Zoektocht in zorgland. Allochtonen met een lichamelijke handicap en de toegang tot zorg
|
|
- Pieter Moens
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Zoektocht in zorgland Allochtonen met een lichamelijke handicap en de toegang tot zorg
2
3 Zoektocht in zorgland Allochtonen met een lichamelijke handicap en de toegang tot zorg mevrouw drs. T. Rietveld drs. S. van Erp PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant april 2003
4 ISBN: PON-publicatie: Copyright PON, Tilburg, 2003 Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm dan dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het PON. Deze publicatie is te bestellen door overmaking van 6,00 op postbankrekening ten name van PON, Tilburg, onder vermelding van PON-publicatie
5 Inhoud 1 Inleiding Opdrachtverlening Afbakening onderzoek Allochtonen Lichamelijk gehandicapten Brabantse gezondheidszorginstellingen Werkwijze Instellen van klankbordgroep Leeswijzer 7 2 Allochtonen in Noord-Brabant Omvang van de groep allochtonen in Nederland Omvang van het aantal allochtonen in Noord-Brabant De mate van handicap Omvang van de groep gehandicapte allochtonen in Noord- Brabant Resumé 18 3 Allochtonen en de toegang tot zorg Interculturalisatie Beleidsvisie op lichamelijk, zintuiglijk en meervoudig gehandicapten De toegang tot de huisartsenpraktijk De toegang tot de thuiszorg De toegang tot de lichamelijk gehandicaptenzorg De toegang tot de SPD Mantelzorg en allochtonen De toegang tot zorginstellingen 27 4 Zorgverlening aan allochtonen Ervaringen van de doelgroep Aantallen bekend bij diverse instanties Welke vragen bereiken de diverse instanties Specifieke aandachtspunten Waarom zijn mensen van allochtone afkomst bijna niet bekend bij de instellingen? 38 5 Conclusies 41 6 Aanbevelingen 43 Literatuuropgave 46 Bijlage 49
6
7 1 Inleiding 1.1 Opdrachtverlening Het POG is als Brabants Centrum voor Gehandicaptenbeleid geïnteresseerd in de wijze waarop de Brabantse zorginstellingen de zorg voor allochtonen mensen met een handicap toegankelijk maken en houden. Zij verwacht dat allochtone mensen met een handicap minder gebruik maken van de zorg dan mogelijk is. Om de situatie in de provincie Noord-Brabant goed in beeld te brengen heeft het POG aan het PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant gevraagd om hier nader onderzoek naar te verrichten. Het onderzoek moet uiteindelijk leiden tot concrete en praktische aanbevelingen voor mogelijke beleidsinterventies ten aanzien van de zorg aan mensen van allochtone afkomst met een handicap. 1.2 Afbakening onderzoek De centrale vraagstelling voor het onderzoek is de volgende: Welke problemen ondervinden niet-westerse allochtone personen met een lichamelijke handicap in de toegang tot de Brabantse gezondheidszorg en op welke wijze trachten professionele zorgverleners in te spelen op de vragen en behoeften van deze groep personen. Om het onderzoeksterrein zo helder mogelijk af te bakenen is het van belang om zowel allochtonen, gehandicapten en gezondheidszorginstellingen nader te operationaliseren. In dit onderzoek wordt uitgegaan van de volgende definities en afbakeningen: 1.3 Allochtonen Tot de groep allochtonen worden gerekend personen van wie minstens één ouder in het buitenland is geboren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen die zelf ook in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in Nederland zijn geboren (de tweede generatie). De groep allochtonen is op grond van het geboorteland van de persoon onderverdeeld in westers en niet-westers. Tot de categorie niet-westers behoren mensen uit Turkije, Marokko, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met uitzondering van Japan en Indonesië. Dit onderzoek richt zich op de niet-westerse allochtonen in de provincie Noord-Brabant. 1.4 Lichamelijk gehandicapten We hanteren de volgende definitie voor mensen met een lichamelijke handicap: Personen die één of meerdere activiteiten zoals het zich verplaatsen, de persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken, het (langdurig) zitten of staan, niet zelfstandig kunnen verrichten als gevolg van beperkingen in het zien, horen of bewegingsapparaat. Deze definitie is ontleend aan het Sociaal en Cultureel Planbureau (2002). PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 5
8 1.5 Brabantse gezondheidszorginstellingen In overleg met de opdrachtgever en de klankbordgroep hebben we een selectie gemaakt van de instellingen in Noord-Brabant die we in het onderzoek betrekken. Om inzicht te krijgen waar allochtonen met een lichamelijke handicap zorg ontvangen hebben we de volgende instellingen benaderd: LCIG, RIO, (LG-consulenten van de) SPD, thuiszorg, revalidatiecentra, woonvormen voor lichamelijk gehandicapten, blinden/slechtzienden en doven/ slechthorenden, activiteitencentra en de District Huisartsen Verenigingen (DHV s). Er is veel gepubliceerd over de toegang tot de huisartsenvoorziening. We verwachten geen grote verschillen met de uitkomsten van deze studies en dit onderhavige onderzoek. Daarom richten wij ons in dit onderzoek niet op de individuele huisarts sec, maar proberen we projecten op te sporen via de regionale koepels van huisartsen, de DHV s. 1.6 Werkwijze Het onderzoek is in verschillende fasen ingedeeld. We zijn gestart met een literatuuronderzoek. Wat is er bekend op het terrein van de toegang tot zorg voor mensen van allochtone afkomst met een lichamelijke handicap? Tevens proberen we te benoemen hoeveel mensen van allochtone afkomst in Nederland en in Noord-Brabant wonen die een lichamelijke handicap hebben. Vervolgens zijn we op zoek gegaan naar de Brabantse situatie in de zorgsector. Via een telefonische enquête hebben we bovengenoemde instellingen bevraagd naar onder andere het aantal mensen van allochtone afkomst die bij hen in zorg zijn, naar de specifieke vragen die groepen allochtonen eventueel hebben, naar het beleid van de instellingen en naar projecten die zich specifiek richten op mensen van allochtone afkomst binnen de zorg- en dienstverlening aan mensen met een lichamelijke handicap. Het betreft projecten op het gebied van voorlichting, ondersteuning en belangenbehartiging. In de bijlage vindt u een overzicht van de instellingen die gegevens hebben verstrekt. Om de behoeften en ervaringen van de doelgroep beter in beeld te krijgen vonden (groeps)gesprekken plaats met een aantal mensen van allochtone afkomst. 1.7 Instellen van klankbordgroep Het onderzoek werd gevolgd door een aantal mensen met specifieke expertise op het terrein van mensen van allochtone afkomst en/of mensen met een lichamelijke handicap. Op deze wijze werd vanuit verschillende invalshoeken de inhoud en complexiteit belicht. De volgende mensen namen deel aan de klankbordgroep: - K. Can, ervaringsdeskundige, SNV, Landelijke vereniging migranten met een handicap en chronisch zieken - I. Dam, POG - C. van Faassen, RPCP, RBG - F. Glorius, Provincie Noord-Brabant - N. Karcache, BOZ - A. vd Laan, SPD - S. Terzcan, Palet 6 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
9 De taken van de klankbordgroep waren het gevraagd en ongevraagd adviseren over de verschillende fasen en de voortgang van het onderzoek. De klankbordgroep kwam op drie momenten bijeen, ter bespreking van het concept van de onderzoeksopzet, toen de literatuurstudie was gedaan en een groot deel van de gesprekken had plaatsgevonden en nadat het concepteindrapport gereed was. Wij willen de klankbordgroep hartelijk danken voor hun inzet. 1.8 Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 staat in het teken van de demografische gegevens en het aantal allochtonen met een lichamelijke handicap. Het PON heeft vanwege het ontbreken van betrouwbaar informatiemateriaal een rekenexercitie gedaan om te schatten hoeveel nietwesterse allochtonen in Noord-Brabant een lichamelijke handicap hebben. In hoofdstuk 3 geven we een overzicht van de toegang tot zorg bij de verschillende disciplines in de Nederlandse gezondheidszorg. Op basis van een literatuurverkenning is beschreven welke problemen de verschillende groepen van allochtone afkomst ondervinden in hun zoektocht in zorgland. In hoofdstuk 4 staat de zorgverlening aan allochtonen in Noord-Brabant centraal. Hier vindt u de resultaten van de enquête die het PON heeft gehouden onder een groot aantal Brabantse instellingen. Ook vindt u in dit hoofdstukken resultaten van de gesprekken met mensen van allochtone afkomst. In hoofdstuk 5 trekken we de conclusies en in hoofdstuk 6 leest u de aanbevelingen. PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 7
10 2 Allochtonen in Noord-Brabant Inleiding De zorg in Nederland kent een hoge administratieve last. Via allerlei verplichte formulieren wordt veel in het zorgproces en de logistieke omgeving geregistreerd. Ondanks een grote registratie- en verantwoordingsdrang wordt er niet of nauwelijks geadministreerd op herkomst. Zo kennen de landelijke tabellen cliëntenregistraties van de brancheorganisatie van zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg VGN geen kengetallen van het aantal allochtonen binnen de (semi-) residentiële voorzieningen voor mensen met een handicap. In onze zoektocht naar cijfermateriaal zijn wij geen gegevens tegengekomen over de omvang van het aantal gehandicapte allochtonen in Nederland. In dit hoofdstuk extrapoleren we daarom bestaand en betrouwbaar demografisch cijfermateriaal over het aantal allochtonen in de Nederlandse en Brabantse samenleving naar percentages gehandicapte allochtonen in Noord-Brabant. 2.1 Omvang van de groep allochtonen in Nederland Laten we eerst nog eens kijken naar de definitie van allochtonen die wij hanteren in dit onderzoek. Zoals wij in de inleiding hebben aangegeven verstaan wij onder allochtonen alle personen van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Allochtonen die zelf in het buitenland zijn geboren vormen de eerste generatie en allochtonen die in Nederland zijn geboren vormen de tweede generatie. Er is een onderscheid gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen. De niet-westerse allochtonen omvatten landen zoals Turkije, Azië (exclusief Indonesië en Japan), Afrika, Latijns Amerika. Westerse allochtonen zijn afkomstig uit landen als Indonesië, Europa, Noord- Amerika, Japan en Oceanië. In dit onderzoek richten wij ons op de nietwesterse allochtonen. De omvang van het aantal niet-westerse allochtonen is ongeveer even groot als het aantal westerse allochtonen. In de onderstaande tabel wordt weergegeven hoeveel niet-westerse allochtonen zich in Nederland bevinden. Tabel 1: Aantal allochtonen naar herkomst in 2000 en Totaal aantal niet-westerse 1,4 miljoen 2,0 miljoen allochtonen Eerste generatie 0,9 miljoen 1,2 miljoen Tweede generatie 0,5 miljoen 0,8 miljoen Bron: CBS 2001a bevolkingsprognose Maandstatistiek van de bevolking, 49 (1), 63-71, 2001a 8 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
11 De tabel laat zien dat er anno ,4 miljoen niet-westerse mensen in Nederland verblijven. De belangrijkste bevolkingsgroepen binnen deze groep zijn Turken ( ), Surinamers ( ) en Marokkanen ( ). Indien naar het jaar 2010 wordt gekeken dan zien we dat het aantal niet-westerse allochtonen sterk stijgt tot 2 miljoen. Dit is een procentuele stijging van ruim 43%. In de volgende tabel wordt de totale omvang van de groep allochtonen nader bekeken. Er is een onderscheid gemaakt naar leeftijdscategorieën. We nemen in de tabel eveneens gegevens op over mensen van Indonesische afkomst omdat zij met een belangrijke groep vormen in Nederland. Let wel: zij behoren niet tot de categorie niet-westerse allochtonen. Tabel 2: Leeftijdsopbouw per allochtonengroep in 1999 in Nederland (WRR, 2001) (absoluut en in procenten) Land van Leeftijd herkomst Totaal Nederland (23,3%) (13,4%) (16,2%) (14,9%) (32,2%) Turkije (41,8%) (21,8%) (18,7%) (7,8%) (10,0%) Nederlandse Antillen/Aruba (39,2%) (21,6%) (17,3%) (12,3%) (9,6%) Suriname (34,8%) (18,0%) (19,7%) (14,6%) (12,9%) Marokko (45,5%) (20,6%) (15,5%) (8,1%) (10,3%) Indonesië (15,4%) (15,1%) (21,4%) (21,0%) (27,1%) Er zijn grote verschillen te zien in demografische opbouw tussen de Nederlandse bevolking en de niet-westerse allochtonen. Het percentage 50-plussers is voor de Nederlandse bevolking fors hoger terwijl in de jongere leeftijdscategorie (0-19 jaar) de Nederlandse bevolking procentueel gezien een kleiner aandeel heeft. De Nederlandse bevolking is dan ook in vergelijking met de niet-westerse allochtone bevolking meer aan het ontgroenen en vergrijzen. Laten we nog eens specifieker kijken naar de leeftijdscategorie boven de 55 jaar. In de onderstaande tabel wordt de huidige leeftijdsopbouw per 10 jaren weergegeven en worden cijfers gepresenteerd voor het jaar PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 9
12 Tabel 3: Aantal 55+ naar herkomst in 2000 en (a) Niet-westers (b) Westers (c) Totaal aantal allochtonen (d) Totale bevolking % Nietwesterse allochtonen op totale bevolking jaar ,1% jaar ,8% ,7% Totaal ,5% jaar ,2% jaar ,2% ,7% Totaal ,1% Zoals gezegd is het opvallend dat anno 2000 het aantal allochtonen van 55 jaar en ouder gering is in vergelijking met de totale Nederlandse bevolking. Het aantal allochtonen vergrijst sterk waardoor in 2010 het percentage fors gestegen zal zijn. Bovendien zal het aantal niet-westerse allochtone ouderen toenemen ten opzichte van de totale bevolking. Een steeds groter deel van de in Nederland wonende ouderen is allochtoon. De stijging doet zich het sterkst voor bij de leeftijdscategorie jarige allochtonen (van 1,8% in 2000 naar 4,2% in 2010). Daar waar in 2000 nog 2,5% van de 55+ in Nederland van (nietwesterse) allochtone afkomst was, zal dit in de loop van 10 jaar stijgen tot een percentage van 4,1%. 2.2 Omvang van het aantal allochtonen in Noord-Brabant In deze paragraaf staan we stil bij de bevolkingsopbouw van de provincie Noord-Brabant. De provincie Noord-Brabant bevindt zich in een middengroep als het gaat om het percentage allochtonen dat deel uit maakt van de Nederlandse samenleving. Met name in de provincies Noord- en Zuid-Holland wonen drie tot vier maal meer allochtonen dan in Noord-Brabant. De vier grootste allochtonengroepen in Brabant zijn: Turken, Marokkanen, Duitsers en Indonesiërs. In de volgende tabel wordt het aantal allochtonen (westers en niet-westers) in de provincie Noord-Brabant beschreven. 10 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
13 Tabel 4: Aantal westerse en niet-westerse allochtonen in Noord-Brabant Inwonertal Allochtonen Aandeel allochtonen op totale Brabantse bevolking in procenten , , , , , Bron: CBS, 2002 Ongeveer 14% van de Brabantse bevolking valt onder de gekozen definitie van allochtonen. Van 1996 tot 2000 is dit percentage gestegen van 12,6% naar 13,8%. In tabel 4 is nog geen onderscheid gemaakt in westers of niet-westers. Daar zullen we in tabel 5 nader op ingaan. Tevens zullen we prognoses voor de toekomst aangeven. Tabel 5: Aantal westerse allochtonen in Noord-Brabant Westers België Duitsland UK Indonesië Toename/afname + 12,8% + 12,8% + 12,5% + 15,9% - 10,6% Bron: CBS, 2002 De westerse allochtonenpopulatie in Noord-Brabant bestaat voornamelijk uit een grote groep Duitsers, Indonesiërs en Belgen. In het zuiden van Noord- Brabant wonen relatief veel Belgen. In het oosten van Noord-Brabant wonen relatief veel Duitsers. In en rondom de agglomeratie Eindhoven en in het westen van Noord-Brabant verblijven veel Engelsen. In s-hertogenbosch en Breda is de omvang van de bevolkingsgroep Indonesiërs relatief gezien het grootst. De verwachting is dat de omvang van de verschillende bevolkingsgroepen verder zal stijgen met ongeveer 12-16% richting Alleen de omvang van de groep Indonesiërs zal dalen. PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 11
14 Tabel 6: Aantal niet-westerse allochtonen in Noord-Brabant Totaal aantal niet-westerse allochtonen Turkije Marokko Suriname Nederlandse Antillen/Aruba Stijging + 98,8% + 43,8% + 72,8% + 23,2% + 120,7% Bron: CBS, 2002 De bovenstaande cijfers laten zien dat het aantal niet-westerse allochtonen in verhouding tot westerse allochtonen sterker zal gaan stijgen. Het aantal nietwesterse allochtonen zal volgens een voorzichtig scenario zelfs verdubbelen in 2020 ten opzichte van De ervaring leert dat de meeste allochtonen geconcentreerd zijn in de grotere steden in Nederland. Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn kleurrijk samengesteld. Zo bestaat de Amsterdamse bevolking voor 45% uit allochtonen, Den Haag en Rotterdam kennen een percentage van 40%, terwijl in Utrecht 30% allochtoon is. Welke percentages kennen de steden en dorpen in Noord-Brabant eigenlijk? Tabel 7 en 8 geven hier inzicht in. Tabel 7: Twintig gemeenten in Noord-Brabant met het hoogste percentage allochtonen, naar land van herkomst, 1 januari 1999 (NIDI, 2002) De gemeente waar de meeste allochtonen wonen is de gemeente Baarle- Nassau. Dat juist deze gemeente de meeste allochtonen kent is niet verwonderlijk gezien haar bijzondere status aparte in ons staatsbestel. 12 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
15 Veel Belgen wonen in deze internationale gemeente. In de vijf grote steden in Noord-Brabant (Eindhoven, Helmond, Tilburg, Den Bosch en Breda) wonen de meeste allochtonen. De percentages liggen echter beduidend lager dan in de vier grote steden in Nederland en variëren van 17% tot 23%. In de Brabantse steden wonen meer niet-westerse allochtonen dan westerse. De kleinere gem eenten kennen een kleine allochtone gemeenschap. Tussen de 2% en 6% van de lokale samenleving is van allochtone komaf. Hiervan heeft tussen de 1% en 2% een niet-westerse achtergrond. In de kleinere gemeenten zijn in tegenstelling tot de grotere steden meer westerse allochtoon dan niet-westerse allochtonen. Tabel 8: Twintig gemeenten in Noord-Brabant met het laagste percentage allochtonen, naar land van herkomst, 1 januari 1999 (NIDI, 2002) 2.3 De mate van handicap We hebben in het eerste gedeelte van dit hoofdstuk in kaart gebracht hoe de demografische opbouw van de Provincie Noord-Brabant zich ontwikkelt. Nu we inzicht hebben in het aantal niet-westerse allochtonen in Noord-Brabant en de spreiding van deze groep over de Brabantse dorpen en steden richten we ons op de definitie en het cijfermateriaal over de mate van handicaps. In dit onderzoek staat de lichamelijke handicap centraal. Mensen met een verstandelijke handicap vallen buiten de scope van dit onderzoek. De definitie van lichamelijk gehandicapten in dit onderzoek sluit aan bij het SCPonderzoek Rapportage Gehandicapten 2002 en luidt: PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 13
16 Personen die een of meerdere activiteiten zoals het zich verplaatsen, de persoonlijke verzorging, huishoudelijke taken, het (langdurig) zitten of staan, niet zelfstandig kunnen verrichten als gevolg van beperkingen in het zien, horen of bewegingsapparaat. Eerst kijken we hoeveel mensen met een lichamelijke handicap in Nederland wonen. Tabel 9: Ernst van de lichamelijke beperking, bij personen van 6 jaar en ouder (exclusief instituutsbevolking), naar leeftijdscategorie en geslacht, 1 januari 2001 (in procenten en absolute aantallen) Naar leeftijdscategorie 6-19 jaar jaar > 65 jaar Totaal Geen beperkingen (%) 91,4 80,4 39,9 76,5 Wel beperkingen (%) 8,6 19,6 60,1 23,5 wv licht 6,5 12,8 23,8 13,3 wv matig 2,1 5,0 20,6 6,7 wv ernstig - 1,8 15,7 3,5 Licht x Matig x Ernstig x Bron: SCP, Rapportage Gehandicapten 2002 Het rapport van het SCP veronderstelt dat in Nederland ongeveer zelfstandig wonende mensen een ernstige lichamelijke handicap hebben, 1 miljoen mensen hebben een matige handicap terwijl ongeveer 2 miljoen mensen een lichte beperkingen ondervinden. Er zijn ongeveer 1,5 miljoen mensen met een chronische ziekte. Tussen de en mensen hebben een verstandelijke beperking. Deze cijfers mogen niet bij elkaar opgeteld worden omdat er een overlap bestaat. Zo kunnen mensen met een verstandelijke beperking ook een chronische aandoening hebben, terwijl chronische aandoeningen vaak de oorzaak zijn van een lichamelijke beperking. 2.4 Omvang van de groep gehandicapte allochtonen in Noord-Brabant In deze paragraaf maken we een inschatting van het aantal gehandicapte niet-westerse allochtonen in de provincie Noord-Brabant. We zullen twee aannames doen. De eerste aanname is dat er geen significant verschil is in het aantal lichamelijke beperkingen tussen mensen van niet-westerse afkomst en de autochtone Nederlandse bevolking. We weten uit onderzoek echter dat op een aantal gezondheidsklachten allochtone groepen hoger scoren dan allochtonen. Deze klachten kunnen daarentegen niet altijd gerekend worden tot de definitie van lichamelijk gehandicapt. De tweede aanname is dat de leeftijdsopbouw van de niet-westerse allochtone bevolking in Noord-Brabant niet afwijkt van het nationale niveau. 14 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
17 Het uitgangspunt is dus dat de niet-westerse allochtonen in Noord-Brabant niet jonger of ouder zijn dan de niet-westerse allochtonen in de rest van Nederland. In tabel 10 wordt deze Brabantse bevolkingsopbouw weergegeven. Tabel 10: Leeftijdsopbouw per allochtonengroep in 2000 in Noord-Brabant (absoluut en in procenten) Leeftijdscategorie Allochtoniteit Totaal Turkije (41,8%) (21,8%) (18,7%) (7,8%) (10,0%) Nederlandse Antillen/Aruba (39,2%) (21,6%) (17,3%) (12,3%) (9,6%) Suriname (34,8%) (18%) (19,7%) (14,6%) (12,9%) Marokko (45,5%) (20,6%) (15,5%) (8,1%) (10,3%) Indonesië (15,4%) (15,1%) (21,4%) (21%) (27,1%) Zoals u ziet staat in de bovenstaande tabel de groep Indonesiërs beschreven. Zij behoren niet tot de officiële definitie van niet-westerse allochtonen. Maar omdat zij in Noord-Brabant een grote groep vormen zijn zij in de tabel wel opgenomen. Tabel 11: Leeftijdsopbouw per allochtonengroep in 2000 in Noord-Brabant (in procenten) Leeftijdscategorie Allochtoniteit Totaal >60 Turkije % 55% 4% Nederlandse % 58% 3% Antillen/Aruba Suriname % 60% 6% Indonesië % 69% 17% Marokko % 51% 4% Bron: Nidi, Allochtonen: ontwikkelingen in Noord-Brabant in perspectief, januari 2002, pag. 35 Als we de cijfers uit tabel 9 combineren met de gegevens uit tabel 11 dan kunnen we een inschatting geven van het aantal gehandicapte niet-westerse allochtonen in Noord-Brabant. De groep Indonesiërs behoort niet tot de categorie niet-westerse allochtonen maar omdat zij een grote groep vormen in Noord-Brabant worden zij wel apart in een tabel benoemd. PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 15
18 Tabel 12: Schatting van het aantal gehandicapte Turken in Noord-Brabant (N=40.970) Turken Naar leeftijdscategorie 6-19 jaar jaar > 60 jaar Totaal Abs % Abs % Abs % Abs % N Geen beperkingen , , , ,3 Wel beperkingen , , , ,7 Licht , , , ,7 Matig 353 2, , ,4 Ernstig , , ,6 De tabel laat zien dat 663 mensen in Noord-Brabant van Turkse afkomst een ernstige lichamelijke beperking hebben. Tweederde bevindt zich in de leeftijdscategorie tussen de 20 en de 60 jaar. Tabel 13: Schatting van het aantal gehandicapte Antilianen/Arubanen in Noord-Brabant (N=12.775) Antilianen/ Naar leeftijdscategorie Arubanen 6-19 jaar jaar > 60 jaar Totaal Abs % Abs % Abs % Abs % N Geen beperkingen , , , ,3 Wel beperkingen 428 8, , , ,7 Licht 324 6, , , ,7 Matig 104 2, , ,4 Ernstig , , ,6 193 Mensen van Antilliaanse en Arubaanse afkomst die woonachtig zijn in Noord-Brabant hebben een ernstige lichamelijke beperking. Bijna 70% van hen heeft een leeftijd tussen de 20 en 60 jaar. 16 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
19 Tabel 14: Schatting van het aantal gehandicapte Surinamers in Noord- Brabant (n=17.440) Surinamers Naar leeftijdscategorie 6-19 jaar jaar > 60 jaar Totaal Abs % Abs % Abs % Abs % N Geen beperkingen , , , ,3 Wel beperkingen 510 8, , , ,7 Licht 385 6, , , ,7 Matig 125 2, , ,4 Ernstig , , ,6 Wanneer we naar de groep Surinamers kijken dan zien we dat 352 mensen een ernstige lichamelijke beperking heeft. Ongeveer de helft van hen is boven de 60 jaar. Tabel 15: Schatting van het aantal gehandicapte Indonesiërs in Noord- Brabant (n=53.970) Indonesiërs Naar leeftijdscategorie 6-19 jaar jaar > 60 jaar Totaal Abs % Abs % Abs % Abs % N Geen beperkingen , , , ,3 Wel beperkingen 650 8, , , ,7 Licht 491 6, , , ,7 Matig 159 2, , ,4 Ernstig , , ,6 De grootste groep allochtonen in Noord-Brabant wordt gevormd door de Indonesiërs. Van hen hebben mensen een ernstige lichamelijke beperking. Zo n 70% van deze groep heeft een leeftijd boven de 60 jaar. Een bewijs wellicht voor de stelling dat met het klimmen van de jaren ook de gebreken zich aandoen. PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 17
20 Tabel 16: Schatting van het aantal gehandicapte Marokkanen in Noord- Brabant (n=29.955) Marokkanen Naar leeftijdscategorie 6-19 jaar jaar > 60 jaar Totaal Abs % aas % Abs % Abs % N Geen beperkingen , , , ,3 Wel beperkingen , , , ,7 Licht 876 6, , , ,7 Matig 283 2, , ,4 Ernstig , , ,6 Ten slotte de groep Marokkanen in Noord-Brabant. Hiervan hebben 463 mensen een ernstige lichamelijke beperking. Zo n 60% heeft een leeftijd tussen de 20 en 60 jaar. De in de tabellen gerefereerde niet-westerse allochtonengroepen (dus exclusief Indonesië) vormen tweederde van het aantal niet-westerse allochtonen in de provincie Noord-Brabant. We geven de cijfers van deze groepen in een afsluitende tabel weer. Tabel 17: Schatting van het aantal gehandicapte niet-westerse allochtonen in Noord-Brabant Turken, Marokkanen, Nederlandse Antillen, Surinamers Wel beperkingen Naar leeftijdscategorie 6-19 jaar jaar > 60 jaar Totaal Licht Matig Ernstig Resumé In dit hoofdstuk hebben we vanwege het ontbreken van concreet cijfermateriaal een exercitie gehouden om te achterhalen hoeveel mensen van nietwesterse afkomst in Noord-Brabant een lichamelijke handicap hebben. We hebben de landelijke resultaten over demografische ontwikkelingen in kaart gebracht. Vervolgens zijn we naar de Brabantse situatie gaan kijken. In Noord- Brabant wonen ongeveer allochtonen. Dit is bijna 14% van de Brabantse bevolking. 18 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
21 Zo n kleine allochtonen is van niet-westerse komaf en woont voornamelijk in de grotere Brabantse steden. Omvangrijke groepen binnen de niet-westerse allochtonen zijn de Turken, Marokkanen, Surinamers en Antilianen/Arubanen. Zij vormen ongeveer tweederde van de totale nietwesterse populatie in Noord-Brabant. Met behulp van gegevens van het SCP naar de omvang van het aantal mensen met een lichamelijke beperking hebben we een inschatting gemaakt van het aantal gehandicapte niet-westerse allochtonen in Noord-Brabant. Deze eerste schatting laat zien dat er binnen de onderzoeksgroep ongeveer mensen een matige lichamelijke handicap heeft en ongeveer een ernstige lichamelijke beperking kent. PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 19
22 3 Allochtonen en de toegang tot zorg Nederland is een kleurrijk land. Dat zien we terug in alle facetten van de samenleving. Het Nederlands voetbalelftal en de hedendaagse popmuziek zijn hier goede voorbeelden van. Op dit moment is 17% van de Nederlandse samenleving van buitenlandse afkomst. Dit percentage zal naar verwachting toenemen. Hoewel de kleurrijkheid een kenmerk is geworden van de Nederlandse samenleving, is het ook duidelijk dat op vele terreinen dezelfde kleurrijkheid de instituties voor nieuwe (beleids)vragen en beleidskeuzes stelt. Eén van de terreinen waar dit vraagstuk pregnant naar voren komt is de Nederlandse gezondheidszorg. Hoewel iedere ingezetene in Nederland, autochtoon of allochtoon, is verzekerd voor ziektekosten en dus daarmee recht heeft op toegang tot de erkende zorgvoorzieningen, is diezelfde toegang tot zorg niet gelijkelijk verdeeld. In dit hoofdstuk zullen wij de toegang tot de zorgvoorzieningen voor mensen van allochtone afkomst aan een nadere studie onderwerpen. Centraal staat de vraag hoe het met deze toegang is gesteld. Op basis van een uitgebreide literatuurstudie zullen de mogelijke belemmeringen in kaart worden gebracht. Wij hebben daarbij een sectorale benadering voor ogen. Dat wil zeggen dat wij onderscheid maken in de verschillende sectoren in de gezondheidszorg. We kijken naar de toegang tot de ouderenzorg, gehandicaptenzorg, thuiszorg en huisartsenzorg. Met name de huisartsenzorg vervult een belangrijke schakel in de toegang tot de (tweedelijns)-zorg omdat de huisarts een poortwachtersfunctie heeft. Onlosmakelijk verbonden met deze professionele sectoren is de informele zorg. Mantelzorg zal daarom eveneens betrokken worden in dit hoofdstuk. Ten slotte zullen we ook aandacht besteden aan de mogelijke oplossingsrichtingen om de toegang tot de zorg te stimuleren. 3.1 Interculturalisatie Interculturalisatie is een begrip dat in vele studies opduikt. Daarom willen we eerst hierop een korte toelichting geven. Onder interculturalisatie wordt verstaan dat bij het formuleren van het zorgaanbod van zorgvoorzieningen rekening wordt gehouden met de diversiteit aan etnisch-culturele achtergronden van migranten. Het doel van interculturalisatie is om allochtonen en autochtonen een gelijkwaardige kwaliteit van zorg en gelijkwaardige toegang tot zorg te verschaffen. Zorgvoorzieningen dienen dus geen eenheidsworst aan zorgproducten aan te bieden, maar maatwerk te leveren. Het aanbieden van een gedifferentieerd zorgaanbod, waarbij rekening wordt gehouden met een diversiteit aan wensen en behoeften van cliënten, zou in het beleid van zorgorganisaties behoren te zitten. 20 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
23 3.2 Beleidsvisie op lichamelijk, zintuiglijk en meervoudig gehandicapten De laatste jaren staat in elk document het uitgangspunt van volwaardig burgerschap centraal. Iedereen heeft dezelfde rechten en plichten en moet ook dezelfde mogelijkheden hebben om mee te doen in de maatschappij. Daarbij staat het individu centraal. Iedereen is anders en de behoefte aan ondersteuning is individueel bepaald. Elke vorm van dienstverlening zal dan ook op maat moeten zijn, gebaseerd op de vraag die iemand zelf heeft. Een ander uitgangspunt behorend bij volwaardig burgerschap is keuzevrijheid. Je moet zelf kunnen bepalen hoe je je leven vormgeeft. Daarbij geldt het adagium regulier wat kan en specifiek wat moet. Dit adagium geldt voor alle vormen van ondersteuning en beleid. Zo zal de zorg- en dienstverlening in welke vorm dan ook toegankelijk moeten zijn om iedereen daar zo veel mogelijk op eigen kracht en naar eigen wens gebruik van te laten maken. Dat moet worden aangevuld met speciale voorzieningen waar dat nodig wordt geacht. Deze visie wordt door alle partijen in het zorgveld gedragen, maar wordt in de praktijk belemmerd door knelpunten in het Nederlandse ziektekostenverzekeringsstelsel. Vanaf 1999 wordt een serieuze poging ondernomen om het zorgstelsel en dan met name de AWBZ, te moderniseren. De Nederlandse gezondheidszorg kent tot op heden een belemmering in de toegang tot de zorg. Het stelsel is aanbodgericht, de cliënt staat niet centraal en het zorgsysteem kent weinig flexibiliteit. De modernisering van de AWBZ moet hier verandering in brengen. In het kort komt deze modernisering er op neer dat het zorgkantoor/ziektekostenverzekeraar een spilfunctie in de regio gaat krijgen. Hij koopt namens de cliënt op een doelmatige manier zorg in bij onderling concurrerende zorgaanbieders. De cliënt heeft de mogelijkheid om ook zelf zijn zorg in te kopen via een persoonsgebonden budget. Dit kon al vanaf 1995, maar per 1 april 2003 komt er een uniforme sectorbrede PGBregeling. Op dit moment hebben ongeveer mensen een PGB. Cliënten komen in aanmerking voor zorg op het moment dat zij een indicatie hebben gekregen van een regionaal Indicatie Orgaan (RIO). De provincie Noord-Brabant constateert op dit moment nog een aantal knel - punten voor mensen met een handicap in de Brabantse samenleving. Deze knelpunten zijn: - De leefomgeving is niet toegankelijk. - Er bestaat een gebrekkige en versnipperde informatievoorziening. - Er zijn wachtlijsten voor voorzieningen. - Mensen met een handicap hebben veelal een minder gunstige financiële situatie waardoor deelname aan het maatschappelijk leven moeilijk is. - Bij niet gehandicapte burgers is een grote onwetendheid over handicaps en bestaat een verkeerde beeldvorming. De partijen in de zorgvisie hebben geconstateerd dat er een niemandsland ligt tussen de levensterreinen zorg, wonen, welzijn en arbeid. Wat ontbreekt is een heldere samenhang en structuur daartussen. Diensten en mogelijkheden zijn nog niet op elkaar afgestemd terwijl dat hard nodig is. De provincie streeft ernaar dat de bouwstenen van deze provinciale visie in de bestaande regiovisies wordt verwerkt. PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 21
24 3.3 De toegang tot de huisartsenpraktijk De huisarts heeft in het Nederlandse zorgstelsel een belangrijke functie. Vaak is de huisarts de eerste persoon waar mensen met klachten naar toe stappen om vervolgens een deskundig advies of een doorverwijzing voor verdere behandeling te krijgen. De huisarts vervult daarmee een poortwachtersfunctie voor andere zorgvoorzieningen. Eén van de belangrijkste bevindingen uit de verschillende onderzoeken (onder andere Bruijnzeels, 2001 en Van Thiel, 1999) is dat de toegang tot de huisarts voor allochtonen in principe geen probleem is. De huisarts op zich kent een lage drempel voor mensen van allochtone afkomst. Sterker nog, zij bezoeken vaker dan autochtonen de huisarts. Dit is met name voor Turken en Surinamers het geval en in mindere mate voor Marokkanen. Echter, de huisarts wordt niet alleen voor medische klachten bezocht. Gesprekken in de huisartsenpraktijk gaan ook over vragen ten aanzien van de sociale diensten, scholen en andere maatschappelijke dienstverlening. Er zijn geen eenduidige cijfers op basis waarvan een vergelijking kan worden gemaakt voor de duur van consulten. Sommige onderzoeken (Weide en Foets, 1997) rapporteren dat de gemiddelde consulttijd van allochtonen korter is en ander onderzoek (Bruijnzeels e.a., 1998) toont geen verschil aan tussen allochtonen en autochtonen. Daarnaast krijgen allochtone patiënten vaker medicijnen voorgeschreven dan de autochtone patiënt. Hoewel de toegang tot de huisartsenzorg geen probleem blijkt te zijn, bestaan er wel degelijk problemen op het moment dat de allochtonen zich in het zorgsysteem bevinden. Er zijn behoorlijke communicatieproblemen tussen de huisartsen en allochtonen. Bruijnzeels heeft in registraties van consulten bij huisartsen in achterstandwijken bekeken. Huisartsen vonden dat bij 44% van de Turkse patiënten en 39% van de Marokkaanse patiënten sprake was van krommunicatie terwijl dit percentage voor de Nederlandse patiënten op 4% lag. Bovendien wilden de huisartsen bij ongeveer eenderde van de Turkse en Marokkaanse patiënten meer voorlichting geven. Ook allochtone patiënten ervaren de miscommunicatie. Van Wieringen (1999) en El Haddouchi (2000) constateren in onderzoek dat zowel bij de huisartsen als bij de allochtone patiënten wederzijdse signalen en informatie niet begrepen worden. In 30% van de consulten bleken de allochtone patiënt en de huisarts elkaar niet goed begrepen te hebben. Uit vrijwel alle onderzoeken naar allochtonen in de gezondheidszorg komt een beeld naar voren waarin communicatiestoornissen als één van de meest belemmerende factoren worden aangemerkt. De huisarts verstaat de allochtone patiënt vaak niet, de allochtone patiënt voelt zich niet serieus genomen door de huisarts en beiden blijven met een ontevreden gevoel achter. Dit komt de kwaliteit van de huisartsenzorg niet ten goede. Sinds enkele jaren wordt geëxperimenteerd met de introductie van een zorgconsulent in de huisartsenpraktijk. De zorgconsulent vormt de brug tussen de allochtone patiënt en de huisarts ten aanzien van communicatieproblemen en cultuurverschillen. De zorgconsulent kan individuele voorlichting geven over gezondheid, ziekten en opvoeding. Maar de zorgconsulent kan ook ingezet worden om aanwezig te zijn bij een gesprek tussen een huisarts en een allochtone patiënt. Ten slotte kunnen zorgconsulenten ook groepsvoorlichting geven over tal van onderwerpen. 22 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
25 Deze groepsvoorlichting beperkt zich niet alleen tot allochtone patiënten, maar kan ook gegeven worden aan autochtone zorgverleners zoals wijkverpleegkundigen. In februari is een rapport aangeboden aan diverse instellingen in de gemeente Breda. In dit onderzoek stonden de ervaringen van allochtonen uit Breda met de gezondheidszorg centraal. Het onderzoek laat zien dat veel Bredase allochtonen pas in laatste instantie contact zoeken met het medische circuit. Zij worden dan geconfronteerd met wachtlijsten waardoor de problemen nog intensiever worden. Veel instanties zoals de GGZ of Sociale Raadslieden zijn onbekend bij allochtonen. De klachten over huisartsen betreffen het te weinig aandacht schenken aan de problemen waaruit somatische klachten voortkomen. Ook taalproblemen spelen een rol. Deze ervaringen komen grotendeels overeen met andere bevindingen uit onderzoek. 3.4 De toegang tot de thuiszorg Er zijn tot op heden nauwelijks betrouwbare gegevens voorhanden over welke allochtone doelgroepen, welk gebruik maken van de thuiszorg in Nederland (Nivel/Stoom, 2001). Zowel binnen als buiten de thuiszorginstellingen zijn geen goede registratiesystemen voorhanden. Uit een inventarisatie van lokale onderzoeken blijkt dat allochtonen nauwelijks gebruik maken van gezinsverzorging en wijkverpleging. Nivel/Stoom geeft de volgende mogelijke verklaringen: - Veel zorg wordt opgevangen via de mantelzorg. - De groepen allochtonen zijn onbekend met de diensten en producten van de thuiszorg. - Er bestaan mogelijk belemmeringen bij het doorlopen van de procedures bij een aanvraag voor thuiszorg. - Het is mogelijk dat de hoogte van de eigen bijdragen tot onderconsumptie leiden. - En ten slotte sluit de zorg niet goed aan op de vragen en beleving van zorg van allochtonen. Op de mantelzorg en allochtonen komen we later in dit hoofdstuk terug. De thuiszorg kent vele producten en diensten in haar aanbod. Eén van deze diensten richt zich op de ouder- en kindzorg (OKZ). Het betreft dan deelname aan vaccinatieprogramma s, screenen op PKU en het bezoek aan een consultatiebureau. In tegenstelling tot de gezinsverzorging en de wijkverpleging is de deelname van allochtonen aan de OKZ goed te noemen. Er bestaan nauwelijks verschillen met de autochtone medeburgers. Hoewel deelname niet noemenswaardig verschilt, is desondanks enige waakzaamheid geboden. Bij Nederlandse kinderen is het niet deelnemen terug te voeren op de terughoudendheid van de ouders terwijl bij allochtonen de niet-deelname verklaard wordt door gebrekkige informatievoorziening en onbekendheid met de dienstverlening. Ten aanzien van de kraamzorg zien we dat allochtonen minder vaak gebruik maken van de kraamzorg. Op het moment dat zij kraamzorg ontvangen hebben zij bovendien minder uren kraamzorg dan autochtone vrouwen. Daarnaast ontvangen zij minder voorlichting en zijn er regionale verschillen. PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 23
26 Volgens Nivel/Stoom (2001) kunnen er vraagtekens gezet worden bij de toegankelijkheid van de kraamzorg voor allochtonen en bij de kwaliteit van deze zorg. 3.5 De toegang tot de lichamelijk gehandicaptenzorg Er is eveneens weinig onderzoek gedaan naar de zorg aan mensen van allochtone afkomst met een lichamelijke handicap. Eén van de weinige onderzoeken naar dit gebied is verricht door Schakels (1999). Schakels heeft in 1999 onder Utrechtse instellingen onderzoek gedaan naar de interculturalisatie in de zorg voor mensen met een functiebeperking. Zij hebben 10 instellingen geïnterviewd die diensten verlenen aan mensen met een handicap. Deze instellingen hebben nauwelijks allochtone cliënten in hun bestand. De meeste instellingen registeren hier bovendien niet op. Daar waar gewerkt wordt met allochtone cliënten worden problemen ervaren op het gebied van communicatie. De vraag of de boodschap goed is overgekomen en of de gemaakte afspraken helder zijn houdt de zorgverleners bezig. De geïnterviewde instellingen ontwikkelen geen specifiek beleid dat gericht is op de allochtone cliënten. Daarvoor verwijzen ze naar de individuele zorgplannen die voldoende ruimte bieden voor persoonlijke invulling van wensen en behoeften. De instellingen beschikken nauwelijks over informatiemateriaal in een andere taal dan het Nederlands. Volgens de RVZ (2000) is de gehandicaptenzorg niet uitgerust met een intercultureel zorgaanbod. Veel allochtone ouders met een gehandicapt kind weten de toegang tot de zorg niet te vinden en verkeren in een geïsoleerde situatie. Meer dan de helft heeft geen contact gehad met een hulpverlenende instantie zoals een SPD. Nog geen 25% is op de hoogte van regelingen voor mensen met een handicap. Gebrek aan informatie, gebrek aan voorlichting over het zorgaanbod, cultuurverschillen in opvattingen over en omgang met handicaps lijken belangrijke oorzaken te zijn in verwachtingspatronen in de zorg. 3.6 De toegang tot de SPD Sinds enkele jaren hebben de Sociaal Pedagogische Diensten een functie erbij gekregen die zich richt op de zorg- en dienstverlening aan mensen met een lichamelijke beperking. Deze functie wordt uitgevoerd door de consulenten lichamelijk gehandicapten. Voorheen richtte de SPD zich voornamelijk op mensen met een verstandelijke beperking. Ten aanzien van het onderwerp allochtonen en een lichamelijke handicap zijn nauwelijks gegevens voorhanden. Er zijn enkele onderzoeken gedaan naar de begeleiding van allochtone cliënten binnen de SPD en de ervaringen van allochtone ouders van kinderen met een handicap. Op deze onderzoeksresultaten concentreren wij ons. Met name het cijfermateriaal over het aantal allochtone cliënten bij SPD en is gedateerd (1994). Toch willen wij u enige indicatie geven. In de onderstaande tabel presenteren wij cijfers uit een onderzoek van de Rijksuniversiteit Leiden en de Somma (Dubbeldam en Eldering, 1995). 24 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
27 Tabel 18: Percentage allochtonen in verschillende steden SPD Eindhovedaal Tilburg Roosen- Helmond Dordrecht Uden Waal- Den wijk Bosch Aantal allochtonen (%) 11% 10% 9% 9% 8% 7% 7% 5% Let wel: het betreft hier percentages allochtone cliënten met een verstandelijke beperking. Er is geen cijfermateriaal voorhanden van het aantal allochtonen met een lichamelijke beperking. Aangenomen wordt dat dit slechts een handjevol cliënten betreft. In het vervolg van dit onderzoek zal de SPD en gevraagd worden naar de huidige stand van zaken. In een recent onderzoek van De Jong en Disbudak (2002) naar allochtone kinderen met een handicap staan de ouders van deze kinderen centraal. Zij geven onder andere aan dat de informatie over hulpverlening niet toereikend is. 'We weten niet wat onze rechten zijn, we krijgen alleen pedagogische adviezen en er is geen informatie in onze eigen taal', aldus de allochtone ouders. Deze bevindingen sluiten naadloos aan bij de conclusies van onderzoek van de Rijksuniversiteit Leiden. Meer dan 50% van de allochtone ouders met gehandicapte kinderen heeft nooit contact gehad met de hulpverlening, zoals de SPD. Nog geen kwart is op de hoogte van regelingen voor hun gehandicapte kind en meer dan 80% van de allochtonen geeft aan dat ze het op sommige momenten niet meer aankunnen. Dit is twee keer zoveel als onder Nederlandse ouders van gehandicapte kinderen. Uit het onderzoek van Eldering komt verder naar voren dat de problemen van allochtonen met een gehandicapt kind deels worden veroorzaakt doordat ze in Nederland tot de laagste sociale klasse behoren. Met name de vrouwen hebben een laag opleidingsniveau. Geen van de Marokkaanse moeders uit het onderzoek konden lezen of schrijven toen ze naar Nederland kwamen. Turkse ouders hebben vaak wel een paar jaar basisschool doorlopen. De taal, een belangrijke barrière bij de hulpverlening, is een groter probleem voor Marokkanen - die Arabisch of Berbers spreken en elkaar lang niet altijd kunnen verstaan - dan voor Turkse migranten. Marokkanen zijn daardoor voor hulpverleners nog moeilijker te bereiken dan Turken. Daarnaast werpt het cultuurverschil een dam op. De meeste allochtonen zijn weinig op de Nederlandse samenleving georiënteerd. 3.7 Mantelzorg en allochtonen In de Nederlandse samenleving wordt op grote schaal mantelzorg verleend. De omvang van de mantelzorg is vijf maal groter dan de professionele thuiszorgverlening. In Nederland kennen wij een zorgsysteem waarin zelfzorg, mantelzorg en professionele zorg veelal complementair zijn. Men ontvangt een aantal uren professionele thuiszorg waarbij de cliënt daarnaast wordt ondersteund vanuit de sociale omgeving. In veel allochtone gezinnen wordt niet in dergelijke constructies gedacht: óf men zorgt binnen de familiekring voor het zieke familielid óf een intramurale instelling draagt de zorg. Wat daarbij overigens onder de term familie wordt verstaan verschilt per allochtone groep. Veel allochtone ouderen gaan ervan uit dat zij op het moment dat zij het nodig achten, hulp zullen ontvangen van hun kinderen. Deze gedachte is vaak gebaseerd op religie, cultuur of traditie. PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND 25
28 De kinderen proberen aan de verwachtingen te voldoen, maar dat levert voor met name de tweede en derde generatie problemen op. Omdat de ouders vaak niet het Nederlands beheersen behelst het verlenen van zorg meer dan alleen maar de hulpverlening. Begeleiding als vertaler tijdens bezoeken aan artsen en anderen is bijvoorbeeld noodzakelijk. In vergelijking met het land van herkomst zijn de zorgvoorzieningen in Nederland kwalitatief beter. Dit betekent dat de ouderen een hogere leeftijd bereiken (ook na een ziekteincident) waardoor de zorgbelasting voor de mantelzorgers zwaarder wordt. In het onderstaande schema wordt deze spanning helder weergegeven: Opvatting over zorg voor ouders Familie zorgt voor ouders Ziekenhuis en huisarts wordt geaccepteerd Vreemden kunnen geen zorg leveren aan ouders Familie en mantelzorgers zorgen voor ouders Professionele zorgverleners geven zorg aan ouders Relatief veel allochtone ouderen Relatief veel allochtonen van 2 e en 3 e generatie Relatief veel autochtone families; formeel en feitelijk beleid Omdat de tweede en derde generatie beter de weg kennen in het Nederlandse zorgsysteem weten zij welk aanbod er voorhanden is dat past bij de vraag van de ouders. Hierdoor komen zij voor een dilemma te staan: waar moeten namelijk de grenzen worden gelegd in de combinatie zorg voor de ouders en maatschappelijke participatie? Dit spanningsveld is nauwelijks bekend binnen zorginstellingen vanwege de overheersende gedachte dat de familie alles regelt binnen allochtone gezinnen. En dat er een grote diversiteit aan culturele zorgopvattingen tussen verschillende groepen allochtonen bestaat laten de volgende voorbeelden zien. - Vooral Turkse en Marokkaanse ouderen zijn van mening dat hun kinderen de gehele zorg op zich dienen te nemen op het moment dat dat noodzakelijk is. Dit kan bovendien verder reiken dan alleen de zorg aan gezinsleden. Ook de zorg aan andere familieleden kan tot de mogelijkheden behoren. - Vooral Zuid-Europese allochtonen, Surinamers en Antillianen spreken zich minder duidelijk uit over de verwachtingen die zij hebben van hun kinderen ten aanzien van de zorg voor later. 26 PON-rapportage: ZOEKTOCHT IN ZORGLAND
Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs
Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs
Nadere informatieFactsheet Demografische ontwikkelingen
Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.
Nadere informatieGemengd Amsterdam * in cijfers*
Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen
Nadere informatieDeelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001
Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Staven Centrum voor Beleidsstatistiek i.o. Postbus 4000 2270 JM Voorburg Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001
Nadere informatieMigrantenouderen in cijfers
Migrantenouderen in cijfers Roelof Schellingerhout 1. Aantallen en demografie 2. Prognose 3. Inkomenspositie 4. Gezondheid en welzijn Aantallen en demografie Aantal (migranten) ouderen, 1 januari 2017
Nadere informatie2. De niet-westerse derde generatie
2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde
Nadere informatiePersbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB01-187 24 augustus 2001 9.30 uur Niet-westerse tweemaal zo vaak een uitkering Eind 1999 ontvingen anderhalf miljoen mensen in Nederland een bijstands-,
Nadere informatieAllochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland
Nadere informatieKenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet
Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,
Nadere informatieAllochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010
FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage
Nadere informatie10. Veel ouderen in de bijstand
10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van
Nadere informatieZijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?
Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse
Nadere informatieDemografische gegevens ouderen
In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen
Nadere informatieN. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.
ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding
Nadere informatieINFOKAART ALLOCHTONEN EN GEZONDHEID ZORGGEBRUIK. Een tolk of tolkentelefoon wordt maar incidenteel gebruikt (1).
INFOKAART ALLOCHTONEN EN GEZONDHEID ZORGGEBRUIK Naast deze infokaart over allochtonen en zorggebruik zijn ook infokaarten beschikbaar over gezondheid (introductie op het thema) en over leefstijl bij allochtonen.
Nadere informatieVrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten
Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8
Nadere informatieCohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen
Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal
Nadere informatieFact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft
Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De
Nadere informatieDiversiteit in de Provinciale Staten
Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren
Nadere informatiefluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012
Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen
Nadere informatieAllochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)
Allochtonen, 2013 Indicator 22 januari 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 woonden
Nadere informatieDiversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011
Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale
Nadere informatieMaatwerk gewenst in de ondersteuning? Soort beperking van belang
Maatwerk gewenst in de ondersteuning? Soort beperking van belang Door: Dorrit Verkade en Annelies de Jong van Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) Waarom deze factsheet? Er vinden belangrijke veranderingen
Nadere informatieCentraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB08-085 18 december 2008 9.30 uur Bevolking groeit tot 17,5 miljoen in 2038 Nog 1 miljoen inwoners erbij, inwonertal zal harder groeien dan eerder gedacht
Nadere informatieWerkloosheid 50-plussers
Gemeente Amsterdam Werkloosheid 50-plussers Amsterdam, 2017 Factsheet maart 2018 Er zijn ruim 150.000 Amsterdammers in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Hiervan is 64% aan het werk. Ongeveer 6.200
Nadere informatieIJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Borgele en Platvoet Deventer
IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor
Nadere informatieFactsheet Jongeren buiten beeld 2013
Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken
Nadere informatieIJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer
IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor
Nadere informatieKwaliteitsonderzoek begeleiding
Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek
Nadere informatieSignaal. Signaal. Mensen met een beperking in Den Haag
Signaal Signaal Uitgave Auteurs Informatie Onderzoek en Marlies Diepeveen Marlies Diepeveen Integrale Vraagstukken 070-3535386 Nr 9, Jaargang 2007 m.diepeveen@ocw.denhaag.nl Oplage Redactieadres Internet
Nadere informatieLangdurige werkloosheid in Nederland
Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.
Nadere informatieProject dichter bij de mens. Preventief allochtone ouderenzorg door t Roosendael (huisartsenpraktijk in de Donderberg)
Project dichter bij de mens Preventief allochtone ouderenzorg door t Roosendael (huisartsenpraktijk in de Donderberg) Feiten en Cijfers Aantal migrantenouderen in Nederland: Jaar 55+ 65+ 2010 183.000 72.000
Nadere informatieFORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009
FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)
Nadere informatieArbeidsparticipatie icipatie Almere 2006
0i08 08 Arbeidsparticipatie icipatie Almere 2006 Maaike Hersevoort en Nicol Sluiter Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieMonitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015
1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015 Fact sheet juni 20 De werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald. Van de 3.00 Amsterdamse jongeren in de leeftijd van 15
Nadere informatieTOOLKIT Bekend maakt Bemind
TOOLKIT Bekend maakt Bemind 6. Migrantenouderen in cijfers Aantal migrantenouderen in Nederland Bron: (CBS-Statline, dec. 2016) Aantal AOW-gerechtigden in Nederland 3.059.000 Waarvan van migrantenafkomst
Nadere informatieSterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen
Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen
Nadere informatie12. Vaak een uitkering
12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen
Nadere informatiePensioenaanspraken in beeld
Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw
Nadere informatie7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs
7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/
Nadere informatiemonitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)
Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748
Nadere informatieOudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020
Nadere informatieNiet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald
7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van
Nadere informatieRegionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking
Regionale VTV 2011 Bevolking Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Drs. S. van de
Nadere informatieOpvoeden in andere culturen
Opvoeden in andere culturen Bevorderen en versterken: competenties vergroten Een betere leven DVD 1 Bevolkingsgroepen aantal Allochtoon3.287.706 Autochtoon13.198.081 Europese Unie (exclusief autochtoon)877.552
Nadere informatieAlleenstaande moeders op de arbeidsmarkt
s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging
Nadere informatieLeidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming
Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming - Internationalisering Leidse regio www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl
Nadere informatie2. Groei allochtone bevolking fors minder
2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats
Nadere informatieSociaal Innovatie Centrum. Brabantse proeftuin dementie inventarisatie
Sociaal Innovatie Centrum Brabantse proeftuin dementie inventarisatie Anne Daams, Laura Guichelaar, Luuk van Rooij & Jaap van der Heide 2-6-2017 Inhoud Gemeente Heusden... 2 Gemeente Waalwijk... 4 Gemeente
Nadere informatieZorg voor hulpbehoevende ouders
Maarten Alders en Ingrid Esveldt 1) Door de toenemende vergrijzing zal het aantal zorgbehoevende ouderen toenemen. Een deel van de zorg wordt verleend door de kinderen. Dit artikel onderzoekt in welke
Nadere informatiehttps://insights.abnamro.nl/branche/drie-wetten-verantwoordelijk-voor-fin... Laatste update:: 19 mei 2016
Page 1 of 6 Laatste update:: 19 mei 2016 Page 2 of 6 Langdurige Zorg De langdurige zorg bestaat uit ondersteuning en verzorging van ouderen, chronisch zieken, gehandicapten en mensen met langdurig psychische
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp
Nadere informatieThuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen
Thuis voelen in Nederland: stedelijke verschillen bij allochtonen Jeroen Nieuweboer Allochtonen in, en voelen zich minder thuis in Nederland dan allochtonen elders in Nederland. Marokkanen, Antillianen
Nadere informatieFactsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014
Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos
Nadere informatiewerkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007
08 Arbeidsparticipatie 0i icipatie en werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 Maaike Hersevoort, Marleen Geerdinck en Lian Kösters Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen
Nadere informatieDe positie van etnische minderheden in cijfers
De positie van etnische minderheden in cijfers tabel b.. Omvang van de allochtone bevolking in Nederland naar herkomst (00 en prognose voor 00 en 0), aantallen x 00, per januari Bron: CBS, Allochtonen
Nadere informatieDe nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Nederland
overig niet-westers De nieuwe verscheidenheid Toenemende diversiteit naar herkomst in Welke manier van kijken doet het meeste recht aan de diversiteit naar herkomst? Hoe is de huidige situatie ontstaan?
Nadere informatieNeimed Krimpbericht. Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg SEPTEMBER 2015
SEPTEMBER 2015 Neimed Krimpbericht Veel Westerse en weinig niet-westerse allochtonen in Limburg In Limburg wonen relatief veel Westerse allochtonen en weinig niet-westerse allochtonen. Evenals landelijk
Nadere informatieMantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen
Mantelzorgers maken weinig gebruik van verlofregelingen Martijn Souren Ongeveer 7 procent van de werknemers met een verleent zelf mantelzorg. Ze maken daar slechts in beperkte mate gebruik van aanvullende
Nadere informatieCBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970
CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970 Lian Kösters, Paul den Boer en Bob Lodder* Inleiding In dit artikel wordt de arbeidsparticipatie in Nederland tussen 1970
Nadere informatieDemografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan
Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.
Nadere informatieZorggebruik. 5.1 Inleiding. 5.2 Contact eerste lijn
Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (H van Lindert, M Droomers, GP Westert.. Een kwestie van verschil: verschillen in zelfgerapporteerde leefstijl, gezondheid
Nadere informatieKwetsbaar alleen. De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030
Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Kwetsbaar alleen De toename van het aantal kwetsbare alleenwonende ouderen tot 2030 Cretien van Campen m.m.v. Maaike
Nadere informatieArtikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst
Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk
Nadere informatie4. Kans op echtscheiding
4. Kans op echtscheiding Niet-westerse allochtonen hebben een grotere kans op echtscheiding dan autochtonen. Tussen de verschillende groepen niet-westerse allochtonen bestaan in dit opzicht echter grote
Nadere informatieMantelzorg: beelden en feiten. Alice de Boer HVA 7 sept 2010
Mantelzorg: beelden en feiten Alice de Boer HVA 7 sept 2010 Wat is/doet het SCP? Taak: beschrijving sociaal en cultureel welzijn en informatie verzamelen voor beleid Geeft kamer gevraagd en ongevraagd
Nadere informatieUitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom
08 Uitstroom uit de WW binnen twee jaar na instroom 08 Henk van Maanen, Mathilda Copinga-Roest en Marleen Geerdinck Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen 2009 Verklaring van tekens.
Nadere informatieFLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner
FLEVOMONITOR 2010 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf m.m.v. Bobby Steiner Dit onderzoek is uitgevoerd door het Bonger Instituut voor Criminologie van de Universiteit
Nadere informatieB.U.N. Boeddhistische Unie Nederland Vereniging van boeddhistische groeperingen in Nederland
Amsterdam, 24-11-2014 Boeddhisten in Nederland een inventarisatie Er zijn twee vragen die boeddhisten in Nederland al jaren bezig houden: 1. Wat is een boeddhist 2. Hoeveel boeddhisten zijn er in Nederland
Nadere informatieBijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming
Jaarrapport integratie 27 Jaco Dagevos en Mérove Gijsberts Sociaal en Cultureel Planbureau, november 27 Bijlage bij hoofdstuk 11 Wederzijdse beeldvorming Mérove Gijsberts en Miranda Vervoort B11.1 Aandeel
Nadere informatieGebruik van kinderopvang
Gebruik van kinderopvang Saskia te Riele In zes van de tien gezinnen met kinderen onder de twaalf jaar hebben de ouders hun werk en de zorg voor hun kinderen zodanig georganiseerd dat er geen gebruik hoeft
Nadere informatieConsulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek. Een analyse van NIVEL Zorgregistraties gegevens van 2010-2014
Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Magnée, T., Beurs, D.P. de, Verhaak. P.F.M. Consulten bij de huisarts en de POH-GGZ in verband met psychosociale problematiek.
Nadere informatieWensen en ideeën over Wonen met Welzijn en Zorg vanuit cliëntenperspectief in de regio Eemland: een Quick Scan
Wensen en ideeën over Wonen met Welzijn en Zorg vanuit cliëntenperspectief in de regio Eemland: een Quick Scan Een wensen- en ideeënlijst vanuit cliëntenperspectief als leidraad voor de samenwerkende gemeenten
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek DBC Diabetes Mellitus Eerste lijn
Inleiding: Sinds 1 januari 2008 wordt in Noord-Limburg de diabeteszorg in de eerste lijn door Cohesie Cure and Care georganiseerd. De diabeteszorg wordt als DBC Diabetes Mellitus Eerste Lijn op gestructureerde
Nadere informatieLandelijke abortusregistratie 2011
Landelijke abortusregistratie 2011 Deze factsheet doet verslag van de abortuscijfers, gebaseerd op gegevens die zijn verzameld voor de Landelijke abortusregistratie (LAR). Als aanvulling hierop wordt ook
Nadere informatieHet hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD)
Het hoofdstuk effectiever werken aan diversiteit geschreven door lector Dr. Sjiera de Vries is onderdeel van De Staat van de Ambtelijke Dienst (STAD) 2013. De gehele publicatie is na te lezen op de website
Nadere informatieAantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016
Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016 Werken er nu meer of minder huisartsen dan 10 jaar geleden en werken zij nu meer of minder FTE? LF.J. van der Velden & R.S. Batenburg,
Nadere informatieFlevomonitor Annemieke Benschop & Dirk J Korf. Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld. Bonger Reeks
Annemieke Benschop & Dirk J Korf Flevomonitor 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld 26 Bonger Reeks FLEVOMONITOR 2012 Kwetsbare Groepen en Huiselijk Geweld Annemieke Benschop & Dirk J. Korf Dit onderzoek
Nadere informatieCULTURELE HERKOMST VAN CLIËNTEN IN DE GGZ EN VERSLAVINGSZORG
CULTURELE HERKOMST VAN CLIËNTEN IN DE GGZ EN VERSLAVINGSZORG 1 Culturele herkomst van cliënten in de ggz en verslavingszorg Aantal cliënten in de GGZ naar land van herkomst Aantal cliënten in 2006 Aantal
Nadere informatieAllochtone Nederlandse ouderen: de onverwachte oude dag in Nederland
Allochtone Nederlandse ouderen: de onverwachte oude dag in Nederland Cor Hoffer cultureel antropoloog / socioloog c.hoffer@parnassiabavogroep.nl 1 Onderwerpen: gezondheidszorg en cultuur demografische
Nadere informatieBIJLAGEN. Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland. Willem Huijnk Jaco Dagevos
Dichter bij elkaar? De sociaal-culturele positie van niet-westerse migranten in Nederland Willem Huijnk Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlagen hoofdstuk 2... 2 Bijlagen hoofdstuk 3... 3 Bijlagen hoofdstuk 4...
Nadere informatieLeeswijzer Psychiatrisch Casusregister tabellen
Leeswijzer Psychiatrisch Casusregister tabellen In de volgende werkblad(en) staan tabellen behorend bij een bepaald thema. De tabellen zijn toegespitst op de door u opgevraagde leeftijdscategorie. De gegevens
Nadere informatieWerkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies
Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond
Nadere informatieTOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN
TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN 22 oktober Sinds 2011 meet Bureau O+S met een signaleringsinstrument de spanningen tussen bevolkingsgroepen in Amsterdamse buurten. De
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011)
Klanttevredenheidsonderzoek DBC COPD - Eerste lijn (2011) Inhoudsopgave Verslag 2-4 Grafieken 5-10 Samenvatting resultaten 11-16 Bijlage - Vragenlijst 17+18 Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN
Nadere informatieKinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging
Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de
Nadere informatieDiversiteit in Provinciale Staten
Diversiteit in Provinciale Staten In aanloop naar de verkiezingen van 2 maart inventariseerde E-Quality, hét kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit, de kandidatenlijsten (zie werkwijze) van
Nadere informatie8. Werken en werkloos zijn
8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,
Nadere informatieConcentratie allochtonen toegenomen
Jan Latten 1), Han Nicolaas 2) en Karin Wittebrood 3) Niet-westerse wonen vanouds geconcentreerd in het westen van Nederland. Daarbinnen zijn ze geconcentreerd in de vier grote steden. In 4 bestond procent
Nadere informatieInkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners
Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het
Nadere informatieAuteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking
Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2017 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met
Nadere informatieFactsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland
Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland Onderwijs Het aandeel in de bevolking van 15 tot 64 jaar dat het onderwijs reeds heeft verlaten en hun onderwijscarrière
Nadere informatieANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN
ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...
Nadere informatieJeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017
Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse
Nadere informatie