Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren
|
|
- Daniël Kuipersё
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 4 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren BALK EN KUBUS hoogte Figuur lengte reedte In figuur is een alk getekend. Bij een alk zijn steeds de twee tegenover elkaar liggende vlakken gelijk. Alle vlakken zijn rechthoekig. De oppervlakte van een alk kunnen we erekenen door de oppervlakten van de afzonderlijke vlakken ij elkaar te tellen. Dus. oppervlakte = lengte reedte + reedte hoogte + lengte hoogte. Of in formulevorm: A = l + h+ l h De inhoud of het volume erekenen we als volgt: Volume = lengte reedte hoogte. Of in formulevorm: V = l h zijde zijde zijde Figuur ThiemeMeulenhoff septemer 0
2 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 5 In figuur zien we een kuus getekend, hierij zijn alle zijden gelijk, dus lengte = reedte = hoogte. Zo n zijde noemen we meestal rie. De oppervlakte van een kuus kunnen we weer erekenen door de oppervlakten van de afzonderlijke vlakken ij elkaar te tellen. Omdat deze vlakken gelijke vierkanten zijn, geldt voor de oppervlakte van een kuus: Oppervlakte = 6 zijde zijde Of in formulevorm: A = 6 z z = 6 z Voor de inhoud van een kuus geldt: Volume = zijde zijde zijde Of in formulevorm: V = z z z = z V. Gegeven Voor een alk geldt: lengte = m; reedte = m en hoogte = 5 dm. Gevraagd Oppervlakte en inhoud Oplossing Hoogte = 5 dm = 5, m A = l + h+ l h A = m m+ m, 5m+ m 5, m = 7m V = l h V = m m, 5m = 5m Oefeningen Bereken de oppervlakte en de inhoud van een alk met de volgende afmetingen: l = m, = dm en h = 5 cm. Bereken de oppervlakte en het volume van een kuus met een rie van cm. Van een alk is de oppervlakte 090 cm. De lengte is cm en de hoogte is, dm. Bereken de reedte en het volume van de alk. ThiemeMeulenhoff septemer 0
3 6 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 4 De inhoud van een alk is 5, 5cm. De reedte is, dm, terwijl de hoogte 57, cm is. Bereken de lengte en de totale oppervlakte van deze alk. 5 Een kuus heeft een inhoud van 78 cm. Bereken de lengte van de zijde en de totale oppervlakte. 6 De totale oppervlakte van een kuus is A = 76 cm. Bereken de lengte van een zijde en de inhoud. HET PRISMA EN DE PIRAMIDE In figuur is een driezijdig prisma getekend. Bij een prisma is de dwarsdoorsnede overal gelijk. Een prisma kan ook meer zijden heen. Deze zijden kunnen rechthoekig zijn, maar kunnen ook de vorm van een parallellogram heen. hoogte Figuur dwarsdoorsnede De oppervlakte van een prisma kunnen we erekenen door de oppervlakte van alle zijden ij elkaar op te tellen. Of in formulevorm: A = Σ A zijde De inhoud of het volume van een prisma erekenen we met: volume = oppervlakte dwarsdoorsnede hoogte ThiemeMeulenhoff septemer 0
4 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 7 De dwarsdoorsnede loopt evenwijdig aan het grondvlak, de oppervlakte van de dwarsdoorsnede kunnen we vervangen door de oppervlakte van het grondvlak, dus ook geldt: volume = oppervlakte grondvlak hoogte Of in formulevorm: V = Agv h In figuur 4 is een piramide getekend. Ook nu kunnen we een dwarsdoorsnede tekenen. Merk op dat deze naar oven toe steeds kleiner wordt. T T dwarsdoorsnede hoogte A E D C T F E T B F Figuur 4 De oppervlakte van een piramide erekenen we door de oppervlakten van de grensvlakken ij elkaar op te tellen. Voor de piramide in figuur 4 geldt dan: oppervlakte piramide = 4 oppervlakte driehoek ABT + oppervlakte grondvlak Of in formulevorm: A = 4 z hz + z = z hz + z waarij z = zijde grondvlak en h z = hoogte zijvlak. Tip: om de hoogte van driehoek ABT te erekenen, geruiken we de stelling van Pythagoras. De inhoud of het volume van een piramide erekenen we met: volume = oppervlakte hoogte Of in formulevorm: V = z h ThiemeMeulenhoff septemer 0
5 8 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren V. Gegeven Van de piramide uit figuur 4 is het grondvlak een vierkant met een zijde van 6cm. De hoogte van de piramide is 7cm. Gevraagd a. Bereken het volume.. Bereken de totale oppervlakte. Oplossing a. V = z h A = ( 6cm) 7cm = 84 cm. We erekenen eerst de hoogte h z van ABT met de stelling van Pythagoras. = + 7 = 58 h z = 58 = 76, cm A = z h + z h z z A = 6cm 76, cm + ( 6 cm) = 7, cm V. Gegeven Het prisma van figuur heeft als grondvlak een driehoek met een asis van 8cm en een hoogte van 6cm. De hoogte van het prisma is 8 cm. Gevraagd Bereken het volume van het prisma. Oplossing V = Agv h V = 8cm 6cm 8cm = 4cm Oefeningen 7 De dwarsdoorsnede van figuur is een gelijkenige driehoek met gelijke rechthoekzijden van 6cm. De zijvlakken zijn rechthoeken met een hoogte van 0 cm. a Bereken de schuine zijde s van de dwarsdoorsnede. Bereken de oppervlakte van het prisma. c Bereken het volume van het prisma. ThiemeMeulenhoff septemer 0
6 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 9 8 Het grondvlak van de piramide is een vierkant met zijden van 5cm. De hoogte TT = 5 cm. a Bereken de oppervlakte van de piramide. Bereken de inhoud van de piramide. 9 Een zijde van het grondvlak van een piramide is 5 cm. De hoogte edraagt 0 cm. a Bereken de oppervlakte van de piramide. Bereken de inhoud van de piramide. 0 Een zijde van het grondvlak van een piramide is 5 cm. De inhoud edraagt 000 cm. a Bereken de hoogte van de piramide. Bereken de oppervlakte van de piramide. Het grondvlak van een prisma is een rechthoekige driehoek met rechthoekzijden van 6cm en 7cm. De inhoud is 6 cm. a Bereken de hoogte van het prisma. Bereken de oppervlakte van het prisma. ThiemeMeulenhoff septemer 0
7 0 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren Het grondvlak van een recht regelmatig prisma heeft 6 zijden van elk 8cm. De hoogte edraagt 5 cm. a Bereken de omtrek van het grondvlak. Bepaal de oppervlakte van het grondvlak. c Bereken de totale oppervlakte van het prisma. d Bereken het volume van het prisma. DE BOL De oppervlakte van een ol erekenen we met: oppervlakte ol = 4 π straal Of in formulevorm: A = 4 π r 4 Voor de inhoud of het volume van een geldt: volume ol = π straal 4 Of in formulevorm: V = π r V. 4 Gegeven Een ol heeft een straal van, 5m. Gevraagd Bereken de oppervlakte en de inhoud. Oplossing A = 4 π r A = 4 π (, 5m) = 8, m 4 4 V = π r V = π (, 5m) = 4, m ThiemeMeulenhoff septemer 0
8 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren Oefeningen Bereken de oppervlakte en de inhoud van een ol met een straal van m. 4 Bereken de oppervlakte en de inhoud van een ol met een middellijn van 6cm. 5 Een ol heeft een oppervlakte van 00 cm. a Bereken de straal van de ol. Bepaal de inhoud van de ol. 6 Een ol heeft een inhoud van 50 cm. a Bereken de straal van de ol. Bereken de oppervlakte van deze ol. ThiemeMeulenhoff septemer 0
9 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 4 DE CILINDER Bij een cilinder zijn het grond- en ovenvlak cirkels. Zie figuur 5. De uitslag van de mantel is een rechthoek. Zie figuur 6. h r dwarsdoorsnede Figuur 5 π r h Figuur 5 mantel Voor de oppervlakte van een cilinder geldt dan ook: oppervlakte cilinder = oppervlakte cirkel + oppervlakte mantel In formulevorm: A = π r + π r h De inhoud of het volume van een cilinder erekenen we als volgt: volume cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte In formulevorm: V = π r h ThiemeMeulenhoff septemer 0
10 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren V. 5 Gegeven Een cilinder heeft een diameter van 8 cm en een hoogte van cm. Gevraagd Bereken de oppervlakte. Bereken de inhoud. Oplossing r = d r = 8cm = 9cm A = π r + π r h A = π ( 9cm) + π 9cm cm = 75cm V = π r h V = π ( 9cm) cm = 5598, cm Oefeningen 7 Een conservenlik heeft een diameter van 0 cm en is, 7 cm hoog. a Bereken de oppervlakte van het lik. Bereken de inhoud van het lik. 8 Een ander lik heeft dezelfde inhoud van 750 cm en is 5 cm hoog. a Bereken de straal van de odem. Bereken de oppervlakte. 9 Een cilinder heeft een inhoud van 80 cm en een diameter van 8cm. a Bereken de hoogte. Bereken de totale oppervlakte. ThiemeMeulenhoff septemer 0
11 4 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 0 De oppervlakte van de mantel van een cilinder is 0 cm. De straal is 4cm. a Bereken de hoogte van de cilinder. Bereken de inhoud van de cilinder. 5 DE KEGEL De kegel heeft als grondvlak een cirkel. De hoogte h is de afstand tussen de top T en het middelpunt van het grondvlak, r g is de lengte van de straal van het grondvlak. Zie figuur 7. T h r g A B Figuur 7 De uitslag van de mantel is een cirkelsector. Zie figuur 8. De straal van de cirkelsector is rm = TA. α T A r m B Figuur 8 ThiemeMeulenhoff septemer 0
12 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 5 Voor de oppervlakte van een kegel geldt: oppervlakte kegel = oppervlakte grondvlak + oppervlakte cirkelsector α Of in formulevorm: A = π rg + π rm. Dit is te herleiden tot: 60 g g m A = π r + π r r De inhoud of het volume van een cilinder erekenen we als volgt: inhoud kegel = oppervlakte grondvlak hoogte In formulevorm: V = π rg h V. 6 Gegeven Het grondvlak van de kegel van figuur 8 heeft een straal van 5cm. De hoogte van de kegel is 8cm. Gevraagd Bereken de oppervlakte. Bereken de inhoud. Oplossing Om r m uit te rekenen, geruiken we de stelling van Pythagoras. m g r = h + r r m = = 89 r m = 89 = 94, cm A = π r + π r r A = π ( 5cm) + π 5cm 94, cm = 6, 4 cm g g m V = π rg h V = π ( 5cm) 8cm = 09, 4 cm Oefeningen Een kerktoren heeft een diameter van 7m. De spits is 5m hoog. a Bereken de oppervlakte van de spits. Bereken de inhoud van de spits. ThiemeMeulenhoff septemer 0
13 6 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren Het grondvlak van een kegel heeft een straal van 8cm. De hoogte is 0 cm. a Bereken de oppervlakte van deze kegel. Bereken de inhoud van deze kegel. Een kegel heeft een inhoud van 000 cm. De hoogte is cm. a Bereken de straal van het grondvlak van deze kegel. Bereken het oppervlak van deze kegel. 4 Een kegel heeft een inhoud van 480 cm. De straal van het grondvlak is 7cm. a Bereken de hoogte van deze kegel. Bereken het oppervlak van deze kegel. ThiemeMeulenhoff septemer 0
14 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 7 Antwoorden A = 79 dm ; V = 5 A = 864 dm cm ; V = 78 cm = 8cm ; V = 84 cm 4 l = 78, cm ; A = 4, 9cm 5 z = cm ; A = z = cm ; V = 7a 85, cm 4 cm c 80 cm 8a 77 cm 5 cm 9a 50 cm 650 cm 0a 96, cm 45 cm a 6cm 75, cm a 48 cm 65, 6 cm c 05, cm d 484 cm 50, m ; 5, 5 m 4, cm ;, cm 5a 8, cm 9, 0 cm 6a 9, cm 9, cm 7a 556, cm 997, 5 cm cm cm ThiemeMeulenhoff septemer 0
15 8 Oppervlakte en inhoud van ruimtelijke figuren 8a 40, cm 477, 5 cm 9a 6, cm 40, 7 cm 0a 40, cm 0, cm a 05, 6 m 6, 4 m a 5, 0 cm 670, 0 cm a 89, cm 665, 4 cm 4a 94, cm 4, 4 cm ThiemeMeulenhoff septemer 0
Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal. Reader. Wiskunde MBO Niveau 4 Periode M.van der Pijl.
Noorderpoortcollege School voor MBO Stadskanaal Reader Wiskunde MBO Niveau 4 Periode 5 01-01 M.van der Pijl Transfer Dataase ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet
Nadere informatieHoofdstuk 5 Oppervlakte uitwerkingen
Kern Vlakke figuren a Rechthoek, parallellogram, driehoek Oppervlakte rechthoek = lengte reedte = d Oppervlakte parallellogram = lengte hoogte = d Oppervlakte driehoek = asis hoogte = d a Knip de parallellogram
Nadere informatieHoofdstuk 8 - Ruimtefiguren
Voorkennis V-a De oppervlakte van ABC is 2 5 : 2 = 0 cm 2. c d AB = 2 AC = 5 BC = 44 25 + 69 BC = 69 = cm De omtrek van ABC is 5 + 2 + = 0 cm. BD = 2 4 = 8 cm De oppervlakte van BCD is 8 5 : 2 = 20 cm
Nadere informatie8.1 Inhoud prisma en cilinder [1]
8.1 Inhoud prisma en cilinder [1] Een prisma heeft twee evenwijdige grensvlakken. Een grondvlak en een bovenvlak. De andere grensvlakken zijn rechthoeken. De hoogte van de prisma is de lengte van de opstaande
Nadere informatieHoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO
Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN c 1.0 INTRO 1 a Door een kael te spannen en daar langs te rijden. Met een kael van de juiste lengte die je evestigt aan een punt in de grond (het middelpunt) c Met twee latten die
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Inleiding ruimtefiguren
Wiskunde Leerjaar 1 - periode 3 Ruimtemeetkunde Hoofdstuk 1 - Inleiding ruimtefiguren A. Zeven verschillende ruimtefiguren Hieronder zie je zeven verschillende ruimtefiguren. De ruimtefiguren ontstaan
Nadere informatieHoofdstuk 8 - Ruimtefiguren
Voorkennis V-1a De oppervlakte van ABC is 12 5 : 2 = 0 m 2. zijde kwadraat AB = 12 144 AC = 5 BC = 25 169 d BC = 169 = 1 m De omtrek van ABC is 5 12 1 = 0 m. BD = 12 4 = 8 m De oppervlakte van BCD is 8
Nadere informatieREKENEN. Les Probleemoplossend Rekenen. Hoofdstuk 13 -
REKENEN Les 2.3.7 Probleemoplossend Rekenen Hoofdstuk 13 - VANDAAG Studiewijzer Terugblik Probleemoplossend Rekenen Tijd om te oefenen Opgaven Proefexamen STUDIEWIJZER 2.3.2 Lengte en Oppervlakte 2.3.3
Nadere informatieHoofdstuk 6 Inhoud uitwerkingen
Kern Prisma en cilinder a De inhoud is G h=,5 = 4,5cm. b Die inhoud is even groot. a De inhoud is G h= ( 4) 8 = 64 cm b Op iedere hoogte geldt dat de doorsnede van het rechte prisma dezelfde oppervlakte
Nadere informatie1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.
Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn
Nadere informatieHoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud
Hoofdstuk 2 Oppervlakte en inhoud Les 1 Aant. 2.1 Oppervlakte van vlakke figuren Theorie A: Oppervlakte van vlakke figuren Oppervlakte driehoek = ½ zijde bijbehorende hoogte Oppervlakte parallellogram
Nadere informatieHoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO
Hoofdstuk 1 KENNISMAKEN 1.0 INTRO 1 a Door een kael te spannen en daar langs te rijden. Met een kael van de juiste lengte die je evestigt aan een punt in de grond (het middelpunt) Met twee latten die je
Nadere informatieOefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen
Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot
Nadere informatieStap 1: Ga naar Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden.
Stap 1: Ga naar www.wiskundewereld.be/bzl-ruimtemeetkunde.html Stap 2: Klik rechts op de witte knop. Stap 3: Gebruik de pijltjes om te navigeren tussen de bladzijden. Stap 4: Links zie je waar je je in
Nadere informatieCirkel en cirkelsector
middellijn 3 Cirkel en cirkelsector 1 CIRKEL In figuur 1 zien we een cirkel. Het middelpunt van de cirkel duiden we meestal aan met de letter M. Verder onderscheiden we de begrippen diameter (middellijn)
Nadere informatieHoofdstuk 4: Meetkunde
Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair
Nadere informatieLes 1 Oppervlakte driehoeken. Opl. Les 2 Tangens, sinus en cosinus. Aantekening HAVO 4B Hoofdstuk 2 : Oppervlakte en Inhoud
antekening HVO 4B Hoofdstuk 2 : Oppervlakte en Inhoud Les 1 Oppervlakte driehoeken Oppervlakte driehoek = ½ basis hoogte Oppervlakte parallellogram = basis hoogte Oppervlakte trapezium = ½ (basis + top)
Nadere informatieWiskunde Uitwerkingen Leerjaar 1 - Periode 3 Meetkunde 3D Hoofdstuk 4 t/m 7
Wiskunde Uitwerkingen Leerjaar - Periode Meetkunde oofdstuk t/m 7 oofdstuk. a). a). a) opp. = ribbe ribbe = ribbe = 8 cm inh. = ribbe ribbe ribbe = ribbe =.78 cm opp. = 00 0 + 0 + 00 = 7.900 cm inh. =
Nadere informatieOefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen
Oefeningen in verband met tweedegraadsvergelijkingen l. e omtrek van een rechthoek is 8 m en de diagonaal 10 m. Welke afmetingen heeft deze rechthoek?. Bereken x zodat de opp van de rechthoek even groot
Nadere informatieBlok 4 - Vaardigheden
lok - Vaardigheden Extra oefening - asis -a Het hellingsgetal is 60 = = 0,065. -a De hellingshoek is tan (0,065),6. c De hellingshoek van Raymond is tan ( 60 c 960 tan = geeft tan 6 = 600 = 600 tan 6 9
Nadere informatieHoofdstuk 6 - Oppervlakte en inhoud
Havo B deel Uitwerkingen Moderne wiskunde Hoofdstuk - Oppervlakte en inhoud ladzijde 0 V-a Er passen vierkanten in de puzzel dus één vierkant neemt -deel in eslag. De oppervlakte van de puzzel is = 44
Nadere informatie04 Meetkunde. hoofdstuk. 4.1 Uitslagen
hoofdstuk 0 eetkunde bladzijde 06 e schuine muren aan de benedenkant van de woning. e vloeren en de plafonds zijn regelmatige zeshoeken of regelmatige driehoeken. ovenaanzicht:. Uitslagen bladzijde 08
Nadere informatievlieger rechthoek ruit parallellogram vierkant
4-1 Vlakke figuren 1a 6 5 4 3 2 A D C 1 B O 1 2 3 4 5 6 d Figuur ABCD is een vlieger. 2a B(5, 1) C(5, 6) D(2, 6) AD BC DC BC AD // BC AD AB 3a 4a d e A B C D E vlieger rehthoek ruit parallellogram vierkant
Nadere informatieOplossingen. b) arctan( 4. c) arctan( AC = 4 2, AS = 2 2, NT = 34 (= 2 17), ST = 32 = 4 2 a) 2 arcsin( 2 2
Voorkennis: Goniometrische verhoudingen De officiële benaming voor de inverse van sinus, op je rekenmachine sin 1 is boogsinus, afgekort als arcsin, voor cos 1 : boogcosinus arccos, voor tan 1 : boogtangens
Nadere informatieOppervlakte ruimtelijke figuren
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Esther van Meurs 22 march 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/98805 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.
Nadere informatiehandleiding pagina s 434 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 12: bladzijde Werkboek
week 13 les 5 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 434 tot 443 nuttige informatie 1 Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina s 374 en 375: vierhoeken pagina 376: eigenschappen van diagonalen in vierhoeken
Nadere informatieOppervlakte ruimtelijke figuren
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Esther van Meurs 22 maart 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/98805 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.
Nadere informatieHomogene groepen, de balk
Volgende week mag je zelf een les van ongeveer 20 minuten geven aan je medeleerlingen over de balk, cilinder of kegel. Een goede les bevat veel leerlingactiviteit. Zorg er dus voor dat je je leerlingen
Nadere informatieAntwoordmodel - In de ruimte
Antwoordmodel - In de ruimte Vraag 1 Welke ruimtefiguren (of delen van) herken je op de volgende foto s? a Foto 1. Balk, prisma, cilinder en kubus. b Foto 2. Cilinder, balk, kubus en prisma c Foto 3. Balk,
Nadere informatiede Wageningse Methode Antwoorden H5 DE RUIMTE IN 1
Hoofdstuk 5 DE RUIMTE IN 6 5. AANZICHTEN EN UITSLAGEN 3 a 7 a kuus ; ol ; c cilinder ; d kegel ; e vijfzijdige piramide ; f alk (vierzijdig prisma) ; g driezijdig prisma ; h zeszijdig prisma ; i alk (vierzijdig
Nadere informatieSamenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen
Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 15 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 74 punten te behalen.
Nadere informatieHoofdstuk 2 boek 1 havo b Oppervlakte en inhoud.
Hoofdstuk boek havo b Oppervlakte en inhoud.. Vlakke figuren, oppervlakte.. Het halve cirkeltje boven past precies in het halve cirkeltje onder, dan komt er een rechthoek met breedte en lengte 4 + + +
Nadere informatieBij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo
Vestiging Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen : Geodriehoek,
Nadere informatieMeetkunde. MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3
Meetkunde MBO Wiskunde Niveau 4 - Leerjaar 1, periode 3 LOCATIE: Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal DOMEINEN: Bouwkunde, Werktuigbouw, Research Instrumentmaker LEERWEG: BOL - MBO Niveau 4 DATUM:
Nadere informatie1 Wiskunde, zeker. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. duimstok Timmerman Hoe lang iets is.
1 2 1 Wiskunde, zeker duimstok Timmerman Hoe lang iets is. Blokhaak: Timmerman Of een hoek haaks is. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. Zeven munten: een van 1-eurocent, twee van 2-eurocent,
Nadere informatie6.1 Rechthoekige driehoeken [1]
6.1 Rechthoekige driehoeken [1] In het plaatje hiernaast is een rechthoekige driehoek getekend. Aan elke zijde van deze driehoek ligt een vierkant. Het gele vierkant heeft een oppervlakte van 9 hokjes;
Nadere informatieSymmetrie en oppervlakte
Symmetrie en oppervlakte Hoofdstuk 5 1 a logoen4 /d 1 1 1 313 414 c logo 1: 180 logo : 180 logo 3: 90 logo 4: 90 d alle logo s zijn puntsymmetrisch 6 a a lijnsymmetrisch draaisymmetrisch puntsymmetrisch
Nadere informatieA. Cooreman. 6 MV 3D volume, constructies en problemen
A. Cooreman Ink ijke xe mp la ar MV 3D volume, constructies en problemen Leerjaar kk Groep 2 Remediëring 1 3 2 3 Naam: D/201/13280/ ISBN 9 7892 18 i.s.m 7 8 Klas: digitaal Legende iconen Leer dit vanbuiten.
Nadere informatieOefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje
Oefenexamen wiskunde vmbo-tl Onderwerp: meetkunde H2 H6 H8 Antwoorden: achterin dit boekje Indien van toepassing: schrijf je berekening op. Tekening altijd met geodriehoek en potlood. Omtrek rechthoek
Nadere informatieDocentenhandleiding Wiskonopoly
Docentenhandleiding Wiskonopoly Benodigdheden buiten speelbord en bijgevoegde kaarten per spel. 2 dobbelstenen 4 speelstukken (lopers) strijkkralen kompasroos Uitrekenpapier Per spel een soort geldbiljetten
Nadere informatieVoorkennis meetkunde (tweede graad)
Voorkennis meetkunde (tweede graad) 1. Vlakke meetkunde Lengten van de zijden en grootte van de hoeken van driehoeken en vierhoeken - De som van de hoeken van een driehoek is 180 - Bij een rechthoekige
Nadere informatie8 A vijfzijdig prisma ; B kubus ; C vierzijdige piramide. 10 b de laatste. 11 a Bijvoorbeeld: c = 6 cm a,b. 13 b
5.1 NZIN N UISLN 2 8 vijfzijdig prisma ; B kuus ; vierzijdige piramide 9 3 a voor oven zij 10 de laatste 1:200 c 11 a Bijvooreeld: voor oven c 1 2 3 = 6 cm 3 12 a, d nne heeft gelijk. In het zij-en oevnaanzicht
Nadere informatieEXAMEN SCHAKELCURSUS MIDDELBARE LASTECHNIEK WISKUNDE 2010
EXAMEN SCHAKELCURSUS MIDDELBARE LASTECHNIEK WISKUNDE 010 Datum: 13 januari 010 Aantal opgaven: 6 Beschikbare tijd: 100 minuten De maximale score is 90 punten, vooraf 10 punten: totaal 100 punten. Aantal
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-1a c d e 1 Voorkennis D C B N A K L Vierhoek ABCD is een vierkant. Vierhoek KLMN is een rechthoek en vierhoek PQRS is een parallellogram. De oppervlakte van vierhoek KLMN is 7 3 4 = 8 roostervierkantjes.
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Extra oefening - asis -1a Van trap 1 is de hellingshoek 17. Van trap is de hellingshoek 14. Van trap 1 is het hellingsgetal 60 = 0,. 00 Van trap is het hellingsgetal 0 = 0,. 10 c De tekening hiernaast
Nadere informatieBlok 6B - Vaardigheden
B-a Etra oefening - Basis Eigenschap C is ook een definitie van een rechthoek. A: Als de diagonalen wel even lang zijn maar elkaar niet middendoor delen, is de vierhoek geen rechthoek. Denk ijvooreeld
Nadere informatieH24 GONIOMETRIE VWO. Dus PQ = 24.0 INTRO. 1 a 6 km : = 12 cm b. 5 a 24.1 HOOGTE EN AFSTAND BEPALEN. 2 a factor = 3
H GONIOMETRIE VWO.0 INTRO a 6 km : 0.000 = cm a Dus PQ = 680 = 0, dus zeilt 7 ze 0 meter in minuten. Dat is 0 0 = 800 meter in een uur. Dat is,8 km/u.. HOOGTE EN AFSTAND BEPALEN a factor = 0,6 Diepte put
Nadere informatieE = mc². E = mc² E = mc² E = mc². E = mc² E = mc² E = mc²
E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² E = mc² De boom en het stokje staan loodrecht op de grond in het park. De boom is 3 en het stokje 1. Hoe lang is de schaduw van het stokje
Nadere informatieDoorsnede inhoud vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/74250
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 24 mei 2016 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74250 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs
Nadere informatieExtra oefenmateriaal H10 Kegelsneden
Deel 1 Extra oefenmateriaal H10 Kegelsneden 1. Bereken de inhoud van de volgende twee afgeknotte figuren. 2. Hiernaast zie je een afgeknot zeszijdig prisma. Het grondvlak is een regelmatige zeshoek met
Nadere informatieCorrectievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1
Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1 Golfbaan 1 maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand (1) 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening
Nadere informatieHerhalingsles 2 Meetkunde 1 Weeroefeningen
Herhalingsles Meetkunde Weeroefeningen HB. MK Kruis aan wat juist is. Deze figuur is een vierhoek, maar geen vierkant. een vierkant, maar geen ruit. een ruit, maar geen vierkant. een vierkant en een ruit.
Nadere informatieOefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3
Oefentoets Versie A Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (017/018) Periode: 3 Opmerkingen vooraf: Het gebruik van een rekenmachine en een tabellenboekje is toegestaan. Geef je antwoord alljd
Nadere informatieG&R havo B deel 3 10 Aanzichten en doorsneden C. von Schwartzenberg 1/16. 1a Het bovenaanzicht van het voorwerp is een cirkel. 3
& havo deel 0 anzichten en doorsneden. von chwartzenberg / a et van het voorwerp is een cirkel. b Je moet tegen het (rechter of linker) zijaanzicht aankijken. rechterzijaanzicht I (opg. ) vooraanzicht
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
oofdstuk 0 - oeken en afstanden Voorkennis: Verhoudingen ladzijde 78 V-a e hoeken lijven gelijk want alleen de lengte van de zijden verandert en allemaal met dezelfde factor. Zijde met lengte wordt vergroot
Nadere informatiemet tijdseenheden overig niet-metrisch moeten zelf bedacht of opgezocht worden a geheeltallig en < 10
Meeteenheden omrekenen 1 2 3 4 5 Eenheid n n = 1 n = 2, n = 3 n > 3 Omrekeningsfactoren uitsluitend metrisch met tijdseenheden overig niet-metrisch Omrekeningsrichting van groot naar klein van klein naar
Nadere informatieWillem-Jan van der Zanden
Enkele praktische zaken: Altijd meenemen een schrift met ruitjespapier (1 cm of 0,5 cm) of losse blaadjes in een map. Bij voorkeur een groot schrift (A4); Geodriehoek: Deze kun je kopen in de winkel. Koop
Nadere informatieAntwoorden De juiste ondersteuning
ntwoorden De juiste ondersteuning a. De straal van de cirkel waarover het beweegt is 5. De maximale hoogte van het is dus 5. Het moet dus dm omhoog. b. Het van het tweede blok beweegt over een cirkel met
Nadere informatieTussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo
Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Extra oefening - Basis B- Van ABC is de asis BC = en de hoogte AD =. De oppervlakte van ABC is : = 9. Van KLM is de asis KM = 5 + 9 = en de hoogte NL. B-a KN = 5 NL = KL = 5 + 69 NL = = De oppervlakte
Nadere informatieHandig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde
Handig met getallen 4 (HMG4), onderdeel Meetkunde Erratum Meetkunde Je vindt hier de correcties voor Handig met getallen 4 (ISBN: 978 94 90681 005). Deze correcties zijn ook bedoeld voor het Rekenwerkboek
Nadere informatiewiskunde B havo 2015-II
Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid
Nadere informatieGecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen. Instap. Een opgave uit de oefentoets:
Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen Instap Een opgave uit de oefentoets: Van welke verpakkingen is de vorm een prisma? A. Pak spaghetti blikje chocomel doosje
Nadere informatie5,7. Praktische-opdracht door N woorden 4 mei keer beoordeeld
Praktische-opdracht door N. 3292 woorden 4 mei 2001 5,7 175 keer beoordeeld Vak Wiskunde Inleiding en probleemstelling De laatste jaren hoor je steeds meer over fabrikanten die proberen hun verpakkingen
Nadere informatied = 8 cm 2 6 A: = 26 m 2 B: = 20 m 2 C: = 18 m 2 D: 20 m 2 E: 26 m 2
H17 PYTHAGORAS 17.1 INTRO 1 b c d 1 4 4 = 8 cm 6 A: 6 1 5 1 4 = 6 m B: 6 1 4 4 = 0 m C: 6 1 3 3 4 = 18 m D: 0 m E: 6 m 7 a A:, cm B: 5,0 cm C: 3, cm D: 4,1 cm b Voor elke zijde geldt dat het de schuine
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Etra oefening en Oefentoets Helpdesk Etra oefening ij hoofdstuk a π 9 h 000 geeft h 000 9, cm 8π De hoogte van het lik is s ongeveer,9 cm π r h 000 geeft h 000 000 r 8, r π r π c Als de straal heel klein
Nadere informatie8 a 250; 200; 150 b 100 cm c De hoek is kleiner dan 90. d De afstand is meer dan 100 cm. 9 a ½ 5 12 = 169 b 13, want = 169
H7 PYTHGORS 7.0 INTRO rehthoekszijden van 3 en 4 m is. us alle vier de zijden zijn even lang. a 7. REHTHOEKIGE RIEHOEKEN a 80 5 = 0000 m 5000 m 3 : ½ 6 4 = m : 8 m : 6 m : 9 m E: 5 m F: 7½ m 4 600 ½ 0
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
V-1a d V-2a 102 ladzijde 138 In werkelijkheid zijn er 3 rien evenwijdig aan rie. In figuur 1 zijn die rien ook evenwijdig getekend. In figuur 2 zijn deze rien zo getekend dat ze elkaar alle vier in hetzelfde
Nadere informatieDomein A: Inzicht en handelen
Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het
Nadere informatieHoofdstuk 5 - Tekenen en zien
avo deel 1 Uitwerkingen Moderne wiskunde oofdstuk 5 - ekenen en zien ladzijde 138 V-1a d In werkelijkheid zijn er 3 rien evenwijdig aan rie. In figuur 1 zijn die rien ook evenwijdig getekend. In figuur
Nadere informatie7 cilinder. bol. torus. 8 a
.0 INTRO a Een vierkant, een lijnstuk, een vierkant ijvooreeld zo: Het laagste punt is het midden van het grondvlak. Een lijnstuk nij van een kurk aan weerszijden een stuk af, zo dat je aan de ovenkant
Nadere informatieExamen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VMBO-KB 2010 tijdvak 2 dinsdag 22 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CSE KB Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen.
Nadere informatie1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde
1 Junior Wiskunde Olympiade 005-006: tweede ronde Volgende benaderingen kunnen nuttig zijn bij het oplossen van sommige vragen 1,1 1,71 5,61 π,116 1 ls a a 17 a m = a 006, met a R + \{0, 1}, dan is m gelijk
Nadere informatieEindexamen wiskunde B havo I
Eindexamen wiskunde B havo 0 - I Beoordelingsmodel Overlevingstijd maximumscore 3 Voor T 0 geldt: Voor T 0 geldt: R 7, ( 5 ) 77 0,0785 0,0034 0 R 7, ( 5 ) 70 0,0785 0,0034 0 Dus de overlevingstijd is 70
Nadere informatieJe moet nu ook met delen van eenheidskubussen rekenen. Waarom?
Opgave 1 Dit is een exemplaar van de kuus van Ruik, edacht door de Hongaarse architect en ontwerper Ernö Ruik. Zie ook ruiks.com. Uit hoeveel kleine kuussen estaat hij? (Let op: er is geen middelste kuus!)
Nadere informatieBereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder.
Oefenopgaven oppervlakte en inhoud 1. Bereken de oppervlakte van de driehoeken en parallellogrammen hieronder. 2. Bereken de oppervlakte van de donkere gedeelten in de tekeningen hieronder. 3. A. Bereken
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde
1 Vlaamse Wiskunde Olmpiade 2006-2007: eerste ronde 1 Hoeveel punten kunnen een rechthoek en een cirkel maimaal gemeen hebben? (A) 2 (B) 4 (C) 6 (D) 8 (E) 10 2 Van de volgende drie uitspraken R : 2 = R
Nadere informatie5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B
Boekverslag door P. 1778 woorden 11 januari 2012 5.7 103 keer beoordeeld Vak Methode Wiskunde B Getal en ruimte Wiskunde Hoofdstuk 1 Formules en Grafieken 1.1 Lineaire verbanden Van de lijn y=ax+b is de
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
-a 34 d e -2-3a -4a //d Extra oefening - asis De ruimtefiguur heeft 8 driehoeken en 5 rehthoeken als grensvlakken. De ruimtefiguur heeft 2 rien en 2 hoekpunten. Sommige rien zijn gestippeld omdat je deze
Nadere informatieHAVO wiskunde B 2011-I. Overlevingstijd 7,2. Voor T 20 geldt: ( 15 ) 177 0,0785 0, ( 15 ) 701 0,0785 0, , 2
HAVO wiskunde B 0-I Vraag Antwoord Scores Overlevingstijd maximumscore 3 Voor T 0 geldt: Voor T 0 geldt: R 7, ( 5 ) 77 0,0785 0,0034 0 R 7, ( 5 ) 70 0,0785 0,0034 0 Dus de overlevingstijd is 70 4 keer
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Beoordelingsmodel VMBO GL/TL 2008-I Vraag Antwoord Scores Golfbaan maximumscore 4 Een kijklijn tekenen van het putje langs de punt van de bosrand 90 m in werkelijkheid komt overeen met 6 cm in de tekening
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL. wiskunde CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
xamen VMO-GL en TL 2013 tijdvak 2 dinsdag 18 juni 13.30-15.30 uur wiskunde CS GL en TL ij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 23 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten
Nadere informatie1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde
1 Junior Wiskunde Olympiade 200-2005: tweede ronde De tweede ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt: per goed antwoord krijgt de deelnemer 5 punten, een blanco antwoord
Nadere informatie7 cm. Bereken de inhoud van het stuk appeltaart in cm³. Een vliegtuig vliegt op 12 km hoogte en begint met dalen onder een hoek van 3.
Deze toets bestaat uit 10+ opgaven. Voor elk onderdeel is aangegeven hoeveel punten kunnen worden behaald. Er zijn 8 punten te behalen. Antwoorden moeten altijd zijn voorzien van een berekening, toelichting
Nadere informatie1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde
1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 2005-2006: eerste ronde 1 11 3 11 = () 11 2 3 () 11 5 6 () 11 1 12 11 1 4 11 1 6 2 ls a en b twee verschillende reële getallen verschillend van 0 zijn en 1 x + 1 b = 1, dan
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B 2013-I
Beoordelingsmodel Tornadoschalen maximumscore 80 km/u komt overeen met 77,8 m/s v = 77,8 invullen in de formule geeft F, Dus de intensiteit op de Fujita-schaal is maximumscore De waarde van F is dan minimaal,5
Nadere informatieVl. M. Nadruk verboden 1
Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen VMBO-GL en TL 2018 tijdvak 1 dinsdag 15 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift
Nadere informatieOpmerking Als de punten A en B op de juiste plaats getekend zijn, maar iedere toelichting ontbreekt, drie punten toekennen.
Een functie f(x) = geeft sin(x + 6 π) = x = π x = 5 π f(x) < geeft π < x < 5 π f (x) = cos(x + 6 π) f (0),7 ( f (0) = ) De hoek van l met de x-as is 60 De hoek van l met de y-as is 0 Trailer-tafel Het
Nadere informatieHoofdstuk 4 Machtsverbanden
Opstap Derdemachten O-1a I r r r 1 De inhoud van een kuus met r is 1 cm 3. Als I 7 geldt r 3 want 3 3 7. Een kuus met I 7 heeft een rie van 3 cm. c r in cm 1 3 d I in cm 3 1 7 6 1 l in cm 3 9 7 6 3 - -1-3
Nadere informatieHoofdstuk 10 - Hoeken en afstanden
oofdstuk 0 - oeken en afstanden Moderne wiskunde 9e editie vwo deel Voorkennis: Verhoudingen ladzijde 7 V-a e hoeken lijven gelijk want alleen de lengte van de zijden verandert en allemaal met dezelfde
Nadere informatie1 Junior Wiskunde Olympiade 2010-2011: tweede ronde
1 Junior Wiskunde Olympiade 2010-2011: tweede ronde 1. Het quotiënt 28 is gelijk aan 82 (A) 2 0 () 2 1 (C) 2 2 (D) 2 3 (E) 2 4 2. Het resultaat van de vermenigvuldiging 1 3 5 7 9 2011 eindigt op het cijfer
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. 1 maximumscore 2 0, = 1 Dus in 2006 totaal biljetten van 50 1
Valse euro s maximumscore 2 0,62 20 745 = Dus in 2006 totaal 2 862 biljetten van 50 2 maximumscore 579 000 565 00 = 900 900 : 579 000 00% = De daling is dus 2,4% ( 2%) maximumscore 2 Het zijn percentages
Nadere informatieWat ga jij leren?... 4 Hoofdstuk 1 - Lijnen, hoeken en driehoeken Lijnen en lijnstukken... 6 Lijn en lijnstuk... 7 Evenwijdige lijnen...
0 Wat ga jij leren?... 4 Hoofdstuk 1 - Lijnen, hoeken en driehoeken... 6 1.1 Lijnen en lijnstukken... 6 Lijn en lijnstuk... 7 Evenwijdige lijnen... 8 Snijdende lijnen... 8 Loodrechte lijnen... 12 1.2 Hoeken...
Nadere informatieWerken met primitieven deel 1.
Werken met primitieven deel 1. Onder primitieven verstaat men lichamen met een elementaire vorm. Dit zijn bv. Kubussen, balken, cilinders, kegels, prima s, bollen, piramides en ringen. Deze lichamen kan
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 havo 2003-II
Eindeamen wiskunde 1- havo 00-II Lichaam met zeven vlakken In figuur 1 is een balk D.EFGH getekend. Het grondvlak D is een vierkant met een zijde van cm. De ribbe G is cm lang. Door uit de balk de twee
Nadere informatieHoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras
Hoofdstuk 3: De stelling van Pythagoras Benamingen afspraken ( boek pag 53) - 49 We spreken van een rechthoekige driehoek als... We zeggen dat in de rechthoekige ABC de grootte van de hoek A 90 o is We
Nadere informatie1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1
Kern Subkern Leerdoel niveau BK begrippen vmbo waar in bettermarks 1.1.1. Je gebruikt positieve en negatieve getallen, breuken en decimale getallen in hun onderlinge samenhang en je ligt deze toe binnen
Nadere informatie