van de overzichtelijkheid van het knooppunt Badhoevedorp en ter voorkoming van extra sprongen in de hoogteligging van RW9, wordt voorgesteld de Schipholweg onderlangs het knooppunt Badhoevedorp te traceren en RW9 in hoge ligging te houden. SlÊimi.afiSü! Jp yi CCDI, /^gfiüwl/iiiiiiiiiihiiii i= i = '../ i I[ I fi i s = Ouii Y Om de wegen in het landelijke gebied van de Haarlemmermeer (Verlengde Westrandweg en RW4) zo veel mogelijk als een doorgaande lijn vorm te geven, die het omliggende gebied met zijn eigen technische logica doorsnijdt, wordt de weg zo "los" mogelijk van de omliggende patronen in de Haarlemmermeer vormgegeven. Hierdoor ontstaat een herkenbaar contrast tussen de autosnelweg en de omgeving. Hiervoor zijn de volgende middelen aan de weg voorgesteld: constante hoogteligging op maaiveld tussen de knooppunten met RW4 en RW9 (uitzondering vormt de kruising met de hoofdvaart). constant dwarsprofiel waarin een brede sloot met natte oeverzone over de totale lengte van de weg is opgenomen om de "losse" ligging te onderstrepen. In het omliggende gebied wordt ten behoeve van het agrarisch gebruik het blokvormige basispatroon van wegen en waterlopen in stand gehouden. Door de hoogteligging van de autosnelwegen in het landelijk gebied van de Haarlemmermeer op maaiveld te houden en de opgaande elementen langs de autosnelwegen te beperken tot uitsluitend technische voorzieningen, nodig voor het functioneren van de weg, blijven deze wegen ruimtelijk ondergeschikt aan de ruimtelijke opbouw van het landelijk gebied en blijft het open karakter van de Haarlemmermeer zoveel mogelijk gehandhaafd. Door vanaf het knooppunt RW4 in tunnelbak omlaag te leiden naar de tunnel onder de startbaan, kan het viaduct van de Verlengde Westrandweg op maaiveld worden gehouden. Het knooppunt is hierdoor visueel minder dominant in de Haarlemmermeer. Om het agrarisch grondgebruik in de "restruimte" tussen de autosnelweg en de Zwanenburgbaan te handhaven is een goede ontsluiting van dit gebied noodzakelijk. V &sv; \ ". * alternatief middenwest IIIA kaartbijlage 17 De wegen en waterlopen zijn door middel van onderdoorgangen in stand gehouden. Hierdoor wordt de barrière van de doorsnijding verminderd en isolatie van het gebied langs de startbaan tegengegaan. De continuïteit in hoogteligging van de autosnelweg wordt niet door deze onderdoorgangen onderbroken. Ten behoeve van het ecologisch functioneren moeten de onderdoorgangen ruimer dan verkeerskundig noodzakelijk is, worden uitgevoerd. Omdat de ruimtelijke ontwikkeling en de opbouw van de stedelijke "lob" Schiphol/Badhoevedorp sterk samenhangt met de aansluitingspunten van RW4, wordt RW4 als een "dragende lijn" vormgegeven. Dit wordt bereikt door de aansluitingspunten sterk te accentueren en in vormgeving aan te sluiten op de ruimtelijke opbouw van de omgeving, op gedeelten dat de "lob" wordt doorsneden,
35 Vanwege de geringe mogelijkheden voor het agrarisch gebruik van de afgesneden kavels, ontstaat een "resthoek". Door de "resthoek" met bos te beplanten zal het als één geheel ruimtelijk herkenbaar blijven, dat als rand het gebied van de Raasdorperweg omgeeft. Om extra sprongen in de hoogteligging van de autosnelweg op korte afstand van elkaar te voorkomen wordt voorgesteld de weg op een niveau in ophoging te houden. Het talud van de weg, de geluidswallen en de sloot met natte oeverzone worden geïntegreerd als één geheel aangelegd. Hierdoor ontstaat een ecologisch waardevolle strook evenwijdig aan de autosnelweg. Door een ruime overbrugging kan de hoofdvaart met naastgelegen wegen en bebouwingslinten ononderbroken worden doorgezet. Hiermee wordt het belang van deze structurerende lijn in de Haarlemmermeer benadrukt. Omdat RW9 de ruimtelijke opbouw van Badhoevedorp doorsnijdt zonder die in sterke mate te beïnvloeden, wordt deze weg "los" van zijn directe omgeving vorm gegeven. Hiertoe wordt het dwarsprofiel van de weg constant gehouden over de totale lengte van de doorsnijding. Vormmiddelen zijn: de constant hoge ligging ten opzichte van de omgeving, zodat het locale verkeer onbelemmerd RW9 kan kruisen; het rechte tracé dat niet reageert op locale patronen; geluidsschermen aan weerszijden van de weg die het omliggende gebied gedeeltelijk afschermen, waardoor het zicht tot de weg wordt beperkt. Het aansluitingspunt wordt geaccentueerd vanwege de'functionele relatie van de weg met het onderliggende wegenpatroon, Om het agrarisch grondgebruik in het gebied ten zuiden van Badhoevedorp te handhaven is een goede ontsluiting nodig. Het locale blokvormige basispatroon wordt zoveel mogelijk in stand gehouden en blijft ondanks de doorsnijding van nieuwe infrastructuur richtinggevend voor de inrichting van dit gebied. Omdat de ruimtelijke ontwikkeling en de opbouw van de stedelijke "lob" Schiphol/Badhoevedorp sterk samenhangt met RW4 en zijn aansluitingspunten, wordt RW4 als een "dragende lijn" vormgegeven. Dit wordt met de volgende middelen bereikt: het accentueren van de aansluitingspunten, waarbij de vormgeving aansluit op de ruimtelijke opbouw van de omgeving; het toepassen van een breed dwarsprofiel, waardoor de weg als een lintvormige brede open zone tussen de stedelijke bebouwing herkenbaar is. Door de brede maten van RW4 en doordat deze weg niet van zijn omgeving wordt afgeschermd, is een goede oriëntatie vanaf de weg om de omgeving mogelijk. Om de Verlengde Westrandweg zo veel mogelijk als een doorgaande lijn vorm te geven, die het omliggende gebied met zijn eigen technische logica doorsnijdt, wordt de weg zo "los" mogelijk van de omliggende patronen in de Haarlemmermeer vormgegeven. Hierdoor ontstaat een herkenbaar contrast tussen de autosnelweg en de omgeving. Hiervoor zijn de volgende middelen aan de weg voorgesteld: constante hoogteligging op maaiveld tussen de knooppunten met RW4 en RW9 (uitzondering vormt de kruising met de hoofdvaart). constant dwarsprofiel waarin een brede sloot met natte oeverzone over de totale lengte van de weg is opgenomen om de "losse" ligging te onderstrepen. In het omliggende gebied wordt ten behoeve van het agrarisch gebruik het blokvormige basispatroon van wegen en waterlopen in stand gehouden. Door de hoogteligging van de autosnelwegen in het landelijk gebied van de Haarlemmermeer op maaiveld te houden en de opgaande elementen langs de autosnelwegen te beperken tot uitsluitend technische voorzieningen, nodig voor het functioneren van de weg, blijven deze wegen ruimtelijk ondergeschikt aan de ruimtelijke opbouw van het landelijk gebied en blijft het open karakter van de Haarlemmermeer zoveel mogelijk gehandhaafd. Om het agrarisch grondgebruik in de "restruimte" tussen de autosnelweg en de Zwanenburgbaan te handhaven is een goede ontsluiting van dit gebied noodzakelijk. / /. : / $. $ > \ ~ \./ * * J.t '. T * alternatief midden HA kaartbijlage 18 Het locale blokvormige basispatroon van wegen en waterlopen kan door middel van de aanleg van onderdoorgangen blijven functioneren. Hierdoor wordt de barrière van de doorsnijding verminderd en isolatie van het gebied langs de Zwanenburgbaan tegengegaan. De continuïteit in hoogteligging van de autosnelweg wordt niet door deze onderdoorgangen onderbroken. Ten behoeve van het ecologisch functioneren moeten de onderdoorgangen ruimer dan verkeerskundig noodzakelijk is worden uitgevoerd, De knooppunten tussen de snelwegen krijgen een eigen vormgeving die afwijkt van de omgeving. Vanwege de korte afstand tussen knooppunt en het markante zuidelijke aansluitingspunt, dat grotendeels wordt omgeven door akkers, worden beide als één geheel vormgegeven. Ze vormen het beginpunt van het wegennet om Amsterdam.
36 Vanwege de geringe mogelijkheden voor het agrarisch gebruik van de afgesneden kavels, ontstaat een "resthoek". Door de "resthoek" met bos te beplanten zal het als één geheel ruimtelijk herkenbaar blijven, dat als rand het gebied van de Raasdorperweg omgeeft, Om extra sprongen in de hoogteligging van de autosnelweg op korte afstand van elkaar te voorkomen wordt voorgesteld de weg op één niveau in ophoging te houden. Het talud van de weg, de geluidswallen en de sloot met natte oeverzone worden geïntegreerd als één geheel aangelegd. Hierdoor ontstaat een ecologisch waardevolle strook evenwijdig aan de autosnelweg. Door een ruime overbrugging kan de hoofdvaart met naastgelegen wegen en bebouwingslinten ononderbroken worden doorgezet. Hiermee wordt het belang van deze structurerende lijn in de Haarlemmermeer benadrukt. RW9 als omleiding om Badhoevedorp, wordt "los" van de omgeving vormgegeven. De weg wordt daartoe over de gehele omleiding in ophoging gehouden. Vanwege de functionele relatie met het onderliggende wegenpatroon van de "lob" Schiphol/ Badhoevedorp wordt het aansluitingspunt langs deze weg geaccentueerd. Om te anticiperen op de zuidelijke uitbreiding van Badhoevedorp wordt de geluidswerende voorziening aan de noordkant van de weg geïntegreerd met het stedelijk gebied van Badhoevedorp vorm gegeven. Om het agrarisch grondgebruik in het gebied ten zuiden van Badhoevedorp te handhaven is een goede ontsluiting nodig. Het locale blokvormige basispatroon wordt zoveel mogelijk in stand gehouden en blijft ondanks de doorsnijding van nieuwe infrastructuur richtinggevend voor de inrichting van dit gebied. Ten behoeve van de overzichtelijkheid van het knooppunt Badhoevedorp en ter voorkoming van extra sprongen in de hoogteligging van RW9, wordt voorgesteld de Schipholweg onderlangs het knooppunt Badhoevedorp te traceren en RW9 in hoge ligging te houden, Omdat de ruimtelijke ontwikkeling en de opbouw van de stedelijke "lob" Schiphol/Badhoevedorp sterk samenhangt met RW4 en zijn aansluitingspunten, wordt RW4 als een "dragende lijn" vormgegeven. Dit wordt met de volgende middelen bereikt: het accentueren van de aansluitingspunten, waarbij de vormgeving aansluit op de ruimtelijke opbouw van de omgeving; het toepassen van een breed dwarsprofiel, waardoor de weg als een lintvormige brede open zone tussen de stedelijke bebouwing herkenbaar is. Door de brede maten van RW4 en doordat deze weg niet van zijn omgeving wordt afgeschermd, is een goede oriëntatie vanaf de weg op de omgeving mogelijk. Om de Verlengde Westrandweg zo veel mogelijk als een doorgaande lijn vorm te geven, die het omliggende gebied met zijn eigen technische logica doorsnijdt, wordt de weg zo "los" mogelijk van de omliggende patronen in de Haarlemmermeer vormgegeven. Hierdoor ontstaat een herkenbaar contrast tussen de autosnelweg en de omgeving. Hiervoor zijn de volgende middelen aan de weg voorgesteld: constante hoogteligging op maaiveld tussen de knooppunten met RW4 en RW9 (uitzondering vormt de kruising met de hoofdvaart). constant dwarsprofiel waarin een brede sloot met natte oeverzone over de totale lengte van de weg is opgenomen om de "losse" ligging te onderstrepen. In het omliggende gebied wordt ten behoeve van het agrarisch gebruik het blokvormige basispatroon van wegen en waterlopen in stand gehouden. Door de hoogteligging van de autosnelwegen in het landelijk gebied van de Haarlemmermeer op maaiveld te houden en de opgaande elementen langs de autosnelwegen te beperken tot uitsluitend technische voorzieningen, nodig voor het functioneren van de weg, blijven deze wegen ruimtelijk ondergeschikt aan de ruimtelijke opbouw van het landelijk gebied en blijft het open karakter van de Haarlemmermeer zoveel mogelijk gehandhaafd. alternatief midden MIA kaartbijlage 18 Om het agrarisch grondgebruik in de "restruimte" tussen de autosnelweg en de Zwanenburgbaan te handhaven is een goede ontsluiting van dit gebied noodzakelijk. Het locale blokvormige basispatroon van wegen en waterlopen kan door middel van de aanleg van onderdoorgangen blijven functioneren. Hierdoor wordt de barrière van de doorsnijding verminderd en isolatie van het gebied langs de Zwanenburgbaan tegengegaan, De continuïteit in hoogteligging van de autosnelweg wordt niet door deze onderdoorgangen onderbroken. Ten behoeve van het ecologisch functioneren moeten de onderdoorgangen ruimer dan verkeerskundig noodzakelijk is, worden uitgevoerd. De knooppunten tussen de snelwegen krijgen een eigen vormgeving die afwijkt van de omgeving. Vanwege de korte afstand tussen knooppunt en het markante zuidelijke aansluitingspunt, dat grotendeels wordt omgeven door akkers, worden beide als één geheel vormgegeven. Ze vormen het beainpunt van het weaennet om Amsterdam.
Notitie Vergelijking Plateau- en Klagenfurtalternatief Rijksweg 74 ten aanzien van luchtkwaliteit
Notitie Vergelijking Plateau- en lagenfurt RWS Limburg juli 2007 1 1. Samenvatting en conclusies Rijkswaterstaat heeft in samenwerking met TNO de effecten in en rond Venlo van Rijksweg 74 op luchtkwaliteit
Nadere informatieProvinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1
Provinciale weg N231 Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit Afdeling Openbare Werken/VROM drs. M.P. Woerden ir. H.M. van de Wiel Januari 2006 Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en
Nadere informatieA13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied West. Februari 2015
A13/A16 ROTTERDAM Toelichting Deelgebied West Februari 2015 TOELICHTING DEELGEBIED WEST Het gebied Het deelgebied West ligt binnen de gemeente Rotterdam. De A13/A16 sluit door middel van een (hoog) dijklichaam
Nadere informatiede Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde
De Kortsluitroute Een onderdeel van het project Betuweroute is het aanleggen van de Kortsluitroute. Dit nieuw aan te leggen spoortracé verbindt de Havenspoorlijn met de Betuweroute (hier ook wel de verlegde
Nadere informatieA13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied Terbregseveld. Februari 2015
A13/A16 ROTTERDAM Toelichting Deelgebied Terbregseveld Februari 2015 TOELICHTING DEELGEBIED TERBREGSEVELD Het gebied Het Terbregseveld ligt binnen de gemeente Rotterdam en is globaal begrensd door de Rotte
Nadere informatieEmissieontwikkeling op onderliggend wegennet ten gevolge van realisatie Tweede Coentunnel en Westrandweg
Notitie Laan van Westenenk 501 Postbus 342 7300 AH Apeldoorn Aan RWS Noord Holland ir. E. Tenkink Van Ir. P.W.H.G. Coenen Kopie aan www.tno.nl T 055 549 34 93 F 055 541 98 37 Onderwerp Emissie ontwikkeling
Nadere informatie6.4 DEELGEBIED 4: STEDELIJK GEBIED. ^ President Rooseveltweg. ^ Viaduct van de Hoofdweg. ^ Fietstunneltje onder oprit A16
6.4 DEELGEBIED 4: STEDELIJK GEBIED RUIMTELIJKE BESCHRIJVING INPASSING Het deelgebied Stedelijk gebied loopt vanaf de tunneltoerit bij de Rotte tot aan de bestaande A16. Het bevat de volgende trajecten:
Nadere informatieTracébesluit SAA Aanvullende beschouwing Externe veiligheid
Notitie Datum 30 mei 2012 Kenmerk N001-1207995RTG-pws-V02-NL Tracébesluit SAA Aanvullende beschouwing Externe veiligheid 1 Inleiding Het Tracébesluit Weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere (2011) heeft
Nadere informatieOntwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op
PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-
Nadere informatieHoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?
Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid
Nadere informatie24 uurgemiddelden, mag max. 35 maal per kalenderjaar overschreden worden
Logo MEMO Aan : Rob Kramer, DHV Van : Harrie van Lieshout, Alex Bouthoorn, DHV Dossier : BA6360-101-100 Project : N219A Nieuwerkerk a/d IJssel Betreft : Toets luchtkwaliteit Ons kenmerk : HL.BA6360.M02,
Nadere informatieUitwerking landschapsplan. Landschapsplan A13/A16 Rotterdam Versie F mei 2015
6. Uitwerking landschapsplan Landschapsplan A13/A16 Rotterdam Versie F mei 2015 69 Deelgebied 2: Intermezzo Detail aansluiting Ankie Verbeek-Ohrlaan Deelgebied 1: Polder Deelgebied 3: Bos en Rotte Detail
Nadere informatieVoorkeursschetsontwerp traverse Lemmer
Bylage 4 Voorkeursschetsontwerp traverse Lemmer Uit de verkeersstudie naar de Rondweg Lemmer (uitgevoerd in 2009/2010) is een voorkeursschetsontwerp naar voren gekomen. Dit ontwerp bestaat in hoofdlijnen
Nadere informatieabcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus LP DEN HAAG Geachte heer Huls,
abcdefgh Aan Provincie Zuid-Holland t.a.v. de voorzitter van de adviescommissie IODS de heer M. Huls Postbus 90602 2509 LP DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 16 juni 2006 Ons kenmerk DGP/WV/u.06.01301
Nadere informatieReconnecting Rotterdam Port Samenvatting
Reconnecting Rotterdam Port Samenvatting Aart de Koning, april 2010 De aanleiding: de concurrentiepositie van de haven van Rotterdam staat onder druk De haven van Rotterdam is altijd sterk verankerd geweest
Nadere informatieKracht van Utrecht. De ladder van Verdaas Trede 5. Beter benutten bestaande infra: Opties voor binnen de bak van Amelisweerd
Kracht van Utrecht De ladder van Verdaas Trede 5 Beter benutten bestaande infra: Opties voor binnen de bak van Amelisweerd MER 2 de fase en Kosten-Baten-Analyse-Aspecten Ir. Jan Fransen Drs. Jan Morren
Nadere informatieLarserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse
Larserknoop Lelystad Verkeerskundige analyse projectnr. 196305 revisie 3 23 maart 2010 Opdrachtgever Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB LELYSTAD datum vrijgave beschrijving revisie goedkeuring vrijgave
Nadere informatieRuimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree
Ruimtelijke onderbouwing Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree 16-08-2011 1. Inleiding Algemeen De heer Wijnen heeft het verzoek gedaan om een loods op het perceel
Nadere informatiePlanstudie A27/A1. Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010)
Planstudie A27/A1 Informatieavonden in: Hollandsche Rading (26 april 2010) Groenekan (27 april 2010) Maartensdijk (15 juni 2010) Een samenwerkingsverband dat werkt aan oplossingen voor de mobiliteitsproblematiek
Nadere informatieInformatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie
Informatiemap m.e.r. Sloeweg (N62) Resultaten van de haalbaarheidsstudie Inhoud Deel I Achtergronden... 3 Waarom deze m.e.r.-studie?... 3 Wat zijn de knelpunten op de Sloeweg?... 3 Welke stappen zijn
Nadere informatieNotitie. blad 1 van 8
Notitie datum 14 april 2017 aan Williard van der Sluis Rijkswaterstaat van Hans van Herwijnen Antea Group kopie Marijke Visser Antea Group project Corridor Amsterdam-Hoorn projectnr. 0410260.00 Notitie
Nadere informatieVerkeersintensiteiten, verkeersveiligheid en Oosterdalfsersteeg
Deventer Den Haag Eindhoven Snipperlingsdijk 4 Verheeskade 197 Flight Forum 92-94 7417 BJ Deventer 2521 DD Den Haag 5657 DC Eindhoven T +31 (0)570 666 222 F +31 (0)570 666 888 Leeuwarden Amsterdam Postbus
Nadere informatie6 Vormgeving. 6.1 Wegbeeld. Wegbeeld A20. Naturel en neutraal. Wegbeeld A15
6 Vormgeving 6.1 Wegbeeld Het wegbeeld omvat alle zaken die onderdeel zijn van het functionele systeem van de snelweg, dat wil zeggen de weg zelf en de weginrichting. ls algemeen uitgangspunt geldt dat
Nadere informatie6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279)
6. Kansen en Bedreigingen (verbreding N279) 6.1 Inleiding De N279 en de naastgelegen Zuid-Willemsvaart zijn een sterk lijnelement dat het landschap doorsnijdt. Opwaardering is niet alleen negatief maar
Nadere informatieGooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen
22 april 199797-000527 concept-nota Hoofdlijnen ruimtelijk beleid regio Gooi en Vechtstreek Gooi en Vechtstreek: Meer ruimte voor bedrijventerreinen, overleg met ondernemersverenigingen Het bebouwde deel
Nadere informatie1 Inleiding. Notitie / Memo
Notitie / Memo HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Landschappelijke onderbouwing plaatsing geluidschermen A1 Apeldoorn Datum: 9 mei 2017 Ons kenmerk: T&PBD2624N002F0.1 Classificatie:
Nadere informatiePresentatie SAA-project A9BAHO. Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen. 27 september Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS. Inhoud presentatie
Presentatie SAA-project A9BAHO Bedrijvenbijeenkomst Breikers Amstelveen 27 september 2018 Kees Abrahamse Omgevingsmanager RWS HB3600750 28-9-2018 Inhoud presentatie Voorgeschiedenis programma Schiphol-Amsterdam-Almere
Nadere informatieWoon-werkverkeer drijvende kracht achter groei mobiliteit
Samenvatting De economische crisis heeft vorig jaar uiteenlopende effecten gehad op het verkeer vervoer in Nederland. Door de invloed van internationale ontwikkelingen was het effect van de crisis op het
Nadere informatie1. Aanleiding NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE
NOTITIE VARIANTEN FIETSPAD BERKELSEDIJKJE 1. Aanleiding Op 31 maart 2016 heeft de gemeenteraad op basis van de herziening van het Mobiliteitsplan besloten om een nadere studie te doen naar de positie van
Nadere informatieBijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011
Logo Bijlage 10 Watertoets A2 s-hertogenbosch Eindhoven, februari 2011 Ten behoeve van de watertoets voor de verbreding van de A2 s-hertogenbosch - Eindhoven is gezocht naar mogelijkheden om water te infiltreren,
Nadere informatieLuchtkwaliteit langs de N208 bij Hillegom
CE CE Oplossingen voor Oplossingen milieu, economie voor milieu, en technologie economie en technologie Oude Delft 180 Oude Delft 180 2611 HH Delft 2611 HH Delft tel: tel: 015 015 2 150 2 150 150 150 fax:
Nadere informatieHet Gooi Blik op en door het Gooi
Het Gooi 2020 Blik op en door het Gooi A1 - Het gooi Amsterdam den haag A27 A2 A1 utrecht ROTTERDAM De A1 door het Gooi is een onderdeel van de toegangswegen tot de Randstad. Met het oog op de toekomst
Nadere informatieBijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2
Bijlage B: Ontwerp-tracébesluit A7/N7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum mei 2013 Inhoud 1 Beschrijving gehanteerde verkeersmodel 3 1.1 Het Nederlands
Nadere informatieWat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu?
Wat is er tot nu toe gedaan en waar staan we nu? In 2013 is de planstudie voor het project Duinpolderweg gestart. Na een tussenstap in 2015 en 2016 hebben de provincies Noord- en Zuid-Holland onlangs besloten
Nadere informatieSamenvatting MER Aanpassing Marathonweg
Samenvatting MER Aanpassing Marathonweg Achtergrond De Marathonweg in Vlaardingen vormt de verbinding tussen de A20, afslag 8 Vlaardingen West, en de zuidkant van Vlaardingen (industriegebied Rivierzone)
Nadere informatieBijlage E: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen
Rijkswaterstaat Noord-Holland Bijlage E: Uitgangspunten van de verkeersberekeningen Datum 20 mei 2011 RW1664-142-10/dijw/027 Definitief Kenmerk Eerste versie Inleiding De prognoses voor het project OTB
Nadere informatieBijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel
Bijlage 11 Algemene beschrijving verkeersmodel Wat is een verkeersmodel? Een verkeersmodel is een model dat inzicht geeft in huidige en/of toekomstige verkeersen vervoerstromen. Een verkeersmodel wordt
Nadere informatieSamenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda
Samenvatting Notitie reikwijdte en detailniveau MIRT Verkenning A20 Nieuwerkerk aan den IJssel Gouda Deze samenvatting bevat de hoofdlijn van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) van de MIRT Verkenning
Nadere informatieMaastricht raakt de liftersplaats kwijt!?
Maastricht raakt de liftersplaats kwijt!? Ing. Frank Verhart St Antoniusbank 42F 6268 NP Bemelen 043 407 2770 fverhart@hotmail.com Voorgenomen ontwikkeling De gemeente Maastricht en Rijkswaterstaat directie
Nadere informatieBetere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen. Startnotitie
Betere bereikbaarheid door een robuust wegennetwerk in de regio Arnhem-Nijmegen Startnotitie Het probleem Er is een bereikbaarheidsprobleem in de regio Arnhem Nijmegen na 2020. Het Rijk, de provincie en
Nadere informatieBijlage I Verklarende woordenlijst
Bijlage I Verklarende woordenlijst Aansluiting De plaats waar een weg van het onderliggend wegennet aansluit op een weg van het hoofdwegennet. Door middel van toe- en afritten van de aansluiting kan de
Nadere informatieOntwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp
Tracébesluit omleggingomlegging Ontwerp-Tracébesluit A9 Badhoevedorp Toelichting IV 3837890 RE138 voorpl Bijlage K.indd 1 RWS-voorkant-nieuw.indd 5 30-05-2011 12:25:39 13-04-12 15:01 Tracébesluit omlegging
Nadere informatieVERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN
VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN VERKEERSKUNDIGE TOETS NIEUW GEMEENTEHUIS LEIDERDORP VERKEERSGENERATIE, VERKEERSAFWIKKELING EN PARKEREN
Nadere informatie"Administratieve herziening Hoogspanningsleiding"
Bestemmingsplan "Administratieve herziening Hoogspanningsleiding" Inhoud. Toelichting Regels Kaart nr. 090207 Procedure. Kennisgeving voorbereiden bestemmingsplan Gepubliceerd d.d. : 10 december 2009 Ontwerpbestemmingsplan
Nadere informatieOMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie. 2 Uitgangspunten verkeersmodel Lelystad
Oranjewoud Ruimte en Mobiliteit OMALA-gebied Lelystad: Verkeersmodelstudie Uitgangspuntennotitie Datum 23 november 2009 OJW100/Gsa/0674 Kenmerk Eerste versie 1 Inleiding Oranjewoud Ruimte & Mobiliteit
Nadere informatieSamenvatting onderzoeken variant 7 en 7B
De volgende onderzoeken zijn uitgevoerd: Verkeerstechnisch (tekeningen) Verkeerskundig (verkeersmodellen) Kostenramingen Geluidberekeningen Strategische Milieu Beoordeling Maatschappelijke Kosten Baten
Nadere informatieHoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven?
Hoe gebeurt de beoordeling van de verschillende alternatieven? De beoordeling voor de discipline MENS-MOBILITEIT gebeurde op vlak van de doelstellingen van het MASTERPLAN 2020: verbeteren van de bereikbaarheid
Nadere informatieBijlage 1. Herkomstbestemmingrelaties. Goudappel Coffeng
Bijlage 1. Herkomstbestemmingrelaties uit model Goudappel Coffeng Operationeel verkeersmanagement Zuid Kennemerland 5 mei 2011 H-B relaties Zuid Kennemerland 2008 2-uurs matrices voor OS (7-9) en AS (16-18)
Nadere informatieSamenvatting onderzoeken variant 7
De volgende onderzoeken zijn uitgevoerd: Verkeerstechnisch (tekeningen) Verkeerskundig (verkeersmodellen) Kostenramingen Geluidberekeningen Strategische Milieu Beoordeling Maatschappelijke Kosten Baten
Nadere informatieOp grond van artikel 28 uit het Besluit luchtkwaliteit (Stb. 2001, 269) bieden wij U hierbij aan de provinciale rapportage Luchtkwaliteit 2003.
Bezoekadres Houtplein 33 Het Ministerie van Volksgezondheid, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer T.a.v. de Staatssecretaris P.L.B.A. van Geel Postbus 20951 2500 EX DEN HAAG Haarlem Postadres Postbus 3007
Nadere informatieMER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid
MER WoL Noord-Holland Nadere toelichting effecten geluid projectnr. 268346 versie 1,0 30 oktober 2014 Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Postbus 3007 2001 DA HAARLEM datum vrijgave beschrijving versie
Nadere informatieL. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit
L. Indicatieve effecten Luchtkwaliteit 73 Bijlage L Indicatieve bepaling effect alternatieven N 377 op luchtkwaliteit Inleiding De provincie Overijssel is voornemens de N 377 Lichtmis Slagharen (verder
Nadere informatieTunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg
abcdefgh Rijkswaterstaat Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt Muiderberg Een beschrijving van de problemen en de mogelijke oplossingen 28 maart 2006 abcdefgh Rijkswaterstaat Tunnelmond A6/A9 nabij knooppunt
Nadere informatieCommentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009)
Commentaar bij het Onderzoeksrapport Tussenfase Planstudie Ring Utrecht (Twijnstra&Gudde, november 2009) Op 3 juli 2009 heeft de Tweede Kamer een motie aangenomen over De Kracht van Utrecht. Deze luidde
Nadere informatie: De heer Johan Meirink (Gemeente Aa en Hunze)
Notitie HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. PLANNING & STRATEGY Aan : De heer Johan Meirink () Van : Andries van der Veen, Gert de Haas (Royal HaskoningDHV) : 21 mei 2013 Kopie : - Onze referentie : BC3527/N001/902339/Nijm
Nadere informatieAmbtelijk advies. 1. Baardwijkse overlaat
Ambtelijk advies 1. Baardwijkse overlaat Voor de Baardwijkse overlaat is het ambtelijk advies aan de Stuurgroep GOL om variant A (voorkeursvariant NRD) en variant C (nr. 369) beide mee te nemen in de MER.
Nadere informatieN207 Passage Leimuiden. Samenwerken aan een gedragen oplossing
N207 Passage Leimuiden Samenwerken aan een gedragen oplossing Inhoud presentatie Corridorstudie N207 en maatregelen N207 N207 Passage Leimuiden Proces Varianten, verkeerseffecten Varianten, technische
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieInspreekreactie Commissievergadering MF
Inspreekreactie Commissievergadering MF Onderwerp: Structuurvisie ruimtelijke ordening deel d BrainportOost (PS 24/11) Noordoostcorridor Stichting Dorpsplatform Aarle-Rixtel Pieter Verschuuren Voorzitter
Nadere informatieProjectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie
Drachten Ureterp 1 2 Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie 3 4 Donkerbroek 5 Oosterwolde Appelscha Projectnota/MER N381 Drachten - Drentse grens Oplegnotitie Datum: 1 augustus 2003
Nadere informatieProjectinformatie. Kruisweg 459. Rozenburg (NH)
Projectinformatie Kruisweg 459 Rozenburg (NH) VRIJBLIJVENDE PROJECTINFORMATIE Object Te koop, perceelgrond met verharding gelegen aan de Kruisweg 459 te Rozenburg. Locatie Rozenburg is een dorp in de gemeente
Nadere informatieTracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere. I Besluit
Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere I Besluit Pagina 4 van 42 Inhoud I Tracébesluit II Bijlagen III Tracékaarten IV Toelichting Pagina 5 van 42 I Tracébesluit weguitbreiding Schiphol-Amsterdam-Almere
Nadere informatieMinisterie van Verkeer en Waterstaat. Directoraat-Ceneraal Rijkswaterstaat. Directie Oost-Nederland. Bibliotheek. Nr.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Ceneraal Rijkswaterstaat Directie Oost-Nederland Bibliotheek Nr.WE1410-131/VII ON PI : ig NOTA betr. Aannames m.b.t. de ontwikkeling van de verkeersveiligheid
Nadere informatieWat ging vooraf? Dit is gedaan aan de hand van het beoordelingskader uit de NRD (zie hiernaast).
Proces en procedure Wat ging vooraf? Na de publicatie van de Notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) in december 2017 zijn: Wegontwerpen gemaakt van de alternatieven Smart Mobility-maatregelen vertaald
Nadere informatieGVP Hilvarenbeek
GVP Hilvarenbeek 2013-2022 Werkdocument 2 Studie randwegen kern Hilvarenbeek Hilvarenbeek 21 maart 2013 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 1.1 AANLEIDING... 3 1.2 RANDWEG DIESSEN... 3 1.3 RANDWEGEN HILVARENBEEK...
Nadere informatiePHS Meteren-Boxtel tracédeel Boog Meteren
Project Meteren-Boxtel Goederentreinen tussen Rotterdam en Venlo gaan via de tot Meteren rijden. Vanaf Meteren rijden de goederentreinen verder via s-hertogenbosch en Boxtel. Zij zullen dus niet meer over
Nadere informatieResultaten Enquête Campagne verbetering regionale wegen (TNS-NIPO in opdracht van Bouwend Nederland )
Enquête Campagne verbetering regionale wegen (TNS-NIPO in opdracht van Bouwend Nederland ) Zoetermeer, februari 12 Algemeen Decentrale overheden (provincies, waterschappen en gemeenten) zijn samen verantwoordelijk
Nadere informatieTracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011
Tracéstudie A2 Ladonk Kapelweg (TALK) 8 september 2011 Programma opening en welkom door wethouder Van der Zanden toelichting door projectleider van Duren pauze en gelegenheid voor vragen beantwoording
Nadere informatieArbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012
Arbeidsmarktprognoses Noord-Holland 2012 t.b.v. Monitor Arbeidsmarkt en Onderwijs Provincie Noord-Holland IJmuiden, 23 november 2012 Arjan Heyma www.seo.nl - secretariaat@seo.nl - +31 20 525 1630 Belangrijkste
Nadere informatiePlan van Milieudefensie Bouwen aan een Groene Metropool
Plan van Milieudefensie Bouwen aan een Groene Metropool Kosten en effecten Notitie Delft, mei 2011 Opgesteld door: C.E.P. (Ewout) Dönszelmann A. (Arno) Schroten 2 Mei 2011 4.448.1 - Plan van Milieudefensie
Nadere informatiePage 1 of 1. Van: Martin Kroon Verzonden: dinsdag 21 mei :42 Aan: Duizer, BM. Geachte heer Duizer,
Page 1 of 1 - Van : namens Statengriffie Onderwerp: FW: omrij-effecten opheffing aansluiting Leiden-Zuid Bijlagen: Omrij-effecten Maaldrift Compact.docx Van: Martin Kroon [mailto:mc.kroon@hetnet.nl] Verzonden:
Nadere informatieModule: Ontbrekende schakel in netwerk
Module: Ontbrekende schakel in netwerk Invullen In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Investeringen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie
Nadere informatieNotitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst
Projectbureau ViA15 Datum: 22 oktober 2008 Notitie Hoe verhoudt de Gebiedsvisie A15-A12 zich tot de afspraken in de bestuursovereenkomst Op 28 augustus 2008 heeft projectbureau ViA15 formeel de met erratum
Nadere informatieEffecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland
Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.
Nadere informatieS. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek. Aan de leden van Provinciale Staten
S. Jansen (PVV) (d.d. 5 januari 2012) Nummer 2595 Onderwerp Bereikbaarheid Bollenstreek Aan de leden van Provinciale Staten Toelichting vragensteller In het Haarlems Dagblad d.d. 20 december 2011 uitten
Nadere informatieSecond opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere
CPB Notitie Datum : 26 januari 2007 Aan : Ministerie van Verkeer en Waterstaat (DG Personenvervoer) Second opinion op de nieuwe kosten-batenanalyse Schiphol-Amsterdam-Almere Samenvatting Rijkswaterstaat
Nadere informatieVerkeersonderzoek. Kenmerken advies: www.meldpunt veiligverkeer.nl. Naam dossier: D1509 1512 3044 0384. Locatie: Gemeente Zwolle: Havezathenallee
Verkeersonderzoek www.meldpunt veiligverkeer.nl Kenmerken advies: Naam dossier: D1509 1512 3044 0384 Locatie: Gemeente Zwolle: Havezathenallee Datum uitgifte advies: Oversteekbaarheid fietsers en voetgangers
Nadere informatieTracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek. Zuid West. Definitief
Zuid West Definitief Tracé-alternatieven ten behoeve van het milieueffectonderzoek De minister van Economische Zaken en VROM werken samen met Tennet TSO B.V. aan de Zuid-West 80 kv-verbinding. Definitief
Nadere informatieBijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag
Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID
Nadere informatieBestemmingsplan. Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss bijlage 11 bij toelichting. Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008
Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - Oss - 2013 bijlage 11 bij toelichting Onderzoek ontsluiting Vorstengrafdonk december 2008 Bestemmingsplan Bedrijventerrein Vorstengrafdonk - 2013 bijlage
Nadere informatieFinancieel-economische haalbaarheid
Z33-f71 In twee voorgaande brochures is informatie gegeven over het lopende onderzoek naar een verbinding van de Twenthekanalen met het Duitse Mittellandkanaal. De Duits-Nederlandse haalbaarheidsstudie
Nadere informatieModule: Aanpassing kruispunt
Module: Aanpassing kruispunt Invullen van de tool In de onderstaande tabel staat een toelichting op de in te vullen gegevens. Onderdeel Invoervariabelen Meerkosten beheer- en onderhoud Reductie reistijd
Nadere informatie: Projectteam N345 Rondweg De Hoven/Zutphen Datum : December 2016 : Nieuwe ontsluiting De Hoven op Kanonsdijk Zaaknummer :
NOTITIE Uitvoeren Werken Van : Projectteam N345 Rondweg De Hoven/Zutphen Datum : December 2016 Betreft : Nieuwe ontsluiting De Hoven op Kanonsdijk Zaaknummer : 2011-017681 Inleiding De provinciale weg
Nadere informatieA28 Hoevelaken - Holkerveen
Geluid en luchtkwaliteit A28 Hoevelaken - Holkerveen Twee problemen: Geluidhinder Grotere geluidsbelasting ineens sinds de komst van het Vathorst scherm en vrees voor een grotere geluidsbelasting bij Corlaer
Nadere informatieGemeente Woerden, Wethouder M. Schreurs. Geluidsonderzoek Geluidswal Woerden. Geluidsonderzoek geluidswal. 1. Inleiding
Postadres Postbus 8613, 3503 RP Utrecht Telefoon 030-286 47 99 Fax 030-286 48 14 www.utrecht.nl Aan Onderwerp Gemeente Woerden, Wethouder M. Schreurs Geluidsonderzoek geluidswal Woerden Datum 24 januari
Nadere informatieRisicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp
Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp Opdrachtgever: Mv. K. Bakema gemeente De Marne Opgesteld door: P.P. van Lennep Datum: 14 oktober 2011
Nadere informatieHET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:
HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de
Nadere informatieAuteur. Opdrachtgever Gemeente Zaanstad Postbus GA Zaandam. W. van der Zweep. projectnr revisie oktober 2008
Luchtkwaliteitonderzoek Doortrekking A8-A9 Zaanstad Verkennend onderzoek naar de eventuele belemmering van bestemmingsplan Overhoeken op de doortrekking van de A8 projectnr. 172124 revisie 00 30 oktober
Nadere informatieGeluidhinder aan de oostkant van de A28
Geluidhinder aan de oostkant van de A28 1. Als gevolg van de plaatsing van het sscherm aan de west kant van de A28 hebben de bewoners aan de oostkant, vooral in Hoevelaken, erg veel last, ineens, van toegenomen
Nadere informatie28 oktober 2014 Corr.nr. 2014-42.108, WE Nummer 58/2014 Zaaknr. 510307
28 oktober 2014 Corr.nr. 2014-42.108, WE Nummer 58/2014 Zaaknr. 510307 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen voor het beschikbaar stellen van krediet ten behoeve van de
Nadere informatieBijlage A: Variantenbeschrijving
Bijlage A: Variantenbeschrijving 1 Variant A: Brug huidige locatie Figuur 1: Variant A Figuur 2: Ontwerptekening In deze variant wordt de nieuwe Steekterbrug op de bestaande locatie gerealiseerd (zie figuur
Nadere informatieExtra oefenopgaven Deel 1
1 BEREIKBAARHEID EN RUIMTELIJKE INTERACTIE Bereikbaarheid 1.1 De ooit geplande Rijksweg A3 Onderstaand schema geeft de Randstad weer met enkele kernen. In het originele Rijkswegenplan uit 1927 was ook
Nadere informatieOnderzocht zijn: de Hillegommervariant, de Oosteindervariant en de Bennebroekervariant.
OP DE GOEDE WEG Een zienswijze tevens zijnde pleitnota inzake de Planstudie Duinpolderweg voorheen de NOG ( Noordelijke Ontsluiting Greenport ) genoemd. In 2003 hebben de provincies Noord-en Zuid-Holland
Nadere informatieGemeente Woerden, Wethouder M. Schreurs. Geluidsonderzoek Geluidswal Woerden. Geluidsonderzoek geluidswal. 1. Inleiding
Projectbureau Leidsche Rijn Postadres Postbus 8613, 3503 RP Utrecht Telefoon 030-286 47 99 Fax 030-286 48 14 www.utrecht.nl Aan Onderwerp Gemeente Woerden, Wethouder M. Schreurs Geluidsonderzoek geluidswal
Nadere informatieApril Effecten van salderen tussen handhavingspunten
April 2006 Effecten van salderen tussen handhavingspunten Effecten van salderen tussen handhavingspunten Opdrachtgever Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat Generaal Transport en Luchtvaart
Nadere informatieVerkennend onderzoek HOV SOOMR
Verkennend onderzoek HOV SOOMR Hoogwaardig Openbaar Vervoer Schiphol Oost Oude Meer Schiphol Rijk Jasper Hink Projectleider Infrastructuur 29 juni 2017 Inhoud Achtergrond verkenning Wijziging lijnvoering
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus
Nadere informatieDE VOLTOOIING VAN DE AUTOSNELWEG ZWOLLE ASSEN GRONINGEN
DE VOLTOOIING VAN DE AUTOSNELWEG ZWOLLE ASSEN GRONINGEN Inleiding De aanleg van de autosnelwegen is in het algemeen een aangelegenheid van het rijk. Met de autosnelweg Zwolle Assen Groningen en dan met
Nadere informatieBIJLAGE 3: Toetsingskader
BIJLAGE 3: Toetsingskader In dit toetsingskader geven partijen een nadere invulling en uitwerking aan de kaders die in de PKB Plus PMR met betrekking tot het deelproject 750 hectare natuur en recreatie
Nadere informatieAanbod, gebruik en reistijdverlies hoofdwegennet,
Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Tussen 2000 en 2017 is het
Nadere informatie