De zorgplicht bij variabele pensioenuitkeringen
|
|
- Albert ter Linde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De zorgplicht bij variabele pensioenuitkeringen Bij het verschijnen van deze aflevering van Pensioen Magazine is de politieke besluitvorming over het wetsvoorstel Wet verbeterde premieregeling (Wvp) bijna afgerond. Op 14 juni 2016 moet de Eerste Kamer erover hebben gestemd. Wordt de Wvp wet, dan is niet alleen een geldelijk vastgestelde uitkering, maar ook een geldelijke vastgestelde of variabele uitkering pensioen. 2 Daarmee wordt het mogelijk om ook in de uitkeringsfase op individueel niveau pensioenuitkeringen afhankelijk te maken van koersontwikkelingen en levensverwachting. De wijze van doorbeleggen wordt grotendeels aan de creativiteit van pensioenuitvoerders overgelaten. Een variabele annuïteit (unit linked) is mogelijk, maar ook individueel doorbeleggen. Volgtijdig eerst een variabele uitkering en daarna een vast pensioen ( deferred annuity ) is denkbaar, net als eerst een vaste en dan een variabele uitkering. Risico s kunnen en sterfte risico moet worden gepoold via een toedelingskring waarop een collectief toedelingsmechanisme wordt toegepast, en mee- en tegenvallers kunnen in de tijd worden gespreid. Pensioen wordt zo meer dan ooit een financieel product, met de daarbij horende zorgplicht van de aanbieder. Over die zorgplicht gaat het in dit artikel. VARIABELE PENSIOENUITKERING Onder de Wvp zijn uitsluitend premie- en kapitaalovereenkomsten toegelaten als pensioenvorm met een variabele pensioenuitkering. 3 Die variabele uitkering kan voortkomen uit premieovereenkomsten met of zonder beleggingsvrijheid in de opbouwfase; voor die met beleggingsvrijheid geldt de bijzondere zorgplicht van art. 52 PW. Ontbreekt de beleggingsvrijheid in de opbouwfase, dan geldt art. 52 PW dus niet. Dat laat echter onverlet dat de pensioenuitvoerder zorgvuldig dient te beleggen. Die zorgplicht voor premieovereenkomsten zonder beleggingsvrijheid in de opbouwfase komt met de Wvp expliciet tot uitdrukking in art. 52a PW: de uitvoerder dient te beleggen overeenkomstig de prudent person regel (lid 1) en ook overigens te handelen in het belang van de deelnemer of gewezen deelnemer (lid 2). Voorheen viel een dergelijke verplichting, ondanks het ontbreken van beleggingsvrijheid, overigens ook wel te betogen aan de hand van analoge toepassing van art. 52 PW. Een variabele uitkering vloeit voort uit een keuze door de deelnemer of gewezen deelnemer, uiterlijk te maken op de pensioendatum. Is de keuze voor een variabele uitkering gemaakt, dan is de uitvoerder in de uitkeringsfase eveneens gebonden aan de normering van art. 52a PW. Bij een vastgestelde uitkering geldt in zoverre geen bijzondere zorgplicht dat een pensioenuitvoerder als hoofdregel zich als een redelijk handelend pensioenuitvoerder van zijn taak moet kwijten, hetgeen daarmee een zorgplicht omvat. 4 ZORGPLICHT Hierna bespreek ik de bijzondere zorgplicht bij variabele uitkeringen voor zover deze vastligt in art. 52a PW. Die normering is, samen met de regulering over de projectierente en de mogelijkheid om mee- en tegenvallers in de tijd te spreiden, geponeerd als recht- 1 Deze bijdrage is afgerond op 1 juni 2016; met ontwikkelingen nadien kon geen rekening worden gehouden. 2 Het vereiste van een vastgestelde uitkering was vanaf 2007 in de wet opgenomen; daarvoor koerste men op het uitgangspunt (...) dat het begrip pensioen niet te eng moet worden geïnterpreteerd, HR 27 februari 1998 (Johnson Wax/Minderhoud), NJ 1998, Zie voor een bespreking van variabele uitkeringen en het wetsvoorstel de verschillende bijdragen van Jeroen Los en Sabine Boer in PM, waaronder elders in dit nummer de meest recente. 4 Zie bijvoorbeeld HR 8 februari 2013 (Niehof/Bpf Bouw), NJ 2013, 106. Sijbren Kuiper Mr. S.H. Kuiper is advocaat bij Van Doorne te Amsterdam 1 Pensioen Magazine juni/juli
2 15Rubriek zorgplicht vaardiging voor het afnemen van inkomenszekerheid door de keuze met de Wvp voor een wettelijk systeem met risicodragende pensioenuitkeringen. 5 De elementen van de zorgplicht van art. 52a zijn: a. de pensioenuitvoerder en niet de pensioengerechtigde is verantwoordelijk voor de beleggingen; b. de prudent person regel en het primaat van de uitvoerder bij de invulling daarvan; c. lifecycle beleggen; d. een generieke zorgnorm als kapstok voor toezichtregulering; en e. eisen aan risico- en beleggingsprofielen. Het is goed te bedenken dat deze normering allerminst op zichzelf staat. Ze wordt geflankeerd door aanvullende informatieplichten en nadere regulering van het keuzerecht voor een vaste of variabele uitkering, waaronder de verplichting om het beleggingsrisico in de opbouwfase af te stemmen op het al dan niet bekend zijn van de wens om in de uitkeringsfase een variabele uitkering te willen ontvangen. 6 Een bespreking daarvan gaat echter het bestek van dit artikel te buiten. Zowel bij vaste als bij variabele uitkeringen is het de pensioenuitvoerder die het beleggingsbeleid bepaalt Pensioenuitvoerder verantwoordelijk Zowel bij vaste als bij variabele uitkeringen is het de pensioenuitvoerder die het beleggingsbeleid bepaalt. Hij is verantwoordelijk voor de beleggingen. Het expliciet neerleggen van die verantwoordelijkheid bij de uitvoerder in art. 52a, lid 1 PW strekt ertoe ook wettelijk vast te leggen dat het de pensioengerechtigde uitdrukkelijk niet is toegestaan die verantwoordelijkheid over te nemen, zoals de deelnemer dat wel kan in de opbouwfase van een premieovereenkomst met beleggingsvrijheid. Het betekent dat de pensioenuitvoerder bepaalt hoe de pensioeneenheden worden belegd. Enkele passages uit de parlementaire behandeling: De gemiddelde pensioengerechtigde heeft immers vaak onvoldoende kennis en expertise om hierin zelf verantwoorde keuzen te maken. 7 En: Om pensioengerechtigden te beschermen tegen het nemen van onverantwoorde risico s krijgen zij geen mogelijkheid om bij de uitvoering van variabele uitkeringen de verantwoordelijkheid voor de beleggingen over te nemen. 8 Die gedachte achter de inperking van contractsvrijheid is mede ingegeven door zorgen van AFM en DNB. 9 Prudent person regel De uitvoerder van een variabele uitkering zal een beleggingsbeleid moeten voeren overeenkomstig de prudent person regel. Voor pensioenfondsen niets nieuws; voor hen geldt die verplichting reeds op grond van art. 135 PW. Het oprekken van de bestaande prudent person regel naar individuele premie- en kapitaalovereenkomsten geeft aan die norm een eigen, op zichzelf staande invulling. Een werkwijze die sinds 2008 ook aan de orde is in de opbouwfase van premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid waarbij de deelnemer de verantwoordelijkheid voor de beleggingen niet heeft overgenomen. De kern van de prudent person regel in algemene zin is dat de uitvoerder een beleggingsbeleid voert dat is gebaseerd op het uitgangspunt dat waarden worden belegd in het belang van de aanspraak- en pensioengerechtigde. Wat dat inhoudt is, niet limitatief, uitgewerkt in de Pensioenwet (art. 135) en het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (art. 13). Het conceptbesluit bij de Wvp spitst de generieke normering van art. 13 Besluit Ftk toe op de uitvoering van premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid en variabele uitkeringen; dat gebeurt met een nieuw art. 14a, lid 1, toe te voegen aan het Besluit uitvoering Pensioenwet. Dat leidt kort gezegd tot de volgende verplichtingen voor uitvoerders. Kwalitatieve restricties: zodanig beleggen dat de veiligheid, de kwaliteit, de liquiditeit en het rendement van de portefeuille als geheel is gewaarborgd; hoofdzakelijk beleggen op gereglementeerde markten, en beleggingen op niet-gereglementeerde financiële markten beperken tot prudent niveau; beleggingen in derivaten uitsluitend voor zover ze bijdragen aan een vermindering van het risicoprofiel of aan een doeltreffend portefeuillebeheer; bovenmatig tegenpartijrisico beperken; waarden naar behoren diversifiëren om risicoaccumulatie te vermijden. Kwantitatieve restricties: beleggingen in de bijdragende onderneming beperken tot ten hoogste 5% van de portefeuille; beleggingen in de groep waarvan de bijdragende onderneming deel uitmaakt beperken tot 10% van de portefeuille. Overige/technische vereisten: beleggingen waarderen op basis van marktwaardering. Daaraan voegen art. 14b en 14d conceptbesluit verplichtingen toe over het opstellen van een strategisch beleggingsbeleid voor de lange termijn. Pensioenfondsen dienen dat beleid te richten op het gehele fonds en diens risicohouding. Een algemeen pensioenfonds (APF) kan daarentegen rekening houden met de risicohouding van afzonderlijke collectiviteitskringen en daarop het beleid afstemmen. Het strategisch beleggingsbeleid van verzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI s) mag zich beperken tot beleid dat past bij een specifieke pensioenregeling. Wanneer dat beleid niet steunt op afdoende onderzoek en daarmee het proces om te komen tot dat 10 juni/juli 2016 Pensioen Magazine
3 beleid onvoldoende is is dat onder art. 14b een schending van de prudent person regel (verderop meer hierover). Wat mij betreft zou de normering moeten gelden voor elk type uitvoerder dat actief is op de Nederlandse markt Van eerdergenoemd conceptbesluit is op het moment van schrijven slechts een conceptversie beschikbaar. 10 Daarin is de normering van art. 13 van het besluit uitsluitend van overeenkomstige toepassing voor verzekeraars en premiepensioeninstellingen verklaard. Wat mij betreft is dat een incomplete regeling: de normering zou moeten gelden voor elk type uitvoerder dat actief is op de Nederlandse markt. Ook voor niet in Nederland gevestigde partijen die Nederlandse pensioenovereenkomsten uitvoeren, zoals een Belgische OFP of Luxemburgse ASSEP. Althans, ik zie op voorhand nog geen redenen om voor hen een afwijkend lees: lichter regime te creëren. Uitvoerder primaat bij invulling beleggingsbeleid Binnen deze kaders hebben pensioenuitvoerders het primaat bij het bepalen wat prudent beleggingsbeleid is. De daaruit volgende terughoudende rol van toezichthouder DNB blijkt uit de jurisprudentie over art. 135 PW, die met het incorporeren van de prudent person regel in art. 52a ook van belang is bij uitvoering van variabele uitkeringen. Zo gaf het College van Beroep voor het bedrijfsleven CBb, de hoogste bestuursrechter bij geschillen tussen pensioenuitvoerders en de toezichthouder over de toepassing van de prudent person regel in de zaak tussen DNB en Stichting Pensioenfonds Vereenigde Glasfabrieken de volgende richtsnoeren voor toetsing door DNB. DNB moet in aanmerking nemen dat pensioenuitvoerders vanwege de open norm een zekere ruimte hebben hun beleggingsbeleid zo in te richten dat aan de norm wordt voldaan. Daarbij zullen ze keuzes moeten maken. Zolang die keuzes er niet toe leiden dat niet aan de norm wordt voldaan, heeft DNB deze volgens het CBb te respecteren. Het enkele feit dat DNB andere beleggingskeuzes zou hebben gemaakt, of de mogelijkheid dat andere beleggingen meer geschikt zouden zijn, is (daarom) onvoldoende. Bij de toets zal DNB telkens de specifieke omstandigheden van de pensioenuitvoerder in kwestie moeten betrekken en per geval moeten onderzoeken of aan de prudent person regel wordt voldaan. Uit die uitspraak blijkt ook dat het toezicht op het beleggingsbeleid zich kan richten op het proces, bijvoorbeeld de wijze waarop dat beleid tot stand komt en (tussentijds) wordt beoordeeld of geëvalueerd. Daarmee is echter niet gezegd dat een enkele fout bij dat proces afdoende is voor het oordeel dat het beleggingsbeleid van de uitvoerder niet prudent is. Zo oordeelde het CBb in eerdergenoemde zaak die zoals wellicht bekend een dispuut betrof over beleggen in goud dat de argumenten van DNB die zien op de totstandkoming van de goudbelegging niet afdoende zijn ter onderbouwing van de conclusie dat ook de uitkomst van dat beleggingsproces in strijd is met de prudent person regel. Het voorgaande laat onverlet dat er op grond van de Wvp bij variabele uitkeringen elementen zijn van de prudent person regel die hun beslag hebben gekregen in een procesverplichting. Zo dient een uitvoerder die werkt met beleggingsprofielen, voor ieder profiel te onderbouwen dat het past binnen de prudent person regel (art. 14b, lid 3 conceptbesluit). Ontbreekt deze onderbouwing of schiet deze tekort, dan is een zelfstandige overtreding, c.q. zorgplichtschending pleitbaar. Lifecycle beleggen Het beleggingsbeleid in de uitkeringsfase dient rekening te houden met de leeftijd van de pensioengerechtigde (art. 52a, lid 1 PW). Aan dit vereiste is tijdens de parlementaire behandeling gerefereerd als een verplichting om beleggingsbeleid vorm te geven overeenkomstig het lifecycle principe. 11 Bij toenemende leeftijd moet het risico in beginsel worden teruggebracht of gelijk blijven. Er is, zo is de gedachte, met het toenemen van de leeftijd immers steeds minder tijd om financiële tegenvallers nog individueel te herstellen. 12 De mogelijkheden om het beleggingsrisico in de uitkeringsfase te laten toenemen, zijn beperkt. Het risico mag niet groter worden, tenzij een wijziging van de risicohouding van de pensioengerechtigde of een gewijzigd risicoprofiel aanleiding is voor een wijziging van het beleggingsprofiel, zo volgt uit art. 14d, lid 5 conceptbesluit. Dat ook in de uitkeringsfase het risico met het toenemen van de leeftijd moet worden teruggebracht, is daarmee geen harde regel in het besluit; pensioenuitvoerders hebben dus enige ruimte. 13 Wanneer de waarde van pensioeneenheden alleen individuele effecten heeft dan gaat het om risico s die niet zijn gedeeld via een collectief toedelingsmechanisme is het de leeftijd, c.q. levensverwachting van de individuele pensioengerechtigde waarmee rekening moet worden gehouden. Is sprake van risicodeling, dan is het de gemiddelde leeftijd, c.q. levensverwachting van het collectief waarmee men moet 5 Kamerstukken II, , 3, p Zie daarover ook nog eens uitgebreid Kamerstukken I 2015/2016, L. 7 Kamerstukken II 2014/2015, , 3, p Kamerstukken II 2015/2016, , 3, p Kamerstukken II 2015/2016, , 3, p en 6, p Bijlage bij Kamerstukken II 2015/2016, , B. 11 Kamerstukken II 2015/2016, , 3, p Kamerstukken I 2015/2016, , I, p. 2 (onopgemaakt) en L, p. 3 e.v. (onopgemaakt). 13 Voor de opbouwfase bestaat een dergelijke expliciete verplichting wel (art. 14d, lid 3 conceptbesluit). Pensioen Magazine juni/juli
4 zorgplicht rekenen. 14 Wanneer de waardeontwikkeling van een pensioeneenheid deels individuele en deels collectieve effecten heeft, wordt de te hanteren levensverwachting ook bepaald door beide factoren. Het lifecycle principe bij uitvoering van een variabele uitkering zoals besproken tijdens de parlementaire behandeling van de Wvp, stelt de levensverwachting van de pensioengerechtigde centraal, en in mindere mate de leeftijd. Men spreekt over een verplichting een beleggingsbeleid te voeren waarbij de mate van beleggingsrisico aansluit bij de resterende levensverwachting. 15 Dit komt ook tot uitdrukking in het conceptbesluit: de regel om rekening te houden met de leeftijd wordt daar ingeperkt tot een verplichting te beleggen op een wijze die past bij de aard en duur van de toekomstige pensioenuitkeringen (art. 14a, lid 2 conceptbesluit). Het oprekken van het begrip leeftijd tot levensverwachting, c.q. duur van de toekomstige uitkering bij uitvoering van een variabele uitkering, roept vragen op rond het op het individu afgestemde beleggingsbeleid. Kan men volstaan met een levensverwachting aan de hand van algemene actuariële gegevens voor de populatie waarvan de pensioengerechtigde deel uitmaakt? Of is een individuele analyse die verder gaat dan fonds/uitvoeringsspecifieke ervaringssterfte vereist? In de Wet op de medische keuringen is een keuringsverbod opgenomen voor deelname aan pensioenregelingen, waardoor medische gegevens die van invloed op de levensverwachting zijn, minder eenvoudig voorhanden zijn. Dat kan het gebruik van algemene gegevens en afstemming van het beleggingsbeleid daarop wellicht rechtvaardigen. Maar wat nu als de uitvoerder desalniettemin bekend is met de gezondheidstoestand van de pensioengerechtigde, bijvoorbeeld omdat deze hem daarover mededelingen heeft gedaan? Die kennis ongebruikt laten zal mogelijk enige toelichting behoeven wanneer een rechter heeft te oordelen over een zorgplichtgeschil. Generieke zorgplicht Niet alleen voor het beleggingsbeleid bij uitvoering van een variabele uitkering geldt een bijzondere zorgplicht. Daar komt namelijk bij de meer algemene verplichting voor de pensioenuitvoerder om in het belang van de pensioengerechtigde te handelen (art. 52a, lid 2 PW). Die generieke zorgplicht is geïnspireerd op art. 4:24a Wft, waarin is bepaald dat: 16 a. een financiële dienstverlener op zorgvuldige wijze de gerechtvaardigde belangen van de consument of begunstigde in acht moet nemen; en b. wanneer hij adviseert, moet handelen in het belang van de consument of begunstigde. Het is de vraag of de generieke zorgplicht van art. 52a, lid 2 PW niet tot op zekere hoogte symbolische wetgeving is. De pensioengerechtigde kan ook nu in voorkomende gevallen voor de burgerlijke rechter betogen dat de uitvoerder niet in zijn belang handelt en daarmee tekortschiet in de nakoming van zijn contractuele verplichtingen, en mogelijk zelfs onrechtmatig handelt. Toch meende de wetgever het noodzakelijk om deze algemene zorgplicht bij variabele uitkeringen te benadrukken, omdat met dergelijke uitkeringen niet alleen een perspectief op een hoger pensioeninkomen wordt geboden, maar er ook nieuwe risico s in de uitkeringsfase van premie- en kapitaalovereenkomsten worden geïntroduceerd. 17 Die risico s maken het kennelijk noodzakelijk om de toezichthouders een steviger instrumentarium in handen te geven om de pensioengerechtigde zo goed mogelijk te beschermen tegen risico s en mogelijk misbruik. 18 Hiermee is art. 52a, lid 2 PW primair toezichtnormering normering ter sturing van het gedrag van pensioenuitvoerders in algemene zin en naar mijn indruk niet op voorhand een norm die strekt tot bescherming van individueel vermogensbelang van derden. Een direct beroep op genoemde bepaling in het kader van een onrechtmatigedaadactie lijkt daarom niet passend. Dat wil uiteraard niet zeggen dat de te ontwikkelen normering op grond en naar aanleiding van de algemene zorgplicht van art. 52a, lid 2 PW niet van (indirect) belang zou kunnen zijn voor een actie uit onrechtmatige daad of wanprestatie. Het is de vraag of de generieke zorgplicht van art. 52a, lid 2 PW niet tot op zekere hoogte symbolische wetgeving is Risicoprofiel Het sluitstuk van de zorgplicht van art. 52a PW wordt gevormd door het risicoprofiel en het daaraan te koppelen beleggingsprofiel van een pensioengerechtigde. Het risicoprofiel is wellicht het meest zwaarwegende element van de zorgplicht bij uitvoering van een variabele uitkering, tenminste wanneer een pensioenuitvoerder meerdere beleggingsprofielen kent (dat is namelijk niet verplicht). Het risicoprofiel bevat kenmerken van de pensioengerechtigde, waaronder diens financiële positie, kennis, ervaring, doelstellingen en risicobereidheid. Het beleggingsbeleid dient daarop optimaal te zijn afgestemd. 19 Voorheen verwees de Pensioenwet voor het opstellen van risicoprofielen in de opbouwfase, bij premieovereenkomsten met beleggingsvrijheid naar de Wft. Met de Wvp wordt het ken-uw-klantbeginsel zonder verwijzing naar de Wft direct in de Pensioenwet opgenomen. Materieel dus niets nieuws onder de zon, anders dan dat ook voor pensioengerechtigden een risicoprofiel moet worden opgesteld en bijgehouden. Dit betekent dat de pensioenuitvoerder de eerder omschreven informatie moet inwinnen, voor zover dit redelijkerwijs relevant is voor het beleggingsprofiel. Welke gegevens dat zijn en met name welk gewicht aan elk van de factoren moet worden toegekend, is een zaak van de pensioenuitvoerder. Wel dient de informatie afdoende te zijn om te beoordelen of het beleggingsprofiel voldoet aan de be- 12 juni/juli 2016 Pensioen Magazine
5 oogde doelstellingen en of de pensioengerechtigde de daarmee samenhangende beleggingsrisico s financieel kan en wil dragen (art. 14e, lid 1 conceptbesluit). De uitvoerder kan andere gegevens toevoegen die hij van belang oordeelt voor het risicoprofiel, zoals over de individuele levensverwachting van de pensioengerechtigde. Staande praktijk is dat deze informatie wordt verzameld op basis van (beknopte) vragenlijsten, c.q. lijsten met stellingen, al zijn ook andere, meer grafische methoden voorhanden. De aldus verzamelde informatie dient de mate weer te geven waarin een pensioengerechtigde beleggingsrisico kan en wil lopen (art. 14d, lid 6 conceptbesluit). Iedere vijf jaar en bij gebeurtenissen die daartoe aanleiding geven ik voeg daaraan toe: en waarvan de pensioenuitvoerder op de hoogte is, althans had behoren te zijn dient het profiel te worden geverifieerd. Tot die gebeurtenissen worden gerekend een huwelijk, echtscheiding en overlijden van de partner. En niet onbelangrijk: hertoetsing van het risicoprofiel dient ook plaats te vinden wanneer de pensioengerechtigde daarom vraagt, zo volgt uit de toelichting bij het conceptbesluit. Het individuele risicoprofiel staat los van de voor een toedelingskring vast te leggen risicohouding. Pensioenfondsen die een variabele uitkering uitvoeren, zullen die risicohouding moeten vaststellen na overleg met (vertegenwoordigers van) werkgevers en werknemers en na overleg met organen van het fonds (art. 14d, lid 1 conceptbesluit jo. art. 1a Besluit Ftk). Voor andere uitvoerders geldt die overlegverplichting niet en zal op andere wijze duidelijkheid moeten worden verkregen over de doelstellingen en risicohouding van deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden (art. 14d, lid 1 conceptbesluit). Het daartoe ontlenen van relevante informatie aan individuele risicoprofielen is een mogelijke werkwijze. Beleggingsprofiel Uiteindelijk moet de regulering in art. 52a PW ertoe leiden dat op passende wijze wordt belegd. De uitvoerder die meerdere beleggingsprofielen hanteert, zal een bij het risicoprofiel passend beleggingsprofiel moeten hanteren. Hoe de vertaling van risicoprofiel naar beleggingsprofiel plaatsvindt, is aan de pensioenuitvoerder. Maar die moet die vertaling wel vastleggen (art. 14e, lid 2 conceptbesluit). Dat de begunstigde daarover moet worden geïnformeerd, althans dat hij enige toelichting op de vertaling van risicoprofiel naar beleggingsprofiel krijgt, lijkt te volgen uit art. 52a, lid 3 PW, alsook uit lid 4 bij wijziging van het beleggingsprofiel vanwege een bijgesteld risicoprofiel. CONCLUSIE Je moet schieten, anders kun je niet scoren is een befaamde Cruijffiaanse wijsheid. Dat wordt straks ook uitgangspunt in de uitkeringsfase van pensioen: het mogen nemen van (meer) beleggingsrisico (schieten) kan leiden tot een hogere uitkering (scoren). Maar ook tot een lagere. Het is primair aan de uitvoerder om die hogere uitkering te realiseren. De wetgeving laat Het individuele risicoprofiel staat los van de voor een toedelingskring vast te leggen risicohouding hem daarbij een grote mate van vrijheid. Hoe dat in de praktijk uitpakt, zal pas over enige tijd blijken. De verwachting is dat de Wvp per 1 augustus 2016 in werking treedt, als de Eerste Kamer op 14 juni 2016 met het voorstel zal hebben ingestemd. 20 Vanaf die datum zou dus een variabele uitkering mogelijk moeten zijn. Voordat er echter uitkeringen worden gedaan die ook wezenlijk enige tijd variabel zijn geweest, zijn we enkele jaren verder. Terugwerkende kracht is overigens niet voorzien. Bij wijze van overgangsregime, c.q. overbruggingsregeling kan en kon men ook al enige tijd gebruikmaken van de tijdelijke regeling pensioenknip, op basis waarvan een tijdelijke uitkering van maximaal twee jaar mogelijk is. De daaropvolgende levenslange uitkering kan een variabele zijn. Er is een overgangsregime voor de nadere invulling van de zorgplicht in het Besluit PW (zie art. 55 conceptbesluit), met name voor wat betreft de opbouwfase. Voor de uitkeringsfase is relevant dat verzekeraars en premiepensioeninstellingen pas per 1 januari 2018 hoeven te voldoen aan de eisen voor strategisch beleggingsbeleid (art. 14b conceptbesluit), het vastleggen van de risicohouding waarop het beleggingsbeleid is gebaseerd (art. 14d, lid 1 conceptbesluit) en de periodieke toetsing van het beleggingsbeleid (art. 14d, lid 2 conceptbesluit). Voor het overige zullen uitvoerders van een variabele uitkering direct vanaf de inwerkingtreding van de Wvp aan de zorgplichteisen moeten voldoen. 14 Kamerstukken II 2015/2016, , 3, p Kamerstukken II 2015/2016, , 3, p De verwijzing naar afdeling van de Wft in art. 52 PW is met de Wvp komen te vervallen, waarvoor onder andere deze verplichting in de plaats is gekomen. Die systematiek is ook overgenomen in art. 52a PW. Zie daarover Kamerstukken II 2015/2016, , 3, p Kamerstukken II 2015/2016, , 3, p Kamerstukken II 2015/2016, , 3, p Kamerstukken I 2015/2016, , D, p Kamerstukken II 2015/2016, , E, p. 7. Pensioen Magazine juni/juli
Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering in verband met premieen kapitaalovereenkomsten (wetsvoorstelnummer )
UPDATE: Pensioenbericht 10 februari 2016 Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering in verband met premieen kapitaalovereenkomsten (wetsvoorstelnummer 34.344) Dit is de meest recente actualisering van ons
Nadere informatieNieuwsbericht / 5 augustus Wet verbeterde premieregeling
Nieuwsbericht / 5 augustus 2016 Wet verbeterde premieregeling Op 14 juni 2016 nam de Eerste Kamer de Wet verbeterde premieregeling aan. Per brief van 4 juli 2016 heeft Staatssecretaris Jetta Klijnsma laten
Nadere informatieOp de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van [[Datum openlaten]], nr. [[nr invullen]];
Ontwerpbesluit van tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte en enige andere besluiten in verband met de Wet variabele pensioenuitkering Op de voordracht van de Staatssecretaris
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 344 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van
Nadere informatieJOR 2013/312 CBB, 10-09-2013, AWB 12/42310, ECLI:NL:CBB:2013:104 135 PW),
JOR 2013/312 CBB, 10-09-2013, AWB 12/42310, ECLI:NL:CBB:2013:104 Pensioenfonds, Beleggingsbeleid moet in overeenstemming zijn met prudent-person regel (art. 135 PW), Invulling norm door pensioenfondsen,
Nadere informatiePosition Paper DNB Concept Wetsvoorstel variabele pensioenuitkeringen 14 augustus 2015
Position Paper DNB Concept Wetsvoorstel variabele pensioenuitkeringen 14 augustus 2015 Het Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering (kortweg wetsvoorstel ) maakt voor deelnemers aan een premieovereenkomst
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting
Nadere informatieToelichting Wet verbeterde premieregeling
Toelichting Wet verbeterde premieregeling Inleiding De Wet verbeterde premieregeling is op 14 juni 2016 aangenomen door de Eerste Kamer. Deze wet maakt het mogelijk om een pensioenkapitaal na pensioeningang
Nadere informatieOverzicht Nederlands sociaal en arbeidsrecht en voorschriften van informatieverstrekking
Bij de uitvoering van de pensioenregeling van een in Nederland gevestigde werkgever door een pensioeninstelling uit een andere lidstaat blijven, op grond van de Europese Richtlijn EU 2016/2341/EU, het
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting
Nadere informatieWetsvoorstel Wet verbeterde premieregeling aangenomen
Wetsvoorstel Wet verbeterde premieregeling aangenomen 28-06-2016 Door Hans van den Berg werkzaam bij Fiscale Zaken VIVAT Verzekeringen - Wanneer de (gewezen) deelnemer kiest voor een pensioen in beleggingseenheden,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 278 Besluit van 7 juli 2016 tot wijziging van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling en enige andere besluiten
Nadere informatie2513AA22. Effecten life cycle beleggen
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22 Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333 44
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 338 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44270 9 december 2015 Advies Raad van State inzake het voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte
Nadere informatieKlant. De Beleggingsvrijheidanalyse is een analyse van de invloed van de verschillende beleggingsprofielen
Klant De Beleggingsvrijheidanalyse is een analyse van de invloed van de verschillende beleggingsprofielen die deelnemers aan de collectieve pensioenregeling hebben op het pensioen en de risico s daarvan.
Nadere informatieBetreft Advies standaardmodel vast-variabel pensioen
Per post en per e-mail verstuurd Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Staatssecretaris J. Klijnsma Postbus 90801 2509 LV DEN HAAG NeeSandtke - BruggemanA.P.VArjanneke Sandtke - BruggemanArjannekeAeSe-17071259
Nadere informatieGaranties in een nieuw perspectief. PensioenEvent 2015
Garanties in een nieuw perspectief PensioenEvent 2015 Programma 1. Herverdeling risico s. 2. Uitkeringsfase: premie- en kapitaalovereenkomst. 3. Extra mogelijkheid: de pensioenknip. 4. Doorbeleggen na
Nadere informatieVerklaring beleggingsbeginselen
Verklaring beleggingsbeginselen Inleiding Het beleggingsbeleid van de Stichting Cappital Premiepensioeninstelling (Cappital) is voor zowel de zekerheid als de betaalbaarheid van het pensioen van cruciaal
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamerder Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieDNB en AFM zijn op grond van de Europese pensioenrichtlijn (2003/31/EG) verplicht om te dit overzicht te publiceren.
Overzicht van het toepasselijke sociaal en arbeidsrecht, de informatievoorschriften en beleggingsrestricties die van toepassing zijn op Nederlandse pensioenregelingen die worden uitgevoerd door een pensioeninstelling
Nadere informatieABP Reactie consultatiedocument Wet variabele pensioenuitkering
ABP Reactie consultatiedocument Wet variabele pensioenuitkering Samenvatting Het conceptvoorstel Wet variabele pensioenuitkering kan een belangrijke verbetering van de huidige premieovereenkomst betekenen.
Nadere informatie1. Er worden in alfabetische volgorde drie definities ingevoegd, luidende:
CONCEPT Voorstel van wet totwijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van een variabele uitkering (Wet variabele
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting
Nadere informatie1. Er worden in alfabetische volgorde de volgende definities ingevoegd:
Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van een variabele uitkering (Wet variabele pensioenuitkering)
Nadere informatiePraktijkcase netto-pensioen. Kennismaken met het pensioenstelsel van de toekomst
Praktijkcase netto-pensioen Kennismaken met het pensioenstelsel van de toekomst Pensioenstelsel van de toekomst Pensioenstelsel van de toekomst 1. Inperking fiscale ruimte 2. Individualisme 3. Keuzevrijheid
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting
Nadere informatie1. een variant, waarbij deelnemers in de uitkeringsfase deels kunnen doorbeleggen op basis van een individuele beleggingsstrategie.
Hoofdlijnennota optimalisering wettelijk kader voor premieovereenkomsten 1. Aanleiding Het huidige wettelijke kader voor premieovereenkomsten kent als belangrijkste knelpunt dat het nemen van beleggingsrisico
Nadere informatieOntwikkelingen in DC-landschap
Ontwikkelingen in DC-landschap KWPS seminar Finish op tijd Dirk de Wit / Patricia Zonneveld Amsterdam, 20 april 2017 Onze presentatie 1. Hoe ziet het DC-landschap eruit? 2. Recente ontwikkelingen in DC-landschap
Nadere informatieBeleggen voor een goed pensioenresultaat. Oskar Poiesz Robeco Investment Solutions 10 mei 2016
Beleggen voor een goed pensioenresultaat Oskar Poiesz Robeco Investment Solutions 10 mei 2016 Onderwerpen 1. Beleggen voor pensioen 2. Beleggingskeuzes bepalen het pensioen 3. Welke invloed heb je als
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting
Nadere informatieGeef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel
Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening Position paper: Toekomst pensioenstelsel Publicatiedatum: juni 2016 Autoriteit Financiële Markten De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante
Nadere informatiewerkgroep Premieovereenkomst van de Toekomst Kring van Pensioenspecialisten
werkgroep Premieovereenkomst van de Toekomst Kring van Pensioenspecialisten Reactie op internetconsultatie Concept wetsvoorstel Wet variabele pensioenuitkering 14 augustus 2015 Wetsvoorstel Wet variabele
Nadere informatieHet verbeterde financieel toetsingskader (ftk) Zeist, 26 juni 2014
Het verbeterde financieel toetsingskader (ftk) Zeist, 26 juni 2014 Wat doet het ftk? Wat zit er in de pot? Wat is er beloofd? Generatiebalans FTK = beheersingssysteem Indicator Nominale dekkingsgraad
Nadere informatieGrip op pensioen: Hoe halen uw werknemers het beste uit hun pensioenregeling? Wet verbeterde premieregeling nader toegelicht
: Hoe halen uw werknemers het beste uit hun pensioenregeling? Wet verbeterde premieregeling nader toegelicht 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Ondersteun uw werknemers bij hun keuze 13 Wat is de Wet verbeterde
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 545 Wet- en regelgeving financiële markten Nr. 58 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 5 december 2016 De vaste commissie voor Financiën
Nadere informatieToezicht op pensioenadvies
Toezicht op pensioenadvies S.H. (SIJBREN) KUIPER EN J.A. (ARNO) VOERMAN IN JANUARI 2012 VERSCHENEN IN JURISPRUDENTIE ONDERNEMING & RECHT ALS NOOT BIJ JOR 2012/17 RECHTBANK ROTTERDAM, 17 NOVEMBER 2011,
Nadere informatieWetsvoorstellen Variabele pensioenuitkering pensioenknip & Pensioen in eigen beheer
Wetsvoorstellen Variabele pensioenuitkering pensioenknip & Pensioen in eigen beheer 7 oktober 2015 Diana Du4lh Programma Kort voorstellen Wetsvoorstel variabele pensioenuitkering Ini4a4ef wetsvoorstel
Nadere informatieBREAK-OUT SESSIE BESCHIKBARE PREMIEREGELING EN CDC BINNEN EEN APF Rutger de Wit & Claudette Blankestijn. 20 juni 2016
BREAK-OUT SESSIE BESCHIKBARE PREMIEREGELING EN CDC BINNEN EEN APF Rutger de Wit & Claudette Blankestijn 20 juni 2016 Welke onderwerpen komen aan bod? Introductie: Waar passen DC en CDC-regeling in een
Nadere informatieDe leden van de fractie van de VVD vragen waarom in onderhavig wetsvoorstel elementen van het initiatiefwetsvoorstel Lodders zijn geïncorporeerd.
34 344 Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met de invoering van een variabele uitkering (Wet variabele
Nadere informatieADDENDUM BIJ DE PENSIOENOVEREENKOMST
ADDENDUM BIJ DE PENSIOENOVEREENKOMST In aanvulling op de eerder tussen de werkgever en diens werknemers gesloten pensioenovereenkomst maken met ingang van 1 januari 2008 de hierna vermelde bepalingen deel
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet loonbelasting 1964
Nadere informatieNetspar debat. Achtergrond. Vraagstelling / aanpak. Risicoprofielmeting voor beleggingspensioenen
Netspar debat Risicoprofielmeting voor beleggingspensioenen Marc Turlings, Achmea Benedict Dellaert, Erasmus School of Economics Achtergrond Onduidelijkheid over risicoprofielen bij beleggingsproducten
Nadere informatieAandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling
Aandachtspuntenlijst reglementen rechtstreekse regeling Dit reglement betreft een: (versie augustus 2012) A. Verplichte PW artikelen
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieAANPAK 100K+ COMPENSATIE PENSIOEN
AANPAK 100K+ COMPENSATIE PENSIOEN De aftopping van het pensioengevend inkomen heeft naar verwachting voor ongeveer 125.000 werknemers in Nederland gevolgen. Dit is weliswaar een relatief kleine groep,
Nadere informatie1. In het eerste en tweede lid wordt schriftelijk vervangen door: schriftelijk of elektronisch.
CONCEPT Voorontwerp van het voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)
Nadere informatieThemadag 3 februari Workshop premieovereenkomst
Themadag 3 februari 2015 Workshop premieovereenkomst 2 Aan de orde komen: 1. 2014: de verkenning 2. December: brief met voorstel Staatssecretaris 3. Inzet op 2 sporen vanuit de Pensioenfederatie 4. Verdere
Nadere informatieALUMNIDAG RECHTEN 2016 PENSIOENRECHT ACTUALITEITEN PROF. ERIK LUTJENS PROF. HERMAN KAPPELLE
ALUMNIDAG RECHTEN 2016 PENSIOENRECHT ACTUALITEITEN PROF. ERIK LUTJENS PROF. HERMAN KAPPELLE DEEL 1 Prof. Erik Lutjens Onderwerpen: 1. Hoofdlijnen huidige pensioenstelsel 2. Knelpunten > toekomstdiscussie.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 344 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van
Nadere informatieHET JAAR 2018 VAN SNPS IN HET KORT
HET JAAR 2018 VAN SNPS IN HET KORT Kwam u op of na 1 juli 2013 in dienst of bent u deelnemer in de nettoregeling, dan bouwt u pensioen op bij of ontvangt u pensioen van Shell Nederland Pensioenfonds Stichting
Nadere informatieAangenomen en overgenomen amendementen
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid datum 10 maart 2016 Betreffende wetsvoorstel: 34255
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 34 008 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)
Nadere informatieOnderzoeksrapport Herverdelingseffecten van verschillende projectierentes in verbeterde premieregelingen
Onderzoeksrapport Herverdelingseffecten van verschillende projectierentes in verbeterde premieregelingen Johan Bonekamp, Lans Bovenberg, Theo Nijman en Bas Werker 1 Oktober 2016 Samenvatting Het gebruik
Nadere informatieBESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC Pensioenfonds)
BESCHIKBARE PREMIE REGELING (DC Pensioenfonds) BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 1. De pensioenovereenkomst zoals neergelegd in dit reglement draagt het karakter van een premieovereenkomst. 2. De ingevolge
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 344 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van
Nadere informatiePensioenactualiteiten in vogelvlucht. Monica Swalef
Pensioenactualiteiten in vogelvlucht Monica Swalef Agenda Inleiding Algemeen Pensioenfonds Uitbreiding instemmingsrecht ondernemingsraad Wet verbeterde premieregeling Wet pensioencommunicatie Inleiding
Nadere informatieDATUM: 14 augustus 2015. ONDERW ERP: Reactie Pensioenfederatie op consultatie variabele pensioenuitkering
DATUM: 14 augustus 2015 ONDERW ERP: Reactie Pensioenfederatie op consultatie variabele pensioenuitkering De Pensioenfederatie verwelkomt de mogelijkheid tot het geven van commentaar op het voorontwerp
Nadere informatieVerklaring inzake de beleggingsbeginselen
Verklaring inzake de beleggingsbeginselen van Stichting Bedrijfspensioenfonds AVH 1. Introductie 1.1 Inleiding Deze verklaring inzake de beleggingsbeginselen geeft beknopt de uitgangspunten weer van het
Nadere informatieAutomatisch Sturen - De kwantitatieve meerwaarde. Centraal Beheer APF Automatisch Sturen - De kwantitatieve meerwaarde 1
Automatisch Sturen - De kwantitatieve meerwaarde Datum: 11 december 2018 Versie: definitief Centraal Beheer APF Automatisch Sturen - De kwantitatieve meerwaarde 1 Inleiding Wij zijn in de Nederlandse pensioenmarkt
Nadere informatieWaardeoverdracht verandert in 2016 Wat betekent dit voor u?
Waardeoverdracht verandert in 2016 Wat betekent dit voor u? Leusden, Nootdorp, Vught Maart 2016 Prof. mr. Herman M. Kappelle Drs. Erik Schouten CPC mr. drs. Edwin Schop CPL Directeur Aegon Adfis Adviseur
Nadere informatieRESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1
RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL Vraag 1 Onder het huidige FTK krijgen pensioenfondsen te maken met de zogenaamde beleggings -spagaat: aan de ene kant kan er weinig risico worden genomen
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting
Nadere informatieFNV Naritaweg 10 Postbus 8456 1005 AL Amsterdam Postbus 90252, 2509 LM s-gravenhage T 020 58 16 300 F 020 68 44 541 Datum Ons kenmerk Onderwerp Reactie FNV, CNV en VCP op internetconsultatie Wet variabele
Nadere informatieDe Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van, tot wijziging van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met de invulling van het begrip consistentie
Nadere informatieDe PPI ook voor zelfstandigen?
. De PPI ook voor zelfstandigen? Prof. Dr. Erik Lutjens Hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam Expertisecentrum Pensioenrecht - Fac. Rechtsgeleerdheid Initium De Boelelaan 1105 1081 HV Amsterdam
Nadere informatieOR-minicongres Johan van Soest, 16 juni 2016. Belangrijkste ontwikkelingen rondom pensioen
OR-minicongres Johan van Soest, 16 juni 2016 Belangrijkste ontwikkelingen rondom pensioen Agenda Belangrijkste ontwikkelingen rondom pensioen Resultaten mini-enquête Rol OR bij wijziging pensioenregeling
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieMemo. Van TKP. Kenmerk. Datum 15 juni Onderwerp Communicatie-verplichtingen IORP II. Aantal pagina s 7 1/7
Van TKP Datum Onderwerp Communicatie-verplichtingen IORP II Aantal pagina s 7 Inleiding Deze notitie gaat in op de informatieverplichtingen die voortvloeien uit de IORP II-richtlijn en het wetsvoorstel
Nadere informatieKamervragen van de leden Omtzigt en Van Hijum (beiden CDA)
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40 33
Nadere informatieSectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds. Geacht bestuur,
De Nederlandsche Bank N.V. Toezicht pensioenfondsen Postbus 98 1000 AB Amsterdam 020 524 91 11 www.dnb.nl Onderwerp Sectorbrief - Wijzigingen in de pensioenwet: wat verwacht DNB van uw fonds Handelsregister
Nadere informatieOverzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen
Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen 14 september 2015 VERD VERD VERD VERD GEWIJZI Vooraf VERD VERD 08 VERD Herziening IORP-richtlijn VERD G 01 02 03 04 05 VERD Toekomst pensioenstelsel Algemeen
Nadere informatieKluwer Online Research. Vindplaats: VFP 2012/102 Bijgewerkt tot: 01-09-2012 Auteur: Drs. M.R.M. Turlings[1]
Vindplaats: VFP 2012/102 Bijgewerkt tot: 01-09-2012 Auteur: Drs. M.R.M. Turlings[1] Renterisico pensioenuitkering: voorkomen of genezen Werknemers die momenteel een pensioenuitkering aankopen, ervaren
Nadere informatieDe Commissie stelt vast dat partijen haar advies als niet-bindend zullen aanvaarden.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2019-218 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf, drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. R.A.F. Coenraad, secretaris) Klacht
Nadere informatieBeleggen voor een goed pensioenresultaat. Oskar Poiesz Robeco Investment Solutions 12 mei 2016
Beleggen voor een goed pensioenresultaat Oskar Poiesz Robeco Investment Solutions 12 mei 2016 Onderwerpen 1. Beleggen voor pensioen 2. Belang van beleggingsbeleid en lifecycle 3. Nieuwe mogelijkheden:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 32 043 Toekomst pensioenstelsel Nr. 240 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieToelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014
Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader Juni 2014 Inhoudsopgave Wetsvoorstel aanpassing FTK Beleidsdekkingsgraad Premievaststelling Toekomstbestendig indexeren Inhaalindexatie Hersteltermijn
Nadere informatieLeidraad Wet verbeterde premieregeling
Leidraad Wet verbeterde premieregeling Publicatiedatum: 22 december 2016 Autoriteit Financiële Markten De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante financiële markten. Als onafhankelijke gedragstoezichthouder
Nadere informatieImpact overstap van vaste mix op lifecycle mix November 2016
Impact overstap van vaste mix op lifecycle mix November 2016 Management summary Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel verbeterde premieregeling in de Eerste Kamer zijn vragen gesteld over de financiële
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 34 008 Wijziging van de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling in verband met verbetering van de pensioencommunicatie (Wet pensioencommunicatie)
Nadere informatieCollec&ef Pensioen. Liesbeth Hardeman Tanh Nguyen
Collec&ef Pensioen Liesbeth Hardeman Tanh Nguyen Agenda 1 Adviestraject collec&ef pensioen 2 Actualiteiten pensioen 3 Mogelijke risico s accountant i.v.m. collec&ef pensioen Adviestraject Pensioenadvies
Nadere informatieWat verandert voor u in de TOP-regeling. Lees meer over de mogelijkheden en de wijzigingen die per 1 januari 2012 van
Wat verandert voor u in de TOP-regeling Lees meer over de mogelijkheden en de wijzigingen die per 1 januari 2012 van kracht worden ten aanzien van uw pensioenbeleggingen bij ING IM. 1 Introductie Naast
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Sociale Zaken en. Werkgelegenheid. Postbus LV DEN HAAG. Datum 15 september Uw kenmerk
2509 LV DEN HAAG Werkgelegenheid De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Postbus 90801 Kamer van Koophandel Amsterdam, nr. 41207759 Postbus 11723 1001 OS Amsterdam Kenmerk van deze brief: GtEI-1 5093280
Nadere informatieVerzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Pensioen
Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Pensioen Het Een algemeen pensioenfonds als alternatief voor uw salaris-diensttijdregeling. Hard of zacht pensioen? Het grote verschil met een pensioenregeling via
Nadere informatieHet wetsvoorstel is op 3 juli 2014 aangenomen door de Tweede Kamer. ChristenUnie, SGP, VVD, Van Vliet, D66, GroenLinks en PvdA stemden voor.
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) datum 3 juli 2014 Betreffende wetsvoorstel:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 013 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten (Verzamelwet pensioenen 2012) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Dit wetsvoorstel
Nadere informatieDeelnemersbrochure Astellas 2019
Deelnemersbrochure Astellas 2019 Vermogen opbouwen via Mijn Pensioen Een unieke pensioenoplossing: Pensioenopbouw op maat; Altijd online inzage in uw vermogensopbouw. Pensioenopbouw op maat Mijn Pensioen
Nadere informatieKlant. Pensioen life cycle indicators
Pensioen life cycle indicators Klant Rapport om een gefundeerde keuze te maken tussen verschillende premiepensioenproducten. Gebaseerd op analyses op het gebied van beleggingsbeleid, duurzaamheid, rendement
Nadere informatieWijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds)
34 117 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten in verband met de invoering van een algemeen pensioenfonds (Wet algemeen pensioenfonds) Nota van wijziging Het voorstel van wet wordt als volgt
Nadere informatieDe regering is de fracties die inbreng hebben geleverd voor het nader verslag, erkentelijk voor de gestelde vragen.
34 344 Voorstel van wet tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met de invoering van een variabele uitkering (Wet variabele
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 344 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met invoering van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet loonbelasting 1964
Nadere informatieDeelnemersbijeenkomst
Deelnemersbijeenkomst Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland 12 juni 2018 1 Agenda 1. Opening 2. Verantwoording 2017: Henk Knol / Wim 3. Vermogensbeheer: Bert Holsappel 4. Variabel Pensioen: Edwin
Nadere informatieNetto pensioenregeling De netto pensioenregeling voor het pensioengevende salaris boven 96.544
ABN AMRO Pensioenen Netto pensioenregeling De netto pensioenregeling voor het pensioengevende salaris boven 96.544 Sinds 1 januari 2015 is de fiscale regelgeving voor pensioenregelingen veranderd. Een
Nadere informatieVOORSTEL VAN WET ZOALS GEWIJZIGD NAAR AANLEIDING VAN HET ADVIES VAN DE AFDELING ADVISERING VAN DE RAAD VAN STATE
34 255 Voorstel van wet van het lid Lodders tot wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet loonbelasting 1964 en de Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet in verband
Nadere informatieActuariële en bedrijfstechnische nota
Stichting Pensioenfonds Towers Watson Actuariële en bedrijfstechnische nota 1 juli 2015 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 1 2. MISSIE, VISIE EN STRATEGIE... 2 3. ORGANISATIE, BEHEER EN INTERNE CONTROLE...
Nadere informatieDC in een Notendop. Versie 17 januari 2015
DC in een Notendop Versie 17 januari 2015 DC voor beginners Denified Contributions/ Beschikbare premie: Niet de aanspraken, maar de premie is de toezegging, premie staat vast, uitkering onzeker. Beschikbare
Nadere informatieExcedentregeling. stichting bedrijfstakpensioenfonds voor het levensmiddelenbedrijf. Meer maatwerk in onze excedentregeling
stichting bedrijfstakpensioenfonds voor het levensmiddelenbedrijf Meer maatwerk in onze excedentregeling Excedentregeling Uw werknemers bouwen pensioen op bij ons fonds tot een salaris van 53.701 (in 2017).
Nadere informatieTien passen voor de tango Normenkader voor het VO
Tien passen voor de tango Normenkader voor het VO Met normen kan een Verantwoordingsorgaan (VO) zijn verantwoordelijkheden (oordelen, adviseren en overleggen) beter uitoefenen. Penvita onderscheidt algemene
Nadere informatie